Amsterdam Container Terminal. Onderzoek luchtkwaliteit. Versie 006 M R001 Datum 29 juli 2016

Transcriptie

1 Amsterdam Container Terminal Onderzoek luchtkwaliteit Status definitief Versie 006 Rapport M R001 Datum 29 juli 2016

2 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal Colofon Opdrachtgever Contactpersoon Amsterdam Container Terminals bv Ruijgoordweg HM Amsterdam de heer S. Capelle Project revisievergunning Betreft Luchtkwaliteit Uw kenmerk -- Rapport M R001 Datum 29 juli 2016 Versie 006 Status definitief Uitgevoerd door Informatie Auteur Verantwoordelijk Verwerkt door DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Van Pallandtstraat GM Arnhem Postbus AD Arnhem ir. E.A. (Edward) Vermaas MSc H.D. (Herman) Jager ir. E.A. (Edward) Vermaas VM/BRA/OZU 2

3 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal Inhoud 1. Inleiding 4 2. Situatie beschrijving 5 3. Representatieve bedrijfssituatie 6 4. Wettelijk kader Normstelling Toetsing Regeling beoordeling luchtkwaliteit Toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium 9 5. Uitgangspunten Algemeen Toetslocaties en grenswaarden Zichtjaren Stoffen Emissies van bronnen Rekenmethodiek Resultaten NO 2 Stikstofdioxide PM 10 Fijnstof Conclusie 15 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Invoergegevens rekenmodel Resultaten 3

4 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 1. Inleiding In opdracht van Amsterdam Container Terminal (ACT) heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de omgeving van ACT aan de Ruijgoordweg 100 in Amsterdam. De aanleiding van dit onderzoek is de aanvraag van een revisievergunning. Het onderzoek is uitgevoerd om te toetsen of de aangevraagde bedrijfsactiviteiten van ACT voor het aspect luchtkwaliteit vergunbaar zijn in het kader van de grenswaarden concentraties luchtverontreinigende stoffen zoals deze in de Wet milieubeheer zijn opgenomen. In het onderzoek is de gehele inrichting beschouwd. Het gaat hierbij om de directe en indirecte invloed van het bedrijf op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het doel van het luchtkwaliteitsonderzoek is het berekenen en toetsen van de luchtverontreinigende stoffen afkomstig van de inrichting en wegen ter plaatse van de planlocatie. De berekende waarden voor de verschillende stoffen worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5. 4

5 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 2. Situatie beschrijving Vanwege de ligging van de inrichting in een zeehaven met eigen kades en de verbinding met zee, is een relevant deel van de activiteiten haven-gerelateerd. Daarnaast zijn ook niet-haven gebonden activiteiten mogelijk. De inrichting beschikt over de volgende faciliteiten: Kades aan een insteekhaven (Alaskahaven) met een lente van 400 meter en een breedte van 55 meter, waar zeeschepen, binnenvaartschepen of pontons binnen de inrichting kunnen worden afgemeerd. Een kademuur aan de Amerikahaven met een lengte van 600 meter, waaraan zeeschepen en binnenvaartschepen kunnen worden afgemeerd. Een spoorbundel, bestaande uit drie parallelle sporen met een opstellengte van 2 x 700 meter en 1 x 600 meter. Een buitenterrein met een totale oppervlakte van 55 ha. Goederen kunnen met alle voorhanden zijnde vervoersmodaliteiten (zeeschip, binnenvaartschip, ponton, vrachtwagen en spoor) worden aan of afgevoerd. De marktsegmenten waar ACT zich primair op concentreert, zijn: 1 op- en overslag van zeecontainers; 2 op- en overslag van stukgoederen; 3 roll on roll off lading (RoRo); 4 op- en overslag en eventuele assemblage van projectlading. 5

6 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 3. Representatieve bedrijfssituatie Bij de aanvraag is de notitie gevoegd met het kenmerk M N002 met de titel Vertaling activiteiten naar Representatieve Bedrijfssituaties. Hierin staat gedetailleerd beschreven wat de toegepaste representatieve bedrijfssituatie (RBS) is. Voor het onderhavige akoestische onderzoek wordt integraal naar deze notitie verwezen. Hier wordt volstaan met een samenvattende tabel 1 van de RBS. tabel 1: representatieve bedrijfssituatie voor luchtemissies (b.u.: bedrijfsuren) Omschrijving Inzet Dagen per jaar b.u./stuks Milieuclassificatie Projectlading Zware diesel heftrucks 3 stuks, 40% Stage IV Mobiele dieselkranen overslag 3 (d+a) & 1 (n) stuks, 50% Stage IIIA Dieselkraan op vaartuig 1 stuks, 50% Stage IIIA Mobiele dieselkranen assemblage 2 stuks, 40% Stage IIIA Assemblage: compressoren 3 stuks Stage IIIA Vrachtwagens 20 stuks per dag stuks Publ. I&M Trein (loc. met 40 wagons) 25 stuks per jaar stuks UIC I Personenwagens personeel 50 stuks per dag stuks Publ. I&M Zeeschepen (aanmeer + VAW) 100 stuks, aanmeertijd 8 uur 800 TNO-rapport Sleepboten 75 stuks 75 stuks TNO-rapport Containers Verplaatsbare diesel havenkranen 1 stuks, 40% Stage IIIA reachstackers 8 stuks, 50% Stage IV Terminal trekkers 1 stuks, 50% Stage IV Trein loc. met 40 wagons/120 TEU 180 stuks stuks UIC I Vrachtwagens 375 stuks stuks Publ. I&M Zeeschepen (aanmeer + VAW) 600 stuks, aanmeertijd 8 uur TNO-rapport stukgoederen Verplaatsbare diesel havenkranen 2 stuks, 50% Stage IIIA Zware diesel heftrucks 5 stuks, 40% Stage IV Trein (loc. met 40 wagons) 90 stuks stuks UIC I Vrachtwagens 300 stuks per dag stuks Publ. I&M Terminal trekkers 1 stuks, 50% Stage IV Zeeschepen (aanmeer + VAW) 180 stuks, aanmeertijd 16 uur TNO-rapport RoRo-lading Terminal trekkers 1 stuks, 50% Stage IV Zelfrijdend zwaar voertuig stuks per jaar, 15 min Stage IV Zelfrijdend licht voertuig stuks / jaar, 15 min Publ. I&M Trein (loc. met 40 wagons) 360 stuks stuks UIC I Vrachtwagens 150 stuks per dag stuks Publ. I&M Zeeschepen (aanmeer + VAW) 180 stuks, aanmeertijd 8 uur TNO-rapport Personenwagens personeel stuks Publ. I&M Naast hetgeen vermeld in tabel 1 is sprake van mogelijke fijnstofemissie bij de behandeling van stukgoed. Het betreft hier stukgoed zoals balen van geperst papier, houtpulp, afval, etc. Het betreft in alle gevallen stoffen die niet of nauwelijks stuifgevoelig zijn. Voor de volledigheid is deze emissie wel in het onderzoek betrokken. Een aantal onderdelen hebben een relatief kleine bijdrage op de luchtemissie van ACT. Deze zijn niet opgenomen in het onderzoek, omdat ze geen relevante invloed hebben op de berekening. Een voorbeeld hiervan is de verwarming van de gebouwen. Er zijn binnen en buiten het terrein verschillende vervoersmiddelen voor het vervoer van goederen en personeel. De luchtemissies van de afgemeerde schepen, alsmede de verkeersaantrekkende werking ten gevolge van de schepen, treinen, personenwagens en vrachtwagens wordt ook meegenomen. 6

7 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal Voor de aan- en afvoer van lading bezoeken ongeveer zeeschepen per jaar de inrichting (klasse GT). De gekozen klasse is representatief voor de schepen die ACT bezoeken. Daarnaast komen 75 sleepboten. Deze boten duwen pontons. De gemiddelde scheepsklasse van de sleepboten is GT. De scheepsklassen zijn bepaald op basis van het gemiddelde tonnage. 7

8 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 4. Wettelijk kader 4.1 Normstelling In de Wet milieubeheer zijn normen (grenswaarden en plandrempels) vastgesteld voor onder andere de concentraties zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofdioxide (NO 2 ), zwevende deeltjes (fijnstof (PM 10 ), koolmonoxide (CO) en benzeen (C 6 H 6 ) in de lucht. De voor dit onderzoek relevante grenswaarden zijn in tabel 2 weergegeven. tabel 2: grenswaarden en plandrempelwaarden Wet milieubeheer stof type norm grenswaarde vanaf 2015 zwaveldioxide (SO2) 24-uurgemiddelde dat 3 keer per jaar 125 overschreden mag worden in µg/m 3 zwevende deeltjes (PM10 ) jaargemiddelde concentratie in µg/m uurgemiddelde dat 35 keer per jaar 50 overschreden mag worden in µg/m 3 koolmonoxide (CO) 8-uurgemiddelde concentratie in mg/m 3 10 stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde concentratie in µg/m 3 40 uurgemiddelde dat 18 keer per jaar 200 overschreden mag worden in µg/m 3 benzeen jaargemiddelde concentratie in µg/m 3 5 Op 11 juni 2008 is de nieuwe Europese Richtlijn betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (20 mei 2008) gepubliceerd. Een belangrijke toevoeging in de nieuwe Europese richtlijn is een grenswaarde voor het meest schadelijke fijnstof PM 2,5. Sinds 1 januari 2015 is de grenswaarde van 25 µg/m 3 van kracht. Vooralsnog wordt PM 10 nog als maatgevend gezien bij overschrijdingen van de grenswaarden. Wanneer de grenswaarde voor PM 10 niet wordt overschreden, zal dat ook het geval zijn voor PM 2,5. In dit onderzoek is PM 2,5 hierom niet beschouwd. 4.2 Toetsing Artikel 5.16 Wm (eerste lid) geeft aan hoe en onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden kunnen uitoefenen in relatie tot luchtkwaliteitseisen. Als aannemelijk is dat aan één of een combinatie van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de activiteiten: Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde. Een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Een project draagt niet in betekenende mate bij aan de concentratie van een stof. Een project is genoemd of past binnen het NSL of binnen een regionaal programma van maatregelen. In deze wet wordt (zie onderdeel c) de term Niet in Betekenende mate (NIBM) geïntroduceerd. Een project draagt NIBM bij indien de concentratietoename tot maximaal 3% van de grenswaarden wordt beperkt (in geval van NO 2 en PM 10 is dat dus maximaal 1,2 µg/m 3 ). Aan het beoordelen van een project op deze wijze zijn wel voorwaarden gesteld. In artikel 5 van het besluit Niet in betekenende mate is een anticumulatie-beginsel opgenomen: Bedrijfslocaties, kantoorlocaties, woningbouwlocaties, locaties voor inrichtingen en locaties voor infrastructuur ten aanzien waarvan redelijkerwijs voorzienbaar is dat deze met toepassing van dit besluit worden of zullen worden gerealiseerd gedurende de periode, waar het programma, bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, van de wet, betrekking op heeft, worden voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen als één locatie beschouwd, voor zover die locaties: 8

9 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal gebruikmaken of zullen maken van dezelfde ontsluitingsinfrastructuur, en aan elkaar grenzen of zullen grenzen dan wel in elkaars directe nabijheid zijn gelegen of zullen zijn gelegen, tot een afstand van ten hoogste meter vanaf de grens van de betreffende locatie of inrichting, met dien verstande dat locaties en inrichtingen buiten beschouwing blijven voor zover de toename van de concentraties ter plaatse niet meer bedraagt dan 0.1 microgram/m 3. Het anticumulatie-beginsel voorkomt dat een in betekenende mate project wordt opgesplitst in afzonderlijke niet in betekenende mate onderdelen en op deze wijze ook getoetst kan worden. De periode waaraan gerefereerd wordt, is de NSL-periode ofwel Inmiddels is deze periode verlengd tot 2017 aangezien nog niet duidelijk is of per 2015 overal aan de grenswaarden voor NO 2 wordt voldaan. 4.3 Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (kortweg: Rbl2007) bevat voorschriften over metingen en berekeningen om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen. De regeling vereist ook een plan met maatregelen om een goede luchtkwaliteit te bewerkstelligen in geval van overschrijding. Rekenmethoden In de Rbl2007 zijn gestandaardiseerde rekenmethodes opgenomen om concentraties van diverse luchtverontreinigende stoffen te kunnen berekenen. Deze gestandaardiseerde rekenmethodes geven resultaten die rechtsgeldig zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie standaardrekenmethoden met ieder een toepassingsgebied, waarbinnen gebruik mag worden gemaakt van de betreffende methode. Standaard Rekenmethode 1 (SRM1) en 2 (SRM2) zijn, elk met hun eigen randvoorwaarden, geschikt voor het in kaart brengen van het effect van voertuigbewegingen op de luchtkwaliteit langs wegen. Standaard Rekenmethode 3 beschrijft, dat voor het berekenen van het effect van industriële bronnen op de luchtkwaliteit van de omgeving het Nieuw Nationaal Model toegepast dient te worden. In artikel 75 van het Rbl2007 staat beschreven dat het door middel van berekeningen bepalen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit bij een inrichting plaats moet vinden volgens Standaard Rekenmethode III, het Nieuw Nationaal Model (NNM). Zeezoutcorrectie In artikel 35, zesde lid, en bijlage 5 van de Rbl2007 is de hoogte van de aftrek voor fijnstof (PM 10 ) vastgelegd. De regeling staat een plaats afhankelijke aftrek voor de jaargemiddelde norm voor fijnstof (PM 10 ) toe. De aftrek varieert van 1 tot 5 microgram per kubieke meter (µg/m 3 ) en betreft het aandeel zeezout. 4.4 Toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium De Wet milieubeheer bevat het zogenaamde toepasbaarheidsbeginsel. Dit beginsel geeft aan op welke plaatsen de luchtkwaliteitseisen toegepast moeten worden. Op basis van artikel 5.19, tweede lid van de Wet milieubeheer vindt geen beoordeling van de luchtkwaliteit plaats op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft en waar geen bewoning is. Ook vindt geen beoordeling van de luchtkwaliteit plaats op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen. Dit omvat mede de (eigen) bedrijfswoning. Een uitzondering hierop zijn publiek toegankelijke plaatsen; deze worden wel beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde blootstellingscriterium een rol). Toetsing vindt plaats vanaf de grens van de inrichting of het bedrijfsterrein. Tot slot vindt geen beoordeling van de luchtkwaliteit plaats op de rijbaan van wegen en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang hebben tot de middenberm. 9

10 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal De Rbl2007 bevat het zogenaamde blootstellingscriterum. Dit beginsel geeft aan dat de luchtkwaliteit alleen wordt beoordeeld op plaatsen waar significante blootstelling van mensen plaatsvindt. In artikel 22, eerste lid sub a van de Rbl2007 is uitgewerkt dat dit een blootstelling betreft gedurende een periode, die in vergelijking met de middelingstijd van de grenswaarde (jaar, etmaal, uur) significant is. Op plaatsen waar geen sprake is van significante blootstelling wordt de luchtkwaliteit niet beoordeeld. De toelichting van de Rbl2007 geeft een nadere uitleg voor hetgeen verstaan kan worden onder blootgesteld gedurende een periode die in vergelijking met de middelingstijd van de grenswaarde significant is. De strekking daarvan is, dat de luchtkwaliteit op een verstandige manier wordt bepaald. Dat wil zeggen dat geen locatie specifieke waarde wordt bepaald, maar een waarde die representatief geacht kan worden voor de blootstelling ter plaatse. 10

11 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 5. Uitgangspunten 5.1 Algemeen De Wet milieubeheer geeft vier mogelijkheden om te toetsen. Vaak wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te kijken of een project al dan niet in betekenende mate bijdraagt. In dit onderzoek is ervoor gekozen om de bijdrage van de gehele inrichting in beeld te brengen. 5.2 Toetslocaties en grenswaarden Volgens de Wet milieubeheer hoeft de luchtkwaliteit niet op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen te worden beoordeeld. In dit onderzoek is vanwege de grootschaligheid van het industrieterrein gekozen om wel te toetsen in de nabijheid van de inrichting. Er zijn acht toetspunten op circa 250 meter van de inrichtingsgrens in het rekenmodel opgenomen. Deze toetspunten liggen in de haven of op bedrijfsterreinen van derden. Formeel vindt hier geen toetsing plaats, maar indien de waarden voldoen op de dichtbij gelegen toetspunten, zal deze ook op de omliggende plaatsen waar mensen worden blootgesteld buiten het industrieterrein voldoen. Deze methode wordt ook aanbevolen op Infomil 1. Daarnaast zijn ook enkele toetspunten bij woningen en fietspaden gelegd, zodat de invloed op woon- en leefgebieden inzichtelijk kan worden gemaakt. 5.3 Zichtjaren In voorliggend onderzoek worden de berekeningen uitgevoerd voor het jaar van vergunningverlening Op basis van de algemene trend dat sprake is van dalende achtergrondconcentraties wordt het jaar 2026 (vooruitblik naar de toekomst) niet beschouwd. Hiermee hangt samen dat de emissie van het bedrijf in de toekomst gelijk blijft of lager wordt vanwege voortschrijdende techniek en verscherpte regelgeving. 5.4 Stoffen Indien wordt voldaan aan de grenswaarden voor de stoffen PM 10 en NO 2, wordt ook voldaan aan de grenswaarden van andere stoffen uit de Wet milieubeheer. Uit algemene ervaring in Nederland is gebleken, dat de andere in de Wet milieubeheer genoemde componenten geen knelpunten veroorzaken. In jurisprudentie is deze motivering eerder als voldoende gewaarmerkt. Specifiek geldt voor zwaveldioxide dat in Nederland al sinds lange tijd geen sprake meer is van een overschrijding van de grenswaarden die voor zwaveldioxide van kracht zijn (zie bijvoorbeeld RIVMrapport "Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2012" uit 2013). Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zijn door emissiereducerende maatregelen de concentraties S0 2 sterk gedaald. De laatste jaren heeft deze daling zich doorgezet door de emissie-eisen die gelden voor (zee)scheepvaart. Per 1 januari 2015 geldt voor de Oostzee, Noordzee en het Engelse kanaal dat enkel brandstof met een zwavelpercentage van 0.1 % is toegestaan (dit was daarvoor 1%). Aangezien er geen sprake is van (dreigende) overschrijding van de grenswaarden in combinatie met de aangescherpte wetgeving is de emissie van S0 2 hierom niet kwantitatief beschouwd. 5.5 Emissies van bronnen Om de concentraties ter plaatse van de toetspunten nauwkeurig te bepalen, dienen alle relevante bronnen in de omgeving te worden beschouwd. In de achtergrondconcentraties zoals deze jaarlijks worden vastgesteld zijn alle bestaande bronnen opgenomen (zoals bedrijven, scheepvaart, lokale, provinciale en rijkswegen). De optredende concentraties luchtverontreinigende stoffen zijn gemiddeld in kilometervakken

12 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal Lokaal kunnen derhalve verschillen optreden vanwege de directe nabijheid van een emissiebron. In dit onderzoek wordt uitgegaan dat de achtergrondconcentraties een adequaat beeld geven van alle overige relevante bronnen voor de luchtkwaliteit. In bijlage 1 staat een overzicht van alle bronnen en de emissies. Binnen het luchtonderzoek zijn de volgende bronnen van de inrichting van belang: Rijbewegingen van wegvoertuigen: vrachtwagens, treinen, bestelwagens en personenwagens. Vaarbewegingen en afgemeerd zijn van schepen. Gebruik van industriële werktuigen. Gebruik van compressoren voor assemblagewerkzaamheden. Het effect van de mobiele bronnen wordt ook voor de directe omgeving berekend, om de volledige invloed van het bedrijf te bepalen. De mobiele bronnen zijn gemodelleerd tot het punt dat de relevante invloed op de emissie beperkt is. Voor de wegvoertuigen en treinen die de inrichting verlaten is dit tot aan de aansluiting op de Westpoortweg. Voor de schepen is dit 1,5 kilometer totdat deze vanaf de vertrekplaats op snelheid zijn, waarbij er gemiddeld 10 km/u wordt gevaren. Er is ook 3 kilometer voor de vervolgroute opgenomen met een gemiddelde snelheid van 20 km/u. De schepen verlaten de haven aan de noordzijde en varen vervolgens richting het westen naar de Noordzee. De rijbewegingen van de wegvoertuigen (vracht- bestel- en personenwagens) zijn als weg ingevoerd in het rekenmodel. De treinen, schepen en mobiele werktuigen zijn omgerekend en verdeeld in puntbronnen (schoorstenen). Voor de treinen is ook de emissie voor het stationair draaien berekend tijdens het loskoppelen. Voor de berekening van de emissie zijn dezelfde waarden als voor een rijdende trein gebruikt. Wanneer de treinen stationair draaien wordt niet het volledige vermogen van de motor gebruikt, waardoor hiervoor de worst-case situatie is berekend. De emissie van het stof dat vrijkomt bij het op- en overslaan van stuifklasse 5 (zoals balen papier) is berekend op basis van het aantal ton dat wordt op- en overgeslagen. De berekening van de stofemissie is een overschatting, omdat niet het volledige gewicht van het overslaan stof emitteert, omdat deze zijn samengeperst. De emissie is berekend op basis van stuifklasse 5, omdat de balen niet stuifgevoelig zijn. Overige goederen die worden overgeslagen, zoals huishoudelijk afval, emitteren geen stof, omdat deze volledig zijn ingepakt (gesealed). 5.6 Rekenmethodiek Rekenmethode De invloed van het plan op de luchtkwaliteit in de omgeving is bepaald met behulp van het computerprogramma Geomilieu V3.10, waarin STACKS+ versie en PreSRM versie zijn geïmplementeerd. Deze versie van Geomilieu bevat de achtergrondconcentraties zoals die in maart 2015 zijn gepubliceerd. STACKS+ beschrijft het transport en de verdunning van stoffen in de atmosfeer op basis van het Gaussisch Pluimmodel. De rekenmethoden zijn gebaseerd op de meest recente inzichten aangaande de meteorologische beschrijving van turbulentie, de atmosferische gelaagdheden en de wind in de atmosfeer, de zogenaamde grenslaag. De meteorologische gegevens in het NNM bestaan uit uurgemiddelde gegevens van onder meer windrichting, windsnelheid, zonne-instraling en temperatuur. 12

13 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal Meteorologische gegevens en achtergrondconcentraties Het rekenmodel ligt op rijksdriehoekscoördinaten. De gegevens over de heersende meteocondities worden verkregen op basis van dit punt. Dit punt ligt bij benadering in het midden van de inrichting. Uitgangspunt bij de berekeningen zijn de over lange termijn gemiddelde meteorologische condities (meerjarige meteorologie). Hiervoor is de voorgeschreven periode aangehouden. Dit wordt aanbevolen door Infomil in de Toelichting modellen luchtkwaliteit. De gehanteerde ruwheid is automatisch door het rekenpakket bepaald op basis van de laatste versie van PreSRM. De zeezoutcorrectie is niet toegepast in dit onderzoek. Verdeling bedrijfstijd over bronnen Voor een aantal voertuigen is rijdend materieel over meerdere bronnen verspreid. Dit om rekening te houden met het mobiele karakter van het materieel (ruimtelijke spreiding). In dit geval wordt de emissie verdeeld over de bronnen door de bedrijfsduur te verdelen over de bronnen. Het rekenmodel verdeelt de bedrijfsuren per bron willekeurig over uren in het jaar. Hierdoor kan het voorkomen dat twee puntbronnen, die ieder een deelbijdrage van één stuks materieel voorstellen, tegelijk emitteren. Binnen het verdelen over de uren over een jaar en het feit dat met tienjarige meteorologie wordt gerekend, levert dit een minieme foutmarge (in de orde van grootte van 0.01 µg/m 3 ) op. De foutmarge van het niet rekening houden met de ruimtelijke spreiding van een bron is echter groter. 13

14 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 6. Resultaten 6.1 NO 2 Stikstofdioxide In tabel 3 zijn de rekenresultaten voor jaargemiddelde NO 2 op een aantal relevante toetspunten weergegeven. De gedetailleerde rekenresultaten zijn weergegeven in bijlage 2. tabel 3: jaargemiddelde concentratie en planbijdrage NO 2 in µg/m 3 jaargemiddelde concentratie achtergrond concentratie # overschrijdingen uurgemiddelde toetspunt omschrijving 40 µg/m3 200 µg/m3 / m afstand m afstand m afstand m afstand woning Noordzeekanaalweg woningen Veldweg Kanaaldijk woningen rand Zaandam Amsterdamse golfclub Uit toetsing aan de grenswaarden voor NO 2 volgt dat geen sprake is van een overschrijding van de grenswaarden. 6.2 PM 10 Fijnstof In tabel 4 zijn de rekenresultaten voor het jaargemiddelde PM 10 op een aantal relevante toetspunten weergegeven. tabel 4: jaargemiddelde concentratie en planbijdrage PM 10 in µg/m 3 toetspunt omschrijving jaargemiddelde concentratie achtergrond concentratie # overschrijdingen uurgemiddelde 40 µg/m3 50 µg/m3 / m afstand m afstand m afstand m afstand woning Noordzeekanaalweg woningen Veldweg Kanaaldijk woningen rand Zaandam Amsterdamse golfclub Uit toetsing aan de grenswaarden voor PM 10 volgt dat geen sprake is van een overschrijding van de grenswaarden. 14

15 l:\doc\m\2015\063106\m r001-v6.docx Amsterdam Container Terminal 7. Conclusie In opdracht van Amsterdam Container Terminals (ACT) heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de omgeving van ACT aan Ruijgoordweg 100, in Amsterdam. De aanleiding van dit onderzoek is de revisievergunning voor het aanpassen van de bedrijfssituatie. Het gaat hierbij om de directe en indirecte invloed van het bedrijf op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het doel van het luchtkwaliteitsonderzoek is het berekenen en toetsen van de luchtverontreinigende stoffen afkomstig van de inrichting. Uit de rekenresultaten volgt dat voldaan wordt aan de grenswaarden voor de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Het aspect luchtkwaliteit vormt hierom naar verwachting geen belemmering voor de gewenste activiteiten. ir. E.A. (Edward) Vermaas DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. 15

16 Amsterdam Container Terminal Bijlage 1 Titel Invoergegevens rekenmodel

17 M R001 Versie Bijlage 1.1 Basisgegevens schepen (Deepsea) Projectlading stil Projectlading varend Container stil Container varend Stukgoed stil Stukgoed varend Roro stil Roro varend Totaal Deepsea varend Sleepboot Ponton aantal bezoeken/jaar Totale afmeertijd (uur/jaar) Tonnage/klasse Hoogte (m) Emissie Nox (varend: haven/buiten) (kg/h) (kg/km) / / / / / /0.846 Emissie Pm10 (varend: haven/buiten) (kg/h) (kg/km) / / / / / / vrachtwagens Projectlading Container Stukgoed Roro Roro intern van schip Totaal van en naar inrichting aantal vervoersbewegingen per etmaal Personenwagens Totaal inrichting Projectlading op terrein TD op terrein Bestelwagens Roro licht van schip aantal vervoersbewegingen per etmaal Treinen Projectlading Container Stukgoed Roro Totaal aantal bezoeken/jaar Lengte route intern (m) Lengte route buiten inrichting (m) Projectlading mobiele kraan Projectlading mobiele Projectlading mobiel kraan Container havenkraan Stukgoed havenkraan Kranen op kade kraan assemblage op vaartuig aantal motorvermogen (kw) Norm Nox (g/kwh) Norm Pm (g/kwh) emissieklasse (eventueel gemiddeld bouwjaar) IIIA IIIA IIIA IIIA IIIA totaal draaiuren/jaar hoogte uitlaat / horizontale of vertikale uitstroming Assemblage werkzaamheden Mobiele compressor aantal 3 motorvermogen (KW) 50 Norm Nox (g/kwh) 4.7 Norm Pm (g/kwh) 0.4 emissieklasse (eventueel gemiddeld bouwjaar) IIIA totaal draaiuren/jaar 2400 hoogte uitlaat / horizontale of vertikale uitstroming 1 Heftrck Projectlading Stukgoed aantal 3 5 motorvermogen (KW) Norm Nox (g/kwh) Norm Pm (g/kwh) emissieklasse (eventueel gemiddeld bouwjaar) IV IV totaal draaiuren/jaar hoogte uitlaat / horizontale of vertikale uitstroming Terminal trekkers Containers Stukgoed Roro aantal motorvermogen (KW) Norm Nox (g/kwh) Norm Pm (g/kwh) emissieklasse (eventueel gemiddeld bouwjaar) IV IV IV totaal draaiuren/jaar hoogte uitlaat / horizontale of vertikale uitstroming Reachstackers Containers aantal 8 motorvermogen (KW) 246 Norm Nox (g/kwh) 0.4 Norm Pm (g/kwh) emissieklasse (eventueel gemiddeld bouwjaar) IV totaal draaiuren/jaar hoogte uitlaat / horizontale of vertikale uitstroming 1.5

18 M R001 Bijlage 1.2 Uitwerking emissie-invoer diesellocomotief stationair draaien Aantal treinen per jaar 655 stuks Flux [m3/s] 0.1 Vermogen 900 KWh Temp [K] 343 Aantal bronnen in model 1 Emissie NOx (1 loc) 12 g/kwh Emissie PM10 (1 loc) 0.5 g/kwh Tijdsduur stationair per trein 0.17 uur Tijdsduur rijden totaal uur/jaar Tijdsduur per bron uur/jaar/bron Emissie NOx kg/s kg/jaar Emissie PM kg/s 49.2 kg/jaar Bron: UIC624/Exhaust emission tests for diesel traction engines diesellocomotief rijden op terrein Aantal treinen per jaar 655 stuks Flux [m3/s] 0.1 Vermogen 900 KWh Temp [K] 343 Lengte (enkele reis) 2.00 km per trein Snelheid 10 km/h Aantal bronnen in model 10 Emissie NOx (1 loc) 12 g/kwh Emissie PM10 (1 loc) 0.5 g/kwh Tijdsduur rijden per trein 0.40 uur Tijdsduur rijden totaal uur/jaar 26.2 uur per bron Emissie NOx kg/s kg/jaar Emissie PM kg/s kg/jaar Bron: UIC624/Exhaust emission tests for diesel traction engines diesellocomotief verkeersaantrekkende werking Aantal treinen per jaar 655 stuks Flux [m3/s] 0.1 Vermogen 900 KWh Temp [K] 343 Lengte (enkele reis) 2.00 km per trein Snelheid 20 km/h Aantal bronnen in model 10 Emissie NOx (1 loc) 12 g/kwh Emissie PM10 (1 loc) 0.5 g/kwh Tijdsduur rijden per trein 0.20 uur Tijdsduur rijden totaal uur/jaar 13.1 uur per bron Emissie NOx kg/s kg/jaar Emissie PM kg/s 59.0 kg/jaar Bron: UIC624/Exhaust emission tests for diesel traction engines Mobiele kraan projectlading Aantal uur actief 3600 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 240 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 terminal tractor tier 3 TAF-factor PM terminal tractor tier 3 emissie NOx 4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Mobiele kraan projectlading assemblage Aantal uur actief 4800 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 240 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 terminal tractor tier 3 TAF-factor PM terminal tractor tier 3 emissie NOx 4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Mobiele kraan projectlading op vaartuig Aantal uur actief 900 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 240 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 terminal tractor tier 3 L:\PRJ\M\2015\ Amsterdam Container Terminal\10 - Modellen\Luchtkwaliteit\Berekening emissie ACT versie 5.xls

19 M R001 Bijlage 1.2 Uitwerking emissie-invoer TAF-factor PM terminal tractor tier 3 emissie NOx 4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s 49.5 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Havenkraan container Aantal uur actief 1920 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 500 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 terminal tractor tier 3 TAF-factor PM terminal tractor tier 3 emissie NOx 4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Havenkraan stukgoed Aantal uur actief 2880 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 500 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 terminal tractor tier 3 TAF-factor PM terminal tractor tier 3 emissie NOx 4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Compressor assemblage werkzaamheden Aantal uur actief 2400 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 50 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1 Other general industrial equipment tier 2 TAF-factor PM10 1 other general industrial equipment tier 2 emissie NOx 4.7 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s 37.4 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Heftruck projectlading Aantal uur actief 7200 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 175 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron L:\PRJ\M\2015\ Amsterdam Container Terminal\10 - Modellen\Luchtkwaliteit\Berekening emissie ACT versie 5.xls

20 M R001 Bijlage 1.2 Uitwerking emissie-invoer emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s 36.1 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Heftruck stukgoed Aantal uur actief 5760 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 175 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s 28.9 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Terminal trekker roro Aantal uur actief 1440 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 129 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s 60.3 kg/jaar emissie PM kg/s 5.3 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Terminal trekker Containers Aantal uur actief 2400 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 129 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s 8.9 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Terminal trekker stukgoed Aantal uur actief 1440 uur Flux [m3/s] 0.1 motorvermogen 129 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s 60.3 kg/jaar emissie PM kg/s 5.3 kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Reachstacker containter Aantal uur actief uur Flux [m3/s] 0.1 L:\PRJ\M\2015\ Amsterdam Container Terminal\10 - Modellen\Luchtkwaliteit\Berekening emissie ACT versie 5.xls

21 M R001 Bijlage 1.2 Uitwerking emissie-invoer motorvermogen 246 kw Temp [K] 285 gemiddelde belasting motorvermo 78% t.o.v. totaal motorvermogen TAF-factor NOx 1.04 average High Load cycle tier 3 TAF-factor PM average High Load cycle tier 3 emissie NOx 0.4 g/kwh emissie PM g/kwh aantal bronnen in model uur per bron emissie NOx kg/s kg/jaar emissie PM kg/s kg/jaar Bron: TNO-034-UT _RPT-ML Emissiemodel Mobiele Machines Bron: EPA420-P Exhaust and crankcase emission factors for nonroad engine modelling - compression/ignition Bron: norm voor nonroad diesel engines Deepsea varen in haven afstand enkele beweging 1.6 km Flux [m3/s] 0.1 gemiddeld tonnage GT Temp [K] 285 snelheid 10.0 km/uur Warmte-outpu 2.87 aantal schepen per jaar 1060 schepen/jaar aantal bronnen in model 8 uur per bron 42.4 Emissie NOx Emissie PM kg/km kg/km Emissie NOx kg/s 9837 kg/jaar Emissie PM kg/s 231 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Deepsea varen buiten haven afstand enkele beweging 3 km Flux [m3/s] 0.1 gemiddeld tonnage GT Temp [K] 285 snelheid 20.2 km/uur Warmte-outpu 4.03 aantal schepen per jaar 1060 schepen/jaar aantal bronnen in model 8 uur per bron 39.4 Emissie NOx Emissie PM kg/km kg/km Emissie NOx kg/s kg/jaar Emissie PM kg/s 448 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Deepsea aangemeerd projectlading Aantal uur actief 800 Flux [m3/s] 0.1 Temp [K] 285 Warmte-outpu 0.29 aantal bronnen in model 1 uur per bron Emissie NOx kg/s 2282 kg/jaar Emissie PM kg/s 62 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Deepsea aangemeerd container Aantal uur actief 4800 Flux [m3/s] 0.1 Temp [K] 285 Warmte-outpu 0.29 aantal bronnen in model 1 uur per bron Emissie NOx kg/s kg/jaar Emissie PM kg/s 369 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Deepsea aangemeerd stukgoed Aantal uur actief 2880 Flux [m3/s] 0.1 Temp [K] 285 Warmte-outpu 0.29 aantal bronnen in model 1 uur per bron Emissie NOx kg/s 8214 kg/jaar Emissie PM kg/s 222 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Deepsea aangemeerd Roro Aantal uur actief 1440 Flux [m3/s] 0.1 L:\PRJ\M\2015\ Amsterdam Container Terminal\10 - Modellen\Luchtkwaliteit\Berekening emissie ACT versie 5.xls

22 M R001 Bijlage 1.2 Uitwerking emissie-invoer Temp [K] 285 Warmte-outpu 0.29 aantal bronnen in model 1 uur per bron Emissie NOx kg/s 4107 kg/jaar Emissie PM kg/s 111 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Sleepboot varen in haven afstand enkele beweging 1.6 km Flux [m3/s] 0.1 gemiddeld tonnage GT Temp [K] 285 snelheid 10.0 km/uur Warmte-outpu 0.47 aantal schepen per jaar 75 schepen/jaar aantal bronnen in model 8 uur per bron 3.0 Emissie NOx Emissie PM kg/km kg/km Emissie NOx kg/s 180 kg/jaar Emissie PM kg/s 3 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Sleepboot varen buiten haven afstand enkele beweging 3 km Flux [m3/s] 0.1 gemiddeld tonnage GT Temp [K] 285 snelheid 20.2 km/uur Warmte-outpu 0.64 aantal schepen per jaar 75 schepen/jaar aantal bronnen in model 8 uur per bron 2.8 Emissie NOx Emissie PM kg/km kg/km Emissie NOx kg/s 381 kg/jaar Emissie PM kg/s 10 kg/jaar Bron: TNO (2013), Kentallen zeeschepen ten behoeve van emissie- en verspreidingsberekeningen in AERIUS, 13 augustus 2013 Stof ton/jaar (overslag of gemiddelde opslag) emissiefactor kg/jaar PM10 (kg/ton) uur/jaar kg/s Overslag stofklasse S5 125, E-06 Opslag stofklasse S E-06 Bron: VITO (2011), Opstellen van een theoretisch rekenmodel op basis van de literatuur voor de inschatting van niet-geleide TSP, PM10 emissies door bedrijven werkend met stuifgevoelige producten L:\PRJ\M\2015\ Amsterdam Container Terminal\10 - Modellen\Luchtkwaliteit\Berekening emissie ACT versie 5.xls

23 Schoorsteen Weg Toetspunt Gebouw Hulplijn Hulpvlak Ref.jaar: m 1000 m schaal = 1 : M R Luchtkwaliteit - STACKS, [Onderzoek luchtkwaliteit versie 5 - Luchtkwaliteit], Geomilieu V Figuur bronnen 1 Bijlage 1.3

24 M R001 Bijlage 1.4 Figuur bronnen 2 Schoorsteen Weg Toetspunt Gebouw Hulplijn Hulpvlak 014 Ref.jaar: m 400 m 001 schaal = 1 : Luchtkwaliteit - STACKS, [Onderzoek luchtkwaliteit versie 5 - Luchtkwaliteit], Geomilieu V3.10

25 M R001 Bijlage 1.5 Lijst wegen Model: Luchtkwaliteit Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS ItemID Naam Omschr. Lengte Type Wegtype V Breedte Flux Gas temp Warmte Fboom Totaal aantal Int.diam. Ext.diam. Hweg Vrachtwagens projectlading Verdeling Normaal Vrachtwagens containers Verdeling Normaal Vrachtwagens stukgoedoverslag Verdeling Normaal Vrachtwagens Roro Verdeling Normaal Zware voertuigen vanaf boot Roro Verdeling Normaal Lichte voertuigen vanaf boot Roro Verdeling Normaal Personenwagens verkeersaantrekkende werking Verdeling Normaal Vrachtwagens verkeersaantrekkende werking Verdeling Normaal Personenwagens binnen de inrichting Verdeling Normaal Bestelwagens vervoer kraanmachinisten Verdeling Normaal Personenwagens naar projectlading Verdeling Normaal Personenwagens TD Verdeling Normaal Geomilieu V :49:04

26 M R001 Bijlage 1.5 Lijst wegen Model: Luchtkwaliteit Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS ItemID Can. H(L) Can. H(R) Can. br Vent.F MZ Groep %Int(D) %Int(A) %Int(N) %LV(D) %LV(A) %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) %Bus(D) False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Roro False Roro False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein False Mobiele bronnen hele terrein Geomilieu V :49:04

27 M R001 Bijlage 1.5 Lijst wegen Model: Luchtkwaliteit Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS ItemID %Bus(A) %Bus(N) Geomilieu V :49:04

28 M R001 Bijlage 1.6 Lijst puntbronnen (schoorstenen) Model: Luchtkwaliteit Groep: (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Naam Omschr. Rel.H Int.diam. Ext.diam. Emis NOx Emis PM10 Warmte Bedr. uren ItemID Grp.ID Groep Flux Gas temp 018 Opslag balen papier Stukgoed Overslag balen papier Stukgoed Trein stationair inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein binnen inrichting Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Trein verkeersaantrekkende werking Mobiele bronnen hele terrein Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading Projectlading Mobiele kraan projectlading assemblage Projectlading Mobiele kraan projectlading assemblage Projectlading Mobiele kraan projectlading op vaartuig Projectlading Havenkraan container Containers Havenkraan container Containers Havenkraan stukgoed Stukgoed Havenkraan stukgoed Stukgoed Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Heftruck projectlading Projectlading Geomilieu V :01:36