5. Op 25 november 2014 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. VSP, PostNL en de gemeente Rotterdam waren hierbij aanwezig.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "5. Op 25 november 2014 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. VSP, PostNL en de gemeente Rotterdam waren hierbij aanwezig."

Transcriptie

1 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/ Zaaknummer: Datum: 10 april 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 48, eerste lid, van de Postwet 2009 in samenhang gelezen met artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht tot het opleggen van een last onder dwangsom aan Koninklijke PostNL B.V. wegens overtreding van artikel 9 van de Postwet 2009 (de non-discriminatie- en transparantieverplichting, alsmede het kenbaarheidsvereiste). 1. Verloop van de procedure 1. Bij brief van 8 juli 2014 heeft Van Straaten Post B.V. (hierna: VSP) de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) verzocht handhavend op te treden tegen Koninklijke PostNL B.V. (hierna: PostNL) in verband met verschillende gedragingen van PostNL in het kader van zijn aanbod in de aanbesteding van postdiensten door de gemeente Rotterdam. 2. Bij brieven van 29 juli 2014 heeft ACM naar aanleiding van het handhavingsverzoek nadere vragen gesteld aan VSP. Aan PostNL is op 30 juli 2014 gevraagd om zijn zienswijze op het handhavingsverzoek en zijn er nadere vragen gesteld. PostNL heeft hier bij brief van 29 augustus 2014 op gereageerd. Op 5 september 2014 heeft VSP per brief gereageerd op de vragenbrief van ACM. 3. Bij brief van 6 november 2014 heeft ACM PostNL uitgenodigd voor een hoorzitting in de onderhavige zaak. [VERTROUWELIJK]. Voorts heeft ACM een aantal aanvullende vragen gesteld, welke op de hoorzitting aan de orde zijn gekomen. 4. Bij brieven van 11 november 2014 zijn VSP en de gemeente Rotterdam uitgenodigd voor de hoorzitting in de onderhavige zaak. Voorts zijn aan VSP enkele aanvullende vragen gesteld. Hierop is door VSP gereageerd bij brief van 21 november Pagina 1/48 T F info@acm.nl Muzenstraat WB Den Haag Postbus BH Den Haag 5. Op 25 november 2014 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. VSP, PostNL en de gemeente Rotterdam waren hierbij aanwezig. 6. Bij brief van 1 december 2014 is PostNL ingegaan op een aantal vragen die tijdens de hoorzitting zijn gesteld, maar op dat moment niet door PostNL konden worden beantwoord. Tevens heeft PostNL bij brief van 5 december 2014 een nadere toelichting gegeven op de tijdens de hoorzitting ter sprake gekomen vraag of de gemeente Rotterdam van oordeel was dat PostNL als onderaannemer moet worden gezien in de inschrijving van VSP.

2 7. Op 22 december 2014 heeft ACM per brief een vooraankondiging van het besluit aan PostNL gestuurd (hierna: voorgenomen besluit). Op dezelfde dag heeft ACM per brief het dictum van de vooraankondiging van het besluit verstuurd aan VSP en de gemeente Rotterdam. 8. Op 9 januari 2015 heeft ACM per brief de door PostNL van bedrijfsvertrouwelijke gegevens geschoonde versie van het voorgenomen besluit aan VSP en de gemeente Rotterdam gestuurd. 9. Op 16 januari 2015 hebben zowel VSP als PostNL per brief hun zienswijzen op het voorgenomen besluit aan ACM verstrekt. In de bij dit besluit behorende nota van bevindingen gaat ACM nader op deze zienswijzen in. Voor zover deze zienswijzen tot een aanpassing van het voorgenomen besluit hebben geleid, is dit in de nota van bevindingen aangegeven. 2/48 2. Feiten 10. Op 20 maart 2014 heeft de gemeente Rotterdam een Europese aanbesteding uitgeschreven (2014.DBO.1.005) voor de verrichting van haar postdiensten per 1 juni De aanbesteding bestond uit drie percelen waarbij op het perceel voor tijd kritisch gebonden post is ingeschreven door zowel PostNL als VSP. Op 10 juni 2014 heeft de gemeente Rotterdam per brief aan VSP medegedeeld dat PostNL een betere score heeft behaald op de beoordelingsaspecten prijs en kwaliteit en dat zij daarom voornemens is de aanbesteding te gunnen aan PostNL. 11. Per brief d.d. 26 juni 2014 heeft VSP de gemeente Rotterdam verzocht maatregelen te nemen tegen PostNL, omdat hij met zijn aanbieding in strijd zou hebben gehandeld met de nondiscriminatieverplichting uit artikel 9 van de Postwet Op 3 juli 2014 heeft de gemeente Rotterdam daar afwijzend op gereageerd waarna VSP op 8 juli 2014 de gemeente heeft ingelicht dat hij een handhavingsverzoek heeft ingediend bij ACM. Tevens heeft VSP de gemeente Rotterdam verzocht de Alcatel-termijn op te schorten in afwachting van het besluit van ACM. De gemeente Rotterdam heeft op 11 juli 2014 PostNL ingelicht over het opschorten van de Alcatel-termijn tot 14 dagen na het besluit van ACM, doch tot uiterlijk 1 januari Handhavingsverzoek VSP 12. Op 8 juli 2014 heeft VSP aan ACM verzocht om handhavend op te treden tegen PostNL. Volgens VSP hanteert PostNL discriminatoire tarieven voor de toegang tot zijn netwerk in aanbestedingen. Concrete aanleiding voor het handhavingsverzoek van VSP is de aanbesteding door de gemeente Rotterdam. Op basis van het gegeven dat VSP de aanbesteding van tijdskritische post (perceel 1) onder meer op basis van het criterium prijs heeft verloren van PostNL, concludeert VSP dat PostNL artikel 9 van de Postwet 2009 moet

3 hebben geschonden. 13. VSP wijst specifiek op een aantal kortingen waarvan hij vermoedt dat die door PostNL aan de gemeente Rotterdam zijn aangeboden. Indien PostNL de gemeente Rotterdam een aanbod heeft gedaan voor een overeenkomst met een looptijd van twee jaar en met een volumegarantiekorting, terwijl de gemeente Rotterdam geen volumegarantie heeft afgegeven, heeft PostNL (hogere) kortingen aangeboden dan waarvoor VSP in dezelfde omstandigheden in aanmerking zou komen. Voorts stelt VSP dat PostNL de gemeente Rotterdam vaste tarieven voor specifieke gewichtsklassen heeft geboden. Voor VSP is het niet mogelijk om deze gewichtsklassen bij PostNL tegen een vast tarief af te nemen. Op basis van eigen berekeningen stelt VSP dat de tarieven die PostNL aan de gemeente Rotterdam heeft aangeboden niet op gelijke wijze voor andere handelspartners worden gehanteerd. VSP en andere (potentiële) concurrenten zijn daardoor minder goed in staat de concurrentie met PostNL aan te gaan. 3/ Op 5 september 2014 merkt VSP in reactie op vragen van ACM aanvullend op dat PostNL zich niet houdt aan zijn verplichting om transparant en non-discriminatoir te zijn als hij speciale tarieven en voorwaarden hanteert. Het Tarievenboekje van PostNL waaruit volgens VSP het voor postvervoerbedrijven afneembare aanbod zou moeten blijken, voldoet niet aan de eisen van transparantie en kenbaarheid. Het Tarievenboekje bevat namelijk niet alle diensten, tarieven, staffels, condities en voorwaarden die PostNL voor speciale tarieven en voorwaarden hanteert. 4. Zienswijze PostNL 15. PostNL stelt dat hij het betreffende perceel uit de aanbesteding van de gemeente Rotterdam heeft gewonnen omdat hij op basis van zowel het gunningscriterium kwaliteit als het gunningscriterium prijs beter heeft gescoord dan VSP. Naar de mening van PostNL is er in het kader van de aanbesteding van de gemeente Rotterdam geen sprake van een schending van artikel 9 van de Postwet Volgens PostNL is er derhalve geen enkele reden waarom de opdracht niet aan hem zou mogen worden gegund. 16. PostNL stelt dat zijn inschrijving in het kader van de openbare aanbesteding niet in strijd kan zijn met artikel 9 van de Postwet 2009, omdat de gemeente Rotterdam geen postvervoerbedrijf is en dit artikel slechts betrekking heeft op de voorwaarden en tarieven die PostNL hanteert richting andere postvervoerbedrijven. Derhalve kan de aanbieding aan de gemeente Rotterdam volgens PostNL niet getoetst worden aan artikel 9 van de Postwet Voorts heeft PostNL tijdens de hoorzitting aangevoerd dat VSP niet kwalificeert als postvervoerbedrijf. In dit verband voert hij aan dat VSP niets anders doet dan het wederverkopen van diensten van PostNL, hetgeen niet als postvervoerdienst kan worden

