Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet"

Transcriptie

1 20 nr. 5 juli 2009 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet Mr. J.H. Peek * Diverse schrijvers hebben moeite met het arrest van de Hoge Raad dat zwart geld na een De Hoge Raad heeft beslist dat zwart geld na een opzettelijk onjuiste belastingaangifte afkomstig is uit misdrijf en dus een voorwerp kan zijn van witwassen. Diverse schrijvers hebben moeite met dit arrest. In dit artikel wordt een andere visie belicht. Nu het arrest van de Hoge Raad begrijpelijk is, moet de wetgever ingrijpen om onbedoelde consequenties te voorkomen. Inkeer moet volgens de auteur onbestraft blijven en een MOT-melding kan in normale gevallen achterwege blijven. 1. Inleiding Over het witwassen van zwart geld mede in relatie tot inkeer is in de literatuur al veel geschreven. 1 Inmiddels heeft prof.mr. M.J. Borgers in zijn noot onder HR 7 oktober 2008, NJ 2009/94 een aantal interessante beschouwingen gegeven over dit onderwerp. In voormeld arrest heeft de Hoge Raad beslist dat vermogensbestanddelen waarover men beschikt doordat belasting is ontdoken, in zoverre kunnen worden aangemerkt als voorwerpen afkomstig van enig misdrijf in de zin van de witwasbepalingen. 2 Ook over de inkeer als zodanig is veel te doen. Het Ministerie van Financiën voert de druk op bij Nederlanders met verzwegen vermogensbestanddelen om aangifte te doen, onderhandelt met diverse andere staten over de uitwisseling van gegevens en het afschaffen of beperken van het bankgeheim en verzwaart de straf voor belastingontduiking.3 In deze context wordt de inkeer van belastingfraude 4 enerzijds gestimuleerd maar anderzijds ook bemoeilijkt door de dreiging met steeds zwaardere sancties en de toegenomen juridische complexiteit van de inkeer wegens de dreiging van strafrechtelijke vervolging voor niet fiscale delicten, zoals witwassen en de verplichting tot het melden van ongebruikelijke transacties. Inmiddels heeft de staatssecretaris van Financiën weliswaar aangekondigd dat de belastingplichtige bij inkeer niet strafrechtelijk zal worden vervolgd indien en voorzover het verzwegen vermogen niet van een ander dan fiscaal misdrijf afkomstig is 5. Toch blijven er nog genoeg beren op de weg. In dit artikel plaats ik vooral enkele kanttekeningen bij het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2008 in relatie tot de noot van prof. Borgers en besluit ik met enige praktische gevolgen en dilemma s ook inzake de inkeer na dit arrest. 2. Kernoverwegingen en argumenten van de Hoge Raad in het arrest van 7 oktober 2008 In de desbetreffende casus (de echtgenote van de hasjkoning van Venlo ) ging het primair om de vraag of de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat sprake was van witwasvoorwerpen en in het verlengde daarvan om de daarvan te onderscheiden vraag of het daarbij inderdaad ging om voorwerpen die onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf. In deze zaak heeft het hof in hoofdzaak de eerste vraag (had de verdachte wetenschap) ontkennend beantwoord. Bij de beoordeling van de vraag of de verdachte de bedoelde wetenschap had, achtte het hof niet van belang dat verdachte zelf de desbetreffende handelingen (het openen, op naam stellen en oversluiten van bankrekeningen in het buitenland) had toegegeven en wist dat het daarbij ging om zwart geld. Derhalve bijna als een soort overweging ten overvloede overwoog en besliste Hof Den Bosch op 29 november 2006 vervolgens: De enkele omstandigheid dat geld voor de fiscus wordt verzwegen maakt de bron van die inkomsten nog niet illegaal. Uit haar wetenschap dat het zwart geld betrof kan dus niet zondermeer

2 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet nr. 5 juli worden afgeleid dat zij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geld op die rekeningen afkomstig was uit enig misdrijf. Tegen deze laatste overwegingen richtte zich het (eerste) cassatiemiddel van de advocaat-generaal. En zoals blijkt uit het arrest van de Hoge Raad met succes. Het hof had in zijn arrest onder zwart geld voorzover bij verdachte bekend verstaan: voor de fiscus verzwegen inkomsten uit autohandel en andere vormen van ongeregelde op zich legale handel, waarvan ter zitting aannemelijk was geworden dat haar echtgenoot die naast de handel in softdrugs ook daadwerkelijk heeft beoefend. Het cassatiemiddel stelde volgens de Hoge Raad zeer algemeen de vraag aan de orde of onder voorwerpen afkomstig uit enig misdrijf in de zin van de witwasbepalingen mede kunnen worden verstaan vermogensbestanddelen die weliswaar (oorspronkelijk) op legale wijze zijn verkregen, maar waarover men de beschikking heeft doordat belasting is ontdoken. Na de weergave van een zeer beperkt deel van de parlementaire geschiedenis 6 komt de Hoge Raad direct tot de conclusie: Hieruit moet worden afgeleid dat de wetgever niet heeft beoogd andere beperkingen aan te leggen wat betreft het gronddelict waaruit het voorwerp van de witwashandeling afkomstig is, dan dat het moet gaan om een misdrijf. Vervolgens overweegt en beslist de Hoge Raad in één adem over (het bezit van) zwart geld als voorwerp van witwassen: Aan zijn oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken heeft het Hof kennelijk ten grondslag gelegd dat vermogensbestanddelen waarover men de beschikking heeft doordat belasting is ontdoken, niet kunnen worden aangemerkt als voorwerpen afkomstig ( ) van enig misdrijf in de zin van de art. 420bis en 420quater Sr. Dat oordeel getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Die vermogensbestanddelen kunnen in zoverre worden aangemerkt als van misdrijf afkomstig in de zin van voormelde bepalingen. Anders dan de Hoge Raad stelt heeft het hof niet kennelijk aan zijn beslissing ten grondslag gelegd dat vermogensbestanddelen waarover men beschikt doordat belasting is ontdoken niet kunnen worden aangemerkt als witwasvoorwerpen. Zoals hiervoor aangegeven heeft het hof naar mijn mening slechts een oordeel gegeven over de wetenschap van de verdachte. Dit is in wezen een zuiver feitelijk oordeel dat niet zondermeer om in dezelfde (vage) termen te blijven in cassatie kon worden getoetst. Vaak strandt een cassatiemiddel daarop. Hier niet. De Hoge Raad wilde kennelijk het cassatiemiddel welwillend tegemoet treden en een algemene rechtsopvatting lezen in het toch overwegend genuanceerde en op de casus toegespitste feitelijke oordeel van het hof. Het vrijelijk interpreteren van lagere rechtspraak is overigens iets dat zich regelmatig in de cassatierechtspraak voordoet ( In het oordeel van het hof ligt besloten dat en soortgelijke formuleringen). Dat is niet altijd fair. Daarnaast is de Hoge Raad toch ook zelf weer evenals als het hof genuanceerd. De Hoge Raad heeft immers uitsluitend beslist dat vermogensbestanddelen waarover men beschikt doordat de belasting is ontdoken wel kunnen worden aangemerkt als van misdrijf afkomstig in de zin van de witwasbepalingen. Aan deze redenering heeft de Hoge Raad voorts een dubbele begrenzing gesteld. Ten eerste kunnen fiscaal opzet niet aangegeven vermogensbestanddelen voorwerp zijn van witwassen. Dat kan maar dat behoeft dus niet altijd de conclusie te zijn. Ten tweede kunnen deze vermogensbestanddelen slechts in zoverre (dus uitsluitend voorzover men daarover beschikt dóórdat belasting is ontdoken) worden aangemerkt als van misdrijf afkomstig. Het kan dus niet gaan om andere vermogensbestanddelen waarover de belastingplichtige legitiem beschikt en die niet voorwerp waren van het misdrijf van art. 69 AWR. Deze nuanceringen lijken in de literatuur tot nu toe over het hoofd te zijn gezien. 4. De noot van Borgers Zoals gewoonlijk is ook nu weer het commentaar in de annotatie van Borgers doorwrocht en genuanceerd. Zowel pro s als contra s van het door de Hoge Raad ingenomen standpunt worden diepgaand door hem belicht. 3. Enkele preliminaire opmerkingen bij het arrest van de Hoge Raad De Hoge Raad heeft in zijn arrest alle bijzondere fiscale aspecten en gevolgen van deze redenering in het midden gelaten, terwijl het zowel in het arrest van het hof als de stelling van het cassatiemiddel juist om die aspecten ging. Nu de geciteerde passage uit de parlementaire geschiedenis geheel zwijgt over fiscale delicten en aspecten moeten bij de methode van rechtsvinding die de Hoge Raad hier heeft gevolgd tenminste vraagtekens worden gesteld De essentie van belastingontduiking Borgers verwijst allereerst naar Groenhuijsen en Van der Landen 7 die stellen dat er ten aanzien van heling sprake is van een lacune in de wet waar het zwarte geld het gevolg is van het verzwijgen van genoten inkomsten bij de fiscus. In dergelijke gevallen zouden de gelden namelijk volgens hen niet door misdrijf verkregen zijn omdat de belastingplichtige immers reeds over het geld beschikte, maar het had moeten afdragen aan de fiscus. Daargelaten dat niet duidelijk is wat hier onder het en het geld moet worden verstaan, is hier sprake van een te grove redenering als het gaat om het bestanddeel afkomstig uit enig misdrijf bij witwassen.

