Doe mee aan. De Nationale Voorleesdagen. De Prentenboek TopTien. Klein Geitje kan alles. De kleine walvis. Kleine blauwe truck. Berre is bijna jarig

Transcriptie

1 Doe mee aan De Nationale Voorleesdagen De Nationale Voorleesdagen is een landelijke campagne die het voorlezen stimuleert aan kinderen die zelf nog niet kunnen lezen of net het lezen hebben geleerd. Aan voorlees- en prentenboeken geven basisscholen, bibliotheken, boekwinkels, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen extra aandacht. Hierbij staan het Prentenboek van het Jaar De kleine walvis en de Prentenboek TopTien centraal. De boeken van de Prentenboek TopTien zijn zeer gevarieerd in niveau, thema en sfeer. Ze nodigen uit tot spel, beweging en creativiteit. Voor ieder kind en voor iedere klas is er een passend boek en een passende les. Waarom is voorlezen zo belangrijk? Voorlezen bevordert het leesplezier Breidt de woordenschat uit Draagt bij aan een goede taalontwikkeling Dagelijks voorlezen vormt een goede basis voor het latere lezen. Daarom is voorlezen een dagelijks ritueel op de basisschool. De lessen in deze map sluiten aan bij de kerndoelen (SLO). U kunt alle kerndoelen op de website voor scholen downloaden. Daar vindt u ook alle lessen, werkbladen en extra s. De Prentenboek TopTien De kleine walvis Benji Davies Boy woont met zijn vader en zes katten in een klein vissershuisje. Na een stormachtige nacht vindt hij een jonge walvis op het strand. Dat is het begin van een bijzondere vriendschap. Berre is bijna jarig Annemie Berebrouckx Berre is morgen jarig. Fleur wil hem verrassen met een feest. Dat is veel werk. Ze moet uitnodigingen maken, taart bestellen bij de bakker, het huis versieren. En natuurlijk wil Fleur een cadeau voor Berre kopen. Maar ze heeft het zo druk, dat ze net dat vergeet. Buurman Brombeer Ciara Flood Beer woont alleen, ver van de bewoonde wereld en dat bevalt hem uitstekend. Hij is dan ook absoluut niet blij als hij buren krijgt! Hé, wie zit er op de wc? Harmen van Straaten Beer moet heel nodig. Hij loopt naar de wc. Maar de deur is op slot. Wat moet hij daar nu mee? Hé, wie zit daar op de wc? Raad je mee? Het boek zonder tekeningen B.J. Novak Dacht je dat een boek saai is als er geen tekeningen in staan? Dan heb je het mis. Want dit boek met niets dan woorden is niet saai. Vraag maar of iemand dit voorleest. Pas op: elk woord moet hardop voorgelezen worden. Ook een woord als blork of blurf. Zelfs als er staat: Ik ben een aap. Wie dit boek voorleest, wordt op slag een komiek. wilt u nog boeken van de Prentenboek TopTien bestellen? ga gauw naar de boekhandel! Klein Geitje kan alles Yvonne Jagtenberg Klein Geitje is het kleinste geitje van allemaal. Maar dat maakt niets uit, want Klein Geitje kan alles al. Klimmen, bijten, blèren, eten. Een kleine geit in de grote wereld. Kleine blauwe truck Alice Schertle en Jill McElmurry Kleine blauwe truck is de vriendelijkste wagen van de boerderij. Hij is bevriend met alle dieren en staat altijd voor iedereen klaar. Zélfs de knorrige kiepwagen, die altijd hard langs hem heen rijdt, helpt hij uit de brand. Of eigenlijk: uit de modder. Maar dan komt Kleine blauwe truck zelf vast te zitten... Gelukkig heeft hij een hoop vrienden die hem graag een duwtje komen geven! Kom uit die kraan!! Tjibbe Veltkamp en Alice Hoogstad Kinderen mogen niet op de bouw komen, dat weet Bart best. Op een dag kruipt hij toch onder het hek door en bestuurt de wals, de cementwagen en de hijskraan. Waarom doet hij dat? Lente, zomer, herfst, winter Patricia Hegarty en Britta Teckentrup Een tijdloos verhaal over een nieuw begin. Kijk door de gaatjes in de boom en zie wat de natuur allemaal doet in de vier jaargetijden met regen, zonneschijn, wind en sneeuw. Elk seizoen wordt tot leven gebracht door de prachtige illustraties van Britta Teckentrup. Van wie is die hoed? Joukje Akveld en Thé Tjong-Khing Links een hoge hoed, rechts vier figuurtjes: een sporter, een vrouw in een strandjurk, een sneeuwman en Sinterklaas. Van wie is die hoed? Als de keuze is gemaakt, volgt een prachtige tekening: natuurlijk is het de sneeuwman met zijn hoge hoed!

2 Interactief voorlezen Leesplezier staat centraal! Een boek interactief voorlezen betekent de kinderen bij het verhaal betrekken en ze tijdens het voorlezen de ruimte geven om spontaan te reageren. Het werkt het beste om een boek meerdere keren en op verschillende momenten voor te lezen. Hierdoor denken ze steeds beter na over het verhaal. Kleuters houden van herhaling en doordat ze weten wat er komt, kunnen ze makkelijker meedoen en reageren. Tips bij interactief voorlezen Voorbereiding: Lees het boek eerst zelf. Zoek leuk materiaal dat bij het boek past: bijvoorbeeld speelgoeddieren bij Kleine blauwe truck (paard, eend, schaap, geit, varken, pad) en een rol wc-papier bij Hé, wie zit er op de wc? Introductie van het boek: Zorg dat de kinderen u en het boek goed kunnen zien. Laat de voorkant van het boek zien: Welke dieren zie je? Waar zou het boek over gaan? Lees ook de titel voor. Praat even over de verwachtingen en laat ze reageren op wat ze zien. Ook op het materiaal dat u erbij gezocht heeft. Voorlezen: Lees de tekst rustig voor en neem de tijd. Geef kinderen tussendoor de ruimte om te vertellen en te reageren. Leg moeilijke woorden uit, gebruik daarbij een gebaar. Denk aan passende mimiek. Lees meerdere keren hetzelfde boek voor. 15 minuten lezen per dag Veel scholen doen het al, maar nog lang niet iedereen: 15 minuten (voor)lezen per dag. Juist de dagelijkse herhaling levert het meeste op. Kinderen krijgen een beter concentratievermogen een betere leesvaardigheid en hogere cijfers Als u ze voorleest doen de kinderen kennis op en daarmee vergroot u hun wereld. Grijp daarom De Nationale Voorleesdagen aan om het 15 minuten lezen uit te proberen. Het wordt het leukste kwartiertje van de week. Voor uw leerlingen én voor u. Voor meer informatie zie lees15minutenperdag.nl Voorleesontbijt Op woensdag 25 januari beginnen De Nationale Voorleesdagen met Het Nationale Voorleesontbijt. Een klein feestje als aftrap van een grootse campagne. Misschien kent u zelf wel een geschikte kandidaat-voorlezer. De burgemeester? Een beroemde buurtgenoot? De bakker? U kunt natuurlijk ook de ouders uitnodigen voor dit speciale moment; het is een laagdrempelige manier om ze bij het voorlezen te betrekken. Maak er een fijne start van een week vol voorlezen van! Meer tips en informatie over voorlezen vindt u hier: nationalevoorleesdagen.nl/lessen p.s. meld uw activiteit aan op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Colofon Een uitgave van: Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek Herengracht BP Amsterdam Postbus EN Amsterdam Coördinatie, productie en redactie: Stichting CPNB, Amsterdam Doorjanssen / Michal Janssen, Den Bosch Tekst: Anders Educatief / Dianne Manders, Lent Ontwerp lessen en illustraties werkbladen: Oirik, Apeldoorn Project van: Organisatie:

3 Boy woont met zijn vader en zes katten in een klein vissershuisje. Na een stormachtige nacht vindt hij een jonge walvis op het strand. Dat is het begin van een bijzondere vriendschap... Walvissenmuziek Hoe klinkt dat eigenlijk, watermuziek? En hoe klinken walvissen? Kunnen uw peuters net als Boy zulke muziek maken? Handig voor als ze een keer een walvis vinden op het strand! Grote kring: voorlezen, praten over het boek, watermuziek maken Nodig: muziekinstrumenten en voorwerpen om muziek mee te maken Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Vraag: Waar is dit? Wat is er met de walvis gebeurd, denk je? Laat de peuters voorspellen hoe het verder zal gaan. Wat moet er met de walvis gebeuren? Wat gaat het jongetje doen denk je? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Gebruik daarbij het vingerpoppetje van de walvis. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Waar zijn de 6 katten? De vader van Boy gaat de hele dag weg. Hoe voelt Boy zich denk je? Ben jij wel eens alleen thuis? Wat doet Boy met de aangespoelde walvis? Wat zou jij doen? Waarom moet de walvis terug naar zee? Hoe voelt Boy zich dan? Had jij ook wel eens moeite met afscheid nemen? Wanneer was dat? Is Boy op het einde nog alleen? En de walvis? Waaraan zie je dat? Thema s: vriendschap strand alleen zijn Vraag: Wat voor geluid maakt een walvis? Bekijk samen het filmpje. Walvissen fluiten, rollen en maken piepende geluiden. Ook slaan ze met hun staarten op het water en spuiten ze water. Laat de peuters de geluiden nadoen. Walvisbordje Zelfstandig werken: knutselen Laat de peuters een papieren bordje blauw verven. Knip als de bordjes droog zijn de onderkant ervan af. Knip uit blauw papier spuitend water uit en een stuk papier om de staart vast te maken. Maak het water en de staart aan het bordje vast. Plak een oogje op het bordje en teken er een mond op. Vissen vangen Zelfstandig werken: themahoek Zorg voor stokken met magneetjes aan een touw en een zee walvis opblaasbadje vol dingen met magneetjes eraan, zoals allerlei vissen, een kikker, munten, een oude schoen. Zet kampeerstoeltjes bij het badje en leg er gele regenmutsen bij. De peuters vissen in het badje. Werkblad Praat met de peuters over zeedieren. Laat verschillende dieren zien op het digibord. Vraag: Welk dier zou jij willen vinden en mee naar huis nemen? De peuters tekenen zichzelf en een dier op het lege strand. Na het voorlezen Bekijk de bladzijde waarop Boy de walvis in bad stopt nog eens. Hij laat de walvis watermuziek en geluiden van de zee horen zodat hij zich thuis voelt. Laat de watermuziek van Händel horen. Deel instrumenten en voorwerpen uit. Vraag: Welk geluid past bij de zee? Laat de peuters om de beurt improviseren. Peuters die geen instrument of voorwerp hebben, maken zelf geluid. Hoe klinkt een rustige zee? En een wilde, stormachtige zee? Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Filmpjes: Watermuziek (Händel), Walvisgeluiden Stappenplan Walvisbordje Werkblad Leeg strand en Praatplaat met filmpjes over zeedieren Tips om verder te lezen De kleine walvis Auteur: Benji Davies Illustraties: Benji Davies Uitgeverij: Luitingh-Sijthoff ISBN: (met vingerpop) Voorlezen. Elke dag een feest!

4 De kleine walvis Welk dier is er aangespoeld uit de zee? Benji Davies Luitingh-Sijthoff Teken dat dier. Teken ook jezelf

5 Een tijdloos verhaal over een nieuw begin. Kijk door de gaatjes in de boom en zie wat de natuur allemaal doet in de vier jaargetijden met regen, zonneschijn, wind en sneeuw. Elk seizoen wordt tot leven gebracht door de prachtige illustraties van Britta Teckentrup. Thema s: seizoenen dieren weer kleuren tellen Steeds anders Ieder jaargetijde is anders. De uil in de boom maakt ze allemaal mee. Wat ziet hij allemaal? En wat zou hij horen, voelen en ruiken? Ontdek het samen met de kinderen. Grote kring: praten over het boek, bedenken wat je ziet, voelt, hoort en ruikt in de vier seizoenen Nodig: foto s van een boom in de 4 seizoenen (zie nationalevoorleesdagen.nl/lessen) Introductie van het boek Lees de titel van het boek voor en bekijk de voorkant. Vraag: Wie zit er in het gat in de boom? Bekijk ook de achterkant. Wat gebeurt er met een boom in de herfst? Hoe ziet een boom eruit in de winter? En in de lente? In de zomer? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Hoe ziet de boom er hier uit? Welke kleuren heeft hij? Welk dier komt erbij? En later: Welke dier is weer weg? Is het hier lente, zomer, herfst of winter? Waaraan zie je dat? Kijk naar de gaten in de boom. Wat is er veranderd? Wat voor weer is het hier? Hoe weet je dat? Lees het boek nog eens voor. Geef iedere peuter (of een groepje) iets om op te letten. Jij let op de boom, jij let op de uil, de spin, etc. Stel vragen over wat er gebeurt en wat er verandert. Na het voorlezen Laat een foto van een boom zien in het huidige seizoen. Vraag: Wanneer is dit? Wat zie je in de [noem het seizoen]? De peuters noemen om de beurt iets op. Doe eenzelfde ronde met horen, voelen en ruiken. Laat de foto s zien van de boom in de andere seizoenen. Doe bij iedere boom een vergelijkbare taalronde. Doe eens na Kleine kring: drama Kies een pagina uit het boek. Vertel: We gaan nadoen wat we zien en wat er gebeurt. Bijvoorbeeld: Hoe staat de boom? Doe dat eens na. Kunnen jullie dwarrelende sneeuw nadoen? Doe de uil na. En bij de volgende pagina: Wat doen de jonge beertjes? Speel dat je een vosje bent. Wat doet het vosje? En doe eens alsof je een spinnetje bent. Laat de peuters zoveel mogelijk dingen uit het boek uitbeelden. Vier seizoenen-takken Zelfstandig werken: schilderen Geef groepjes peuters een kale tak en verf die past bij een seizoen: lichtgroen, roze en wit voor de lente; lichtgroen, donkergroen en geel voor de zomer; geel, oranje bruin en rood voor de herfst; en wit voor de winter. De peuters verven hun tak in de kleuren van het seizoen. Hang de takken op. Werkblad Laat de peuters met hun vingers blaadjes aan iedere boom stempelen in de kleuren van een ander seizoen. Op de winterboom maken ze sneeuw. Gebruik per seizoen dezelfde kleuren die bij vier seizoenen-takken zijn gebruikt. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Powerpoint Boom in vier seizoenen Werkblad Blaadjes stempelen Tips om verder te lezen Tip: Maak een grote doorkijkboom met een gat en laat per seizoen de bijbehorende jarige peuters erdoorheen kijken. Of gebruik knuffels. Lente, zomer, herfst, winter Auteur: Patricia Hegarty Illustraties: Britta Teckentrup Uitgeverij: Veltman Uitgevers ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

6 Lente, zomer, herfst, winter Patricia Hegarty en Britta Teckentrup Veltman Uitgevers Maak blaadjes aan de kale bomen. Gebruik kleuren die bij het seizoen passen. Op de winterboom maak je sneeuw.

7 Beer moet heel nodig. Hij loopt naar de wc. Maar de deur is op slot. Wat moet hij daar nu mee? Hé, wie zit daar op de wc? Raad je mee? Thema s: dieren wachten wc-bezoek Op slot Soms zit een wc-deur op slot. En wat dan? Wanneer doe je eigenlijk iets op slot? En waarom? Er zijn allerlei soorten sloten. Hoe maak je die open? Grote kring: praten over het boek en de thema s, sloten openmaken Nodig: verschillende sloten (kleine en grote) met de bijbehorende sleutels/codes, afhankelijk van de groepssamenstelling: plastic babysleutels. Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Vraag: Welke dieren staan er bij de deur te wachten? Lees de titel voor. Vertel: De wc-deur zit op slot. Wie zou er op de wc zitten? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Wie zit er op de wc? Raad je mee? Laat de peuters af en toe raden. Welk dier wil het eerste naar de wc? En welk dier daarna? Wat zegt Aap? En wat vinden de dieren daarvan? Wat doen de verschillende dieren om hun plas op te houden? Doe jij dat ook wel eens? Hoe ziet dat er uit? Hoe voelen de dieren zich als ze horen doorspoelen? Wat zat het jongetje te doen op de wc? Wat doen de dieren op de laatste bladzijde? Na het voorlezen Praat samen verder over wc-bezoek. Ga jij al naar de wc? Laat je de deur dan open? En je vader of moeder? Laten die de deur open? Een wc-deur kan op slot. Wat kun je nog meer op slot doen? Wijs de peuters op de sleutels in de kring. Wat zijn de verschillen? En wat de overeenkomsten? Pak de sloten erbij. Geef enkele peuters een sleutel. Laat ze om de beurt proberen op welk slot hij past. Ga door tot alle sloten open zijn. Wc-race Groepsles: drama, bewegen Laat de kinderen de dieren nadoen: Doe een olifant na die naar de wc moet. En een giraf die naar de wc moet... Houd daarna een wc-race. Leg hoepels neer, dat zijn de wc s. Maak allerlei hindernissen waar de kinderen op, over of onderdoor moeten. Neem met een stopwatch de tijd op. Wie zit er het eerst op de wc? Drollententoonstelling Zelfstandig werken: kleien Online vindt u van alle dieren foto s van hoe hun poep er in het echt uit ziet. Hoe zien de drollen eruit? Past de poep bij dat dier of had je iets anders verwacht? Met het extra werkblad kunnen kinderen aangeven welke drollen bij welke dieren horen. Klei met de kinderen allerlei soorten dierendrollen. Doe dat aan de hand van de plaatjes of laat ze zelf verzinnen wat het beste bij welk dier past. Maak er een echte poeptentoonstelling van, met bordjes bij de soorten poep of vrolijke vlaggetjes erin. Werkblad Wie zit er op de wc? Een dier, een mens, of iets anders? De peuters tekenen wie of wat er op de wc zit. Schrijf erbij wie of wat het is. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Werkblad Wie of wat zit er op de wc? Powerpoint en Werkblad Dieren en hun drollen Tips om verder te lezen Hé, wie zit er op de wc? Auteur: Harmen van Straaten Illustraties: Harmen van Straaten Uitgeverij: Leopold ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

8 Hé, wie zit er op de wc? Harmen van Straaten Leopold

9 Vierde verhaal in de reeks over Berre de beer en Fleur de eend. Berre is morgen jarig. Fleur wil hem verrassen met een feest. Dat is veel werk. Ze moet uitnodigingen maken, taart bestellen bij de bakker, het huis versieren. En natuurlijk wil Fleur een cadeau voor Berre kopen. Maar ze heeft het zo druk, dat ze net dat vergeet. Thema s: verjaardag vriendschap Wat geef jij? Als iemand jarig is, geef je een cadeau. Maar lukt dat wel altijd? En wat geef je dan? Kunnen uw peuters een cadeau bedenken? Grote kring: praten over het boek, een lijst met cadeaus bedenken Nodig: verjaardagsspullen (ballonnen, kroon, klein cadeautje, papieren slinger, uitnodiging, kaarsjes, bloem, neptaartje, etc.) in een voeldoos of onder een kleed Introductie van het boek Bekijk samen de vrolijk versierde schutbladen. Wat hoort er allemaal bij een verjaardag? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Kun je iets noemen wat Fleur moet doen voor de verjaardag van Berre? Wat moet ze nog meer doen? (Pak eventueel de voorwerpen uit de voeldoos erbij.) Fleur maakt uitnodigingen. Heb jij ook wel eens een uitnodiging gekregen? Van wie? Wat voor cadeau heeft Louis voor Berre? En Otto? En Anna? En Mo? Wat eten jullie op een verjaardag? Wat doet Fleur allemaal nadat Berre naar bed is? (Bekijk samen wat er te zien is.) Wat is het mooiste cadeau dat Berre gekregen heeft? Na het voorlezen Bekijk samen de lijst achterin het boek met dingen die je cadeau kunt geven. Vraag: Wie heeft ook wel eens een cadeau gegeven? Wat heb je toen cadeau gegeven? Laat de kinderen om de beurt een cadeau opnoemen. Geef enkele peuters de kans om uitgebreider te vertellen of vragen te stellen. Vraag dan: Aan wie kun je een cadeau geven? Kies een persoon uit, bijvoorbeeld: mama. Wat zou je aan mama cadeau kunnen geven? Laat elk kind kort iets noemen. Doe hetzelfde met enkele andere personen, bijvoorbeeld papa, opa, oma, broer, zus, vriend, vriendinnetje. Geeflijstje Zelfstandig werken: tekenen De kinderen kiezen een persoon uit aan wie ze cadeaus willen geven. Dat kan een van de personen zijn die in de kring is genoemd. Ze tekenen die persoon op papier. Bij de persoon tekenen (en/of plakken) ze een geeflijstje met cadeaus die ze aan hem of haar willen geven. Verjaardagsliedjes Grote kring: zingen en dansen Bekijk samen nog eens de bladzijde waarop Berre aan het dansen is. Vertel: Op een verjaardag zing je vaak liedjes en soms ga je dansen. Wie kent er een verjaardagsliedje? Laat de peuters om de beurt een liedje noemen. U kunt ook liedjes laten horen op het digibord. Zing met de helft van de peuters een verjaardagsliedje. De andere helft mag samen in de kring dansen. Wissel daarna om. Doe dit met meerdere liedjes. Werkblad De peuters versieren de hartjes, bloemen en rondjes op het werkblad door ze in te kleuren, te verven of te beplakken. Knip alle figuren uit en maak er slingers van door ze op een draad te plakken. Versier samen de klas. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Verjaardagsliedjes Werkblad en Stappenplan Slingers maken Werkblad Geeflijstje Tips om verder te lezen Berre is bijna jarig Auteur: Annemie Berebrouckx Illustraties: Annemie Berebrouckx Uitgeverij: De Eenhoorn ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

10 Versier de figuren. Maak er een mooie slinger van. Berre is bijna jarig Annemie Berebrouckx De Eenhoorn

11 Beer woont alleen, ver van de bewoonde wereld en dat bevalt hem uitstekend. Hij is dan ook absoluut niet blij als hij buren krijgt! Een overtuigend prentenboekdebuut van Ciara Flood. Thema s: vriendschap buren alleen zijn Burenbezoek Kennen de kinderen hun buren? Zijn ze aardig? Doen ze dingen samen of zien ze de buren nooit? Hoe word je vrienden met de buren? De stoorkonijnen bedenken een slimme manier. Grote kring: praten over het boek, praten over buren, een mand vullen Nodig: een mand, voorwerpen om erin te doen: etenswaren, spelletjes, boeken, tekeningen van de kinderen, bloemen, kaarsjes, etc. Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Lees de titel voor. Vraag: Wat is een brombeer? Is een brombeer aardig denk je? Wat doet de beer? Bekijk ook de achterkant. Wat proberen de konijnen te doen? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de kinderen de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Hoe vindt Beer het om alleen te wonen? Wat ziet hij als hij door de verrekijker kijkt? Waarom noemt Beer de konijnen stoorkonijnen? Waaraan kun je zien dat Beer boos is? Wat zou jij proberen om Beer weer blij te maken? Hoe proberen de konijnen vrienden te worden? Wat vind je van dat idee? Wat doen Beer en de konijnen samen? Wat is er anders aan het schilderij op de laatste bladzijde? Na het voorlezen Praat samen verder over buren. Wie wonen er naast jou? Ga je er wel eens op bezoek? Doe je dingen samen? Wat doe je dan? Bekijk de bladzijde met de mand met cadeaus voor de beer nog eens. Vertel: Je gaat op bezoek bij de buren. Wat zou jij in een mand doen? Vul samen de mand met spulletjes. Laat de kinderen kiezen uit de voorwerpen die u heeft klaargelegd. Ze mogen ook andere dingen uit de klas nemen. Denk aan iets te eten, een leuk boek, een mooie tekening of een spelletje. Doe een briefje aan de mand: Voor de buren. Zet de mand op een centrale plek in de klas. Post voor de buren Zelfstandig werken: tekenen en schrijven Bekijk samen de brief aan Meneer Beer nog eens. Wat staat er allemaal in? De kinderen maken zelf een brief. Ze tekenen op een vel papier de spullen uit de mand die in de klas staat. Help ze met de tekst, waarin wordt geschreven wat je met de spullen kunt doen. Sommige woorden kunnen ze misschien zelf al schrijven of stempelen. Schrijf de rest voor ze op. Stop de brieven in enveloppen. Beer aan de muur Zelfstandig werken: borduren Teken op borduurkarton de brombeer na van het voorbeeld (sjabloon). Geef de kinderen naald en draad en laat ze de beer borduren. Maak van repen papier lijstjes om de schilderijtjes en hang ze op. Werkblad Leg uit hoe je een deurhanger gebruikt: je ziet erop of je naar binnen mag, of juist buiten moet blijven. De kinderen versieren de twee kanten van de deurhanger op het werkblad. Knip of prik de hangers uit, vouw ze om en plak ze dicht. De kinderen kunnen hun hanger thuis aan de deur van hun kamer hangen. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Werkblad Deurhanger Borduursjabloon van Brombeer Tips om verder te lezen Buurman Brombeer Auteur: Ciara Flood Illustraties: Ciara Flood Uitgeverij: De Fontein ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

12 Buurman Brombeer Ciara Flood De Fontein Versier de deurhanger. Knip de hanger uit. Vouw hem over de middellijn. Plak de hanger daarna dicht. Hang hem thuis aan je deur. Kies uit: welkom, of: ga weg!

13 Dacht je dat een boek saai is als er geen tekeningen in staan? Dan heb je het mis. Want dit boek met niets dan woorden is NIET saai. Vraag maar of iemand dit voorleest. Pas op: elk woord moet hardop voorgelezen worden. Ook een woord als BLORK of BLURF. Zelfs als er staat: Ik ben een aap. Wie dit boek voorleest, wordt op slag een KOMIEK. Je publiek komt niet meer bij van het lachen. Je bent dus gewaarschuwd! BLORK en BLUURF Een boek zonder tekeningen? Dat is toch saai? Of toch niet? Soms zijn woorden die je luidop voorleest erg grappig. Probeer het maar uit! Grote kring: praten over het boek, zelf onzinwoorden maken Nodig: een groot vel papier, gekleurde stiften, grote 3D-letters Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Lees de titel voor. Vertel: In dit boek staan alleen maar woorden. Is het een leuk boek, denk je? Willen jullie uit dit boek voorgelezen worden? Het lijkt saai, maar misschien hebben we het mis. Zullen we toch eens kijken? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Oefen dit vooraf een paar keer, want dit boek vraagt goed gebruik van stem en emotie en goede timing. Er staat een voorbeeldfilmpje online. Laat tijdens het lezen stiltes vallen en geef de kinderen de ruimte om te reageren. Stel vragen na het lezen. Mogelijke vragen zijn: Hoe zien de letters eruit? Kijk samen naar de grootte, vorm en kleur. Laat de peuters benoemen wat ze zien. Waardoor moest je heel hard lachen? Wat vind je het leukste woord uit het boek? Thema s: voorlezen boeken stoute dingen zeggen grapjes onzinwoorden BLuuRF. Dit is een blork Grote kring: uitbeelden, geluiden maken Kies een woord uit het boek, bijvoorbeeld BLORK. Vertel: Blork betekent niks. Maar kunnen we het toch uitbeelden? Zeg eens Blork. Wat voor gezicht trek je erbij? En welke beweging past erbij? Laat de peuters allemaal tegelijk het geluid blork maken en de beweging erbij doen. Maak daar een foto van. Vertel: Nu hebben we een plaatje voor in het boek! We gaan nog meer plaatjes maken. Laat de peuters bewegingen maken en de geluiden nadoen bij andere woorden uit het boek: Bluurf, poepiekont, gluur-ga-wokko enzovoort. Laat ze ook een apensmoeltje nadoen en een apenstem, een robot aap en een kippenkop die wormen opslokt. Maak overal foto s van voor bij het boek. BLUURF experimenteren Zelfstandig werken: spelen met slijm, experimenteren Maak vooraf een bak met slijm. Kijk op onderwijs.voorleesdagen.nl voor een instructie. Leg er rietjes bij, een vergiet en bakvormpjes. Laat de peuters experimenteren met de BLUURF: lekker kneden, slijmbellen blazen door de rietjes, slijmslierten maken met het vergiet, baksels maken met de deegvormen, etc. Let erop dat ze het slijm niet in de mond stoppen. Na het voorlezen Bekijk samen de bladzijde met verschillende onzinwoorden nog eens. Vertel: Wij gaan ook zo n bladzijde maken met woorden die niets betekenen. Laat iedere peuter willekeurige 3D-letters bij elkaar leggen en zo een onzinwoord maken. De peuter kiest of het woord in grote of kleine letters geschreven moet worden, en in welke kleur. Schrijf de woorden in verschillende kleuren, groottes en lettertypes op het grote vel papier. blork. Werkblad Vertel: In het boek zat ook het woord bosbessenpizza. Hoe ziet zo n pizza eruit? Welke kleur heeft hij denken jullie? De peuters gaan een bosbessenpizza versieren. Leg allerlei blauwe en paarse materialen klaar, zoals glitter, kraaltjes, schaafsel, krijtjes, crêpepapier, etc. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Hilarisch filmpje waarin de schrijver voorleest Instructie Slijm maken Werkblad Bosbessenpizza Tips om verder te lezen Het boek zonder tekeningen Auteur: B.J. Novak Uitgeverij: Lannoo ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

14 Versier de Het boek zonder tekeningen B.J. Novak Lannoo

15 Klein Geitje is het kleinste geitje van allemaal. Maar dat maakt niets uit, want Klein Geitje kan alles al. Klimmen, bijten, blèren, eten. Een kleine geit in de grote wereld. Net zo eigenwijs als een peuter! Thema s: geiten trots iets goed kunnen stout Een hapje trui Klein Geitje lust alles. Maar hoe smaakt dat eigenlijk, een paar roze sokken? Vast lekkerder dan u denkt! Grote kring: praten over het boek en over smaken, proeven Nodig: suiker/honing, zout, citroensap Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Vertel: Dit is Klein Geitje. Klein Geitje kan alles. Wat kan ze hier al goed? Wat zou ze nog meer kunnen, denk je? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de kinderen de ruimte om mee te denken en te reageren. Dit boek is leuk voor zowel de jongste als de oudste kinderen. Mogelijke vragen zijn: Waar is Klein Geitje in geklommen? Hoe is ze daar gekomen? Klein Geitje kan heel goed bijten. Wat vindt de grote geit ervan, denk je? Is het goed om te bijten? Klein Geitje kan heel hard blèren. Wat is dat? Kunnen jullie dat ook? Wat eet Klein Geitje? Hoe komt het dat ze buikpijn krijgt? Hoe lost Klein Geitje het op? Na het voorlezen Klein Geitje eet vrolijk een groene trui. Lust jij ook alles? Noem wat verschillende soorten eten op: patat, boerenkool, pap, ijsjes, etc. Wat proef je dan? Welke smaken zijn er eigenlijk? Laat de suiker/honing, het zout en het citroensap zien. Wie durft er een piepklein beetje te proeven? Proeven heeft ook te maken met je neus: als je niets ruikt, proef je ook veel minder. Proef eens met je neus dicht? Is dat anders? Verzin samen met de kinderen allemaal eten dat zoet, zuur of zout smaakt en maak er eventueel een snelle tekening van op een groot vel papier. Noem af en toe ook een paar rare dingen op, want Klein Geitje lust alles: sokken, een rok of een emmertje. Hoe zou een groene trui smaken? Anders dan een blauwe trui? Online vindt u een tekenwerkblad met vakken voor zoet, zuur en zout om groot uit te printen. Ik ben lekker stout-spel Groepsles: drama, bewegen Vertel: Meestal moet je lief zijn, maar nu mag je lekker stout zijn, net als Klein Geitje. Laat de peuters Klein Geitje nadoen: klimmen, bijten (niet iemand anders!), blèren, eten, poepen Hoe ziet je gezicht er uit als je iets stouts doet? Laat de peuters stoute gezichten trekken. Laat een bladzijde zien waarop Klein Geitje ondeugende dingen doet. Hoe kijkt Klein Geitje? De bruine geit wordt boos en Klein Geitje schrikt ervan. Laat nu deze bladzijde zien. Hoe zie je eruit als je een beetje bang bent? Kunnen jullie ook geschrokken kijken? Verzin andere stoute dingen die ze kunnen doen. Bijvoorbeeld: je tong uitsteken, een lange neus maken, hard gillen... Praat later in de kring nog eens na. Wat is het allerstoutste dat je kunt bedenken? Keutels sorteren Zelfstandig werken: sorteren Zet een emmer klaar met een verschillend aantal kersen (of rode kralen), appels (of balletjes) en geitenkeutels (dropjes of zwarte kralen). De peuters sorteren de kersen, appels en geitenkeutels in drie kleinere bakjes. Praat met ze over de verschillen en de overeenkomsten. Kunnen ze ook groepjes maken van één kers, één appel en één keutel? Werkblad Bekijk samen de appels in het boekje. Welke kleuren hebben de appels? Laat de peuters appels verven met ecoline in drie kleuren: geel, groen en rood. Kijk op het werkblad voor de instructie. Hang ze te drogen aan de waslijn. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Werkblad Zoet, zuur en zout Werkblad en Stappenplan Appels verven Klein Geitje-verteltekeningblad Tips om verder te lezen Tip: kijk in het archief op de website voor meer geitenlessen! Klein geitje kan alles Auteur: Yvonne Jagtenberg Illustraties: Yvonne Jagtenberg Uitgeverij: Leopold ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

16 Klein geitje kan alles Yvonne Jagtenberg Leopold Maak de appel helemaal geel. Verf daarna het blaadje en het steeltje. Dit goed laten drogen en dan pas groene inkt toevoegen. Opnieuw laten drogen en verf dan het rode wangetje op de appel.

17 Kleine blauwe truck is de vriendelijkste wagen van de boerderij. Hij is bevriend met alle dieren en staat altijd voor iedereen klaar. Zélfs de knorrige kiepwagen, die altijd hard langs hem heen rijdt, helpt hij uit de brand. Of eigenlijk: uit de modder. Maar dan komt kleine blauwe truck zelf vast te zitten... Gelukkig heeft hij een hoop vrienden die hem graag een duwtje komen geven! Thema s: vriendschap dieren auto s helpen KNOR, BÉÉÉ, BOE-HOE, TOE-TOET Kleine blauwe truck staat altijd voor iedereen klaar. Voor zijn vrienden de dieren en voor de grote gele truck. Maar wie helpt hem als hij het moeilijk heeft? Grote kring: praten over het boek, geluiden maken bij het verhaal Nodig: kaartjes met daarop Kleine blauwe truck en de dieren Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Lees de titel voor. Vraag: Welke dieren zitten er in de kleine blauwe truck? Welk geluid maken deze dieren? Wie kan er een geluid nadoen? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Welke dieren groet Kleine blauwe truck? En wat voor geluid maken ze? Waarom groet Grote gele truck de dieren niet? Wat gebeurt er met Grote gele truck? Waarom helpen de dieren Grote gele truck niet? Hoe probeert Kleine blauwe truck Grote gele truck te helpen? Lukt dat? Hoe krijgen de dieren Grote gele truck los? Hoe voelt de truck zich dan? Na het voorlezen Geef groepjes van 2 of 3 peuters een kaartje van een truck of dier. Leg uit: Ik ga het boek nog een keer voorlezen. Jullie maken het geluid van de truck of het dier dat op het kaartje staat. Oefen eerst alle geluiden een keer. Lees het boek voor. Pauzeer als er een geluid gemaakt moet worden en geef de peuters met het kaartje gelegenheid om het geluid te maken. OPZIJ, OPZIJ, OPZIJ! Zelfstandig werken: nabouwen en naspelen Vul de zandtafel met zand en stenen. Zet een kleine truck en een grote truck klaar, en speelgoeddieren: een pad, varken, schaap, koe, kuiken, kip, geit, eend en paard. Lees het verhaal voor. De peuters pakken de auto of het dier op het moment dat ze in het verhaal voorkomen. Laat ze de geluiden nog eens nadoen. Lees het verhaal nog eens voor en laat de peuters tegelijkertijd meespelen in de zandtafel. Daarna kunnen ze nog met de trucks en de dieren in het zand spelen. Sporenschilderij Zelfstandig werken: sporen maken, knutselen Zet een aantal autootjes in verschillende maten en met verschillende banden klaar en drie schoteltjes verf in verschillende kleuren. Doop de wielen van de autootjes in de verf. Laat de peuters op een groot vel papier sporen maken door met de autootjes te rijden. Bekijk samen het resultaat. Vraag: Welk spoor is van welke auto denk je? Waarom? Werkblad Welke geluiden maken de dieren en de trucks? Lees de geluiden voor en laat de peuters aanwijzen waar het geluid bij hoort. Ze trekken een lijn naar het juiste dier of de juiste truck. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Kaartjes van Kleine blauwe truck en de dieren Werkblad Dierengeluiden Extra werkblad Puzzelen Tips om verder te lezen Kleine blauwe truck Auteur: Alice Schertle Illustraties: Jill McElmurry Uitgeverij: Gottmer ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

18 Kleine blauwe truck Alice Schertle en Jill McElmurry Gottmer Welk geluid hoort erbij? Trek een lijn naar het goede plaatje.

19 Kinderen mogen niet op de bouw komen, dat weet Bart best. Op een dag kruipt hij toch onder het hek door en bestuurt de wals, de cementwagen en de hijskraan. Waarom doet hij dat? Thema s: machines durven de bouw boeven Ik durf de bouw op Bart doet op de bouwplaats allemaal dingen die niet mogen. Is dat om stoer te doen? Of is er een andere reden? Ontdek het samen met de peuters. Grote kring: praten over het boek, opscheppen over wat ze durven Nodig: -- Introductie van het boek Bekijk samen de voorkant van het boek. Lees de titel voor. Vraag: Wie zit er in de hijskraan? Wat doet hij? Hoe kijken de politieagenten? Waar denk je dat dit is? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel vragen, luister met interesse, laat stiltes vallen en geef de peuters de ruimte om mee te denken en te reageren. Mogelijke vragen zijn: Wat zie je op de bouwplaats? Van wie moet Bart de bouw op gaan? Waarom bellen de grote jongens de politie? Wat doet Bart met de machines? Waarom deed Bart al die dingen? Welke beloning krijgt Bart voor het vangen van de boeven? Pas aan het einde van het verhaal begrijp je het gedrag van Bart. Lees daarom het boek nog een keer en laat de peuters letten op wat er op de achtergrond gebeurt. Stel ook nu vragen. Bijvoorbeeld: Zie je de boeven? Wat doen ze? Wat doet of zegt Bart daarom? Na het voorlezen Vertel: Bart durft de bouw op. Maar ik durf een leeuw te aaien! Wat durven jullie? Laat de peuters even nadenken. Vertel: Het mag heel gek of stoer zijn, je mag lekker opscheppen! Het hoeft ook niet echt waar te zijn. Doe een taalronde. Iedere peuter noemt iets wat hij of zij durft. Bart durft de bouw op, de juf durft een leeuw te aaien, maar ik durf... Alles plat Zelfstandig werken: kleien Leg klei en een paar grote deegrollers klaar. Vertel vooraf: We gaan zo kleien. Wat we gemaakt hebben, gaan we straks weer platwalsen! Laat een groepje peuters samen een bouwplaats met machines kleien. Gebruik de machines in het boek als voorbeeld. Roep de hele groep bijeen. Bewonder alle machines van klei. En dan: platwalsen maar met de deegrollers! Maak er een filmpje van. Bewegen op de bouwplaats Groepsles: bewegen Leg een aantal hoepels klaar. Vertel: We gaan naar de bouwplaats. We moeten onder het hek doorkruipen. De peuters kruipen door de hoepels. Leg een aantal blokken neer. Vertel: Er liggen allemaal bakstenen op de bouwplaats. Laat de peuters rondrennen. Bij uw signaal stoppen ze en gaan bij een steen staan. Vraag: Kunnen we met de stenen een heel hoge toren bouwen? Bouw samen een toren. Leg een paar matten in de zaal. Vertel: We zijn cementwagens. Kunnen jullie draaien? Laat de peuters zelf bedenken hoe ze draaien. Stop even en laat een peuter iets voordoen. Zullen we nu allemaal draaien zoals... het doet? Werkblad Vertel: Stel je voor, je bent op de bouwplaats en jij zit in de wals. Wat wil jij allemaal platwalsen? Laat de peuters op het pad verschillende dingen tekenen. Schrijf erbij wat het is. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Werkblad platwalsen Filmpje over hijskranen Liedje over bouwen Tips om verder te lezen Tip: Richt een schaftkeet in met helmen, hesjes en speelgoedgereedschap. Kom uit die kraan!! Auteur: Tjibbe Veldkamp Illustraties: Alice Hoogstad Uitgeverij: Lemniscaat ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

20 Wat wil jij platwalsen? Teken het op het pad. Kom uit die kraan!! Tjibbe Veldkamp en Alice Hoogstad Lemniscaat

21 Links een hoge hoed, rechts vier figuurtjes: een sporter, een vrouw in een strandjurk, een sneeuwman en Sinterklaas. Van wie is die hoed? Als de keuze is gemaakt, volgt een prachtige tekening: natuurlijk is het de sneeuwman met zijn hoge hoed! Thema s: hoeden kleding Een hoed op je hoofd Mensen dragen verschillende hoeden. Wie doet welke hoed op? Kunnen uw peuters dat bedenken? Grote kring: praten over het boek, Hoedje leggen Nodig: een apart hoofddeksel: piratenhoed, clownshoed, kroon, etc. Introductie van het boek Zet de hoed op uw hoofd. Van wie is deze hoed denk je? Waarom zet hij/zij zo n hoed op? Bekijk dan samen de voorkant van het boek. Van wie is de hoed die je hier ziet? Voorlezen Lees het boek interactief voor. Stel steeds de vraag: Van wie is die muts, kroon, mijter, etc.? Laat de peuters naar de afbeelding met de vier personen kijken en raden. Bekijk dan de dubbele pagina met een grappige situatie. Stel daarbij vragen als: Zie je de bananenschil? Wat gaat er gebeuren denk je? Wat is het verschil tussen de koning op de stoel en de koning op het schilderij? Wie rijdt er over het dak? Is de sloot diep? Waaraan zie je dat? Wat gaat de draak doen, denk je? Wat doen de sneeuwpoppen? Welke feestmuts vind je het mooist? Waarom? Na het voorlezen Vraag: Wanneer heb jij zelf wel eens iets op je hoofd? Hoe ziet het eruit? En je papa of mama? Wat heeft die wel eens op zijn/haar hoofd? Speel het spelletje: Hoedje leggen. Zoals zakdoekje leggen, maar dan met de hoed. Hoedendans Grote kring: spel Speel hoedendans. Leg voor iedere peuter een hoed in het midden en haal er één weg. De peuters lopen zingend om de hoeden heen. Klap in uw handen. Alle peuters proberen een hoed te pakken. Degene die geen hoed heeft, zoekt bij een van de andere peuters een mooie uit en gaat daarmee aan de kant zitten. De andere hoeden worden weer in het midden gelegd en het spel wordt herhaald tot er nog maar één peuter over is. Feestmuts Zelfstandig werken: knutselen Zorg voor een rol stevig (kraft)papier. Leg allerlei materialen klaar om te versieren: gekleurd papier, papieren repen, lintjes, oogjes, glitters, pijpenragers, pompons, verf, etc. Maak van het papier een muts die op het hoofd van het kind past. Daarna kan hij versierd worden. Richt een hoedenexpositie in of houdt een hoedenoptocht. Werkblad De peuters matchen de hoedjes met de bijbehorende personen door lijnen te trekken. Op nationalevoorleesdagen.nl/lessen Werkblad Wie past de hoed? Stappenplan Feestmuts knutselen Tips om verder te lezen Tip: Richt een hoedenhuishoek in en laat ze versieren met veren, gaas en lapjes. Van wie is die hoed? Auteur: Joukje Akveld Illustraties: Thé Tjong-Khing Uitgeverij: Gottmer ISBN: Voorlezen. Elke dag een feest!

22 Van wie is die hoed? Joukje Akveld en Thé Tjong-Khing Gottmer Van wie is die hoed? Trek lijnen van de hoed naar de persoon die erbij hoort.