STUDIEGIDS PREMASTER NA HBO

Transcriptie

1 STUDIEGIDS PREMASTER NA HBO

2 Standaard premasterpakket na HBO bachelor Theologie voor de master Theologie Algemeen Naam onderwijseenheid of programmaonderdeel Code Jaargroep Periode Omvang EC Systematische Theologie 2A PRE2ST 2 A 5 Ethiek 2A PRE2ET 2 A 2 NT: Paulus als apostel en theoloog (zonder exegesescriptie) PRE2NT 2 B 3 Luisteren naar het Woord 2C (OT) PRE2CLW 2 C 3 Wetenschapsfilosofie BA3cWF 3 C 2 Methodologie BA3cMT 3 C 1 Bachelorproef BA3dBF 3 C/D 13 Afstudeerrichting afhankelijke minor PRE.. zelfstudiepakket 6 Totaal 35 LET OP: voor de afstudeerrichting OT en NT worden aanvullende taaleisen gesteld!

3 Periodemodule: Systematische Theologie / Ethiek Code: Hoofdverantwoordelijke: J.M. Burger Periode: A Toetsvorm: Schriftelijk tentamen; presentatie; nota EC: 9 Ingangseis: Geen BA2aPM Deelmodule: Systematische Theologie Docent: J.M. Burger, E.A. de Boer Deelmodule: Ethiek Docent: A.L.Th. de Bruijne, I.D. Haarsma Deelmodule: Ethiek-Missiologie Docent: G. Noort, A.L.Th. de Bruijne 5 EC 2 EC 2 EC Zie per deelmodule Het zwaartepunt van periode 2A van de bachelor ligt bij de vakken Systematische Theologie, Ethiek en Missiologie. Systematische Theologie en Ethiek zijn ook al aan de orde geweest in periode 1A. Daar is gekozen voor een sterk geïntegreerde behandeling van deze vakken vanuit het thema 'verzoening'. In periode 2a kiezen we voor minder interdisciplinaire integratie, omdat het nodig is een aantal vakinhouden afzonderlijk te behandelen. Met name voor Systematische Theologie en Ethiek staat daarbij ET 3 centraal: basale kennis van en inzicht in de belangrijkste theologische disciplines. Premasterstudenten volgen enkel de deelmodules Systematische Theologie en Ethiek. Het onderdeel Ethiek-Missiologie wordt niet gevolgd. Contacturen: 50 Collegevoorbereiding: 30 Zelfstudie: 172 Schriftelijke eindtoets voor Systematische Theologie (4/9) [BA2aPMa] en een presentatie (1/9) [BA2aPMb]. Schriftelijke eindtoets voor Ethiek/Missiologie (4/9) [BA2aPMc]. Deelmodule: Ethiek Docent: A.L.Th. de Bruijne, I.D. Haarsma Toetsvorm: Schriftelijk tentamen EC: 2 De student 1. kan centrale begrippen en posities uit de theologische ethiek noemen, analyseren en benutten voor een benadering die past in de gereformeerde traditie (ET1,3,4,5); 2. kan centrale begrippen en posities uit de wijsgerige ethiek noemen, analyseren en benutten voor een benadering die past in de gereformeerde traditie (ET1,3,4,5); 3. kan aangeven welke belang praktische, c.q. empirische kennis heeft voor de theologische ethiek en is

4 in staat zulke kennis in de beoefening daarvan te benutten (ET1,3,4,5); 4. kan langs een methodisch verantwoorde weg een ethische vraag behandelen (ET1,3,4,5). Duidelijk zal worden op welke manier systematisch-theologische, wijsgerige en praktisch-empirische posities, gegevens en overwegingen bepalend zijn voor de beoefening van de theologische ethiek. Langs deze weg wordt een methode ontwikkeld om zelfstandig werkzaam te zijn op het terrein van de ethiek. Studenten worden meegenomen en tegelijk gestimuleerd om zelf positie te kiezen. Met ethische thema s uit de praktijk wordt één en ander geconcretiseerd. Dit onderdeel zit ook in het premasterpakket. Deze studenten maken van het gecombineerde tentamen enkel het tentamen Ethiek (PRE2ET). Colleges; Opdrachten; studie. Contacturen: 15 Zelfstudie/ Collegevoorbereiding: 41 (waarvan 6 uur nota) Schriftelijke eindtoets, die gecombineerd met de eindtoets missiologie-ethiek (telt 4x). Patrick Nullens, Verlangen naar het Goede: bouwstenen voor een christelijke ethiek (Zoetermeer: Boekencentrum, 2006) (selectie) Reader Pag. Cat. U Deelmodule: Systematische Theologie Docent: J.M. Burger, E.A. de Boer Toetsvorm: Presentatie, schriftelijk tentamen EC: 5 De student: 1. heeft een overzicht van de gebruikte begrippen en de inhoud van de genoemde loci van de systematische theologie; hij heeft ook enige kennis van de theologisch -historische achtergrond ervan (ET1,3,5); 2. kan duidelijk maken hoe de gereformeerde leer in deze loci zich op de Schrift beroept (ET1,3,5); 3. is in staat om op één van de genoemde terreinen systematisch -theologische redeneringen te analyseren en daarover een mondelinge presentatie te verzorgen (ET1,3,5). Schrift- en openbaringsleer, Godsleer, scheppingsleer, mensleer, zondeleer, voorzienigheidsleer. Speciale aandacht zal bij de openbaringsleer gegeven worden aan vragen rond algemene openbaring en natuurrecht (in samenwerking met Ethiek en Missiologie). Vanuit de Kerkgeschiedenis zal de wijze van omgang met de aan de orde zijnde dogmatische stof in de 17e eeuw behandeld worden. In deze periode vinden ook 2x2 uur kerkgeschiedenis plaats.

5 Dit onderdeel zit ook in het premasterpakket (PRE2ST). Presentaties, Colleges, Zelfstudie. Contacturen: 18 (+4 uur kerkgeschiedenis) Collegevoorbereiding: 30 Zelfstudie: 85 Schriftelijke eindtoets (telt 4x); presentatie (telt 1x). Pag. Cat. U. G. van den Brink & C. van der Kooi, Christelijke Dogmatiek (Zoetermeer: Boekencentrum, 2012) Hoofdstuk 2-8 en 13 C. Trimp (red.), Woord op Schrift (Kampen: Kok, 2002), pag Collegestof Deelmodule: Ethiek-Missiologie Docent: A.L.Th. de Bruijne G. Noort Toetsvorm: Schriftelijk tentamen EC: 2 De student 1. heeft inzicht in NT-sche relatie tussen de levensstijl en de missionaire uitstraling van kerk en christen in de context van die tijd (ET,1,3,6); 2. kan aangeven op welke manier en in welke kaders de ethische keuzes van christenen bijdragen aan de missionaire dimensie van kerk zijn in de context van laat-modern denken van de westerse wereld (ET,1,3,6); 3. kan de wederkerige relatie tussen de ethische keuzes & levensstijl en missionaire dimensie van de kerk herkennen in de strijd voor de unieke betekenis van het evangelie van Jezus Christus binnen de context van kerk en geloof van het christendom, ook van de niet-westerse wereld (ET,1,3,6). In elke missionaire context zijn ethische vragen aan de orde en christelijke ethiek heeft een missionaire dimensie. In deze module gaat het om de ethische dimensie van de missiologie en de missionaire dimensie van ethiek. Studenten worden gestimuleerd om zich een beeld te vormen van de implicaties van deze samenhang en theologisch positie te kiezen. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar mission as contextual transformation. Colleges, Opdrachten, studie. Contacturen: 14 Zelfstudie/ Collegevoorbereiding: 42

6 Schriftelijke eindtoets, die gecombineerd met de eindtoets ethiek (telt 4x). Fleming, D., Contextualization in the New Testament: Patterns for Theology and Mission (Downers Grove: IVP, 2005), Bosch, D.J., Transforming mission: Paradigm Shifts in Theology of Mission (NewYork: Orbis, 1991), , , en , Bevans, S.; R. Schroeder, Constants in Context. A Theology of Mission for Today (New York, 2004), Paas, S., De Werkers van het laatste uur, (Zoetermeer: Boekencentrum, 2008), Reader Pag. Cat. U

7 Periodemodule: NT 2: Vrede met God door geloof in Jezus Christus Code: Hoofdverantwoordelijke: M. Klinker De Klerck Periode: B Toetsvorm: Schriftelijk tentamen, Scriptie, Nota EC: 7 Ingangseis: Geen BA2bPM Deelmodule: Paulus als apostel en theoloog Docent: M. Klinker-De Klerck 5 EC Deelmodule: Geschiedenis van de Paulusexegese Docent: E.A. de Boer 2 EC De student: 1. Kan relevante gegevens uit de brieven van Paulus, tegen de achtergrond van Jesaja s profetieën, verbinden aan actuele theologische vraagstellingen rond o.m. rechtvaardiging bij Paulus (ET3,5,6,8); 2. Kan de receptiegeschiedenis van de Paulusbrieven door de eeuwen heen verbinden met de specifieke historische context en daarvan schriftelijk verslag doen (ET1,5,6). Zie onder bij de deelmodules. Premasterstudenten volgen van deze module enkel de deelmodule Paulus als apostel en theoloog. Contacturen: 29 Collegevoorbereiding en zelfstudie: 167 Ba2bPMa: schriftelijk tentamen (weging 3); Ba2bPMb: nota (weging 2); Ba2bPMc: exegesescriptie (weging 2). Inleverdatum exegesescriptie vrijdag 23 december 2016 Deelmodule: Paulus als apostel en theoloog Docent: M. Klinker-De Klerck Toetsvorm: Schriftelijk tentamen, Dcriptie EC: 5 De student: 1. kan de inhoud van Paulus brieven weergeven en belichten vanuit hun historische en theologische ontstaanscontext (ET3); 2. kan op een kritische manier positie innemen wat betreft de inleidingskwesties die spelen bij de verschillende brieven uit het corpus paulinum (ET3,5); 3. kan de in de vakliteratuur gehanteerde paradigma s herkennen en is in staat te beoordelen in hoeverre hij die kan integreren in een gereformeerde benadering van het Nieuwe Testament (ET3,5); 4. kan een opgegeven perikoop uit de brieven van Paulus met behulp van de op college geleerde exegetische vaardigheden exegetiseren (ET5,8). Paulus en zijn apostolaat in de vroegchristelijke kerk Het Nieuwe Perspectief op Paulus Paulus als Joods denker (gastdocent: dr. M.C. Mulder)

8 Achtergronden en hoofdlijnen van Paulus brieven in relatie tot de gegevens uit Handelingen Omgaan met het genre briefliteratuur Inleidingskwesties als datering, authenticiteit en integriteit van de brieven Ontwikkeling van exegetische vaardigheden Praktische tekstkritiek Premasterstudenten volgen deze module zonder exegesescriptie (PRE2NT). Hoorcollege, onderwijsleergesprek, groepswerk, individuele opdrachten Contacturen: 19 Collegevoorbereiding en zelfstudie: 121 schriftelijk tentamen (Ba2bPMa ca. 80u) en scriptie (Ba2bPMc ca. 40u) Bruggen, van, J., Paulus: pionier voor de Messias van Israël (Kampen: Kok, 2001), (hoofdstuk 1 t/m 18) grondig Carson, D.A., Moo, D.J., An Introduction to the New Testament (Leicester: Apollos, ), (hoofdstukken 8 t/m 18) op grote lijnen Inhoud van de Paulusbrieven (eventueel m.b.v. de reader: Pasfoto s van Paulus brieven). Op grote lijnen Pag. Cat. U Aanbevolen Anderson, R.D., Ancient Rhetorical Theory and Paul (diss. Kampen: Kok Pharos, 1996; Rev. Ed. Leuven: Peeters, 1999). Capes, D.B. e.a. (eds.), Rediscovering Paul. An Introduction to His World, Letters and Theology (Downers Grove: InterVarsity Press, 2007). The Carta Bible Atlas, Fourth Edition [Formerly: The Macmillan Bible Atlas]. (Jerusalem: Carta, 2002). Fee, G.D., Exegese van het Nieuwe Testament. Een praktische handleiding (Zoetermeer: Boekencentrum, 2001). Hawthorne, G.F. e.a. (eds.), Dictionary of Paul and his Letters (Downers Grove: InterVarsity Press, 1993). Houwelingen, R. van & Sonneveld, R. (red.), Ongemakkelijke teksten van Paulus (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief, 2012). Noordegraaf, A., Paulus spreken over rechtvaardiging. Tendensen in het nieuwere onderzoek, Theologia Reformata 45.1 (2002) Sampley, J.P. (ed.), Paul in the Greco-Roman World. A Handbook (Harrisburg: Trinity Press International, 2003). Schreiner, Th.S., Interpreting the Pauline Epistles (Guides to New Testament Exegesis, 5; Grand Rapids: Baker Book House, 1990). Third Edition, Schreiner, Th.S., Paul, Apostle of God's Glory in Christ. A Pauline Theology (Downers Grove: InterVarsity Press, 2001). Vanhoozer, Kevin J., with a response of N.T. Wright, Writing the Wrongs of the Reformation? The State of the Union with Christ in St. Paul and Protestant Soteriology, in: Nicholas Perrin and Richard B. Hays (eds.), Jesus, Paul, and the People of God. A Theological Dialogue with N.T. Wright (Downers Grove, IVP Academic, 2011).

9 Wright, N.T. Paul and the Faithfulness of God (Christian Origins and the Question of God; London: SPCK, 2013). The Paul Project: N.T. Wright page: Deelmodule: Geschiedenis van de Paulusexegese Docent: E.A. de Boer Toetsvorm: Nota EC: 2 De student 1. kan de receptiegeschiedenis van de Paulusbrieven door de eeuwen heen verbinden met de specifieke historische context en daarvan schriftelijk verslag doen (ET1,5,6); 2. herkent en onderscheidt de behandelde kerkvaders, Middeleeuwers en reformatoren en hun bijdrage tot de exegese van het corpus paulinum (ET3); 3. schetst de verschillende genres en methoden van bijbeluitleg in het pre-kritische periode (ET3); 4. kan een eerste overzicht van de periodisering van de kerkgeschiedenis geven waarin genres en methoden van bijbeluitleg gelokaliseerd kunnen worden (ET3); 5. analyseert en verbindt de voor de scriptie opgegeven passage in het verband van de brief, zoals die gevonden worden in de aangereikte commentaren (ET5). De module Paulus in de geschiedenis van de exegese biedt een aspect van de kerkgeschiedenis aan dat verband houdt met de exegese van de Paulusbrieven. In elke periode van de kerkgeschiedenis speelt de Bijbel en de uitleg ervan een grote rol. Historische vragen zijn bijvoorbeeld: in welke vorm stonden de boeken van Oude en Nieuwe Testament in een bepaalde tijd de mensen ter beschikking? Welke methoden van uitleg waren toen in gebruik of werden ontwikkeld. Colleges, Discussies, Procesbegeleiding, Opdrachten, Zelfstudie, Onderzoek, studie, Besprekingen. Contacturen: 10. Collegevoorbereiding: 20. Zelfstudie: 26. Schriftelijke nota (weging 2) Charles Kannengiesser, Handbook of Patristic Exegesis. The Bible in Ancient Christianity [The Bible in Ancient Christianity 1] (Leiden / Boston: Brill, 2006), Pag. Cat. U

10 Module: Luisteren naar het Woord 2C Code: BA2cLW Docent: E. Brink, Kwakkel Periode: C Toetsvorm: Leesdossier EC: 3 Ingangseis: BA2bLW De student 1. kan de hoofdlijn van Koningen tot en met Ester en Jeremia tot en met Maleachi weergeven en specifieke passages plaatsen in de samenhang van nauwere en wijdere context (ET1); 2. heeft oog voor het eigen karakter van elk van deze bijbelboeken (ET1); 3. heeft een permanente luisterhouding ten opzichte van de tekst van de Bijbel als historische openbaring van God (ET8); 4. kan elementen die bij lezing vragen oproepen positief oppakken en in vraagstelling verwoorden (ET5); 5. kan de door hem gelezen bijbelgedeelten met zijn leefwereld verbinden, met name voor wat betreft zijn eigen leven als offer voor God (ET8). De bijbelboeken Koningen tot en met Ester en Jeremia tot en met Maleachi. De student vervaardigt een leesdossier over gedeelten uit de bijbelboeken Koningen tot en met Ester en Jeremia tot en met Maleachi (volgens specificatie in het periodeoverzicht op SAKAI). Hij gebruikt daarbij de Studiebijbel in Perspectief en de bundel Bijbelstudie Oude Testament 2 als achtergrondinformatie. Tijdens de colleges worden de hoofdlijn van de bijbelboeken en vragen van de studenten besproken. Deze module zit ook in het premasterpakket. Premasterstudenten volgen een aangepast programma en hebben een alternatieve toetsing (PRE2CLW). Individuele opdrachten, groepsgesprek, onderwijsleergesprek. Bespreking van vragen die bij de lezing zijn gerezen en daarna aangeleverd op SAKAI. Contacturen: 12 Collegevoorbereiding en zelfstudie: 69 : Leesdossier (weging: waardering) Peels, H.G.L., Houwelingen, P.H.R. van, (red.), Studiebijbel in perspectief (Heerenveen: Jongbloed, 2009), 413v, 491v, 569v, 587, 603v, 941v, 1011v, 1021v, 1077v Kwakkel, G., Bijbelstudie Oude Testament 2 (interne uitgave), betreffende passages & Pag. Cat. U Aanbevolen Fee, G. D., Stuart, D., How to Read the Bible Book by Book (Grand Rapids Michigan: Zondervan, 2014)

11 Module: Wetenschapsfilosofie Code: BA3cWF Docent: I.D. Haarsma Periode: C Toetsvorm: Dossier EC: 2 Ingangseis: Geen De student 1. kan diverse wetenschapsopvattingen of wetenschapstheorieën weergeven en deze in verband brengen met de vraag naar de wetenschappelijkheid van de theologie(et 4); 2. kan zelfstandig en beargumenteerd een positie innemen over (aspecten van) het thema geloven en denken (ET 5); 3. kan reflecteren op de vraag in hoeverre wetenschapsfilosofische inzichten en posities het wetenschappelijk karakter van gereformeerde theologie verhelderen (ET 4, 5). De module biedt een overzicht van gangbare wetenschapsfilosofische benaderingen, een filosofische reflectie op aard en grenzen wetenschappelijke kennisverwerving en een doordenking van de verhouding tussen geloof, theologie en wetenschappelijke methodologie. Deze module zit ook in het premasterpakket. Hoor-, instructie- en werkcolleges met presentaties en ad-random kritische discussie Studenten maken een leesverslag (1500 woorden) over nader af te spreken hoofdstuk uit het studieboek; de leesverslagen worden gebundeld door de docent en verspreid onder de studenten. In een voordracht krijgen de studenten 10 à 15 minuten de tijd om de resultaten te presenteren: - Korte toelichting op het leesverslag - Uiteenzetting over de leerdoelen 2 en 3 Na de voordracht wordt er ad random oppositie gevoerd gedurende 5 minuten. Contacturen: 10 cu = 8 uur Collegevoorbereiding: 10 uur Zelfstudie: 38 uur De toetsing bestaat uit drie onderdelen (tussen haakjes is aangegeven de weegfactor) - Verslag (1x) - Voordracht (1x) - Leerwinstverslag presentaties (afvinken) - G.van den Brink, Een publieke zaak. Theologie tussen geloof en wetenschap. Zoetermeer, Boekencentrum Hieruit 320 pagina s (doorlezen 10 p/u, dus 32 uur en bestuderen 42 pagina s (7 p/u, dus 6 uur). In totaal voor literatuurstudie is begroot 38 uur. Aanbevolen Leezenberg, M. en G.de Vries, Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen. Amsterdam University Press, 2007.

12 Module: Methodologie Code: BA3cMT Docent: I.D. Haarsma Periode: (B) C Toetsvorm: dossier EC: 1 Ingangseis: 120 EC uit de bachelor De student 1. is in staat tot het methodologisch verantwoord verrichten van een theologisch onderzoek (in het kader van de bachelorproef ), het correct schrijven van een wetenschappelijk rapport en het houden van een wetenschappelijke voordracht (ET 5, 7); 2. is zich bewust (geworden) van allerlei problemen en valkuilen, die kunnen voorkomen bij het verrichten van onderzoek en bij het schrijven van een scriptie en weet hoe deze voorkomen kunnen worden (ET 5); 3. maakt concrete afspraken met zijn/haar begeleider over het onderwerp van de bachelorproef en is in staat een onderzoeksplan voor de bachelorproef te schrijven (ET 5). Aard en functie onderzoeksplan Vaardigheden en tactieken voor het opstellen van een adequate onderzoeksvraag, opzetten en uitvoeren wetenschappelijk onderzoek Strategieën en tactieken voor het identificeren en opheffen van blokkades bij het opzetten, uitvoeren van onderzoek en het schrijven van een rapport Ontwerpen (concept) onderzoeksplan bachelorscriptie. Voor premasterstudenten wordt deze module in periode B aangeboden. Instructie- en werkcolleges; zelfstudie, groepswerk en netwerkleren Contacturen: 5 uur Collegevoorbereiding: 9 uur Zelfstudie: 14 uur Dossier Pag. Cat. U. Mirande, M.J.A. en E. Wardenaar, Scriptieproblemen (Groningen: Noordhoff, 2011) Aanbevolen Oost, H. en A. Markenhof, Een onderzoek voorbereiden (Baarn: HBUitgevers, 2010) Oost, H., Een onderzoek uitvoeren (Baarn: HBUitgevers, 2012) Oost, H., Een onderzoek rapporteren (Baarn: HBUitgevers, 2011) Oost, H., Een onderzoek presenteren (Baarn: HBUitgevers, 2011) Boekhorst, A. e.a., Informatievaardigheden (Utrecht: Lemma, 2005) Oost, H., Een onderzoek begeleiden (Baarn: HBUitgevers, 2004) Dassen, Th.W.N. e.a., Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties (Amersfoort: Thieme Meulenhoff, 2014) Mortelmans, D., Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden (Leuven: Acco, 2013)

13

14 Module: Bachelorproef Code: BA3dBF Docent: I.D. Haarsma Periode: D Toetsvorm: Scriptie en presentatie EC: 13 Ingangseis: BA3cMT De student 1. kan een beperkt onderzoek opzetten en uitvoeren over een theologisch onderwerp (ET 5, 6, 7) 2. kan wetenschappelijk rapporteren over de resultaten in een scriptie en een presentatie (ET 5); 3. kan antwoord geven op vragen en kritiek naar aanleiding van zijn scriptie en presentatie (ET 5). De opleiding wordt afgesloten met een bachelorproef. Studenten laten hiermee zien dat zij voldoende academische vaardigheden bezitten om een in de regel interdisciplinair theologisch onderzoek uit te voeren en daarover wetenschappelijk te rapporteren. De docent methodologie is coördinator van de bachelorproef. Het schrijven van de scriptie wordt begeleid en beoordeeld door twee vakdocenten: een begeleider en een tweede beoordelaar. De studenten haken in de regel aan bij een onderzoeksproject dat is aangereikt door een vakdocent. Eventueel kiezen de studenten een onderwerp en benaderen vakdocenten met de vraag of zij de bachelorproef willen begeleiden. De docenten geven aan of zij daarmee akkoord gaan of doen eventueel andere suggesties aan de student. In beide gevallen kunnen de docenten suggesties doen bijvoorbeeld voor literatuur. In de regel zullen de begeleider en tweede beoordelaar voortkomen uit de twee disciplines van waaruit het onderzoek is opgezet. Na het eerste overleg met docenten krijgen de studenten in de loop van periode C de mogelijkheid om een eerste en eventueel een tweede keuze voor een begeleider door te geven aan de periodecoördinator. Aan deeltijders en pre-masterstudenten kan deze mogelijkheid in periode B worden aangeboden. Omdat er een maximum wordt gesteld aan het aantal studenten per docent kan het zijn dat niet alle studenten worden geplaatst bij de begeleider van hun eerste keuze. Uiteindelijk maakt de periodecoördinator de indeling. Tijdens periode D is de begeleider in vier begeleidingsmomenten beschikbaar voor de student. Premasterstudenten kunnen in overleg een eigen route-volgen. Contacturen: 4 begeleidingsmomenten Collegevoorbereiding: n.v.t. Zelfstudie: n.v.t. De toetsing van de bachelorproef bestaat uit twee onderdelen: bachelorscriptie en presentatie met publieke discussie. De omvang van de scriptie mag in de regel minimaal 30 en maximaal 40 pagina s A4-formaat bedragen (oftewel tot woorden), exclusief eventuele bijlages. De beoordeling wordt vastgesteld aan de hand van een beoordelingsformulier. De student krijgt een afzonderlijk beoordeling voor de 20 minuten durende presentatie van de scriptie (gebruikmakend van een beoordelingsformulier) en voor de kritische discussie ook van 20 minuten. Het gemiddelde van deze beide beoordelingen geldt als cijfer voor de presentatie als geheel. Hierbij wordt afgerond op één cijfer achter de komma. De beoordeling van de scriptie weegt drie maal, de beoordeling van de presentatie als geheel één maal.

15 Er wordt afgerond op één cijfer achter de komma.