Draagt u deze schoenen thuis ook?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Draagt u deze schoenen thuis ook?"

Transcriptie

1 Draagt u deze schoenen thuis ook? kwantitatief cross-sectioneel onderzoek naar de schoenendracht in de thuissituatie onder mensen met Diabetes Mellitus in Oost Nederland Saxion Hogeschool te Enschede Master Health Care and Social Work Meesterproef Michel Boerrigter Juni 2014 Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

2 Voorwoord Deze meesterproef is uitgevoerd in het kader van de masteropleiding Health Care and Social Work. Het onderzoek van deze meesterproef is gericht op de schoenendracht in de thuissituatie onder mensen met diabetes mellitus. Middels mijn functie als diabetespodotherapeut binnen het Medisch Spectrum Twente te Enschede ben ik wekelijks betrokken bij de behandeling van diabetische voetproblemen. Ook als vertegenwoordiger voor podotherapeuten binnen meerdere eerstelijns zorggroepen is dit een belangrijk onderdeel van mijn dagelijkse werkzaamheden. Het consequent dragen van adequate schoenen (in de thuissituatie) is een essentieel onderdeel van deze behandeling. Ik hoop middels mijn onderzoek inzicht te creëren in de beweegredenen achter de schoenendracht tijdens de thuissituatie. Dit onderzoek had ik niet af kunnen ronden zonder de hulp van anderen. Ik wil daarom de volgende mensen bedanken voor hun bijdrage. Margriet Braun voor haar begeleiding tijdens het schrijven van het onderzoeksplan. Mijn medestudenten voor de scherpe feedback tijdens de geplande lessen om te komen tot het onderzoeksplan. Jurjen van der Helden voor de begeleiding tijdens de meesterproef en de beoordeling daarvan. André Bieleman voor zijn rol als tweede beoordelaar. Collega s Mirjam van Kessel, Ed Wender, Jorrit van Dijk, Noor Visschedijk, Anke Michel Joey van Egmond en Carl Sligman voor de inhoudelijke feedback, financiële ondersteuning en praktische hulp vanuit de praktijk. Daarnaast wil ik Jan Dreteler, voorzitter regio Oost-Nederland van de Diabetes Vereniging Nederland bedanken, evenals kaderarts diabetes Sietse van Turennout van de huisartsengroepering THOON en pedicures Veronique Loohuis en Petra Harperink van de Vakgroep Voetzorg Twente. Als laatste wil ik Rita bedanken voor haar geloof en steun tijdens het voltooien van dit werk. Enschede, juni 2014 Michel Boerrigter Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

3 Samenvatting Achtergrond Mensen met suikerziekte, ook wel diabetes mellitus (DM) genoemd, hebben een verhoogde kans op complicaties aan de voeten. De gevalideerde Simm s (risico)classificatie wordt ingezet om ulcera (wonden) aan de voeten te voorkomen. Diabetespatiënten met een gemiddeld en hoog risico op voetproblemen (respectievelijk Simm s classificatie 2 en 3) worden naar de podotherapeut verwezen, waarbij de behandeling met name gericht is op het opheffen van drukplekken. Onbehandelde drukplekken kunnen in combinatie met een verminderd gevoel en/of doorbloeding tot ulcera leiden. De voornaamste reden voor de aanwezigheid van drukplekken is inadequaat schoeisel. Met name in de thuissituatie worden de geadviseerde schoenen niet gedragen, terwijl dan de meeste stappen worden gezet. Dit gedrag geeft een hoge kans op drukplekken en daarmee op ulcera. Tot op heden is onduidelijk waarom diabetespatiënten thuis niet het geadviseerde schoeisel dragen. Methode Een kwantitatief onderzoek met een cross-sectioneel design is uitgevoerd onder 300 type 2 DM-patiënten met risicoclassificatie Simm s 2 (150x) en 3 (150x). Alle patiënten stonden in het jaar 2013 onder behandeling bij een podotherapeut van Voetencentrum Wender in Oost-Nederland. In de vragenlijst zijn de verschillende constructen (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) uit de theorie van gepland gedrag (TPB) getoetst ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie. Het doel van dit onderzoek is inzicht creëeren in de factoren die het gedrag van DM-patiënten met Simm s classificatie 2 en 3 ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie beïnvloeden. Resultaten De respons met ingevulde enquêtes betreft 42% (n=126). Simm s 3 patiënten zijn over het algemeen minder therapietrouw in de schoenendracht tijdens de thuissituatie ten opzichte van Simm s 2 patiënten. Niet therapietrouw zijn onder Simm s 2 en 3 patiënten wordt met name bepaald door het construct persoonlijke attitude. De reden dat de Simm s 3 groep minder therapietrouw is dan de Simm s 2 groep valt te verklaren vanuit de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Conclusie Dit onderzoek geeft aanwijzingen dat het construct persoonlijke attitude oorzakelijk lijkt voor het niet therapietrouw zijn onder Simm s 2 en 3 patiënten. Simm s 3 patiënten zijn over het algemeen minder therapietrouw in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie. Dit verschil in therapietrouw zijn tussen Simm s 2 en 3 patiënten lijkt voort te komen uit de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Daarmee geeft deze studie aanwijzingen dat het overdragen van kennis (persoonlijke attitude) aan niet therapietrouwe Simm s 3 patiënten maar ten dele werkt. De implicaties en tekortkomingen van het onderzoek zullen verder worden besproken. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

4 Summary Background Foot ulceration is one of the major health problems for people with diabetes mellitus (DM). The Simm s (risk)classification is widely used to prevent diabetic foot ulcers and amputations. Diabetic clients with Simm s classification 2 or 3 are referred to a podiatrist. The podiatric treatment is focused on reduction of high foot pressure. In combination with neuropathy and/or vascular disease high foot pressure can lead to chronic ulcers. The main reason for high foot pressure is inadequate footwear. Although patients exhibit their largest walking activity at home, prescribed shoes are poorly used. This behaviour is a risk factor for foot ulceration due to high foot pressures. Reasons for this behaviour are not known. Methods A cross-sectional quantitative survey was performed under 300 persons with diabetes type 2 and risk classification Simm s 2 (150x) or 3 (150x). In 2013 all selected persons underwent a podiatric treatment at Voetencentrum Wender in the eastern part of the Netherlands. A questionnaire was developed to examine the theory of planned behaviour (TPB) in relationship to at-home shoe wear. Insight in behavioural constructs (attitude toward the behaviour, subjective norm, perceived behavioural control) can help to understand why people with diabetes at high risk for foot problems do not wear the prescribed shoes at home. Results Completed questionnaires were returned by 126 participants, with an estimated response rate of 42%. Overall the adherence to wear prescribed shoes at home is lower for Simm s 3 clients in comparison with Simm s 2 clients. Low adherence under Simm s 2 and 3 is mainly caused by the construct attitude towards the behaviour. However the difference between Simm s 2 and 3 is not caused by the construct attitude towards the behaviour, but by the constructs subjective norm and perceived behavioural control. Conclusion This study implies adherence to wear prescribed shoes at home under Simm s 2 and 3 clients is mainly caused by the construct attitude towards the behaviour. Adherence to wear prescribed shoes at home is lower for Simm s 3 clients in comparison with Simm s 2 clients. Differences between Simm s 2 and 3 appear to be related to the constructs subjective norm and perceived behavioural control. Therefore transfer of knowledge in particular is insufficient for Simm s 3 clients with low adherence to wear prescribed shoes at home. Further implications and shortcomings of the present study will be discussed. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

5 Inhoud Voorwoord... 2 Samenvatting... 3 Summary Inleiding Aanleiding Vraagstelling Methode Onderzoeksdesign Onderzoekspopulatie Dataverzameling Methodologische kwaliteit Data-analyse Ethische verantwoording Resultaten Discussie Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen...26 Literatuurlijst...28 Bijlagen...30 Bijlage 1. Informatiebrief...31 Bijlage 2. Vragenformulier...32 Bijlage 3. Demografische variabelen...36 Bijlage 4. Gemiddeldes + standaarddeviaties enquêtevragen 1 t/m Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Diabetes mellitus (DM)(letterlijk 'honingzoete doorloop'), in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd, is een stoornis waarbij het glucosegehalte te hoog is. Een te hoog glucosegehalte kan verschillende complicaties veroorzaken, waaronder voetproblemen. Het aantal mensen met DM is sinds 1980 wereldwijd meer dan verdubbeld. Ongeveer 350 miljoen mensen lijden aan de ziekte. In Nederland lijden in 2011 ongeveer mensen aan DM. Elk jaar komen er nieuwe diabetespatiënten bij (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2013). Rekening houdend met de groei en vergrijzing van de Nederlandse bevolking, de effecten van de huidige (hoge) kansen op DM en de verwachte verdere toename van overgewicht in de toekomst, is de verwachting dat er in 2025 ruim 1,3 miljoen mensen met gediagnosticeerde DM zullen zijn. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van de mensen met diabetes in 2007 (Baan, 2011). Diabetische voetproblemen Eén van de belangrijkste complicaties van diabetes mellitus zijn voetproblemen, bestaande uit voetulcera (wonden) en hiermee samengaande amputaties. Voetulcera ontstaan zowel bij DM type 1 als type 2. In Nederland heeft ongeveer 25% van alle mensen met DM een verhoogd risico op ulcera. Het daadwerkelijk ontstaan van een ulcus gebeurt bij 2 tot 3% van alle mensen met DM in Nederland (CVZ, 2010; Nederlandse Internisten Vereniging, 2006). Meer dan 70% van alle amputaties aan tenen (>3000 per jaar in Nederland) of (onder)benen (>2000 per jaar in Nederland) worden uitgevoerd bij diabetespatiënten, bijna altijd voortkomend uit een ulcus. Van Houtum en anderen (2004) hebben onderzoek gedaan naar het aantal uitgevoerde amputaties bij diabetespatiënten in Nederland tussen 1991 en Met name door de toename van het aantal tweedelijns voetenpoli s in deze periode, is het aantal amputaties aan de onderste extremiteit gemiddeld met 37% afgenomen. Dit is in tegenstelling tot een recente studie, waarin is aangetoond dat het aantal amputaties in Noord-Nederland niet is afgenomen tussen de periode en (Fortington et al., 2013). Dit is te verklaren doordat pas de laatste jaren de aandacht voor preventie is gestegen. In een onder Nederlandse vlag uitgevoerde Eurodiale studie is gebleken dat de kosten voor de genezing van één ulcus tussen de en euro liggen. De kosten voor een amputatie zijn drie- tot viermaal zo hoog. Daarmee is de diabetische voet, en met name diabetische ulcera, de duurste complicatie van diabetes mellitus (Prompers et al., 2008). Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

7 Simm s classificatie Met name doordat de kosten voor ulcera inzichtelijk zijn geworden, heeft het College van Zorgverzekeringen (CVZ) haar beleid gewijzigd. In 2010 is het standpunt geformuleerd dat de preventieve voetzorg voor diabetespatiënten met een verhoogd risicoprofiel per 2012 vergoed dient te worden vanuit de basisverzekering (CVZ, 2010). Nu de voetzorg uit de basisverzekering bekostigd wordt, is er veel aandacht voor de primaire en secundaire preventie van diabetische voetproblemen. De Simm s classificatie is hierin leidend (zie tabel 1). Dit is een gevalideerde risicoclassificatie van de International Working Group on the Diabetic Foot, genoemd naar David Sims jr.* (Apelqvist et al., 2000; Peters & Lavery, 2001; Schaper, Apelqvist, & Bakker, 2003; Sims, Cavanagh, & Ulbrecht, 1988). In de Zorgmodule Preventie Diabetische Voetulcera (Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten, 2011) staat beschreven welke Simm s classificatie naar de podotherapeut (Simm s 2 en 3) of pedicure (Simm s 1) verwezen dient te worden vanuit de huisartsenpraktijk. * De Simm s classificatie is vernoemt naar David Sims jr, waarbij de tweede m in de naam van de Simm s classificatie voor modified staat. Tabel 1 Simm s classificatie Classificatie Risicoprofiel 0 Geen verlies PS of PAV 1 Verlies PS of PAV, zonder tekenen van lokaal verhoogde druk 2 Verlies PS in combinatie met PAV en/of tekenen van lokaal verhoogde druk 3 Ulcus of amputatie in voorgeschiedenis PS = protectieve sensibiliteit; PAV = perifeer arterieel vaatlijden. Drukreductie door schoenendracht De rol van de podotherapeut bij patiënten met Simm s classificatie 2 en 3 is met name gericht op het opheffen van drukplekken (Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten, 2011). Zonder behandeling kunnen deze drukplekken (in combinatie met neuropathie of perifeer arterieel vaatlijden) tot ulcera leiden (Murray et al., 1996). De voornaamste reden voor de aanwezigheid van drukplekken is inadequaat schoeisel (Macfarlane & Jeffcoate, 1997; Veves et al., 1992). Alle patiënten met Simm s classificatie 2 of 3 krijgen daarom via de podotherapeut een persoonlijk schoenadvies om drukplekken op te heffen. Echter blijkt uit enquêteonderzoeken dat maar 22 36% van de patiënten dit voorgeschreven schoeisel 80% of meer van de tijd draagt. Twee tot 27% van de patiënten geeft aan het voorgeschreven schoeisel nooit te dragen (Knowles & Boulton, 1996; McCabe, Stevenson & Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

8 Dolan, 1998). Ondanks dat deze patiënten een gemiddeld tot hoog risico op een ulcus of amputatie hebben, gedragen zij zich niet alsof zij zich meer bewust zijn van de risico s. Een randomized controlled trial (RCT) van Bus (2013) onder Simm s 3 patiënten laat vergelijkbare resultaten zien in een onderzoek naar orthopedisch schoeisel. Zowel de interventie- als de controlegroep binnen dit onderzoek kreeg orthopedisch schoeisel, waarbij de drukverdelende eigenschappen van de orthopedische schoenen in de interventiegroep zijn geoptimaliseerd door middel van insoledrukmetingen (drukmetingen binnenin het schoeisel). Het opnieuw ontstaan van ulcera is niet significant verschillend tussen de beide groepen. De reden hiervoor is dat patiënten niet therapietrouw zijn in het dragen van het orthopedische schoeisel. Een vergelijkbare uitkomst van een retrospectieve studie van Connor en Mahdi (2004) is dat patiënten waarbij ulcera recidiveren niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel. In de literatuur worden verschillende redenen gegeven voor het niet dragen van voorgeschreven schoeisel, bijvoorbeeld het comfort, esthetische aspect, gewicht en de kosten (Breuer, 1994; Knowles & Boulton, 1996; Macfarlane & Jensen, 2003). Gedrag ten opzichte van het voorgeschreven schoeisel Een onderbelicht item van de schoenendracht onder DM-patiënten is het gedrag zelf. DMpatiënten zijn zich vaak niet bewust van het belang van het voorgeschreven schoeisel ter voorkoming van ulcera (Knowles & Boulton, 1996). Zelfs als het voorgeschreven schoeisel optimaal is, leidt dit niet tot de verwachte gedragsverandering (Macfarlane & Jeffcoate, 1997). Macfarlane (2003) schrijft dat hoe therapietrouw patiënten zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel niet gebaseerd is op de voetproblemen in het verleden, maar op de ervaren toegevoegde waarde voor de patiënt. Daarmee is dergelijk gedrag een belangrijke risicofactor, vooral omdat is aangetoond dat de re-ulceratie teruggedrongen kan worden door het consequent dragen van het voorgeschreven schoeisel (Chantelau & Haage, 1994). Schoenendracht in de thuissituatie In een recent proefschrift van Waaijman (2013) wordt het belang van de gedragsfactor bevestigd. In één van de deelpublicaties van dit proefschrift is objectief onderzocht hoe therapietrouw patiënten zijn in het dragen van orthopedisch schoeisel (Waaijman, et al., 2013). 107 patiënten met diabetes mellitus, neuropathie en een ulcus in de voorgeschiedenis zijn onderzocht. Door middel van een temperatuursensor in de schoen en een stappenteller is gedurende zeven dagen onderzocht hoeveel procent van de dag de schoenen worden gedragen. Slechts 29% van de personen is therapietrouw en draagt de schoenen meer dan 80% van de gezette stappen. Met name in de thuissituatie worden de schoenen niet Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

9 gedragen, terwijl dan de meeste stappen worden gezet (Armstrong et al., 2001; Waaijman, et al., 2013). Het niet therapietrouw zijn met betrekking tot de schoenendracht tijdens de thuissituatie komt overeen met subjectieve data van een eerdere studie, waarin 13% van de patiënten therapietrouw is en het voorgeschreven schoeisel 80% of meer van de tijd draagt in de thuissituatie. 24% van de patiënten geeft aan het voorgeschreven schoeisel nooit te dragen in de thuissituatie (Macfarlane & Jensen, 2003). Het niet dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie geeft grote risico s op re-ulceratie (Connor & Mahdi, 2004). In het proefschrift van Waaijman (2013) is geen aandacht besteed aan het onderliggende gedrag voor het minder dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie. Ook is niet duidelijk welke schoenen wel gedragen worden in de thuissituatie. Juist deze informatie is van essentieel belang voor behandelaars van diabetische voetproblemen en kan hen helpen tijdens de advisering aan patiënten. Dit is dan ook het onderwerp van de huidige studie. Kennis en mate van therapietrouw Het niet therapietrouw zijn is een groot probleem in vele chronische aandoeningen (Yach, 2003). Vooral leefstijlaanpassingen blijken lastig vol te houden voor patiënten (Ruggiero et al., 1997). Chan heeft onderzocht dat in sommige aspecten van diabeteseducatie, waaronder diabetische voetproblemen, de samenhang tussen kennis en mate van therapietrouw zijn laag is. Meer kennis bij de patiënt leidt niet per definitie tot een hogere mate van therapietrouw zijn. Patiënten weten vaak niet hoe ze de kennis over hun ziekte kunnen implementeren in het dagelijks leven (Chan & Molassiotis, 1999). Dit is één van de redenen waarom onderzoeken naar het effect van educatie om kennis te verbeteren, ter preventie van diabetische voetproblemen, niet tot nauwelijks een positief effect laten zien (Dorresteijn et al., 2012). Kennelijk is kennis alleen niet voldoende om gedrag te veranderen. Theorie van gepland gedrag Een theorie die inzicht kan verschaffen in de onderliggende gedragsfactoren is de theorie van gepland gedrag (Theory of Planned Behaviour; TPB) van Fishbein en Ajzen (Fishbein & Ajzen 1975; Ajzen, 1991). Deze theorie beargumenteert namelijk dat menselijk gedrag wordt bepaald door drie overwegingen: geloof in de logische gevolgen van het gedrag (gedragsovertuiging), geloof in de verwachtingen van anderen (normatieve overtuiging) en geloof in de factoren die bijdragen of belemmerend werken op het gedrag (controlerende overtuiging). Eerstgenoemde gedragsovertuigingen creëren een positieve of negatieve attitude ten opzichte van het gedrag (persoonlijke attitude). Normatieve overtuigingen resulteren in ervaren sociale druk (ervaren sociale norm). Controlerende overtuigingen leiden tot de mate van ervaren gedragscontrole. Samen leiden persoonlijke attitude, ervaren sociale Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

10 norm en ervaren gedragscontrole tot een intentie om bepaald gedrag te vertonen. Over het algemeen genomen geldt dat een positieve persoonlijke attitude en ervaren sociale norm, in combinatie met een hoge mate van gedragscontrole, tot de intentie leiden om het gedrag te vertonen wanneer de mogelijkheid zich voordoet. Intentie leidt op die manier tot het daadwerkelijk vertonen van gedrag. Samengevat bepalen de factoren (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole) de gedragsintentie om bepaald gedrag te vertonen (zie figuur 1). Het model gaat er namelijk van uit dat veel menselijk gedrag tot op zekere hoogte beredeneerd is en iemand eerst de intentie moet hebben tot gedragsverandering, voor er daadwerkelijk verandering optreedt. Figuur 1. Theorie van gepland gedrag (Ajzen, 1991). TPB en diabetische voetproblemen Zoals hierboven beschreven leidt meer kennis bij de patiënt niet per definitie tot een hogere mate van therapietrouw zijn, omdat ook andere onderliggende gedragsfactoren uit de TPB (ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole) de intentie bepalen om bepaald gedrag te vertonen. Door het verstrekken van kennis wordt gepoogd de intentie tot gedrag via de factor persoonlijke attitude te beïnvloeden. Ondanks verwoede pogingen in de dagelijkse praktijk leidt kennisoverdracht van behandelaar naar patiënt vaak niet tot een hogere mate van therapietrouw zijn ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie. Dit is de reden dat dit onderzoek zich richt op de andere factoren die de intenties van patiënten kan beïnvloeden. Hieronder wordt per factor een voorbeeld gegeven hoe dit het specifieke gedrag de schoenendracht van diabetespatiënten in de thuissituatie kan verklaren. Deze voorbeelden zijn vooral gebaseerd op praktijkervaring van de auteur en andere behandelaars van diabetische voetproblemen. - Persoonlijke attitude (opvattingen, gebaseerd op bijvoorbeeld kennis en ervaringen). Ondanks een verleden met wonden en amputatie ontstaat vaak bij dezelfde diabetespatiënt Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

11 weer opnieuw complicaties aan de voeten. Vaak lijkt de persoonlijke attitude hier oorzakelijk voor, bijvoorbeeld bij het niet verschijnen tijdens controleafspraken of het niet dragen van het voorgeschreven schoeisel. - Ervaren sociale norm (de invloed of sociale norm die anderen uitoefenen om bepaalde gedragingen wel of niet te vertonen). Als mensen in de omgeving thuis geen schoenen dragen (bijvoorbeeld vanwege geloofsovertuiging), wordt een diabetespatiënt met risicovoeten sociaal geremd ander gedrag te vertonen. - Ervaren gedragscontrole (de inschatting of iemand zekere gedragingen wel of niet uit kan voeren). Niet alle diabetespatiënten met risicovoeten kunnen zelf de schoenen aan- en uittrekken. Als in de thuissituatie niemand hen daarbij kan helpen, wordt logischerwijs gekozen voor een schoen die zelf aan- en uitgetrokken kan worden. Vaak is dit niet het voorgeschreven schoeisel met vetersluiting. In de voorgenoemde onderzoeken naar de schoenendracht (in de thuissituatie) onder diabetespatiënten met een verhoogd risico op ulcera, is geen koppeling gemaakt naar de factoren die gedragsverandering beïnvloeden. In dit onderzoek is de koppeling gemaakt naar de TPB om inzichtelijk te krijgen welke factoren (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) de mate van therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel tijdens de thuissituatie verklaren. 1.2 Vraagstelling De volgende doelstelling is gehanteerd: Inzicht krijgen in de intenties achter de schoenendracht in de thuissituatie bij diabetespatiënten met een hoog risico op ulcera. De volgende vraagstelling is gehanteerd: Welke gedragsfactoren beïnvloeden het dragen van het geadviseerde schoeisel in de thuissituatie, onder diabetespatiënten met een verhoogd risico op ulcera en samengaande amputaties? De volgende deelvragen zijn onderzocht: 1. Welk schoeisel dragen diabetespatiënten met een hoog risico op ulcera (Simm s 2 en 3) in de thuissituatie? 2. Welke factoren uit de TPB (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) verklaren het gedrag van de schoenendracht in de thuissituatie bij diabetespatiënten met een hoog risico op ulcera (Simm s 2 en 3)? Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

12 3. Verschillen de intentiebepalende factoren uit de TPB (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie bij patiënten met een verleden met ulcera en/of amputatie (Simm s 3) en patiënten zonder verleden met ulcera en/of amputatie (Simm s 2)? Deze meesterproef is bedoeld voor meerdere partijen. Allereerst is het natuurlijk bedoeld voor mensen met DM met een hoog risico op voetproblemen. Het is van groot belang voor de kwaliteit van leven van mensen met DM om voetulcera te voorkomen (Houtum van et al., 2004). Vanwege deze reden is regio 6 (Oost-Nederland) van de Diabetes Vereniging Nederland (DVN) (Diabetes Vereniging Nederland, 2013) één van de betrokken partijen binnen dit onderzoek. De tweede partij zijn alle bij dit onderzoek betrokken behandelaars die diabetische voetproblemen trachten te voorkomen. Dit betreft de podotherapeuten van Voetencentrum Wender (Voetencentrum Wender, 2013), de huisartsengroepering in Oost- Nederland (THOON, 2013) en de pedicures van de Vakgroep Voetzorg Twente (Vakgroep Voetzorg Twente, 2013). Door inzicht te creëren in de beweegredenen achter de schoenendracht tijdens de thuissituatie, kunnen zij gerichter advies geven aan mensen met DM en een verhoogd risico op voetproblemen. Ook kunnen zij in conclaaf gaan met zorgverzekeraars om mogelijke interventies voor de thuissituatie te gaan vergoeden. De laatste stakeholder in dit onderzoek is de Saxion Hogeschool te Enschede en de Fontys Hogeschool te Eindhoven. De resultaten van dit onderzoek kunnen binnen het curriculum van de opleiding podotherapie geïmplementeerd worden. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

13 2. Methode 2.1 Onderzoeksdesign Het betreft een kwantitatief onderzoek dat gebaseerd is op een cross-sectioneel (=transversaal- of dwarsdoorsnedeonderzoek) design. De meting heeft plaatsgevonden via een analoog vragenformulier op één meetmoment. 2.2 Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie bestond uit DM patiënten type 2 met risicoclassificatie Simm s 2 en 3 in Oost-Nederland, die onder behandeling staan of in het jaar 2013 onder behandeling zijn geweest bij een podotherapeut van Voetencentrum Wender. Er is gekozen voor DM type 2 patiënten, omdat preventie van voetproblemen vooral op deze groep gericht is. De patiënten zijn onttrokken uit het patiëntenadministratiesysteem van Voetencentrum Wender, waardoor het een gemakssteekproef betreft. De betreffende podotherapeuten zijn over dit onderzoek geïnformeerd, evenals de huisartsengroepering in Oost-Nederland, genaamd THOON. Daarnaast zijn regio 6 (Oost-Nederland) van de Diabetes Vereniging Nederland en de Vakgroep Voetzorg Twente geïnformeerd. Van alle genoemde partijen is gedeeltelijke participatie gevraagd, welke bestaat uit het motiveren van patiënten die een vragenlijst hebben ontvangen. Het motiveren van patiënten heeft mondeling plaatsgevonden tijdens de reguliere consulten, waardoor dit alleen geldt voor de patiënten die op consult kwamen ten tijde van het onderzoek. Het streven was om in totaal 300 patiënten met Simm s 2 en 3 deel te laten nemen aan dit cross-sectionele onderzoek. Op zijn 150 vragenformulieren verzonden aan patiënten met Simm s 2 en 150 vragenformulieren aan patiënten met Simm s 3. De uiterlijke responsedatum voor respondenten is De gebruikte inclusiecriteria zijn: Patiënten met DM type 2 met risicoclassificatie Simm s 2 of 3 Patiënten staan onder behandeling of stonden in het jaar 2013 onder behandeling bij een podotherapeut van Voetencentrum Wender De exclusiecriteria zijn: Patiënten met DM type 1 Patiënten die niet de huisarts als hoofdbehandelaar hebben, maar de internist of kinderarts Patiënten staan onder behandeling bij de onderzoeker Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

14 2.3 Dataverzameling Dit onderzoek naar de schoenendracht in de thuissituatie heeft plaatsgevonden door patiënten een gestandaardiseerd analoog vragenformulier met voornamelijk gesloten vragen op te sturen (zie bijlage 2). In de reeds uitgevoerde onderzoeken naar de schoenendracht in de thuissituatie onder diabetespatiënten met een verhoogd risico op ulcera, is geen koppeling gemaakt naar de TPB of een ander gedragsverklarend model. Deze onderzoeken waren vooral gericht op het bevestigen dat diabetespatiënten met een verhoogd risico op ulcera niet de geadviseerde schoenen dragen in de thuissituatie. Derhalve was er geen vragenlijst beschikbaar waarin getracht wordt dit specifieke gedrag te verklaren door de koppeling te maken naar de TPB of een ander gedragsverklarend model. Voor deze meesterproef is een vragenlijst ontwikkeld zoals beschreven in de appendix van het boek Predicting and changing behavior: The reasoned action approach (Fishbein & Ajzen, 2010). Dergelijke vragenlijsten zijn gevalideerd in meerdere onderzoeken gericht op gezondheidsgedragen (Ajzen, Albarracín & Hornik, 2007; Ajzen & Manstead, 2007). In de gebruikte vragenlijst van dit onderzoek worden middels stellingen met een vijfpuntsschaal de verschillende constructen van de TPB getoetst. De inhoud van de gebruikte vragen is gebaseerd op de praktijkervaring van de auteur van dit onderzoeksplan. Naast de vragen gericht op de TPB worden de demografische variabelen geslacht en leeftijd uitgevraagd. De vragenformulieren zullen te herleiden zijn voor Simm s 2 en 3 patiënten, zodat hierin onderscheid gemaakt kan worden bij de statistische analyse. De inhoud van de vragenformulieren voor Simm s 2 en 3 patiënten is identiek. Het vragenformulier is opgestuurd met een informatiebrief (zie bijlage 1) en retourenvelop met postzegel. 2.4 Methodologische kwaliteit Binnen dit onderzoek is een cross-sectioneel design gebruikt. Ondanks dat bekend is van subjectieve meetmethoden dat dit tot bias of missende data kan leiden (Adams et al., 1999), is er binnen het kader van deze meesterproef geen andere mogelijkheid. Een objectieve kwantitatieve meetmethode van de schoenendracht in de thuissituatie is te tijdrovend. Daarom is gekozen om het vragenformulier op te sturen per post met retourenvelop met postzegel. Omdat veel respondenten van oudere leeftijd zijn, is een digitaal vragenformulier geen mogelijkheid. Deelname aan dit onderzoek was voor de deelnemers vrijwillig en anoniem, zodat er geen bias ontstaat en er geen belemmering voor de deelnemers was om te participeren en de vragenlijst waarheidsgetrouw in te vullen. De verschillende behandelaars van diabetische voetproblemen (podotherapeuten Voetencentrum Wender, DVN regio 6, huisartsen THOON, pedicures Vakgroep Voetzorg Twente) zijn betrokken bij dit onderzoek om de respons te vergroten. Een groot gedeelte van de mogelijke deelnemers Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

15 staan bij hen onder behandeling. Zij hebben de patiënten het belang van het onderzoek uitgelegd en daarmee gemotiveerd om deel te nemen. 2.5 Data-analyse De statistische analyse vond plaats met behulp van het softwareprogramma SPSS (versie 20.0). Bij de analyse is uitgegaan van een 95% betrouwbaarheidsinterval, hetgeen inhoudt dat er een kans van 5% bestaat dat de gevonden resultaten op toeval berusten. Het verschil is statistisch significant als de gevonden p-waarde kleiner is dan de grenswaarde van 5% (p < 0,05) en niet statistisch significant als de p-waarde groter is dan 5%. Het vragenformulier bevat zowel demografische gegevens, gesloten vragen met een vijfpuntsschaal (gekoppeld aan de TPB) en eindigt met een open vraag voor eventuele opmerkingen. Van de demografische variabelen zijn frequenties berekend. Hiermee wordt inzicht verworven in de verschillende patiëntkarakteristieken. Hieronder wordt per deelvraag de data-analyse beschreven: 1. Welk schoeisel dragen diabetespatiënten met een hoog risico op ulcera (Simm s 2 en 3) in de thuissituatie? Alle negatieve antwoorden op enquêtevraag 15 bepalen de mate van therapietrouw zijn (zie bijlage 2). Met een chi-kwadraattoets zijn de verschillende demografische variabelen (leeftijd, geslacht, Simm s classificatie) getoetst ten opzichte van enquêtevraag 15 (mate van therapietrouw zijn). Daarna wordt in enquêtevraag 16 uitgesplitst welk schoeisel de niet therapietrouwe patiënten dragen in de thuissituatie. Er is bewust gekozen om deze eerste deelvraag als enquêtevragen 15 en 16 terug te laten komen, zodat de gegeven antwoorden de eerder gestelde enquêtevragen (vraag 1 t/m 14) voor onderzoeksvragen 2 en 3 niet beïnvloeden. 2. Welke factoren uit de TPB (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) verklaren het gedrag van de schoenendracht in de thuissituatie bij diabetespatiënten met een hoog risico op ulcera (Simm s 2 en 3)? De hierbij behorende vragen zijn gekoppeld aan een factor uit de TPB (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole). De vooraf bedachte vragen voor het construct persoonlijke attitude betreffen de vragen 1 t/m 6, voor ervaren sociale norm de vragen 7 t/m 10 en voor ervaren gedragscontrole de vragen 11 t/m 14 (zie bijlage 2). Het doel is om door middel van de principale componentenanalyse de bovengenoemde constructen te testen en definiëren. Aan de hand van de knik in de curve zal bepaald worden welke vragen niet meegenomen dienen te worden in de analyse. De hierdoor ontstane constructen zullen getest worden op de mate van interne consistentie door middel van de Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

16 Cronbach s alpha. De α is een indicatie van de mate waarin een aantal items in een test hetzelfde concept meten. Een α van 0.60 wordt als afkapwaarde gebruikt. Waarden < 0.50 wijzen doorgaans op onvoldoende betrouwbaarheid. Daarna zal een regressieanalyse uitgevoerd worden op de ontstane constructen om inzichtelijk te maken hoe de factoren uit de TPB van invloed zijn op het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie. Wanneer het niet lukt om door middel van de principale componentenanalyse constructen te vormen, zal enkel de Cronbach s alpha gebruikt worden om de interne consistentie te bepalen van de vooraf bedachte constructen. De constructen met de hoogst mogelijke α zullen in dat geval gebruikt worden voor de regressieanalyse. 3. Verschillen de intentiebepalende factoren uit de TPB (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie bij patiënten met een verleden met ulcera en/of amputatie (Simm s 3) en patiënten zonder verleden met ulcera en/of amputatie (Simm s 2)? Met deze vraag worden nogmaals de gedragsverklarende factoren (persoonlijke attitude, ervaren sociale norm, ervaren gedragscontrole) uit de TPB getest. De constructen voortgekomen uit de analyse van onderzoeksvraag 2 zijn wederom gebruikt. De vraag is welke factor die de intentie beïnvloedt, door een ervaring uit het verleden wordt beïnvloed. Deze deelvraag is gelijktijdig berekend met deelvraag 2. Om deelvraag 3 te berekenen is per gedrag verklarende factor uit de TPB een regressieanalyse uitgevoerd voor alle Simm s 2 en 3 patiënten afzonderlijk. De uitkomsten van de regressieanalyse zijn per factor met elkaar vergeleken. 2.6 Ethische verantwoording Onderzoek met mensen moet een medisch-ethische toets ondergaan als het valt onder de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). Onderzoek valt onder de WMO wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: er is sprake van medisch-wetenschappelijk onderzoek; en de proefpersonen worden aan handelingen onderworpen, en/of aan de proefpersonen wordt een bepaalde gedragswijze opgelegd. Op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) is te vinden dat het invullen van een vragenlijst in het algemeen niet onder de WMO valt (CCMO, 2013). Echter wanneer de proefpersoon ingrijpende, belastende of intieme vragen gesteld worden of wanneer de proefpersonen veel tijd kwijt zijn met invullen van de vragenlijst valt het wel onder de WMO. Vanwege deze redenen valt dit onderzoek niet onder de WMO. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

17 Gezamenlijk met het vragenformulier wordt een informatiebrief verzonden. In deze informatiebrief is een item Vertrouwelijkheid van de gegevens opgenomen waarin beschreven staat dat deelname vrijwillig is, de gegevens alleen bekend zijn bij de onderzoeker en anoniem verwerkt zullen worden. De onderzoeksdata voortkomend uit deze meesterproef zal door de onderzoeker minimaal vijf jaar na afloop van het onderzoek bewaard worden. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

18 3. Resultaten De respons met ingevulde enquêtes betreft 42% (n=126). Demografische variabelen zijn terug te vinden in bijlage 3. De gemiddelde waarde per enquêtevraag met bijbehorende standaarddeviatie is terug te vinden in bijlage 4. Tussen leeftijd en therapietrouw zijn is een randsignificant verband gevonden (df=34, P=0.06). Om de eerste onderzoeksvraag te beantwoorden is middels de chi-kwadraattoets de relatie tussen de Simm s classificatie en vraag 15 uit de enquête geanalyseerd (zie bijlage 2). Tussen de Simm s classificatie en therapietrouw zijn is een randsignificant verband gevonden (df=1, P=0.07), hetgeen inhoudt dat DM-patiënten met Simm s 3 vaker niet therapietrouw zijn met betrekking tot de schoenendracht in de thuissituatie dan DM-patiënten met Simm s 2. In figuur 2 wordt dit weergegeven aan de hand van de frequenties, waarbij de respondenten die negatief hebben geantwoord op vraag 15 niet therapietrouw zijn (zie figuur 2). De lichtgekleurde balken weerspiegelen de respondenten die nee hebben geantwoord op enquêtevraag 15 (niet therapietrouwe groep). De donkergekleurde balken weerspiegelen de respondenten die ja hebben geantwoord op enquêtevraag 15 (therapietrouwe groep). Figuur 2. Aantal antwoorden op vraag 15 per Simm s classificatie.. Voor de respondenten die negatief hebben geantwoord op vraag 15 zijn onderstaande cirkeldiagrammen weergegeven per Simm s classificatie. Hiermee is per Simm s classificatie inzichtelijk welke schoenen gedragen worden in de thuissituatie wanneer patiënten niet therapietrouw zijn (zie figuur 3 en 4). De resultaten voor Simm s 2 en 3 zijn vergelijkbaar met als opvallend gegeven dat in beide groepen erg vaak pantoffels en slippers worden Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

19 gedragen in de thuissituatie. Het is onduidelijk wat de groep overige draagt in de thuissituatie. Ook is er een kleine groep die thuis alleen sokken draagt en derhalve geen beschermende schoenen draagt. Figuur 3. Schoenendracht in de thuissituatie bij Simm s 2. Figuur 4. Schoenendracht in de thuissituatie bij Simm s 3. Om onderzoeksvraag twee te beantwoorden was het de bedoeling om door middel van factoranalyse constructen te maken van meerdere vragen die dezelfde factor van de TPB weergeven. De vooraf bedachte vragen voor het construct persoonlijke attitude betreffen de Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

20 vragen 1 t/m 6, voor ervaren sociale norm de vragen 7 t/m 10 en voor ervaren gedragscontrole de vragen 11 t/m 14 (zie bijlage 2). De uit de principale componentenanalyse voortkomende constructen bleken volgens de α allen een lage interne consistentie te hebben. Daardoor is gekozen voor een alternatieve analyse, waarbij de principale componentenanalyse buiten beschouwing is gelaten. Er zijn gemodificeerde constructen gevormd die de hoogst mogelijke α per construct weergeven. Voor persoonlijke attitude bestaat het construct uit de vragen 1, 4, 5 en 6 (α = 0.56), voor ervaren sociale norm bestaat het construct uit de vragen 9 en 10 (α = 0.58) en voor ervaren gedragscontrole bestaat het construct uit de vragen 12, 13 en 14 (α = 0.45) (zie bijlage 2). Voor alle constructen geldt dat de α onder de 0.60 ligt. Waarden < 0.50 wijzen doorgaans op onvoldoende betrouwbaarheid. De constructen persoonlijke attitude en ervaren sociale norm hebben een matige betrouwbaarheid. Het construct ervaren gedragscontrole heeft een lage betrouwbaarheid. Desondanks is besloten de verdere analyse met bovengenoemde constructen uit te voeren, waarbij de hieruit voortkomende resultaten met voorzichtigheid in acht genomen dienen te worden. Per construct is het gemiddelde bepaald voor Simm s 2 en 3 patiënten. Op deze wijze wordt inzichtelijk welke constructen van de TPB verschillen tussen Simm s 2 en 3 (zie figuur 5). Uit de chikwadraattoets van onderzoeksvraag 1 is reeds gebleken dat de Simm s classificatie een randsignificant verband (df=1, P=0.07) heeft ten opzichte van therapietrouw zijn, hetgeen inhoudt dat diabetespatiënten met Simm s 3 vaker niet therapietrouw zijn met betrekking tot de schoenendracht in de thuissituatie. Figuur 5 ondersteunt dit beeld: op alle constructen van de TPB scoren Simm s 3 patiënten lager dan Simm s 2 patiënten. Het verschil tussen beide groepen is het kleinst voor het construct persoonlijke attitude en het grootst voor het construct ervaren sociale norm. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

21 De donkergekleurde balken weerspiegelen Simm s 2 patiënten. De lichtgekleurde balken weerspiegelen Simm s 3 patiënten. Figuur 5. Gemiddeldes per construct Simm s 2 versus 3. Tevens is per construct het gemiddelde bepaald voor de therapietrouwe en niet therapietrouwe groep. Op deze wijze wordt inzichtelijk welke constructen van de TPB verschillen tussen therapietrouwe en niet therapietrouwe patiënten (zie figuur 6). Figuur 6 geeft weer dat het onderscheid tussen therapietrouwe en niet therapietrouwe patiënten wordt bepaald door het construct persoonlijke attitude, maar in grotere mate door het construct ervaren gedragscontrole. Het construct ervaren sociale norm laat geen onderscheid zien tussen therapietrouwe en niet therapietrouwe patiënten. De donkergekleurde balken weerspiegelen therapietrouwe Simm s 2 en 3 patiënten. De lichtgekleurde balken weerspiegelen niet therapietrouwe Simm s 2 en 3 patiënten. Figuur 6. Gemiddeldes per construct therapietrouw versus niet therapietrouw. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

22 Daarnaast is een regressieanalyse berekend om de invloed van de factoren uit de TPB te bepalen ten opzichte van het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie. Het therapietrouw zijn wordt afgeleid uit het antwoord op enquêtevraag 15. Hieruit blijkt dat het construct persoonlijke attitude een positieve statistisch significante relatie (β=0.28, P<0.05) heeft met het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2 en 3 gezamenlijk. De overige constructen ervaren sociale norm (β=0.18, P=0.07) en ervaren gedragscontrole (β=0.06, P=0.6) laten geen statistisch significant verband zien. Met andere woorden wordt het niet therapietrouw zijn met name bepaald door het construct persoonlijke attitude. Deze uitkomst komt deels overeen met figuur 6 waarin niet therapietrouwe patiënten lager scoren op de constructen persoonlijke attitude en ervaren gedragscontrole. Het construct persoonlijke attitude verklaart daarmee het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2 en 3 gezamenlijk. Voor onderzoeksvraag drie zijn dezelfde constructen gebruikt als voor onderzoeksvraag twee. Per construct is het gemiddelde bepaald voor de therapietrouwe en niet therapietrouwe Simm s 2 en 3 groep afzonderlijk. Het therapietrouw zijn wordt afgeleid uit het antwoord op enquêtevraag 15. Op deze wijze wordt inzichtelijk welk onderdeel van de TPB het minder therapietrouw zijn van Simm s 3 patiënten verklaart (zie figuur 7). Uit de chikwadraattoets van onderzoeksvraag 1 is gebleken is dat de Simm s classificatie randsignificant (df=1, P=0.07) is ten opzichte van therapietrouw zijn. Dit houdt in dat diabetespatiënten met Simm s 3 vaker niet therapietrouw zijn met betrekking tot de schoenendracht in de thuissituatie. Figuur 7 geeft weer dat het verschil tussen de niet therapietrouwe Simm s 2 en 3 groep voortkomt uit de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Het construct persoonlijke attitude laat geen verschil zien tussen de niet therapietrouwe Simm s 2 en 3 groep. Deze uitkomsten komen overeen met figuur 5 waarin de gehele Simm s 2 en 3 groep met elkaar vergeleken is. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

23 De donkergekleurde balken weerspiegelen het construct persoonlijke attitude. De middelste blauwe balken weerspiegelen het construct ervaren sociale norm. De lichtgekleurde balken weerspiegelen het construct ervaren gedragscontrole. Figuur 7. Gemiddeldes per construct Simm s 2 en 3 versus therapietrouw en niet therapietrouw. Regressieanalyses zijn berekend om inzicht te geven hoe de factoren uit de TPB van invloed zijn op het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2 en 3 afzonderlijk. Het therapietrouw zijn wordt afgeleid uit het antwoord op enquêtevraag 15. Hieruit blijkt dat het construct persoonlijke attitude een positieve statistisch significante relatie (β=0.42, P<0.05) heeft met het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2. De overige constructen ervaren sociale norm (β=0.23, P=0.14) en ervaren gedragscontrole (β=0.03, P=0.87) laten geen statistisch significant verband zien bij Simm s 2. Het construct persoonlijke attitude verklaart daarmee het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2. Bij Simm s 3 zijn geen statistisch significante relaties gevonden in de regressieanalyse bij de constructen persoonlijke attitude (β=0.21, P=0.19), ervaren sociale norm (β=0.14, P=0.32) en ervaren gedragscontrole (β=0.03, P=0.87). Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

24 4. Discussie Uit de resultaten blijkt een randsignificant verband tussen leeftijd en therapietrouw zijn (df=34, P=0.06). Daarnaast zijn Simm s 3 patiënten over het algemeen minder therapietrouw in de schoenendracht tijdens de thuissituatie ten opzichte van Simm s 2 (df=1, P=0.07). Niet therapietrouw zijn hangt met name samen met de persoonlijke attitude, waarbij de regressieanalyse een positieve statistisch significante relatie (β=0.28, P<0.05) heeft met het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2 en 3 gezamenlijk. Ook is een positieve statistisch significante relatie (β=0.42, P<0.05) gevonden met het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie voor Simm s 2 afzonderlijk. Voor Simm s 3 is geen statistisch significante relatie gevonden tussen het construct persoonlijke attitude en het niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgeschreven schoeisel in de thuissituatie (β=0.21, P=0.19). Uit de gemiddelde waarden per construct blijkt echter dat niet zozeer het construct persoonlijke attitude het verschil in therapietrouw zijn tussen Simm s 2 en 3 bepaalt, maar met name de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het construct persoonlijke attitude verklaart waarom Simm s 2 en 3 patiënten niet therapietrouw zijn in het dragen van het voorgescheven schoeisel in de thuissituatie. De reden dat de Simm s 3 groep minder therapietrouw is dan de Simm s 2 groep valt te verklaren vanuit de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Bij deze groep dient de behandelaar van diabetische voetproblemen zich niet alleen te focussen op de persoonlijke attitude, maar vooral op deze omgevingsfactoren. Voor deze meesterproef is een vragenlijst ontwikkeld (Fishbein & Ajzen, 2010). Dergelijke vragenlijsten zijn gevalideerd in meerdere onderzoeken gericht op gezondheidsgedragen (Ajzen, Albarracín & Hornik, 2007; Ajzen & Manstead, 2007). De gebruikte vragenlijst binnen deze meesterproef is niet vooraf gevalideerd. Tijdens de statistische analyse is duidelijk geworden dat de vooraf bedachte constructen niet bruikbaar zijn. De vooraf bedachte constructen tonen onvoldoede samenhang volgens de principale componentenanalyse en hebben een lage interne consistuentie volgens de Cronbach s alpha. Als alternatief is getracht met gewijzigde constructen de onderzoeksvragen te beantwoorden. Ook deze gewijzigde constructen hebben geen α boven de 0.60, hetgeen een matige tot lage interne consistentie weergeeft. De gebruikte constructen hebben respectievelijk een α van 0.56 (persoonlijke attitude), 0.58 (ervaren sociale norm) en 0.45 (ervaren gedragscontrole). Desondanks zijn deze constructen gebruikt voor verdere analyse om antwoord te geven op de opgestelde onderzoeksvragen. Middels regressieanalyse zijn de drie constructen van de Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

25 TPB getest ten opzichte van therapietrouw zijn. De discrepantie tussen de resultaten van de regressieanalyse en de gemiddelde waarden per construct kan mogelijk verklaard worden door de lage interne consistentie van de constructen. Ook de geringe hoeveelheid respondenten (n=126) binnen deze meesterproef kan hebben bijgedragen aan deze discrepantie. Door deze tekortkomingen dienen de resultaten met voorzichtigheid in acht genomen te worden Bovengenoemde tekortkomingen in acht nemend is er een zichtbare trend dat de factor persoonlijke attitude oorzakelijk is voor het niet therapietrouw zijn onder Simm s 2 en 3 patiënten. De reden dat de Simm s 3 groep minder therapietrouw is dan de Simm s 2 groep valt te verklaren vanuit de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole. Behandelaars van diabetische voetproblemen zien zowel therapietrouwe als niet therapietrouwe Simm s 2 en 3 patiënten in de praktijk. Zij focussen zich bij alle groepen vooral op kennisoverdracht om de mate van therapietrouw zijn te beïnvloeden. Meer kennis bij niet therapietrouwe Simm s 3 patiënten leidt echter niet tot een hogere mate van therapietrouw zijn ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie. Het construct persoonlijke attitude speelt zeker een rol in het beïnvloeden van de schoenendracht in de thuissituatie voor therapietrouwe Simm s 2 en 3 en niet therapietrouwe Simm s 2 patiënten, echter zijn de constructen ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole belangrijker voor niet therapietrouwe Simm s 3 patiënten. Alleen het overdragen van kennis door behandelaars van diabetische voetproblemen is derhalve niet voldoende om het gedrag van niet therapietrouwe Simm s 3 patiënten ten opzichte van de schoenendracht in de thuissituatie te veranderen. Bij niet therapietrouwe Simm s 3 patiënten dienen behandelaars van diabetische voetproblemen zich te focussen op de omgevingsfactoren (ervaren sociale norm en ervaren gedragscontrole) die dan een belangrijke rol spelen om de mate van therapietrouw zijn te beïnvloeden. Draagt u deze schoenen thuis ook?, meesterproef Master HC&SW, Michel Boerrigter, juni

DiHAG-statement voetzorg. Inleiding

DiHAG-statement voetzorg. Inleiding DiHAG-statement voetzorg Secretariaat: p/a Nederlands Huisartsen Genootschap Mercatorlaan 1200 Postbus 3231 3502 GE Utrecht Tel. 030 2823500 Fax 030 2823501 E-mail: dihag@nhg.org www.dihag.nl KvK: 41261381

Nadere informatie

Tekst en beeldmateriaal: Ed Wender, podotherapeut, Podotherapie Wender. Michel Boerrigter, podotherapeut, Podotherapie Wender.

Tekst en beeldmateriaal: Ed Wender, podotherapeut, Podotherapie Wender. Michel Boerrigter, podotherapeut, Podotherapie Wender. Personal pair schoeisel ter preventie van ulcera bij eerstelijns DM-patiënten 25-11-2010 Thesis Fontys Hogeschool te Eindhoven, opleiding diabetespodotherapeut. Tekst en beeldmateriaal: Ed Wender, podotherapeut,

Nadere informatie

Simms classificatie, voetverzorging en vergoedingen. Hoe geven we de juiste voet zorg/ voetzorg!

Simms classificatie, voetverzorging en vergoedingen. Hoe geven we de juiste voet zorg/ voetzorg! Simms classificatie, voetverzorging en vergoedingen Hoe geven we de juiste voet zorg/ voetzorg! René Ottens, Diabetes podotherapeut Geen (potentiële) Disclosure belangenverstrengeling Niet in sponsoring.

Nadere informatie

Algemeen Doorverwijzing Verwijzing naar internist en overige specialisten Contracten pedicures en podotherapeuten...

Algemeen Doorverwijzing Verwijzing naar internist en overige specialisten Contracten pedicures en podotherapeuten... 5.2 Voetzorg Algemeen... 1 Doorverwijzing... 4 Verwijzing naar internist en overige specialisten... 5 Contracten pedicures en podotherapeuten... 5 Algemeen De gebruikelijke voetscreening wordt verricht

Nadere informatie

Het is van belang uitleg aan de patiënt te geven waarbij een voetverzorgings- en schoenadvies niet mag ontbreken.

Het is van belang uitleg aan de patiënt te geven waarbij een voetverzorgings- en schoenadvies niet mag ontbreken. 5.2 Voetzorg De gebruikelijke voetscreening wordt verricht door de POH. De frequentie van voetonderzoek hangt af van de Simm's classificatie en het zorgprofiel. naar pedicure en podotherapeut vindt plaats

Nadere informatie

Voetzorg bij diabetes

Voetzorg bij diabetes Voetzorg bij diabetes Voetzorg 2015 Internist hoofdbehandelaar Wat is er anders in 2015? Mieke Pero 24-02-2015 Agenda Welkom De diabetische voet College Voor Zorgverzekeringen (CVZ, tegenwoordig ZIN) Zorgmodule

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van

Nadere informatie

Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie

Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie Deelprestatie pedicure OIM Orthopedie 2 Inhoudsopgave Deelprestatie Omschrijving deelprestatie pedicure... 3 Algemene verantwoording overeenkomst gehele voetzorg... 3 Omschrijving deelprestatie pedicure

Nadere informatie

Diabetische voetzorg

Diabetische voetzorg Diabetische voetzorg Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker! Michel Boerrigter, diabetespodotherapeut Programma Theoretisch deel Zorgmodule Preventie Diabetische Voetulcera 2014 Perifeer arterieel

Nadere informatie

NDF diabetes standaard

NDF diabetes standaard Deze presentatie behandelt.. DM voetzorg Samen sterker!! Een korte terugblik waar we vandaan komen Waar staan we nu En..waargaan we naar toe NDF diabetes standaard Pakketscan Diabetes CVZ 2008 Pakket a

Nadere informatie

Voorwoord 8 1 De diabetische voet en classifi caties 1 0 2 De Simm s classifi catie en de Zorgmodule 1 8 3 Perifere diabetische neuropathie 2 8

Voorwoord 8 1 De diabetische voet en classifi caties 1 0 2 De Simm s classifi catie en de Zorgmodule 1 8 3 Perifere diabetische neuropathie 2 8 Inhoud Voorwoord 8 1 De diabetische voet en classificaties 1 0 1.1 Inleiding 1 0 1.2 Diabetes mellitus in cijfers 1 0 1.3 Preventie en College voor zorgverzekeringen (CVZ) 1 2 1.4 De risicoclassificatie

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De diabetische voet en de Simm s classificatie

De diabetische voet en de Simm s classificatie De diabetische voet en de Simm s classificatie De diabetische voet en de Simm s classificatie Margreet van Putten Houten 2012 2012 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS

TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS TEMPERATUURMETINGEN BIJ DIABETISCHE VOET A.M. WIJLENS DISCLOSURE Geen belangenverstrengeling INTRODUCTIE LICHAAMSTEMPERATUUR Constante lichaamstemperatuur wenselijk voor verloop fysiologische processen

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie. Gelijk maar een vraag! Simm s Klasse 0.

De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie. Gelijk maar een vraag! Simm s Klasse 0. De voet snel en effectief ter hand genomen, alles draait om de Simm s classificatie Gelijk maar een vraag! Vindt U dat type 2 diabetes patiënten zonder risicovoeten kunnen volstaan met minder uitgebreid

Nadere informatie

Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2. Instructie voetonderzoek

Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2. Instructie voetonderzoek Eerstelijns ketenzorg Diabetes Mellitus type 2 Instructie voetonderzoek 2014 ZIO (ZORG IN ONTWIKKELING) REGIO MAASTRICHT - HEUVELLAND VERSIE 1.0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Het vaststellen

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus. Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg. Veel gestelde vragen.

Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus. Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg. Veel gestelde vragen. Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg Veel gestelde vragen. 1 Start: Welk zorgprofiel (ZP) heeft de verzekerde? (Weet niet? Verwijs naar huisarts.) ZP 0 (geen

Nadere informatie

Weet wat u doet bij de diabetische voet

Weet wat u doet bij de diabetische voet Weet wat u doet bij de diabetische voet Het is vervelend als u voetproblemen krijgt. Laat uw voeten regelmatig deskundig controleren. U voorkomt hiermee ernstige problemen. Uw podotherapeut weet raad.

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

VOETZORGEN. Woensdag 15 april Jan van Herpen, kaderhuisarts DM2 Marlies Dennemann, podotherapeute René Ottens, podotherapeut

VOETZORGEN. Woensdag 15 april Jan van Herpen, kaderhuisarts DM2 Marlies Dennemann, podotherapeute René Ottens, podotherapeut VOETZORGEN Woensdag 15 april Jan van Herpen, kaderhuisarts DM2 Marlies Dennemann, podotherapeute René Ottens, podotherapeut Voetenzorg binnen OCE Onderzoek en classificaties van Simm s en zorgprofiel:

Nadere informatie

Indicatie Classificatie Zorgprofiel. Jaarlijks gericht voetonderzoek en voetverzorgingsadviezen 1/2/3/4. Overige indicaties Ziekenhuiszorg

Indicatie Classificatie Zorgprofiel. Jaarlijks gericht voetonderzoek en voetverzorgingsadviezen 1/2/3/4. Overige indicaties Ziekenhuiszorg Voor de behandeling van diverse voetklachten is pedicure zeer geschikt. Ook kan pedicure worden toegepast voor het onderhouden en mooi houden van de voeten. Denk hierbij aan het het knippen en lakken van

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus buiten ketenzorg

Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus buiten ketenzorg Voetzorg 2015 voor diabetes mellitus buiten ketenzorg Wij sluiten overeenkomsten met podotherapeuten die als hoofdaannemers de Voetzorg voor diabetes mellitus patiënten buiten de ketenzorg gaan organiseren.

Nadere informatie

Wijziging Voetzorg binnen de diabetes keten in 2015

Wijziging Voetzorg binnen de diabetes keten in 2015 Wijziging Voetzorg binnen de diabetes keten in 2015 Zoals u weet, vinden er per 1 januari 2015 wijzigingen plaats in de voetzorg voor diabetici. Dit komt doordat het Zorginstituut Nederland (voorheen College

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013)

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Inhoudsopgave Verslag Samenvatting resultaten Bijlage - Vragenlijst Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN VENLO +31 (77) 3203736

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut

Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut Congres Revalidatie 2016 Bas Meijer, podotherapeut Introductie. Bas Meijer, podotherapeut Anderhalvelijns zorgcentrum Luc van Driel Judith Ensink 02 Inhoud. Podotherapeut? Samenwerkende disciplines Specialisaties

Nadere informatie

Diabetische voet. V. Oostendorp- Cornelissen Wondconsulent, Amphia ziekenhuis, Breda WCS Diabetische voet

Diabetische voet. V. Oostendorp- Cornelissen Wondconsulent, Amphia ziekenhuis, Breda WCS Diabetische voet Diabetische voet V. Oostendorp- Cornelissen Wondconsulent, Amphia ziekenhuis, Breda WCS Diabetische voet Commissie diabetische voet Anke Wijlens Docent podotherapie, Saxion hogeschool, Enschede Bela Pagrach

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn Inleiding: Sinds 1 januari 2008 wordt in Noord-Limburg de diabeteszorg in de eerste lijn door Cohesie Cure and Care georganiseerd. De diabeteszorg wordt als DBC Diabetes Mellitus Eerste Lijn op gestructureerde

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

FAQs voetzorg. Frequently Asked Questions ten aanzien van voetzorg binnen de eerstelijns ketenzorg DM2 Regio Maastricht-Heuvelland

FAQs voetzorg. Frequently Asked Questions ten aanzien van voetzorg binnen de eerstelijns ketenzorg DM2 Regio Maastricht-Heuvelland FAQs voetzorg Frequently Asked Questions ten aanzien van voetzorg binnen de eerstelijns ketenzorg DM2 Regio Maastricht-Heuvelland 1. Welke patiënten ontvangen vanaf 1 januari 2015 voetzorg binnen de ketenzorg

Nadere informatie

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Het dragen van orthopedische schoenen Het effect van motiverende gespreksvoering in combinatie met het digitaal aanmeten van schoenen op therapietrouw

Nadere informatie

Voetzorg 2016 voor diabetes mellitus. Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg. Veel gestelde vragen.

Voetzorg 2016 voor diabetes mellitus. Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg. Veel gestelde vragen. Voetzorg 2016 voor diabetes mellitus Binnen ketenzorg (zorggroep) Buiten ketenzorg Veel gestelde vragen. 1 Start: Welk zorgprofiel (ZP) heeft de verzekerde? (Weet niet? Verwijs naar huisarts.) ZP 0 (geen

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Laatste ontwikkelingen vanuit de internationale consensus. Véronique Oostendorp WCS Cie. Diabetische voet Amphia ziekenhuis, Breda

Laatste ontwikkelingen vanuit de internationale consensus. Véronique Oostendorp WCS Cie. Diabetische voet Amphia ziekenhuis, Breda Laatste ontwikkelingen vanuit de internationale consensus Véronique Oostendorp WCS Cie. Diabetische voet Amphia ziekenhuis, Breda Programma 1. Inleiding 2. Anamnese 3. Preventie 4. Beoordelen voetulcus

Nadere informatie

Weet wat u doet bij de diabetische voet!

Weet wat u doet bij de diabetische voet! Weet wat u doet bij de diabetische voet! Het is vervelend als u voetproblemen krijgt. Laat uw voeten regelmatig deskundig controleren. U voorkomt hiermee ernstige problemen. Uw podotherapeut weet raad.

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Afspraken Levering Voetzorg 2015

Afspraken Levering Voetzorg 2015 Afspraken Levering Voetzorg 2015 Samenwerkingsovereenkomst podotherapeut en pedicure inzake preventieve voetzorg voor diabetes mellitus patiënten Ondertekening Naam podotherapiepraktijk Adres: Postcode:

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Waarom een voetonderzoek

Waarom een voetonderzoek PATIËNTEN INFORMATIE Waarom een voetonderzoek bij Diabetes Mellitus 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Diabetesteam van het Maasstad Ziekenhuis u informeren waarom een voetonderzoek

Nadere informatie

Diabetes voetzorg in de organisatie

Diabetes voetzorg in de organisatie Diabetes voetzorg in de organisatie Prof Dr Randon C Dienst thoracale en vasculaire heelkunde, UZ Gent Verantwoordelijke diabetes voetkliniek UZ Gent Voorzitster commissie diabetische voet, Diabetes Liga

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Voorkom voetproblemen bij Diabetes Mellitus. Het belang van goede voetzorg bij Diabetes Mellitus

Voorkom voetproblemen bij Diabetes Mellitus. Het belang van goede voetzorg bij Diabetes Mellitus Voorkom voetproblemen bij Diabetes Mellitus Het belang van goede voetzorg bij Diabetes Mellitus Door Diabetes Mellitus (suikerziekte) kunnen de bloedvaten en zenuwvezels in uw voeten beschadigd raken.

Nadere informatie

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond

Nadere informatie

Aanvullende informatie op het inkoopbeleid voor zorggroepen 2015, Coöperatie VGZ

Aanvullende informatie op het inkoopbeleid voor zorggroepen 2015, Coöperatie VGZ Aanvullende informatie op het inkoopbeleid voor zorggroepen 2015, Coöperatie VGZ Onderwerpen 1. Nieuwe huisartsenbekostiging 2. Voetzorg 3. CQI 4. Meekijkconsult en consult medisch specialist 5. Labonderzoek

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Waar diabetes type 2 wordt benoemd dient diabetes type 1 en 2 gelezen te worden binnen het gehele document.

Waar diabetes type 2 wordt benoemd dient diabetes type 1 en 2 gelezen te worden binnen het gehele document. Addendum Algemeen Waar diabetes type 2 wordt benoemd dient diabetes type 1 en 2 gelezen te worden binnen het gehele document. Schema pagina 12 Het schema en toelichting op pagina 12 wordt vervangen door

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1 De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1 The Role of Sense of Coherence in Glucose regulation among People with Diabetes Type 1 Marja Wiersma Studentnummer:

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid The Relationship between Autonomy, Mobbing and Perceived Health Mariëtte Vester Eerste begeleider: mevrouw dr. T. Vollink Tweede begeleider: mevrouw

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera - Concept -

Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera - Concept - Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera - Concept - Initiatief: In samenwerking met: Logo Ned. Ver. Van Revalidatieartsen Inleiding 5 Aanleiding Door wetenschappelijk

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

CONCEPT VOETZORG BIJ DIABETES MELLITUS PASSENDE VOETZORG. Praktische informatiebrochure. voor iedereen!

CONCEPT VOETZORG BIJ DIABETES MELLITUS PASSENDE VOETZORG. Praktische informatiebrochure. voor iedereen! VOETZORG BIJ DIABETES MELLITUS PASSENDE VOETZORG 1 Praktische informatiebrochure Welke behandeling kunt u verwachten? Welke zorgverlener voor welke voetzorg? Wat vergoedt uw zorgverzekeraar? CONCEPT voor

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.146686

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.146686 Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.146686 File ID Filename Version uvapub:146686 Summary / Nederlandse samenvatting

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa NCVGZ April 2013 Andrea de Winter EU-FP7-IROHLA Jaap Koot & Menno Reijneveld Omvang en aard van problemen met gezondheidsvaardigheden Doelen

Nadere informatie

Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera

Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera Initiatief: In samenwerking met: Mede mogelijk gemaakt door: Inleiding 5 Aanleiding Door wetenschappelijk onderzoek is aangetoond

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie