INFORMATIE PRAKTIJKNETWERKEN EN INNOVATIEPROJECTEN VEENKOLONIËN. Informatiemap bijeenkomst InnovatieVeenkolonien
|
|
- Marcella van der Berg
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 INFORMATIE PRAKTIJKNETWERKEN EN INNOVATIEPROJECTEN VEENKOLONIËN Informatiemap bijeenkomst InnovatieVeenkolonien Valthermond, 2 december 2014
2 Korte terugblik Bijeenkomst InnovatieVeenkolonien, 2 december 2014 Op 2 december werd de bijeenkomst georganiseerd rond de 65 projecten die in 2013 gestart zijn in het kader van het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën. De bijeenkomst vond plaats bij het Innovatiecentrum Veenkoloniën in Valthermond. Het doel was om de kennisdeling te bevorderen, elkaar te inspireren verder te gaan met de innovatie en de doelgroep te informeren over en voor te bereiden op het vervolg in Alle projecten werden vooraf telefonisch benaderd met de vraag of ze een poster konden aanleveren. De respons was 100%. Alle ca. 60 posters werden op A1 formaat geprint en op borden geplakt en opgehangen in de zaal. De middag werd bijgewoond door ruim 100 deelnemers. Vooraf, tijdens de pauze en na afloop was er ruimschoots gelegenheid voor netwerken. Hiervan werd goed gebruik gemaakt. Voor de uitvoering was gekozen voor gesprekken met projectleiders, betrokken boeren en deskundigen. Hierdoor kon veel informatie snel worden overgedragen en was er interactie met de zaal mogelijk. De middag gaf een goed beeld van de diversiteit aan projecten en de enthousiaste inzet van de betrokken ondernemers. De ambities en de uitgezette beleidslijnen werden nog eens bevestigd en de ontwikkelingen voor 2015 werden schetsmatig geïntroduceerd. De zorg over de financiële afhandeling van de projecten werd uitgesproken en gedeeld. RVO was aanwezig en benadrukte dat het beleid t.a.v. de afhandeling niet veranderd is. De gepresenteerde posters zijn opgenomen in deze reader die aan alle deelnemers is uitgereikt tijdens de bijeenkomst. Voor meer informatie, zie ook de website
3 Voorwoord Afgelopen anderhalf jaar hebben meer dan 250 boeren en experts gewerkt aan 65 Praktijknetwerken en Innovatieprojecten gericht op vernieuwing van de landbouwsector in het gebied. Hiermee is een geweldige start gemaakt met de innovatieontwikkeling ten behoeve van de landbouw in de Veenkoloniën. Deze reader bevat informatie over de verschillende projecten die in 2013 zijn gestart en wordt uitgedeeld tijdens de bijeenkomst voor Praktijknetwerken en Innovatieprojecten op 2 december 2014 in Valthermond. Tijdens de bijeenkomst op 2 december worden resultaten van de diverse projecten gepresenteerd en is er ruimte om te discussiëren over nieuwe innovatieprojecten. Het programma is als volgt: uur Inloop met lunch uur uur uur Lunch, Netwerken, Tussentijdse resultaten bekijken van de Veenkoloniale Praktijknetwerken, bezichtiging van de tentoongestelde voorwerpen. Welkom door Frans Debets (dagvoorzitter) Toespraak door Hilbrand Sinnema, voorzitter LTO Noord Groningen en lid Regiegroep InnovatieVeenkolonien. Korte presentaties, toelichting en discussie over de resultaten van de Veenkoloniale Praktijknetwerken uur Pauze uur uur Interview met Prof. Rudy Rabbinge over de Perspectieven voor de landbouw in de Veenkoloniën Korte presentatie van 2 onderwerpen uit het nieuwe Innovatieprogramma: Bodem en Precisielandbouw door Peter Baltus (LTO Noord) en Jan Kamp (WUR- PPO) uur Discussie uur Slotwoord door Henk Staghouwer, gedeputeerde provincie Groningen en voorzitter van de Regiegroep InnovatieVeenkolonien uur Borrel
4 Resultaten Praktijknetwerken en Innovatieprojecten
5 Praktijknetwerk Waterberging Zodra de stuwtjes in de wijken werden geplaatst, was er al een verschil in waterhoogte op te merken. De geplaatste meetapparatuur zal komend seizoen moeten uitwijzen welk effect de stuwtjes precies in het land teweeg brengen. De ecologisch beheerde oever begint zich al te ontwikkelen. Praktijknetwerk Akkerranden De nuttige akkerranden hebben de boeren veel opgeleverd: het verduurzamen van de gewasbescherming d.m.v. natuurlijke plaagbestrijding (en dus uitsparing van gewasbeschermingsmiddelen) en veel kennis over nuttige insecten en schadedrempels. Ook leverde het project zeer veel enthousiaste reacties van burgers op! Praktijknetwerk Graanhaantje Telers kennen de natuurlijke vijanden van plagen. Het resultaat? De gewasbescherming is aangepast en er wordt sámengewerkt met de natuur; dubbele winst. Praktijknetwerk Lelieteelt met uitgangsmateriaal uit de grond Een nieuwe duurzame keten voor virusvrij lelie uitgangsmateriaal krijgt vorm door het uitwisselen van alle opgedane kennis tussen telers en andere ketenpartijen over het telen van virusvrij lelie uitgangsmateriaal op kisten. Praktijknetwerk Samen Sterk Binnen het praktijknetwerk "Samen Sterk" is een bouwplanplanningsmodel ontwikkeld om de planning van een gezamenlijk bouwplan te vereenvoudigen. Daarnaast wordt door betere groenbemesters en bemestingsstrategieën een hogere efficiëntie qua mineralen behaald. Samen haal je betere resultaten dan alleen! Praktijknetwerk Minder Toeren Praktijknetwerk Minder Toeren maakt de kosten en nadelen van grond op afstand inzichtelijk d.m.v. een rekenmodel. Dat geeft de ondernemer handvaten om zijn teeltplanning te optimaliseren. Kavelruil leidt tot grond dichterbij!
6 Praktijknetwerk Sens(oren): gevoel en verstand van de bodem Hoe de gegevens van de vochtsensor te gebruiken en te interpreteren: Wanneer tot beregenen overgaan, wanneer stoppen, welke watergift en het effect van beregenen. Praktijknetwerk Duurzaamheid in beeld Koppeling van teeltregistratie en bedrijfseconomische resultaten en inzicht in organische stofbalans, milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen en saldo per gewas (suikerbieten en aardappelen) en per perceel. Praktijknetwerk Plaatsspecifiek bemesten De variatie van sporenelementen in een bodemscan wordt gebufferd door de bodem, je hoeft dus maar sporadisch wat te doen. Praktijknetwerk Klei voor de Veenkoloniën Kleine planten kunnen best een hoge opbrengst geven. Proefrooien stelt je op de proef. Het komt er nogal op aan: het kiezen van de locatie en het aantal herhalingen.
7 Overzicht Praktijknetwerken en Innovatieprojecten
8 Omschrijving Rassen Gangbare, in de praktijk geteelde rassen Avarna Aveke Axion Altus Dartiest Festien Novano Seresta Sofista Nieuwe rassen, binnenkort beschikbaar Actaro Avito Nieuwe generatie waxy ardappelrassen Isolde Javina Nieuw, veelbelovende nummers Ka Ka Ku
9 Praktijknetwerk Natuurlijk koelen voor vitaal TBM-pootgoed Doel van het praktijknetwerk: De deelnemers gaan op zoek naar een alternatieve koel- en bewaartechniek voor TBM-pootgoed die energiezuinig, milieuvriendelijk en prijstechnisch aantrekkelijk is. De groep onderzoekt alternatieve koude middelen, natuurlijke kiemremmingsmiddelen en bewaren zonder koeling. Resultaat: Met mechanische koeling is altijd koude beschikbaar. Een groot voordeel voor snel kiemende rassen. Toch is het belangrijk om meer buitenlucht in te zetten: Mechanische koeling kost 7-10x zo veel energie dan buitenlucht; Te koud bewaren is bij sommige rassen slecht voor de vitaliteit; In een dichte bewaring ontstaat een (te) hoog CO2-gehalte. Dit geeft mogelijk extra kieming; Drogen gaat niet. Vooral in partijen met veel oude moederknollen is dat een knelpunt. Ook de gekoelde cellen zijn verder te optimaliseren. Hieraan is gewerkt door: Het verbeteren van de bewaarstrategie voor TBM-pootgoed; Het verbeteren van luchtverdeling bij spanten, gordingen; Optimaliseren van stapelpatronen; Bespreking van buitenluchtbewaring voor pootgoed, zoals zuigbewaring, blaasbewaring en de kistendroogwand; Onderzoeken van de mogelijkheden voor Talent of Ethyleen. Vervolg Geeft frisse buitenlucht echt beter pootgoed? Geeft een gesloten mechanische koeling echt problemen met CO2 en condens? Er wordt aandacht geschonken aan alternatieve koelmethoden zoals een kleine koeling op CO2 of verdampingskoeling. Met deze informatie wordt een model gemaakt om een goede keuze te maken voor het investeren in een nieuwe bewaring als het verbeteren van bestaande cellen. Voor meer informatie: Harrie Versluis, tel / h.versluis@dlv.nl Het praktijknetwerk wordt mede mogelijk gemaakt door: Het Ministerie van Economische Zaken is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
10
11 Praktijknetwerk Versterking Rixona keten Doel van het netwerk is om op een duurzame manier te proberen de keten te versterken. Rixona (Aviko) vraagt om levering later in het voorjaar, wat kunnen we doen om aan die vraag tegemoet te komen? Bewaren en bewaarbaarheid zijn dus belangrijke thema s in het netwerk. In de zomer van 2013 hebben we aandacht gehad voor de bemesting en de invloed die dit heeft of kan hebben op de bewaarbaarheid. Er zijn demo s met bijbemesting van Kali en Stikstof aangelegd waarna deze partijen zijn beoordeeld op opbrengst en bewaarbaarheid. Conclusies konden daar niet uit worden getrokken, wel is natuurlijk duidelijk uit proeven en jarenlange ervaring dat bemesting van groot belang is voor bewaarbaarheid. Een gewas wat voldoende Kali ter beschikking heeft en op een gelijkmatige manier afrijpt is beter te bewaren. In de herfst van 2013 zijn bij de deelnemers bewaarmonsters in de schuren geplaatst en zijn dezelfde monster ook in centrale bewaarplaatsen bewaard. Een deel is in een praktijkbewaring bewaard, een ander deel is bij verschillende temperaturen bewaard. Dit om na te gaan hoe deze rassen en partijen hierop reageren. De versuikering is daarbij een belangrijke factor. Ook is gekeken of je partijen die te veel suikers bevatten weer geschikt kunt maken voor verwerking door deze te reconditioneren. Dit houdt in dat de aardappelen aan het eind van de bewaarperiode ongeveer twee weken veel warmer worden bewaard om de suikers deels terug te vormen naar zetmeel en deels te verbranden. Voor Allure en deels ook voor Aveka kan hiermee een lage bewaartemperatuur van 4 graden worden gecompenseerd. Ook met het gebruik van kiemremmingsmiddelen is ervaring op gedaan naast het gangbare Grow-stop is er ook gewerkt met het milieuvriendelijke Biox M helaas zijn de kosten daarvan erg hoog Ook zijn de bewaarplaatsen doorgemeten op luchtopbrengst en is gekeken naar de verdeling van de lucht. Condens was een belangrijk aandachtspunt. Daar waar mogelijk zijn tips gegeven over aanpassingen en strategieën om de bewaring te optimaliseren. Luchtopbrengsten van de deelnemers varieerden van 50% van de norm (zuigbewaring) tot 130% van de norm. Een goed functionerend ventilatiesysteem verkleint de kans op rot en geeft meer mogelijkheden om lang te bewaren. Dit doordat als de koel omstandigheden in het voorjaar beperkt zijn je deze beter kunt benutten. Ook is het CO2 gehalte in de bewaring in een aantal schuren gemeten. Daaruit bleek dat deze in een aantal bewaringen, met name de nieuwe (die erg dicht zijn) erg snel kan oplopen. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken ( EZ) is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.
12 CO2 Logger Deze winter gaan we nader bezien in hoeverre dit schadelijk kan zijn. Uit de bewaarproeven kwamen grote verschillen naar voren van rond de 2% verlies in Allure tot meer dan 20% in partijen Novano en Avarna. De grote verliezen waren te herleiden tot beschadiging gevolgd door rot. Afgelopen herfst zijn naar aanleiding daarvan metingen met een nieuwe elektronische aardappel uitgevoerd om te kunnen beoordelen waar de meeste beschadiging optreden. Aan de hand daarvan zijn adviezen met betrekking tot het afstellen van de rooier gegeven. Verder zijn dit najaar studenten van AOC Terra te Groningen bezig om de relatie tussen de gemeten waardes van de elektronische aardappel te linken aan verschillen in beschadiging door proeven te doen met handgerooide aardappelen en metingen in rooiers. De resultaten daarvan komen later beschikbaar Voor meer info: Bert Huizinga (DLV Plant) ; Jacob Dogterom (DLV Plant) ; Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken ( EZ) is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.
13 Samenwerking bij Innovatieprojecten: Bodemsensing storende lagen Veenkoloniën Jan Kamp en Johan Booij Doel Snelle detectie van bodemverdichting en storende lagen ontwikkeling prototype horizontale penetrometer D Waarnemen Controleren Beslissen Uitvoeren? Contact: jan.kamp@wur.nl T + 31 (0) Contact: johan.booij@wur.nl T + 31 (0) Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van Economische zaken Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Initiatiefnemers: H. Sinnema (Sellingen) J.J. Dun (Musselkanaal)
14 Praktijknetwerk Klei voor de Veenkoloniën Doel: Kennis ontwikkelen over de mogelijkheid zandgronden op een rendabele manier te verrijken met klei om stuifgevoeligheid te reduceren en vruchtbaarheid te verhogen. Vragen Welk type klei: vaste klei, bentonietkorrels, bentonietslurrie, bietentarra van Cosun Hoe op te brengen? Komt vaste klei terug in de rooimachine? Wat doet het voor nutriëntleverend vermogen en fysische eigenschappen van de grond? Hoe reageert het gewas erop? Zijn er opbrengstverschillen? Is het economisch haalbaar? Het effect op de opbrengst is nog niet eenduidig. Bij zomertarwe is er een duidelijk positief effect. Aardappelopbrengsten waren hoger met bentonietslurrie, maar bij toepassing van klei waren de resultaten wisselend. Mogelijk zijn er meerdere jaren nodig voordat de klei goed gemengd is en een goed beeld ontstaat van de effecten. De economische haalbaarheid is op basis van de gegevens die tot nu toe verzameld zijn nog niet te berekenen. In het gewas zijn verschillen te zien. De antwoorden op deze vragen kunt u terug vinden op Ervaringen Opbrengen van vaste klei samen met compost gaat goed. Bij laat opbrengen van vaste klei komt het terug in de rooimachine. Wanneer het bijtijds is opgebracht, dan nauwelijks. Het verspreiden van slurrie met de giertank gaat goed en geeft een mooie homogene verdeling en snelle vermenging met de zandgrond. Op het perceel van Stoffer Hofman zijn 3 behandelingen tegelijk toegepast. Op dit perceel zijn duidelijke verschillen te zien op de scheidingen van de behandelde stroken. De foto s zijn genomen op dezelfde datum over de breedte van het perceel. Van onder naar beneden: Klei, 0-veld en bentoniet. De bentoniet komt dus het slechtst uit de test, het 0-veld het best en de klei er tussenin. De bedekkingsgraad en hoogte van de planten met bentoniet is duidelijk lager. Ook de planten met klei blijven iets achter Op basis van de plantsapmetingen lijken de planten met bentoniet vitaler. Wortels zoeken de klei op vaste klei samen met compost Noorderdiep CL Valthermond info@veenkolonien.nl Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ( EL&I) is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.
15 Praktijk Veenkoloniale Kringloopboeren Melkveehouders en akkerbouwers steken samen de schop in de grond voor een nieuwe dialoog. Voor stappen naar een optimale melkproductie van eigen bodem. Beter boeren met de Rantsoenwijzer. Levert jouw rantsoen wel een optimaal rendement op? Meet en verbeter het rantsoen met MijnRantsoenwijzer. Melkveehouders en akkerbouwers hebben de intentie om kringlopen op regionale schaal te sluiten; kunstmest eruit werken, dierlijke mest nog beter in zetten en voer produceren voor de dieren in de eigen regio. Waar (mest)wet- en regelgeving dit principe in de weg zit, moet dat op gelost worden. Eerst in experimentele regelingen, daarna via (landelijk of Europees) beleid. Bijvoorbeeld via een Kader Richtlijn Bodem. EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDS- ONTWIKKELING: 'EUROPA INVESTEERT IN ZIJN PLATTELAND' Leren sturen in de praktijk. Sturen op basis van de vertering van het voer. Maar er moet ook iets te sturen zijn. Kan de akkerbouwer producten op maat leveren? Voldoende experimentruimte in wet- en regelgeving waardoor bodem, voer, dier en mest regionaal op elkaar afgestemd blijven. Geef akkerbouwers ruimte om fosfaat aan te voeren vanuit dierlijke mest, compost, schuimaarde of andere reststromen. De conditie van de bodem tot speerpunt maken in praktijk, advisering, onderwijs en beleid. Goed, beter, best! Het beste bodemprofiel passend bij het gewas wordt het streefbeeld voor alle akkerbouwers en melkveehouders in de Veenkoloniën. Elke erfbetreder kent het ultiem bodemprofiel in de Veenkoloniën. De bodemkwaliteit kan op veel bedrijven beter. De BCS (BodemConditieScore) maakt dit inzichtelijk. Laat voorbeelden zien van goede bodemkwaliteit. De bestaande BCS moet uitgebouwd worden met meer handelingsperspectief. PDW_114_04_JPRwtk004
16 Opheffen en kwantificeren bodemverdichting Everhard van Essen (Aequator) en Johan Booij (PPO) Achtergrond Het risico op bodemverdichting bij huidig landgebruik in de veenkoloniën is groot tot zeer groot. Ook zorgen veenlagen voor beperkingen voor de teelt van akkerbouwgewassen. Storende lagen in de profielopbouw bodem o Veenlagen o Inspoelingslagen o Zandondergrond (dekzand compact van nature) Ongelijke hoogteligging en daardoor grote variatie in ontwateringsdiepte o Natte plekken Gevolgen Verminderde vocht afvoer door slecht doorlatende lagen (bij perioden met groot neerslagoverschot) Verminderde vocht aanvoer vanuit de ondergrond bij droogte Slechte benutting nutriënten en eutrofiëring oppervlaktewater Beworteling stagneert Slechte draagkracht bij natte omstandigheden (oogstproblemen) Opbrengstderving (10-30%) Opsporen bodemverdichting Terreinwaarnemingen Bodemprofiel beoordelen Indringingsweerstand meten (penetrometer) Bron: Alterra (WUR) rapport2409 Oorzaken Verdichte lagen in de ondergrond o Door machines o Door berijden van het perceel bij natte omstandigheden Oplossingen Diepspitten mengen van verschillende grondsoorten binnen perceel Egaliseren met behoud van bouwvoor Mengwoelen, vertikaal mengen bodemlagen Diep(scherp)woelen, losmaken zonder mengen Drainage (afvoer overtollig water, geen profielverbetering) Tips: Bron: Bodemverdichting in de landbouw: vermijden en herstellen, PROSENSOLS 1. Verbeteren bouwvoor: óf verschralen met zand uit ondergrond óf mengen met humus uit veenlaag uit de ondergrond. 2. Verbeteren ondergrond a. bouwvoor zoveel mogelijk intact laten. Een goede bouwvoor op een schone ondergrond b. in ondergrond: glidelagen of veenlagen mengen met grof zand. Bij onvoldoende grof zand in de ondergrond grof zand aanvoeren (ideaal). c. Minder ideaal maar vanwege kosten toch verbetering mogelijk door mengen met fijn zand uit ondergrond. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Postbus 430, 8200 AK Lelystad Contact: johan.booij@wur.nl T + 31 (0) Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van Economische zaken Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Initiatiefnemers namens een groep Veenkoloniale akkerbouwers: Mts Zijlma (Valthermond), M. Koopman (Nieuw Amsterdam), B.E. Homan Free (Valthermond) en A. Mantingh (Valthermond).
17
18
19 Praktijknetwerk Toolkit sluiten regionale mineralenkringlopen November 2014 Aanleiding De bodem vormt de basis voor de productie. Door de steeds hoger wordende productieniveaus en klimaatverandering wordt steeds meer van de bodem gevraagd. Tegelijkertijd worden de mogelijkheden voor de aanvoer van organische meststoffen en bodemverbeteraars beperkt door de regelgeving. Doel In het Praktijknetwerk willen we nagaan hoe we door een optimale inzet van organische meststoffen en reststoffen kunnen komen tot een duurzaam en klimaatbestendig bodembeheer in de akkerbouw op zand- en dalgronden in Noordoost Nederland. Hiertoe is een toolkit ontwikkeld voor de optimale keuze van organische mest- en reststoffen op akkerbouwbedrijven. Daarbij wordt rekening gehouden met landbouwkundige eigenschappen, de CO 2-voetafdruk en de prijs van de meststoffen. Resultaten Met, voor en in overleg met de enthousiaste telers van het praktijknetwerk zijn de volgende activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd: Figuur. Sluiten van de kringloop van C, N en P door het terugbrengen van reststromen naar de bodem. Illustratie: Loet van Moll. 1. Ontwikkeling toolkit organische mest- en reststoffen in regio De ontwikkelde tookit bestaat uit een excel-programma, waarmee de telers een keuze kunnen maken uit de beschikbare organische mest- en reststoffen. De teler kan zelf bepalen hoe zwaar hij de verschillende eigenschappen van de meststoffen mee wil laten wegen bij de meststofkeuze.` Schematische opzet van de toolkit Op basis van gebruikerservaringen worden aanpassingen in volgende versies doorgevoerd.
20 2. Praktijkproef en netwerk: monitoring N-mineraal en organische bemesting Alle telers uit het Praktijknetwerk passen organische meststoffen toe op hun bedrijf. De mate waarin en de snelheid waarmee nutriënten gedurende het seizoen beschikbaar komen uit organische meststoffen, laat zich in het algemeen lastig voorspellen. Dit geldt in het bijzonder voor stikstof (N). Daarom wordt vaak gewerkt met vuistgetallen. In de praktijkproef wordt door monitoring op praktijkpercelen nagegaan hoe de beschikbaarheid van nutriënten zich gedurende het seizoen in werkelijkheid ontwikkelt. Van belang is dat er op alle tijdstippen in het seizoen voldoende nutriënten beschikbaar zijn voor een goede gewasgroei. Elke deelnemende akkerbouwer heeft daarvoor een perceel met suikerbieten (m.u.v. één met zetmeelaardappelen) geselecteerd. De akkerbouwers gebruiken verschillende soorten organische meststoffen: (gemengde) dunne rundvee- of varkensmest, digestaat van dunne mest of vaste kippenmest. Resultaten monitoring N-beschikbaarheid suikerbieten juni-november 2014 (N-mineraal, kg N /ha) N-beschikbaarheid in seizoen moet voldoende zijn voor goede gewasgroei Tijdens de groepsbijeenkomsten met de akkerbouwers is stilgestaan bij verschillende aspecten van duurzaam bodembeheer: het belang van organische stof, de meststofkeuze, bodemstructuur, groenbemesters, ontwatering, perceelsheterongeniteit, etc. Kennisuitwisseling tussen telers en vanuit het onderzoek (o.a. van regionale proefboerderij Valthermond) speelde een belangrijke rol. Contact Romke Postma Nutriënten Management Instituut NMI Postbus AG Wageningen Romke.postma@nmi-agro.nl
21 Europees Landbouwfonds voor Plantelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Praktijknetwerk Veldleeuwerik Veenkoloniën Doelstelling Het Praktijknetwerk Veldleeuwerik Veenkoloniën ( ) richt zich op duurzaam bodemmanagement bij akkerbouwers op zandgrond. In interactieve praktijksessies leren deelnemers een systematisch en eenduidig bodembeoordelingskader te gebruiken. Thema s: Organische stofmanagement Mineralenmanagement Beworteling en bemesting Grondbewerking Lange-termijneffecten op milieu en klimaat Activiteiten Cursus Bodem in Zicht Beoordelingskader om de bodem op eigen bedrijf te beoordelen Individuele beoordelingen Terugkoppeling beoordelingen in de groep Maatregelen voor duurzaam beheer gericht op klimaat, biodiversiteit en schoon water vormen de grondslag voor de duurzaamheidsplannen binnen Veldleeuwerik Resultaten De deelnemers hebben kennis en inzicht in de problematiek van de bodems in de Veenkoloniën. Ze zijn in staat hun eigen percelen te beoordelen. Het beoordelingskader met bodembeoordeling van veenkoloniale gronden is helder toegelicht, en mogelijke maatregelen zijn bekend. De diverse beoordelingen zijn uitgewiseld en afgestemd in de groep Iedere teler heeft duidelijk handelingsperspectief, waarmee hij zijn verdere plannen voor het verduurzamen van zijn productie kan uitwerken. Contact Projectleider Chris Koopmans, Louis Bolk Instituut tel: , Albert Jan Olijve, Stichting Veldleeuwerik tel: De kuil Bodemstructuur Voor de plant is het van belang dat er voldoende vocht en zuurstof in de bodem aanwezig zijn en dat voedingsstoffen goed bereikbaar zijn voor plantenwortels. De bodemstructuur speelt hierbij een belangrijke rol. Bij een verdichte grond blijft de groei van de gewassen al snel achter. Wanneer dit alleen plaatselijk het geval is, valt dat op. Wanneer het gehele perceel geen optimale structuur heeft valt dit vaak minder op. Bodemscan beoordeling Locatie: Een effectieve manier om inzicht te krijgen in de conditie van de bodem en de kwaliteit ervan te beoordelen is het graven van een kuil in een perceel. Hierin kunnen indicatoren zoals de beworteling, structuur, en storende lagen worden beoordeeld. Het grote voordeel van een kuil is dat waarnemingen snel kunnen worden gecombineerd waardoor er een samenhangend beeld wordt verkregen. Graven van de kuil 1. Graaf met de spade een kuil van 50 x 50 cm en minimaal 40 cm diep; 2. Beoordeel aan de profielwand de beworteling, structuur, een eventuele storende laag en de aanwezigheid van wormen; 3. Steek met een spade een ongestoorde kluit van de laag 0-25 cm vanaf de zijkant van de kuil bij voorkeur rond een plant; 4. Haal de kluit goed ondersteund naar boven. Beworteling Intensiteit: deze is afhankelijk 1 2 van het type gewas en tijd van Kruimels Dit zijn losse kruimels van 0,3 tot 1 cm groot. Wortels kunnen gemakkelijk in deze kruimels en tussen de kruimels doorgroeien. Kruimels hebben voldoende gangen en zijn altijd goed doorwortelbaar. Afgeronde structuurelementen Dit zijn blokjes grond van wisselende grootte, van 1 tot 10 cm groot. De zijkanten zijn niet vlak, de hoeken zijn rond. Bij doorbreken heeft het breukvlak vaak een andere glans of kleur dan de buitenkant. Afgeronde structuurelementen hebben voldoende gangen en zijn altijd goed doorwortelbaar. De beworteling is een afspiegeling van de structuur. Hoe de wortels de grond in groeien zegt iets over de weerstand in de bodem, voedingsstoffen en of er voldoende zuurstof aanwezig is. De centrale vraag is: waar halen de wortels het voedsel en water vandaan? Daarnaast kan de beworteling op verschillende aspecten beoordeeld worden. Granen Aardappel Biet Storende laag Bedrijf: Perceel: Teelt: Gewas: Voorvrucht: Rotatie: 1:. Een verdichte laag heeft vaak een negatief effect op de opbrengst. In (voormalige) rijsporen of op kopakkers valt dit op, maar wanneer het gehele perceel geen optimale structuur heeft, zoals door storende zandlagen of een ondergeploegde verdichte grond, valt dit vaak minder snel op. Een visuele bodembeoordeling kan dan meer duidelijkheid geven. Stel een storende laag vast door: Bodem analyse: Grondsoort (zand/zavel/klei/veen) ph-kcl Klei % Organische stof % Beoordeling Bepaal of er verschillende lagen te onderscheiden zijn en meet de dikte van de lagen; Beoordeel in elke laag of er sprake is van onge- het jaar en ervaring is dus vereist: - intensief: veel wortels zichtbaar, is gunstig voor gewas en bodem. - redelijk: enkele wortels Scherpblokkige structuurelementen Deze zijn hoekig en compact. De wanden zijn glad. Scherpblokkige structuurelementen zijn in het alge- Met een mes langs de zijkant van de profielkuil van boven naar beneden te prikken. Noteer hoe gemakkelijk dat gaat. Een storende laag is zeer dicht en stevig. Let met name op de overgang van boven naar ondergrond tussen zo n 25 en 40 cm diepte. Bodemprofiel: Criterium Diepte 0 25 cm cm > 50 cm Beworteling stoorde wortelgroei en de mate van doorworteling; Bepaal voor elke laag het volume percentage van de verschillende soorten structuurelementen; Beoordeel of er sprake is van storende lagen; Beoordeel de vertering van gewasresten en of er sprake is van zuurstof tekorten ; Noteer de gevonden waarden in het beoordelingsformulier; zichtbaar, vorm, type wortel en diepte kan een indicatie zijn voor problemen matig-slecht: minimale beworteling, kan duiden op problemen. Bewortelingsdiepte: geeft de Intensief meen niet doorwortelbaar. Uitzondering zijn zandgronden, die kunnen na bodembewerking goed doorwortelbaar zijn en tijdens het groeiseizoen verdichten tot scherpblokkige elementen. Deze elementen zijn dan toch doorworteld. Intensief Intensief In de bodemscan noteert u: Intensief Matig ontwikkelde storende laag Met het mes stelt u een matige weerstand vast. De structuur is matig ontwikkeld en poriën zijn beperkt. U ziet weinig doorworteling, nauwelijks wormgangen en eventueel scheuren. Soms komen er grijze verkleuringen voor. Intensief/redelijk/slecht Structuur % Scherpblokkig Storende laag: diepte (cm) Storende laag: dikte (cm) Herhaal dit voor de laag en eventueel diepere lagen. Punten van aandacht bij de keuze van de locatie: Kies een locatie voor de kuil die representatief is voor het perceel of bedrijf minimaal 10 meter uit de akkerrand. Let op het bodemoppervlak en glooiingen in het veld en vermijdt niet-representatieve plekken. Let goed op de gewasgroei: valt er uit de kleur en de stand van het gewas iets te zeggen over de bodem? Wees je bewuts van rijsporen: onder rijsporen is vaak een verdichte boden aanwezig. diepte vanaf het bodemoppervlak in cm. Europees Landbouwfonds voor Plantelandsontwikkeling: 5 Vorm van het wortelstelsel. Ongestoorde groei of knikken in de wortels kunnen wijzen op structuurproblemen. Bij aanwezigheid van wormgangen kunnen wortels verdichte lagen passeren. Verdikking van wortelpunten kan duiden op flinke bodemweerstand. Redelijk Het percentage scherpblokkige structuurelementen in de lagen: 0-25 cm cm > 50 cm Redelijk Redelijk Sterk ontwikkelde storende laag Met het mes stelt u een sterke weerstand vast. De bodem vertoond geen poriën en doorworteling van de laag is niet vast te stellen. Ook ziet u geen wormgangen of scheuren. Europees Landbouwfonds voor Plantelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Aantal wormen: Opmerkingen (maatregelen) Europa investeert in zijn platteland In de bodemscan noteert u: Matig slecht Matig slecht Matig slecht In de bodemscan noteert u: De diepte (cm diep) waarop u de storende laag aantreft De dikte (in cm) van deze storende laag 0-25 cm beworteling is intensief / redelijk / matig-slecht cm beworteling is intensief / redelijk / matig-slecht cm beworteling is intensief / redelijk / matig-slecht Europees Landbouwfonds voor Plantelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Het Praktijknetwerk wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Europees Lanbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europe investeert in zijn platteland
22 Bodemkwaliteit Veenkoloniën, opzet proef Aanleiding Een beter bodembeheer is nodig voor een perspectiefvolle en duurzame landbouwsector. Op veel plaatsen staat de bodemkwaliteit in de Veenkoloniën onder druk! Dit is zichtbaar in onder meer stuifschade, achterblijvende plekken en water op het land. Een beter bodembeheer in de Veenkoloniën leidt tot: een betere en stabielere gewasopbrengst, een betere waterkwaliteit, vermindering van broeikasgasemissies en een stijging van de bodembiodiversiteit. Minimale grondbewerking in plaats van spitten of ploegen Compost toediening Onderzoek Doel van het project is het ontwikkelen van praktisch toepasbare maatregelen voor een duurzaam bodembeheer in de Veenkoloniën. Hierbij wordt gekeken naar de volgende maatregelen: Minimale grondbewerking: om gewasresten boven in te houden in vergelijk met spitten. Verdubbelen van de effectieve organische stof aanvoer door het jaarlijks toepassen van 10 ton compost per ha en het inwerken van stro en telen van groenbemesters. Verminderen van de ziekte- en plaagdruk in de vruchtwisseling door het vervangen van zomergerst door Tagetes patula (afrikaantjes). Verbeteren van de chemische bodemvruchtbaarheid: - Bodembalans: aandacht voor Ca-Mg-K verhoudingen - Steenmeel: nutriëntenbinding en sporenelementen. Figuur 1. Vruchtwisseling van de proef: zetmeelaardappel zomergerst zetmeelaardappel suikerbieten. Tagetes patula (afrikaantjes) in plaats van zomergerst Verbeteren chemische bodemvruchtbaarheid Figuur 2. Maatregelen die in de proef zijn opgenomen. Combi(natie) van bovenstaande maatregelen om een maximaal effect op de bodemkwaliteit te verkrijgen. De maatregelen worden getoetst in een Veenkoloniale vruchtwisseling van zetmeelaardappel (ras Seresta) zomergerst zetmeelaardappel suikerbiet op PPO locatie t Kompas te Valthermond. De effecten van deze maatregelen op opbrengst, bodemkwaliteit (fysisch, chemisch en biologisch) emissies en bedrijfsvoeringen worden vergeleken met de gangbare praktijk. Praktijk Het project levert concrete maatregelen voor de praktijk op voor een duurzaam bodembeheer. Belangrijke vragen over de toepasbaarheid van minimale grondbewerking, hoe goed organisch stofbeheer uit te voeren en de effecten van afrikaantjesteelt binnen de gewasrotatie worden beantwoord. Het project is opgezet in overleg met telers en belangrijke bedrijfslevenpartijen in de regio. Het project wordt begeleid door een begeleidingscommissie van telers en adviseurs. Daarnaast wordt nauw samengewerkt met praktijknetwerken op gebied van bodem in de Veenkoloniën. Janjo de Haan, Paulien van Asperen, Johnny Visser en Harm Jan Russchen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Postbus 430, 8200 AK, Lelystad janjo.dehaan@wur.nl Dit onderzoek wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken en AVEBE binnen de PPS-bodem van de topsector Agro Food
23 Bodemkwaliteit Veenkoloniën, Eerste resultaten 2013 en 2014 Teelt van tagetes goed geslaagd Alle teelten zijn in beide projectjaren goed geslaagd. Uitdaging was de teelt van Tagetes, een nieuw gewas. Ook deze teelt is beide jaren goed geslaagd Tagetes is een langzaam groeiend en vorstgevoelig gewas dat in theorie na half mei gezaaid kan worden. Na de teelt van tagetes was de Pp besmetting eind 2013 tot 0 gedaald, dit had een positief effect op de aardappelopbrengst in TIP voor teelt tagetes: Zaai niet te vroeg, wacht rustig op warmer weer en een klein buitje voor een snelle opkomst Zorg voor een schoon en onkruidvrij zaaibed, want tagetes dood het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans (Pp), maar onkruid zorgt voor vermeerdering Figuur 4. Tagetes is een nieuw gewas in het Noordoostelijk bouwplan ter bestrijding van Pp. Grondbewerking In 2013, een stuifgevoelig jaar, zien we op de gespitte stroken meer verstuiving dan in de minimale grondbewerking. Opbrengst In 2014 worden de eerste verschillen zichtbaar tussen de objecten in zetmeelaardappel, in beide rassen en zowel bovengrond als ondergronds. Positief tonen de objecten Combi en Bodembalans in Seresta Combi, Bodembalans en Tagetes in Festien Deze objecten hebben meer loof, een significant hogere veldopbrengst maar lagere OWG s. Daardoor is de uiteindelijke zetmeelopbrengst van deze objecten wel hoger maar niet altijd significant. Figuur 5. Spitten (links) geeft meer verstuiving dan minimale grondbewerking (rechts). b c a ab a b Figuur 3. Visuele verschillen tussen de objecten in zetmeelaardappelras Seresta. Figuur 6. Veldopbrengst (t/ha) per object, zetmeelaardappel Festien, De verschillende letters boven de kolommen geven significante verschillen aan. Gepresenteerde resultaten zijn voorlopig op basis van slechts twee jaar onderzoek. Deze resultaten worden nog nader geanalyseerd en de proef wordt nog voortgezet.
24 Doel: Het verminderen van stuiven in de veenkoloniën De hoofdgrondbewerking is van groot belang voor de teelt Structuur in de bodem Aansluiting met de ondergrond Structuur van de bovengrond o Stuifgevoeligheid o slempgevoeligheid Spitmachines een deel van de oorzaak? Kan het (spitten) ook anders? Vergeten we de ploeg niet? Vaste tand een optie? Met kooirol en vorenpakker Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ( EL&I) is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.
25 Foto Met egrol Foto Met kooirol en vorenpakker Foto Stuiven is een gevaar voor de bodemkwaliteit. Voorkomen van stuiven is van belang in alle gewassen, ook voor minder gevoelige zoals aardappelen en granen! Dat mest weer is toegestaan is mooi maar dit is geen oplossing voor alle problemen. Grondbewerking speelt een belangrijke rol! Ook voor de omgeving is het belangrijk dat we stuiven zoveel mogelijk beperken! Wees dus niet te snel tevreden met uw strakke zaai/pootbed maar probeer ook kluiten over te houden. Het praktijknetwerk wordt uitgevoerd door DLV plant voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Bert Huizinga of Han Kammer Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ( EL&I) is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.
26 Praktijknetwerk Akkerranden Veenkolonien Mts. L. vd. Laan en H. vd. Laan Kamping, Exloerveen Maart 2014 Zaaibedden en zaaigoed Praktijknetwerk Akkerranden veenkoloniën Nu het voorjaar is aangebroken, zijn de bouwplannen bij de aanvragers bekend. Op basis hiervan zijn de locaties van de akkerranden bepaald. Getracht is om zoveel mogelijk met ecologische- en agrarische verbindingszones te werken. Zo vormen een aantal randen in combinatie met het LOFAR gebied zo n zone. Verder kijken we naar de effecten van soorten valse zaaibedden, wordt er gewerkt met verschillende zaadmengsels (zoals het wel bekende FAB -mengsel, maar ook een mengsel die vogelgewassen combineert met insectengewassen), en verschillende locaties m.b.t. toestand van de grond en gewassen die ernaast staan. Gedurende het seizoen zal er in de randen en gewassen gemonitord worden op aanwezigheid van nuttige insecten, vogels, onkruid en luizendruk. Procesbegeleider: M. Schultinga m.schultinga@anvdrenthe.nl telefoon anv: ANV Drenthe zet zich in voor duurzame landbouw met oog voor de balans tussen landbouw en natuur(zoals: gebiedscoordinator agrarisch natuurbeheer, projecten bloemrijke akkers, biomassa etc.). Noorderdiep CL Valthermond info@veenkolonien.nl Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van Economische zaken Europees landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland
27
28 Innovatienetwerk Ontwikkeling en Productie van de BioProduct Processor TCE Gofour BV uit Stadskanaal is op dit moment druk bezig met de ontwikkeling van de Bio Product Processor container, welke tijdens de Agro Expo 2014 in Assen op 16, 17 en 18 december door gedeputeerde Henk van de Boer van de provincie Drenthe onthuld zal worden. Verwacht wordt dat tijdens dit evenement de eerste vijf boeren hun handtekening zullen zetten voor het afnemen van een Bio Product Processor van TCE Gofour BV. De Bio Product Processor zet oliehoudende gewassen door middel van een milieuvriendelijk enzymatische proces om in (half)fabrikaten van hoge waarde. Gevolg is een flinke stijging in de eindopbrengst per hectare vanwege het opschalen van slechts één basisproduct. Hierdoor ontstaat meer financiële onafhankelijkheid en een nieuw verdienmodel voor duurzaam boeren. De BPP concentreert zich voorlopig eerst op het gewas koolzaad als invoer voor de Bio Product Processor. In een later stadium zal ook de focus op andere agrarische producten komen te liggen, evenals rioolslib, slachtafval en frituurvet. TCE Gofour werkt op dit moment in haar fabriek in Stadskanaal aan de bouw van een tweetal demonstratie modellen van de Bio Product Processor, elk bestaande uit slechts één container. Bedoeling is dat deze zogenaamde demonstrators het principe achter en de werking van de Bio Product Processor gaan aantonen. Bij akkerbouwbedrijf MTS Dun in Musselkanaal zal één van deze twee containers komen te staan. De demonstratie containers zijn een opmaat naar het uiteindelijke doel, namelijk twee varianten bestemd voor de landbouw en industriële sector. De bouw van de Bio Product Processor bestemd voor de landbouw sector zal in 2015 starten en gaat uit vier containers bestaan, een tweetal onder met daar boven op nog twee containers. Reden voor de keuze van vier containers, is dat er zodoende voldoende opslag voor invoer en uitvoer stromen aanwezig is. Hierbij gaat het met name om de opslag van APPO biodiesel, koolzaad en perskoek. De Bio Product Processor bestemd voor de industriële sector zal grootschaliger van aard zijn. Deze Bio Product Processor zal namelijk uit een twintigtal containers bestaan, tien onder met daar bovenop nog eens tien containers. Een hogere productie van bijvoorbeeld APPO biodiesel is hiervan het gevolg. De bouw hiervan zal starten na een succesvolle afronding en fine tuning van de landbouw variant van de Bio Product Processor. Contactgegevens TCE Go Four, Peter van der Klok Mts. Dun, Jaap Dun Noorderdiep CL Valthermond Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van Economische zaken Europees landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland
29 Praktijknetwerk Minder Toeren Doel van het praktijknetwerk: Inzichtelijk maken welke kosten en nadelen meerdere teelten op afstand met zich mee brengen zodat ondernemers kunnen kiezen welk gewas ze op welke afstand het beste kunnen telen. Resultaat: Er is een rekentool ontwikkeld waarmee boeren kunnen berekenen of het telen van bepaalde gewassen op land op afstand opweegt tegen het aantal kilometers dat gereden moet worden om de gronden te bereiken. De definitieve versie is te vinden op Hoeveel transportbewegingen zijn nodig voor verschillende teelten en oogstmethodes? Grasland opraapwagen Grasland hakselen Grasland balen wikkel Grasland balen landbouw plastic Maïs GPS CCM MKS Korrelmaïs Winter gerst GPS Winter gerst korrel Zomer gerst GPS Zomer gerst korrel Zomer tarwe GPS Zomer tarwe korrel Winter tarwe GPS Winter tarwe korrel Winter rogge GPS Winter rogge korrel Triticale GPS Triticale korrel Vezelhennep Gerst erwten GPS Gerst erwten korrel Met het programma kan een agrariër bepalen of grond op afstand bij aankoop of huur interessant is en wat de maximale prijs mag zijn. Voederbieten Voor nu staat een project rondom kavelruil op stapel. Grond dichterbij is een stuk voordeliger dan grond op afstand! Het Kadaster wil graag meewerken en heeft veel tools beschikbaar om snel en eenvoudig scenario s door te rekenen. Heeft u interesse in kavelruil in de Veenkoloniën? Neem dan contact op met Jelle Broersma van DLV, tel / j.broersma@dlv.nl. Voor meer informatie: Freerk Oudman, tel / f.oudman@dlv.nl Het praktijknetwerk wordt mede mogelijk gemaakt door: Het Ministerie van Economische Zaken is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
30 Praktijknetwerk Veenbronnen Doel van het praktijknetwerk: Binnen het praktijknetwerk wordt kennis verzameld over de mogelijkheden om verliezen bij energieverbruik her te gebruiken in de regio. Dit project beoogd de duurzaamheid te vergroten. Specifieke doelstellingen zijn het verzamelen van kennis over: Het hergebruiken van warmte; Het regionaal opwekken en afnemen van stroom; Samenwerking met andere sectoren. Resultaat: In het praktijknetwerk is informatie verkregen over: Warmte terugwinnen uit ventilatielucht; De toepassing van zonnepanelen; Het verhuren van daken door derden; Stroomverbruik pompen LW; Alternatieve verlichting van stallen; Het toepassen van rondpompsystemen in bestaande situaties; Zoektocht naar energiebesparing op het varkensbedrijf. Voor meer informatie: Gerben de Vries, tel / g.de.vries@dlv.nl Het praktijknetwerk wordt mede mogelijk gemaakt door: Het Ministerie van Economische Zaken is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
31 Soja van eigen bodem Ruud Timmer Achtergrond Zo n 80% van de Nederlandse eiwitbehoefte voor diervoeders wordt geïmporteerd. Veelal wordt in deze behoefte voorzien door soja/ sojaschroot. Vanuit een oogpunt van duurzaamheid is er in Nederland en Europa een duidelijke politiek-maatschappelijke discussie gaande over de negatieve aspecten van soja importen. Daarbij wordt de vraag opgeworpen wat de mogelijkheden zijn van inlandse productie van eiwithoudende gewassen. De beste vervanging van (Zuid)Amerikaanse soja zou Nederlandse/Europese soja zijn. In o.a. Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk wordt al soja geteeld en wordt er onderzoek naar de teelt gedaan. In Nederland staat de teelt nog in de kinderschoenen en het praktijknetwerk Soja van eigen bodem wil hier verandering in brengen. Doelstelling De telers binnen het project willen de beschikbare binnenlandse en buitenlandse teeltkennis verzamelen en deze samen met deskundigen verder uitbouwen, verspreiden en toepassen op hun eigen sojapercelen. Alleen als er naast betere rassen voor de Nederlandse klimatologische omstandigheden ook gewerkt wordt aan een optimalisatie van de teelt, zijn er in de toekomst opbrengsten te bereiken die de basis vormen voor een concurrerend saldo. Op deze manier kan een deel van de sojaimporten worden vervangen door soja van eigen bodem Activiteiten In 2013 en 2014 zijn er veldbijeenkomsten en evaluatiedagen georganiseerd met deskundigen waarop ervaringen en resultaten zijn gedeeld. Verder zijn er teeltgegevens verzameld op de percelen gedurende het seizoen en zijn er door de deelnemers zelf demo s aangelegd met o.a. N-bemesting en rijenafstanden. Bij de start van het PNW is er een (besloten) Facebookpagina aangemaakt waarop de telers, deskundigen en andere betrokkenen foto s, filmpjes, vragen en nieuwsfeiten met elkaar delen. Resultaten Om de in Nederland geteelde soja tegen een goede prijs te kunnen verkopen is het belangrijk dat het eiwitgehalte voldoende hoog is. Het eiwitgehalte varieerde in 2013 van 31% tot 41%, met een gemiddelde van zo n 35-36%. Liefst zou dit nog iets hoger zijn, zo n 38-40%. Via rassenkeuze en eventueel N-bemesting is hier mogelijk iets aan te doen. De resultaten van 2014 zijn nog niet beschikbaar. De opbrengsten lagen in 2013 op een zeer acceptabel niveau, zeker gezien de nauwelijks aanwezige ervaring met soja. De meeste telers realiseerden een opbrengst tussen de 2.5 en 3.0 t/ha. Voor een economisch interessante teelt moet het gemiddelde opbrengstniveau echter nog wel omhoog naar zo n t/ha. Problemen die naar voren kwamen tijdens de teelt: * enting van het zaaizaad * vogelvraat tijdens opkomst * onkruidbestrijding (o.a. onvoldoende middelen beschikbaar) * sclerotinia (middelen ontbreken en bestrijdingsstrategie nog onduidelijk) * wildschade (hazen en reeën) * late afrijping (begin oktober) * oogst (lage peulzetting waardoor onderste peulen niet kunnen worden geoogst) Interesse in het sojaproject en/of de sojateelt? Contact: ruud.timmer@wur.nl T + 31 (0) Dit project is mogelijk gemaakt door de EU en het Ministerie van Economische zaken Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Aanvragers: J.F. van Kessel, Erichem; G. Katerberg, Klijndijk; A.J. Knijp, Anderen; T. Kempenaar, Dronten Deelnemende bedrijven/instellingen: Agrifirm, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
32 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Praktijknetwerk Duurzaamheid in Beeld Deelnemers binnen het praktijknetwerk Duurzaamheid in beeld gebruiken teeltregistratie, maken zo hun bedrijfsresultaten inzichtelijk en bediscussiëren teeltregistratie en duurzaamheidsthema s. Doel Optimale teeltregistratie en gebruik Eigen benchmark en duurzaamheidskengetallen Vergelijking bedrijfsresultaten Resultaten inzichtelijk maken Activiteiten Teeltregistratie door gebruik van het systeem Crop-R Bijeenkomsten en inbreng van specialisten Teeltregistratie (Crop-R) Mest (ForFarmers Hendrix) Bodemvruchtbaarheid (Coen ter Berg) Economie (Countus accountants + adviseurs) Methodologie (Wageningen UR) Discussiesessies Teeltregistratie Countus Signaal Analyse op saldo niveau Groepsvergelijkingen van resultaten en duurzaamheidskengetallen Ervaringen Het is leuk om van elkaar te leren en te zien hoe anderen het doen. Je komt op mooie bedrijven en de andere ondernemers zijn erg inspirerend. Het ervaren en discussiëren van teeltregistratie en duurzaamheid; er zijn echt meerdere wegen naar Rome. Resultaat Kennis over gebruik en wijze van teeltregistratie Koppeling teeltregistratie en bedrijfseconomische resultaten Inzicht in organische stofbalans, milieubelasting gewasbeschermingsmiddelen en saldo per gewas (suikerbieten en aardappelen) en per perceel * PROCESBEGELEIDING DOOR COUNTUS ACCOUNTANTS + ADVISEURS * Voor meer informatie zie
33 Praktijknetwerken Rendementsverbetering teelt van zetmeelaardappelen Vanaf 2013 werken 5 praktijknetwerken aan het op bedrijfsniveau verhogen van het rendement van de teelt van zetmeelaardappelen. De reden hiervan is dat het huidige opbrengstpotentieel onvoldoende benut wordt. Op proefvelden worden opbrengsten gerealiseerd van 15 ton zetmeel per ha, terwijl dit op praktijkpercelen niet gerealiseerd wordt. Om de teelt beter in beeld te krijgen is een theoretisch model ontwikkeld op basis van proeven uit het verleden. Het ideale gewas zetmeelaardappelen moet aan de volgende voorwaarden voldoen om een maximale opbrengst te realiseren. Opkomst begin mei Gewas gesloten ± 10 juni Knolaanleg eerste helft juni Op 1 juli een opbrengst van 3 ton zetmeel per ha Gesloten groen bladerdek tot eind augustus Enigszins gesloten bladerdek in september, ongeveer 65% grondbedekking Geen tekort aan vocht gedurende het groeiseizoen Geen ziekten en plagen. Dit alles moet tweede helft oktober resulteren in 15 ton zetmeel per ha. De 15 ton zetmeel is de opbrengst zonder rooi- en bewaarverliezen en geen rekening houdend met wendakkers en spuitsporen. Grafiek 1. Grondbedekking en zetmeelproductie van het Ideale zetmeelaardappelgewas Gedurende het groeiseizoen is van alle deelnemers aan het praktijknetwerk een perceelsgedeelte nauwkeurig gevolgd. Verschillende waarnemingen en metingen zijn uitgevoerd en vergeleken met het ideale aardappelzetmeelgewas. Vervolgens zijn op drie momenten in de teelt opbrengstbepalingen uitgevoerd. In grafiek 2 zijn de resultaten van de opbrengstmetingen weergegeven waarbij van zowel 2013 als 2014 de gemiddelde opbrengst van alle deelnemende percelen is weergegeven (stippellijn) en de 25% best presterende percelen (doorgetrokken lijn) bijgehouden.
De bodem, opnieuw in balans
De bodem, opnieuw in balans Met bodemmaatregelen minder schade door stuiven en aaltjes en hogere opbrengst Bodemkwaliteit Veenkoloniën De bodem, weerloos én weerbaar Hoe hardnekkige problemen oplossen?
Nadere informatieINFORMATIE PRAKTIJKNETWERKEN EN INNOVATIEPROJECTEN VEENKOLONIËN
INFORMATIE PRAKTIJKNETWERKEN EN INNOVATIEPROJECTEN VEENKOLONIËN Informatiemap bijeenkomst InnovatieVeenkolonien Valthermond, 2 december 2014 Resultaten Praktijknetwerken en Innovatieprojecten Zodra de
Nadere informatieOpen teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn
Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft
Nadere informatieBeter Bodembeheer de diepte in
Beter Bodembeheer de diepte in 6 april 2017 Nijkerk Partners in PPS Duurzame Bodem: LTO Nederland, NAV, Brancheorganisatie Akkerbouw (Penvoerder), Agrifirm, IRS, Suiker Unie, AVEBE, CZAV, NAO, Bionext
Nadere informatieAanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie
Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project
Nadere informatieInvloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.
Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen. Ing. K.H. Wijnholds Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Businessuni Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente
Nadere informatieDe Kuil. Bodembeoordeling aan de hand van een kuil. Chris Koopmans Marleen Zanen Coen ter Berg
De Kuil Bodembeoordeling aan de hand van een kuil Chris Koopmans Marleen Zanen Coen ter Berg De Kuil Bodembeoordeling aan de hand van een kuil Chris Koopmans Marleen Zanen Coen ter Berg Colofon 2 e druk,
Nadere informatieDienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900) Aequator Groen & Ruimte bv 3
Groenbemesters, goed voor grond, boer en waterbeheerder Bodemverdichting Everhard van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Even voorstellen Aequator Groen & Ruimte bv 2 1 Waar komen we vandaan? Dienst Landbouw
Nadere informatieKringlopen in de akkerbouw. Bodemscan zand- en dalgronden Beoordelingskader Veenkoloniale gronden Chris Koopmans Marleen Zanen Coen ter Berg
Kringlopen in de akkerbouw I N S T I T U U T Bodemscan zand- en dalgronden Beoordelingskader Veenkoloniale gronden Chris Koopmans Marleen Zanen Coen ter Berg Verantwoording Deze brochure is opgesteld in
Nadere informatieBASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:
BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond: Zoektocht naar een duurzaam bodembeheer op klei en zand Programma Bodem 5 juni 2012, Janjo de Haan en Derk van Balen Systeemonderzoek Ontwikkeling van strategieën
Nadere informatieSKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma
Nadere informatieBodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1
Bodemkunde Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodems en hun eigenschappen 3 Bodems en hun eigenschappen Opdracht: - Zoek op wat het bodemprofiel is waar je zelf woont / werkt / stage loopt 4
Nadere informatieMasterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens,
Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012 Peter Stevens, 1 Aanleiding MMM Directe aanleiding voor de totstandkoming van het Masterplan MineralenManagement (MMM) is de voedselzekerheid
Nadere informatieWorkshop: Overig ruwvoer en eigen krachtvoerteelt. Zijn er alternatieven? Huidige situatie voerteelt
Overig ruwvoer en eigen krachtvoerteelt Huidige situatie voerteelt Zijn er alternatieven? Gras eiwit Mais energie zetmeel Aankoop krachtvoer om rantsoen compleet te maken. Voederbieten Soja Lupine Veldbonen
Nadere informatieNaar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond
Nadere informatieGroenbemesters: zaaitijden en opbrengst
Groenbemesters: zaaitijden en opbrengst Mengsels van groenbemesters vereisen verstand van zaken themaochtend ''Vergroening in de praktijk'' Innovatie veenkoloniën, 1 dec. 2017, Valthermond Leendert Molendijk,
Nadere informatieOpen teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn
Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Themadag NBV, Wageningen, 8 november 2013 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid
Nadere informatieEiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen
Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60
Nadere informatie25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?
25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen
Nadere informatieBodemkwaliteit op zandgrond
Bodemkwaliteit op zandgrond Presentatie opzet project Janjo de Haan Bodem speerpunt voor ministerie van EL&I Bodemprogramma Samenvoeging gewasbeschermings, bemestings, en systeemonderzoek Co innovatieprogramma
Nadere informatieMet dit instrument kunt u de bodembiodiversiteit van uw percelen beoordelen en stappen bepalen om deze, als dat nodig mocht zijn, te verbeteren.
Bodemkwaliteit 1 DOEL De biodiversiteit van de bodem uit zich in een betere bodemkwaliteit. Het bodemleven ondersteunt uw teelten via de ontsluiting en vastlegging van voedingsstoffen, het beschikbaar
Nadere informatieDe bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf
Nadere informatieWaarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer?
Waarom is de bodem belangrijk voor het waterbeheer? Gera van Os Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (WUR) Bodembeheer Waterbeheer Diepe sporen als gevolg van
Nadere informatieGrondbewerking voor Zetmeelaardappelen
Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Onderzoek in 2006 en 2007 in opdracht van: Verenigingen Voor Bedrijfsvoorlichting Communicatie in 2006 en 2007 in opdracht van: Provincie Groningen Onderzoek en communicatie
Nadere informatiecreating dairy intelligence
06-03-12 Cursus Bodemvruchtbaarheid. Deelnemers van de werkgroep Bedrijfsvoering uit het project ADEL heeft dinsdag 6 maart een plenaire cursus gevolgd over bodemvruchtbaarheid. Coen ter Berg van Coen
Nadere informatieBegeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen
Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen Programma Mededelingen Eerste resultaten 2015 Teeltseizoen 2015 Opbrengsten Eerste resultaten uitspoelingsmetingen
Nadere informatieNaar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting
Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl
Nadere informatieVoortgang veldproefen Klei naar de Veenkoloniën
Praktijknetwerk Klei voor de Veenkoloniën Doel en start. Het praktijknetwerk heeft tot doel: Kennis te ontwikkelen over de mogelijkheid nutriëntarme zandgronden op een rendabele manier te verrijken met
Nadere informatieLandbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum
Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale
Nadere informatieVoorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen
Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen
Nadere informatieGezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten
Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten Doel van project Door middel van beperkte eerste ervaringen in een project waarin boomkwekers
Nadere informatieZICHT OP DE BODEMSTRUCTUUR: Van de bodem én van elkaar leren!
ZICHT OP DE BODEMSTRUCTUUR: Van de bodem én van elkaar leren! In het project Zicht op de Bodemstructuur nemen Flevolandse buur(t)mannen sámen met een deskundige de bodemkwaliteit onder de loep. Om op deze
Nadere informatieToetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven
Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven J.J. de Haan, D. van Balen & C. Topper (PPO-agv Wageningen UR) M.J.G. de Haas, H. van der Draai
Nadere informatieVerbeter de bodem Blijf ervan af!
Verbeter de bodem Blijf ervan af! Combinatie rijpaden en gereduceerde grondbewerking Wijnand Sukkel, Wiepie Haagsma Derk van Balen, e.a. Grondbewerking en bodemverdichting Hoofdgrondbewerking o.a. ingezet
Nadere informatieKansen voor NKG op zand
Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk
Nadere informatieBodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014
Bodem Bodemleven Composteren Bodemverzorging Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond. Bodem: leer je bodem kennen Bodemvoedselweb Composteren Bodem verbeteren en voeden
Nadere informatieBodem en Water, de basis
Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer
Nadere informatieVisie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans
Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans Introductie Mark Heijmans LTO Nederland Vereniging met 60.000 agrarisch
Nadere informatieDuurzame bemesting: omgeving
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Duurzame bemesting Visie NMI Duurzame bemesting: omgeving Beperking milieubelasting
Nadere informatieDUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW
DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW Samen de schouders onder duurzaam bodembeheer EEN GEZONDE BODEM IS IN BELANG VAN DE HELE MAATSCHAPPIJ Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut hebben in opdracht van
Nadere informatieHoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen
Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:
Nadere informatieZICHT OP DE BODEMSTRUCTUUR: Van de bodem én van elkaar leren!
ZICHT OP DE BODEMSTRUCTUUR: Van de bodem én van elkaar leren! In het project Zicht op de Bodemstructuur nemen Flevolandse buur(t)mannen sámen met een deskundige de bodemkwaliteit onder de loep. Om op deze
Nadere informatieOrganische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1
Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf
Nadere informatieDe impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder
Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder Gijs Kuneman 15 juni 2017 1 Evaluatievragen Inzet en motivatie Veldleeuwerikteler Inschatten van impact
Nadere informatieStichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rapportage ervaringen no-till
Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Rapportage ervaringen no-till Project: no-till Locatie: verschillende praktijklocaties in het Oldambt Auteur: Jaap van t Westeinde, SPNA periode : januari
Nadere informatieAnalyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers
Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...
Nadere informatieKlimaatneutrale landbouw? Binnen bereik??
Klimaatneutrale landbouw? Binnen bereik?? Road map Klimaatvriendelijk: carbon footprint Wat is carbon footprint? Wat is klimaatneutraal? Broeikasgassen en akkerbouw Het project boerenklimaat.nl Perspectief
Nadere informatieSPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai 12-1-2011. Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA 2003 2010
12-1-211 SPNA Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw: 12-1-211 Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA 23 21 Masterclass Niet-Kerende Grondbewerking Jaap van t Westeinde www.spna.nl
Nadere informatieRuwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?
Ruwvoeravond Passen alternatieve gewassen bij u? Hoornaar, 16 feb 2017 Akkerbouwmatige Ruwvoerteelt Planmatig werken aan een optimale(ruwvoer)opbrengst door te sturen op bodem en gewas +2.000 kg ds Wat
Nadere informatieOrganisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar
17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume
Nadere informatieErvaringen met voederbieten
172 e themadag NVWV t Beste bouwplan Ervaringen met voederbieten Erik Smale Groot Steinfort Introductie Tuesday 18 October 2016 Dare to Dairy Environment & Biodiversity Iets over mijzelf Groot Steinfort
Nadere informatieCONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS
CONSERVERENDE AKKERBOUW Saalland Mts Klein Swormink - Stegeman WIE BEN IK? Wim Stegeman Tot 2009 werkzaam bij R&D DuPont Vanaf 2005 boer samen met Marga Klein Swormink Vanaf 2009 eigen adviesburo Saalland
Nadere informatieSnuffelen aan de grond Ir. E.A. (Everhard) van Essen
Snuffelen aan de grond Ir. E.A. (Everhard) van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Even voorstellen Aequator Groen & Ruimte bv 2 Waar komen we vandaan? Dienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900)
Nadere informatieir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011
ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters
Nadere informatieBiedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt
Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Hervorming Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid Toeslagrechten 2014 Betalingsrechten 2015 Nationale invulling
Nadere informatieGewasbeschermingsmonitor
Gewasbeschermingsmonitor Algemene informatie Gewasbeschermingsmonitor vervangt gewasbeschermingsplan Bij de gewasbeschermingsmonitor gaat het om diverse teeltmaatregelen. Denk hierbij aan teeltfrequentie
Nadere informatiePootgoedvermeerdering zetmeelaardappelen
Pootgoedvermeerdering zetmeelaardappelen Project in opdracht van HPA Ing. K.H. Wijnholds en Ir. J.A. Booij Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene
Nadere informatieBodemkundige Dienst van België
onafhankelijke v.z.w. spin-off KULeuven(1945) ± 100 medewerkers www.bdb.be Certalent Advies BDB-West (Roeselare) Hoofdzetel (Heverlee) land- en tuinbouw milieuhygiëne bodemhygiëne Analyse SPB Environnement
Nadere informatiePeeters Financieel Advies Groenestraat PT Dorst Tel:
Peeters Financieel Advies Groenestraat 18 4849 PT Dorst Tel: 0161-416770 www.peetersadvies.com Over Peeters Financieel Advies Peeters Financieel Advies is opgericht in 2007 door Pascal Peeters. Peeters
Nadere informatieWerken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk
Nadere informatieValse Meeldauw in biologische uien
Valse Meeldauw in biologische uien Effecten van compost M. Zanen en M. Hospers-Brands [2007] Louis Bolk Instituut Valse Meeldauw in biologische zaaiui, effecten van compost, M. Zanen en M. Hospers-Brands.
Nadere informatie3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie
3.3 Maïs: Fosfaat De adviesgift voor fosfaat is afhankelijk van de grondsoort, de fosfaattoestand en de gewasbehoefte. Het advies bestaat uit een gewasgericht en een bodemgericht advies. Aan beide adviezen
Nadere informatieBodemkwaliteit op zandgrond
Bodemkwaliteit op zandgrond Presentatie Bodemcolloquium Praktijkcentrum Bodem en Landbouw Janjo de Haan 17 januari 2011 Doel en agenda Doel Informeren over stand van zaken project Meedenken over invulling
Nadere informatieOrganische stof, meer waard dan je denkt
Organische stof, meer waard dan je denkt Ervaringen uit het systeemonderzoek PPO-locatie Vredepeel Bodem Anders Den Bosch, 20 maart 2015 Janjo de Haan De bodem Vaste fractie Water Lucht De bodem en organische
Nadere informatieEffect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit
Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit Resultaten Bodemkwaliteit op Zand Congres Beter Bodem Beheer, Lunteren, 4 oktober 2016 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Willem
Nadere informatieDe bodem, weerloos én weerbaar
De bodem, weerloos én weerbaar Hoe onderzoek bijdraagt aan een betere kwaliteit van de bodem en dus stabielere opbrengst voor de lange termijn Bodemkwaliteit op zand De bodem is misschien wel het belangrijkste
Nadere informatieAardappelrassen. Bert Huizinga Jaap Grezel
Aardappelrassen Bert Huizinga Jaap Grezel Inhoud Aardappelrassenproef met suikergehalte en bakcijfers Ontwikkeling aardappelmoeheid m.b.t. de agressieve Am populaties MH demo (bakkenproef) Doel van de
Nadere informatieTeelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012
Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Februari 2013 Programma
Nadere informatievan harte welkom Koolstof Kringlopen
van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof
Nadere informatieBiotoopstudie: Bodemonderzoek in hoogstamboomgaard
Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be
Nadere informatieKennisdocument bodembeheer
Kennis en tips uit de bodembijeenkomsten Kennisdocument bodembeheer In september 2015 startte het project Vruchtbare Kringloop Overijssel. Samen werken wij aan een vruchtbare bodem en een efficiënte benutting
Nadere informatieTeeltonderzoek soja in Nederland
Teeltonderzoek soja in Nederland Eiwitdag Innovatie Veenkoloniën, Valthermond 3 september 2015: Ruud Timmer & Chris de Visser Inhoud Plantaardig eiwit en Europa Rassenonderzoek Stikstofonderzoek Aandachtspunten
Nadere informatiePrecies bemesten door meer meten!
Precies bemesten door meer meten! 2 Hoe help ik mijn bodem zo goed mogelijk de vernieling in Bodemaspecten fysisch, b.v.: structuur (grondbewerking, bandenspanning, bekalking) grondsoort (egalisatie, mengwoelen,
Nadere informatieIntegraal bodembeheer, wat en hoe
Integraal bodembeheer, wat en hoe Voorbeelden uit de PPS Bodem Lelystad 18 mei 2015 Janjo de Haan, m.m.v. diverse collega s Even voorstellen: Janjo de Haan Projectleider BOGO Bodem Water Secretaris Commissie
Nadere informatieProjectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel
Carel de Vries Aanleiding Toekomstvisie LTO Noord-Gelderland Sectorvisie mestbeleid: Koersvast richting 2020 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer Watervisie 2030, Water schap Rijn en IJsselAgenda Achterhoek
Nadere informatieHandleiding bepaling MijnBodemConditie
Handleiding bepaling MijnBodemConditie Beter boeren met de BodemConditieScore! Versie 1.0 uitgewerkt voor de Beemsterpolder (NH) Deze handleiding bevat instructies hoe een BodemConditieScore voor een enkele
Nadere informatieRijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing
Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs Inleiding Willem van Geel en Gerard Meuffels, PPO-AGV Effect rijenbemesting op mineralenbenutting en gewasgroei stikstof, fosfaat, kali Rijenbemesting met drijfmest
Nadere informatieHandboek bodem en bemesting
Handboek bodem en bemesting Van adviesbasis naar nieuwe basis voor adviezen Symposium bemesting in de 21 e eeuw Wageningen 28 november 2014 Janjo de Haan Belang bemestingsadviezen Handvaten voor (economisch)
Nadere informatieHandboek Bodem en Bemesting
Handboek Bodem en Bemesting Voor een optimale bemesting en een beter bodembeheer Jaarvergadering vakgroep Akkerbouw LLTB Baexem, 19 januari 2016 Janjo de Haan Van adviesbasis bemesting naar Handboek bodem
Nadere informatieDe huidige mineralenbalans in Noord-Nederland
De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland Kansen voor het sluiten daarvan op regionale schaal en bedrijfsschaal Wim de Vries 1, Hans Kros 1, Jan Cees Voogd 1, Kees van Duivendijk 2 & Gerard Ros 2 1
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieHet klimaat en onze bodem
Het klimaat en onze bodem Gera van Os, Lector duurzaam bodembeheer Het klimaat en onze bodem Ons klimaat verandert Wateroverlast Droogte Verzilting Klimaatakkoord Transitie is nodig voor adaptatie en mitigatie
Nadere informatieDUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST
DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE TOEKOMST Lector Duurzaam Bodembeheer (CAH Vilentum) Onderzoeker Bodem- en plantgezondheid (Wageningen UR) Duurzaam Bodembeheer DUURZAAM BODEMBEHEER VOOR EEN VRUCHTBARE
Nadere informatieEffecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen
Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen Inleiding In opdracht van het Productschap Akkerbouw (PA) voerden HLB B.V., BLGG AgroXpertus en NMI een tweejarig onderzoeksproject
Nadere informatieTips voor het uitvoeren van bemestingsproeven
Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij
Nadere informatieDe positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings
De positieve kant van onkruid Boomkwekerij 13-02-2016 Hans Puijk - Vlamings Inhoud Bodem, balans en elementen (herh) Bewerkingen en bodem management Wat zeggen onkruiden op het perceel Uitbreiding, nieuw
Nadere informatieStikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen?
Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen? Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten 30 november 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Aanleiding
Nadere informatieAQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water
AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw
Nadere informatieNutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.
NutriNorm.nl Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien. Wij werken samen met onze kennispartners: Eurofins Agro, WageningenUR, Louis Bolk
Nadere informatieInhoud. Optimalisatie van de productie van eigen grond is de kern van goed boeren. Functies. 1.Productie: Strengere bemestings normen
BETERE BODEM- MEER GRAS-MEER MELK Inhoud grasland Relaties functies en bodemkwaliteit Zegveld November 213 Nick van Eekeren Kringloop op een melkveebedrijf 1.Productie: Strengere bemestings normen 13 Ton
Nadere informatieBodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting
Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Nick van Eekeren DMS Vertrekpunt grondsoort Welke grondsoort zit u? Zie ook bodemdata.nl Losser 101 Veldpodzolen.
Nadere informatieEvenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant
Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten
Nadere informatieMAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!
MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit
Nadere informatieBedrijfskaart. Biodiverse Bloembollenteelt
1 DOEL De gezondheid en productie van uw gewassen hangt af van zowel techniek als van een natuurlijk evenwicht. U werkt immers met levend materiaal. In de praktijk gaat om het verzorgen van het bodemleven,
Nadere informatieBodem en bomen Everhard van Essen
Bodem en bomen Everhard van Essen Aequator Groen & Ruimte bv Even voorstellen Aequator Groen & Ruimte bv 2 Opzet presentatie Wat bepaald de geschiktheid van de bodem voor de boom? Wat weten we over de
Nadere informatieNieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.
Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Op de zandgrond in Zuidoost Brabant heeft er in 2012 een boerenexperiment met NKG plaatsgevonden op een perceel aardappelen met als
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water 2019 13 Botanisch waardevol grasland Categorie Water Tot in de vijftiger jaren waren veel graslanden rijk aan (bloeiende) kruiden en grassen.
Nadere informatie: Nieuwe Oogst editie Noord
Publicatie Datum : Veldpost : 26 okt 2013 Pagina : 10 Publicatie Datum : Nieuwe Oogst editie Noord : 28 sep 2013 Pagina : 13 Publicatie Datum : Nieuwe Oogst editie Noord : 28 sep 2013 Pagina : 13 Landbouw
Nadere informatieStichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe
Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Opdrachtgever: Auteur:
Nadere informatieVergroening en verduurzamen landbouw
Duurzame landbouw Gezond voedsel - Vitaal platteland Vergroening en verduurzamen landbouw Wim Dijkman Dronten, 2-12 2014 1 Agenda Groen Ondernemen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Maatregelen POP en water
Nadere informatie