4 gekwalificeerd. Ook wijst PostNL erop dat de dienstverlening van VSP feitelijk slechts bestaat uit het collecteren van poststukken om deze bij PostNL aan te bieden voor bezorging. In de Postwet 2009 is dergelijke dienstverlening expliciet uitgezonderd van het begrip postvervoerdienst. 18. Voor zover VSP wel als postvervoerbedrijf zou moeten worden aangemerkt, stelt PostNL zich op het standpunt dat de tarieven en voorwaarden welke door PostNL aan VSP worden geboden transparant en non-discriminatoir zijn. VSP wordt niet anders behandeld dan andere afzenders en andere postvervoerbedrijven. PostNL is van mening dat hij met het Tarievenboekje en de mogelijkheid om telefonisch contact op te nemen met betrekking tot eventueel geldende kortingen tevens aan de transparantieverplichting voldoet. De wijze waarop aan de transparantieverplichting wordt voldaan is volgens PostNL met ACM afgestemd. 4/ Voor de zienswijzen van PostNL en van VSP verwijst ACM voor het overige naar de bij dit besluit behorende nota van bevindingen. 5. Juridisch kader 20. Op grond van artikel 37, eerste lid, van de Postwet 2009 is ACM belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die wet, met uitzondering van hoofdstuk Ingevolge artikel 48, eerste lid, van de Postwet 2009 is ACM bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens die wet gestelde verplichtingen, met uitzondering van de verplichtingen bij of krachtens hoofdstuk 11. Uit artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat ACM in plaats van het uitoefenen van bestuursdwang een last onder dwangsom kan opleggen. 22. Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Postwet 2009 wordt onder postvervoer verstaan: het geheel van handelingen dat bedrijfsmatig wordt verricht teneinde poststukken af te leveren. 23. Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Postwet 2009 wordt onder postvervoerdienst verstaan: een of meer van de handelingen, bedoeld in onderdeel c. 24. Ingevolge artikel 2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Postwet 2009 wordt onder postvervoerbedrijf verstaan: eenieder die postvervoerdiensten aanbiedt. 25. Ingevolge artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Postwet 2009 wordt in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, onder postvervoer niet verstaan: het vervoer, dat wordt verricht onder verantwoordelijkheid van de afzender, van poststukken die kennelijk bestemd zijn om

5 op een met een postvervoerbedrijf afgesproken plaats te worden overgedragen aan dat postvervoerbedrijf, teneinde de poststukken door dat postvervoerbedrijf op de afzonderlijke adressen te laten bezorgen. 26. Artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009 luidt: Indien een postvervoerbedrijf, dat beschikt over een netwerk waarmee poststukken op ten minste vijf dagen per week kunnen worden bezorgd op alle adressen in Nederland, met gebruikmaking van dat netwerk postvervoer verricht tegen speciale voorwaarden en tarieven, verricht hij dit postvervoer voor andere postvervoerbedrijven tegen non-discriminatoire en transparante voorwaarden en tarieven ten opzichte van andere afzenders en andere postvervoerbedrijven. Onder andere postvervoerbedrijven vallen ook groepsmaatschappijen die in een groep verbonden zijn in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met het postvervoerbedrijf dat beschikt over een netwerk als bedoeld in de eerste volzin. 5/ Uit de memorie van toelichting op de Postwet volgt dat op grond van deze bepaling: ( ) vergelijkbare gevallen gelijk behandeld [moeten; toevoeging ACM] worden. Voor ( ) postvervoerbedrijven behoren daarom dezelfde voorwaarden en tarieven te gelden als voor klanten die geen postvervoerbedrijf zijn, als zij een vergelijkbare dienstverlening wensen voor hun partijenpost, die van vergelijkbare omvang en bewerkelijkheid is. Daarbij is het denkbaar dat bijvoorbeeld zowel de frequentie als de omvang van de aangeboden partij post niet exact hetzelfde zijn, terwijl toch sprake is van vergelijkbare gevallen. Het postvervoerbedrijf moet deze twee soorten aanbieders dan gelijk behandelen, en tarieven en voorwaarden bieden die horen bij de aangeboden partij post. 28. Artikel 9, derde lid, van de Postwet luidt: Een postvervoerbedrijf als bedoeld in het eerste lid zorgt ervoor dat de geldende speciale voorwaarden en tarieven voor eenieder kenbaar zijn. 29. Uit de memorie van toelichting op de Postwet volgt dat op grond van deze bepaling: ( ) dat de speciale tarieven en voorwaarden transparant en non-discriminatoir zijn, betekent dat eenieder een beeld moet kunnen hebben van de structuur en hoogte van de speciale tarieven van het in het eerste lid bedoelde postvervoerbedrijf. Dat brengt mee, dat het 1 Kamerstukken II, , , nr. 3, p Kamerstukken II, , , nr. 3, p. 35.

6 postvervoerbedrijf ervoor moet zorgen dat de structuur van de speciale tarieven en voorwaarden voor eenieder kenbaar zijn en kunnen worden geraadpleegd. Het postvervoerbedrijf behoeft niet de afgesloten contracten op te nemen, maar de in het derde lid opgenomen zorgplicht vereist dat de gehanteerde tariefstructuurkenbaar wordt gemaakt. Het postvervoerbedrijf is in beginsel vrij in de wijze waarop het de tarieven kenbaar maakt, bijvoorbeeld via een website." 6. Overwegingen ACM 30. ACM stelt voorop dat in deze procedure de vraag voorligt of PostNL al dan niet in overeenstemming met artikel 9 van de Postwet 2009 heeft gehandeld. Het gaat dus niet om de vraag wat de uitkomst van de aanbestedni gsprocedurevan de gemeente Rotterdam zou moeten zijn. 31. Ten aanzien van het handhavingsverzoek zoals dat door VSP is ingediend, concludeert ACM dat VSP kwalificeert als een postvervoerbedrijf en zich dus met recht kan beroepen op artikel 9 van de Postwet Voorts is ACM van oordeel dat PostNL in het kader van de aanbesteding voor postdiensten door de gemeente Rotterdam in strijd heeft gehandeld met artikel 9 van de Postwet Derhalve legt ACM aan PostNL een last onder dwangsom op. 6.1 VSP is een postvervoerbedrijf 32. PostNL betoogt dat VSP niet als postvervoerbedrijf kan worden aangemerkt en zich daarom niet kan beroepen op artikel 9 van de Postwet In dit verband heeft PostNL aangevoerd dat VSP niets anders doet dan het wederverkopen van diensten van PostNL. Daarnaast is het collecteren van poststukken om deze bij PostNL aan te bieden voor bezorging expliciet uitgezonderd van het begrip postvervoerdienst, zodat VSP ook om die reden volgens PostNL niet als postvervoerbedrijf kan worden aangemerkt. 33. ACM deelt dit standpunt van PostNL niet. In artikel 2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Postwet 2009 is opgenomen dat eenieder die postvervoerdiensten aanbiedt een postvervoerbedrijf is. Uit artikel 2, eerste lid, aanhef en onder d, jo. artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Postwet 2009 volgt dat postvervoerdiensten een of meerdere handelingen zijn die bedrijfsmatig worden verricht teneinde poststukken af te leveren. 34. Zoals door VSP gesteld - en door PostNL niet weersproken - biedt VSP in ieder geval dienstverlening die er uit bestaat dat hij poststukken bij zijn klanten ophaalt, (in elk geval een deel van) deze stukken gereed maakt voor aflevering bij een business point of business balie van PostNL en deze stukken vervolgens daar aanbiedt ter verwerking. Elk van deze door VSP verrichte handelingen afzonderlijk kwalificeert naar het oordeel van ACM reeds als een postvervoerdienst, als gevolg waarvan VSP dient te worden aangemerkt als postvervoerbedrijf.

7 35. Voorts merkt ACM op dat VSP onderbouwd heeft gesteld dat hij binnen zijn eigen bezorgingsgebiedzelf tot bezorging van gecollecteerde poststukken overgaat en dat hij voor poststukken die buiten zijn eigen bezorgingsgebied bezorgd moeten worden afhankelijk is van bezorging door PostNL. De enkele stelling van PostNL dat bij zijn weten VSP zelf geen poststukken bezorgt, maar slechts een wederverkoper is van diensten van PostNL treft dan ook geen doel. Ook dit leidt tot het oordeel dat VSP als postvervoerbedrjif als bedoeld in de Postwet 2009 dient te worden aangemerkt. 36. Het beroep dat PostNL doet op artikel 2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Postwet 2009 kan niet leiden tot het oordeel dat VSP niet als postvervoerbedrijf kan worden gekwalificeerd. De uitzondering ten aanzien van postvervoerdiensten waar PostNL op wijst ziet op vervoer van poststukken dat wordt verricht onder verantwoordelijkheid van de afzender. Gesteld noch gebleken is dat het vervoer van poststukken, zoals dat door VSP wordt verricht, in plaats van voor eigen rekening en risico onder de verantwoordelijkheid van de (verschillende) afzender(s) wordt verricht door VSP. 6.2 Overtreding 37. Uit artikel 9 van de Postwet 2009 vloeien voor PostNL, voor zover hier van belang, drie verschillende verplichtingenvoort. Om te beginnen de non-discriminatie- en de transparantieverplichting die zijn opgenomen in het eerste lid van het artikel. Daarnaast dient PostNL te voldoen aan het kenbaarheidsvereiste dat is neergelegd in het derde lid. 38. In zijn handhavingsverzoek heeft VSP feiten en omstandigheden genoemd waarvan hij meent dat deze strijd opleverenmet artikel 9 van de Postwet Volgens VSP betreft dit zowel de non-discriminatie- en transparantieverplichting als het kenbaarheidsvereiste. Alvorens in te gaan op specifieke door VSP aangedragen feiten en omstandigheden, zal ACM eerst ingaan op de wijze waarop naar haar oordeel invulling moet worden gegeven aan de genoemde verplichtingen Non-discriminatie 39. Ingevo lge artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009 dient PostNL postvervoer voor andere postvervoerbedrijven tegen non-discriminatoire en transparante voorwaarden en tarieven ten opzichte van andere afzenders en andere postvervoerbedrijven te verrichten. 40. Artikel 9 dient te worden bezien in de context van de liberalisering van de postmarkt. Met deze bepaling hebben alternatieve postvervoerbedrijven de mogelijkheid om gebruik te maken van het bezorgnetwerk van PostNL. Dit verschaft hen de mogelijkheid om met PostNL te concurreren om de (zakelijke) eindgebruiker. PostNL dient de diensten die hij biedt aan zijn zakelijke klanten, onder dezelfde voorwaarden en tegen dezelfde tarieven aan te bieden aan

