Peking-rapport. Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Transcriptie

1 Peking-rapport Verslag over de initiatieven genomen in 2007 om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1

2 Inhoudsopgave Inleiding Bijdrage Minister-voorzitter, Charles PICQUE BEVOEGDHEID Plaatselijke Besturen, Stadsvernieuwing, Buitenlandse Handel, Ontwikkelingssamenwerking Bijdrage Minister Guy VANHENGEL BEVOEGDHEID Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen Bijdrage Minister Benoît CEREXHE BEVOEGDHEID Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp Bijdrage Minister Pascal SMET BEVOEGDHEID Mobiliteit & Openbare Werken Bijdrage Minister Evelyne HUYTEBROECK BEVOEGDHEID Leefmilieu, Energie, Waterbeleid Bijdrage Staatssecretaris Françoise DUPUIS BEVOEGDHEID Ruimtelijke Ordening, Huisvesting Bijdrage Staatssecretaris Brigitte GROUWELS BEVOEGDHEID Ambtenarenzaken BEVOEGDHEID Gelijke kansenbeleid BEVOEGDHEID Toezicht op Haven van Brussel Bijdrage Staatssecretaris Emir KIR BEVOEGDHEID Openbare Netheid, Monumenten en Landschappen Conclusie 2

3 Inleiding In de verklaring van Peking, opgesteld naar aanleiding van de Vierde Wereldvrouwenconferentie te Peking in 1995, werden de internationale gemeenschap, de verschillende regeringen en verenigingen opgeroepen om elke discriminatie ten opzichte van vrouwen weg te werken om zo tot een echte gelijkheid van vrouwen en mannen te komen. Met het Actieplatform van Peking werd een internationaal instrument ontwikkeld dat moet lijden naar een gendergelijke samenleving. Er wordt hierin speciale aandacht gevraagd voor de positie van de vrouw in 12 specifieke beleidsdomeinen. Binnen elk van deze domeinen werden concrete aanbevelingen gedaan en duidelijke strategische doelstellingen bepaald voor de nationale en internationale actoren. De 12 prioritaire domeinen zijn : 1. Vrouwen en armoede 2. Vrouwen en onderwijs 3. Vrouwen en gezondheid 4. Geweld op vrouwen 5. Vrouwen en gewapende conflicten 6. Vrouwen en economie 7. Vrouwen en hun deelname aan besluitvorming 8. Institutionele mechanismen voor de verbetering van de positie van de vrouw 9. Fundamentele rechten van de vrouw 10. Vrouwen en media 11. Vrouwen en milieu 12. Meisjes Dit internationale engagement werd in België op verschillende beleidsniveaus omgezet in een verplicht jaarlijks evaluatieverslag. Dit zogenaamde 'Pekingrapport' bundelt alle acties ondernomen door de verschillende ministers en staatssecretarissen om in hun beleidsdomeinen tot meer gendergelijkheid te komen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zette de internationale aanbevelingen van het vierde Wereldvrouwenconferentie om in een 'ordonnantie betreffende het opstellen, door de regering, van een jaarlijks evaluatieverslag over haar beleid inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen van 20 april 2006.'. Deze ordonnantie (BS ) bepaalt dat de Brusselse regering jaarlijks een evaluatierapport over haar beleid inzake gelijkheid tussen vrouwen en mannen dient op te stellen en aan het Brussels parlement voor te leggen. Elk lid van de Brusselse regering is dus verplicht voor zijn of haar beleidsdomeinen een evaluatieverslag te maken inzake gendergelijkheid. Deze bijdragen worden dan gebundeld en in een 'Pekingrapport' en aan het parlement voorgelegd. De Brusselse Hoofdstedelijke regering heeft in 2007 haar eerste Pekingrapport aan het parlement voorgelegd. Hiervoor werd een werkmethode ontwikkeld. De aangereikte methode bestond uit twee invulformulieren waarin de verschillende ministers en staatssecretarissen hun bijdrage konden vermelden. Een handleiding om via deze invulformulieren tot een sluitende tekst te komen werd eveneens opgesteld. In deze handleiding werd de nodige aandacht besteed aan de engagementen die in een internationale context werden aangegaan op de vierde Wereldvrouwenconferentie te Peking in 1995, aan het begrip gender en aan de bedoeling, belang en noodzaak van de 'Pekingrapportage'. 3

4 Voor dit tweede rapport werd dezelfde werkwijze gebruikt. Dit om de continuïteit met het vorige rapport te waarborgen. Naarmate de Pekingrapportage meer en meer een evidentie wordt, kunnen aanpassingen aan de voorgestelde werkmethode aangebracht worden. Het is immers belangrijk eerst een vast patroon te vinden en eens deze methode voldoende is ingeburgerd, deze te wijzigen. Door telkens de werkwijze en methode te veranderen loopt men immers het risico dat er van de ondernomen acties voor meer gendergelijkheid weinig terecht komt. Het voorliggende rapport geeft dus net als het eerste 'Pekingrapport' meer informatie over de concrete invulling van de strategische doeleinden, over de financiële middelen die hiervoor werden uitgetrokken over de realisaties en toekomstige acties die de bevordering van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen tot onderwerp hebben. Namens de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 4

5 Minister-voorzitter, Charles PICQUE BEVOEGDHEID Plaatselijke Besturen, Stadsvernieuwing, Buitenlandse Handel, Ontwikkelingssamenwerking Prioritair domein A: Vrouwen en Armoede Prioritaire doelstellingen: A1. Macro-economische beleidslijnen en ontwikkelingsstrategieën herzien, goedkeuren en toepassen die tegemoet komen aan de noden en de inspanningen van vrouwen die in armoede leven. A2. De wetgeving en de administratieve praktijken bijstellen om de gelijke rechten op de economische middelen te waarborgen en de vrouwen hiertoe een bredere toegang te verlenen. Prioritair domein K Vrouwen en Milieu Prioritaire doelstellingen: K1. Een actieve deelname van de vrouwen aan de besluitvorming inzake het milieu waarborgen op alle niveaus. K3. Mechanismen creëren of versterken op nationaal, gewestelijk en internationaal vlak om de impact te evalueren van het beleid inzake ontwikkeling en milieubeheer op de vrouwen. Context In de Brusselse gemeenten werden tijdens de vorige gemeentelijke legislatuur een aantal projecten ontwikkeld die een samenwerking waarborgen in het kader van zustergemeenten of noord-zuidrelaties. De oude banden met zustergemeenten kunnen als basis dienen om de samenwerkingsverbanden inzake duurzame ontwikkeling en de toepassing ervan op lokaal vlak via Agenda 21 te versterken. In dit kader heeft de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2005 een Europees colloquium georganiseerd dat was gewijd aan de uitwisselingen tussen gemeenten en regio's van Europa, de drijfkracht achter de duurzame ontwikkeling. Het Bestuur Plaatselijke Besturen zal voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dit colloquium mede organiseren samen met de werkgroep Deelname en burgerschap van het BPB. Bij deze gelegenheid werd de nadruk gelegd op de tijdelijke beleidslijnen als middel voor de duurzame ontwikkeling zoals die werden ontwikkeld in Frankrijk en Italië, maar in België op lokaal vlak nog niet zijn doorgebroken. 5

6 Geplande Initiatieven in 2007 Actie 1: Er bestaan verscheidene schepenen van noord-zuidrelaties in het Brussels Gewest. De Coördinatie heeft deelgenomen aan de noord-zuidprojecten die in de gemeenten zijn opgezet om het belang van het geslacht daarin in te voeren en te ontwikkelen. Een eerste vergadering zal plaatshebben met de betrokken gemeenten, de Vereniging van de Stad en de Gemeenten en het BPB. Actie 2: Verspreiding van de Methodologie van de verkenningswandelingen, een methodologie die zowel rekening houdt met het geslacht als met de evolutie van de maatschappij. De coördinatie van de gelijke kansen van het BPB heeft deelgenomen aan het begeleidingscomité dat werd opgericht door de federale Minister van Gelijke Kansen. De methode en het bestek werden verspreid en toegelicht in Naar aanleiding daarvan hebben verscheidene gemeenten projecten ingediend met het oog op de organisatie van verkenningswandelingen op het grondgebied in 2007 en Deelname aan de enquête «Time and Budget», een nieuwe enquête over budget en tijd die door de federale overheid werd toegekend aan de groep TOR van de VUB. De gegevens zullen beschikbaar zijn per Gewest op de site van het wetenschapsbeleid in Actiepistes Het facet geslacht ontwikkelen in onze bevoegdheid «ontwikkelingshulp» Prioritair domein B Vrouwen en onderwijs Prioritaire doelstelling B4: Voortdurende opvoeding en opleiding voor meisjes en vrouwen bevorderen. Context en beginsituatie: In 1994 trad de wet Smet/Tobback in werking «voor de bevordering van een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen op de lijsten van kandidaten voor de verkiezingen, waarbij de politieke partijen verboden werd kieslijsten samen te stellen waarop meer dan twee derde van de kandidaten tot hetzelfde geslacht behoren. De wil om de evenwichtige politieke deelname van mannen en vrouwen te verhogen, was één van de prioriteiten van federaal Minister van Gelijke Kansen Laurette Onkelinx die in 2000 een wetsontwerp indiende dat tot doel had een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen, provinciale en Europese verkiezingen te waarborgen. Het Gewest van zijn kant heeft in zijn acties een reeks initiatieven opgenomen om de vrouwen op duurzame wijze te verankeren in de politiek door via de coördinatie van de Gelijke Kansen opleidingen te verstrekken die het geslacht integreren en door de samenstelling in de hand te werken van een netwerk van verkozenen die deze materie

7 ter harte nemen. In 2006 keurt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een ordonnantie goed betreffende de kieswet die van kracht is in de Brusselse gemeenten; deze ordonnantie bepaalt dat voortaan «het verschil tussen het aantal kandidaten van elk geslacht niet groter mag zijn dan één op alle lijsten met kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De twee eerste kandidaten van elke lijst moeten tot een ander geslacht behoren.» Daar de Minister van Binnenlandse Zaken geen statistieken kan leveren, beschikken we alleen over de gegevens die de federale Minister van Gelijke Kansen heeft overgemaakt toen de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen een federale competentie was. Men moest wachten op databanken tot deze materie was overgedragen aan de gewesten en vaststellen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het goed doet, gezien het aantal vrouwelijke verkozenen die het Gewest telt in vergelijking met de twee andere gewesten van het land. Acties Actie 1: Samenstelling -in van een geslachtsgebonden databank van alle gemeentelijke verkozenen die wordt geüpdatet. Deze databank kan meer bepaald als basis dienen voor universitaire studies inzake -bijvoorbeeld- de gemeentelijke legislaturen. Actie 2: Tijdens de huidige gewestelijke legislatuur worden opleidingen verstrekt aan de verkozenen (overheidsopdrachten, gewestelijke instellingen, spreken voor een publiek ), waarin het geslacht binnen het gemeentelijk mandaat wordt opgenomen; deze opleidingen zijn de basis voor de samenstelling van een netwerk van lokale verkozenen die zeer veel aandacht schenken aan het beleid inzake gelijkheid. Indicatoren In dit stadium is het onmogelijk de impact te evalueren van de samenstelling van de netwerken en van de opleidingen op de loopbanen van de deelneemsters, maar de positieve evaluatie door de leden en het gebruik van het netwerk van verkozenen door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen tijdens de laatste studie bevestigt het belang van deze methode. Resultaten Actie 1: De databank dient als basis voor alle contacten die worden gelegd met de verkozenen en biedt desgevallend de mogelijkheid om deze later te gebruiken voor academische studies. Actie 2: Een zestigtal verkozenen hebben op één of ander moment deelgenomen aan het netwerk. Geplande acties in 2008 Deze acties opnieuw voeren tijdens de nieuwe legislatuur vanaf 2008 en de

8 gemengdheid ervan verhogen om de interesse van de mannen te wekken voor het belang van de gelijkheid. Priortair domein D Geweld tegen vrouwen Gewestelijke coördinatie inzake partnergeweld Context en uitgangssituatie Context In 2005 besliste de federale Staat de Gewesten en de Gemeenschappen te betrekken bij de uitwerking van het NAP (Nationaal Actieplan ter Bestrijding van Partnergeweld). Dat plan is opgebouwd rond zes grote strategische krachtlijnen: bewustmaking, opleiding, preventie, opvang en bescherming van het slachtoffer, repressie en evaluatie. Op een interministeriële bijeenkomst met de betrokken overheden, de deelstaten en de federale regering, werd een gezamenlijke definitie 1 van partnergeweld aangenomen. In 2005 ondertekende het Gewest, dat vertegenwoordigd werd door de heer Minister- President Charles Picqué en mevrouw de Staatssecretaris Brigitte Grouwels, in een partnership met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, een overeenkomst tot aanwerving van een gewestelijke coördinatrice inzake partnergeweld. Deze overeenkomst werd verlengd in 2006 en De gewestelijke coördinatrice inzake partnergeweld is belast met de volgende taken en opdrachten: - Deelnemen aan de bijeenkomsten van de provinciale en gewestelijke coördinatrices alsook aan de interdepartementale bijeenkomsten die in het teken staan van de follow-up van het Nationaal Actieplan ter Bestrijding van Partnergeweld; - Informatie en gegevens in verband met partnergeweld verzamelen en analyseren en daarover verslagen opstellen; - Het gewestelijk overlegplatform inzake partnergeweld doen bijeenkomen en begeleiden; - Initiatieven op het getouw zetten die in het teken staan van communicatie, bewustmaking en preventie en deze begeleiden; - Antwoorden op vragen die gesteld worden door de kabinetten, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, het betrokken begeleidingscomité, contactpersonen, burgers,...; De vastgelegde opdrachten worden uitgevoerd onder het toezicht van een begeleidingscomité dat is samengesteld uit vertegenwoordigsters van de Minister- President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Staatssecretaris voor Gelijke 1 «Geweld in intieme relaties is een geheel van gedragingen, handelingen en houdingen van één van de partners of ex-partners die erop gericht zijn de andere te controleren en te domineren. Het omvat verbale, fysieke, seksuele en economische agressie, bedreigingen of geweldplegingen die zich herhalen of kunnen herhalen en die de integriteit van de ander en zelfs zijn socio-professionele integratie aantasten. Dit geweld treft niet alleen het slachtoffer, maar ook de andere familieleden, waaronder de kinderen. Het is een vorm van intrafamiliaal geweld.»

9 Kansen en een vertegenwoordigster van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Uitgangssituatie De uitgangssituatie wordt uitvoerig beschreven in het Peking-verslag dat in maart 2006 door de betrokken kabinetten werd voorgelegd. Strategische doelstelling D1: Het nemen van overlegde maatregelen om het geweld tegenover vrouwen te voorkomen en weg te werken. I. GEWESTELIJKE INITIATIEVEN OPGESTART IN Voortzetting van de werkzaamheden van het gewestelijk overlegplatform inzake partnergeweld Voorstelling van het Platform Het platform verenigt deskundigen en veldwerkers uit verschillende sectoren (politie, justitie, sociale sector, medici, paramedici) die op dat vlak actief zijn binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Via dat platform treden voormelde beroepsmensen met elkaar in contact om rond deze problematiek een integrale aanpak uit te werken die moet leiden tot een samenwerking tussen de sectoren en tussen de vakgebieden. Vastleggen van algemene doelstellingen, een methode en de verwachte effecten. Ziehier een paar algemene doelstellingen van het platform en de daaraan verbonden werkgroepen: - Bevorderen van uitwisselingen en ontmoetingen tussen beroepsmensen uit verschillende sectoren (gerecht, sociale sector, politie, medici, paramedici,...) die te maken krijgen met problemen in verband met partnergeweld; - Bepalen van de noden van de verschillende sectoren in het raam van deze problematiek; - Ingang doen vinden van goede praktijken inzake de bestrijding van partnergeweld; - Verbeteren van de opvang van slachtoffers en daders; Voorstelling van de verschillende werkgroepen (WG) De bijeenkomsten van de WG vormen een gelegenheid om werkpistes, acties, initiatieven en onderwerpen uit te stippelen. Hieronder vindt u voor iedere werkgroep een paar voorbeelden: WG politie justitie Samenstelling: referentiemagistraat inzake intrafamiliaal geweld van het gerechtelijk arrondissement Brussel, referentieagenten inzake intrafamiliaal geweld, een onderzoeksrechter en een vertegenwoordigster van het Justitiehuis. Frequentie van de bijeenkomsten: ongeveer om de 3 maand. Doelstellingen :

10 - Toepassing van de gemeenschappelijke omzendbrief van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-Generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld (COL 4), - Uitwisselingen tussen gerecht en politie bevorderen, - De goede praktijken die toegepast worden in bepaalde zones, onder de aandacht brengen teneinde deze ook uit te breiden naar andere zones, - Het opstellen van een proces-verbaal door de politiemensen verbeteren, aangeven welke vermeldingen op het proces-verbaal moeten voorkomen, sessies inrichten die erop gericht zijn de politiemensen van hun zone te sensibiliseren, Sectoren vertegenwoordigd op de bijeenkomsten De referentiemagistraat inzake intrafamiliaal geweld en bepaalde leden van diens team, een vrouwelijke onderzoeksrechter, een vertegenwoordigster van het Justitiehuis, de referentieagenten van de politiezones van het gerechtelijk arrondissement Brussel. Verloop van de bijeenkomsten Tijdens de bijeenkomsten maakt iedere referentieagent een stand van zaken op over het intrafamiliaal geweld in zijn zone, wijst hij op de moeilijkheden waartoe de toepassing van de COL 4 aanleiding geeft bij het opstellen van de processen-verbaal, het verzenden van documenten of beslissingen (beschikkingen van de onderzoeksrechter) per fax, door de politie-autoriteiten, het parket, de diensten voor slachtofferhulp, of de onderzoeksrechters WG psycho-sociale opvang en gezondheidszorg Samenstelling: psychologen, sociaal assistenten, artsen, stuwende krachten die de sociale, de psychosociale, de medische en de paramedische sector in Brussel vertegenwoordigen. Frequentie van de bijeenkomsten: om de 3 maand. Doelstellingen - De noden van de psychisch-medisch-sociale sector in het raam van deze problematiek bepalen, - Tegemoet komen aan de noden van de psychisch-medisch-sociale sector - Deskundigen en hulpverleners uitnodigen om het te komen hebben over bepaalde thema's die verband houden met aspecten en goede praktijken van de psychisch-medisch-sociale sector. WG opleiding en bewustmaking Samenstelling: verschillende hulpverleners die binnen dit vakgebied reeds groepsbijeenkomsten, sessies rond sensibilisering en opleidingen hebben ingericht en verstrekt. Frequentie van de bijeenkomsten: occasioneel, afhankelijk van de opleidings- en bewustmakingsinitiatieven. Doelstellingen - Voorbereiden van een opleidingsmodule, - Meehelpen bij het verstrekken van opleidingen, - Medewerking verlenen bij: - het opstellen van documenten bestemd om rond te delen: brochure,... - meehelpen bij het opzetten van campagnes, evenementen,... WG colloquium Samenstelling: leden van andere WG.

11 Frequentie van de bijeenkomsten: occasioneel, afhankelijk van de voorbereiding van het colloquium. Doelstellingen - Voorbereiding van het colloquium van 23/11/07, - Voordragen van hulpverleners en deskundigen, - Voorstellen van thematieken. De plenaire vergadering Samenstelling: leden van alle werkgroepen. Frequentie van de bijeenkomsten: om de 3 maand. Doelstellingen - Ontmoetingen en uitwisselingen tussen de vertegenwoordig(st)ers van de verschillende sectoren bevorderen, - Studies, onderzoeken, enz. voorstellen - Nieuwe ontwikkelingen, wetswijzigingen, wijzigingen op gerechtelijk vlak, enz. bekend maken - De werkzaamheden in de WG voorstellen en bespreken - Werkpistes en samenwerkingsverbanden tussen de leden uitwerken. 2. Opleidingen inzake partnergeweld In juni 2007 werden twee opleidingen verstrekt, meer bepaald op 8 juni 2007 en op 25 juni 2007, één voor Franstaligen en één voor Nederlandstaligen. Deze opleidingen hadden tot doel: - Concrete toelichting te verschaffen omtrent de psychologische benadering en bijstand in geval van partnergeweld, met de nadruk op de rol en de taak van de eerstelijnswerker in het raam van deze problematiek, - Inzicht te doen verwerven in het fenomeen partnergeweld, - Zorgen voor een betere begeleiding van slachtoffers en daders; - Zorgen voor een betere doorverwijzing van slachtoffers en daders. In een eerste fase werd de doelgroep beperkt tot eerstelijnswerkers uit de psychosociale sector. Met het oog op de uitwerking van de module werd een samenwerking op het getouw gezet met de leden van de WG opleiding en bewustmaking. Bepaalde leden hebben meegewerkt aan de module, terwijl andere instonden voor de verstrekking ervan. 3. Projectoproep tot de Brusselse gemeenten inzake gelijke kansen en partnergeweld De gemeenten kunnen projecten indienen die handelen over partnergeweld en die een relevante bijdrage inhouden voor de ontwikkeling van acties ter bevordering van de strijd tegen partnergeweld en van de zichtbaarheid van de inspanningen van de sectoren die zich inlaten met deze problematiek De projectoproep besteedt bijzondere aandacht aan sensibiliserings- en preventieprojecten inzake partnergeweld. Zij werd uitgeschreven in juni 2007.

12 De coördinatie inzake partnergeweld staat in voor de administratieve follow-up en de evaluatie van deze aan voorwaarden onderworpen projecten, die zij vervolgens analyseert om er tot slot een advies over uit te brengen. 4. Sessie om de Brusselse gemeenten te sensibiliseren voor partnergeweld In 2007 vonden twee bijeenkomsten met de gemeenten plaats. In de loop van het eerste trimester van 2007 woonde de coördinatrice op het kabinet van mevrouw de Staatssecretaris Brigitte Grouwels een vergadering bij met de schepenen die bevoegd zijn voor gelijke kansen om er kort toelichting te verschaffen bij de gewestelijke coördinatie inzake partnergeweld. Op 17 september 2007 vond op het MBHG een bijeenkomst plaats, waaraan werd deelgenomen door de beide kabinetten die zich met deze problematiek inlaten en gemeentelijke mandatarissen en die was voorbereid door de coördinatrice inzake partnergeweld. Deze sessie had tot doel: - Een voorstelling te geven van de gewestelijke coördinatie inzake partnergeweld, - Een voorstelling te geven van het Zakboekje van de Gewestelijke en Lokale Actoren inzake Partnergeweld, - Een aantal veldwerkers voor te stellen en toe te lichten wat deze precies doen: - mevrouw Béatrice Girard, Centre de prévention des violences conjugales et familiales (CPVCF), - mevrouw Sophie Luyckfasseel, Centre d intervention pour les violences intrafamiliales (CIVIF), - Een overzicht te bieden van de goede praktijken die de gemeenten terzake toepassen, - De aandacht te vestigen op de problemen waarmee de gemeenten in verband met deze problematiek te kampen hebben, - Een voorstelling te geven van het gewestelijk colloquium over partnergeweld, dat plaatsvond op 23 november Colloquium: «Partnergeweld: Aanpak en Vooruitzichten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest» Het colloquium vond plaats op vrijdag 23 november 2007 in het kader van de internationale dag voor uitbanning van geweld tegen vrouwen. Het colloquium richtte zich tot: verenigingen en diensten die van dichtbij of van ver te maken krijgen met deze problematiek: - de gerechtelijke wereld, - de politie, - de lokale politiek, - de psycho-sociale sector, - de sociale sector, - de para-medische sector. Het colloquium had tot doel: - Een balans op te maken van de verwezenlijkingen tot dusver, - De aandacht te vestigen op de goede praktijken die in Brussel bestaan op het vlak van opvang en begeleiding van slachtoffers en daders door politie en gerecht, op gemeentelijk niveau.

13 De uitwisselingen en ontmoetingen tussen de verschillende hulpverleners te bevorderen, Eventueel nieuwe denkpistes aan te snijden. Ter voorbereiding van het colloquium werd een samenwerking met de WG colloquium opgezet (zie blz. 11 en 12). 6. Herdruk van het Zakboekje van de Gewestelijke en Lokale Actoren inzake Partnergeweld Het Zakboekje van de Gewestelijke en Lokale Actoren inzake Partnergeweld, vormt een werkinstrument dat bestemd is voor de Brusselse beroepsmensen die te maken krijgen met slachtoffers en daders van partnergeweld. Met behulp van dit instrument kunnen zij de personen die op hun diensten een beroep doen, op gepaste wijze doorsturen en doorverwijzen. Tijdens de bijeenkomst van de WG psycho-sociale bijstand en gezondheidszorg van het gewestelijk overlegplatform inzake partnergeweld hebben de leden overigens gewezen op de complexiteit van en de verscheidenheid aan aangeboden diensten op het grondgebied van het Gewest. Zij hebben nood aan een verduidelijking van de opdrachten van iedere dienst of sector. De herdruk had tot doel tegemoet te komen aan de talrijke verzoeken uit de beroepssector. Het Zakboekje werd opgesteld eind 2005 en in de loop van In 2007 werd het op grote schaal verspreid en herdrukt. 7. Project betreffende een steun- en opvangpunt, een infolijn waar vrouwen die het slachtoffer zijn van verbaal geweld in de twee talen terecht kunnen voor informatie en een luisterend oor. Mevrouw de Staatssecretaris Brigitte Grouwels wenste een studie te bestellen op grond waarvan nagegaan moest worden of het haalbaar was in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een dergelijk steunpunt op te richten. In 2006 werd een bestek opgemaakt en werden de doelstellingen van de studie uitdrukkelijk geformuleerd. Dat bestek werd vervolgens verder opgevolgd. In 2007 kwam het MBHG in het bezit van de studie en onderwierp het deze aan een analyse. II. RESULTATEN (+ INDICATOREN) 1. Gewestelijk overlegplatform inzake partnergeweld De bijeenkomsten van het platform blijven een groot succes kennen en kunnen rekenen op een groeiende belangstelling. Het platform vormt het decor voor het noodzakelijke overleg en de nodige uitwisselingen tussen veldwerkers en deskundigen. Bepaalde sectoren namen op meer actieve wijze deel aan de plenaire vergaderingen. Zodra een nieuwe WG wordt opgericht, valt een groot enthousiasme op te tekenen bij de leden, die er actief aan deelnemen, zoals bijvoorbeeld de WG colloquium, die opgericht werd om in te spelen op een tijdelijke behoefte om het colloquium over partnergeweld in november 2007 voor te bereiden. Networking en overleg De werkzaamheden die binnen dit platform plaatsvinden, hebben het reeds mogelijk gemaakt contacten te leggen of een samenwerking tot stand te brengen met

14 VZW's of diensten die de leden leren kennen hebben tijdens de bijeenkomsten van het platform. Bijvoorbeeld: zone Brussel-West en het CIVIF, het CPVCF en Praxis. Samenwerking De verschillende bijeenkomsten van het platform hebben reeds aanleiding gegeven tot de opstart van meerdere samenwerkingsverbanden op het terrein. Bepaalde diensten richtten ontmoetingen in met bureaus voor slachtofferhulp, referentieagenten, de VZW Praxis, de lokale bemiddeling, het CIVIF, Betere begeleiding van de slachtoffers en aanpassing van de werkwijzen De eerstelijnswerkers benadrukken dat het dankzij de uitwisselingen en ontmoetingen mogelijk is de slachtoffers en daders van bij het begin beter te begeleiden. De hulpverle(e)n(st)ers treden voortaan op meer proactieve wijze op en verschaffen slachtoffers en daders sneller relevante informatie. De veldwerkers hebben de uitwisselingen tijdens de bijeenkomsten benut om na te denken over hun manier van optreden, hun werkwijze aan te passen en hun aanpak bij te sturen. Tijdens de bijeenkomsten werden uiteenlopende werkwijzen en verschillende aanpakken inzake partnergeweld belicht, op grond waarvan de hulpverleners hun werkwijzen en aanpak konden bijsturen. Overgang van een lineaire visie naar een globale visie / integrale aanpak van partnergeweld Dankzij het platform kon een globale werkbenadering algemeen ingang vinden. Op die manier konden vertegenwoordigers van bepaalde sectoren contacten leggen met sectoren waarmee zij voorheen amper of nooit contact hadden, of waarvan zij zelfs het bestaan niet kenden. De werkzaamheden van het platform hebben de overgang ingeluid van een lineaire visie op bijstand aan slachtoffers en daders naar een globale visie op bijstand aan slachtoffers en daders van partnergeweld. Het platform heeft de aanzet gegeven tot een versterking van het buurtwerk. Ontwikkeling van nieuwe werkthema's: kinderen, adolescenten en homokoppels. De werkgroepen (WG) WG politie justitie Aantal bijeenkomsten sinds 1 januari 2007: 29/03/07, 20/06/07, 27/09/07 = 3 bijeenkomsten. Aanwezigheid op de bijeenkomsten : 15 à 20 personen. Voorgestelde acties : Met alle referentiemagistraten van iedere zone een bijeenkomst beleggen, Voor iedere politiezone een folder over partnergeweld opstellen, De vrederechters bewust maken van deze problematiek. Overpeinzingen en vaststellingen : De slachtoffers dienen voorgelicht te worden over de wijzigingen in de aanpak en mentaliteit bij politie en justitie. Tijdens de evaluatie van de COL 4 is gebleken dat het aantal klasseringen zonder gevolg voor het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde gedaald is van 70% tot +/- 45%. WG psycho-sociale opvang en gezondheidszorg Aantal bijeenkomsten sinds 1 januari 2007: 01/03/07, 31/05/07 = 2 bijeenkomsten Aanwezigheid op de bijeenkomsten: 10 à 15 personen. Sectoren vertegenwoordigd op de bijeenkomsten: wijkgezondheidscentra, vrouwenverenigingen, lokale bemiddeling, CGGZ, CAW s, verenigingen voor dader- en slachtofferhulp, Acties in 2007: De WG boog zich over de problematiek van kinderen die getuige zijn van partnergeweld. Een van de verenigingen die in België kan bogen op de meeste expertise terzake, het Collectif contre les Violences Familiales et l Exclusion Liège

15 werd samen met het Centre de prévention des violences conjugales et familiales uitgenodigd om hun werkzaamheden te komen toelichten. Tijdens de daaropvolgende bijeenkomsten vonden verdere uitwisselingen plaats omtrent deze problematiek. Positieve gevolgen: Deze bijeenkomsten zetten het CIVIF ertoe aan in het kader van zijn gezinswerk een pijler in te bouwen die toegespitst is op adolescenten en kinderen. WG opleiding en bewustmaking Aantal bijeenkomsten sinds 1 januari 2007 : 22/03/07, 17/04/07, 20/04/07, 04/05/07 = 4 bijeenkomsten Aanwezigheid op de bijeenkomsten : 15 à 20 personen Sectoren vertegenwoordigd op de bijeenkomsten : vrouwenverenigingen, politie, advocaat, lokale bemiddeling, CAW s, verenigingen voor dader- en slachtofferhulp, Acties in 2007: Deze WG is dit jaar op regelmatige basis bijeengekomen om de leden van het platform te betrekken bij de voorbereiding van de opleidingsmodule en het verstrekken van de opleidingen rond partnergeweld. Resultaten: In juni 2007 werden twee opleidingen georganiseerd, één gericht tot Franstaligen en één bestemd voor Nederlandstaligen: op 8 juni 2007 en op 21 juni Evaluatie: De deelnemers aan de opleidingen kregen een evaluatieformulier bezorgd. Het resultaat is positief. Zo bijvoorbeeld: benadrukken de deelne(e)m(st)ers dat zij een beter theoretisch en praktisch inzicht verworven hebben in de problematiek, wisten zij de ervaringsuitwisseling, de vlotte interactie, de informatie over slachtofferopvang te waarderen, wisten zij het naar waarde te schatten dat de opleiders afkomstig waren uit verschillende Brusselse sectoren en zouden zij graag willen dat bij de volgende opleidingen ook de gerechtelijke sector vertegenwoordigd wordt. WG colloquium Aantal bijeenkomsten sinds 1 januari 2007 : 10/05/07, 06/06/07,30/08/07 = 3 bijeenkomsten Aanwezigheid op de bijeenkomsten : 10 à 15 personen Sectoren vertegenwoordigd op de bijeenkomsten : vrouwenverenigingen, politie, advocaat, lokale bemiddeling, CAW s, verenigingen voor dader- en slachtofferhulp, Acties in 2007: De WG colloquium is een doelgerichte WG, die werd opgericht in het licht van de voorbereiding van het colloquium van 23/11/07 en occasioneel bijeenkomt. Hij is samengesteld uit leden van andere WG. Deze groep heeft nieuwe denkpistes inzake partnergeweld aangereikt en thema's en deskundigen voor het colloquium voorgedragen. Resultaten: Concrete voorstellen rond uit te werken thema's, Voorstel omtrent uit te nodigen deskundigen. De plenaire vergadering Aantal bijeenkomsten sinds 1 januari 2007: 18/01/07, 19/04/07, 13/09/07 = 3 bijeenkomsten. Aanwezigheid op de bijeenkomsten : 28 à 32 personen. Sectoren vertegenwoordigd op de bijeenkomsten : alle sectoren die deel uitmaken van de WG. Acties in 2007:

16 Tijdens deze bijeenkomst wordt een overzicht van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen voorgesteld. De verschillende sectoren treden met elkaar in contact en wisselen ideeën uit over een welbepaalde problematiek. Evaluatie: De leden van de plenaire vergadering weten het naar waarde te schatten dat zij tijdens de bijeenkomsten de gelegenheid krijgen om met vertegenwoordig(st)ers van verschillende sectoren vanuit een multidisciplinaire invalshoek bepaalde thema's te bespreken. De multidisciplinaire werkzaamheden die de plenaire vergadering ontplooit, worden in wezen gekenmerkt door de openheid van politie en gerecht ten aanzien van de psychisch-medisch-sociale verenigingen. De plenaire vergadering heeft ervoor kunnen ijveren dat bepaalde sectoren openstaan voor een multidisciplinaire aanpak en dito werkzaamheden. 2. Opleidingen inzake partnergeweld De deelnemers aan de opleidingen kregen een evaluatieformulier bezorgd. Het resultaat is positief. Zo bijvoorbeeld: benadrukken de deelne(e)m(st)ers dat zij een beter theoretisch en praktisch inzicht verworven hebben in de problematiek, wisten zij de ervaringsuitwisseling, de vlotte interactie, de informatie over slachtofferopvang te waarderen, wisten zij het naar waarde te schatten dat de opleiders afkomstig waren uit verschillende Brusselse sectoren en zouden zij graag willen dat bij de volgende opleidingen ook de gerechtelijke sector vertegenwoordigd wordt. Op 13/12/06, 22/03/07 17/04/07, 20/04/07 en 04/05/07 vonden voorbereidende bijeenkomsten plaats = 5 bijeenkomsten ter voorbereiding van de opleidingsmodule in het kader van de bijeenkomsten van de WG opleiding en bewustmaking (zie blz. 8) 3. Projectoproep tot de Brusselse gemeenten inzake gelijke kansen en partnergeweld De gewestelijke coördinatrice inzake partnergeweld heeft 6 adviezen uitgebracht over projecten die verband hielden met partnergeweld, uitgaande van de gemeenten: Sint-Agatha-Berchem, Etterbeek, Koekelberg, Sint-Gillis, Ukkel en Sint-Pieters- Woluwe. De projecten houden verband met: Realisatie van een tweetalige brochure over partnergeweld, bestemd voor het brede publiek (Sint-Agatha-Berchem), Realisatie van een tweetalige brochure over partnergeweld, bestemd voor jongeren van 12 tot 20 jaar oud (Sint-Agatha-Berchem), «Bewustmakingsproject rond partnergeweld»: verstrekken van opleidingen, inrichten van een colloquium en ronddelen van een huis-aan-huisfolder (Koekelberg), «Ziekte en handicap bij vrouwen, bronnen van familiaal geweld?» : bewustmakingscampagnes met affiches, ronddelen van witte lintjes, informatieve bijeenkomst met debat gericht tot een specifiek doelpubliek, aangepaste opvoering gebracht door dhr. Paolo DOSS, op , in het Cultureel Centrum van Sint- Pieters-Woluwe (Sint-Pieters-Woluwe), Relationele communicatie: workshops rond relationele communicatie, toegespitst op de betrekkingen tussen man en vrouw en de preventie van elke vorm van geweld en individuele follow-up (Ukkel), «Verweer tegen geweld jegens vrouwen verwezenlijking van een brochure met een voorstelling van het netwerk» (Sint-Gillis),

17 Opleiding van «Contactvrouwen» die luisteren naar vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld en opleidingen in zelfverdediging in het kader van partner- en familiaal geweld (Etterbeek). Op grond van de uitgebrachte adviezen hebben de kabinetten een selectie gemaakt van de projecten die zij wilden financieren. In 2007 werd op een totaal bedrag van een bedrag van aan subsidies toegekend voor projecten die verband hielden met partnergeweld. 4. Sessie om de Brusselse gemeenten te sensibiliseren voor partnergeweld Deze vergadering had als belangrijkste doel om de gemeentelijke mandatarissen en het gemeentepersoneel kennis te laten nemen van de problematiek van het partnergeweld. Ze heeft een denkoefening in gang gezet over de projecten die in de gemeenten kunnen worden uitgewerkt. Op grond van deze vergadering konden de gemeenten ideeën uitwerken met het oog op de indiening van een project inzake partnergeweld. De gemeenten Koekelberg en Vorst hebben vormingsprojecten ingediend met betrekking tot partnergeweld, die tijdens deze vergadering zijn gepresenteerd. Na een toelichting van het positief effect dat de invoering van plaatselijke netwerken heeft, beoogt de gemeente Vorst een netwerk van hulpverleners en deskundigen op te zetten met het oog op een betere buurtwerking en meer overleg tussen de diensten. Op de vergadering is gebleken dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest twee gemeenten beschikken over appartementen waarop de gemeente zelf toezicht houdt, met maatschappelijk assistenten om de vrouwen in kwestie en hun kinderen bij te staan. Uit de debatten komt naar voren dat elke gemeente de problematiek van het partnergeweld anders aanpakt (sociale bemiddeling via veiligheids- en preventiecontracten, lokale netwerken,.). 5. Colloquium : «Partnergeweld : Aanpak en vooruitzichten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest» Het colloquium was het resultaat van vele maanden werk, zowel logistiek gezien als qua inhoud. Hier konden de resultaten gepresenteerd worden van de gewestelijke coördinatie partnergeweld en van het platform Gewestelijke Coördinatie Partnergeweld sinds de oprichting hiervan in juni Het doel was om de initiatieven en projecten te evalueren, goede praktijken in Brussel te illustreren en de werking van het netwerk te verbeteren. Het colloquium kende een groot aantal deelnemers. Er schreven zich 145 personen in, ondanks de late ontvangst van de folders en de laattijdige verzending van de uitnodigingen. De meerderheid van de deelnemers was afkomstig van het platform, bestaande uit vertegenwoordigers van politie, justitie en de sociale en psychosociale sector. Tijdens het colloquium werd de balans opgemaakt van het werk dat tot nog toe werd verricht. Goede praktijken inzake slachtofferopvang en -begeleiding werden toegelicht door vertegenwoordigers van politie en justitie. Voor het gemeentelijk niveau werden de Nederlandse aanpak en twee Brusselse ervaringen voorgesteld. Eén van de doelstellingen van het colloquium was om overleg en contacten tussen de verschillende hulpverleners te bevorderen. Tijdens de plenaire vergadering en in de workshops kregen de deelnemers volop de gelegenheid om vragen te stellen, te praten met deskundigen en hulpverleners uit andere sectoren te ontmoeten. Ook moest het

18 colloquium eventuele nieuwe denkpistes aanbrengen. De thema's behandeld in de workshops waren nog niet tijdens vergaderingen van het platform behandeld, behalve in de werkgroep colloquium waar nieuwe thema's werden voorgesteld : koppels van hetzelfde geslacht, adolescenten en daders. 6. Herdruk van het Zakboekje van de Gewestelijke en Lokale Actoren inzake Partnergeweld Het Zakboekje is in papieren versie beschikbaar op 205 exemplaren. De elektronische versie is sinds januari 2007 on line op de portaalwebsite van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op 08 maart 2007 werden naar aanleiding van de internationale vrouwendag 425 exemplaren van het zakboekje verdeeld, In november 2007 werden de zakboekjes verdeeld onder de deelnemers van het colloquium, In december 2007 werden de zakboekjes toegestuurd aan verenigingen en organisaties qui hiervoor een bestelling hadden geplaatst. Voor de maanden november en december 2007 werden 242 zakboekjes verdeeld. 7. Project onthaalsteunpunt, een informatie- en hulplijn voor vrouwelijke slachtoffers van verbaal geweld. In het kader van een dienstenopdracht om de behoeften te onderzoeken aan de invoering van een gepaste structuur stond de coördinatrice partnergeweld in voor de opvolging van de studie. Deze werd afgeleverd in maart Vervolgens zijn hieraan wijzigingen aangebracht. Op 23 april 2007 werd ze voorgelegd aan het kabinet van Staatssecretaris Brigitte Grouwels, waar de laatste aanpassingen in de tekst zijn ingevoerd. De definitieve tekst werd opgeleverd in mei III. ACTIES GEPLAND IN 2008 Aanpassing van de werking van het Platform Gewestelijke Coördinatie Partnergeweld Het Platform werd behouden maar de werking is aangepast. Aangezien het actieplan 2008 een grotere disponibiliteit vereist vanwege de coördinatrice PG beslisten de kabinetten dat de werkgroepen in het vervolg autonoom zouden functioneren. De leden zouden dan volgens een beurtrol de vergaderingen voorzitten, zelf nota nemen en de verslagen opstellen. De werkgroepen zouden verder tegen een ritme van 3 à 4 vergaderingen per jaar plaatsvinden. Het Gewest stelt aan de leden van het Platform partnergeweld de infrastructuur van het Ministerie ter beschikking. Samenwerking met de Brusselse gemeenten : Opstart van de gemeentelijke netwerken Het Gewest moedigt de gemeenten aan om een plaatselijk netwerk uit te bouwen waarin lokale hulpverleners worden samengebracht rond de problematiek. Projectoproep tot de gemeenten Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet in subsidies aan de Brusselse gemeenten voor sensibiliserings- en/of preventieprojecten inzake partnergeweld.

19 Woningen met toezicht voor dringende transitopvang Het Gewest moedigt de gemeenten aan om aan slachtoffers en hun kinderen urgentiewoningen ter beschikking te stellen. Vormingen inzake partnergeweld De vormingen inzake partnergeweld gaan verder in In de loop van de maand september 2008 zullen twee tot drie vormingen ingericht worden. Sensibiliseringssessie voor jongeren Aan de gemeentelijke secundaire scholen worden theatervoorstellingen voorgesteld over het thema van het partnergeweld. Sensibiliseringssessie kinderen als getuige Uit de vergaderingen van de werkgroep psychosociale bijstand van het Platform Partnergeweld is gebleken hoe belangrijk deze problematiek is en welke noodlottige gevolgen deze kan hebben op de ontwikkeling van kinderen die getuige zijn geweest van partnergeweld. Vanuit deze vaststelling werd overeengekomen om dit thema eveneens te behandelen tijdens het colloquium van het Gewest op 23/11/07. De bijeenkomst van 24/11/08 heeft in hoofdzaak als doel de beroepsmensen van de sector van de kinderopvang en kinderbegeleiding te sensibiliseren voor deze problematiek zodat zij hiermee rekening kunnen houden in hun dagelijks werk met de kinderen. Daderhulp Het Gewest heeft beslist financiële steun te verlenen aan vzw's die werken aan de responsabilisering van daders van partnergeweld. Handelingen van het colloquium De uitwerking, de presentatie, de vertaling en de verspreiding van de handelingen van het Colloquium zullen een deel van jaar 2008 in beslag nemen. IV. PISTES VOOR INITIATIEVEN Het interministerieel en interdepartementaal overleg voortzetten tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen om de integrale en transversale benadering van de strijd tegen het partnergeweld te verbeteren. Een hoofdstuk «partnergeweld» invoegen in de Preventie- en Veiligheidscontracten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor Een hoofdstuk «partnergeweld» toevoegen bij het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid en bij de installatie van de oproeplijn voor slachtoffers van inbreuken in 2009.

20 Prioritair domein G Deelname en besluitvorming Strategische doelstelling: G1. Maatregelen nemen die de vrouwen de gelijke toegang waarborgen en de volle deelname aan de machtsstructuren en de besluitvorming. G2. De vrouwen de middelen geven om deel te nemen aan de besluitvorming en om verantwoordelijkheid te dragen. Context Context van de wet Smet-Tobback die de samenstelling oplegde van kieslijsten waarop niet meer dan twee derde van de kandidaten van hetzelfde geslacht zijn. Het was nodig deze wet te evalueren; daarnaast was er nood aan een exhaustieve en geslachtsgebonden databank van verkozenen vooraleer elke actie van start kan gaan actie, die tot doel heeft de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op lokaal vlak te bevorderen. (Zie ook het formulier «Vrouwen en onderwijs») Er was geen enkele globale en geslachtsgebonden statistiek beschikbaar na de verkiezingen. Alleen de naleving van de wet werd nagegaan, maw de gemengde lijsten, maar de wet werd niet geëvalueerd op het vlak van de doelstelling ervan (gemengdheid bij de uitoefening van de macht). Het is belangrijk erop te wijzen dat deze materie indertijd nog onder federale bevoegdheid viel, meer bepaald onder de bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken. Er moest gewacht worden op de studie die werd besteld door Laurette Onkelinx, federaal Minister van Gelijke Kansen, om te kunnen beschikken over een overzicht van alle resultaten van de mannen en vrouwen bij de provinciale en gemeenteraadsverkiezingen. Bovendien was het belangrijk te kunnen uitgaan van gedetailleerde statistieken en meer onderzoek te voeren, meer bepaald naar de redenen die vrouwen aanvoeren om hun mandaat neer te leggen. Deze vaststelling die werd gedaan door het Gewest, werd vermeld in het verslag dat werd opgesteld in 2005 door de vzw Amazone, «De Vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest». Ten slotte wijzen de academische studies op het belang van de vorming van netwerken, de samenstelling van databanken die als basis kunnen dienen voor toekomstig en noodzakelijk onderzoek en sensibilisering inzake gelijkheid. Sedert het Gewest bevoegd is voor de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen heeft het erop toegezien dat de verkiezingsresultaten geslachtsgebonden worden geanalyseerd. Deze gegevens werden tot stand gebracht en vergaard door een dienst van het Bestuur Plaatselijke Besturen. Acties Actie 1: Samenstelling van een databank met geslachtsgebonden gegevens van alle Brusselse verkozenen op gemeentelijk vlak.

21 De samenstelling van het netwerk en de databank maken het mogelijk snel een beroep te doen op de verkozenen in het raam van een studie zoals in 2005 voor de studie betreffende «Les trajectoires des Femmes dans la Politique belge» die werd gecoördineerd door Stefaan Fiers op vraag van het Instituut. Actie 2: Oprichting van een netwerk van verkozenen rond opleidingen die tot doel hebben de gelijkheid te integreren in het lokale mandaat en om de capaciteit van de vrouwelijke verkozenen te versterken (empowerment). Deze actie heeft jaarlijks plaats. Actie 3: De studies die door het Instituut werden besteld, werden verspreid bij de lokale Brusselse verkozenen in januari personen waren op het colloquium aanwezig; daarnaast hebben een twintigtal personen documentatie aangevraagd. Resultaten Actie 1: De beslissing om de statistieken op te maken en de geüpdate geslachtsgebonden databanken samen te stellen, werd genomen naar aanleiding van en voor het eerst tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van oktober Dank zij de invoering van een voorziening binnen de Plaatselijke Besturen beschikte het Gewest reeds de avond van de verkiezingen over de geslachtsgebonden statistieken. In het licht van deze gegevens wordt een studie gevoerd om de resultaten van de verkiezingen grondig te analyseren. Actie 2: Daar de acties inzake netwerkvormingen en opleiding per definitie kwalitatief zijn, zijn de resultaten ervan niet meetbaar aan de hand van cijfermateriaal, temeer daar het gaat om acties die tot doel hebben de aanwezigheid van de vrouwen in de politiek een duurzaam karakter te geven. Initiatieven die gepland zijn in 2008 Nieuwe start van de acties inzake opleiding en netwerkvorming met de nieuwe verkozenen. Voorstelling van een academische studie over de verkiezingsresultaten. Prioritair domein 8 Institutionele mechanismen voor de verbetering van de toestand van de vrouwen Strategische doelstelling: H1. De nationale mechanismen en andere regeringsorganen oprichten en versterken. H2. Een aanpak integreren die gericht is op de gelijkheid van de geslachten bij de uitwerking van het beleid en van de programma's en projecten van algemeen nut. H3. Gegevens en informatie per geslacht aanmaken en verspreiden met het oog op de evaluatie en de planning.

22 Context De enige statistieken die beschikbaar waren, waren diegene die waren opgesteld door de RSZPPO in de jaarverslagen betreffende het personeel van de lokale besturen, maar die waren geslachtsgebonden voor het volledige nationale personeelsbestand. Sedert drie jaar voert de Directie Gemeentepersoneel systematisch en geslachtsgebonden de nieuwe gegevens en de nieuwe dossiers met betrekking tot het personeel in. Acties Actie 1: Om het transversale karakter van de gewestelijke acties inzake gelijke kansen te waarborgen, volgt een begeleidingscomité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van Brusselse ministeriële kabinetten en van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen de taken op die werden toevertrouwd aan de coördinatie van de Gelijke Kansen die is verbonden aan de Plaatselijke Besturen. De coördinatie beschikt over een budget dat wordt besteed aan de opleidingen voor verkozenen en aan de gemeenten voor lokale projecten inzake gelijkheid. De acties die worden gevoerd door de coördinatie, worden beschreven in een jaarverslag dat moet worden geëvalueerd en goedgekeurd door het kabinet van de Minister-President, het begeleidingscomité en het IGVM. De acties die onder de bevoegdheid van de toezichthoudende overheid vallen, zoals bijvoorbeeld een advies over een gemeentereglement, worden geëvalueerd door de administratieve hiërarchie in functie van de ministeriële richtlijnen. Actie 2: Er werden geslachtsgebonden statistieken en een geslachtsgebonden databank van de gemeentelijke verkozenen samengesteld. Actie 3: De directie personeel stelt ook een geslachtsgebonden databank samen van het personeel met een contractueel en statutair statuut. Resultaten Actie 1: De budgetten van de Coördinatie voor Gelijke Kansen bedragen euro voor acties zoals opleidingen, colloquia,. en euro binnen een gezamenlijk budget voor de gemeenten op basis van een akkoord tussen de Minister-President en de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen. De samenwerking heeft betrekking op drie categorieën van ambtenaren (Juridisch, Personeel, Specifieke Initiatieven) aan wie de opleidingen werden voorgesteld. Actie 2: Een bijkomende investering in functie van de doelstellingen die moeten worden behaald en de middelen die ter beschikking staan, zou het mogelijk maken deze actie voort te zetten en zelfs te versterken, te systematiseren en uit te breiden naar andere directies van het BPB.