Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Toekomstige structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 40 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 januari 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft op 29 november 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over: het evaluatierapport betreffende de experimentregeling Persoonsgebonden reïntegratiebudgetten (PRB) (SOZA ). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Van Lente (VVD), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Bolhuis (PvdA). Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Dankers (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD), Van Splunter (VVD), Van der Hoek (PvdA), Hamer (PvdA). Mevrouw Smits (PvdA) wijst erop dat invoering van het persoonsgebonden budget in de zorg goede dingen heeft laten zien. Het kan bij uitstek de autonomie van de cliënt vergroten en kan tevens de onafhankelijkheid vergroten ten opzichte van de uitvoeringsinstellingen. Het persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) is een experimentele regeling, beperkt tot enkele regio s en een klein aantal mensen. De regeling is nog onbekend, zo blijkt uit de evaluatie, zowel bij de cliënten als de uitvoerders. Meer in het algemeen kan gesteld worden dat het instrument een ruimere opzet verdient. De staatssecretaris stelt dan ook een aangepaste regeling voor, gebruik makend van de voorlopige gegevens uit de evaluatie. De evaluatie maakt duidelijk dat de helft van de 26 mensen die het PRB-traject hebben afgerond ook werk hebben gevonden, een goed resultaat afgezet tegen de succespercentages van de formele reïntegratie- en uitvoeringsinstellingen. Het percentage van 50 is een positieve indicatie. Daarnaast is goed dat een nieuwe doelgroep is aangeboord die de gewone uitvoerders, ook volgens eigen zeggen, niet kunnen bereiken: hoogopgeleide vrouwen en volledig arbeidsongeschikten. Uit de evaluatie blijkt dat driekwart van de gebruikers van een PRB het als een goed bruikbaar instrument zien. Autonomie en zelfvertrouwen van de cliënt worden hierdoor sterk vergroot. Mevrouw Smits constateert dat de nieuwe regeling zowel een uitbreiding als een inperking inhoudt. De regelluwte, die bijdraagt aan het succes van de regeling, wordt dan ook minder. Ook is onduidelijk hoe de voorgestelde inperkingen in de praktijk vorm zullen krijgen. Er wordt de facto afscheid genomen van de marginale toetsing van een trajectplan, die KST58661 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2002 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 1

2 soms slechts twee weken duurt. Men mag voortaan immers alleen instrumenten inzetten die leiden tot het vergroten van de mogelijkheid tot het verrichten of verkrijgen van arbeid. De uitvoerders zullen dan ook sterker dan nu het geval is aan de hand van dit vage criterium moeten beoordelen of het voorgestelde plan van een cliënt doelmatig is. Dit gaat ten koste van de vrijheid en daarmee waarschijnlijk van het succespercentage. Er wordt bovendien in het algemeen geen misbruik van de regeling gemaakt. Het afscheid van de marginale toetsing kan tot problemen in de praktijk leiden. Zo hebben uitvoerders nog steeds moeite met het snel afhandelen van aanvragen. Een inhoudelijke beoordeling zal geen twee weken vergen, maar zal eerder maanden beslaan. Een trage behandeling is echter een belemmering op zich voor reïntegratie. Volgens de nieuwe regeling moet een trajectplan doelmatig en resultaatgericht zijn. Hoe wordt dat in de praktijk beoordeeld? Dit geldt toch ook niet voor aanbesteding van reïntegratietrajecten? Mevrouw Smits haalt aan dat de staatssecretaris stelt dat de uitvoerders behoefte hebben aan duidelijke regels. Uitvoerders houden inderdaad niet van vrijheid en autonomie. Bij introductie van een instrument bestaat dan ook de neiging, een en ander zoveel mogelijk in te perken. Dat moet echter niet worden toegestaan als een grotere vrijheid voor cliënten leidt tot succes. Bij de praktijk van de PRB speelt een probleem van rechtsgelijkheid. Het persoonsgebonden reïntegratiebudget heeft een aantal mensen de mogelijkheid gegeven om een eigen bedrijf te starten. Het gaat om het bekostigen van materialen, waar dat normaal gesproken via leningen zou moeten plaatsvinden. Sommige uitvoerders hebben hier echter grote problemen mee. Is hier sprake van onrechtvaardigheid? Moet die niet voorlopig toegestaan worden, aangezien hiermee de doelgroep van volledig arbeidsongeschikten wordt bereikt? Mevrouw Smits is een voorstander van een flexibele, ruime regeling die de autonomie en het zelfvertrouwen van de cliënt versterkt. Het ware dan ook beter de huidige regeling voort te zetten. De mogelijkheid om een oriëntatiebudget in te stellen in de regio Midden-Nederland valt overigens in goede aarde. De heer Harrewijn (GroenLinks) is van mening dat het PRB-experiment veel trager op gang is gekomen dan verwacht. Het is dan ook veel minder succesvol dan gehoopt, op de regio Midden-Nederland na. Het persoonsgebonden reïntegratiebudget bereikt echter ook vrouwen en volledig arbeidsongeschikten, zodat het zonder meer een additioneel instrument genoemd kan worden. Daarbij moet echter opgemerkt worden dat laagopgeleide mannen, waarvan er veel WAO-gerechtigd zijn, niet bereikt worden met normale noch additionele trajecten. Het toevoegen van een oriëntatiebudget is overigens een goed besluit, zodat mensen ook vooraf, bij het verkennen van scholing en bemiddeling, over betere begeleiding kunnen beschikken. Dit kan het instrument dan ook beter toegankelijk maken voor andere groepen arbeidsongeschikten. De voorgestelde bijstellingen maken duidelijk dat er ook gedurende het proces behoefte is aan meer contact en begeleiding. Er is sowieso meer zicht nodig op de mensen die in het PRB-experiment zitten. Waar is, bijvoorbeeld, de niet-succesvolle helft van de mensen die het traject hebben doorlopen gebleven? Een casemanager of een contactpersoon, van het Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen (UWV) of onafhankelijk, kan ook op dit vlak voor meer feedback zorgen. De heer Harrewijn stelt vast dat de voorgestelde vormgeving van de feedback als inperking gezien kan worden. Het gaat om verbureaucratisering van een open regeling, zoals middels driemaandelijkse rapportages en de toetsing daarvan. Een signalerend gesprek na een wat langere periode lijkt meer voor de hand te liggen, net als de eis voor een trajectplan Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 2

3 vooraf. Het opstellen van dat plan wordt overigens goed mogelijk gemaakt met het oriëntatiebudget. Mede gezien de ervaring van het UWV met de PRB is het daarnaast beter als men zich voorlopig, gedurende het experiment met het oriëntatiebudget, tot een marginale toetsing beperkt. Hoe mag dit budget besteed worden? Wordt mensen iets aangeboden vanuit het UWV? Vormt de uitbetalingssystematiek bij het budget in het algemeen geen rem op de voortgang van het proces? Men hoeft toch geen fondsen voor te schieten? In de voorstellen van de staatssecretaris is sprake van een algemeen, maximaal bedrag, dat bij ministeriële regeling wordt ingevuld. Hoe hoog wordt het bedrag? De verdere invoering van de PRB s wordt afhankelijk gemaakt van de uitvoeringstoets. Die toets begint per 1 januari 2002, bij arbeidsongeschikte werknemers die in het eigen bedrijf of elders niet herplaatst kunnen worden. Is het nog steeds het streven om de overige mensen per 1 januari 2003 aan die toets te onderwerpen? Als de uitvoering alsdan niet mogelijk is, haalt dit immers de vaart uit het proces. De heer Van Dijke (ChristenUnie) vindt dat het enthousiasme over het persoonsgebonden budget als instrument de weerbarstigheid van de materie niet uit het oog mag doen verliezen. Enige voorzichtigheid is dan ook geboden. Meer in het algemeen is het goed dat het experiment meer aan kaders wordt gebonden, mede met het oog op het toezicht. De relatief kleine omvang van het experiment maakt overigens dat voorzichtig omgesprongen moet worden met de conclusies. De eerste indruk is echter niet negatief. Er wordt overigens weinig gebruik gemaakt van het experiment. Is dit een gevolg van onbekendheid of onmogelijkheid? Is daarnaast de afhankelijkheid van medewerking van uitkeringsinstanties een beperking voor succesvolle toetreding tot de arbeidsmarkt voor volledig arbeidsongeschikten? Juist zij blijken immers gebaat bij een PRB. Dit punt verdient nadere uitwerking. De mensen zijn positief over het persoonsgebonden reïntegratiebudget, zelfs als een aanvraag wordt afgewezen. Het lijkt dan ook van groot belang dat mensen serieus genomen worden. Ook dit pleit voor het verder ontwikkelen van het PRB. Het mag overigens niet zo zijn dat dit instrument gezien wordt als sluitstuk. De voorwaarden voor verkrijgen van een persoonlijk budget worden daarmee te zeer ingeperkt. De heer Van Dijke wijst op de onmogelijkheid van onafhankelijke ondersteuning bij het opstellen van een plan. Een persoonlijke arbeidsadviseur moet onafhankelijk van het uitvoeringsorgaan aangesteld kunnen worden. Uit het experiment in Midden-Nederland blijkt dat veel mensen afhaken omdat een trajectplan moet worden ingediend. Velen zien daar tegen op of voelen zich er niet toe in staat. Vaststelling van een arbeidshandicap zou een automatisch recht moeten betekenen op het inroepen van een dergelijke begeleider. Wat is de reactie van de staatssecretaris op dit punt? Uitvoeringsinstanties en casemanagers zijn in deze optiek niet onafhankelijk, omdat advisering en uitvoering respectievelijk ondersteuning en beoordeling door eenzelfde persoon of instantie plaatsvindt. Dit maakt dat cliënten terughoudend zijn, met het oog op een eventuele verlaging van de uitkering. In dit licht is een oriëntatiebudget zonder meer zinvol. Hoe wordt dit ingevoerd en wat kan een cliënt ermee doen? Moet hierbij geen onderscheid gemaakt worden tussen informatievoorziening en ondersteuning? Informatievoorziening blijft immers een taak van het UWV, waarbij overigens nog een wereld te winnen valt. De heer Van Dijke heeft de indruk dat de staatssecretaris het middel te duur vindt, gezien de voorgestelde aanpassingen. Waar is dat oordeel op gebaseerd? De verlaging van het standaardbudget zal het budget op maat ongetwijfeld aantrekkelijker maken. Dat leidt tot het gevaar dat mensen een traject moeten afbreken omdat de toegestane kosten worden overschreden. Brengt dit ook niet de nodige bureaucratie met zich? Waarom wordt het traject gelimiteerd tot de, willekeurige, termijn van een jaar? De Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 3

4 regelingen en procedures van het PRB moeten in overeenstemming worden gebracht met het persoonsgebonden budget in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Betekent de modernisering op dat punt een andere wijze van implementeren van het instrument? Aanwending van het budget voor het beginnen van een eigen bedrijf lijkt terecht niet meer mogelijk te worden gemaakt. De praktijk heeft echter laten zien dat dit tot het nodige succes heeft geleid. Zijn er duidelijke signalen over misbruik op dit vlak? Mevrouw Van Vliet (D66) ziet een analogie met invoering van het persoonsgebonden budget in de zorg. De zaken gaan veel later van start dan mogelijk. Er blijkt een andere groep aangeboord te worden. De diverse instellingen laten angst zien om te experimenteren. Er wordt weinig budget geboden en er doen weinig mensen aan mee. Met name door de inspanningen van CDA, VVD en D66 is het persoonsgebonden budget in de zorg per 2003 echter een onderdeel van de volksverzekering. Het is jammer dat de staatssecretaris reeds na korte tijd de regelluwte vermindert door aanscherping en inkadering van de regeling. Er moet immers ruimte blijven voor experimenten, zeker gezien het succespercentage van 50. Ook moet uitkeringsinstanties de tijd gegeven worden om te wennen en moeten cliënten beter op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden. Het experiment moet nog minstens een jaar doorgezet worden in een bredere vorm, inclusief een oriëntatiebudget, om vervolgens conclusies te trekken. De vraagsturing en het verkrijgen van een traject op maat moet meer ruimte worden geboden. Over enige tijd is ook duidelijk of de mensen die aan het werk zijn gekomen, ook aan het werk zijn gebleven. De aanleiding voor een en ander is de discussie over het aanwenden van de regeling voor een startkapitaal voor een eigen bedrijf. Dit zou de ongelijkheid bevorderen, mede met het oog op het starterskrediet in de Wet REA (Wet (re)integratie arbeidsgehandicapten). Waarom deze weerstand als het mensen aan werk helpt? Functioneert het starterskrediet in de Wet REA wellicht niet goed? Eenzelfde starheid wordt aan de dag gelegd bij het inzetten van het budget voor materialen als computers of zaken voor een bedrijfsinrichting. Wat nu als mensen dergelijke zaken nodig hebben om aan de slag te komen? Mevrouw Van Vliet vindt de hogere eisen aan een aanvraag voor een PRB, een trajectplan, prima. Dan moet echter een onafhankelijke begeleiding van de cliënt in dit traject verzekerd zijn. Indiening en afhandeling van de aanvraag blijkt immers moeilijk en langdurig. Een patiënt in de zorg met een persoonsgebonden budget laat men toch ook niet zichzelf indiceren? Hiervoor kan goed een oriëntatiebudget ingezet worden, als nieuw onderdeel van een voort te zetten experiment. Het onderscheid tussen een standaardbudget en een budget op maat dient te vervallen. Er moet een traject op maat komen, passend bij een cliënt. Beperkingen aan de hoogte van het budget zullen vervolgens grenzen stellen aan de benodigde steun. Er is sprake van een maximum van 8000 gulden inclusief enkele toeslagen. Is dit een realistisch en duidelijk plafond met het oog op de samenstelling van een serieus traject? Mevrouw Van Vliet vindt dat, na goedkeuring van het plan, het volgen en begeleiden van een cliënt niet gericht moet zijn op de besteding van het geld. Men moet wel verantwoording afleggen en men moet aan prestatieeisen voldoen. Dat kan ook halfjaarlijks of achteraf gebeuren, wat neerkomt op een niet-beperkende controle. Bij gebleken misbruik zijn er vervolgens genoeg mogelijkheden om de uitgekeerde bedragen terug te vorderen. Het PRB mag overigens niet beschouwd worden als een sluitstuk. De heer Van der Knaap (CDA) vindt het persoonsgebonden reïntegratiebudget een sympathiek instrument, dat echter niet tegen elke prijs ingezet Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 4

5 moet worden. De evaluatie laat immers zien dat de conclusie gerechtvaardigd is dat het experiment is mislukt. Op een totaal van 450 mogelijke aanvragen, zijn er uiteindelijk slechts 13 mensen aan het werk gekomen. Waarom hebben zo weinig mensen aan het experiment deelgenomen? Vormt de SUWI-problematiek (Structuur uitvoering werk en inkomen) of de ontvlechting van Arbeidsvoorziening hierbij een punt? De hoge deelname van hogeropgeleiden geeft aan dat voorkomen moet worden dat hier sprake is van een elitaire regeling. Hoe kan voorkomen worden dat de groep van lager geschoolden die meer behoefte heeft aan scholing en een PRB wordt uitgesloten? Aan de hand van de evaluatie stelt de staatssecretaris voor, de regelgeving aan te scherpen en te komen tot een landelijke regeling, daarbij uitgaande van een budget op maat met een maximale bestedingsduur van een jaar. Uit de evaluatie blijkt echter dat 85% van de cliënten het PRB-traject nog niet heeft afgerond, omdat men voor een langdurig toeleidingstraject heeft gekozen. Hoe verhoudt het een zich tot het ander? De evaluatie maakt ook duidelijk dat het PRB nog weinig bekend is. Wordt het informatiepunt met de naam Per saldo ingeschakeld om dit instrument beter onder de aandacht te brengen van de doelgroep? Invoering van een oriëntatiebudget valt overigens in goede aarde. Wat zijn meer in het algemeen de kosten van een en ander voor de uitvoeringsinstanties? De heer Wilders (VVD) acht het te vroeg om te concluderen dat het experiment een succes of een fiasco is. Dat laat onverlet dat het vergroten van de autonomie door middel van een persoonsgebonden reïntegratiebudget van groot belang is. Het experiment moet dan ook worden voortgezet. Wat is echter de reden van de weinige aanvragen in dit verband? Uiteindelijk blijken slechts 13 mensen het traject succesvol afgerond te hebben. Het experiment lijkt daarnaast vooral een meerwaarde te hebben voor een a-typische doelgroep, namelijk hogeropgeleiden en volledig arbeidsongeschikten. De groep hogeropgeleiden besteedt het budget bovendien vooral aan scholing. In de evaluatie ontbreekt informatie over de diagnosegroepen onder de aanvragers. Het gaat in 31% om motorische klachten en in 19% om psychische klachten. Meer cijfers zijn niet beschikbaar. Kennis van de diagnosecategorieën en arbeidsongeschiktheid is echter nodig om te achterhalen welke groepen mensen succesvol zijn en welke niet. Kan de staatssecretaris in deze informatie voorzien? Zal in het vervolg van het experiment een en ander worden geregistreerd? De heer Wilders haalt aan dat de staatssecretaris eerder heeft gezegd dat de cliënten om meer begeleiding vragen, maar dat dit niet goed past in het idee van een op onafhankelijkheid gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget. Het gaat om een reëel dilemma en om de spanning tussen begeleiding en autonomie. De inzet van de staatssecretaris op rechtmatigheid verdient alle steun. Er bestaat immers geen zicht op de bestedingen. Hoe kan volgens de staatssecretaris de rechtmatigheid op de meest minimale wijze worden gediend? Hier moet immers een afweging worden gemaakt tussen het belang van rechtmatigheid enerzijds en het gevaar van regeldrift anderzijds. In de evaluatie valt overigens te lezen dat cliënten van hun contactpersoon bij de UVI een computer moesten inkopen bij vrienden van deze persoon. Betekent dit dat ook de uitvoerders op rechtmatigheid moeten worden getoetst? Antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris bespeurt bij de Kamer een positieve houding ten aanzien van het instrument van het beleidsgebonden budget. Het lijkt dan ook te gaan om een blijvertje. Het succes van reïntegratie is immers voor 80% tot 90% afhankelijk van de inzet van het individu, die moet kunnen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 5

6 sturen in het proces. Het persoonsgebonden instrument lijkt hiervoor bij uitstek geschikt. Het verschil tussen het PRB en andere vormen van UWV-dienstverlening zal uiteindelijk slechts gradueel zijn. Bij de standaardreïntegratietrajecten is er eveneens een streven naar meer inspraak en keuzemogelijkheden voor de cliënten. Het PRB is daarbij waarschijnlijk voor de hogeropgeleiden een meer aantrekkelijk instrument, waar voor anderen het accent zal liggen op begeleiding vanuit de UWV. Omdat het bij een persoonsgebonden budget ook om de besteding van publiek geld gaat, moet ook hier de rechtmatigheid gewaarborgd worden. Het PRB is dan ook geen sluitstuk, maar een volwaardige, onmiddellijk inzetbare mogelijkheid. De staatssecretaris acht het moeilijk om conclusies te verbinden aan de eerste, onbetrouwbare resultaten van het experiment. Zo is onduidelijk hoeveel procent van de mensen duurzaam is geplaatst. Normaal gesproken moet dat percentage rond de 30 à 35 liggen. Een en ander moet over een langere periode worden bekeken, zodat ook de resultaten van de niet direct succesvolle trajecten in beeld komen. Op dit vlak moet een veel betere monitoring opgezet worden. Het is dan ook van belang om het experiment voort te zetten. In het komende jaar kunnen op dit vlak wellicht ook de diagnosegroepen bijgehouden worden. De oververtegenwoordiging van jonge, hoogopgeleide vrouwen doet echter vermoeden dat de categorie psychische klachten zeer groot is. De staatssecretaris verklaart de lage animo voor deelname aan het experiment met een verwijzing naar twee oorzaken. Bij de uitvoerende organisaties bestaat er enige onwennigheid met minder conservatieve regelingen. Daaruit volgt ook dat de voorlichting aan de cliënten niet optimaal is geweest. De voorlichting begint overigens beter op gang te komen, met goed resultaat. Het instrument van een persoonsgebonden budget kan alleen succesvol zijn als zowel doelmatigheid en rechtmatigheid gewaarborgd zijn. Het is dan ook urgent om nadere regels te stellen voor een haast regelloze situatie. Zowel cliënten als uitvoeringsorganisaties hebben in de evaluatie aangegeven meer vastigheid te willen. Het nieuwe voorstel kent de nodige afwijkingsmogelijkheden en is dus flexibel, maar stelt duidelijkere grenzen. De rechtmatigheid wordt bevorderd door de cliënt als vereiste een duidelijk plan van aanpak te laten formuleren. Tevens komt er een reguliere monitoring middels een driemaandelijkse rapportage door de cliënt aan de uitvoeringsinstelling. Dat kan wat bureaucratisch uitpakken als er zware en formele eisen aan worden gesteld. Men moet echter denken aan een brief van de cliënt aan de UVI (uitvoeringsinstelling) over de stand van zaken of aan een gespreksverslag bij direct cliëntcontact. Bovendien vindt er een controle achteraf plaats op de ingediende declaraties. De staatssecretaris kan zich niet vinden in het gebruik van het PRB voor zelfstandig ondernemerschap. Het PRB mag benut worden door een cliënt om zich op het ondernemerschap voor te bereiden middels cursussen en dergelijke. Het doen van bedrijfsinvesteringen op deze titel is echter buitengewoon gevaarlijk. Bij het kopen van een computer of andere activa is het immers na een eventueel faillissement onduidelijk aan wie deze toebehoren. Ook is het moeilijk een onderscheid tussen bedrijfs- en privégebruik te maken. In de bijstand en in het starterskrediet, waarmee overigens maximaal gulden is gemoeid, wordt ervan uitgegaan dat dergelijke investeringen plaatsvinden via leningen, waarbij de uitvoeringsinstelling of de sociale dienst zich garant stelt voor terugbetaling. De evaluatie van het starterskrediet verschijnt in het eerste kwartaal van Bij eventuele knelpunten in de werking daarvan, moet de mogelijkheid van een gecombineerd of gezamenlijk gebruik met het persoonsgebonden budget worden overwogen. Tevens zal bij deze evaluatie een vergelijking worden gemaakt met de elementen van voorfinanciering in de BBZ (bijstandsbesluit zelfstandigen) met het oog op een meer flexibel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 6

7 starterskrediet. Daarbij moet getracht worden, een goede link te leggen met het persoonsgebonden budget. Ook het idee van bruikleen zal daarbij betrokken worden. Uitgangspunt moet zijn een flexibele en rechtmatige inzet in de uitvoering. Daarnaast zijn er buiten het starterskrediet instrumenten in de REA voor (arbeids-)gehandicapten die voor hun functioneren moeten beschikken over, bijvoorbeeld, een computer. Meer in het algemeen moet duidelijk zijn dat bij het ondernemerschap een zeker bedrijfsrisico wordt gelopen. Dat wordt voor uitkeringsgerechtigden vervolgens geminimaliseerd. De staatssecretaris onderkent de behoefte aan onafhankelijke begeleiding. De uitgangspositie moet zijn dat de UVI, een publieke organisatie, een onafhankelijke begeleider is voor de cliënt. Er worden dan ook extra fondsen aangewend voor versterking van het casemanagement. Men moet echter oppassen met het «privatiseren» daarvan door een, vrij besteedbaar, oriëntatiebudget in te schakelen. De UVI mag immers geen alibi worden verschaft om de begeleiding op een zacht pitje te zetten. Het oriëntatiebudget is opgenomen in het experiment en kan wellicht onder bepaalde omstandigheden uitkomst bieden. Zo kan het besteed worden in het traject vóór de UVI voor een eerste oriëntatie. Uitbreiding van het gebruik hiervan in het experiment is goed met het oog op het opdoen van de nodige ervaring. Een oriëntatiefase kan ook voorkomen dat mensen geld besteden aan voor hen zinloze trajecten, wat overigens in meer algemene zin ter (marginale) toetsing van de UVI is. De conceptregeling, die op 30 november ter voorhang bij de Kamer wordt ingediend, geeft maxima aan voor de hoogte en de duur van de budgetten. Met een motivering kan daarvan echter nadrukkelijk afgeweken worden. Het maximumbedrag is gebaseerd op het gemiddelde van de huidige trajectkosten, namelijk 8000 gulden. De maximumduur van een traject is een jaar. Veel mensen blijven dan ook te lang vruchteloos in een traject hangen, zonder tot een goede afronding te komen. De duur kan overigens vooraf en achteraf verlengd worden. De staatssecretaris maakt duidelijk dat cliënten geen bedragen hoeven voor te schieten. Op grond van een declaratie krijgt men onmiddellijk een voorschot op het gedeclareerde deel. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Smits (PvdA) vindt dat de evaluatie laat zien dat het persoonsgebonden reïntegratiebudget een waardevol instrument is. Het geeft de cliënt immers meer zeggenschap. Het kan bovendien fungeren als een blijvend breekijzer op het gebied van de bureaucratie. Het flexibele gebruik ervan moet dan ook uitgebreid worden. Daarnaast valt het oriëntatiebudget in goede aarde. De heer Harrewijn (GroenLinks) is geporteerd van het persoonsgebonden reïntegratiebudget, dat waarschijnlijk nog veel meer mogelijkheden in zich bergt als het bij zowel UVI s als cliënten meer bekendheid geniet. Dat veel hoogopgeleiden, volledig arbeidsongeschikten en vrouwen er gebruik van maken, lijkt dan ook vooral te worden veroorzaakt door de selectie van de UVI. Meer in het algemeen is van belang dat het «werken op maat» bredere ingang vindt bij UVI, UWV en de reïntegratiebedrijven. Het voorgestelde maximumbedrag van 8000 gulden is zorgelijk, zeker omdat dit lage bedrag niet voortkomt uit het experiment. Dit bedrag moet niet als de norm gaan gelden. Ook op andere vlakken moet de zaak niet dichtgetimmerd worden. Blijft 1 januari 2003 de streefdatum voor algemene invoering van de regeling? De heer Van Dijke (ChristenUnie) wijst erop dat de UWV s een informatieplicht houden over de verschillende mogelijkheden. Een Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 7

8 oriëntatiebudget kan voor het traject ingezet worden, bijvoorbeeld middels de diensten van een arbeidsadviseur. Heeft een onafhankelijke arbeidsadviseur, die wellicht sneller het vertrouwen van een cliënt wint, echter ook geen rol tijdens de duur van een PRB-traject? Mevrouw Van Vliet (D66) vindt het positief dat de regeling zal worden voortgezet. Wellicht dat ook blijkt dat het verschil tussen een persoonsgebonden reïntegratiebudget en andere trajecten minimaal is. Bij de invulling van het begrip rechtmatigheid moet ervoor gewaakt worden dat het niet te bureaucratisch wordt. Het beperken van besteding van het PRB op het vlak van het starten van een onderneming is niet goed. De mensen moeten dan immers op zoek naar een andere regeling. Wanneer krijgt de Kamer inzicht in de door de staatssecretaris in het vooruitzicht gestelde eventuele combinaties, als resultaat van de evaluatie van het starterskrediet? De heer Van der Knaap (CDA) vraagt zich af of de regeling een blijvertje is, gezien de resultaten tot nu toe. Hopelijk treedt op dit vlak een aanmerkelijke verbetering op. Het instrument komt vooralsnog vooral ten goede van hooggeschoolden. Dit laat echter de verantwoordelijkheid van de UVI voor de andere groepen onverlet. Wat kost een en ander overigens de uitvoeringsorganisaties? De heer Wilders (VVD) is tevreden over de toezegging dat de diagnosegroepen in het vervolg van het experiment worden geregistreerd. Het gaat nu vooral om jonge vrouwen, volledig arbeidsongeschikten en hoogopgeleiden. Dat duidt volgens de staatssecretaris op vooral klachten van psychische aard. Uit de evaluatie blijkt echter dat het gros motorische klachten heeft. Mede in het licht van de VBTB-operatie (Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording) is het van belang om de kwantiteit niet uit te oog te verliezen. Wanneer beschouwt de staatssecretaris het experiment als gelukt of mislukt? Wat moet binnen een jaar worden bereikt? De staatssecretaris vindt dat van een succesvol experiment sprake is als over een jaar blijkt dat het rendement van de PRB hoger is dan die van de reguliere trajecten, namelijk 30% tot 35%. Het aspect van de kosten van het instrument voor de UVI s zal nader worden bekeken. De evaluatie van het starterskrediet is gereed. Daarop zijn echter een aantal aanvullende vragen geformuleerd. De Kamer kan dit rapport op redelijk korte termijn tegemoetzien. Het idee van een arbeidsadviseur kent parallellen met de beoogde werking van de oriëntatiebudgetten. Het moet gaan om mensen die, los van de UVI, cliënten adviseren over een te volgen reïntegratietraject. Via het experiment wordt onderzocht in hoeverre deze budgetten aanvullende waarde hebben. Het streven is nog steeds om algemene invoering op 1 januari 2003 van start te laten gaan. De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Terpstra De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Nava Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 40 8

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 23 972 Bestrijding langdurige werkloosheid Nr. 57 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 april 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 131 Reïntegratie arbeidsongeschikten Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 februari 2002 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 221 Wijziging van de Abw, de IOAW en de IOAZ in verband met het verruimen van de mogelijkheid tot tijdelijke ontheffing van de sollicitatieverplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 269 Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 193 Wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 650 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 februari 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 Nr. 16 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 833 Beroepspensioenregelingen Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2001 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 035 Wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 694 Pensioenregelingen Nr. 8 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 296 Oprichting NV KLIQ Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 16 oktober 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Nr. 115 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 28 maart 2001 De vaste commissie voor Sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Landelijke Cliënten Raad

Landelijke Cliënten Raad Aan Raad voor Werk en Inkomen t.a.v. de Voorzitter de heer J.P.C.M. van Zijl Postbus 16101 2500 BC Den Haag Landelijke Cliënten Raad Den Haag, 18 november 2002 Betreft: Reactie op uw advies aan de minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 282 Evaluatie Pemba/WAZ/Wajong/REA Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 10 maart 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 161 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 januari 2002 De vaste commissie voor Sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam.

Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ab Harrewijnrede 2003 Minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 mei 2003 te Amsterdam. Ik ben bijzonder vereerd dat ik de eerste Ab Harrewijnrede mag uitspreken. Op een podium dat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Nr. 131 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 januari 2003 De vaste commissie voor Sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 895 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, houdende een verbeterde formulering van de hardheidsclausule inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Nr. 222 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Het antwoord op uw personele vraagstuk

Het antwoord op uw personele vraagstuk BD Recruitment BV Het antwoord op uw personele vraagstuk Wie bepaalt bij welk re-integratiebedrijf ik terecht kan? De gemeente of UWV WERKbedrijf maakt bij uw re-integratietraject vaak gebruik van een

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van...; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van...; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Besluit van tot wijziging van het Besluit SUWI houdende regels omtrent de individuele reïntegratieovereenkomst Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 9 februari 2004,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 136 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 629 Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte) Nr.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag SV/R&S/03/37277

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag SV/R&S/03/37277 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 411 Emancipatiebeleid 2001 Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 november 2000 De vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 317 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand in verband met het verstrekken van een uitkering aan mantelzorgers

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Eindevaluatie IRO (Individuele Re-integratie Overeenkomst)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Eindevaluatie IRO (Individuele Re-integratie Overeenkomst) De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 155 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 163 Voorstel van de leden Harrewijn en Rosenmöller tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met het verschaffen van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 132 1 Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV),

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Kamervraag van het lid De Wit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. Kamervraag van het lid De Wit Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 722 Verbetering van een aantal wetten (Veegwet SZW 1999) Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 28 oktober 1999 1. Algemeen Met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 100 (R 1654) Goedkeuring van het op 17 juni 1999 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende het verbod en de onmiddellijke actie voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 448 Toekomstige structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 411 Emancipatiebeleid 2001 Nr. 14 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA),

Nadere informatie

Rechten en plichten van cliënten bij het persoonsgebonden reïntegratiebudget

Rechten en plichten van cliënten bij het persoonsgebonden reïntegratiebudget Rechten en plichten van cliënten bij het persoonsgebonden reïntegratiebudget Aanleiding Met deze notitie wordt voldaan aan de motie van het lid Noorman - den Uyl (Kamerstukken II, vergaderjaar 2000-2001,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 099 Gelijke beloning Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 11 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving R VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2018 Omgeving 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 092 Knelpunten Arbeidstijdenwet Nr. 8 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 juni 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 015 Wijziging van enkele wetten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet 2012) Nr. 5 VERSLAG De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 205 206 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2849 Vragen van de leden

Nadere informatie

Beleidsregels Protocol Scholing

Beleidsregels Protocol Scholing UWV Beleidsregels Protocol Scholing Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Besluit: Artikel 1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hanteert bij het beoordelen van cliënten voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 914 Interdepartementaal beleidsonderzoek: Toekomst van het arbeidsmarktbeleid Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 januari 2002