3 22 nr. 5 juli 2009 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet Immers een belastingplichtige beschikt er van uitgaande dat sprake is van legale inkomsten en vermogensbestanddelen over vermogensbestanddelen die normaliter in de belastingheffing moeten worden betrokken. Deze moeten in een bij de wet voorziene belastingaangifte (art. 8 AWR) worden aangegeven, waarin of waarna vervolgens moet worden bepaald of en zo ja, in hoeverre daarover belasting moet worden aangegeven en betaald. In zoverre is er dan is sprake van gefiscaliseerde vermogensbestanddelen. Voorzover vermogensbestanddelen, waarover de belastingplichtige beschikt, niet worden aangegeven, zal daarover evenmin belasting worden betaald. Daarbij kan sprake zijn van een opzettelijk of niet opzettelijk onjuiste en/of onvolledige aangifte in de zin van art. 69 resp. 69 AWR. Het plegen van het misdrijf van art. 69 AWR zal er in de meeste gevallen (maar dat hoeft niet), toe leiden dat de belastingplichtige voor zichzelf belasting bespaart en de schatkist te kort doet. Voor hem ontstaat er aldus door de (actieve handeling van de) verzwijging onmiskenbaar geld, althans enig vermogensbestanddeel 8, dat aanvankelijk legaal was verkregen, maar dat thans als het ware is omgezet in een vermogensbestanddeel (veelal geld) dat wel door misdrijf is verkregen, althans daaruit afkomstig is. Dat is een onontkoombare conclusie Rechtspraak Tevens wijst Borgers op andere literatuur en rechtspraak in feitelijke instanties die is verschenen vóór het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2008 en waarin is beslist dat belastingontduiking niet leidt tot geld dat van misdrijf afkomstig is. In deze rechtspraak is veelal sprake van een ambivalente houding ten aanzien van het voorwerp in kwestie. Slechts in algemene termen wordt gesproken van al dan niet- gefiscaliseerde gelden en het niet zonder meer illegale karakter daarvan. Zie bijvoorbeeld Hof Amsterdam 14 maart 2006 (LJN AV4924): Het voor de fiscus verzwijgen van bezit of vermogen en van genoten inkomsten brengt echter geen wijziging teweeg in de verondersteld legale herkomst van de verzwegen gelden. Niet gefiscaliseerde vermogens en inkomsten zijn dan ook niet zonder meer door misdrijf verkregen. Deze rechtspraak geeft gelet op het hiervoor sub 4.1 gestelde een te vage en grove voorstelling van zaken. Het verzwijgen van vermogensbestanddelen voor de fiscus is immers door de opzettelijk onjuist en/of onvolledig gedane aangifte een actieve handeling. Het deel dat als belasting had moeten worden aangegeven en/of betaald wijzigt ontegenzeglijk van karakter. Door het bedoelde misdrijf wordt het rechtmatige bezit immers een onrechtmatig bezit, en is vanaf dat moment in zoverre evident van misdrijf afkomstig. Overigens ging dit arrest van Hof Amsterdam om heling en niet om witwassen, waarin het oorsprongbestanddeel iets ruimer is geformuleerd. 9 Het Hof Amsterdam heeft in zijn arrest van 14 maart 2006 nog een nadere redenering gevolgd om zijn oordeel dat geen sprake is van een door misdrijf verkregen goed kracht bij te zetten. Volgens het Hof treft dit oordeel ook het bedrag aan te weinig geheven belasting alleen al doordat de belastingplichtige niet slechts (een deel van) het verzwegen vermogen, doch ieder hem toebehorend actief vermogensbestanddeel kan aanwenden ter delging van de belastingschuld, en hij daartoe ook een geldlening kan afsluiten. Het bedoelde bedrag, ook als de hoogte ervan zou vaststaan, is dus te onbepaald om te kunnen worden aangemerkt als een van misdrijf afkomstig voorwerp of goed. Nog afgezien daarvan kan aldus het Hof het bedrag waarop de fiscus op enig moment aanspraak maakt ten hoogste worden opgemerkt dat het door misdrijf is behouden, niet dat het door misdrijf is verkregen. De rule of law (art. 1, lid 1, Sr) staat naar het oordeel van het hof niet toe dat aan het bestanddeel door misdrijf verkregen een ruimere betekenis wordt toegekend dan in het arrest van het Hof is bedoeld. Dat is een mooie redenering die ik graag zou onderschrijven. De rule of law wordt in te veel situaties in het strafrecht en ook door de strafrechtpraktijk en de veelal onvoorspelbare rechtspraak geweld aangedaan. Toch wringt deze redenering in de onderhavige materieel fiscaalstrafrechtelijke context. Het klopt dat de belastingplichtige ieder vermogensbestanddeel waar hij over beschikt kan gebruiken om aan zijn belastingplicht te voldoen. Zo kan hij bijvoorbeeld de hypotheek op zijn huis in Nederland verhogen en met dit geld van de bank de ontdoken belasting over verzwegen buitenlands vermogen betalen. Maar dat is geen valide argument. Het bedrag dat van het misdrijf van art. 69 AWR afkomstig is, is na onherroepelijke veroordeling en vaststelling (van de omvang) van de aan het zicht van de fiscus onttrokken gelden in de praktijk altijd exact te berekenen en dus voldoende bepaalbaar. Daar doet niet aan af dat er regelmatig discussie is over de exacte omvang van het belastingnadeel. 10 Waar sprake is van verzwegen buitenlandse vermogensbestanddelen (bankrekeningen, onroerende zaken, boten, trust- of off shore -vermogensbestanddelen, en dergelijke) is het bedrag bovendien niet alleen te berekenen maar veelal tevens fysiek ter plaatse bepaalbaar. Ook bij strafrechtelijk financiële onderzoeken (art. 126a Sv e.v.) blijkt het mogelijk hoe moeizaam soms ook in de praktijk om het wederrechtelijk genoten voordeel te berekenen, dit te ontnemen en zich daarbij op (ander) geld en goederen van de veroordeelde te verhalen. In het andere geval zou geld of een vermogensrecht als voorwerp altijd te onbepaald zijn om te kunnen worden aangemerkt als (te betalen) belasting, wederrechtelijk verkregen voordeel of als een van misdrijf afkomstig voorwerp of goed. Tenslotte is voor witwassen niet vereist zoals bij heling dat het voorwerp door misdrijf is verkregen, maar dat het van misdrijf afkomstig is. Dat laatste is ruimer nu het mede voorwerpen kan omvatten die de betrokkene eerder (rechtmatig) heeft verkregen.

4 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet nr. 5 juli Dit alles laat uiteraard onverlet dat de wetgever ernstig te kort is geschoten door bij de strafbaarstelling van witwassen geen enkele aandacht te besteden aan de vraag of dit wel of niet betrekking heeft of kan hebben op het (enkele?) bezit van zwart geld door de pleger en de gevolgen daarvan De enge en de ruime opvatting Borgers typeert in punt 1 van zijn noot de opvatting dat de verzwijging van legaal inkomen of vermogen niet betekent dat (een deel van) die gelden opeens een illegale herkomst zouden hebben en afkomstig uit enig misdrijf zouden zijn, als de enge interpretatie. Als de ruime interpretatie merkt hij de opvatting aan dat er een zekere verrijking plaatsvindt als gevolg van het ontwijken van een belastingschuld, welke verrijking dan afkomstig is uit het misdrijf van art. 69 AWR. Voorstanders van de enge interpretatie 11 zien kennelijk geen onderscheid tussen het karakter van legaal verworven inkomen en vermogen en de illegale vermogenstoename door de besparing van belasting als gevolg van het opzettelijk doen van een onjuiste en/of onvolledige aangifte. Ook Borgers lijkt in punt 2 van zijn noot over het hoofd te zien dat de Hoge Raad hoe mager ook wel degelijk iets overweegt over het deel afkomstig zijn uit enig misdrijf. Immers de Hoge Raad stelt dat juist die vermogensbestanddelen waarover men beschikt doordat belasting is ontdoken in zoverre kunnen worden aangemerkt als afkomstig uit een AWR-misdrijf. De Hoge Raad vereist derhalve wel degelijk een strikt causaal verband tussen het misdrijf en het daardoor ontstane illegale vermogensbestanddeel. Dat het in dit geval veelal slechts zal gaan om een op geld waardeerbaar bedrag als voorwerp waarover de belastingplichtige vóórdat hij het misdrijf pleegde al legaal beschikte doet daar niet aan af. Naar mijn mening behoefde de Hoge Raad derhalve geen keuze te maken tussen de twee geschetste interpretatiemogelijkheden nu de enge interpretatie naar mijn mening ten eerste niet houdbaar is en ten tweede (soms) berust op een verkeerde lezing van de lagere rechtspraak. 12 Witwassen bij belastingontduiking is derhalve alleen mogelijk als het voorwerp in de zin van een daadwerkelijke wederrechtelijke verrijking/voordeel voor de betrokkene respectievelijk nadeel voor de schatkist onherroepelijk is komen vast te staan. 13 Anders is er geen witgewassen of verder wit te wassen voorwerp. Dat zal (lang) niet in elk geval van belastingfraude aan de orde zijn. Immers, het opzettelijk doen van een onjuiste en/of onvolledige aangifte moet er weliswaar toe strekken dat te weinig belasting wordt geheven maar dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat altijd daadwerkelijk sprake is van belastingbesparing c.q. belastingnadeel. Niet alle gevallen van veroordeling wegens het misdrijf van art. 69 AWR leiden daarom automatisch tot de conclusie dat tevens sprake is van witwassen. Dat is een belangrijke beperking ten opzichte van de mogelijkheid tot veroordeling wegens het misdrijf van art. 69 AWR dat door het geobjectiveerde gevolgbestanddeel een ruimer bereik heeft Beschouwingen van de advocaat-generaal en de internationale regelgeving Borgers verwijst in punt 3 van zijn noot naar de beschouwingen van A-G Fokkens in zijn conclusie voor het arrest van de Hoge Raad. Terecht merkt hij daarbij op dat Fokkens alleen oog lijkt te hebben voor de argumenten die pleiten voor de ruime interpretatie. Niettemin onderschat Borgers het argument van het ontstaan (verkrijgen) van een illegaal voordeel. Volgens hem erkennen ook voorstanders van de enge interpretatie dat er een belastingschuld wordt ontweken en dat er daardoor dus een voordeel ontstaat. De vraag is echter wat zij met het gegeven, dat het ontstane illegale voordeel onmiddellijk afkomstig is uit het fiscale delict, doen. Fokkens beroept zich niet alleen op de wetshistorie maar betrekt daarbij ook de internationale verplichtingen tot de sanctionering van witwassen. Borgers relativeert deze verplichtingen. 14 Deze relativeringen dienen zeker te worden onderschreven maar deze raken niet de kritiek op het bestanddeel afkomstig, en dus ook niet zoals ik hierboven heb getracht uit te leggen de essentie van witwassen in relatie tot belastingontduiking. Verrassend genoeg erkent Borgers vervolgens dat het ook niet voor de hand ligt om fiscale delicten uit te zonderen als gronddelict voor witwassen. Daarbij geeft hij het voorbeeld van een opzettelijk (?) onjuiste btw-aangifte waarmee een onterechte btw teruggave wordt gevraagd. Maar waarom zou hier wel duidelijk sprake zijn van het witwassen van een illegaal voordeel en bij het ontduiken van inkomsten-, loon- of vennootschapsbelasting niet? 4.5. Doelredeneringen Vervolgens gaan Fokkens en Borgers beiden in op de onwenselijkheid van de verdere verrijking van de frauderende belastingplichtige. Fokkens stelt dat de mogelijkheid van vervolging wegens witwassen noodzakelijk is in de situatie dat de belastingplichtige het bespaarde belastinggeld door de verzwijging zou beleggen. Anders zou de winst die daarmee gemaakt wordt niet kunnen worden ontnomen. Borgers wil in deze situatie niet de mogelijkheid openen tot vervolging wegens witwassen maar anders dan nu het geval is ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel bij fiscale delicten mogelijk maken dan wel de fiscale navorderingsmogelijkheden in enigerlei mate verruimen. Beide stellingnamen kan ik niet volgen. De fiscus heeft reeds een arsenaal aan bevoegdheden om belasting na te heffen en na te vorderen en boetes toe te passen. Iedere euro die fiscaal wordt ontdoken kan de fiscus soms wel vier keer navorde-

5 24 nr. 5 juli 2009 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet ren al dan niet met (100%) boete. Dit zijn sancties die welhaast nog zwaarder zijn dan de strafrechtelijke. In plaats van de fiscale boete kan het Openbaar Ministerie vervolging instellen wegens belastingontduiking en behoudens geldboeten, ook gevangenisstraf en bijkomende straffen eisen. Op goede gronden is de ontneming bij fiscale delicten derhalve onmogelijk gemaakt. De noodzaak tot uitbreiding van die bevoegdheden bestaat geenszins. Laat het Openbaar Ministerie zich eerst eens goed van haar taak kwijten Van illegaal belastingvoordeel naar belastingschuld In punt 4 van zijn noot gaat Borgers dieper in op het gevolg van de opzettelijk onjuiste en/of onvolledige belastingaangifte. Daarbij stelt hij zich op het standpunt dat de onjuiste aangifte weliswaar in vermogensrechtelijke zin leidt tot een (al dan niet tijdelijk) voordeel. Dat voordeel bestaat volgens Borgers uit het ontlopen en daardoor ontstaan van een belastingschuld. Daarvoor is kenmerkend dat dit voordeel niet specifiek in het gehele vermogen van de betrokken persoon kan worden aangewezen. De belastingschuld die ontstaat kan met ieder willekeurig vermogensbestanddeel van de belastingplichtige worden voldaan. Daarom is het volgens hem geenszins evident om een deel van het inkomen of vermogen dat niet juist of volledig is aangegeven, specifiek aan te merken als de ontlopen belastingschuld. Dit maakt volgens Borgers duidelijk dat: a. het verzwijgen van vermogen of inkomsten geen wijziging aanbrengt in de legale herkomst van de verzwegen vermogensbestanddelen en b. het problematisch is om een concreet of specifiek voorwerp aan te wijzen als het voorwerp dat afkomstig is uit het AWR-misdrijf. Deze redenering doet naar mijn mening gekunsteld aan. Men redeneert dan min of meer weg van het door het plegen van het delict ontstane illegale voordeel en borduurt voort op de ontstane belastingschuld. Niettemin is ook in die redenering sprake van een wijziging van een deel van de verzwegen legale inkomsten en/of vermogensbestanddelen, namelijk van rechtmatig eigen geld in onrechtmatig behouden (gemeenschappelijk) belastinggeld. Voorts kan de aanwijzing van een specifiek voorwerp soms problematisch zijn, onmogelijk is dit geenszins (zie hiervoor sub 4.2). Deze is te berekenen als het bedrag van de ontlopen belastingschuld. Bij verzwegen buitenlandse bankrekeningen of andere vermogensbestanddelen is het voorwerp helemaal niet zo moeilijk aanwijsbaar. Op de bankrekening staat de bijgeschreven rente, dividend en dergelijke gespecificeerd. Evident is dat over die verzwegen posten belasting is verschuldigd. Daarnaast is deze problematiek niet nieuw. Bij elk vermogensdelict kan al sedert jaren het voordeel worden ontnomen. Dat illegale voordeel zal eveneens meestal zijn vermengd met legale inkomsten of vermogensbestanddelen (in sierraden, auto s, media-apparatuur, onroerende zaken of geld al dan niet op de bank of in een oude sok ). Hier kunnen de autoriteiten zich eveneens verhalen op andere bestaande vermogensbestanddelen, zonder zich te behoeven af te vragen of het verhaalsobject het specifieke voorwerp is dat van misdrijf afkomstig is. Ook strafrechtelijke boetes behoeven niet te worden voldaan uit de buit. Kortom: what s new? Terecht wijst Borgers hier op de autonomie van het materiële strafrecht Gaat het om iedere rechtshandeling met betrekking tot elk vermogensbestanddeel? Borgers waarschuwt onder punt 5 dat iedere handeling ten aanzien van elk vermogensbestanddeel los van enig verband met de verzwegen inkomsten of vermogensbestanddelen in principe een witwashandeling oplevert. Dat is inderdaad niet alleen onaanvaardbaar maar zover zal het ook niet komen. Immers de Hoge Raad heeft de mogelijkheid van witwassen uitdrukkelijk beperkt (zie met name de woorden: doordat/in zoverre ) tot handelingen ten aanzien van vermogensbestanddelen die voorwerp zijn van de belastingontduiking. Ook Borgers acht deze invulling van het voorwerp -vereiste uiteindelijk denkbaar. En daarnaast, wat zou de noodzaak (lees: het voordeel) zijn om witwashandelingen te verrichten met betrekking tot reeds legale inkomsten of vermogensbestanddelen? Dergelijke vermogensbestanddelen kan de betrokkene immers reeds vrij investeren of consumeren. Het gaat hem om het crimineel witten van het zwarte geld, de contante (drugs)inkomsten en de al dan niet in een (buitenlandse) vennootschap gestopte steekpenningen teneinde deze legaal te kunnen investeren of consumeren. Dat het voorwerp niet altijd gemakkelijk individualiseerbaar is, is nu juist het kenmerk van witwassen. De dader heeft juist het doel om het voordeel afkomstig uit misdrijf te verhullen, lees in casu buiten het zicht van de fiscus te brengen en/of te houden. Niettemin komen slechts (versluierings-)handelingen met betrekking tot het voorwerp (bijvoorbeeld de verzwegen bankrekening waarop het voordeel is gestort c.q. staat) in aanmerking als witwashandelingen Enig aannemelijk belastingvoordeel? Hier wijst Borgers voorts op een andere, nog iets ruimere interpretatiemogelijkheid van de Hoge Raad, namelijk dat voor het bewijs van witwassen voldoende is dat aangenomen kan worden dat enig vermogensbestanddeel bestaat dat kan worden aangemerkt als van misdrijf afkomstig (onder verwijzing naar r.o. 3.8 van de Hoge Raad). Voor de tenlastelegging en de bewezenverklaring zou niet een specifiek te lokaliseren vermogensbestanddeel behoeven te worden aangewezen maar zou het voldoende zijn als het bedrag van de ontdoken belasting, of als dat niet vast staat: een geldbedrag als voorwerp dat afkomstig is uit het AWR-misdrijf kan worden aangemerkt. Het is gelet op de formulering van het arrest niet aannemelijk dat de Hoge Raad dit heeft bedoeld. Mogelijk is hier

6 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet nr. 5 juli sprake van een interessant discussiepunt, ware het niet dat deze voor een deel louter academisch van aard zal zijn. Voor witwassen zal immers niet strafrechtelijk worden vervolgd in geval slechts sprake is van een fiscaal delict met betrekking tot inkomsten/vermogen uit legale bron. Voorts zal slechts sprake kunnen zijn van witwassen indien door het gepleegde fiscale delict daadwerkelijk belastingvoordeel/belastingnadeel is ontstaan. Blijkens het arrest van de Hoge Raad is immers slechts in zoverre mede sprake van witwassen. En dan zijn in de regel ook concrete verzwegen inkomsten- en/of vermogensbestanddelen aanwijsbaar. En tevens verhullings- en verbergingshandelingen voldoende concretiseerbaar (bijvoorbeeld verzwegen bankrekeningen, onroerende zaken, verkoopopbrengsten, enzovoort) Daarvan is echter géén sprake indien de staat ten gevolge van de onjuiste/onvolledige aangifte ook al strekte deze tot de heffing van te weinig belasting niet daadwerkelijk belasting heeft te vorderen. Overigens zal dan in de regel ook wel vrijspraak volgen van art. 69 AWR maar dat hoeft geenszins. Het probleem dat Borgers schetst speelt derhalve naar mijn mening in de praktijk niet, hetgeen (nogmaals) overigens totaal onverlet laat dat er regelmatig forse fiscaal(s traf)rechtelijke bewijsdiscussies zijn Conclusie ten aanzien van de visies van Borgers en de Hoge Raad Al met al zie ik minder dan Borgers dat het lastig zou zijn om tot een bestendige redenering te komen. Er zijn minder steekhoudende argumenten voor de enge interpretatie dan voor de ruime interpretatie. 15 Het polariseren tussen de twee benaderingen snijdt naar mijn mening geen hout. Belasting die de belastingplichtige zich bespaart doordat hij opzettelijk een onjuiste en/of onvolledige aangifte doet is een (illegaal) voordeel, dat afkomstig is uit misdrijf. De enige voorwaarde is dat het misdrijf daadwerkelijk belastingvoordeel als voorwerp heeft opgeleverd. Daar zijn weinig echte spelden tussen te krijgen. De voorwerp- en het al dan niet afkomstig zijn van-discussie is naar mijn mening hiermee beslecht. Rest de vraag naar de gevolgen van de nagenoeg automatische dubbele strafbaarheid. De beantwoording van die vraag is namelijk voor de rechtspraktijk zeker wel van belang. Deze consequenties dwingen niet tot het maken van een keuze tussen minder voor de hand liggende interpretatiemogelijkheden maar nopen wel zeer tot wetswijziging. 5. Gevolgen van de erkenning van witwassen bij handelingen met betrekking tot belastingontduiking 5.1. Is strafrechtelijke vervolging van derden voor witwassen bij belastingontduiking door de belastingplichtige mogelijk? Het antwoord luidt bevestigend. Derden zijn wegens witwassen vervolgbaar voorzover zij witwashandelingen verrichten met betrekking tot zwart geld. Het openen, op naam stellen en oversluiten van voor de fiscus verzwegen bankrekeningen in het buitenland zijn handelingen die vallen te kwalificeren als klassieke witwashandelingen (verhullen, verbergen, voorhanden hebben, overdragen, omzetten, etc.). Met deze handelingen wordt ook de integriteit van het financiële stelsel aangetast doordat uit belastingontduiking ontstaan illegaal geld op enigerlei wijze als ware het legaal in de legale economie wordt of kan worden geïnvesteerd (bijvoorbeeld door het te beleggen in aandelen). Ook de accountant, belastingadviseur, advocaat, notaris, bankier, enzovoort zijn strafrechtelijk vervolgbaar voor het (faciliteren van) witwassen van zwart geld van de belastingplichtige. Sedert het arrest van de Hoge Raad is duidelijk dat het niet alleen gaat om het witwassen van geld afkomstig uit drugsdelicten, mensenhandel, terrorisme, en dergelijke Is strafrechtelijke vervolging van de belastingontduiker wegens witwassen mogelijk? De vraag of de belastingfraudeur door voltooiing van het fiscale delict automatisch zonder nadere witwashandelingen ook zelf strafbaar is wegens witwassen is door de Hoge Raad nog niet beantwoord. Deze vraag wordt na diverse arresten, waarbij het bereik van de witwasbepalingen alleen maar groter is geworden, steeds pregnanter. In zijn noot onder HR 2 oktober 2007, NJ 2008,16 heeft Borgers hier nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Blijkens de wetsgeschiedenis is de strafbaarstelling van witwassen vooral bedoeld om diverse handelingen in een witwastraject te bestraffen, nadat de opbrengst is verkregen doordat er kunstgrepen plaatsvinden ter verhulling van de herkomst. De wettelijke bepalingen zijn wel geformuleerd als catch all-bepalingen, maar dat is primair ingegeven door het belang van een effectieve opsporing en vervolging. Er was geen internationale verplichting om het enkele bezit van criminele opbrengsten als witwassen strafbaar te stellen. De minister heeft bij de behandeling in de Tweede Kamer ook op een vraag of de fietsendief die wegrijdt op de zojuist door hem gestolen fiets onder de witwasbepalingen valt, gezegd dat dat in theorie wel het geval is maar dat dit toch geen typisch geval van witwassen is. Volgens Borgers is de automatische verdubbeling van strafbaarheid voor de dader van het gronddelict derhalve nog geen uitgemaakte zaak. De Hoge Raad heeft dit tot heden evenmin beslist. Voor dergelijke situaties is het dus nog mogelijk dat de Hoge Raad een andere route kiest. Dat deed hij ook bij de aanvaarding van een erfenis die ten dele bestond uit misdaadgeld. 16 Redelijke wetsuitleg brengt dan met zich mee dat de enkele aanvaarding van een dergelijke erfenis niet tot strafbaarheid wegens witwassen leidt. Zo bepleit Borgers dat het enkele voorhanden hebben als direct en rechtstreeks gevolg van het gronddelict zich niet kan laten kwalificeren als witwassen. Dat is een zeer verdedigbare gedachtengang.

