JAARRAPPORT 2012 navigator algemene ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARRAPPORT 2012 navigator algemene ziekenhuizen"

Transcriptie

1 ZIEKENHUISSTERFTE STERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1, 2, 3 EN 4 PREVALENTIE VAN DECUBITUS PREVALENTIE VAN DECUBITUS DIE ZICH ONTWIKKELD HEEFT TIJDENS DE ZIEKENHUISOPNAME VALINCIDENTEN VALINCIDENTEN MET VERWONDING TOT GEVOLG PATIËNTEN MET MEERDERE VALINCIDENTEN TIJDENS EENZELFDE ZIEKENHUISOPNAME JAARRAPPORT 2012 navigator algemene ziekenhuizen ONGEPLANDE HEROPNAMES OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG INTERNE URGENTIES KEIZERSNEDEN VAGINALE BEVALLINGEN NA EEN VROEGERE KEIZERSNEDE VERBLIJFSDUUR VAN PATIËNTEN OP DE SPOEDGEVALLENDIENST 2 UUR ONGEPLANDE OPNAMES IN HET ZIEKENHUIS NA DAGBEHANDELING INCIDENTIE VAN IN HET ZIEKENHUIS VERWORVEN MRSA GEBRUIK VAN HANDALCOHOL VOOR HANDHYGIËNE Coordinatoren: Marc Nickmilder, Geert Van de Water en Jos Vanlanduyt Project onder leiding van prof. Walter Sermeus In samenwerking met Réseau Santé Louvain, UCL

2

3 JAARRAPPORT 2012 navigator algemene ziekenhuizen Coordinatoren: Marc Nickmilder 1, Geert Van de Water² en Jos Vanlanduyt³ ICT-ondersteuning: Paul Winnen³ Project onder leiding van professor Walter Sermeus² 1: Réseau Santé Louvain, UCL 2: Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, KULeuven 3: HIGIS ivzw

4 navigator Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, KUL ISBN D/2013/453/11 NUR 882

5 Dankwoord Voor u ligt het navigator jaarrapport 2012 voor algemene ziekenhuizen. De resultaten die vermeld worden in dit rapport weerspiegelen slechts een fractie van de informatie die te vinden is in de databank die sinds 2004 wordt opgebouwd door de deelnemende ziekenhuizen. Dank zij hen kunnen wij deze informatie met u delen. Deelnemen aan navigator is een engagement dat met het hele ziekenhuis aangegaan wordt. Directie, artsen, stafmedewerkers, administratief medewerkers, verpleegkundigen en andere zorgverleners zijn allemaal op één of andere manier betrokken bij het project. De betrokken medewerkers bezorgen de nodige gegevens aan de coördinatoren binnen het ziekenhuis. Deze laatste sturen de gegevens online door naar de navigatordatabank. Van zodra de feedback beschikbaar is, stellen zij deze ter beschikking aan alle betrokken diensten. Op deze manier motiveren zij de medewerkers om verder te blijven registreren. Hoewel men ondertussen overtuigd is van het nut van registratie en elektronische dossier hun opmars maken, blijft het vaak een arbeidsintensieve bezigheid. Daarom willen wij via deze weg nogmaals onze waardering en dank uitdrukken naar alle betrokkenen binnen het ziekenhuis voor het aanleveren van gegevens naar de navigatordatabank. Naast de gegevens van de ziekenhuizen, kunnen wij ook vaak beroep doen op de ervaring en expertise van de verschillende artsen, paramedici en andere zorgverleners uit de deelnemende ziekenhuizen om ons instrument te verfijnen en aan te vullen. De inspanning van deze mensen weten wij ten zeerste te appreciëren. Tot slot gaat onze dank uit naar professor dokter Arthur Vleugels die in oktober 2012 op emeritaat ging. Zonder zijn ondersteuning zou navigator nooit zijn geboren en zou het nooit het kwaliteitsinstrument geworden zijn zoals we het vandaag kennen. Wij willen bij deze gelegenheid ook professor Walter Sermeus bedanken die de algemene leiding van navigator op zich genomen heeft.

6

7 Inhoudstafel I. Voorwoord II. Activiteiten Coördinatorenvergaderingen 2. Werkgroepen 3. Discussieforum 4. Sp-ziekenhuizen 5. Congres III. Selectie van indicatoren 2012 IV. Resultaten Ziekenhuissterfte 2. Decubitus 3. Valincidenten 4. Ongeplande heropnames 5. Wijze van bevalling 6. Verblijfsduur op spoedgevallendienst 7. Dagbehandeling 8. Infecties V. Conclusie

8

9 navigator voor algemene ziekenhuizen 1 I. Voorwoord Navigator is een systeem van klinische en organisatorische kwaliteitsindicatoren dat toelaat om op organisatie- en afdelingsniveau de kwaliteit van de zorgprocessen en hun resultaat op een systematische manier continu op te volgen. Navigator ondersteunt daarenboven de zorgorganisaties bij het sturen in een beleid van permanente kwaliteitsverbetering. In 2012 registreerden 57 Belgische en 1 Luxemburgs ziekenhuizen gegevens voor 327 indicatoren van navigator. Dit jaarrapport belicht dus slechts een fractie van wat de databank te bieden heeft. De indicatoren die hierna besproken worden, werden door de ziekenhuizen geselecteerd op basis van hun nut voor benchmarking en de haalbaarheid van registratie. Zij zijn opgenomen in een gemeenschappelijke set die door zoveel mogelijk deelnemende ziekenhuizen geregistreerd worden. Verder zijn enkele indicatoren extra toegevoegd ter bespreking, namelijk enkele relevante indicatoren waarvoor meer dan 15 ziekenhuizen gegevens hebben geregistreerd in de voorbije jaren. De weerhouden indicatoren zijn ondergebracht in volgende thema s: ZIEKENHUISSTERFTE Totale ziekenhuissterfte Sterfte op een dienst voor intensieve zorg Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse 1-4 DECUBITUS Totale prevalentie van decubitus Totale prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname VALINCIDENTEN Totaal aantal valincidenten Valincidenten met verwonding tot gevolg Patiënten met meerdere valincidenten tijdens eenzelfde ziekenhuisopname ONGEPLANDE HEROPNAMES Aantal interne urgenties WIJZE VAN BEVALLING Totaal aantal keizersneden Vaginale bevallingen na een vroegere keizersnede VERBLIJFSDUUR OP DE SPOEDGEVALLENDIENST Verblijfsduur van patiënten op de spoedgevallendienst 2 uur DAGBEHANDELING Aantal ongeplande opnames in het ziekenhuis na dagbehandeling INFECTIES Incidentie van in het ziekenhuis verworven MRSA Gebruik van handalcohol voor handhygiëne In vergelijking met de jaarrapporten van 2010 en 2011 ontbreken enkele indicatoren uit de gemeenschappelijke set in dit jaarrapport. Zo rapporteren wij slechts beperkt over indicatoren Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse 1 en Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse 2, aangezien de timing van de gegevensinvoer van deze indicatoren samenvalt met de MZG-registratie en wij bijgevolg geen recente resultaten kunnen weergegeven. Wel geven wij een vergelijking tussen de ziekenhuissterfte van patiënten met sterfterisico 1 tot en met 4 voor de periode Ook indicator Ongeplande

10 navigator voor algemene ziekenhuizen 2 heropnames op een dienst voor intensieve zorg wordt niet besproken in dit rapport, omdat minder dan 15 ziekenhuizen gegevens registreerden voor deze indicator. Deelnemende ziekenhuizen krijgen elk kwartaal resultaten teruggekoppeld over de eigen performantie en evolutie in de tijd voor de indicatoren waarvoor ze geregistreerd hebben. Daarnaast biedt navigator ook benchmarkresultaten waarbij de ziekenhuizen zichzelf voor elke indicator gepositioneerd zien ten opzichte van de andere ziekenhuizen in de databank. De indicatoren zelf zijn een maatstaf voor de klinische en organisatorische kwaliteit van zorg, maar doen geen uitspraak over goed of slecht. De evaluatie gebeurt in het ziekenhuis of op de betrokken dienst. Navigator legt geen normen op, maar organiseert overlegmomenten met de ziekenhuizen, waar op vrijwillige basis ervaringen en informatie uitgewisseld kunnen worden tussen de deelnemers en waar inzichten vanuit de wetenschappelijke literatuur worden meegegeven.

11 navigator voor algemene ziekenhuizen 3 II. Activiteiten 2012 Zoals in het voorwoord vermeld, is een belangrijk onderdeel van onze dienstverlening het faciliteren van de netwerking tussen de deelnemende organisaties. Tijdens verschillende overlegmomenten en werkgroepen verspreid over het jaar, worden de ziekenhuizen geïnformeerd over nieuwigheden in de software en nieuwe indicatoren. Wij brengen thematische updates van de wetenschappelijke literatuur. Opvallende resultaten worden onder de aandacht gebracht en vergeleken met nationale en internationale evoluties. Er wordt gebrieft over de vorderingen van de actieve werkgroepen. Tijdens de verschillende overlegmomenten komen ook de ziekenhuizen zelf aan het woord. Zij geven toelichting bij hun resultaten, vertellen over de verbeteracties die zij hebben ondernomen en hoe zij de gegevensverzameling en het uitdragen van de feedback organiseren in hun ziekenhuis. Deze casussen zijn vaak dankbare aanknooppunten voor leerrijke discussies. In 2012 vonden 2 coördinatorenvergaderingen plaats op 14 juni en op 8 november. Op 24 mei kwam de werkgroep Keizersneden en inductie samen en op 24 oktober organiseerden wij een overleg met de artsen intensivisten voor de werkgroep benchmarking op dienst intensieve zorg. Sinds 2011 plegen wij overleg met de Sp-ziekenhuizen voor de ontwikkeling van een specifieke set van indicatoren. In 2012 kwam deze groep samen op 5 maart en 25 juni. 1. Coördinatorenvergaderingen Traditiegetrouw worden tijdens de coördinatorenvergadering de resultaten van de betrouwbaarheidsvragen overlopen. Hiermee polsen wij naar de duidelijkheid van de indicatoren en bijhorende definities en kijken wij na of ieder ziekenhuis op dezelfde manier gegevens registreert. Dit is belangrijk om een betrouwbare benchmarking te bekomen. Indien nodig worden de definities van de indicatoren scherper gesteld. Bijvoorbeeld bij het invoeren van de nieuwe indicatoren voor verloskundige patiënten in 2012, merkten wij verwarring omtrent de terminologie primaire en secundaire keizersnede. Het gaat in dit geval niet om een eerste en tweede keizersnede, maar om een geplande en niet geplande keizersnede. Aangezien de data voor verloskundige patiënten aangeleverd worden door vroedvrouwen en gynaecologen en zij vertrouwd zijn met deze terminologie, hebben wij er alle vertrouwen in dat de gegevens in onze databank correct zijn. De termen staan trouwens duidelijk gedefinieerd in het handboek. Bij het overlopen van de jaarrapportresultaten van 2011 wordt opgemerkt dat het gemiddelde van de navigatordatabank voor totale prevalentie van decubitus schommelt rond 7%, terwijl een KCErapport van 2008 spreekt over een gemiddelde van 10% voor de Belgische ziekenhuizen. Dit kan verklaard worden door het feit dat de navigator-ziekenhuizen reeds jaren werken met indicatoren rond decubitus en hierdoor meer aandacht schenken aan de problematiek. Uit de navigatorrapporten van leren we dat de totale prevalentie toen nog schommelde tussen 7% en 9%. Op vraag van een ziekenhuis dat hoog scoort voor ongeplande opnames na een ingreep in het chirurgisch dagziekenhuis, werd dit thema uitgewerkt tijdens één van de overlegmomenten. Internationale cijfers en gegevens over oorzaken werden voorgesteld vanuit de wetenschappelijke literatuur. Het gemiddelde van de navigator-databank schommelt rond 1,5%, terwijl internationale cijfers variëren tussen 0,41% en 4,9%. De specialiteiten waar het percentage het hoogst liggen zijn gynaecologie, algemene heelkunde, NKO, ophtalmologie en orthopedie. De voornaamste redenen van opname zijn pijn, sociale omstandigheden en heelkundige problemen. Een hogere ASA-klasse of

12 navigator voor algemene ziekenhuizen 4 obesitas hoeven geen exclusiecriterium te zijn voor het chirurgisch dagziekenhuis. De ervaring van de anaesthesist heeft wel een invloed op het aantal ongepland opnames. Tijdens het overleg werd aangehaald dat het sluitingsuur verschilt van ziekenhuis tot ziekenhuis. Nochtans zou dit geen reden mogen zijn voor een verhoogde kans op ongeplande opnames. Dit is een kwestie van organisatie en planning. Een ziekenhuis bracht een interessant verhaal over hoe zij in hun ziekenhuis zorgpaden evalueren met behulp van indicatoren. Tijdens één van de coördinatorenvergaderingen getuigde een ziekenhuis over de manier van registratie van decubitus in hun ziekenhuis. Sinds oktober 2012 werkt een referentieverpleegkundige samen met de kwaliteitscoördinator. Zij bezoeken samen de afdelingen, verzamelen de gegevens op papier, geven maandelijks mondeling feedback tijdens het overleg met de hoofdverpleegkundigen en voorzien ook maandelijks een schriftelijke feedback. Sinds deze periode is het aantal geregistreerde decubitusletsels sterk toegenomen en scoort het ziekenhuis ruim boven het gemiddelde van de databank van navigator. De gestegen score van de prevalentie van decubitus is waarschijnlijk niet te wijten aan verslechterde kwaliteit van zorg in het ziekenhuis, maar aan een verbeterde registratie. Dit doet vragen rijzen over de kwaliteit van registratie in andere ziekenhuizen. Alleszins is het ziekenhuis zich nu bewust van het probleem rond decubitusletsels en wordt er actief nagedacht en gehandeld. Zo worden preventie- en behandelprotocols geactualiseerd en is men overgegaan tot de aankoop van nieuwe materialen. Verder heeft het team op de verschillende afdelingen ook het belang van de voeding onderstreept in het kader van decubitus, bijvoorbeeld de kwaliteit van de maaltijd, aandacht voor de smaak van de patiënt en het tijdstip waarop de maaltijd wordt aangeboden. Hieruit blijkt dat tijdens de coördinatorenvergaderingen niet enkel gegevens uitgewisseld worden tussen de deelnemende ziekenhuizen, maar ook ervaringen en methodologieën voor verbetertrajecten. De databank van navigator bevat een schat aan informatie waarop wij uitgebreidere analyse trachten te maken, die vervolgens voorgesteld worden tijdens de overlegmomenten. Voor internationale publicaties is het aantal ziekenhuizen dat gegevens registreert te laag, waardoor onvoldoende risicoweging mogelijk is om degelijke klinische uitspraken te kunnen doen. Navigator blijft dan ook in de eerste plaats een instrument voor de interne opvolging en sturing van de kwaliteit van zorg. 2. Werkgroepen Tijdens de werkgroep Keizersneden en inductie waren gynaecologen en (hoofd)vroedvrouwen uit verschillende ziekenhuizen aanwezig, alsook een vertegenwoordiging van het ministerie van gezondheid uit het Groot-Hertogdom Luxemburg. In 2011 ontwikkelde deze werkgroep 7 nieuwe indicatoren over keizersnede en inductie. Tijdens het overleg in 2012 werden de eerste resultaten voorgesteld. Verder in dit jaarrapport wordt een korte samenvatting van de resultaten van 2012 weergegeven. Het ministerie van gezondheid van het G-H-Luxemburg kwam toelichting geven over het nationale registratiesysteem dat door alle materniteiten in Luxemburg wordt gebruikt. Het bevat een gebruiksvriendelijke invoer voor zowel administratieve als medische gegevens en een gebruiksvriendelijke exploratieformule waarmee de ziekenhuizen hun eigen gegevens kunnen bekijken en waarmee het ministerie studies kan uitvoeren en zijn wettelijke verplichtingen kan nakomen op nationaal en Europees niveau. De nationale resultaten zijn beschikbaar in het eerste

13 navigator voor algemene ziekenhuizen 5 kwartaal van het volgende jaar. Het systeem voert een maandelijkse validatie uit op het niveau van de ziekenhuizen (hetgeen maandelijks 2 uur tijd vergt voor 150 geboortes in CHL) en op het niveau van het ministerie. De medische staf is sterk betrokken bij het project. Dit verhaal gaf ons meer inzicht over hoe de gegevensverzameling over de landsgrenzen georganiseerd wordt en kan inspirerend werken. Een ziekenhuis stelde de resultaten voor van beleidsveranderingen op de materniteit. Zij merkten op dat het percentage keizersnede hoger lag dan het Vlaams gemiddelde (gegevens van het SPE, Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie). Samen met de medische staf werden in 2010 beleidsveranderingen doorgevoerd. Er werden strenge criteria voor inductie vastgelegd (enkel bij zwangerschapsduur >41 weken of bij medische indicatie), patiënten worden enkel opgenomen indien ze in arbeid zijn (baarmoederhals volledig verstreken en pijnlijke contracties die zorgen voor verandering van baarmoederhals) en sectio s worden enkel gepland na 39 weken zwangerschap. Dit beleid zorgde voor een daling van het sectiopercentage van 29% naar 25% en van het inductiepercentage van 28% naar 18%. Deze percentages zijn vergelijkbaar met de gemiddelde waarden in Vlaanderen. De definitie van verlengd verblijf na een vaginale bevalling of een keizersnede werd ter discussie gesteld. Deze is namelijk niet praktisch hanteerbaar voor een vlotte registratie van gegevens: er is sprake van verlengd verblijf als de verblijfsduur percentiel 90 van de nationale verblijfsduur voor de betrokken patiëntengroep van het laatste beschikbare kalenderjaar overschrijdt. (bv voor 2003: 8,77 dagen gebaseerd op de MKG-gegevens van 1997) Samen met de ziekenhuizen werd gezocht naar een beter hanteerbare definitie. Verlengd verblijf: een verblijf langer dan 4 dagen voor een normale vaginale bevalling en een verblijf langer dan 6 dagen voor een keizersnede worden beschouwd als een verlengd verblijf. De dag van de bevalling wordt gezien als dag 0. Tijdens de werkgroep benchmarking op dienst intensieve zorg waren artsen intensivisten en kwaliteitscoördinatoren uit verschillende organisaties aanwezig. De jaarresultaten van 2011 werden besproken. Enkele opvallende resultaten zijn: - een lichte stijging van het aantal overlijdens op IZ. De variatie tussen de verschillende IZdiensten is groot. - De gemiddelde prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een IZdienst is de voorbije jaren gedaald. De variatie tussen de verschillende IZ-diensten is nog steeds groot. - Het aantal valincidenten op IZ-diensten is na een piek in de 2 de helft van 2010 opnieuw gedaald. - Het aantal ventilatiedagen op een IZ-dienst varieert sterk tussen de verschillende IZ-diensten. Logischer wijze is dit lager bij de IZ-diensten met lage pathologiezwaarte. Het verschil is echter kleiner dan verwacht. Op basis van de feedback van navigator getuigde een ziekenhuis over de hoge sterftecijfers op de IZdienst. Zij verklaarden deze cijfers door de moeilijke organisatorische omstandigheden op de IZdiensten van het ziekenhuis. De 3 IZ-diensten met elk hun eigen specialiteit liggen verspreid over 3 campussen. Het verzorgend personeel is niet altijd gebonden aan 1 campus en moet zich telkens opnieuw aanpassen aan de dienst waar hij/zij terecht komt. s nachts en in het weekend is er niet altijd een intensivist van wacht. De arts van wacht kent de patiënten en de diensten niet altijd. Vaak ziet men dan ook sterfte tijdens de nacht. De resultaten van navigator hebben de aandacht gevestigd op dit probleem, waardoor het ziekenhuis verdere stappen kan ondernemen.

14 navigator voor algemene ziekenhuizen 6 Tijdens het overleg werd een overzicht gegeven van wat er bekend is in de internationale literatuur over het gebruik van indicatoren op IZ-diensten. Dit literatuuroverzicht ondersteunt ook wat navigator biedt voor de opvolging van de kwaliteit van zorg op de diensten intensieve zorg. 3. Discussieforum Volgend op de terugkoppeling van navigator merkte een ziekenhuis op het discussieforum op dat het gemiddelde van de indicatoren omtrent verblijfsduur op de spoedgevallendienst gevolgd door een andere bestemming dan opname in het ziekenhuis en ontslag naar huis verdacht hoog lagen. Na rondvraag bleek dat enkele ziekenhuizen verkeerde gegevens hadden doorgestuurd. De data werden ondertussen gecorrigeerd en de rapporten werden opnieuw berekend. Het voorbije jaar werd op het discussieforum ook de vraag gesteld of alle ziekenhuizen het symptoom pijn na een valincident ook zien als een vorm van verwonding. Pijn staat namelijk niet uitdrukkelijk vermeld in de definitie van ernstklasse van verwonding, waarbij verwonding gedefinieerd wordt als schade aan bepaalde lichaamsstructuren of functionele hinder en de ernstklassen van verwonding: Ernstklasse 1: schaafwonden, kneuzingen of huidwondjes die geen of weinig verzorging vragen en/of kleine snijwonden die geen hechting vereisen. Ernstklasse 2: verstuikingen, grote en/of diepe snijwonden, huidwonden of kleine kneuzingen die een medische en/of verpleegkundige interventie vereisen zoals een hechting, een verband, een spalk of een ijszak. Ernstklasse 3: botbreuken, bewustzijnsverlies, veranderingen in mentale of lichamelijke toestand die de tussenkomst van een arts vereisen en een negatieve impact hebben op het verloop van de behandeling van de patiënt en kunnen resulteren in een verlengd verblijf. Pijn is zeer subjectief en soms slechts tijdelijk van aard, maar pijn kan anderzijds wel het gevolg zijn van een kneuzing die verder zonder symptomen blijft. Op het discussieforum waren de meningen dan ook uiteenlopend. Het ene ziekenhuis registreert pijn wel als een verwonding, terwijl het andere dit niet doet. Om verdere bias te vermijden moet navigator de definities verscherpen. Via het discussieforum zullen wij de mening van de deelnemende organisaties vragen of pijn al dan niet expliciet vermeld moet worden in de definities van verwonding ten gevolge van een valincident. 4. Sp-ziekenhuizen Reeds gedurende enkele jaren vragen Sp-ziekenhuizen naar een indicatorset op maat voor hun sector. In 2011 planden wij een eerste overleg met 15 geïnteresseerde organisaties met als doel een beperkte gemeenschappelijke indicatorset te ontwikkelen. Ook in 2012 stonden 2 overlegmomenten op het programma waar telkens een goede mix van directie, hoofdgeneesheren, artsen, diensthoofden en kwaliteitcoördinatoren aanwezig waren. Na een eerste schriftelijk bevraging werd een lijst van thema s bekomen waarrond interesse was om indicatoren te ontwikkelen. Deze thema s waren: - medicatiegebruik - pijn - verblijfsduur - zorg: doelen bepalen en behalen - ontslagbestemming en nazorg - valincidenten

15 navigator voor algemene ziekenhuizen 7 Het eerste thema werd in een eerste fase echter niet weerhouden omwille van de complexiteit. In een eerste fase is het de bedoeling om breeddragende indicatoren te ontwikkelen die van toepassing zijn op de belangrijkste hoofddiagnoses. In een volgende fase zullen meer gedetailleerde indicatoren ontwikkeld worden die rekening houden met elementen zoals co-morbiditeit. Voor deze 5 thema s werden meer dan 40 indicatoren ontwikkeld met behulp van de Delphi methode. De indicatoren werden gefinaliseerd in de zomer van In september werden 8 personen uit 5 verschillende organisatie opgeleid om met navigator te werken. Het laatste kwartaal van 2012 was een proefperiode voor navigator SP-ziekenhuizen. Tijdens deze periode kregen de ziekenhuizen de mogelijkheid om zich te organiseren binnen het ziekenhuis, gegevens te verzamelen voor de gewenst indicatoren en vertrouwd te raken met het systeem. De officiële start voor navigator voor Sp-ziekenhuizen is 1 januari Congres Tijdens het congres van de Federatie van ziekenhuisdirecteurs in Zwitserland (FDDH/SVS) op 6 en 7 september, hebben wij de mogelijkheid gekregen om navigator voor te stellen aan de hand van een presentatie. In deze presentatie werd het doel van navigator toegelicht, alsook het functioneren van het indicatorsysteem en hoe navigator kan bijdragen tot een globale verbetering van de kwaliteit van zorg. De titel van de presentatie luidde : Navigator : een visie op het monitoren van de klinische kwaliteit.

16 navigator voor algemene ziekenhuizen 8 III. Selectie van indicatoren 2012 Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het aantal ziekenhuizen dat per kwartaal gegevens geregistreerd heeft voor de indicatoren die in dit jaarrapport voorgesteld worden. Figuur 1: Aantal ziekenhuizen dat gegevens heeft geregistreerd voor elke indicator gedurende de 4 kwartalen van 2012.

17 navigator voor algemene ziekenhuizen 9 IV. Resultaten 2012 Hieronder wordt voor elke weerhouden indicator een tabel weergegeven met beschrijvende statistiek, waarmee de spreiding van de databank duidelijk wordt. Volgende gegevens zijn opgenomen in de tabel: min: minimumwaarde van de dataset. q1: kwartiel 1 of het 25 ste percentiel: getalswaarde die de laagste 25% van de data onderscheidt van de hogere waarden. mediaan: of het 50 ste percentiel. Getalswaarde die het midden van de dataset aangeeft. q3: kwartiel 3 of 75 ste percentiel: getalswaarde die de hoogste 25% van de data onderscheidt van de lagere waarden. max: maximumwaarde van de dataset. ongewogen gemiddelde: som van alle ratio s van alle ziekenhuizen die voor deze indicator geregistreerd hebben, gedeeld door het aantal ratio s. Ieder ziekenhuis legt dus evenveel gewicht in de schaal. gewogen gemiddelde: de som van alle tellers gedeeld door de som van alle noemers. Dit gemiddelde wordt het meest beïnvloed door getallen met het grootste gewicht. sd: standaarddeviatie: een maat voor de spreiding van de variabele. #: aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens heeft ingevoerd. ##: totaal van de noemer: som van alle noemers van alle ziekenhuizen die voor deze indicator gegevens hebbe ingevoerd Verder wordt voor elke indicator ook het ongewogen gemiddelde met kwartiel 1 en 3 weergegeven in een lijngrafiek. Indien de data beschikbaar zijn in de databank, wordt ook een vergelijking gemaakt met het totaal van het ziekenhuis en met specifieke diensten binnen het ziekenhuis. Bij deze vergelijkingen dient rekening gehouden te worden met het feit dat de groep van ziekenhuizen die voor deze indicatoren geregistreerd heeft niet altijd dezelfde is qua samenstelling en grootte. Indien mogelijk worden ook relevante groepsvergelijkingen gemaakt.

18 navigator voor algemene ziekenhuizen ZIEKENHUISSTERFTE Totale ziekenhuissterfte Formule: (Totaal aantal opgenomen patiënten dat overlijdt / Totaal aantal opgenomen patiënten dat ontslagen wordt, inclusief het aantal patiënten dat overlijdt) *100 Deze indicator wordt door een groot aantal ziekenhuizen opgevolgd via navigator. Tussen januari 2009 en december 2012 schommelt het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens verzamelt tussen 32 en 38. Tabel 1: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Totale ziekenhuissterfte. maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 1,50 2,34 2,79 3,37 5,30 2,89 2,68 0, feb 12 1,46 2,60 3,00 3,85 5,28 3,22 2,98 0, mrt 12 1,42 2,08 2,57 3,39 4,01 2,67 2,57 0, apr 12 1,16 2,19 2,84 3,30 7,50 2,86 2,67 1, mei 12 0,79 2,20 2,53 3,12 7,14 2,75 2,58 1, jun 12 1,17 1,77 2,27 3,20 7,55 2,58 2,28 1, jul 12 0,83 2,02 2,66 3,66 17,39 3,08 2,54 2, aug 12 1,28 2,07 2,60 3,28 10,42 2,93 2,59 1, sep 12 0,72 2,03 2,40 2,68 3,78 2,32 2,30 0, okt 12 1,50 2,03 2,28 2,70 4,34 2,47 2,36 0, nov 12 1,04 2,13 2,47 2,85 3,94 2,52 2,44 0, dec 12 0,94 2,43 2,69 3,34 4,23 2,88 2,81 0, Tussen 2009 en 2012 is het ongewogen gemiddelde van het percentage ziekenhuissterfte 2,69%. Dit percentage blijft relatief constant in de loop van de tijd (maandelijks gemiddelde tussen 2,28% en 3,37%) (figuur 2). In 2012 is het gemiddelde 2,76% en varieert het percentage tussen 2,32 et 3,08% (tabel 1). Tussen 2009 en 2012 is de interkwartielafstand (tussen kwartiel 1 en kwartiel 3) gemiddeld 1,10% en varieert beperkt tussen 0,65% et 1,76%. In 2012 schommelt de variatie tussen 0,65% et 1,64%.

19 navigator voor algemene ziekenhuizen 11 Figuur 2: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Totale ziekenhuissterfte voor

20 navigator voor algemene ziekenhuizen Sterfte op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal opgenomen patiënten dat overlijdt op een dienst voor intensieve zorg / Aantal opgenomen patiënten dat ontslagen wordt van een dienst voor intensieve zorg (inclusief het aantal patiënten dat overlijdt) *100 Tussen januari 2009 en december 2009, is het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator registreert sterk toegenomen (van 12 naar 19). Vanaf 2010 varieert het aantal tussen 20 en 23. In 2012 blijft het aantal schommelen tussen 21 en 23 (tabel 2). tabel 2: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Sterfte op een dienst voor intensieve zorg in maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 1,75 4,72 7,28 12,53 64,71 10,92 8,18 13, feb 12 3,33 5,09 8,79 14,46 66,67 12,38 9,15 13, mrt 12 1,55 4,88 7,06 12,68 56,25 10,26 7,52 11, apr 12 0,00 3,37 5,63 10,13 21,30 7,45 7,60 5, mei 12 0,00 5,43 6,67 13,19 42,86 9,04 7,53 8, jun 12 0,63 4,74 8,70 12,00 50,00 9,93 7,08 9, jul 12 2,31 4,41 6,09 10,53 15,72 7,54 7,01 3, aug 12 1,05 5,31 7,45 13,57 19,15 9,02 8,02 5, sep 12 1,83 3,85 5,76 8,61 18,92 7,43 6,40 5, okt 12 1,49 3,37 6,59 11,22 16,28 7,78 7,19 4, nov 12 0,00 4,77 6,82 11,44 32,56 9,17 7,47 7, dec 12 2,60 3,98 6,82 11,50 22,46 8,57 7,82 5, Tussen januari 2009 en december 2012 is het ongewogen gemiddelde van het sterftepercentage op de diensten voor intensieve zorg 8,51%. Het gemiddelde blijft relatief constant in de loop van de tijd (maandelijks percentage tussen 5,54 en 12,38%) (figuur 3). In 2012 is het gemiddelde percentage 9.12% en varieert tussen 7,53 et 12,38% (tabel 2). Het sterftepercentage op de diensten intensieve zorg zijn 3,16 maal hoger dan de totale ziekenhuissterfte beschouwd over de 4 jaren die geanalyseerd werden. Voor 2012 alleen is het sterftepercentage op IZ 3,30 maal groter dan de totale ziekenhuissterfte. De gemiddelde interkwartielafstand tussen 2009 en 2012 is 7,01% en varieert min of meer binnen hetzelfde bereik (tussen 3,13 en 10,54%). In 2012 is dit gemiddelde 7,33% en varieert tussen 6,11 et 9,37%. De hoge maximumwaardes in 2012 komen telkens van hetzelfde ziekenhuis en heeft vermoedelijk een organisatorische oorzaak. De dienst intensieve zorg is er verdeeld over 3 verschillende campi met elk hun eigen specialiteit, zijnde neuro, pneumo en cardio. Een deel van het verzorgend personeel is niet vast verbonden aan één bepaalde campus en moet zich dus telkens opnieuw aanpassen aan de manier van werken. Tijdens de nacht en in het weekend is niet overal een

21 navigator voor algemene ziekenhuizen 13 intensivist aanwezig en de arts kent niet altijd de patiënten waarmee hij geconfronteerd wordt op een andere campus. De meeste overlijdens vinden plaats tijdens de nacht. Figuur 3: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Sterfte op een dienst voor intensieve zorg voor

22 navigator voor algemene ziekenhuizen Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse Ziekenhuissterfte van patiënten met een sterfterisico klasse 4 Formules: (Aantal opgenomen patiënten met sterfterisico 1, 2, 3 of 4 dat overlijdt / Aantal opgenomen patiënten met sterfterisico klasse 1, 2, 3 of 4 dat ontslagen wordt) * 100 Voor deze en volgende indicator worden de gegevens van 2008 en 2009 weergegeven, omdat het hier DRG-gebonden indicatoren betreft. Dit wil zeggen dat de ziekenhuizen de gegevens voor deze indicatoren uit de feedback van de MZG halen. Dit heeft als gevolg dat wij momenteel geen gegevens van 2011 en 2012 kunnen tonen. Tussen januari 2009 en december 2010 varieert het aantal ziekenhuizen dat gegevens registreert voor deze indicatoren tussen 8 en 15 en vertoont een dalende trend. Daarom presenteren we deze indicatoren hier niet individueel, maar enkel in een vergelijkende grafiek met de evolutie van het gemiddelde in de tijd (figuur 4). Figuur 4 geeft het gewogen gemiddelde van de 4 indicatoren weer. Een lichte daling kan opgemerkt worden voor de 4 indicatoren. Toch moet de interpretatie van deze grafiek met de nodige voorzichtheid gebeuren, aangezien het aantal ziekenhuizen dat deze indicatoren registreert in de voorbije 2 jaar bijna gehalveerd is. Figuur 4: Ongewogen gemiddelde van de ziekenhuissterfte volgens sterfterisico klasse 1 (indicator ), klasse 2 (indicator ), klasse 3 (indicator ) en klasse 4 (indicator ) voor