8 postvervoerbedrijven. Uit de parlementaire geschiedenis 3 bij dit artikel blijkt dat het hierbij denkbaar is dat bijvoorbeeld zowel de frequentie als de omvang van de aangeboden partij post niet exact hetzelfde zijn, terwijl toch sprake is van vergelijkbare gevallen. 41. Voorts vereist de non-discriminatieverplichting dat de voorwaarden die door PostNL gesteld worden om in aanmerking te komen voor bepaalde dienstverlening of kortingsregelingen geen discriminatoire uitwerkingen hebben. Het is PostNL bijvoorbeeld niet toegestaan de voorwaarden zo vorm te geven dat postvervoerbedrijven van bepaalde dienstverlening de facto geen gebruik kunnen maken, omdat zij niet aan de voorwaarden kunnen voldoen. Ook de omgekeerde situatie, dat voorwaarden worden vormgegeven zodat (nagenoeg alleen) postvervoerbedrijven slechts van bepaalde dienstverlening gebruik kunnen maken, levert naar het oordeel van ACM strijd op met artikel Transparantieverplichting en kenbaarheidsvereiste 8/ Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009 dient PostNL postvervoer voor andere postvervoerbedrijven tegen non-discriminatoire en transparante voorwaarden en tarieven ten opzichte van andere afzenders en andere postvervoerbedrijven te verrichten. Het derde lid van artikel 9 voegt daaraan toe dat deze voorwaarden en tarieven voor eenieder kenbaar dienen te zijn. 43. Zoals gezegd dient artikel 9 te worden bezien in het licht van de liberalisering van de postmarkt. Naast de non-discriminatieverplichting heeft de wetgever PostNL tevens de verplichting opgelegd tot transparantie van speciale voorwaarden en tarieven. De transparantieverplichting maakt het voor postvervoerbedrijven mogelijk om te controleren of zij inderdaad non-discriminatoir worden behandeld. Voorts is de informatie met betrekking tot speciale voorwaarden en tarieven noodzakelijk voor alternatieve postvervoerbedrijven om effectief de concurrentie met PostNL aan te kunnen gaan. 44. Het derde lid van artikel 9 benadrukt nogmaals de noodzaak tot kenbaarheid van de speciale voorwaarden en tarieven, door voor te schrijven dat de door PostNL gehanteerde voorwaarden en tarieven voor eenieder kenbaar moeten zijn. ACM is overigens van oordeel dat PostNL op grond van deze bepaling slechts gehouden is tot het kenbaar maken van speciale voorwaarden en tarieven aan andere postvervoerbedrijven. Een verdergaande uitleg, inhoudende dat PostNL al zijn tarieven voor een ieder openbaar zou moeten maken, acht ACM niet proportioneel. 45. Op grond van de transparantieverplichting en het kenbaarheidsvereiste dient PostNL de door hem gehanteerde speciale voorwaarden en tarieven transparant te maken. Uit de 3 Zie randnummer 27

9 parlementaire geschiedenis bij artikel 9 blijkt dat transparantie van voorwaarden en tarieven inhoudt: ( ) dat eenieder een beeld moet kunnen hebben van de structuur en hoogte van de speciale tarieven ( ) 4. Dit betekent naar het oordeel van ACM niet dat PostNL zijn contracten met zakelijke klanten openbaar dient te maken. Het betekent wel dat PostNL er voor moet zorgen dat andere postvervoerbedrijven, die voor (een gedeelte van) hun dienstverlening van PostNL afhankelijk zijn, kennis moeten kunnen nemen van de door PostNL gehanteerde speciale tarieven en voorwaarden. Dit houdt in dat andere postvervoerbedrijven inzicht moeten hebben in alle door PostNL aan (zakelijke) klanten aangeboden diensten, kortingsregelingen, kortingsstaffels en kortingspercentages, alsmede alle voorwaarden die gelden om daarvoor in aanmerking te komen. Deze informatie dient correct, actueel en voor postvervoerbedrijven eenvoudig te raadplegen te zijn. In dit verband merkt ACM op dat het PostNL in beginsel vrij staat om zelf te bepalen op welke wijze hij deze informatie transparant aan postvervoerbedrijven aanbiedt. Hierbij valt te denken aan een beveiligde pagina van zijn website of een nieuwsbrief voor postvervoerbedrijven. Uitgangspunt is dat de desbetreffende informatie op non-discriminatoire wijze aan alle postvervoerbedrijven transparant en kenbaar gemaakt wordt. 9/48 Eerdere beoordeling door ACM van de transparantieverplichting 46. Ten aanzien van de transparantieverplichting begrijpt ACM het betoog van PostNL zo dat er naar de mening van PostNL geen sprake kan zijn van strijd met de transparantieverplichting, omdat hij bij de invulling hiervan handelt conform de uitleg van ACM. In dit verband heeft hij - onder meer gewezen op het feit dat ACM (destijds de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit) in haar evaluatie van artikel 9 van de Postwet het volgende heeft aangegeven: Concluderend stelt het college dat TNT Post in 2009 haar tarieven en voorwaarden voor toegang van postvervoerbedrijven tot haar netwerk vooralsnog voldoende transparant maakt via haar tarievenboekjes en via haar website. Op grond van de beschikbare informatie oordeelt het college dat TNT Post in beginsel een duidelijke tariefstructuur, waarbij kortingen en voorwaarden afhangen van de omzet, het volume, het afgenomen product en de type aanlevering. De tarievenboekjes lijken op grond van de beschikbare informatie aan te sluiten bij de informatiebehoefte, met correcte en actuele informatie. Gelet op de reikwijdte van artikel 9, eerste lid (alleen transparantie jegens postvervoerbedrijven) is de informatie van TNT Post ook voldoende volledig. 4 Kamerstukken II, , , nr. 3, p Evaluatie artikel 9 Postwet 2009, 31 maart 2010, OPTA/AM/2010/201170; online beschikbaar via

10 47. Uit vorenstaande passage blijkt dat ACM destijds (in 2010) de tarieven en voorwaarden van PostNL voor toegang van postvervoerbedrijven tot zijn netwerk voldoende transparant oordeelde. In dit verband merkt ACM op dat het oordeel gebaseerd is op de informatie die ACM destijds ter beschikking stond. Voorts heeft ACM met dit oordeel niet beoogd de invulling die PostNL aan de transparantieverplichting geeft ook voor de toekomst vast te leggen. In het rapport is uitdrukkelijk aangegeven dat de daarin beschreven invulling van de transparantieverplichting kan wijzigen indien in de toekomst mocht blijken dat postvervoerbedrijven grotere volumes afnemen bij PostNL, omdat dan wel inzicht moet worden gegeven in de hoogte van bepaalde kortingen en voorwaarden 6. Ook overigens blijkt uit de bewoordingen van het rapport en de gevoerde correspondentie over de transparantieverplichting dat ACM niet heeft beoogd daarover destijds een definitief oordeel te geven. PostNL mocht er dus niet zonder meer op vertrouwen dat dit oordeel ook voor de toekomst zou gelden. 10/ Zoals gezegd, is het oordeel van ACM in 2010 gebaseerd op de haar op dat moment ter beschikking staande informatie. De werkwijze van PostNL, en daarmee de mate van transparantie, is in de loop der jaren veranderd. Om te beginnen zijn er significante wijzigingen opgetreden in de mate van informatieverstrekking in het openbare Tarievenboekje. Waar sommige kortingsstaffels in de Tarievenboekjes van 2009 nog openbaar en voor postvervoerbedrijven kenbaar waren, is daar in de huidige Tarievenboekjes niet tot nauwelijks meer sprake van. 49. Verder is de huidige werkwijze van PostNL dat hij de standaardtarieven per dienst en een aantal kortingen bekend maakt door de publicatie van het openbare Tarievenboekje en verschillende algemene voorwaarden op zijn website. In het Tarievenboekje wordt tevens aangegeven dat telefonisch contact kan worden opgenomen met PostNL in het geval een klant in bepaalde gevallen wil weten hoeveel korting hij kan krijgen. [VERTROUWELIJK]. 50. Gelet op de wijzigingen in het Tarievenboekje, alsmede de gewijzigde handelwijze van PostNL in het transparant en kenbaar maken van speciale tarieven en voorwaarden, kan niet worden gesteld dat ACM met haar oordeel in 2010 heeft ingestemd met de manier waarop PostNL in 2014 de transparantieverplichting heeft ingevuld. 51. Daarbij geldt dat de marktomstandigheden ten opzichte van de periode waarop de door ACM uitgevoerde evaluatie van artikel 9 van de Postwet 2009 zag gewijzigd zijn. In dit verband wijst ACM erop dat enkele regionale postvervoerbedrijven hun postvolumes aanzienlijk hebben weten uit te breiden. Doordat de desbetreffende bedrijven voor een groter volume afhankelijk zijn van PostNL voor bezorging buiten hun eigen bezorgingsgebied, is hun belang met 6 Rapport Evaluatie artikel 9 Postwet 2009, blz. 55.

11 betrekking tot transparante en kenbare speciale tarieven en voorwaarden toegenomen. 52. ACM acht de huidige tariefstructuur van PostNL, inclusief alle voorwaarden van beschikbare diensten, kortingsvormen en toeslagen voor postvervoerbedrijven op basis van het Tarievenboekje en de website van PostNL al dan niet in combinatie met het individuele prijsplan per gecontracteerde klant in de huidige markt onvoldoende transparant en kenbaar voor postvervoerbedrijven. Zij hebben alleen zicht op hun eigen situatie en kunnen niet nagaan wat de overige kortingen en speciale voorwaarden van PostNL zijn en wat dit mogelijk voor gevolgen kan hebben voor hun inkoopkosten bij veranderende jaarvolumes of aanleverwijzen. Het gevolg hiervan is dat andere postvervoerbedrijven niet (goed) kunnen inschatten wat hun inkoopkosten bij PostNL zijn, waardoor zij bij offertes een onzekerheidsmarge zullen moeten aanhouden, waardoor zij minder scherpe aanbiedingen zullen kunnen doen. Tevens is het voor hen niet mogelijk na te gaan of het aanbod dat ze van PostNL ontvangen daadwerkelijk non-discriminatoir is. 11/ Beoordeling ACM 53. Voor de beoordeling van het handhavingsverzoek van VSP is het Tarievenboekje van januari 2014 relevant Op basis van de informatie die door partijen aan ACM is verstrekt, beoordeelt ACM in deze paragraaf verschillende tariefelementen die door PostNL worden gehanteerd in relatie tot het door PostNL aan de gemeente Rotterdam gedane aanbod. In dit verband wordt nagegaan of de in dit aanbod gehanteerde voorwaarden en tarieven non-discriminatoir en transparant aan postvervoerbedrijven zoals VSP worden aangeboden. Voorts beoordeelt ACM of aan het kenbaarheidsvereiste is voldaan. Navolgend worden achtereenvolgens de jaarvolumekorting, de volumegarantiekorting, de meerjarenkorting en het hanteren van vaste tarieven voor gewichtsklassen in plaats van de standaard tariefstructuur behandeld Jaarvolumekorting 55. In het Tarievenboekje wordt melding gemaakt van het bestaan van een jaarvolumekorting voor brievenbuspostpartijen. [VERTROUWELIJK]. PostNL beschrijft dat afnemers vanaf een jaarvolume van stuks brievenbuspost in aanmerking komen voor jaarvolumekorting. De korting bedraagt volgens het Tarievenboekje minimaal 3% op het standaardtarief. 8 Hoe hoog de korting exact is, wordt op basis van het Tarievenboekje niet duidelijk. 7 Zo zijn de Posttarieven per januari 2014 online beschikbaar via PostNL_tcm pdf. 8 PostNL Tarievenboekje (op p. 13).

12 56. In antwoord op vragen van ACM geeft PostNL op 1 december 2014 aan dat [VERTROUWELIJK]. 9 PostNL stelt dat deze kortingsstaffels op non-discriminatoire basis worden toegepast ten aanzien van andere postvervoerbedrijven. 57. ACM stelt vast dat de geldende voorwaarden en tarieven van de jaarvolumekorting niet kenbaar zijn voor postvervoerbedrijven. Weliswaar krijgen zij op grond van hun individuele parameters tarieven waar de korting voor het jaarvolume in is verdisconteerd, waardoor zij het effect van de korting op de tarieven kunnen zien, maar dit leidt niet tot een transparante en kenbare kortingsregeling. [VERTROUWELIJK]. Hierdoor is de hoogte van de afzonderlijk aan hem aangeboden jaarvolumekorting voor een postvervoerbedrijf niet kenbaar. In de tweede plaats is het postvervoerbedrijf indien hij überhaupt al op de hoogte is van de aan hem geboden jaarvolumekorting slechts bekend met het kortingspercentage van zijn eigen staffel. Een postvervoerbedrijf is overigens evenmin bekend met de opbouw van de jaarvolumekortingsregeling, het is onduidelijk welke jaarvolumestaffels er zijn. Hierdoor is het voor een postvervoerbedrijf niet mogelijk om in zijn aanbiedingen aan klanten rekening te houden met de hogere korting behorende bij de nieuwe jaarvolumestaffel. Het vorenstaande leidt ertoe dat de concurrentiedruk van andere postvervoerders vermindert. Het vorenstaande brengt ACM tot de conclusie dat er ten aanzien van de jaarvolumekorting sprake is van een niet-transparante en niet-kenbare speciale tariefstructuur. Dit acht ACM niet in overeenstemming met de transparantieverplichting en het kenbaarheidsvereiste van artikel 9 van de Postwet / Volumegarantiekorting 58. [VERTROUWELIJK]. De volumegarantiekorting wordt niet vermeld in het Tarievenboekje dat door PostNL op zijn website wordt gepubliceerd, [VERTROUWELIJK]. In zijn brief aan ACM stelt PostNL op 1 december 2014 dat wanneer klanten een volumegarantie afgeven c.q. voldoende zekerheid bieden over het postvolume dat ze in ieder contractjaar bij PostNL aanbieden, PostNL een korting hanteert die afhankelijk van het volume [VERTROUWELIJK]. Non-discriminatie verplichting 59. De gemeente Rotterdam heeft expliciet aangegeven dat zij geen garantie geeft voor de omvang van haar postvolume. 10 In dit verband heeft zij mede gewezen op het voornemen van de gemeente om een digitaliseringsslag te maken. [VERTROUWELIJK]. VSP heeft gesteld dat hij niet onder dezelfde voorwaarden in aanmerking komt voor een dergelijke korting. 9 [VERTROUWELIJK]. 10 Zie in dit kader nota van inlichtingen van 17 april 2014, p. 3, bij de beantwoording van vraag 8 en de toelichting die de gemeente Rotterdam tijdens de hoorzitting heeft gegeven. Hoorzittingsverslag p

13 60. Gelet op het bestek van de aanbesteding alsmede de verklaring van de advocaat van de gemeente Rotterdam tijdens de hoorzitting, staat vast dat de gemeente slechts indicatieve volumes kenbaar heeft gemaakt en dat er expliciet geen sprake is van een volumegarantie. [VERTROUWELIJK] wanneer klanten een garantie afgeven c.q. voldoende zekerheid bieden. Uit hetgeen VSP naar voren heeft gebracht, volgt dat PostNL ten aanzien van VSP andere normen hanteert met betrekking tot de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor volumegarantiekorting. Immers, VSP moet een expliciete volumegarantie geven, wil hij in aanmerking kunnen komen voor de volumegarantiekorting. Derhalve is er naar de mening van ACM sprake van het discriminatoir toepassen van de volumegarantiekorting aangezien de aan de gemeente Rotterdam geboden voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen afwijken van de voorwaarden waaraan VSP dient te voldoen indien hij hiervoor eveneens in aanmerking zou willen komen. 13/ Voorts blijkt [VERTROUWELIJK]. Echter, PostNL weigert met VSP een meerjarencontract te sluiten (zie hierna in randnummer 66). Zo komt VSP niet voor de volumegarantiekorting in aanmerking. PostNL is voornemens om met de gemeente Rotterdam wel een meerjarencontract te sluiten, waardoor de gemeente wel in aanmerking komt voor de volumegarantiekorting. Ook dit leidt ertoe dat sprake is van een discriminatoire situatie. 62. Gelet op het vorenstaande concludeert ACM dat PostNL met de volumegarantiekorting in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009 handelt, door VSP anders te behandelen dan de gemeente Rotterdam. Transparantieverplichting en kenbaarheidsvereiste 63. ACM concludeert dat de volumegarantiekorting niet wordt beschreven in het openbare Tarievenboekje. Derhalve is het evenmin duidelijk onder welke voorwaarden een postvervoerbedrijf in aanmerking kan komen voor de volumegarantiekorting. Ook zijn de voorwaarden waaronder van deze korting gebruik kan worden gemaakt niet op nondiscriminatoire wijze voor postvervoerbedrijven transparant en kenbaar gemaakt. Dit geldt in elk geval voor de voorwaarde dat er geen garantie noodzakelijk is, maar dat er sprake dient te zijn van voldoende zekerheid. 64. Op basis van het voorgaande concludeert ACM dat de voorwaarden en tarieven van de volumegarantiekorting niet kenbaar zijn voor postvervoerbedrijven. In dit verband wijst ACM erop dat de opbouw, hoogte en voorwaarden van deze kortingsvorm noch in het Tarievenboekje, noch op andere wijze transparant en kenbaar wordt gemaakt. Hiermee handelt PostNL in strijd met artikel 9 van de Postwet 2009.

14 Contractduurkorting (meerjarenkorting) 65. [VERTROUWELIJK]. Non-discriminatieverplichting 66. VSP heeft PostNL verzocht om een meerjarencontract met een bijbehorende contractduurkorting. Dit is door PostNL geweigerd, zoals blijkt uit een van PostNL aan VSP van 13 februari VSP heeft tijdens de hoorzitting opgemerkt dat PostNL niet op een goede, eenduidige manier heeft onderbouwd waarom VSP niet voor deze korting in aanmerking komt. [VERTROUWELIJK]. 67. Het bovenstaande leidt ACM tot de conclusie dat het al dan niet verstrekken van de contractduurkorting afhangt van de vraag of PostNL bereid is om met de verzoekende partij een meerjarencontract aan te gaan. Door de gemeente Rotterdam een meerjarencontract aan te bieden en dit te onthouden aan VSP is er sprake van discriminatoire toepassing van de contractduurkorting. Hiermee handelt PostNL in strijd met artikel 9 van de Postwet Op deze wijze kan PostNL de inkoopprijs van een concurrent in een aanbesteding direct beïnvloeden, hetgeen betekent dat er geen sprake was van een level playing field ten tijde van de aanbesteding. 14/48 Transparantieverplichting en kenbaarheidsvereiste 68. De contractduurkorting volgt niet uit het openbare Tarievenboekje van PostNL. In het Tarievenboekje staat onder het kopje afwijkende situaties binnen- en buitenland dat er bij afwijkende situaties andere tarieven, kortingen en voorwaarden worden gehanteerd en dat de klant in deze situaties contact kan opnemen met PostNL om een afzonderlijk contract te sluiten. Contractduur wordt als voorbeeld van een afwijkende situatie genoemd. 11 Specifieke kortingsregelingen voor meerjarenovereenkomsten worden in het Tarievenboekje niet genoemd. Evenmin is duidelijk wanneer meerjarenovereenkomsten met partijen zullen worden afgesloten. 69. [VERTROUWELIJK 12 ], zodat voor hen niet kenbaar is hoe deze kortingsregeling is opgebouwd en wat de hoogte hiervan is. Daarnaast is de korting (mede)afhankelijk van de vraag of een partij in aanmerking komt voor een meerjarenovereenkomst en de voorwaarden die door PostNL hiervoor worden aangehouden worden nergens genoemd. [VERTROUWELIJK] en ACM de volumegarantiekorting in randnummer 67 reeds in strijd met de transparantieverplichting en het kenbaarheidsvereiste heeft beoordeeld, is alleen al om die reden ook de contractduurkorting in strijd met artikel 9 van de Postwet PostNL Tarievenboekje (op p. 14). 12 [VERTROUWELIJK].

15 70. Verder concludeert ACM op basis van het voorgaande dat de opbouw, hoogte en voorwaarden van de contractduurkorting voor postvervoerbedrijven niet voldoende kenbaar zijn. De opbouw, hoogte en voorwaarden van deze kortingsvorm worden noch in het Tarievenboekje, [VERTROUWELIJK] transparant en kenbaar voor postvervoerbedrijven weergegeven. Hiermee handelt PostNL in strijd met artikel 9 van de Postwet Hanteren vaste tarieven voor gewichtsklassen in plaats van standaard tariefstructuur 71. In de aanbesteding van de gemeente Rotterdam vraagt de gemeente om één tarief voor partijenpost gemengd van verschillende gewichtsklassen. Zo verzoekt de gemeente om een vast tarief voor partijenpost gemengd met een gemiddeld gewicht tussen 20 en 30 gram. 15/48 Non-discriminatieverplichting 72. In antwoorden op vragen van ACM stelt PostNL op 29 augustus 2014 dat [VERTROUWELIJK] [VERTROUWELIJK]. ACM is van oordeel dat PostNL hiermee een nieuwe tariefsystematiek heeft geïntroduceerd om te voldoen aan de vraag van de gemeente Rotterdam. PostNL biedt de gemeente immers vaste tarieven, [VERTROUWELIJK]. 74. Nu de gemeente Rotterdam gebruik kan maken van vorenstaande prijssystematiek, waarbij zij een vaste prijs betaalt voor brieven die binnen een bepaalde gewichtsklasse vallen, terwijl VSP per gram een ander tarief betaalt, concludeert ACM dat sprake is van een discriminatoire toepassing van de nieuwe tariefsystematiek. ACM is van oordeel dat om die reden sprake is van strijd met artikel 9 van de Postwet Transparantieverplichting en kenbaarheidsvereiste 75. Het openbare Tarievenboekje van PostNL bevat geen tarief voor de specifieke gewichtscategorieën die door de gemeente worden gevraagd. [VERTROUWELIJK]. 76. Zoals reeds opgemerkt in randnummer 72 heeft PostNL door het aanbieden van een vast tarief per gewichtsklasse een nieuwe tariefsystematiek geïntroduceerd. Deze door PostNL geoffreerde tarieven zijn voor postvervoerbedrijven niet kenbaar, aangezien niet al deze gewichtsklassen zijn opgenomen in het openbare Tarievenboekje. Daargelaten dat dit volgens ACM evenmin voldoet aan de eisen van transparantie en kenbaarheid, bevatten [VERTROUWELIJK] slechts tarieven per gram binnen verschillende gewichtstaffels. Dit is echter een heel andere systematiek dan een vaste prijs voor een gewichtsklasse. 13 Brief PostNL aan ACM d.d. 29 augustus 2014, antwoord PostNL op vraag 6.

16 6.3 Gevolgen voor concurrentie 77. Om te kunnen concurreren met de postvervoerdiensten van PostNL is het voor postvervoerbedrijven noodzakelijk dat zij bekend zijn met de tariefsystematiek die door PostNL wordt gehanteerd, inclusief speciale voorwaarden, tarieven en toepasbare kortingen. Alleen wanneer postvervoerbedrijven, die voor een deel van hun dienstverlening afhankelijk zijn van het landelijk dekkend netwerk van PostNL, weten welke tarieven en kortingen in welke situaties kunnen worden gehanteerd door PostNL en waar zij aanspraak op kunnen maken, zijn zij in staat een aanbod te doen aan afnemers van postvervoerdiensten. Om op gelijke voet te kunnen concurreren met de postvervoerdiensten van PostNL is het daarnaast van belang dat postvervoerbedrijven hiervoor een aanbod krijgen op basis van non-discriminatoire condities. 78. Als gevolg van het feit dat een aantal tarieven en kortingen niet transparant door PostNL kenbaar wordt gemaakt aan concurrerende postvervoerbedrijven, hebben deze postvervoerbedrijven geen inzicht in de voorwaarden waaronder zij voor afwijkende tarieven en kortingen in aanmerking komen. Hierdoor wordt het hen bemoeilijkt om hun eigen kosten in te schatten en een daarop gebaseerd concurrerend aanbod te doen aan potentiële afnemers. 16/ Bovendien blijkt uit de voorgaande paragraaf dat PostNL afwijkende voorwaarden en kortingen discriminatoir verstrekt. Doordat concurrerende postvervoerbedrijven hierdoor voor bepaalde voorwaarden en kortingen niet in aanmerking komen, worden zij niet in staat gesteld om op gelijke voet met PostNL te concurreren om de gunst van de afnemer. 80. Doordat PostNL in strijd met artikel 9 van de Postwet bepaalde voorwaarden en kortingen discriminatoir verstrekt en hij tarieven en voorwaarden voor postvervoerbedrijven niet transparant en kenbaar maakt, hebben concurrerende postvervoerbedrijven, zoals VSP, een concurrentienadeel. Hierdoor bestaat het risico dat eindgebruikers postdiensten tegen minder gunstige tarieven en voorwaarden afnemen, dan in een situatie waarin andere postvervoerbedrijven op basis van een gelijk speelveld met PostNL concurreren. 81. Zoals PostNL terecht betoogd heeft, biedt artikel 9 van de Postwet geen grondslag om het aanbod dat PostNL aan de gemeente Rotterdam heeft gedaan te toetsen. Dit neemt echter niet weg dat ACM ten aanzien van verschillende kortingen c.q. tariefelementen heeft vastgesteld dat PostNL deze niet transparant en kenbaar heeft gemaakt voor postvervoerbedrijven, zodat zij daar in hun aanbiedingen geen rekening mee konden houden. Voorts heeft ACM vastgesteld dat bepaalde kortingen c.q. tariefelementen zijn onthouden aan postvervoerbedrijven, terwijl deze wel aan de gemeente Rotterdam zijn aangeboden. Deze omstandigheden leiden ertoe dat andere postvervoerbedrijven en PostNL ten aanzien van de aanbesteding Rotterdam niet op een gelijk speelveld hebben geconcurreerd.

17 7. Last onder dwangsom 82. Op grond van het vorenstaande stelt ACM enerzijds vast dat de wijze waarop PostNL zijn speciale voorwaarden en tarieven transparant en kenbaar maakt, niet in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 9, eerste en derde lid, van de Postwet De handelwijze van PostNL moet derhalve als strijdig met deze artikelleden worden aangemerkt. 83. Anderzijds stelt ACM vast dat PostNL wat betreft de door hem verstrekte kortingen voor volumegarantie en contractduur, alsmede het hanteren van een prijssystematiek, waarbij een vaste prijs geldt voor brieven die binnen een bepaalde gewichtsklasse vallen, tevens handelt in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009 door VSP niet voor deze kortingen en die vaste prijs in aanmerking te laten komen. 17/ Gelet hierop en op het belang van andere postvervoerbedrijven bij een correcte en volledige naleving van het bepaalde in artikel 9 van de Postwet 2009, acht ACM het noodzakelijk dat het door PostNL transparant en kenbaar maken van de bedoelde voorwaarden en tarieven zo spoedig mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met het bepaalde in het eerste en derde lid van dat artikel. Voorts dient het met het eerste lid van dat artikel strijdige, discriminatoire handelen van PostNL op de kortst mogelijke termijn te worden beëindigd. Met het oog daarop legt ACM aan PostNL onderstaande last onder dwangsom op. 85. De op te leggen last houdt in dat PostNL alle bij hem beschikbare speciale voorwaarden en tarieven ten aanzien van de jaarvolume-, volumegarantie- en contractduurkortingen en de vaste prijs voor poststukken per gewichtsklasse waaronder in elk geval de opbouw, hoogte en voorwaarden van die tarieven en kortingen op non-discriminatoire wijze transparant en kenbaar dient te maken aan postvervoerbedrijven. De informatie die in dit verband aan postvervoerbedrijven wordt verstrekt dient correct, actueel en voor postvervoerbedrijven eenvoudig te raadplegen te zijn. 86. Daarnaast strekt de last ertoe dat PostNL alsnog aan VSP een non-discriminatoir aanbod doet voor het verstrekken van volumegarantie- en contractduurkortingen alsmede een vaste prijs voor poststukken per gewichtsklasse onder dezelfde condities die hebben gegolden voor het aanbod van PostNL aan de gemeente Rotterdam. 87. PostNL dient het bedoelde aanbod aan VSP binnen tien werkdagen na dagtekening van dit besluit uit te brengen. ACM acht deze termijn redelijk, aangezien het in de last beschreven aanbod geacht moeten worden op eenvoudige wijze door PostNL te kunnen worden uitgevoerd nu de desbetreffende gegevens reeds voorhanden zijn en de condities waaronder het bedoelde aanbod dient te worden uitgebracht duidelijk zijn.

18 88. Wat betreft het transparant en kenbaar maken van de in randnummer 85 bedoelde informatie acht ACM een termijn van twintig werkdagen redelijk. Naar het oordeel van ACM krijgt PostNL daarmee voldoende ruimte om daartoe de nodige voorzieningen zoals het eventueel tot stand brengen van een pagina op zijn website om ontsluiting van die informatie voor postvervoerbedrijven mogelijk te maken. 89. Gelet op hetgeen zij vorenstaand heeft overwogen, legt ACM aan PostNL per vorenbedoeld onderdeel van de last een dwangsom op ter hoogte van euro per dag dat PostNL in gebreke blijft om aan het desbetreffende onderdeel van de last te voldoen, met een maximum van per onderdeel. ACM acht de hoogte van deze dwangsommen gerechtvaardigd gelet op de ernstige belemmeringen die een overtreding van artikel 9 eerste lid van de Postwet 2009 en een onjuiste en onvolledige naleving van het derde lid van dat artikel teweeg kunnen brengen voor de concurrentie en het functioneren van de postmarkt. 18/48 8. Besluit 90. ACM gelast Koninklijke PostNL B.V. om a. op verbeurte van een dwangsom ter hoogte van (zegge: vijftigduizend euro) per dag met een maximum van (zegge: vijfhonderdduizend euro) binnen tien werkdagen na dagtekening van dit besluit aan Van Straaten Post B.V. met inachtneming van ten minste dezelfde voorwaarden, tarieven en condities die hebben gegolden voor het aanbod van PostNL aan de gemeente Rotterdam, alsnog een nondiscriminatoir aanbod te doen voor: i. het verlenen van volumegarantiekorting en contractduurkorting; ii. het rekenen van een vaste prijs voor poststukken per gewichtsklasse; b. op verbeurte van een dwangsom ter hoogte van (zegge: vijftigduizend euro) per dag met een maximum van (zegge: vijfhonderdduizend) binnen twintig werkdagen na dagtekening van dit besluit de door hem gehanteerde jaarvolumekortingen, volumegarantiekortingen en contractduurkortingen, alsmede vaste prijs voor poststukken per gewichtsklasse, als bedoeld onder a, zijnde speciale tarieven en voorwaarden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Postwet 2009, in overeenstemming te brengen met de in het eerste lid van dat artikel beschreven transparantieverplichting en het in het derde lid van dat artikel beschreven kenbaarheidsvereiste. PostNL dient daartoe aan postvervoerbedrijven die bij hem postvervoer afnemen in de zin van het eerste lid van genoemd artikel 9 dan wel te kennen geven dat postvervoer te willen afnemen, deze speciale tarieven en voorwaarden op non-discriminatoire wijze en met inachtneming van het gestelde in randnummer 85 van dit besluit transparant en kenbaar te maken, inclusief in elk geval

19 de structuur, opbouw, hoogte en voorwaarden van die tarieven en kortingen. Autoriteit Consument en Markt namens deze, w.g. mr. C. de Jong-Kwestro Teammanager Directie, Vervoer en Post Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Consument en Markt, Directie Telecommunicatie Vervoer en Post, Postbus 16326, 2500 BH, Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. 19/48

20 Bijlage: Nota van bevindingen 1. In deze nota van bevindingen gaat ACM in op de zienswijzen die PostNL en VSP hebben ingebracht naar aanleiding van de vooraankondiging van 22 december 2014 met kenmerk ACM/DTVP/2014/ van het besluit van ACM tot het opleggen van een last onder dwangsom aan PostNL wegens overtreding van artikel 9 van de Postwet 2009 (hierna ook: het voorgenomen besluit). 2. In deze nota van bevindingen zal ACM eerst ingaan op de zienswijze van PostNL. Vervolgens zal de zienswijze van VSP worden besproken. Ten aanzien van de zienswijzen van beide partijen zullen eerst de opmerkingen van meer algemene aard aan de orde komen. Vervolgens zullen de zienswijzen die zijn gegeven ten aanzien van de transparantieverplichting, de non-discriminatieverplichting en de oplegging van de last onder dwangsom worden behandeld. 3. Indien ACM op grond van de zienswijzen van partijen aanleiding heeft gezien om de besluittekst aan te passen, wordt hiervan in deze nota van bevindingen expliciet mededeling gedaan. 1. Zienswijze PostNL 2. Uit de zienswijze van PostNL blijkt dat onduidelijkheid bestaat over de vraag welk aanbod ACM in deze procedure heeft beoordeeld. ACM merkt volledigheidshalve op dat het in deze procedure niet gaat om de vraag wat de uitkomst van de aanbestedingsprocedure van de gemeente Rotterdam zou moeten zijn. ACM heeft zich in dit onderzoek gericht op de vraag of PostNLvoldoet aan artikel 9 van de Postwet Hiertoe heeft zij een vergelijking gemaakt tussen hetgeen PostNL aan de gemeente Rotterdam heeft aangeboden en hetgeen postvervoerbedrijven van PostNL konden afnemen. 1.1 Feiten 3. ACM heeft in de besl uittekst de besc hrij ving van het verloop van de procedu re (paragraa f a. aange vuld tot op heden. Daarnaast is ook een aanvulling gedaan met betrekking tot de beschrijving van de relevante feiten (paragraaf 2). 4. PostNL [VERTROUWELIJK]. Daarbij stelt PostNL vast dat VSP in de periode voor 31 oktober 2014 geen voorbehoud of bezwaar heeft gemaakt ten aanzien van de onderwerpen die hij in het handhavingsverzoek aan de orde stelt. Verder wordt opgemerkt dat VSP zich in het handhavingsverzoek niet beklaagt over de inhoud van het contractvoorstel.

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/205887_OV Zaaknummer: Datum: 16 oktober 2015

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/205887_OV Zaaknummer: Datum: 16 oktober 2015 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/205887_OV Zaaknummer: 15.0672.53 Datum: 16 oktober 2015 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 48, eerste lid, van de Postwet 2009 in samenhang gelezen met

Nadere informatie

Pagina 1/6. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/6. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2016/203650_OV Zaaknummer: 16.0586.20 Datum: 24 juni 2016 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12m, derde lid, jo. artikel 12m, eerste lid, van de Instellingswet

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Handhavingsverzoek. 3 Verloop van de procedure

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Handhavingsverzoek. 3 Verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/202665_OV Zaaknummer: 17.0199.53 Datum: 1 mei 2017 1 Inleiding 1. Een aantal bewoners van het buurtschap De Paauwen in Overschild te Groningen (hierna: de Bewonersgroep) heeft

Nadere informatie

Pagina 1/8. Consultatie verplichtingen marktanalyse postsector Van. 1 Inleiding. ACM Post-MA

Pagina 1/8. Consultatie verplichtingen marktanalyse postsector Van. 1 Inleiding. ACM Post-MA Consultatie verplichtingen marktanalyse postsector Van ACM Post-MA Datum 6 juli 2015 Onderwerp Consultatie verplichtingen marktanalyse postsector Bijlage(n) - 1 Inleiding Pagina 1/8 Aanleiding Op 19 december

Nadere informatie

Pagina 1/44. Besluit «openbaar» 1. Inleiding

Pagina 1/44. Besluit «openbaar» 1. Inleiding Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/201094_OV Zaaknummer: 14.1177.53 Datum: 1 mei 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het handhavingsverzoek van Van Straaten Post B.V. en Intrapost B.V. op grond

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar

Pagina. Besluit Openbaar Ons kenmerk: ACM/DTVP/2013/201126 Zaaknummer: 12.0186.28 Datum: 26 april 2013 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wet openbaarheid van bestuur inhoudende

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) heeft vastgesteld dat er kennelijk

Pagina. Besluit Openbaar. 1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) heeft vastgesteld dat er kennelijk Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/200358 Zaaknummer: 16.1087.52 Datum: 31 maart 2017 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 4.4 van de Telecommunicatiewet jo. artikel 3.6b van het universele

Nadere informatie

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum:

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DC/2015/207679_OV 15.1185.20 15 december 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen

Nadere informatie

5. RBN biedt een Voip-applicatie genaamd RingCredible aan. Met deze applicatie kunnen eindgebruikers bellen over het internet.

5. RBN biedt een Voip-applicatie genaamd RingCredible aan. Met deze applicatie kunnen eindgebruikers bellen over het internet. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/201646_OV Zaaknummer: 14.0875.31.1.01 Datum: 7 april 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van RBN B.V. gericht tegen zijn besluit van 18 december 2014,

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018

2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018 Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/500277 Zaaknummer : ACM/18/032974 Datum : 27 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het verzoek tot handhaving van Belcentrale.nl B.V. van 26 maart

Nadere informatie

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201005_OV Zaaknummer:

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201005_OV Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201005_OV Zaaknummer: 16.0610.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15 van de Warmtewet inhoudende een afwijzing van het verzoek van Huurdersvereniging

Nadere informatie

Besluit ACM/UIT/ Kenmerk Zaaknummer ACM/17/022714

Besluit ACM/UIT/ Kenmerk Zaaknummer ACM/17/022714 Besluit Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/360809 ACM/17/022714 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt inhoudende een afwijzing van het verzoek van Heijmans Vastgoed B.V. om handhavend op te treden tegen

Nadere informatie

Openbaar ACM/UIT/ WB Den Haag ACM/UIT/ Ons kenmerk: Zaaknummer: 16/012014

Openbaar ACM/UIT/ WB Den Haag ACM/UIT/ Ons kenmerk: Zaaknummer: 16/012014 Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/UIT/314202 16/012014 BESLUIT van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 70c, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Mededingingswet Muzenstraat 41 www.

Nadere informatie

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/9. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200498_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0130.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN Consumentenbond De heer M. Wessling Postbus 1000 2500 BA 'S-GRAVENHAGE 2500BA1000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200860 Datum Onderwerp Bijlage(n)

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/203910 Zaaknummer: 14.0708.52 BESLUIT Pagina 1/11 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet en artikel 36, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976 Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.0759.12 ACM/DJZ/2014/206976 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Gaswet inhoudende de beslissing op de geschilaanvraag

Nadere informatie

2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018

2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018 Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/500275 Zaaknummer : ACM/18/032976 Datum : 27 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het verzoek tot handhaving van Belcentrale.nl B.V. van 26 maart

Nadere informatie

Pagina 1/36. Besluit Openbaar. 1. Inleiding. 2. Verloop van de procedure. Ons kenmerk: ACM/DTVP Zaaknummer: Datum: 26 april 2016

Pagina 1/36. Besluit Openbaar. 1. Inleiding. 2. Verloop van de procedure. Ons kenmerk: ACM/DTVP Zaaknummer: Datum: 26 april 2016 Besluit Openbaar Ons kenmerk: ACM/DTVP Zaaknummer: 15.0672.53.1.01 Datum: 26 april 2016 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

Pagina 1/60. Besluit Openbaar. Samenvatting

Pagina 1/60. Besluit Openbaar. Samenvatting Ons kenmerk: ACM/DC/2015/204593 Zaaknummer: 15.0222.29 Datum: 29 juli 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 Wet Handhaving Consumentenbescherming tot het opleggen van

Nadere informatie

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/205669 Zaaknummer: 14.0980.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

Pagina 1/7. Samenvatting

Pagina 1/7. Samenvatting Kenmerk: ACM/DC/2015/204831 Zaaknummer: 15.0707.29 Datum: 11 augustus 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 van de Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen

Nadere informatie

Pagina 1/6. Openbaar Besluit. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure en het bestreden besluit

Pagina 1/6. Openbaar Besluit. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure en het bestreden besluit Ons kenmerk ACM/DC/2014/205672-OV Zaaknummer: 14.0780.20.1.01 Datum: 10 november 2014 Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van KPN B.V., gericht tegen het

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Besluit «Openbaar» 1 Verloop van de procedure

Besluit «Openbaar» 1 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/202501 Zaaknummer: 09.0161.34 Datum: 29 september 2009 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 48, eerste lid, van

Nadere informatie

3. Op 6 maart 2015 heeft ACM de heer [VERTROUWELIJK] uitgenodigd voor de hoorzitting op 1 april 2015.

3. Op 6 maart 2015 heeft ACM de heer [VERTROUWELIJK] uitgenodigd voor de hoorzitting op 1 april 2015. Besluit OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/203689 Contactpersoon: [VERTROUWELIJK] Onderwerp: 14.1291.52.1.01 Openbare versie Beslissing op bezwaar Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op

Nadere informatie

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203181_OV Zaaknummer: / /

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203181_OV Zaaknummer: / / Pagina 1/5 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203181_OV Zaaknummer: 13.0698.31.1.01/15.0327.31.1.05/15.0327.31.1.06

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft

Nadere informatie

6. Bij brief van 3 september 2010 (kenmerk: 20445/2010013654) heeft het Commissariaat Haspro Agri verzocht aanvullende informatie te verstrekken.

6. Bij brief van 3 september 2010 (kenmerk: 20445/2010013654) heeft het Commissariaat Haspro Agri verzocht aanvullende informatie te verstrekken. Sanctiebeschikking Kenmerk: 25593/2012001256 Betreft: handelwijze inzake het boek Henk Angenent, een onbegrepen doordouwer Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat)

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt. Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/437588 Zaaknummer : ACM/16/001270 Datum : 22 januari 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar

Pagina. Besluit Openbaar Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DTVP/2017/204844_OV 17.0179.52 15 augustus 2017 1 Inleiding en samenvatting 1. PostNL 1 is in Nederland aangewezen als aanbieder van de universele postdienst. Dit betekent

Nadere informatie

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203182_OV Zaaknummer: Datum: 9 juni 2016

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203182_OV Zaaknummer: Datum: 9 juni 2016 Pagina 1/5 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203182_OV Zaaknummer: 15.0327.31.1.07

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/205216 Zaaknummer: 17.0633.29 Datum: 4 september 2017 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van vier beschikkingen 1 van de aan Simbat Entertainment Systems

Nadere informatie

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum:

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DC/2015/207684_OV 15.1187.20 15 december 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V..

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V.. BESLUIT OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206510 Betreft zaak 15.0597.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009.

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009. Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/201149 Zaaknummer: 09.0181.34.01 Datum: 1 april 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het bezwaar van Telfort B.V. gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag).

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag). BESLUIT OPENBAAR Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206511 Betreft zaak 15.0597.53: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure Pagina 1/9 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DTVP/2013/200684

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/205565 Zaaknummer: 13.0483.52 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet inhoudende de tariefstructuren als bedoeld in artikel 12a

Nadere informatie

Pagina. Openbaar besluit. Rokade Planontwikkeling B.V. T.a.v. A Postbus AH ZWOLLE

Pagina. Openbaar besluit. Rokade Planontwikkeling B.V. T.a.v. A Postbus AH ZWOLLE Rokade Planontwikkeling B.V. T.a.v. A Postbus 336 8000 AH ZWOLLE Aantal bijlage(n): 1 Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/204295_OV Onderwerp: zaaknummer 14.0506.12 Datum, Geachte A, In dit besluit geeft de Autoriteit

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/405554 Zaaknummer: 15.0731.52 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998, betreffende de verkorting van de sluitingstijd

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Besluit

Vertrouwelijk. Besluit Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 van de Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen van een last onder dwangsom aan xxxxxxxxxxxxxx, h.o.d.n. Auto

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: Betreft zaak: 102141_9/3 Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer: 15.0966.53 BESLUIT Pagina 1/8 van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. T 070 722 20 00 F 070 722 23 55

Nadere informatie

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201295 Zaaknummer: 15.0746.53 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. Pagina 1/9 Muzenstraat 41 2511 WB Den

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Stichting Videma T.a.v. de heer R. Bakker Grotewaard 9A 4225 PA NOORDELOOS Tevens per e-mail: kruidenier@wijnenstael.nl; elsswaab@xs4all.nl; bas@lepoolebekema.nl Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam

Nadere informatie

kan een gebruiker van een dergelijk systeem ook bij stroomuitval zijn dienstverlening voortzetten.

kan een gebruiker van een dergelijk systeem ook bij stroomuitval zijn dienstverlening voortzetten. Ons ACM/DM/2014/206276_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0487.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een aanvraag tot een beschikking in de zin van artikel 56, lid 1, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Pagina 1/8 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina 1/8 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201264 Zaaknummer: 15.1227.53 BESLUIT Pagina 1/8 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. T 070 722 20 00 F 070 722

Nadere informatie

[Aanvrager A] heeft ter onderbouwing van het handhavingsverzoek van 3 augustus 2016 een aantal documenten aan de NZa overlegd.

[Aanvrager A] heeft ter onderbouwing van het handhavingsverzoek van 3 augustus 2016 een aantal documenten aan de NZa overlegd. Besluit Aanleiding Op 3 augustus 2016 ontving de NZa een handhavingsverzoek van [Aanvrager A]. [Aanvrager A] is een samenwerkingsverband van zeven aanbieders van orthopedisch schoeisel. 1 In haar schrijven

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706 Besluit Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/346633 ACM/17/022706 Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 42e, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201257 Zaaknummer: 15.1182.53 BESLUIT Pagina 1/9 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. T 070 722 20 00 F 070 722

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties De heer mr D.M. Linders bureau Brandeis Apollolaan 151 1077 AR AMSTERDAM De heer H.G. van der Ree Directievoorzitter BUMA STEMRA Postbus 3080 2130 KB HOOFDDORP Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Beslissing op bezwaar. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/18/ Datum :

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Beslissing op bezwaar. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/18/ Datum : Besluit Beslissing op bezwaar Ons kenmerk : ACM/UIT/503958 Zaaknummer : ACM/18/034372 Datum : 1 Samenvatting 1. [VERTROUWELIJK] (hierna: verzoeker) heeft een handhavingsverzoek ingediend bij de Autoriteit

Nadere informatie

Ik heb besloten uw verzoek te honoreren en de informatie waarom u verzocht, voor zover dat niet al reeds is gebeurd, openbaar te maken.

Ik heb besloten uw verzoek te honoreren en de informatie waarom u verzocht, voor zover dat niet al reeds is gebeurd, openbaar te maken. Bits of Freedom [vertrouwelijk] Postbus 10746 1001ES AMSTERDAM Den Haag, Aantal bijlage(n): 2 Uw kenmerk: 0000277 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2014/204789Contactpersoon: [vertrouwelijk] Onderwerp: 14.0781.51:

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2015/206965 Zaaknummer: 15.0017.29 Datum: 1. Aanleiding 1. Op 7 januari

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Procesverloop en feiten ACM/DTVP/2013/206389

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Procesverloop en feiten ACM/DTVP/2013/206389 Ons kenmerk: Zaaknummer: 13.0623.52 ACM/DTVP/2013/206389 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 7.3c van de Telecommunicatiewet in samenhang gelezen met artikel 4.4 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. Aanleiding

Pagina. Besluit Openbaar. Aanleiding Ons Kenmerk: ACM/DC/2016/200406 Zaaknummer: 15.0894.29 Datum: 22 januari 2016 Aanleiding 1. ACM is op 2 juni 2015 een consumentenvoorlichtingscampagne gestart over ongevraagde vervolgzendingen. ACM heeft

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure. 2.1 Aanvraag en toekenning informatienummer

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure. 2.1 Aanvraag en toekenning informatienummer Besluit Besluit tot intrekking informatienummer A.D.E.O. Ons kenmerk : ACM/UIT/494729 Zaaknummer : ACM/18/032394 Datum : 15 mei 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van de toekenning

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

3. Op 12 juli 2007 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Vodafone en VDB hun zienswijzen mondeling naar voren hebben gebracht.

3. Op 12 juli 2007 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Vodafone en VDB hun zienswijzen mondeling naar voren hebben gebracht. Ons kenmerk: OPTA/COL/2008/200007 Zaaknummer: 07.0100.22.1.01 Datum: 10 januari 2008 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inhoudende de beslissing op het bezwaarschrift

Nadere informatie

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van NGE om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers 2.

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van NGE om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers 2. Besluit Besluit leveringsvergunning elektriciteit Ons kenmerk : ACM/UIT/508792 Zaaknummer : ACM/19/035024 Datum : 13 maart 2019 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Pagina. Besluit BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina. Besluit BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/206674 Zaaknummer: 15.1273.53 BESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. Pagina 1/9 Muzenstraat 41 2511 WB Den

Nadere informatie

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd.

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd. Ons kenmerk: ACM/DTVP/2014/204149 Zaaknummer: 14.0761.35 Datum: 21 augustus 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt waarbij het verzoek van woningcorporatie Ymere om een beschikking als bedoeld

Nadere informatie

Pagina 1/10 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina 1/10 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201240 Zaaknummer: 15.0907.53 BESLUIT van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. Pagina 1/10 T 070 722 20 00 F 070 722 23 55

Nadere informatie

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats.

Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats. Strikt vertrouwelijk Statutaire naam t.a.v. de directie Correspondentieadres / Postbus Correspondetie postcode / Plaats Datum 28 maart 2008 Ons kenmerk TT1A-YKe-08021449 Pagina 1 van 4 Betreft Last onder

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina 1/9 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Besluit Ons kenmerk: ACM/DE/2016/206560 Zaaknummer:

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons. ACM/DE/2016/406128_OV kenmerk: Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons. ACM/DE/2016/406128_OV kenmerk: Zaaknummer: Pagina 1/8 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Besluit Ons ACM/DE/2016/406128_OV kenmerk: Zaaknummer:

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot toewijzing van het handhavingsverzoek van T- Mobile. Op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang gelezen met

Nadere informatie

Autoriteit Consument e. Markt

Autoriteit Consument e. Markt Consument e. Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200281 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014.

Hierbij neemt ACM een nieuw besluit op het verzoek van Sandd van 6 oktober 2014. Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Verwijderde vertrouwelijke passages zijn gemarkeerd

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 153 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie

Nadere informatie

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken

Kenmerk: 18023/ Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking Kenmerk: 18023/2009011273 Betreft: verstrekken en verzilveren van waardebonnen bij verkoop van boeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van

Nadere informatie

Besluit Openbaar. 1 Verloop van de procedure en feiten

Besluit Openbaar. 1 Verloop van de procedure en feiten Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: OPTA/ACNB/2010/200735 10.0123.22 31 maart 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) inhoudende de afwijzing van

Nadere informatie

Pagina. Koninklijke KPN N.V. De heer J.F.E. Farwerck Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, 28 juli 2015

Pagina. Koninklijke KPN N.V. De heer J.F.E. Farwerck Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, 28 juli 2015 Koninklijke KPN N.V. De heer J.F.E. Farwerck Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE Den Haag, 28 juli 2015 Aantal bijlagen: 3 Ons kenmerk: ACM/DTVP/2015/203921 Contactpersoon: drs. R. Knoop Ruud.Knoop@acm.nl

Nadere informatie

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven

Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven Rapport Gemeentelijke Ombudsman Traplift zonder vergunning Gemeente Amsterdam Dienst Zorg en Samenleven 10 november 2009 RA0944475 Samenvatting Een huiseigenaar beklaagt zich over het feit dat de Dienst

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/208004 Zaaknummer: 15.1223.53 BESLUIT Pagina 1/9 van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet. T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info

Nadere informatie

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De heer drs J.W.M. Schuyt RA Postbus 90357 1006 BJ AMSTERDAM 1006BJ90357 Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201196 Zaaknummer: 09.0118.07 29 mei 2009 van het college van

Nadere informatie

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E

OPTA/EGM/2003/ u00004rvb. 6 maart 2003 Beoordeling Worldline korting BIBA, BUBA, VAMO Zaaknummer E Bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als: [vertrouwelijk] 2500GA30000 Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE a Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art. Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende

Nadere informatie

Pagina. Besluit «openbaar» 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure

Pagina. Besluit «openbaar» 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/204830_OV Zaaknummer: 17.0570.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt waarbij op grond van artikel 4.2, vijfde lid van de Telecommunicatiewet jo artikel 4.7, vierde lid

Nadere informatie

Onduidelijkheid over uiterste ontvangstdatum aanvraag collectieve zorgverzekering Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen

Onduidelijkheid over uiterste ontvangstdatum aanvraag collectieve zorgverzekering Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Rapport Gemeentelijke Ombudsman Onduidelijkheid over uiterste ontvangstdatum aanvraag collectieve zorgverzekering Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Samenvatting 28 november 2013 RA132039 Op het

Nadere informatie