7 26 nr. 5 juli 2009 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet 5.3. Is strafrechtelijke vervolging mogelijk ondanks de inkeer van een gepleegd fiscaal delict? Bij inkeer wordt zwart geld door of namens de pleger van het fiscale gronddelict gemeld en overgedragen aan de belastingdienst. Nu de Hoge Raad heeft beslist dat zwart geld als voorwerp van witwassen kan worden aangemerkt, worden de bestanddelen van art. 420bis, lid 1, sub b, Sr derhalve formeel vervuld. Toch voelt iedereen aan dat vervolging voor witwassen in deze situatie niet door de wetgever was beoogd. Men zou hier een kwalificatieuitsluitingsgrond kunnen aannemen maar dat is voor de rechtspraktijk vooralsnog een onzekere situatie. De Tweede Kamerleden Teeven en Remkes hebben reeds op 23 oktober 2008 vragen gesteld over de mogelijkheid en de wenselijkheid van strafrechtelijke vervolging wegens witwassen na een inkeer. 17 Bij inkeer (art. 69, lid 3, AWR) doet de belastingplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte, dan wel verstrekt hij juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen vóórdat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat een of meer opsporingsambtenaren van de belastingdienst/fiod-ecd de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden. Het recht tot strafvervolging van de officier van justitie wegens het opzettelijk doen van een onjuiste en/of onvolledige aangifte (of een van de andere in art. 69 AWR bedoelde fiscale delicten) vervalt dan. Ook kan geen vergrijpboete meer worden opgelegd (art. 67n AWR). De staatssecretaris van justitie heeft mede namens de staatssecretaris van financiën geantwoord op 15 december 2008: Het is duidelijk dat in dit geval (verzwijging van legale inkomsten, waarnaast mogelijk ook sprake is van het delict witwassen) het delict witwassen het gevolg is van het fiscale delict. ( ) Ten aanzien van deze gevallen wordt gehandeld in de geest van art. 69, derde lid AWR. Na de vrijwillige verbetering zal de belastingdienst géén melding doen bij het openbaar ministerie. Wel blijven de criteria voor inkeer volgens de staatssecretaris onverkort van kracht. Als de belastingdienst de betrokkene al op het spoor is, is vrijwillige verbetering geen optie meer en staat dus ook de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging voor witwassen open. Gaat het om de verzwijging van illegale inkomsten dan zijn er (meestal) mogelijk meerdere delicten, zoals een of meerdere commune delicten, belastingfraude en witwassen. Als er sprake is van inkeer waarbij aan de geldende criteria wordt voldaan, wordt op die basis geen vervolging ingesteld voor belastingfraude. Wel wordt het OM ingelicht over de (mogelijke) andere delicten en besluit het OM over de vervolging ter zake van die feiten. De belastingplichtige kan derhalve blijven inkeren doch het wordt er niet gemakkelijker op. Alleen als de belastingfraude betrekking had op legale inkomsten en vermogensbestanddelen zal het recht op strafvervolging wegens witwassen na inkeer moeten vervallen. Dan is voor het bij de fiscus witten van zwart geld geen vervolging wegens witwassen mogelijk. Niettemin is hier sprake van een wetteloze situatie ontstaan door de te ruime formulering van de wet die dwingt tot wetswijziging Is strafrechtelijke vervolging mogelijk ondanks de una-via regeling? Soortgelijke opmerkingen zijn te maken over de una-via regeling. 18 Zodra een fiscale (vergrijp) boete is opgelegd kan geen strafrechtelijke vervolging meer worden ingesteld wegens art. 69 AWR. Vervolging wegens witwassen puur en alleen op basis van de belastingontduiking zal dan (kunnen) afstuiten op de beginselen van een goede procesorde. 19 Maar ook hier is nu sprake van een wettelijk vacuüm Ontstaat een meldingsplicht als gevolg van een fiscaal delict? Voorts rijst de vraag of een meldingsplicht ontstaat op grond van de WWFT 20. Ook hier ontstaat in de praktijk een enorm probleem telkens wanneer sprake is geweest van het opzettelijk doen van een onjuiste of onvolledige aangifte en dit tevens moet worden gekwalificeerd als witwassen. Ongebruikelijke transacties uit het verleden behoeven niet te worden gemeld. Elk advies met betrekking tot het verhullen, verbergen, overdragen e.d. van het daaruit ontstane voordeel leidt in elk geval wel tot een verplichte melding aan het FIU 21. De bijstand bij het gebruikmaken van de wettelijke mogelijkheid tot inkeer is procesbijstand (ter vermijding van strafrechtelijke vervolging en vergrijpboetes) en kan derhalve naar mijn mening niet leiden tot een meldingsplicht. Overigens denkt het BFT daar anders over, zeker in het geval van een belastingadviseur. Hoe zit dat dan met de bijstand bij het aangaan van een vaststellingsovereenkomst? Dit valt enerzijds te zien als het bepalen van de rechtspositie en anderzijds mogelijk als procesbijstand (het vermijden van procedures) en zou derhalve evenmin moeten kunnen leiden tot een meldingsplicht. 22 Nu het huidige wettelijke systeem dwingt tot de onvermijdelijke conclusie dat belastingontduiking ook leidt tot het voorhanden hebben van een voordeel dat uit misdrijf afkomstig is, ben ik ook door de grote onduidelijkheid en de open normen in de totale witwaswet- en regelgeving 23 met Borgers, van het Hoeven, de Haas en anderen van mening dat de wetgever de reikwijdte van de witwaswetgeving dringend dient te heroverwegen. En daarbij tenminste dient te streven naar deregulering in die zin dat niet meer handelingen worden gecriminaliseerd dan strikt noodzakelijk en wenselijk is op grond van de internationale verplichtingen. Het behelpen met richtlijnen, aanwijzingen e.d. is nimmer te verkiezen boven wetgeving. Het punt van Borgers dat de wetgever eerder zal overgaan tot een dergelijke heroverweging bij een restrictieve uitleg van de witwasbepalingen door de rechter dan bij een ruime uitleg zou waar kunnen zijn, maar leidt regelmatig juist

8 Zwart geld hebben is witwassen maar zwart geld witten niet nr. 5 juli alleen maar tot verdere en nieuwe criminalisering van handelingen in het normale rechts- en handelsverkeer. Daar bestaat geen behoefte aan. 6. Conclusie Het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2008 is op zichzelf begrijpelijk en gegeven de ruime formulering van de witwasbepalingen ook juist. Voorzover sprake is van belastingvoordeel door het opzettelijk doen van een onjuiste en/ of onvolledige belastingaangifte ontstaat een op geld waardeerbaar voordeel dat van misdrijf afkomstig is. Het is spijtig dat de Hoge Raad tot op heden geen enkel spoorboekje heeft gegeven voor de diverse gevolgen van zijn arrest, zoals bijvoorbeeld de vragen die ontstaan bij inkeer en de mogelijkheid van de automatische dubbele strafbaarheid van de pleger indien deze louter het bedoelde voordeel voorhanden heeft zonder enige nadere versluieringhandeling te hebben verricht. De oproep van Borgers aan de wetgever om voor dergelijke gevallen een beperking aan te brengen in de witwasbepalingen kan van harte worden ondersteund. Tot die tijd heerst rechtsonzekerheid. De rechtspraktijk is hierbij afhankelijk van een wijs en terughoudend vervolgingsbeleid, van deugdelijk kenbaar gemaakte en toegepaste beleidsuitzonderingen (zoals ten aanzien van de inkeer), van integere belastingambtenaren die geen melding van een geslaagde inkeer behoren te doen aan het Openbaar Ministerie en tenslotte van de rechter die met een beroep op een kwalificatieuitsluitingsgrond vanwege de aanleiding en bedoeling van de witwasbepalingen aan buitenproportionele gevolgen van de ruime witwasbepalingen paal en perk kan stellen. Primair geldt: laat de wetgever vanuit deze uitdaging nu eens uit zichzelf tot inkeer komen! sen wordt in deze rechtspraak derhalve zoals de Hoge Raad ten onrechte stelt zeker niet categorisch uitgesloten. 13 Zie ook het kort commentaar van Valkenburg, t.a.p. 14 Zie tevens zijn noot onder HR 2 oktober 2007, NJ 2008/ Hoezeer Borgers als raadsheer met het arrest van het Hof Amsterdam van 11 juni 2008 ook een mooi gemotiveerde vrijspraak heeft gewezen, die wel meer recht doet aan de aanvankelijke bedoeling van de witwasbepalingen. 16 HR 5 september 2006, NJ 2006, 612 m.nt. M.J. Borgers. 17 Aanhangsel Kamerstukken II, , nr Borgers t.a.p. nr. 6 van zijn annotatie en De Haas, t.a.p. p HR 18 maart 1997, NJ 1998/ Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, voorheen bekend als de Wet Wid en de Wet MOT. 21 Financial Intelligence Unit. 22 Zoals ik eerder betoogde in het artikel Accountants en belastingadviseurs en de last van de melding ongebruikelijke transacties in TFB 2008/5. 23 Met name ook door de WWFT en voorheen de wet Wid en de wet MOT. * Advocaat bij Peek advocaat-belastingkundigen te Utrecht. 1 Zie o.m.: M.F. de Wilde, Bestrijding van witwaspraktijken; een strafrechtelijk, economisch en fiscaal perspectief, WFR 2008/28. R. van der Hoeven, Witwassen: leuker moeten we het niet maken, Strafblad 2008/1 P. de Haas, Belastingfraude is (geen) witwassen?, WFR 2008/1336 W.E.C.A. Valkenburg, Witwassen, afkomstig uit misdrijf DD 2008, p D. Liem, De fiscus: geheimhouder of poortwachter, WFR 2009/ Art. 420bis t/m 420quinquies Sr. 3 Zie noot 1 en voorts o.m. prof. mr. G.J.M.E. de Bont, Da s pas straf: 300%, WFR 2009/645; mr.dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben, Verhoging vergrijpboete van 100 naar 300%: discriminatoir?, Opinie NTFR 2009/1012. Voorts is staatssecretaris De Jager kennelijk met Zwitserland tot overeenstemming dat de laatste het bankgeheim achterwege gaat laten, zodat de Nederlandse fiscus op eenvoudigere wijze aan gegevens zal gaan komen. J.P. de Boer en H. Vording, Inkeren: een laatste kans voor zwartspaarders?, WFR 2009/ Art. 67n resp. 69 lid 3 AWR. 5 Aanhangsel Kamerstukken II, , nr Kamerstukken II, , , nr. 3 memorie van toelichting, p NJB 1995, p Art. 420 bis. Lid 2, Sv verstaat onder voorwerpen alle zaken en vermogensrechten. 9 Namelijk: afkomstig uit enig misdrijf in plaats van (bij heling) door misdrijf verkregen. 10 Of zelfs over de belastbaarheid maar dan zou de zaak niet in het strafrecht moeten zijn betrokken. 11 Met name Van der Hoeven, t.a.p. en De Haas, t.a.p. 12 Hof Amsterdam 14 maart 2006 LJN AV4924 houdt evenals Hof Den Bosch 29 november 2006 en Rechtbank Breda 23 november 2007; BB8749 in dat in geval van belastingfraude niet zonder meer/niet noodzakelijkerwijs sprake is van wetenschap van van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen. Witwas

Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen?

Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen? Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen? De Hoge Raad oordeelde op 7 oktober jl. dat gelden die door belastingontduiking zijn verkregen, kunnen worden aangemerkt

Nadere informatie

Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt

Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt Het bankgeheim staat onder druk. Diverse staten, waaronder Zwitserland en Liechtenstein, verklaarden zich recent bereid om internationale

Nadere informatie

Opinie: Stage bij de Hoge Raad. Mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren. Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst

Opinie: Stage bij de Hoge Raad. Mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren. Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst 2012/7 12e jaargang nummer 7 oktober 2012 2 5 13 20 28 33 Opinie: Stage bij de Hoge Raad Mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst Mr. M.J. Pelinck en dr. E. Poelmann

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

HR 2 oktober 2007; witwassen NJ 2008, 16, zaaknummer: 02902/06, LJN:BA7923

HR 2 oktober 2007; witwassen NJ 2008, 16, zaaknummer: 02902/06, LJN:BA7923 HR 2 oktober 2007; witwassen NJ 2008, 16, zaaknummer: 02902/06, LJN:BA7923 Noot van M.J. Borgers 1 De strafbaarstelling van witwassen in art. 420bis e.v. Sr omvat uiteenlopende gedragingen die (kunnen)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Analysis of gossip-based information propagation in wireless mesh networks

Analysis of gossip-based information propagation in wireless mesh networks This is a postprint of Analysis of gossip-based information propagation in wireless mesh networks Shamsaie, A., Fokkink, W.J., Habibi, J. In: (Ed.), Proc. 8th European Performance Engineering Workshop

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur 8 december 2016 G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 BIJZONDERE POSITIE VAN DE ADVISEUR: AANGIFTE Veel commune delicten

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Inkeerregeling. 1. Inleiding. 2. Wat is inkeren? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Inkeerregeling. 1. Inleiding. 2. Wat is inkeren? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Mensen vragen wel eens als iemand vertelt dat hij of zij belastingadviseur is of hij of zij

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr.

ECLI:NL:HR:2013:898. 1 Geding in cassatie. 2. Beoordeling van het eerste middel. Uitspraak. 8 oktober 2013. Strafkamer. nr. ECLI:NL:HR:2013:898 Uitspraak 8 oktober 2013 Strafkamer nr. 11/04842 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2011,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Belastingdienst Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

HR 8 januari 2013, nr. 10/04667, HR 8 januari 2013, nr. 11/03164 en HR 8 januari 2013, nr. 11/03166

HR 8 januari 2013, nr. 10/04667, HR 8 januari 2013, nr. 11/03164 en HR 8 januari 2013, nr. 11/03166 Annotatie NJ 2013, 266 HR 8 januari 2013, nr. 10/04667, HR 8 januari 2013, nr. 11/03164 en HR 8 januari 2013, nr. 11/03166 M.J. Borgers 1. Het Wetboek van Strafrecht kent met artikel 420bis-420quater een

Nadere informatie

HR 5 september 2006, witwassen NJ 2006, 612, zaaknummer: 01233/05B, LJN:AU6712

HR 5 september 2006, witwassen NJ 2006, 612, zaaknummer: 01233/05B, LJN:AU6712 HR 5 september 2006, witwassen NJ 2006, 612, zaaknummer: 01233/05B, LJN:AU6712 Noot van M.J. Borgers 1 Het strafrecht richt zich tot de levenden, niet tot de doden. Dit komt tot uitdrukking in onder andere

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1 INHOUD 103 Fiscale fraude /1 103.0 Ten geleide / 1 103.1 Inleiding / 17 103.1.1 Wat is belastingfraude? / 17 103.1.2 Hoe treedt belastingfraude aan het licht? / 17 103.1.3 Wettelijk kader / 17 103.1.3.a

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Conclusie. Wetsverwijzingen Successiewet , geldigheid: BNB 1996/87 FED 1995/908 FED 1996/634 WFR 1995/1928 V-N 1995/4496, 15

Conclusie. Wetsverwijzingen Successiewet , geldigheid: BNB 1996/87 FED 1995/908 FED 1996/634 WFR 1995/1928 V-N 1995/4496, 15 ECLI:NL:PHR:1995:AA3111 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-12-1995 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 30403 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:1995:AA3111 Rechtsgebieden

Nadere informatie

NBSTRAF 2015/115 Witwassen. Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650

NBSTRAF 2015/115 Witwassen. Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650 pagina 1 van 5 NBSTRAF 2015/115 Witwassen Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:HR:2015:888, JIN 2015/90, NJB 2015/763, RvdW 2015/650 Aflevering 2015 afl. 7 Rubriek Rechtspraak College Hoge Raad Datum 07 april

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S)

FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S) FACILITERENDE BEROEPSBEOEFENAREN ALS MEDEPLEGER(S)/MEDEDADER(S) Mr. V.S.Th. Leenders Plaatsvervangend Hoofdofficier Functioneel Parket Amsterdam Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 INHOUD Functioneel

Nadere informatie

Indeling. 1. Onderscheid belastingontduiking en belastingvermijding

Indeling. 1. Onderscheid belastingontduiking en belastingvermijding Indeling BELASTINGVERMIJDING, BELASTINGONTDUIKING EN HET WITWASSEN VAN ZWART GELD Frans Vanistendael gewoon hoogleraar K.U.Leuven 1. Onderscheid en belastingvermijding 2. Bestrijding van Administratieve

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

LJN: BM4440, Hoge Raad, 09/01423

LJN: BM4440, Hoge Raad, 09/01423 LJN: BM4440, Hoge Raad, 09/01423 Datum uitspraak: 26-10-2010 Datum publicatie: 26-10-2010 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Reikwijdte van witwassen, art. 420bis Sr en schuldwitwassen,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 6 LJN: BW3384, Gerechtshof Arnhem, 11/00577, 11/00578 en 11/00579 Datum 03-04-2012 uitspraak: Datum 20-04-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:Inkomstenbelasting.

Nadere informatie

1. Het boeterechtelijke onderzoek

1. Het boeterechtelijke onderzoek NTFR 2009/1352 HetBesluitBestuurlijkeBoetenBelastingdienst en devierdetranche NTFR2009-1352 en prof.mr. G.J.M.E. de Bont Of het nu 1 juli aanstaande zal ingaan, of met ingang van 1 januari 2010, devierdetranche

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 15 september 1997

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 15 september 1997 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 15 september 1997 Vonnisnummer : 1996-023 (volgens Jurdoc CD-rom 1977-023) Datum : 15 september 1997 Rechters : mrs. H. Warnink, J. Moltmaker en Th. Groeneveld Middel :

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Artikelen en jurisprudentie Formeel Belastingrecht RF304

Artikelen en jurisprudentie Formeel Belastingrecht RF304 Artikelen en jurisprudentie Formeel Belastingrecht RF304 Probleem 1: Soorten aanslagen Gerechtshof Den Haag 20 april 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1216, NTFR 2016/1539 Kern: Hof vernietigt navorderingsaanslag

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn?

Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn? Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn? 20 maart 2017 Anke Feenstra Roel Kerckhoffs Programma Deel I: Pauze met buffet Deel II: Borrel Buitenlands vermogen Eenvoudig witwassen Medeplegersboetes/feitelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Introductie tot de FIU-Nederland

Introductie tot de FIU-Nederland Introductie tot de FIU-Nederland H.M. Verbeek-Kusters EMPM Hoofd FIU - Nederland l 05-06-2012 Inhoud presentatie Witwassen Organisatie FIU-Nederland Van ongebruikelijk naar verdacht Wat is een ongebruikelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4466

ECLI:NL:HR:2001:AD4466 ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Verhullen van de herkomst bij witwassen

Verhullen van de herkomst bij witwassen Verhullen van de herkomst bij witwassen Een stand van zaken en handvatten voor de praktijk mr. W.H. Hulst & mr. S. Visser* 1. Inleiding Als witwassen is in het Wetboek van Strafrecht in art. 420bis lid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Witwasbestrijding, meldingsplicht en het OM

Witwasbestrijding, meldingsplicht en het OM Nationaal Anti-witwascongres 13 maart 2018 Witwasbestrijding, meldingsplicht en het OM Dop Kruimel Officier van Justitie, teamleider Fraudeteam Amsterdam Intro Het witwasproces en de bestrijding hiervan

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag gegrond. Datum: 13 november 2017

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

De wisselwerking tussen naheffen en navorderen omtrent belastingheffing over arbeidsinkomsten. M.M.N. Douven

De wisselwerking tussen naheffen en navorderen omtrent belastingheffing over arbeidsinkomsten. M.M.N. Douven De wisselwerking tussen naheffen en navorderen omtrent belastingheffing over arbeidsinkomsten M.M.N. Douven 1. Inleiding Elk jaar krijgen werknemers een uitnodiging tot het doen van een aangifte inkomstenbelasting.

Nadere informatie

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege. ARUBA Artikel 65 ALB Ingeval een belastingplichtige of inhoudingsplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt, vóórdat

Nadere informatie

ontnemingsbeslissing

ontnemingsbeslissing ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 Instantie Datum uitspraak 20-08-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/297897 / HA RK 15-74 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische

Nadere informatie

Jurisprudentiële ontwikkelingen ten aanzien van witwassen

Jurisprudentiële ontwikkelingen ten aanzien van witwassen Jurisprudentiële ontwikkelingen ten aanzien van witwassen Mr. P.C. Verloop 1 1. Inleiding Jarenlang werd de strafbaarstelling van witwassen steeds verder uitgebreid. Iedere vorm van onverklaard bezit leek

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 3 juni 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 3 juni 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-026 d.d. 31 augustus 2016 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. A.S. Hartkamp, mr. C.A. Joustra en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

de bank ambtshalve onderzoek de bank Definitieve Bevindingen

de bank ambtshalve onderzoek de bank Definitieve Bevindingen POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de bank DATUM 17 maart 2006 CONTACTPERSOON

Nadere informatie

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 juli 2014 Onderwer Beantwoording inbreng schriftelijk overleg

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1318

ECLI:NL:GHSHE:2014:1318 ECLI:NL:GHSHE:2014:1318 Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer : 20-001156-12 OWV Uitspraak : 9 mei 2014 TEGENSPRAAK Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 841 Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Jachtseizoen op zwartspaarders geopend

Jachtseizoen op zwartspaarders geopend Jachtseizoen op zwartspaarders geopend Het jachtseizoen op zwartspaarders is vol geopend. Inmiddels is gebleken dat het ministerie van Financiën geen enkel middel schuwt. Nu is zelfs bekend gemaakt dat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:205

ECLI:NL:GHDHA:2014:205 ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Vrijwillige Verbetering

Vrijwillige Verbetering Vrijwillige Verbetering Inkeerregeling Waarom uw kinderen opzadelen met die buitenlandse bankrekening? 1. Inkeerregeling in het kort Inkeren is het vrij maken van het vermogen voor de toekomst door alsnog

Nadere informatie

Kale kikker of toch kale kip?

Kale kikker of toch kale kip? Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie