DOORONTWIKKELING BELEID WMO EN JEUGD IJSSELSTEIN

Transcriptie

1 DOORONTWIKKELING BELEID WMO EN JEUGD IJSSELSTEIN November

2 1. Inleiding De gemeente IJsselstein is vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de financiering en de organisatie van de Jeugdwet en de nieuwe Wmo. Eind 2014 heeft de gemeenteraad het beleidsplan Jeugd en het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning vastgesteld. In deze beleidsplannen zijn de visie en doelstellingen voor Jeugdhulp en Wmo beschreven en is weergegeven hoe de gemeente IJsselstein uitvoering geeft aan de decentralisatie Jeugdhulp en Wmo. De gemeente IJsselstein heeft bij de decentralisatie van de Jeugdhulp en de nieuwe taken vanuit de Wmo de focus gelegd op een sterk lokaal veld. Er is ingezet op deskundige lokale teams; het Jeugdteam IJsselstein voor de taken vanuit de Jeugdwet en het Sociaal Team voor het uitvoeren van de taken vanuit de Wmo in combinatie met de taken op het gebied van Welzijn en daar waar mogelijk een combinatie van deze twee. Binnen deze teams werken professionals die goed en tijdig kunnen inschatten welke ondersteuning nodig is (triage) en deze ondersteuning zoveel mogelijk lokaal en integraal kunnen bieden. Daarnaast is de visie van de gemeente IJsselstein dat een professioneel lokaal team en voorliggende (algemene) voorzieningen de instroom naar specialistische zorg vermindert. De verdere doorontwikkelingen van preventieve (voorliggende) voorzieningen is dan ook een belangrijk doel in Terugkijkend op de afgelopen maanden kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de ingezette koers een goede basis is voor de uitvoering van beide wetten en de transformatie van de jeugdhulp en Wmo. In 2016 wil de gemeente IJsselstein zich focussen op het verder doorvoeren en doorontwikkelen van de ingezette koers; het verder ontwikkelen van de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo en verdere inzet op de transformatie van de zorg en ondersteuning. Hiermee wordt verder uitvoering gegeven aan de door de raad vastgestelde leidende principes uit het beleidsplan Jeugd en het beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning. De leidende principes, doelen en uitgangspunten zoals door de raad vastgesteld in de beleidsplannen van 2015 blijven van kracht in De benoemde visie en uitgangspunten zijn op dit moment nog even actueel als bij het vaststellen ervan. Daarnaast zijn zowel de inwoners als de professionals erbij gebaat een stabiele basis te hebben van waaruit verder kan worden doorontwikkeld. In deze update van de beleidsplannen informeren wij u over de ontwikkelingen bij de uitvoering van het beleid en hoe vormgegeven wordt aan de transformatie van de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. In deze nota wordt eerst ingegaan op de landelijke, bovenregionale en regionale ontwikkelingen. Vervolgens wordt per domein de ontwikkeling geschetst van het beleidsplan Jeugd en Maatschappelijke Ondersteuning. Het is een bewuste keuze van het college om de dit jaar ingezette beleidslijn voor 2016 te continueren, de uitvoering ervan verder te vervolmaken en zowel de inwoner als de uitvoerende professionals, maatschappelijke partners en zorgaanbieders stabiliteit en continuïteit te bieden bij de opgave om alle veranderingen die met ingang van 1 januari 2015 hebben plaatsgevonden op een goede manier in te bedden in een nieuwe werkwijze. Daar waar noodzakelijk wordt beleid werkendeweg bijgesteld, maar het gaat daarbij om praktische zaken en niet om een bijstelling van de inhoudelijke koers. Deze update bevat daarom geen nieuw beleid. Deze update bevat, evenmin als dat in voorgaande jaren in de beleidsplannen het geval was, geen financiële gegevens. Informatie over de uitvoering van de decentralisaties is opgenomen in de programmabegroting. Beleidsmatig is het uitgangspunt dat de taken worden uitgevoerd binnen de gestelde budgettaire kaders. In de kwartaalrapportages wordt uw raad geïnformeerd over de voortgang en financiële resultaten. 2

3 Op korte termijn zal de Raad een voorstel worden voorgelegd over de inkoop van Cluster 1 voorzieningen (specialistische jeugdzorg), waarbij het voorstel is die in de komende jaren op bovenregionaal niveau in te kopen. Stappen in In 2014 was het, gezien de verplichte regionale en landelijke transitiearrangementen, de vele onbekende factoren en de haast om de inkoop van jeugdzorg voor 2015 op tijd af te krijgen slechts mogelijk om de raad informatief mee te nemen in het lopende proces van inkoop. In november 2014 zijn de Wmo verordening, Jeugdverordening en bijbehorende besluiten vastgesteld, evenals het beleidsplan Wmo. In december is het Beleidsplan Jeugd IJsselstein 2015 vastgesteld. Eind december 2014 is de raad geïnformeerd over de oprichting van de Backoffice Houten. Het resultaat van samenwerking bij facturering en budgetbewaking op het gebied van jeugdzorg. De raad is toen ook geïnformeerd over het projectmatig inrichten van een backoffice in IJsselstein voor de de Wmo-administratie en administratie van het Jeugdteam en de geraamde kosten van de beide backoffices en de beide lokale teams (Sociaal team en Jeugdteam). In het voorjaar van 2015 is de raad verder meegenomen in de ontwikkelagenda Wmo in IJsselstein, waarin de nadruk wordt gelegd op de ontwikkeling van de samenhang tussen met name de algemene voorzieningen en algemene ondersteuning. 2. Bovenlokale ontwikkelingen 2.1 Landelijke ontwikkelingen LTA Het landelijk Transitiearrangement is vastgesteld voor de duur van 3 jaar. Dat geldt dus nog voor 2016 en Daarvoor wordt een deel van het Jeugdbudget voor de gemeenten door het Rijk ingehouden en wordt zeer specialistische zorg ingekocht. Veegwet VWS Het ministerie van VWS heeft de concept-veegwet VWS ingediend bij de Tweede Kamer 1. Dit wetsvoorstel bevat wijzigingen van diverse wetten op het terrein van VWS; de Wlz, Wmo, Jeugdwet en Zvw. Een belangrijk punt in deze Veegwet is dat er een bepaling in de Jeugdwet bij komt die het mogelijk maakt dat jeugdhulpverleners gegevens mogen verstrekken aan de gemeente voor de financiële afwikkeling en controle op de jeugdzorg en Jeugd-GGZ. Bij het schrijven van deze informatienota ligt de veegwet VWS voor in de Tweede Kamer, het tijdstip van in werking treden van de wet moet nog bepaald worden. 2.1 Bovenregionale ontwikkelingen Utrechtse gemeenten Essentiële functies / Cluster 1 In het beleidsplan Jeugd onder paragraaf 2.3 staat aangegeven dat er op een aantal zorgvormen bovenregionaal wordt samengewerkt. Hierbij gaat het om de zogeheten essentiële functies (cluster 1). De essentiële functies betreffen een groot deel van de 24-uurs verblijfszorg voor de meest kwetsbare groep jeugdigen, al dan niet in de context van een gedwongen kader. Het gaat om de functies Jeugdzorg Plus (vrijwillig en gedwongen jeugdhulp), Driemilieus voorzieningen (voorheen ZZP 4 en 5 op OBC/MFC en open residentieel) en intensief klinische trajecten met mogelijkheid van 1 3

4 BOPZ (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen). Het aantal cliënten is relatief laag, kan per jaar per regio sterk fluctueren en de kosten per case zijn hoog. Om de basisbeschikbaarheid van deze zorgvormen te kunnen garanderen en de voorzieningen in stand te houden, werken 5 Utrechtse Jeugdhulpregio s (Food Valley participeert niet) ook in 2016 samen op deze zorgvormen. Deze samenwerking houdt in dat de inkoop van de essentiële functies door regio s op elkaar afgestemd wordt en dat regio s gebruik kunnen maken van elkaars bedden. Crisis De 6 Utrechtse jeugdzorgregio s werken samen met aanbieders rond crisiszorg om de gewenste transformatie van het zorglandschap te realiseren. Als regio s maken we gebruik van dezelfde crisiszorg, met elkaar zijn we verantwoordelijk voor een verantwoorde ombouw en afbouw. Crisiszorg rond jeugd is sectoraal georganiseerd; crisiszorg binnen de Jeugd GGZ, de voormalige provinciale jeugdzorg en de voormalige AWBZ / kinderen met een beperking. De regio s en aanbieders van crisisdienst en crisiszorg zijn met elkaar in gesprek over hoe de crisisdienst en crisiszorg zijn georganiseerd en hoe het ideale toekomstbeeld is. De aanbieders van crisisdienst en crisiszorg delen met de Utrechtse Jeugdzorgregio s de ambitie om te komen tot een integrale crisisaanpak. Een integrale crisisaanpak helpt om de kwaliteit en logistieke uitdagingen te verenigen in de nieuwe werkelijkheid. Samen Veilig Midden Nederland: SAVE en Veilig Thuis (2.6 in beleidsplan Veiligheidsketen) De samenwerking met SAVE zoals beschreven in het beleidsplan onder 2.7, wordt in 2016 voortgezet. Alle 6 de Utrechtse jeugdzorgregio s sluiten een contract met Samen Veilig Midden Nederland, de organisatie die SAVE en VT uitvoert. Daarnaast sluiten de regio s ook in 2016 met Samen Veilig Midden Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming een samenwerkingsovereenkomst af. De reden dat deze overeenkomst gesloten wordt, is dat we bij wet verplicht zijn om de samenwerkingsafspraken van Gecertificeerde Instellingen (SVMN en onderaannemers) met gemeenten en met de Raad voor de Kinderbescherming, vast te leggen. Daarnaast beschrijft de samenwerkingsovereenkomst vooral de rollen en de gezamenlijke en individuele verantwoordelijkheden van verschillende partijen en hoe die samenhangen. 2.3 Regionale ontwikkelingen Lekstroom Backoffice Houten De backoffice Houten fungeert als backoffice voor de regio Lekstroom. Alle gemeenten leveren een bijdrage in de vorm van bemensing en financiering. Het is een projectmatige organisatie met een DVO als onderliggende basis. Het project is opgezet voor de duur van een jaar. Zoals het er op dit moment uitziet, is er geen reden om volgend jaar een andere keuze te maken en zal het waarschijnlijk in 2016 verder doorlopen. De samenwerking tussen backoffice Houten en de backoffice van UW ( waar met name de administratie rondom beschikkingen en PGB s voor Jeugd plaatsvindt) loopt goed, men maakt gebruik van elkaars expertise en er wordt over en weer snel op vragen gereageerd. Monitoring In he voorjaar van 2015 verscheen de nota Monitoring Sociaal Domein, waarin werd toegelicht welke stappen er worden gezet om goede sturingsinformatie op te leveren en om de raad te bevragen naar welke informatie nog wordt gemist. In de zomer kwam de eerste kwartaalrapportage beschikbaar, waarin zeer voorlopige gegevens zijn opgenomen, omdat veel cijfers nog niet juist en/of compleet zijn aangeleverd. Inkoop 2016: Bestuurlijke aanbesteding In juni heeft de raad een informatiebrief met de nota zorginkoop Wmo/Jeugd 2016 ontvangen. 4

5 Daarin werd beschreven dat het College uitgangspunten heeft vastgelegd die leidend zijn bij de inkoop voor Er is voor Jeugdzorg gekozen voor bestuurlijke aanbesteding vanaf 2016, op een vergelijkbare wijze zoals dat voor Wmo al in 2015 is ingevoerd. Er worden met partijen meerderjarige flexibele afspraken gemaakt over tarieven, financieringsvorm en transformatieopgaven. Hierbij heeft de raad de mogelijkheid om kaders te stellen; bij het opstellen van de contracten en tijdens de looptijd van de contracten. De gemeentelijke budgetten voor 2016 zijn de financiële kaders waarbinnen de zorg zal worden ingekocht. Vanaf 2016 is er voor jeugd sprake van een uniforme bekostiging van de specialistische zorg die regionaal wordt ingekocht, waarbij de schotten tussen de Jeugd- en Opvoedhulp, de zorg voor Kinderen met Beperkingen (KmB) en de voormalige Awbz zorg zijn verdwenen. Hierop is SVMN (Samen Veilig Midden Nederland) een uitzondering. Daarmee wordt ook in 2016 de subsidierelatie gehandhaafd. Voor de Wmo is in overleg met de aanbieders besloten om voor het jaar 2016 geen wijzigingen door te voeren ten opzichte van de afspraken die voor het jaar 2015 (ten aanzien van de nieuwe instroom) zijn gemaakt. De inkoopafspraken inclusief de gehanteerde productindeling en de tarieven, blijven voor het jaar 2016 onverkort gehandhaafd. Expertteam In 2.4 van het beleidsplan staat beschreven dat een expertisefunctie zal worden ingericht om over specialistische kennis die in de teams niet aanwezig is te kunnen beschikken. Dit plan is in 2015 niet verder doorgezet. Bij het peilen van de behoeften van de lokale teams in de Lekstroomgemeenten bleek sprake van te weinig gezamenlijke belangen om het idee verder door zetten en hiervoor geld beschikbaar te stellen. In IJsselstein hebben we het opgelost door afspraken te maken met een vrijgevestigde GZpsychologenpraktijk over consultatie en advies, evenals met JGZ artsen. Verder bleek in het netwerk van de teamleden voldoende contacten aanwezig om snel specialistische kennis te kunnen inroepen. In de praktijk zijn er op dit vlak geen problemen opgetreden. We blijven op dit punt alert of er voldoende expertise aanwezig is en zullen daar anders nadere afspraken over maken. 3. Lokale ontwikkelingen Lokale infrastructuur In de periode dat het Sociaal team en het Jeugdteam nu draaien, zijn we met elkaar tot de conclusie gekomen dat we de huidige inrichting van onze lokale infrastructuur willen continueren tot eind We willende teamleden tot dat moment zoveel mogelijk op basis van hun huidige dienstverband in de teams laten participeren. Dat doen we op inhoudelijke gronden, de huidige hybride vorm biedt voldoende mogelijkheden tot aansturing en biedt voor inwoners een plek die niet direct geassocieerd wordt met de gemeente. Het geeft ook duidelijkheid aan de professionals in de teams. De tussenliggende periode biedt ons de tijd om te onderzoeken welke organisatievorm voor de jaren daarna het best bij Jeugd- en Sociaal team past en dit vorm te geven. 3.1 Jeugdzorg Preventieve voorzieningen Zoals in het Beleidsplan Jeugd IJsselstein 2015 is beschreven, hebben de preventieve voorzieningen in IJsselstein in eerdere jaren veel aandacht gekregen en is er al veel opgebouwd door de samenwerkende organisaties binnen het CJG en de ketenpartners. Uiteraard blijft preventie ook in het nieuwe stelsel een prominente plaats behouden. Er is in samenwerking met de lokale partners in de zomer van 2015 een preventienota opgesteld, waarin is 5

6 geïnventariseerd wat er in IJsselstein aan preventieve/collectieve voorzieningen beschikbaar is, hoe de samenwerking en samenhang nog beter kan worden vormgegeven en welke speerpunten worden benoemd voor de komende jaren. De nota is dynamisch en zal inspelen op veranderende of nieuwe behoeften. Een ander collectieve voorziening is het Jongerenwerk. Er bestond al een tijd behoefte aan een kaderstellende nota voor jongerenwerk in IJsselstein. Met medewerking van de ketenpartners is deze nota in de zomer tot stand gekomen en vastgesteld door de raad. In de komende periode wordt samen met de betrokken ketenpartners een uitvoeringsplan opgesteld. Met huisartsen en jeugdartsen is een intentieovereenkomst opgesteld over het vormgeven van samenwerking met het Jeugdteam. Daarin zijn intenties vastgelegd over wederzijdse consultatie, advies en informatie-uitwisseling. In een van de huisartsenpraktijken is een Praktijkondersteuner voor Jeugd-GGZ aangesteld (POH-J-GGZ), die een directe verbinding met het Jeugdteam vormt. Nu al is te zien dat artsen en Jeugdteam elkaar steeds vaker weten te vinden. De intentie van de partijen is om in de komende tijd de samenwerking verder uit te bouwen. Jeugdteam Het jeugdteam draait ruim een jaar. We hebben, samen met onze cliënten, netwerkpartners en zorgaanbieders het gevoel dat we op de goede weg zijn. We zijn er nog lang niet, maar het begin is gemaakt. Na de transitie en alle zaken die hiervoor geregeld moesten worden om de verantwoordelijkheid als gemeente te kunnen nemen, komt er nu langzaamaan ruimte om het team verder uit te bouwen. Dat betekent vooral dat er aandacht is voor verdere inhoudelijke ontwikkeling. Speerpunten hierbij zijn: o Omgaan met problematiek bij complexe echtscheidingen, o sociale netwerkstrategie, waarbij wordt uitgegaan van eigen regie en het eigen netwerk van het gezin, o vernieuwend arrangement: opvang voor kinderen met autisme spectrum stoornissen in combinatie met ouderbegeleiding om zorg breder in te bedden en zo beter voortgang te kunnen boeken, o nieuwe vormgeving van wonen en zorg voor 18- en 18+, doorlopende zorg na het 18 e jaar, waarbij wordt gekeken naar alternatieven voor cliënten die nu in een instelling verblijven en daar zorg krijgen. Capaciteit Een aandachtspunt is voldoende capaciteit. Vanaf het begin is er sprake van een grote en groeiende vraag. Mensen kunnen het Jeugdteam al meteen goed vinden en er zijn soms zoveel vragen dat wachttijden ontstaan. Met de gemeenteraad is afgestemd dat een wachttijd van 6 weken acceptabel is, behalve in gevallen waarin veiligheid een issue is of anderszins spoed is geboden. Bij elk eerste contact wordt goed doorgevraagd op de urgentie, en wordt zo nodig meteen hulp geboden. In de praktijk komen er veel zorgmeldingen (bijvoorbeeld in geval van huiselijk geweld) binnen via Veilig Thuis of het Save team. Deze zorgmeldingen eisen meteen aandacht op. De afspraak is deze meldingen binnen enkele werkdagen op te pakken. In het komend jaar wordt verder geïnvesteerd in de relatie met Save/Veilig thuis om te werken aan het terugbrengen van het aantal zorgmeldingen, door meer de samenwerking te zoeken en zodoende te proberen al contact te leggen met een gezin met een hulpvraag voordat het tot een zorgmelding komt. Er is al een goede relatie met het Save team en er is steeds meer overleg op inzet in gezinnen, ter voorkoming van justitiële maatregelen. Er is een trend zichtbaar waarbij in 2015 het aantal ondertoezichtstellingen lijkt terug te lopen. In 2015 zijn inmiddels twee nieuwe (parttime) teamleden het Jeugdteam komen versterken. Er zal in 2016 op tijdelijke basis nog een extra teamlid worden toegevoegd, waarmee naar verwachting het 6

7 Jeugdteam op sterkte zal zijn. We verwachten geen extra middelen hiervoor te moeten vrijmaken, omdat we uitgaan van de gedachte dat investeren aan de voorkant zichzelf terug zal betalen doordat hiermee duurdere zorg kan worden voorkomen. Het tijdelijk uitbreiden van het Jeugdteam geeft hopelijk wat extra lucht voor het team, zodat ook de inhoudelijke ontwikkelpunten aandacht kunnen krijgen en de beweging naar generalistisch werken voortgezet kan worden. Besloten is om de Jeugdteamleden tot eind 2017 zoveel mogelijk op basis van hun huidige dienstverband in het Jeugdteam te laten particeperen. Dat geeft de mogelijkheid om in de tussenliggende periode te onderzoeken welke organisatievorm het best past bij Jeugd- en Sociaal team en dit vorm te geven. Relatie met onderwijs Tenslotte zal in 2016 de relatie met het (Passend) onderwijs extra aandacht krijgen. Het Jeugdteam heeft op alle scholen een vaste contactpersoon en scholen zijn hier enthousiast over. Er zijn ook afspraken gemaakt over de procedure rondom dyslexie. In 2016 zal de relatie onderwijs en zorg verder uitgewerkt worden, zodat voor leerlingen met hulpvragen goede afspraken worden gemaakt over de verschillende verantwoordelijkheden en raakvlakken (onderwijs-zorgarrangementen). Aandachtspunt privacy Op het gebied van privacy zijn de noodzakelijke afspraken gemaakt voor uitwisseling van gegevens in het Jeugdteam en voor de beide backoffice s. Inmiddels is er het nodige voorwerk verricht en is voor UW samenwerking een quick scan gedaan, waaruit een aantal acties voortkomen. Het wachten is nu op de veegwet waarin nieuwe, aanvullende bepalingen over privacy en uitwisseling van gegevens zijn opgenomen. Nadat de veegwet (naar alle waarschijnlijkheid eind 2015/begin 2016) in werking zal treden kunnen de geplande acties in overeenstemming met de nieuwe wettelijke bepalingen worden uitgevoerd. 3.2 Wmo Ten aanzien van de Wmo is in het voorjaar van 2015 een ontwikkelagenda opgesteld, waarin de belangrijkste ontwikkelpunten voor 2015 en verder werden geschetst. De kernboodschap in de ontwikkelagenda was: stabiliteit in de uitvoering. Met ingang van 1 januari is de gemeente formeel gestart met de uitvoering van de nieuwe taken en de uitvoering heeft tijd en ruimte nodig om de uitvoering hiervan te vervolmaken. Het sociaal team Het sociaal team is op volle sterkte en kan de vraag op het brede terrein van de Wmo goed aan. Er is geen sprake van lange wachttijden bij het oppakken van nieuwe ondersteuningsvragen. Het team biedt basiszorg waar mogelijk en stelt samen met de inwoner een zorgondersteuningsplan op waarin steeds de combinatie van formele zorg, informele ondersteuning en eigen kracht wordt gezocht. De zorg en ondersteuning verloopt over het algemeen naar tevredenheid van de inwoners en naar het zich laat aanzien wordt deze ook over de gehele breedte binnen de budgettaire kaders gerealiseerd. Er wordt veel geïnvesteerd in afstemming met omliggende partijen huisartsen, zorgaanbieders, aanbieders van informele zorg etc. en er worden werkafspraken gemaakt die leiden tot meer efficiency. Met name in de afbakening tussen de Wmo, de Wet langdurige zorg (WLZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) is echter nog steeds veel onduidelijk. Voor een belangrijk deel zijn de grijze gebieden onderwerp van landelijk debat en uitwerking. Op uitvoeringsniveau vergen deze echter nog veel tijd en uitzoekwerk. Het uitgangspunt is in IJsselstein dat de inwoner niet de dupe mag worden van onduidelijkheden in de wet- en regelgeving. Bij twijfel wordt zorg daarom vanuit de 7

8 gemeente geleverd, óók als er vermoedelijk aanspraken op de WLZ of ZVW gemaakt kunnen worden maar dit niet direct duidelijk is. Nadere afstemming en uitwerking op basis van deze individuele casuïstiek is een belangrijke ontwikkeltaak die door de leden van het sociaal team wordt opgepakt. Zowel inhoudelijk, wat betreft de werkwijze van het sociaal team, als qua personele bezetting is de inzet voor 2016 om de huidige situatie te handhaven en is er geen aanleiding voor aanvullingen of wijzigingen. Alleen ten aanzien van huisvesting wordt de mogelijkheid onderzocht om een grotere werkruimte te betrekken. De huidige locatie van waaruit het sociaal team werkt is, met twee vaste werkplekken en één 2-persoons spreekkamer, eigenlijk te klein om met een team van twaalf medewerkers alle Wmo-gerelateerde activiteiten uit te voeren, zelfs met de werkwijze om zoveel mogelijk op locatie en in de eigen omgeving van inwoners te werken. In 2016 is het de bedoeling om een iets ruimere locatie te betrekken. Stand van zaken ontwikkelagenda In de dit voorjaar door de raad vastgestelde ontwikkelagenda Wmo werd een aantal concrete activiteiten benoemd die nog in 2015 tot een afronding of resultaat zouden moeten komen. In concreto betreft het de sociale kaart en de uitvoering van het mantelzorgcompliment. Ad sociale kaart De gemeente heeft een website voor inwoners ontwikkeld, waarin alle informatie over het sociaal team en het jeugdteam laagdrempelig beschikbaar is. Op deze website is informatie te vinden over de werkwijze van de teams, achtergrondinformatie over de beschikbare zorg en ondersteuning en uiteraard informatie over de manier waarop contact kan worden opgenomen of een afspraak kan worden gemaakt met een medewerker van het team. Daarnaast is een uitgebreide digitale sociale kaart ontwikkeld. Met deze sociale kaart kunnen inwoners of betrokkenen op basis van een specifieke hulpvraag informatie verkrijgen over beschikbare voorzieningen en mogelijkheden waarvan zij gebruik kunnen maken. De sociale kaart is tevens een middel voor maatschappelijke partners en gemeente om een integraal en actueel overzicht van alle beschikbare voorzieningen te verkrijgen. De site wordt door alle maatschappelijke partners onder coördinatie van het sociaal team en het jeugdteam actueel gehouden. Op 1 oktober van dit jaar was de site (bereikbaar via sociaalteam.nu of jeugdteam.nu) operationeel. Op basis van de ervaringen van gebruikers worden de website en de sociale kaart verder aangevuld. Ad mantelzorgwaardering In de ontwikkelagenda werd een voorstel gedaan over hoe om te gaan met de mantelzorgwaardering in de gemeente. Conform het voorstel zijn alle Wmo-cliënten in IJsselstein benaderd en zijn de mantelzorgers in IJsselstein geïnventariseerd. Mantelzorgers van IJsselsteinse cliënten die niet onder de Wmo vallen zijn ook in de gelegenheid gesteld om zich aan te melden. In samenwerking met het steunpunt mantelzorg is aldus tot een totaaloverzicht van circa 650 mantelzorgers in IJsselstein gekomen. Dit is bijna een verdubbeling van het aantal dat tot nu toe bij het steunpunt mantelzorg bekend was. Mantelzorgers zijn bij de aanmelding gevraagd naar de aard van de mantelzorg die zij verlenen, de mate waarin zij gebruik maken van de ondersteuningsmogelijkheden die beschikbaar zijn (respijtzorg, informele zorg e.d.) en naar de eventuele behoefte aan aanvullende ondersteuning. Het steunpunt mantelzorg zal de komende maanden benutten om de resultaten van deze uitvraag te analyseren en om met de mantelzorgers die de behoefte daaraan hebben aangegeven afspraken te maken om de mogelijkheid voor verdere ondersteuning te verkennen. Op de dag van de mantelzorg is gestart met de uitreiking van een mantelzorgwaardering in de vorm van een cadeaubon van 100,- gestart. Ruim 250 mantelzorgers waren op de dag van de mantelzorg aanwezig om de waardering al direct in ontvangst te nemen. 8

9 Samen met het steunpunt mantelzorg en het Platform Samenleving IJsselstein zal de werkwijze rondom de mantelzorgwaardering worden geëvalueerd en zal een voorstel worden gedaan voor het volgende jaar. Voor de overige in de ontwikkelagenda genoemde onderwerpen geldt dat de uitvoering op dit moment gaande is. In de kwartaalrapportages sociaal domein zal over de voortgang op deze onderwerpen ook in 2016 elk kwartaal worden gerapporteerd. 9