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 131 Reïntegratie arbeidsongeschikten 28 719 Reïntegratiebeleid Nr. 5 1 Samenstelling: Leden: Rosenmöller (GroenLinks), Jorritsma- Lebbink (VVD),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 30 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 juni 2005 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

EEN PERSOONSGEBONDEN REINTEGRATIE BUDGET VOOR BIJSTANDSGERECHTIGDEN

EEN PERSOONSGEBONDEN REINTEGRATIE BUDGET VOOR BIJSTANDSGERECHTIGDEN projectplan EEN PERSOONSGEBONDEN REINTEGRATIE BUDGET VOOR BIJSTANDSGERECHTIGDEN Juni 2003 FvL/2/1071/ PSW arbeidsmarktadvies Lombardje 7-11 Postbus 1228 5200 BG s-hertogenbosch telefoon : (073) 612 43

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 642 Europees Sociaal Fonds (ESF) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 6 september 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 498 Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor intermediairs

Nieuwe kansen voor intermediairs 1 Bemiddeling van werkzoekenden met een arbeidsbeperking Nieuwe kansen voor intermediairs De komende jaren is het aan werk helpen van werkzoekenden met een arbeidsbeperking een groot thema. In 2026 moet

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

Betreft: besluit ministerraad betreffende Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Ref.: LCR/030179/ER/JL

Betreft: besluit ministerraad betreffende Persoonsgebonden Reïntegratiebudget Ref.: LCR/030179/ER/JL Aan de fractie voorzitters van de Tweede Kamer en De leden van de vaste Kamercommissie SZW Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag, 13 augustus 2003 Betreft: besluit ministerraad betreffende Persoonsgebonden

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan) gemeente Eindhoven gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 009 Emancipatiebeleid 2002 Nr. 6 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA),

Nadere informatie

Datum 9 april 2013 Betreft Reactie op zwartboek FNV en uitzending van Nieuwsuur over werken in de bijstand

Datum 9 april 2013 Betreft Reactie op zwartboek FNV en uitzending van Nieuwsuur over werken in de bijstand > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 981 Verantwoord verslaggeven over sociale verzekeringen Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Witteveen-Hevinga (PvdA), ondervoorzitter, Rosenmöller

Nadere informatie

Bijlage 1 Commentaar Landelijke Cliëntenraad op voorstel tot invoering van een Individuele reïntegratieovereenkomst (IRO).

Bijlage 1 Commentaar Landelijke Cliëntenraad op voorstel tot invoering van een Individuele reïntegratieovereenkomst (IRO). Bijlage 1 Commentaar Landelijke Cliëntenraad op voorstel tot invoering van een Individuele reïntegratieovereenkomst (IRO). In het kader van het voorstel tot het invoeren van een IRO wil de LCR uw aandacht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 116 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Nr. 225 1 Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal

Nadere informatie

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen:

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijziging nr. 1: Artikel 6. Persoonsgebonden budget Lid 5. b. 2. de budgethouder is verplicht om op verzoek van het college schriftelijk

Nadere informatie

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: G. Kraaijkamp Tel nr: 0620094919 Nummer: 17A.00840 Datum: 14 augustus 2017 Team: Beleid Sociaal Domein Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer Mr. A.J. de Geus Postbus LV Den Haag. Den Haag, 16 oktober 2003

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer Mr. A.J. de Geus Postbus LV Den Haag. Den Haag, 16 oktober 2003 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer Mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag Den Haag, 16 oktober 2003 Betreft: reactie VNG en UWV op LCR advies over werkherkansingsadviseur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 862 Premievrijstelling bij in dienst nemen en in dienst houden van oudere werknemers Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE-

Nadere informatie

Tegenprestatie naar Vermogen

Tegenprestatie naar Vermogen Tegenprestatie naar Vermogen Beleidsplan Tegenprestatie in het kader van de Participatiewet 2015 Hof van Twente, oktober 2014-1 - De Tegenprestatie naar Vermogen Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 430 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet inzake het buiten toepassing laten van de korting op het ouderdomspensioen voor vrouwen die in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 159 Regels betreffende openbaarmaking van gegevens per werkgever met betrekking tot verkrijging van rechten op WAO-uitkeringen door werknemers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 066 Belastingdienst Nr. 462 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

5 juni 2008 DLZ/ZI-U februari POU/ J. Knollema (020)

5 juni 2008 DLZ/ZI-U februari POU/ J. Knollema (020) De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 5 juni 2008 DLZ/ZI-U-2854526 26 februari 2009 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 L VERSLAG VAN

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

gemeente Eindhoven Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) gemeente Eindhoven Raadsnumrner 04.R820.00I inboeknummer o4tooosxs Classificatienummer x.888 Dossiernummer 4aa.6ox 25 mex 2004 Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft rapport Reintegratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie