Vragenlijsten bij patiënten met schouderproblemen Welke vragenlijst past het best bij de actuele klinische situatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vragenlijsten bij patiënten met schouderproblemen Welke vragenlijst past het best bij de actuele klinische situatie"

Transcriptie

1 Vragenlijsten bij patiënten met schouderproblemen Welke vragenlijst past het best bij de actuele klinische situatie Door: - Gerard Koel, fysiotherapeut, MSc, eerstelijns praktijk Wooldersteen Hengelo, docent fysiotherapie, Saxion kenniscentrum Gezondheid, welzijn en technologie, Enschede. - Paul van der Tas, sportfysiotherapeut en echografist, eerstelijns praktijk De Haere vestiging Weerselo Beide auteurs zijn bestuurslid van het SchouderNetwerk Twente Key points. - Er is een veelvoud van vragenlijsten om klinische schouderproblemen te scoren. - Het gebruik van vragenlijsten maakt het fysiotherapeutisch handelen objectiever en inzichtelijker. - Het systematisch toepassen van vragenlijsten in de fysiotherapie praktijk dient verbeterd te worden. - In dit artikel wordt fysiotherapeuten een handreiking gedaan om een achttal lijsten voor schouderproblemen op eenvoudige wijze te gaan toepassen. - De negen geselecteerde lijsten zijn voorzien van een eenduidige score methodiek en zijn gekoppeld aan herkenbare klinische situaties. Pagina 1 / 13.

2 Abstract en kader. Vragenlijsten zijn relevant om subjectieve klachten en klinische verschijnselen van patiënten op efficiënte en correcte wijze te kwantificeren. Het op systematische wijze toepassen van lijsten verbetert de inzichtelijkheid en objectiviteit van het fysiotherapeutisch handelen. Rond schoudergerelateerde klachten zijn tientallen lijsten ontwikkeld, soms gericht op schouderaandoeningen in het algemeen, soms op specifieke aandoeningen zoals instabiliteit of peesrupturen, lijsten die variëren voor wat betreft de minimale en maximale score als ook voor de richting van die score; bij de ene lijst duidt een hoge score op een goede en bij een andere lijst op een slecht functionerende schouder. In dit artikel beschrijven auteurs eerst de methodologische kwaliteit van een achttal vragenlijsten per vragenlijst de betrouwbaarheid (ICC waarde), nauwkeurigheid (het minimaal detecteerbare verschil), de responsiviteit (het klinisch relevante verschil) en de praktische hanteerbaarheid (gemak van invullen) weer te geven. Omdat geen van de acht lijsten adequaat te gebruiken is in situaties na een operatie voegen de auteurs een zelf ontwikkelde negende lijst, de SST-PO, toe. Op basis van klinische expertise en toegepast onderzoek koppelen de auteurs de negen vragenlijsten aan elf frequent voorkomende klinische schouderproblemen. Daarnaast is het gebruik van de lijsten vereenvoudigd door spreadsheets te ontwikkelen waardoor na invulling de score vanzelf wordt berekend. De score voor alle lijsten is veranderd in een zogenaamde SNT score van 0 ( het gaat erg slecht ) tot 100 ( het gaat erg goed ). Doel van het artikel is fysiotherapeuten behulpzaam te zijn in de keuze van een adequate vragenlijst die toegepast wordt om het behandelresultaat te evalueren en kwantificeren. Het SchouderNetwerk Twente ( is opgericht in 2008, bestaat uit een honderdtal fysiotherapeuten en beoogt een enthousiasmerende vereniging te zijn die regionaal het fysiotherapeutisch handelen rond patiënten met schouderaandoeningen optimaliseert. De onderlinge kwaliteit wordt gerealiseerd door als voorwaarde voor lidmaatschap het volgen van een tweetal cursussen te stellen. Gedurende een verenigingsjaar ontvangen de leden twee keer ter beoordeling een wetenschappelijke studie voorzien van een tiental vragen. De antwoorden op die vragen worden tezamen met de praktische consequenties van de studie gepresenteerd tijdens de halfjaarlijkse workshop. Deelname aan deze activiteiten is verplicht. Op de website zijn deze studies en workshops te zien. Het SNT heeft goede contacten met de schouder orthopeden in de 3 regionale ziekenhuizen. Afspraken over het eenduidig klasseren van patiënten en dus ook het op systematische wijze toepassen van vragenlijsten zijn een belangrijk onderdeel. Via de website kunnen fysiotherapeuten de negen beschreven vragenlijsten als excel bestand downloaden inclusief de omrekening naar overeenkomende scores van 0 tot 100. Het SNT hoopt op die wijze een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen. Pagina 2 / 13.

3 Inleiding Vragenlijsten zijn relevant om de subjectieve klachten en klinische verschijnselen van patiënten op efficiënte en correcte wijze te kwantificeren. Het op systematische wijze toepassen van lijsten verbetert de inzichtelijkheid en objectiviteit van het fysiotherapeutisch handelen (1). In de context van schoudergerelateerde klachten zijn tientallen lijsten ontwikkeld, soms gericht op schouderaandoeningen in het algemeen, soms op specifieke aandoeningen zoals instabiliteit of peesrupturen, lijsten die variëren voor wat betreft de minimale en maximale score als ook voor de richting van die score; bij de ene lijst duidt een hoge score op een goede en bij een andere lijst op een slecht functionerende schouder. De lijsten kennen vooral een evaluatief gebruik; dat wil zeggen dat therapeuten de lijsten toepassen om te scoren of de individuele patiënt vooruit of achteruit is gegaan. Kortom een score op tijdstip 0 bij aanvang van de therapie en scores onderweg ( Gaat het de goede kant op? ) en aan het eind ( Wat is het eindresultaat? ). Daardoor is het ook mogelijk om de prognose correct in te schatten (Bijvoorbeeld: Acht weken na een Neer decompressie dient de CMS score 65 punten te bedragen. ). Er zijn geen lijsten die diagnostische waarde hebben (Bijvoorbeeld: Bij een score boven het afkappunt spreken we van unidirectionele GH instabiliteit. ). In dit artikel wordt fysiotherapeuten een handreiking gedaan om de methodiek van het SchouderNetwerk Twente (SNT) te gaan toepassen. Negen geselecteerde lijsten met scores tussen de 0 en 100 die zijn gekoppeld aan de meest voorkomende schouderaandoeningen. Doel is op die wijze een systematische toepassing van lijsten te faciliteren waardoor de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen bij patiënten met schouderaandoeningen verbetert. Over de kwaliteit van vragenlijsten De kwaliteit van meetinstrumenten en dus ook vragenlijsten wordt bepaald door een viertal kenmerken: reproduceerbaarheid, validiteit, responsiviteit en praktische hanteerbaarheid (2). Aan reproduceerbaarheid zijn twee aspecten te onderscheiden; betrouwbaarheid (Engels: reliability ) of te wel hoe stabiel klasseert het instrument personen in hoge en lage responders om patiënten en niet-patiënten betrouwbaar te onderscheiden en nauwkeurigheid (Engels: agreement ; soms ook overeenstemming of precisie genoemd), of te wel wat is de meetfout van het instrument en in hoeverre wordt bij hertest van dezelfde patiënt precies dezelfde score gemeten (3,4). De formule waarmee de betrouwbaarheid wordt berekend, wordt bepaald door zowel de variantie van de meetuitslagen als de variantie van de meetfouten, terwijl in de formule voor het berekenen van de nauwkeurigheid alleen rekening gehouden wordt met de variantie in de meetfouten. Pagina 3 / 13.

4 De betrouwbaarheid wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1 (hoe dichter bij 1, hoe betrouwbaarder) en de nauwkeurigheid in een getal in dezelfde eenheid als die van het meetinstrument (hoe kleiner de meetfout, hoe nauwkeuriger of preciezer is de meting). De validiteit heeft betrekking op de vraag of het meetinstrument daadwerkelijk meet wat het beoogt te meten. Er worden verschillende soorten validiteit onderscheiden; zoals construct validiteit (het meetinstrument past bij een geldig theoretisch kader), criterium validiteit (het meetinstrument wordt vergeleken met de gouden standaard) of expert validiteit (het meetinstrument wordt door deskundigen als valide beoordeeld). De mate van validiteit wordt weergegeven in kenmerken als sensitiviteit, specificiteit, voorspellende waarden of likelihood ratio s. De lijsten gaan allen over het scoren van klachten, gestoorde functies en participatie problemen die het gevolg zijn van een aandoening van de schouder. De items van de lijsten bepalen of de lijst geschikt (of te wel valide) is in een bepaalde klinische situatie. Het is dan ook niet zinvol om een lijst voor instabiliteit of chronisch pijnsyndroom toe te passen in situaties waarin sprake is van een ongecompliceerd subacromiaal impingement syndroom. De responsiviteit is belangrijk voor een meetinstrument dat wordt gebruikt ter evaluatie van het beloop. Een responsief instrument kwantificeert een relevante klinisch verandering bij de patiënt. Als patiënt of therapeut vinden dat sprake is van een relevante klinische verbetering of verslechtering dient dat weerspiegeld te worden in de score van het instrument. Uiteraard is een goede praktische hanteerbaarheid ook van belang; belangrijke aspecten zijn duidelijkheid van de items, snelheid van invullen en bepalen van de score. Als laatste rest dan de interpretatie van die score voor het gezondheidsprobleem van de patiënt. Pagina 4 / 13.

5 Negen geselecteerde vragenlijsten voor schouderproblemen De selectie van de lijsten vond plaats op basis van gegevens uit diagnostische studies (3-11), beschikbaarheid, gerichtheid op veel voorkomende schouderaandoeningen en praktische ervaring. Er is een zelf ontwikkelde vragenlijst toegevoegd, de SST-PO, omdat geen van de andere lijsten bruikbaar is in de eerste 3 maanden in het postoperatieve beloop. In tabel 1 worden de negen geselecteerde lijsten weergegeven voorzien van de originele en relevante bronverwijzing. Afkorting Volledige naam Bronnen SST Simple Shoulder Test Lippit et al (1993, 12) Godfrey et al (13), Roy et al (10) en Tashjian (11) SST-PO SNT Shoulder Test Koel, Van der Tas, Van der Burg SPADI Post Operatief Shoulder Pain And Disability Inventory (2010, 34) Roach et al (1991, 14) Heald et al (15), Ekeberg et al (8) en Roy et al (10) CMS Constant Murley Scale Constant et al (1987, 16) Constant et al (17), Rocourt et al (18) en Christie et al (9) SPBV Schouder Pijn en Beperkingen Vragenlijst Van der Heijden (1996, 19) Van der Windt et al (20) OSIS Oxford Shoulder Instability Score Dawson et al (1999, 21) Dawson et al (22) WOSI Western Ontario Shoulder Instability index Kirkley et al (1998, 23) Salomonsson (24) SRQ Shoulder Rating Questionnaire L Insalata et al (1997, 25) Vermeulen (26) DASH Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand Hudak et al (1996, 27) Palmen (28) Tabel 1. De negen geselecteerde vragenlijsten met bronnen (eerstgenoemde bron betreft de originele studie van de lijst met daarbij het jaartal van introductie). Het betreft 8 zelfrapportage lijsten die door de patiënt zelf kunnen worden ingevuld en 1 lijst (de CMS) die deels subjectief (zelfrapportage) is en deels (semi) objectief omdat de mobiliteit en de kracht worden gescoord. De meeste vragenlijsten zijn ontwikkeld voor het Engelse taalgebied; een vertaling van zo n lijst dient zorgvuldig plaats te vinden. Pagina 5 / 13.

6 Gebruikelijk is het voorleggen van een vertaalde lijst aan een native Engelstalige persoon om de lijst te laten terug vertalen. Eventuele verschillen met de originele lijst dienen te worden vastgesteld en zo nodig gecorrigeerd. Van de 9 geadviseerde lijsten zijn er 2 van Nederlands afkomst (SPBV, 20; SST-PO, 34), zijn er 3 door andere auteurs vertaald (SPADI, DASH, SRQ; 26, 28) en heeft het SNT in samenwerking met Saxion hogescholen 4 lijsten vertaald (SST, CMS, OSIS en WOSI; 29, 30, 35). Uiteraard dienen de lijsten te voldoen aan de criteria voor kwaliteit van een meetinstrument. De betrouwbaarheid wordt in het algemeen weergegeven door de ICC waarde (IntraClass Correlation coëfficiënt) die wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1 (de ICC wordt bepaald door de variantie van de meetuitslagen bij patiënten te delen door de som van de variantie van de meetuitslagen bij patiënten plus de variantie op basis van meetfouten; ICC = σ 2 pat / σ 2 pat + σ 2 error). Een ICC waarde boven de 0,75 wordt aangemerkt als voldoende (31-33). Zeker voor de zelfrapportage lijsten is dit geen probleem. Gekoppeld aan de nauwkeurigheid is het begrip MDC (Minimal Detectable Change: het minimaal vast te stellen verschil om een klinische verandering vast te stellen); de MDC wordt slechts bepaald door de variantie van de meetfout (= σ 2 error), en wordt uitgedrukt in een getal in dezelfde eenheid als die van het instrument (bij vragenlijsten dus in een aantal punten, 3). Indien bij een tweede meting een verandering optreedt kleiner dan de MDC, wordt dat beschouwd als een meting binnen de meetfout en niet als een klinische verandering bij de patiënt (4, 8). Zoals aangegeven adviseren de auteurs een lijst op basis van hun klinische expertise; of te wel er is sprake van expert validiteit. Het is dan niet zinvol om de gangbare kenmerken voor validiteit te beschrijven (zoals Se, Sp, VW, LR), immers er is op basis van klinische expertise gekozen voor een lijst en die lijst vervolgens te gaan vergelijken met een andere, uit klinisch oogpunt minder geschikte lijst, is een onhandige strategie. Gekoppeld aan de responsiviteit is het begrip MCIC (Minimal Clinical Important Change: welke verandering wordt door de patiënt, soms door de FT, als klinisch relevant aangemerkt, 4,11). Een nieuwe score die meer afwijkt dan de MCIC duidt op een daadwerkelijke verandering (vooruitgang of achteruitgang) bij de patiënt. Soms is de MCIC niet bekend en wordt de responsiviteit gescoord met de effect size ((ES = (gemiddelde score op T1 gemiddelde score op T0) / de standaard deviatie van de meting op T0)) of de standardized response mean ((SRM = (gemiddelde score op T1 gemiddelde score op T0) / de standaard deviatie van de verschilscore)). Een nadeel van de ES en de SRM is dat vreemde verhouding getallen worden geproduceerd die niet zijn te associëren met de daadwerkelijke eenheid van de meting. De volgende interpretatie wordt gebruikt: ES en SRM waardes < 0,5: geringe, van 0,5 tot 0,8: redelijke en boven de 0,8: sterke responsiviteit (24). De praktische hanteerbaarheid van de lijsten is goed; ze zijn vrij snel in te vullen, worden goed begrepen door de patiënten en leiden snel tot een eindscore. Alleen de CMS bestaat voor 65% uit objectieve scores van de ROM en de kracht en dient door de FT te worden gescoord. Pagina 6 / 13.

7 Een belangrijk voordeel van de negen door het SNT geadviseerde lijsten is het feit dat de scores worden omgerekend naar een score tussen de 0 en 100 punten waarbij een score richting 0 een slechte functie en richting 100 een optimale functie van de schouder aangeeft. Tabel 2 toont de mate waarin de 8 lijsten voldoen aan de criteria voor de methodologische kwaliteit. Betrouwbaarheid Nauwkeurigheid Responsiviteit Praktische ICC waarde MDC MCIC ES/SRM hanteerbaarheid SST 0,97 / 0, ,81 / 1,8 12 x dichotoom, 3 min SDADI 0, ,23 13 VAS lijsten, 6 min CMS 0,80 / 0,90 20 (25) 0,60 Ook objectief, lastiger SPBV (goed) x 3 opties, 5 min OSIS 0,83 (20) x 5 punt, 5 min WOSI 0,94 23 (25) 1,67 21 VAS lijsten, 8 min SRQ 0,63 0,83 18,3 (20) 1,5 / 1,17 Lastige analyse, >10 min. DASH / 12/ ,20 Uitgebreid, >10 min Tabel 2. De kwaliteit van de 8 geselecteerde lijsten. De data zijn gedestilleerd uit diagnostische studies (3-30); de vijf (schuingedrukte) celinhouden zijn ingeschat door de auteurs. De SST-PO is net ontwikkeld en nog niet onderzocht op methodologische kwaliteit. Voor de afkortingen van de namen van de verschillende lijsten zie tabel 1. Andere afkortingen; ICC: Intra Class Correlation, MDC: Minimal Detectable Change; MCIC: Minimal Clinical Important Change; ES: Effect Size; SRM: Standardized Response Mean; VAS: Visual Analoque Scale. In de tweede kolom van tabel 2 wordt de betrouwbaarheid door middel van de ICC waarde aangegeven. Alle 8 lijsten scoren ruim voldoende voor dit item. De meetfout van de lijsten bedraagt tussen de 10 en de 23 punten; de minimaal klinisch relevante verschillen bedragen tussen de 19 en de 25 punten. De MDC (kolom 3) en de MCIC s (kolom 4) zijn reeds omgerekend naar lijsten die scoren van 0 tot 100. De effect sizes (ES) en standardized response mean (SRM) scoren, indien onderzocht, een duidelijke voldoende. Concluderend geldt dat de meeste lijsten een goede betrouwbaarheid kennen, dat de meetfout tussen de punten bedraagt en dat relevante klinische verschillen een verschil van minstens 20 punten nodig hebben. Hoewel de SST-PO nog onderzocht dient te worden, gaan de auteurs er van uit dat dezelfde waarden gelden; dus een meetfout van punten en een klinisch relevant bij verschillen van meer dan 20 punten. De uitgebreidheid van de lijsten en het gegeven dat bij de CMS ook objectief gemeten dient te worden, bepalen de praktische toepasbaarheid. Uitgebreide lijsten worden alleen geadviseerd indien uitgebreide klinische symptomen relevant zijn. Pagina 7 / 13.

8 Praktische consequenties Op dit moment formuleren auteurs de volgende interpretaties over de lijsten. - De SST in alle situaties; het is een simpele snel af te nemen zelfrapportage lijst die responsief is, goed toepasbaar en eenvoudig te begrijpen. Bovendien kent de SST weinig plafond en bodem effecten; dat wil zeggen de lijst scoort over de hele range van het bereik van punten. - De SST-PO in alle postoperatieve situaties waarbij aangeraden wordt de scores te vergelijken op 3 meetmomenten (week 1-2, week 6-7 en week 12-14). - De SPADI in situaties waarbij de patiënt vermoedelijk kort wordt behandeld voor een aandoening die (vermoedelijk) snel verandert. - De CMS in situaties waarin tevens (herstel van) ROM en kracht relevant zijn, het SNT beschouwt de CMS als een belangrijke FT lijst omdat scoren van mobiliteit en kracht behoren tot de FT identiteit. De CMS score is bij de meeste aandoeningen relevant. - De SPBV is snel toepasbaar en scoort op pijn en beperkt functioneren. De lijst kent wel plafond en bodem effecten en is door het soms ontbreken van ingevulde items niet altijd snel te interpreteren. Soms worden op tijdstip 0 andere items gescoord dan op tijdstip 1. Internationaal is de lijst weinig onderzocht. - De OSIS in situaties waarin sprake is van instabiliteit. De lijst met 12 vragen is snel in te vullen en te scoren. De lijst richt zich met name op de fysieke aspecten van de GH instabiliteit (Hoe vaak uit de kom? Welke activiteiten zijn bedreigend? Ook s nachts?) die de patiënt op een 5 punt schaal scoort. - De WOSI in situaties waarin sprake is van instabiliteit en waarin de FT meer informatie wenst over aspecten als sport, werk en emotionele beleving. De 21 vragen worden in 4 domeinen geklasseerd (fysiek, activiteiten werk, levensstijl en emoties). In vergelijking met de OSIS, toegepast bij somatische instabiliteit, wordt de WOSI toegepast bij het scoren van instabiliteit in een BPS (biopsychosociaal) model. - De SRQ in situaties waarin de FT informatie uit meer domeinen, zoals sport, vrije tijd en beleving, mee wil wegen. In geval van complexe problemen biedt de SRQ de meest uitgebreide score. - De DASH indien de patiënt wel schouderklachten heeft maar tevens klachten in de gehele bovenste extremiteit. Vervolgens worden de kenmerken van de lijsten gekoppeld aan veel voorkomende schouderaandoeningen om de adviezen voor praktische toepassing weer te geven. Tabel 3 toont die relatie. Pagina 8 / 13.

9 SST SST-PO SPADI CMS SPBV OSIS WOSI SRQ DASH Impingementsimpel / eenduidig Impingement - complex / meervoudig Instabiliteit - unidirectioneel, AIOS Instabiliteit - AMBRI, motor patroon Posttraumatisch GH, AC, SC, ribben X (X) (X) X (X) (X) X (X) X X (X) X (X) X (X) (X) X X (X) (X) Frozen shoulder - simpel beloop X X Frozen shoulder - complex beloop PO Impingement: decompressie zonder grote cuff hechting PO Impingement: decompressie inclusief grote cuff hechting PO Instabiliteit - labrum (TUBS, SLAP), - capsular shift PO Prothese: nieuwe kop, resurfacing, reversed prothese X X X (X) (X) X (X) X (X) X X X (X) X X X (X) (X) (X) X X X (X) Tabel 3. De toepasbaarheid van de 9 lijsten gekoppeld aan de klinische situatie. Een X betekent: advies om toe te passen; (X) betekent eventueel toepassen; een lege cel betekent niet toepassen. Afkortingen. PO: PostOperatief; AIOS: Acquired (anterior) Instability by Overuse of Shoulder ; AMBRI: Atraumatisch Multidirectioneel Bilateraal, Revalidatie Inferior shift; TUBS: Traumatisch Unidirectioneel Bankart Surgery; SLAP: Superior Labrum plus Anterior & Posterior rand. Pagina 9 / 13.

10 Het SNT adviseert om bij alle patiënten met schouderaandoeningen de SST te scoren en die score te gebruiken om het verloop te evalueren. In postoperatieve situaties wordt het beloop in de eerste 3 tot 4 maanden getoetst met de SST-PO. Later kunnen ook andere scorelijsten worden gebruikt zeker met het oogmerk het uiteindelijke resultaat (6 tot 12 manden) te kunnen vergelijken met de pre-operatieve situatie of met niet-geopereerde patiënten of gezonde personen. Indien kracht en ROM relevant zijn, en dat is vaak het geval, wordt de CMS score bepaald. Standaardisering over de wijze waarop actieve ROM en de kracht worden bepaald, is daarbij noodzakelijk. In geval van instabiliteit waarbij de fysieke aspecten op de voorgrond staan wordt gebruik gemaakt van de OSIS en van de WOSI indien de klachten ook meer psychosociale aspecten kennen. In geval van uitgebreide schoudergerelateerde klachten wordt de SRQ toegepast. Indien klachten over de gehele bovenste extremiteit domineren wordt de DASH geadviseerd. Afronding De inhoud van tabel 2 toont dat veel onderzoek is uitgevoerd naar de kwaliteit van vragenlijsten voor het scoren schoudergerelateerde klachten. Hoewel eigenlijk elke subgroep van patiënten met een schouderaandoening apart onderzocht dient te worden om vast te stellen wat de kwaliteit van de lijsten in die situatie is, is de huidige state of the art ver genoeg als motivatie voor de beschreven adviezen. Gezien de zelfrapportage speelt de invloed van de fysiotherapeut als bron voor vertekening een kleine rol. Overigens is in tabel 2 bij de CMS de interbeoordelaar betrouwbaarheid en nauwkeurigheid genoteerd. De inhoud van tabel 2 toont aan dat inmiddels voldoende gegevens aanwezig zijn. Het blijkt dat de waarden voor de MDC iets lager liggen dan voor de MCIC hetgeen betekent dat daadwerkelijke klinische veranderingen leiden tot veranderingen in de scores van lijsten. Het verkleinen van de MDC door de toepassing te standaardiseren is aan te raden. De inhoud van dit artikel gecombineerd met de veelal eenvoudige toepassing en interpretatie, de makkelijke toegankelijkheid van de lijsten en de positieve effecten op de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen motiveert om de lijsten in de praktijk toe te passen. Pagina 10 / 13.

11 Literatuurlijst. 1- Engelen EISM van, Swinkels RAHM, Beurskens AJHM. Het gebruik van meetinstrumenten bij schouderproblematiek. Ned Tijdschr Fysiother, 2008, 118: Offringa, A, Assendelft W, Scholten R. Evidence based practice (met name hoofdstuk 4.2). Bohn Scheltema van Loghum, 2 e herziene druk, Houten, De Vet HCW, Terwee CB, Knol DL, Bouter LM. When to use agreement versus reliability measures. J Clin Epidemiology, 59, 2006: Bot SDM, Terwee CB, Windt DAWM van der, Bouter LM, Dekker J, Vet HCW de. Clinimetric evaluation of shoulder disability questionnaires: a systematic review of the literature. Ann Rheum Dis, 2004, 63: McClure P, Michener L. Measures of adult shoulder function. Arthritis & Rheumatism, 2003, 49: Plascek J, Lukens SC, Badalanmenti S, Roubal PJ, Freeman C, Walleman KM, Parrot A, Wiater M. Shoulder outcome measures, a comparison of 6 functional tests. Am J Sports Med, 2004, 32: Stiller J, Uhl TL. Outcomes measurement of upper extremity function. Athletic therapy today, 2005,16(may): Ekeberg OM, Bautz-Holter E, Tveita EK, Keller A Juel NG, Brox JI. Agreement, reliability and validity in 3 shoulder questionnaires in patients with rotator cuff disease.. BMC, Musculoskeletal Disorders, 2008: Christie A, Hagen KB, Mowinckel P, Dagfinrud. Methodological properties of six shoulder disability measures in patients with reumatic diseases referred for shoulder surgery. J Shoulder Elbow Surg, 2009, 18: Roy JS, MacDermid JC, Woodhouse LJ. Measuring shoulder function: a systematic review of four questionnaires. Arthritis & Rheumatism, 2009, 61: Tashjian RZ, Deloach J, Green A, Porucnik CA, Powell AP. Minimally clinically important differences in ASES and SST scores after non-operative treatment of rotator cuff disease. J Bone Joint Surg Am, 2010, 92: Lippit SB, Harryman DT, Matsen FA. A practical tool for evaluation of function: the simple shoulder tests. In: Matsen FA III, Fu FH, Hawkins RJ (editors). The shoulder, a balance of mobility and stability. Rosemont, Illinois; The American Academy of Orthopaedic Surgeons, 1993: Godfrey J, Hamman R, Lowenstien S, Briggs K, Kocher M. Reliability, validity and responsiveness of the simple shoulder test: psychometric properties by age and injury type. J Shoulder Elbow Surg, 2007, 16: Roach KE, Budiman-Mak E, Songsiridej N, Lertratanakul Y. The development of a shoulder pain and disability index. Arthritis Care Res,1991, 4: Heald SL, Riddle DL, Lamb RL. The shoulder pain and disability indez; the construct validity and responsiveness of a region-specific disability measure. Phys Ther, 1977, 77: Pagina 11 / 13.

12 16- Constant CR, Murley AHG. A clinical method of functional assessment of the shoulder. Clin Orthop Relat Res,1987: Constant CR, Gerber C, Emery RJH, Sojberg JO, Gohlke F, Boileau P. A review of the Constant score: modifications and guidelines for its use. J Shoulder Elbow Surg, 2008, 17: Rocourt MHH, Radlinger L, Kalberer F, Sanavi S, Schmidt NS, Leunig M, Hertel R. Evaluation of intratester and intertester reliability of the Constant- Murley shoulder assessment. J Shoulder Elbow Surg, 2008, 17: Heijden van der G.J.M.G. Shoulder Disability Questionnaire: design and responsiveness of a functional status measure. In: Shoulder disorder treatment: efficacy of ultrasound therapy and electrotherapy. PhD-Thesis Maastricht: University of Maastricht, Datawyse/University Press 1996: Windt van der D.A.W.M, van der Heijden G.J.M.G, de Winter A.F, Koes B.W, Devillé W, Bouter L.M. The responsiveness of the Shoulder Disability Questionnaire. Ann Rheum Dis 1998;57: Dawson J, Fitzpatrick R, Carr A. The assessment of shoulder instability, the development and validation of a questionnaire. J Bone Joint Surg UK, 1999, 81-B: Dawson J, Rogers K, Fitzpatrick R, Carr A. The Oxford shoulder score revisited. Arch Orthop Trauma Surg, 2009, 129: Kirkley A, Griffin S, McLintock H, Ng L. The development and evaluation of a disease-specific quality of life measurement tool for shoulder instability; the Western Ontario Shoulder Disability Index (WOSI). Am J Sports Med, 1998, 26: Salomonsson B, Ahlstrom S, Dalen N, Lillkrona U. The Western Ontario Shoulder Disability Index (WOSI); validity, reliability and responsiveness with a Swedish translation. Acta Orthopaedica, 2009, 80: L Insalalta JC, Warren RF, Cohen SB, Altcheck DW, Peterson MGE. A selfadministered questionnaire for assessment of symptoms and function of the shoulder. J Bone Joint Surgery Am, 1997, 79 A: Vermeulen HM, Boonman DCG, Schuller HM, Obermann WR, Rozing PM, Vliet-Vlieland TPM. De Nederlands vertaling van de Shoulder Rating Questionnaire: de SRQ-DV. Ned Tijdschr Fysiother, 2008, 118: Hudak PL, Amadio PC, Bombardier C. Development of an upper extremity outcome measure: the DASH (disabilities of the arm, shoulder and hand). The upper extremity collaborative group (UECG), Am J Ind Med, 1996, 29: Palmen CM, Meijden E van der, nelissen Y, Koke AJA. De betrouwbaarheid en validiteit van de Nederlandse vertaling van de Disability of the Arm, Shoulder and Hand questionniare (DASH). Ned Tijdschr Fysiother, 2004, 114: Pagina 12 / 13.

13 29- Kirchner K, Voskuil E, Lenderink-Hylton A, Burg D van der, Koel G. Toepassing van vragenlijsten bij patiënten van het schouderspreekuur MST. Afstudeerscriptie Saxion Hogeschool Enschede, Wiebrodt A, Theismann H, Stegeman P, Heusinkveld J, Lenderink-Hylton A, Burg D van der, Koel G. Fysiotherapeutisch handelen bij patiënten met aandoeningen aan de schouder, de toegevoegde waarde van vragenlijsten. Afstudeerscriptie Saxion Hogeschool Enschede, juni Shrout PE, Fleiss JL. Uses in assessing rater reliability. Psych Bull, 96, 1979: Krebs DE. Intraclass correlation coefficients, use and calculation. Phys Ther, 64, 1984: Nunally JC, Bernstein IH. Psychometric theory, 3th edition. McGraw-Hill, New York, Koel G, Burg D van der,tas P van der. Ontwikkeling van de SST-PO, de SNT Shoulder Test Post Operatief. december, Kaaz V, Knittel J, Reiss D, Schonewille R, Burg D van der, Koel G. Fysiotherapeutisch handelen bij patiënten met aandoeningen aan de schouder, de toegevoegde waarde van vragenlijsten. Afstudeerscriptie Saxion Hogeschool Enschede, februari Pagina 13 / 13.

Eerste bijeenkomst 2011 van het Schouder Netwerk Twente. 7 juni 2011, Saxion Hogeschool Enschede.

Eerste bijeenkomst 2011 van het Schouder Netwerk Twente. 7 juni 2011, Saxion Hogeschool Enschede. Eerste bijeenkomst 2011 van het Schouder Netwerk Twente. 7 juni 2011, Saxion Hogeschool Enschede. AGENDA 07-06-2011; lokaal F 1.09. 18:30 19:00 uur: Ontvangst. 19:00 19:30 uur: Mededelingen van het bestuur;

Nadere informatie

Immobilizer: 6 weken Samenvatting van de prognose betreffende herstel van functies en activiteiten. Werk. Werk. schouderhoogte

Immobilizer: 6 weken Samenvatting van de prognose betreffende herstel van functies en activiteiten. Werk. Werk. schouderhoogte Protocol 5 Scopische SLAP-repair 1. Algemeen Immobilizer: 6 weken Samenvatting van de prognose betreffende herstel van functies en activiteiten. Wanneer kan ik verwachten: 0-3 weken 3-6 weken Werk Functionele

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Bovenste extremiteit Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Shoulder Function Assessment (SFA) maart 2014 Review: Emonts W Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Shoulder Rating Questionnaire (SRQ) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Shoulder Rating Questionnaire (SRQ) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Shoulder Rating Questionnaire (SRQ) 18 oktober 2011 Review: Thijs van Meulenbroek Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH)

Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH) Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH) P.L. Hudak et al. (1996) DOEL(GROEP): Inventariserend en evaluatief De DASH meet symptomen en functionele beperkingen in de bovenste extremiteit gedurende

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Simple Shoulder Test (SST) 16 januari 2011 Review: Sabine Düsedau Ruth Erkens Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Shoulder Disability Questionnaire (SDQ) 29 december 2010 Review: 1) Pijn Kennis Centrum Maastricht 2) S Düsedau, R Erkens, B Dijcks 3) S Joeris Invoer: E

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Constant Murley Score 28 mei 2010 Review: 1) Sabine Düsedau Ruth Erkens 2) Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam

Responsiviteit van meetinstrumenten. Prof. dr. ir. Riekie de Vet. EMGO Instituut, Amsterdam Responsiviteit van meetinstrumenten Prof. dr. ir. Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Klinimetrische eigenschappen Reproduceerbaarheid Validiteit Responsiviteit Interpretatie Definitie

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Michigan Hand Outcomes Questionnaire- Dutch Language Version (MHOQ-DLV) 21 januari 2010 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

3S Vragenlijst onderzoek

3S Vragenlijst onderzoek 3S Vragenlijst onderzoek SNN Screening Schouder vragenlijst door Gerard Koel, FT, MSc, MT Inhoud 1. Motivatie voor de ontwikkeling van de 3S vragenlijst 2. Kenmerken van de 3S vragenlijst 3. Diagnostische

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten Life Habits 22 September 2010 Review: 1) E. Bernges, M. Bertrand, L. Patelski 2) Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregio

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extrimiteiten Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Emory Functional Ambulation Profile (E-FAP) 22 juni 2011 Review: 1) Britta Klingen Tanja Schmitz Julia Wagner 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene

Nadere informatie

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Maastricht Social Participation Profile (MSPP) Augustus 2013 Review: G.M.J. Mars Eveline van Engelen Invoer : Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd. Overige (overig, ongespecificeerd)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd. Overige (overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument de Morton Mobility Index (DEMMI) 29 december 2011 review: M.P. Jans invoer: E v. Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast

Nadere informatie

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Mijn innovatie is beter dan de concurrentie Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op Bijvoorbeeld: Mortaliteit Kwaliteit

Nadere informatie

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum

PROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum PROMIS De nieuwe gouden standaard voor PROMs Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum Dr. Dolf de Boer Vraaggestuurde

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Het SNN Containermodel voor klinisch redeneren. Inhoud. Klinisch redeneren. Basis klinisch redeneren

Het SNN Containermodel voor klinisch redeneren. Inhoud. Klinisch redeneren. Basis klinisch redeneren Het SNN Containermodel voor klinisch redeneren Willem-Paul Wiertz, MSc Sportfysiotherapeut, Bewegingswetenschapper Inhoud Basis klinisch redeneren Hulpmiddelen/ modellen klinisch redeneren Opbouw + uitleg

Nadere informatie

http://www.psychfysio.nl/nieuws/6_04_1.html Jelle Heisen Anamnese

http://www.psychfysio.nl/nieuws/6_04_1.html Jelle Heisen Anamnese http://www.psychfysio.nl/nieuws/6_04_1.html Jelle Heisen Anamnese Wat is de hulpvraag in termen van ICF en gerelateerd aan het functioneren van de patiënt in zijn / haar context? 1 inventarisatie concrete

Nadere informatie

Roland Disability Questionnaire

Roland Disability Questionnaire Roland 1983 Nederlandse vertaling G.J. van der Heijden 1991 Naampatiënt...Datum:. Uw rugklachten kunnen u belemmeren bij uw normale dagelijkse bezigheden. Deze vragenlijst bevat een aantal zinnen waarmee

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument McMaster Health Index Questionnaire (MHIQ) April 2011 Review: Thijs van Meulenbroek Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps. Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

Nadere informatie

De postoperatieve stijve schouder. Toegevoegde waarde van het Deventer Schoudernetwerk. Rinco Koorevaar. Orthopedisch chirurg Deventer Ziekenhuis

De postoperatieve stijve schouder. Toegevoegde waarde van het Deventer Schoudernetwerk. Rinco Koorevaar. Orthopedisch chirurg Deventer Ziekenhuis De postoperatieve stijve schouder. Toegevoegde waarde van het Deventer Schoudernetwerk Rinco Koorevaar Orthopedisch chirurg Deventer Ziekenhuis Fellowship shoulder and elbow Nottingham, Engeland Schouderfysiotherapeuten

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Walking Impairment Questionnaire (WIQ) review: EJCM Swinkels-Meewisse. invoer: E v Engelen

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Walking Impairment Questionnaire (WIQ) review: EJCM Swinkels-Meewisse. invoer: E v Engelen Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Walking Impairment Questionnaire (WIQ) 06-03-2012 review: EJCM Swinkels-Meewisse invoer: E v Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Enquête SNT bijeenkomst

Enquête SNT bijeenkomst Enquête SNT bijeenkomst 01-06-2010. ENQUETE NAAR TEVREDENHEID SNT LEDEN & WEERGAVE RESULTATEN. Plaats een kruis in de passende cel. 1: De huidige opzet van de SNT bijeenkomsten bestaat uit het mailen van

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) September 2009 Review: Béatrice Dijcks Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Bewegingsvrijheid in het dagelijkse functioneren als uitgangspunt voor een meetinstrument voor patiënten met schouderklachten

Bewegingsvrijheid in het dagelijkse functioneren als uitgangspunt voor een meetinstrument voor patiënten met schouderklachten Bewegingsvrijheid in het dagelijkse functioneren als uitgangspunt voor een meetinstrument voor patiënten met schouderklachten RAB Oostendorp JWH Elvers IN Sierevelt KWAP van der Heijden Nederlands Paramedisch

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteit

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteit Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Hip Injury and Osteoarthritis Outcome Score (HOOS) Januari 2011 Review en invoer: E. v. Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Kwaliteit van meetinstrumenten

Kwaliteit van meetinstrumenten Kwaliteit van meetinstrumenten EMGO + retraite 2010 Programma bijeenkomst Quality of Care Caroline Terwee 1 Ruth van Nispen 2 1 Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc, afdeling Epidemiologie en Biostatistiek

Nadere informatie

psychometrie!?! Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam

psychometrie!?! Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Klinimetrie versus / naast psychometrie!?! Riekie de Vet EMGO Instituut, Amsterdam Meet-eigenschappen Test-hertest Reliability (betrouwbaarheid) Meetfout Definities Reliability (betrouwbaarheid): kunnen

Nadere informatie

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn. BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten Harris Hip Score (HHS) Augustus 2010 Review: Dagmar Schulte Susanne Brasseler Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregio

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

PROGRAMMA INHOUD over: Self efficacy

PROGRAMMA INHOUD over: Self efficacy PROGRAMMA INHOUD over: Self efficacy 1. 18:00 18:20 uur. Mededelingen bestuur (Henk Vaarkamp) 2. 18:20 18:45 uur. Commissie Inhoud; presentaties van Carien Hobbelink & Marlijn Teggeler. 3. 18:45 19:00

Nadere informatie

3S Vragenlijst onderzoek

3S Vragenlijst onderzoek 3S Vragenlijst onderzoek 3S = SNN Screening Schouder vragenlijst Uden, 06-11-2018, door Gerard Koel, FT, MSc, MT Inhoud 1. Motivatie voor de ontwikkeling van de 3S vragenlijst 2. Kenmerken van de 3S vragenlijst

Nadere informatie

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics

Nadere informatie

Fysiotherapie 2008. Klinimetrie. Klinimetrie, klinisch redeneren en verslagleggen. klinisch redeneren met behulp van klinimetrie

Fysiotherapie 2008. Klinimetrie. Klinimetrie, klinisch redeneren en verslagleggen. klinisch redeneren met behulp van klinimetrie klinisch redeneren met behulp van klinimetrie De zin en onzin van het meten, klinisch redeneren en verslagleggen = stelselmatig meten van klinische verschijnselen Dr Harriët Wittink Lector leefstijl en

Nadere informatie

Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie

Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie De beroepsgroep is aan zet! Philip van der Wees NVVC, 5 april 2017 Opbouw 1. Wat zijn PROs en PROMs? 2. De PROM-toolbox 3. PROMs in de cardiologie:

Nadere informatie

Lezing : Frozen Shoulder Voorstel Fysiotherapeutische behandelrichtlijn bij Capsulitis Adhaesiva

Lezing : Frozen Shoulder Voorstel Fysiotherapeutische behandelrichtlijn bij Capsulitis Adhaesiva Lezing : Frozen Shoulder Voorstel Fysiotherapeutische behandelrichtlijn bij Capsulitis Adhaesiva H.M. Vermeulen, R. Schuitemaker, K.M.C. Hekman, D.H. van der Burg, F. Struyf. De SNN- Praktijkrichtlijn

Nadere informatie

Eerste bijeenkomst 2010 van het Schouder Netwerk Twente. 1 juni 2010, Saxion Hogeschool Enschede.

Eerste bijeenkomst 2010 van het Schouder Netwerk Twente. 1 juni 2010, Saxion Hogeschool Enschede. Eerste bijeenkomst 2010 van het Schouder Netwerk Twente. 1 juni 2010, Saxion Hogeschool Enschede. AGENDA 09-12-2008. 18:30 19:00 uur: Ontvangst. 19:00 19:30 uur: Mededelingen van het bestuur; -Maria Knippers

Nadere informatie

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde

PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics

Nadere informatie

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6 Redactie 1 0 Auteurs 1 1 Voorwoord 1 6 inleiding de schouder 1 9 1 Patiënten met schoudersyndromen in de huisarts- en fysiotherapiepraktijk 2 1 Inleiding 2 2 Patiënten met schoudersyndromen in de huisartspraktijk

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA REVERSED SCHOUDERPROTHESE (RSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA REVERSED SCHOUDERPROTHESE (RSP) VERSIE 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA REVERSED SCHOUDERPROTHESE (RSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Terug in het heden: een nuchtere blik op de zin en onzin van meten in de zorg. Sandra Beurskens

Terug in het heden: een nuchtere blik op de zin en onzin van meten in de zorg. Sandra Beurskens Terug in het heden: een nuchtere blik op de zin en onzin van meten in de zorg Sandra Beurskens Patient/client centred SDM (RVZ, 2013) Evidence Based Practice Context Multi/inter-disciplinair Doelgerichte

Nadere informatie

Caroline Bastiaenen, PhD

Caroline Bastiaenen, PhD Caroline Bastiaenen, PhD Department of Epidemiology, CAPHRI Research School, Maastricht University Onderzoeksopzet Kwalitatieve studie (exploratief, hypothese ontwikkeling) Onderdeel van een validatie

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Mahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen

Mahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen The Barthel Index (BI) Mahoney, F. I. and Barthel, D. W. (1965) "Functional Evaluation: The Barthel Index." Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers Aantal items Deelname

Nadere informatie

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling

Nadere informatie

Incontinence Impact Questionnaire Short Form (IIQ-7)

Incontinence Impact Questionnaire Short Form (IIQ-7) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Incontinence Impact Questionnaire Short Form (IIQ-7) 22 januari 2012 Review: 1) Sandra Joeris 2) Eveline van Engelen Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Schouderinstabiliteit

Schouderinstabiliteit Schouderinstabiliteit Dr. Hans Van der Bracht www.orthopedie-web.be Opbouw Anatomie Classificaties Anamnese / KO / beeldvorming Behandeling Anterieure Schouderluxatie Posterieure schouderinstabiliteit

Nadere informatie

Meten van lichaamsbeleving

Meten van lichaamsbeleving Meten van lichaamsbeleving ALV NVPMT 31 maart 2016 Mia Scheffers wjscheffers@gmail.com 1 Twee delen Deel 1 Waarom belangrijk; resultaten tot nu toe Deel 2 Obstakels en valkuilen, aandachtspunten 2 Waarom?

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Ruud Reijmers Fysiotherapeut Jeroen Bosch Ziekenhuis Disclosure belangen spreker (Potentiële) Belangenverstrengeling: Geen

Nadere informatie

Abstract. Keywords. Foot and Ankle Outcome Score (FAOS), Ankle, PROM, Validity, Reliability, Dutch translation

Abstract. Keywords. Foot and Ankle Outcome Score (FAOS), Ankle, PROM, Validity, Reliability, Dutch translation Validation of the Dutch language version of the Foot and Ankle Outcome Score I. N. Sierevelt, L. Beimers, C. J. A. van Bergen, D. Haverkamp, C. B. Terwee, G. M. M. J. Kerkhoffs Abstract Purpose. The aim

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Activiteitenprofiel ENG: Activity Record (ACTRE) 31 januari 2019 Review en invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Roland Disability Questionnaire (RDQ) 10 december 2010 review: Pijn Kennis Centrum Maastricht 1) T. Horbach, Koomen, R. Mathijsen 2) M. Dickmeis, P. Frings,

Nadere informatie

Groot IB de, Favejee M, Reijman M, Verhaar JAN, Terwee CB.

Groot IB de, Favejee M, Reijman M, Verhaar JAN, Terwee CB. Published in Health Qual Life Outcomes. 2008 Feb 26;6:16 Abstract Validation of the Dutch version of the Knee disability and Osteoarthritis Outcome Score. The Dutch version of the knee injury and osteoarthritis

Nadere informatie

Psychological symptoms and clinical outcome after shoulder surgery Koorevaar, Cornelis

Psychological symptoms and clinical outcome after shoulder surgery Koorevaar, Cornelis University of Groningen Psychological symptoms and clinical outcome after shoulder surgery Koorevaar, Cornelis IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you

Nadere informatie

Reproduceerbaarheid. 2.2 Categoriale/dichotome variabelen 17

Reproduceerbaarheid. 2.2 Categoriale/dichotome variabelen 17 15 Reproduceerbaarheid.1 Kenmerken 16. Categoriale/dichotome variabelen 17..1 Overeenstemming 17.. Kappa 17..3 Interpretatie 19.3 Continue variabelen 0.3.1 Pearson s correlatiecoëfficiënt 0.3. Spearman

Nadere informatie

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).

Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Kinesiofobie bij lage-rugpijn: een eenvoudige manier Prof.dr. Rob Oostendorp Nancy Demolon, MSc Olaf van der Zanden, MSc Prof.dr. William Duquet Wat te verwachten? Interagerende factoren van acute naar

Nadere informatie

Quality of life Index: Cancer version

Quality of life Index: Cancer version Quality of life index : cancer version Ferrans, C. E. & Powers, M. J. (1985). Quality of life index: development and psychometric properties. ANS Adv Nurs Sci., 8, 15-24. Ferrans, C. E. (1990). Development

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Hoensbroeckse Beperkingenschaal Hersenletsel (HBSH) 17 juni 2011 Review: 1) P. Hoenderdaal M. Post E. van Engelen 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst

Nadere informatie

ParaBench. Releasenotes. ParaBench versie 2.0

ParaBench. Releasenotes. ParaBench versie 2.0 ParaBench versie 2.0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1... 3 1.1 Nieuwe mogelijkheden... 3 1.2 Diverse kleinere uitbreidingen en verbeteringen... 4 1.3 Oplossingen... 4 Hoofdstuk 2 Beschrijving

Nadere informatie

Validation of the Dutch version of the Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score

Validation of the Dutch version of the Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score Published in: Osteoarthritis and Cartilage 2007;15(1):104-109 Abstract Validation of the Dutch version of the Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score De Groot IB, Reijman M, Terwee CB Bierma-Zeinstra

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum DIAGNOSTIEK Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei in aantal (kostbare) testen EBM: aantonen

Nadere informatie

PROMs en PROMIS. Colloqium NIVEL 27 jan 2014

PROMs en PROMIS. Colloqium NIVEL 27 jan 2014 PROMs en PROMIS Colloqium NIVEL 27 jan 2014 Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics Inhoud 1. PROs 2. PROMs 3. PROMIS 2

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Factor Occupational Rating System Scale (FORSS)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Factor Occupational Rating System Scale (FORSS) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Factor Occupational Rating System Scale (FORSS) Juli 2014 Review: Jungen MJH Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Berg Balance Scale 7 februari 2013 Review: 1) Britta Klingen Tanja Schmitz Julia Wagner 2) Eveline van Engelen Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL)

TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument TNO-AZL Preschool Children Quality of Life (TAPQOL) Februari 2015 Review: Jungen MJH Invoer: Bokhorst ML 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Handout SNT bijeenkomst

Handout SNT bijeenkomst Handout SNT bijeenkomst 01-06-2010. 1. VOORBEELD UIT CONCEPT RICHTLIJNEN. Fysiotherapeuten richtlijn 5: FT na artroscopische hechting van het voor-onderste deel van het labrum. 1. Algemeen Voor doelen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPSI) is een verre van volledig begrepen complex van symptomen. Wanneer CRPSI ontstaat is dit meestal het gevolg van een operatie of andersoortig trauma.

Nadere informatie

Mental Alternation Test (MAT)

Mental Alternation Test (MAT) Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation

Nadere informatie