23 navigator voor algemene ziekenhuizen DECUBITUS Totale prevalentie van decubitus Formule: (Aantal patiënten met één of meer decubitusletsels aanwezig op de dag van de telling / Aantal patiënten aanwezig op de dag van de telling) *100 Tussen januari 2009 en december 2012 varieert het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert van 22 tot 32. In 2012 registreren 26 tot 28 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 3: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Totale prevalentie van decubitus. maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 1,25 4,33 5,49 7,72 11,36 5,77 5,68 2, feb 12 1,85 4,23 6,11 7,66 36,36 7,16 6,07 6, mrt 12 3,35 5,19 7,04 8,66 12,82 7,26 7,33 2, apr 12 0,00 4,27 5,81 8,00 13,92 6,08 5,54 3, mei 12 0,00 4,27 6,29 8,33 17,07 6,43 6,00 3, jun 12 1,64 4,81 6,30 8,05 10,48 6,23 5,98 2, jul 12 0,00 3,95 5,77 8,42 12,61 6,23 6,41 3, aug 12 1,31 4,89 6,71 9,16 14,38 6,98 6,39 3, sep 12 0,69 4,78 6,47 8,16 11,73 6,27 6,21 2, okt 12 1,23 5,38 6,51 7,74 16,67 6,75 6,61 3, nov 12 1,79 4,91 7,05 10,01 17,28 7,47 6,77 3, dec 12 2,38 4,44 6,54 8,73 17,91 7,33 6,48 3, Deze indicator wordt geregistreerd aan de hand van prevalentiemetingen, dit wil zeggen dat geregistreerd wordt op 1 dag per maand. Volgens de registratieregels van navigator is dit telkens de 20 ste dag van de maand. Als deze dag in het weekend of op een feestdag valt, dan wordt geregistreerd op de eerstvolgende werkdag. Tussen 2009 en 2012 is het gemiddelde percentage van decubtius 6,60% en dit blijft constant in de loop van de tijd met een maandelijks percentage tussen 5,68 en 7,83% (figuur 5). In 2012 is het gemiddelde percentage 6,66% en varieert het tussen 5,77 en 7,74% (tabel 3). Tussen 2009 en 2012 is de gemiddelde interkwartielafstand 4,09% en det blijft relatief constant in de loop van de tijd. In 2012 is dit gemiddelde 3,77%. Jaarlijks zijn er telkens 2 of 3 maanden waarin minstens één ziekenhuis geen decubitusletsels registreert. In 2012 gaat het om de maanden april, mei en juli. In februari 2012 registreert een ziekenhuis een extreme waarde, namelijk 36,36%.

24 navigator voor algemene ziekenhuizen 16 In figuur 6 wordt de ongewogen gemiddeldes van de prevalentie van decubitus volgens categorie met elkaar vergeleken. Het gemiddelde van de prevalentie van decubitus categorie 1 (indicator ) is 39.61%, voor categorie 2 (indicator ) is dit 21,19%, voor categorie 3 (indicator )is dit 24,29% en voor categorie 4 (indicator ) is dit 14,56%. Al deze indicatoren worden de voorbije 4 jaar door 22 tot 30 ziekenhuizen geregistreerd. Figuur 5: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Totale prevalentie van decubitus voor

25 navigator voor algemene ziekenhuizen 17 Figuur 6: Ongewogen gemiddelde de prevalentie van decubitus categorie 1 (indicator ), categorie 2 (indicator ), categorie 3 (indicator ) en categorie 4 (indicator ) voor

26 navigator voor algemene ziekenhuizen Totale prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname Formule: (Aantal patiënten dat één of meerdere decubitusletsels ontwikkelt tijdens hun opname in het ziekenhuis en dat aanwezig is op de dag van de telling / Aantal patiënten aanwezig op de dag van de telling) *100 Tussen januari 2009 en december 2012 registreerden 21 tot 27 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator In 2012 waren dat er 24 tot 26 (tabel 4). Tablel 4: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Totale prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname in maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 0,00 2,20 3,16 4,55 6,82 3,23 3,29 1, feb 12 0,62 1,59 2,75 5,52 11,19 3,72 3,62 2, mrt 12 1,68 2,71 4,68 5,90 9,05 4,49 4,51 1, apr 12 0,00 2,07 3,75 4,62 8,30 3,58 3,30 1, mei 12 0,00 2,17 3,28 5,94 13,66 4,12 3,80 2, jun 12 1,02 2,28 3,56 5,15 8,06 3,71 3,61 1, jul 12 0,91 2,00 3,13 5,35 10,64 3,87 3,78 2, aug 12 0,35 1,80 3,40 5,07 8,75 3,54 3,66 2, sep 12 0,00 2,41 2,73 4,94 8,02 3,59 3,59 2, okt 12 0,50 2,08 3,58 4,62 12,50 3,79 3,72 2, nov 12 0,56 1,82 4,78 5,98 12,35 4,43 4,26 2, dec 12 0,90 1,80 2,93 5,91 14,08 4,33 3,79 3, Deze indicator wordt geregistreerd aan de hand van prevalentiemetingen, dit wil zeggen dat gescoord wordt op 1 dag per maand. Volgens de registratieregels van navigator is dit telkens de 20 ste dag van de maand. Als deze dag in het weekend of op een feestdag valt, dan wordt gescoord op de eerstvolgende werkdag. Tussen 2009 en 2012 is het gemiddelde van de prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname 3,93%. Dit blijft relatief constant in de loop van de tijd met een percentage tussen 3,17 en 4,70% (figuur 7). In 2012 is er gedurende 3 maanden minstens één ziekenhuis dat geen decubitusletsels registreert die ontstaan zijn in het ziekenhuis, namelijk in de maanden januari, april, mei en september (tabel 4). Tussen 2009 en 2012 is de interkwartielafstand gemiddeld 3,27% en met een beperkte variatie tussen 2,01 en 4,52%. In 2012is de gemiddelde interkwartielafstand 3,22% en schommelt tussen 2,35 en 4,16%. Bij de vergelijking van figuur 5 en 7 kan men opmerken dat de prevalentie van decubitus die ontstaan is tijdens de ziekenhuisopname gemiddeld bijna 60% uitmaakt van de totale prevalentie van decubitus.

27 navigator voor algemene ziekenhuizen 19 Figuur 7: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Totale prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname voor Figuur 8: Ongewogen gemiddelde van de prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een C-dienst (indicator ), op een D-dienst (indicator ), op een G-dienst (indicator ) en op een IZ-dienst (indicator ) voor

28 navigator voor algemene ziekenhuizen 20 De prevalentie van decubitus die ontstaan is tijdens de ziekenhuisopname verschilt van dienst tot dienst (figuur 8). Tussen 2009 en 2012 is het ongewogen gemiddelde in de C-diensten 2,64% (indicator ) voor 18 tot 25 ziekenhuizen die hiervoor gegevens registreren. In de D-diensten is het gemiddelde 3,17% (indicator ) voor 17 tot 24 ziekenhuizen. In de G-diensten is het gemiddelde 6,87% (indicator ) voor 21 tot 25 ziekenhuizen. In de diensten voor intensieve zorg is het gemiddelde 8,96% (indicator ) voor 22 tot 27 ziekenhuizen. In 2012 zijn de gemiddeldes respectievelijk 2,62 % (n = 21 tot 22), 3,17 % (n = 18 tot 21), 6,39 % (n = 22 tot 23) et 7,92 % (n = 24 tot 26) hetgeen in de lijn ligt van de gemiddeldes die over 4 jaar berekend. De prevalentie van decubitus die ontstaan is tijdens de ziekenhuisopname lijkt te dalen in de G-diensten en diensten voor intensieve zorg, maar de gemiddeldes blijven op deze afdelingen nog ver boven die van de C- en D-diensten.

29 navigator voor algemene ziekenhuizen VALINCIDENTEN Totaal aantal valincidenten Formule: (Aantal valincidenten / Aantal verpleegdagen) *100 Tussen januari 2009 en december 2012 varieert het aantal ziekenhuizen dat gegevens registreert voor deze indicator tussen 26 en 36. In 2012 registreren 30 tot 36 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tablel 5: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Totaal aantal valincidenten. maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 0,00 0,14 0,23 0,31 0,65 0,24 0,25 0, feb 12 0,00 0,16 0,23 0,33 0,47 0,23 0,25 0, mrt 12 0,00 0,12 0,19 0,28 0,67 0,22 0,24 0, apr 12 0,00 0,15 0,21 0,27 1,34 0,24 0,23 0, mei 12 0,00 0,15 0,21 0,32 0,79 0,25 0,23 0, jun 12 0,00 0,14 0,23 0,29 0,59 0,23 0,23 0, jul 12 0,05 0,13 0,20 0,34 0,60 0,24 0,24 0, aug 12 0,00 0,14 0,22 0,30 0,56 0,23 0,26 0, sep 12 0,00 0,14 0,21 0,36 0,54 0,24 0,26 0, okt 12 0,00 0,18 0,26 0,32 0,54 0,26 0,27 0, nov 12 0,00 0,13 0,20 0,31 0,67 0,23 0,25 0, dec 12 0,03 0,15 0,21 0,29 0,67 0,23 0,24 0, Voor deze indicator worden alle valincidenten meegeteld en niet enkel de valincidenten waarbij schade of verwonding wordt vastgesteld. De minimumscores voor deze indicator zijn zeer laag en zijn meestal zelfs gelijk aan nul (tabel 6). Vermoedelijk bestaat er in sommige ziekenhuizen een onderregistratie van valincidenten. Tussen 2009 en 2012 het ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten in functie van het aantal verpleegdagen is 0,25 en blijft relatief constant in de loop van de tijd met een maandelijks gemiddelde van 0,21 en 0,33 (figuur 8). In 2012 bedraagt het gemiddelde 0,24 met een maandelijkse variatie tussen 0,22 en 0,26 (tabel 5). Tussen 2009 en 2012 is de gemiddelde interkwartielafstand 0,18 en deze blijft relatief constant in de loop van de tijd. In 2012 is de gemiddelde interkwartielafstand 0,17. In de voorbije 4 jaar registreert tijdens 3/4de van de maanden minstens één ziekenhuis geen enkel valincident. In 2012 geldt dit zelfs tijdens 10 maanden (behalve juli en december). Deze resultaten tonen de grote variatie tussen ziekenhuizen en doen de vraag rijzen over de correctheid van registratie in de verschillende ziekenhuizen. Men moet rekening houden met een onderregistratie in de meeste ziekenhuizen. Figuur 10 geeft de gemiddeldes van het aantal valincidenten voor de diensten C, D, G en intensieve zorgen weer. Tussen 2009 en 2012 is het gemiddelde ratio voor de C-dienst 0,15 (indicaor )

30 navigator voor algemene ziekenhuizen 22 voor 21 tot 27 ziekenhuizen), voor de D-dienst 0.26 (indicator ) voor 199 tot 26 ziekenhuizen), voor de G-dienst 0,59 (indicator ) voor 26 tot 36 ziekenhuizen en voor IZ-dienst ) voor 19 tot 27 ziekenhuizen). Ces taux restent relativement constants au cours du temps. En 2012, ils sont respectivement de 0,13 (n entre 23 et 27), 0,25 (n entre 23 et 26), 0,57 (n entre 31 et 36) et 0,13 (n entre 25 et 27). De valincidenten op materniteit (indicator ), op spoedgevallendienst (indicatorn ), in het chirurgisch dagziekenhuis (indicator ) en op Sp-diensten (indicator ) worden hier niet weergegeven, aangezien minder dan 15 ziekenhuizen gegevens registreren voor deze indicatoren. Bovendien is het aantal valincidenten op deze afdelingen beperkt. Figuur 9: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Totaal aantal valincidenten voor

31 navigator voor algemene ziekenhuizen 23 Figuur 10: Ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten op een C-dienst (indicator ), op een D-dienst (indicator ), op een G-dienst (indicator ) en op een IZ-dienst (indicator ) voor

32 navigator voor algemene ziekenhuizen Valincidenten met verwonding tot gevolg Formule: (Aantal valincidenten met verwonding tot gevolg / Aantal valincidenten) * 100 Tussen januari 2009 en december 2012 varieert het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert van 27 tot 37. In 2012 registreren 32 tot 37 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 6: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Aantal valincidenten met verwonding tot gevolg. maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 0,00 27,27 35,72 51,67 73,91 36,35 34,97 18, feb 12 0,00 22,02 31,13 44,95 100,00 34,44 32,84 21, mrt 12 0,00 20,00 32,29 50,00 100,00 36,20 34,97 23, apr 12 0,00 25,25 35,71 46,36 100,00 40,54 35,49 24, mei 12 0,00 26,42 37,93 50,00 100,00 39,10 34,93 21, jun 12 0,00 22,64 35,00 46,30 100,00 37,20 35,60 21, jul 12 0,00 23,97 34,17 44,95 71,88 34,10 35,41 18, aug 12 0,00 27,78 34,48 50,00 100,00 38,68 37,83 21, sep 12 0,00 16,67 27,78 39,13 71,43 28,20 30,80 18, okt 12 0,00 15,00 28,57 40,91 64,29 28,51 30,56 16, nov 12 0,00 19,44 31,58 50,00 100,00 34,55 31,28 24, dec 12 0,00 16,03 28,32 47,50 60,00 29,00 33,00 19, Tussen 2009 en 2012 bedraagt het ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten met verwonding tot gevolg 34,96% en dit blijft constant in de loop van de tijd met een maandelijks gemiddelde tussen 25,93 en 41,35% (figuur 11). In 2012 is het gemiddelde 34,74% en varieert van 28,20 tot 40,54% (tabel 6). Tussen 2009 en 2012 is de gemiddelde interkwartielafstand 24,80% en blijft deze relatief constant in de loop van de tijd. In 2012 is de gemiddelde interkwartielafstand gelijk aan 24,94%. Tussen 2009 en 2012 varieert de maximumwaarde tussen 60% (3 maanden op 48) en 100% (22 maanden op 48, dus bijna de helft van de tijd). In 2012 het maximum eveneens tussen 60 en 100%. Op basis van deze gegevens kan men vermoeden dat in sommige ziekenhuizen de registratie van valincidenten ZONDER verwonding tot gevolg ondermaats is. Ziekenhuizen met een onderregistratie zullen voornamelijk de valincidenten met verwonding tot gevolg registreren en zullen daarom voor deze indicator hoger scoren. Ziekenhuizen die ook aandacht hebben voor de valincidenten zonder verwonding tot gevolg, zullen lager scoren voor deze indicator. Figuur 12 toont het ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten met verwondingen van ernstklasse 1 tot 3 tot gevolg (indicatoren , et ). Voor deze indicatoren geldt dat patiënten, indien ze meerdere verwondingen hebben, enkel worden mee geteld in de indicator die de hoogste ernstklasse van hun verwonding weergeeft. Bijvoorbeeld als een valincident leidt tot 2

33 navigator voor algemene ziekenhuizen 25 verwondingen, één van ernstklasse 1 en een andere van ernstklasse 2, dan telt dit valincident enkel mee voor indicator Valincidenten met verwonding van ernstklasse 2 tot gevolg en niet voor indicator Valincidenten met verwonding van ernstklasse 1 tot gevolg. Tussen 2009 en 2012 bedraagt het ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten met verwonding van ernstklasse 1 74,24%, van ernstklasse 2 is dat 18,24% en van ernstklasse 3 is dat 6,83%, telkens voor 23 tot 30 ziekenhuizen). In 2012 bedragen de percentages respectievelijk 73,04%, 20,86% en 5,76% telkens voor 23 tot 28 ziekenhuizen). Figuur 11: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Valincidenten met verwonding tot gevolg voor

34 navigator voor algemene ziekenhuizen 26 Figuur 12: Ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten met verwonding met ernstklasse 1 (indicator ), ernstklasse 2 (indicator ) en ernstklasse 4 (indicator ) voor

35 navigator voor algemene ziekenhuizen Patiënten met meerdere valincidenten tijdens eenzelfde ziekenhuisopname Formule: (Aantal patiënten dat twee of meer keer valt / Aantal patiënten dat één of meer keer valt) *100 Tussen januari 2009 en december 2012 varieert het aantal ziekenhuizen dat gegevens registreert voor deze indicator tussen 16 en 26. Dit aantal is de voorbije jaren ster gedaald. In 2012 regsirteren nog 16 tot 17 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 7: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Patiënten met meerdere valincidenten tijdens eenzelfde ziekenhuisopname. maand min q1 med q3 max ongew gem gew gem sd # ## jan 12 0,00 6,08 10,36 19,55 50,00 13,22 14,10 12, feb 12 0,00 1,35 10,34 21,24 100,00 15,90 13,00 23, mrt 12 0,00 5,88 13,33 17,14 31,75 12,42 15,70 8, apr 12 0,00 0,00 9,09 17,89 33,33 10,88 10,16 10, mei 12 0,00 0,00 10,00 22,50 42,86 13,56 14,52 12, jun 12 0,00 0,00 8,33 19,30 33,33 10,65 12,72 11, jul 12 0,00 0,00 10,26 18,49 26,32 10,57 13,99 10, aug 12 0,00 0,00 7,69 14,65 50,00 11,15 12,90 13, sep 12 0,00 6,80 13,56 17,22 50,00 15,65 12,50 14, okt 12 0,00 6,20 10,75 16,15 40,00 12,92 12,44 11, nov 12 0,00 3,23 14,29 20,00 30,43 13,59 18,73 9, dec 12 0,00 3,03 9,81 19,27 27,27 11,23 14,42 9, Tussen 2009 en 2012 is het gewogen gemiddelde van patiënten met meerdere valincidenten tijdens eenzelfde ziekenhuisopname 14,22%, met een maandelijks gemiddelde tussen 10,57 en 18,85% (figuur 14). In 2012 bedraagt het gemiddelde 12,65% met een variatie tussen 10,57 en 15,90% (tabel 7). Tussen 2009 en 2012 bedraagt de gemiddelde interkwartielafstand 17,28% en deze lijkt af te nemen in de loop van de tijd. In 2012 bedraagt deze nog 15,90%. In 2012 registreren minstens 25% van de ziekenhuizen 5 maanden na elkaar geen enkel herhaald valincident. Dit kan gezien worden als een positieve evolutie. Men dient echter ook rekening te houden met het feit dat het kan gaan om een periode met onderregistratie. Het betreft ook niet de hele periode dezelfde groep van ziekenhuizen.

36 navigator voor algemene ziekenhuizen 28 Figuur 14: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Patiënten met meerdere valincidenten tijdens eenzelfde ziekenhuisopname voor

37 navigator voor algemene ziekenhuizen ONGEPLANDE HEROPNAMES Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal ongeplande opnames op een dienst voor intensieve zorg / Aantal patiënten dat ontslagen wordt van een dienst voor intensieve zorg) * Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal ongeplande opnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg / Aantal patiënten dat ontslagen wordt van een dienst voor intensieve zorg) *100 Een gedetailleerde analyse van deze indicatoren wordt niet gegeven in dit jaarrapport aangezien slechts 7 tot 9 ziekenhuizen gegevens registreerden voor deze indicator in Dit aantal was de voorbije jaren ook al zo laag. Bovendien toont een korte analyse aan dat de gemiddeldes, zijnde respectievelijk 3,52% en 1,16%, evolueren met een relatief constante interkwartielafstand.

JAARRAPPORT 2010 navigator algemene ziekenhuizen

JAARRAPPORT 2010 navigator algemene ziekenhuizen TOTALE T ZIEKENHUISSTERFTE ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1 ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 2 TOTALE PREVALENTIE VAN DECUBITUS TOTALE PREVALENTIE

Nadere informatie

JAARRAPPORT Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg

JAARRAPPORT Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg ZIEKENHUISSTERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE NA EEN VERBLIJF OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG BINNEN 48 UUR NA ONTSLAG VAN EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG PREVALENTIE VAN DECUBITUS

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2013 Navigator algemene ziekenhuizen

JAARRAPPORT 2013 Navigator algemene ziekenhuizen ZIEKENHUISSTERFTE STERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1, 2, 3 EN 4 PREVALENTIE VAN DECUBITUS PREVALENTIE VAN DECUBITUS DIE ZICH ONTWIKKELD

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie AZ Sint-Maarten Mechelen April, 2006 1 Inleiding Sinds 1997

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG

Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L. Delesie K. Van den

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 ONDERVOEDING 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Deze versie treedt in voege vanaf 01/02/2016 (blz. 14) HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Art. 9. Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw vereist is

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S Artikel 9 VERLOSSINGEN K.B. 9.11.2015 In werking 1.2.2016 B.S. 9.12.2015 Wijzigen Invoegen Verwijderen c) wanneer daarvoor de bekwaming van geneesheer-specialist voor gynecologie en verloskunde (DG) vereist

Nadere informatie

Handleiding benchmarkrapport MPG

Handleiding benchmarkrapport MPG Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

BasisFiche Keizersneden... 3. Beschrijving en Achtergrond van de Indicator... 3. Definitie... 3. Relatie tot Kwaliteit... 3. Technische Fiche...

BasisFiche Keizersneden... 3. Beschrijving en Achtergrond van de Indicator... 3. Definitie... 3. Relatie tot Kwaliteit... 3. Technische Fiche... Keizersneden Logo Quality Indicators Project Moeder & Kind TABEL 1 INFORMATIE Naam Keizersneden Domein Moeder & Kind Identificatie M&K004 Auteur Geert Van de Water Datum 4/10/2013 Versie 1 Status Publicatie

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE 1 I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN DE STRUCTUUR INDICATOREN

Nadere informatie

K.B B.S In werking

K.B B.S In werking Artikel 9 VERLOSSINGEN K.B. 25.3.2018 B.S. 16.4.2018 In werking 1.6.2018 Wijzigen Invoegen Verwijderen Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : b) wanneer daarvoor de bekwaming van geneesheer-specialist

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

K.B B.S In werking

K.B B.S In werking K.B. 5.9.2017 B.S. 22.9.2017 In werking 1.11.2017 Wijzigen Invoegen Verwijderen Artikel 9 VERLOSSINGEN Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw

Nadere informatie

Vlaamse Kwaliteitsindicatoren. Moeder en Kind Dirk De Wachter TTP & Agentschap Zorg en Gezondheid

Vlaamse Kwaliteitsindicatoren. Moeder en Kind Dirk De Wachter TTP & Agentschap Zorg en Gezondheid Vlaamse Kwaliteitsindicatoren Moeder en Kind Dirk De Wachter TTP & Agentschap Zorg en Gezondheid Agenda Kwaliteitsindicatoren een gezamenlijk project Plaats in het kwaliteitslandschap De domeinen Het domein

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief nieuwe stijl In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod De maandelijkse nieuwsbrief

Nadere informatie

Passanten in de Leidse binnenstad 2013

Passanten in de Leidse binnenstad 2013 Maart 214 Passanten in de Leidse binnenstad 213 Net als vorig jaar heeft City Traffic ook in 213 weer passanten geteld in de Leidse binnenstad. Deze tellingen leveren waardevolle informatie op om het binnenstadsbeleid

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind februari 2019 Aangekochte cheques

Dienstencheques Situatie eind februari 2019 Aangekochte cheques Februari 2019 Dienstencheques Situatie eind februari 2019 Aangekochte cheques 7.220.795 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.374.732 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische 65,61%

Nadere informatie

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra?

Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra? Dossier De Standaard: Hoe scoren onze woonzorgcentra? De Standaard publiceert vandaag en de komende dagen een dossier over de kwaliteit van de Vlaamse woonzorgcentra. Ook de rapporten van onze woonzorgcentra

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind december 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen uitbetaalde cheques tijdens

Dienstencheques Situatie eind december 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen uitbetaalde cheques tijdens December 2017 Dienstencheques Situatie eind december 2017 Aangekochte cheques 6 650 801 tijdens de maand Aan de ondernemingen uitbetaalde cheques tijdens 7 234 926 de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20 Januari 2016 Vrijdag 1-jan 6:44 8:50 11:41 12:44 14:55 16:41 18:45 Zaterdag 2-jan 6:44 8:50 11:41 12:45 14:56 16:42 18:46 Zondag 3-jan 6:44 8:50 11:42 12:45 14:57 16:43 18:47 Maandag 4-jan 6:44 8:49 11:42

Nadere informatie

Uitvraag Indicatoren Basisveiligheid Verpleeghuiszorg 2018

Uitvraag Indicatoren Basisveiligheid Verpleeghuiszorg 2018 Uitvraag Indicatoren Basisveiligheid Verpleeghuiszorg 2018 Veelgestelde vragen m.b.t. het proces van uitvragen en aanleveren versie 17 januari 2019 NB: voor vragen over meetinstructies van indicatoren:

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind februari 2018 Aangekochte cheques

Dienstencheques Situatie eind februari 2018 Aangekochte cheques Februari 2018 Dienstencheques Situatie eind februari 2018 Aangekochte cheques 6.930.971 tijdens de maand Aan de ondernemingen 6.894.740 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische 58,13%

Nadere informatie

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan

Nadere informatie

Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier

Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Individuele feedback Ziekenhuis : AZ Monica Erkenningsnummer : 682 Contactpersoon : Greet.Peeters@azmonica.be

Nadere informatie

LEVENSEINDEKLINIEK 31 januari 2013

LEVENSEINDEKLINIEK 31 januari 2013 LEVENSEINDEKLINIEK 31 januari 2013 Januari 2013 is de elfde maand in het bestaan van de Levenseindekliniek. Dit rapport vermeldt het aantal aanmeldingen en de afwikkeling van hulpvragen door de Levenseindekliniek.

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind oktober 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind oktober 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Oktober 2017 Dienstencheques Situatie eind oktober 2017 Aangekochte cheques 7.799.034 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.576.259 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind januari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind januari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Januari 2017 Dienstencheques Situatie eind januari 2017 Aangekochte cheques 7.786.053 tijdens de maand Aan de ondernemingen 6.259.376 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Projectdossier kwaliteitsprijs Rode Kruis 2012 Verloskunde, endocrinologie, diëtiek, pediatrie O.L.Vrouwziekenhuis Aalst-Asse-Ninove natascha.deprez@olvz-aalst.be paul.van.crombrugge@olvz-aalst.be

Nadere informatie

Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna

Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie Algemeen Ziekenhuis Sint-Dimpna Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Gezondheid Koning Albert II laan 35, bus 31, 1030 BRUSSEL Tel. 02 553 33 79 Fax 02 553 34 35 E-mail: inspectie@wvg.vlaanderen.be

Nadere informatie

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S Artikel 9 VERLOSSINGEN K.B. 19.5.2010 In werking 1.7.2010 B.S. 28.5.2010 Wijzigen Invoegen Verwijderen Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind augustus 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind augustus 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Augustus 2017 Dienstencheques Situatie eind augustus 2017 Aangekochte cheques 6.072.549 tijdens de maand Aan de ondernemingen 5.575.733 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN

HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN RODE markeringen gaan in voege vanaf 01/07/2010 (blz. 6 en 7) HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Art. 9. Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer daarvoor de bekwaming van vroedvrouw vereist

Nadere informatie

Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen

Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen

Nadere informatie

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 INHOUDSTAFEL Achtergrondinformatie Project Zoet Zwanger: situering Resultaten project Zoet Zwanger Samenwerking 1 ste en 2 de lijn Aantal registraties

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind november 2018 Aangekochte cheques

Dienstencheques Situatie eind november 2018 Aangekochte cheques November 2018 Dienstencheques Situatie eind november 2018 Aangekochte cheques 7.517.827 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.417.661 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische 62,97%

Nadere informatie

Organisatieprestatiescan. Deze techniek wordt gebruikt in de focus- en analysefase bij het analyseren van de huidige situatie.

Organisatieprestatiescan. Deze techniek wordt gebruikt in de focus- en analysefase bij het analyseren van de huidige situatie. 1 Bijlage 2 De organisatieprestatiescan Techniek: Organisatieprestatiescan Toepassingsgebied: Achtergrond: Deze techniek wordt gebruikt in de focus- en analysefase bij het analyseren van de huidige situatie.

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind juni 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind juni 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Juni 2017 Dienstencheques Situatie eind juni 2017 Aangekochte cheques 7.317.424 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.371.359 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie

De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie De stem van de patiënt in de ambulante chirurgie Ilse Weeghmans Vlaams Patiëntenplatform vzw B.A.A.S. Congres 27 februari 2015 Neder-over-Heembeek Inhoud 1. Het Vlaams Patiëntenplatform vzw 2. Wat is een

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 35 27 augustus 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid verder gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumenten zijn

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN HEILIG HART / 16 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 16 deel 2 HEILIG HART Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 216 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 Het Verhaal Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

VERLOSSINGEN Art. 9 pag. 1 officieuze coördinatie. 1. Inspuitingen : Inspuiting V Prenatale zorgen:"

VERLOSSINGEN Art. 9 pag. 1 officieuze coördinatie. 1. Inspuitingen : Inspuiting V Prenatale zorgen: VERLOSSINGEN Art. 9 pag. 1 "K.B. 20.8.1996" (in werking 1.7.1996) + "K.B. 10.6.1998" (in werking 1.7.1998) "HOOFDSTUK IV. - VERLOSSINGEN Art. 9. Worden als verloskundige verstrekkingen aangezien : a) wanneer

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis

Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Toelichting bij de resultaten van het OLV Ziekenhuis voor de kwaliteitsindicatoren van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Het project Sinds enkele jaren is er meer aandacht

Nadere informatie

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN

KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN / Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM / 216 deel 2 / 13-sep-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM Dit rapport

Nadere informatie

Acute Opname Afdelingen, de pioniersfase voorbij. - Beelden van AOA s - Jan van der Eijk 25 maart 2010

Acute Opname Afdelingen, de pioniersfase voorbij. - Beelden van AOA s - Jan van der Eijk 25 maart 2010 Acute Opname Afdelingen, de pioniersfase voorbij - Beelden van AOA s - Jan van der Eijk 25 maart 2010 Onderdelen Hoe in aanraking gekomen met de AOA? Beelden van de AOA Eigenschappen van de AOA in vraag

Nadere informatie

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur 12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur De Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) is een deels gecorrigeerde maat voor ziekenhuissterfte bij 50 diagnosegroepen (de zogenoemde

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Inleiding Resultaten.

Nadere informatie

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD De ontwikkeling van een heropnamemodel Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD Aanleiding Heropname kan een indicator zijn voor sub-optimale zorg

Nadere informatie

Vitalink gebruiksstatistieken

Vitalink gebruiksstatistieken RAPPORT Vitalink gebruiksstatistieken September 2017 Niki Van Den Eeckhaut - Thomas Van Langendonck 10-10-2017 VAZG 1 SAMENVATTING De opvallendste conclusie uit de statistieken van deze maand is het toenemend

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JULI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid

Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid Nationale Campagne Safe Surgery Checklist Eerste resultaten en doelstellingen van de federale overheid Stéphanie Maquoi Dr. Margareta Haelterman Louiza Van Lerberghe Dienst Acute, Chronische Zorg en Ouderenzorg

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind februari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind februari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Februari 2017 Dienstencheques Situatie eind februari 2017 Aangekochte cheques 6.870.408 tijdens de maand Aan de ondernemingen 6.717.399 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact

Nadere informatie

Conjunctuurmonitor 2e kwartaal 2014

Conjunctuurmonitor 2e kwartaal 2014 Conjunctuurmonitor 2e 214 Augustus 214 Directe Bedrijfsvoering, afdeling FB, team Onderzoek en Statistiek, Camiel Geryszewski Conjunctuurmonitor Zoetermeer 2 e 214 Toelichting: Voor u ligt de Conjunctuurmonitor

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind mei 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind mei 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Mei 2017 Dienstencheques Situatie eind mei 2017 Aangekochte cheques 7.500.646 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.385.717 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Surveillancerapport:

Nadere informatie

Dienstencheques Situatie eind maart 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind maart 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen Maart 2017 Dienstencheques Situatie eind maart 2017 Aangekochte cheques 7.590.035 tijdens de maand Aan de ondernemingen 7.978.306 uitbetaalde cheques tijdens de maand Aandeel elektronische dienstencheques

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag

Inleiding. A Case finding B Multifactoriële C Multifactoriële. Transfer van informatie bij ontslag Inleiding Het College van Geneesheren voor de dienst Geriatrie heeft in het kader van kwaliteitsverbeterende initiatieven de laatste jaren gewerkt rond het gebruik van assessment instrumenten. Aan de hand

Nadere informatie

Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013

Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013 Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013 Per 1 maart 2013 bestaat de Levenseindekliniek 1 jaar. In deze rapportage wordt daarom gekeken naar het volledige eerste jaar Levenseindekliniek. De bijzonderheden

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MAART 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat

Nadere informatie

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering Publicatiedatum: 25 augustus 2016 Inhoud Inleiding... 2 1. Asielaanvragen in België januari

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Persbericht 21 april

Nadere informatie

1 Opmaak november 2008.

1 Opmaak november 2008. 1 Opmaak november 28. -.!!/-1 )23. 4)'/-5 ) 4.3%%3.-/65%)74 4. 35. 3. 25. 2. 15. 26 27 28 1. 5. 89:1#;1/-: ; 14 //%53--3-; /3-/-13.3%%3.

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 11 oktober 2010 1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Het project Zoet Zwanger moet vrouwen die zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een

Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken. CBO, oktober 2008 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Activiteitenverslag van het College «Reproductieve geneeskunde»

Activiteitenverslag van het College «Reproductieve geneeskunde» Activiteitenverslag van het College «Reproductieve geneeskunde» 2014-2016 Toekomstvisie betreffende de discipline. Meerjarenplan 2014-2016 Set van kwaliteitsindicatoren betreffende de discipline. 1 Ervaring

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem aan Factsheets indicatoren Vitaal Bedreigde Patiënt Publicatienummer: 2010.1201 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Versiebeheer Wijzigingen 2009.1200 (feb 2009) Eerste versie 2010.1201 (mrt 2010) Bevindingen

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter

Kwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 22 maart 2016 Versie : 0.8 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.8 Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar

Nadere informatie