Ambacht Weergors en fortificatie Hellevoetsluis. No. 8 ( )

Transcriptie

1 Ambacht Weergors en fortificatie Hellevoetsluis. No. 8 ( ) bewerkt door Christiaan van der Tuijn Ambacht Hellevoetsluijs. Ernfeste, vroome, discreete, lieve getrouwe. Bij ons in overweging genoomen zijnde, de pligtelijke noodzaakelijkheid, om in tegenwoordige tijdsomstandigheden, den goddelijken zegen en bijstand over de regtvaardige waapenen van den staat tegen de vijand af te smeken, hebben wij goedgevonden Ul: door dezen aan te schrijven, ten einde de nodige ordres te stellen tot het houden van veertien daagsche bedestomden, te beginnen met Woensdag den 27 e dezer maand, op zoodanige wijze en tijd, als naar constitutie van Ul: district bevinden zal worden te behooren, om god almachtig vuuriglijk te smeken, dat het hem behaage de aanvallen van de vijand en alle desselvs boose oogmerken te verijdelen, de regtvaardige wapenen van den staat tot verdediging van s, lands bezittingen en die van haare ingezetenen, mitsgaders tot bescherming van godsdienstige en burgelijke voorrechten opgevat, met zijnen genadige bijstand en kragtdaadige hulp te bekroonen, en tot dien einde de wapens van geallieerden en vrienden van den staat, teffens gelukkig en voorspoedig te maaken, als mede de pogingen en besluiten van de overheden tot redding van het lieve vaderland door zijne goddelijke wijsheid te bestuuren, orn tot de gewenschte en zegenrijkste eindens te doen uitloopen. Waarop ons verlaatende, bevelen wij Ul: bescherminge gods. Gescheven in den Hage den 19 e Februarij Ter ordonnantie van de staaten. A. J. Roijer. Extract resolutie concerneerende aan den equipagie van den bijllaardt kennis geven dat het committe op t versoek van de van de municipaliteijt van Hellevoetsluijs aan haar gedaan om gebruik te mogen maaken van s lands lootsen staande aan de oostzijde van de Fortresse in de Struijten goedgevonden heeft het voorsz: verzoek te accordeeren egter onder deze bepaling dat wanneer door het committe van de meer gemelde lootsen gebruik moet worden gemaakt dezelve terstond, niet tegenstaande daar in manschappen mogten zijn gelogeerd, zal moeten afstand worden gedaan mitsgaders dat alle schadens het zij door brand ofte andere omstandigheeden, daar aan veroorzaakt wordende zullen zijn voor rekening en risico der voorsz: municipaliteijt en dien volgende de meergemelde lootsen door hun wederom zullen moeten worden opgeleeverd indien behoorlijken staat waar in dezelve aan haar word gecedeert met verdere last aan gemelde equipagiemeester om van voorsz: schikking aan de onderequipagiemeester Asmus ten spoedigsten kennis te geeven. Accordeert met orgineel. N. P. Asmus. Formulier van de bevestinge in den huwelijken staat zoo als men hetzelve voor de respective municipaliteijten van de steeden en troupen practiseert. Die naame egtelijke verbintenisse in gods naame alhier door de municipaliteijt gelieven te doen hebben, hooren ingevolgen woorden gods, het formulier. Gij bruijdegom en bruijt verklaart ende bekent dat in den naame gods tusschen Uw is aangevangen en beslooten uit huwelijken ende trouw beloften, die gij als nu van meenig ende van sints zij het zelve te voltrekken ende daartoe van de municipaliteijt sijt gecompareert, omme in den egtelijk huwelijkse staat te werden bevestigd tot gods eere te, vergaderen, en dat met Uwe beijde vrije wille, en in naar de ordonnantie ende in sitting godes. Wat antwoord gij beijde. Gij bruidegom verklaart ende bekent alhier voor gods almagtigh, ende presente lieden van de municipaliteijt, dat gij met Uwe vrije onbedwonge wille zonder ook aan imand anders in trouw ofte belofte van trouw verlooft

2 of verbonden te zijn, genoomen hebt, ende neemt mits deezen tot Uwe wettigen huijsvrouw Uw bruijt alhier tegenwoordig, haar beloovende trouw, ende Uwe belofte te houden alle de daagen Uwis leevens tot dat god almagtigh Uw scheijt deselve Uwe huijsvrouw nimmer meer te verlaaten, haar liev te hebben, en de trouwelijk te onderhouden bij te blijven en bij haar te leeven in eeren in lievde eenigheijt, ende gods vreeze te converseeren, ende huijs te houden, ende voorts alles te doen ende haar te bewijsen, dat een goeden godsalig man zijne wettige huijsvrouw schuldig is en behoort te doen, en te bewijsen. Wat antwoord gij bruijdegom. Ingelijks gij bruijt verklaarende bekent voor god, en deeze jegenwoordige municipaliteijt, dat gij met Uwe vrije wille onbedonge ende zonder ook met imand anders in trouw ofte belofte van trouw, verlooft of verbonden te zijn, genoomen hebt, ende neemt bij deesen tot Uwe wettige man, Uw bruijdegom alhier tegenwoordig beloovende daaromme denselven te houden trouw ende belofte, hem nimmer meer te verlaaten, of begeeven maar getrouwelijk bij te blijven, en te leeven, ende met hem in alle eere ende vroomigheijd lievde ende eenigheijd en godes vreeze te converzeeren, ende huijs te houden, alle de daagen Uwes leevens, naar behooren, ende voorts hem alles te doen, ende te bewijsen dat een goed, vroome, en godsalige trouwe haaren wettige man, schuldig is en behoort te doen, ende te bewijsen. Wat antwoord gij bruijt. Geeft malkander de regter hand. Gij bruijdegom verklaart alhier beijde, als in de tegenwoordigheijd van god almagtigh, dat het Uwen vrije wille, ende belofte is, dat alle het geene Uw bij deesen is voorgehouden, en belooft hebbende alle het zelve met de hulpe van god almagtigh te zullen naarkoomen, agter volgens ende onderhouden, naar behooren. Wat antwoord gij beijde. Daartoe wil god almagtigh, die Uw zoo wij hoopen door zijne genaden tot dezen heijligen huwelijken staat, beroepen heeft, verbinden Uw het regt lieve ende trouwe, ende geenen Uw zijnen zegen amen. Vergadering gehouden op den vierden Augustus 1796 t tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, present Pieter Adriaan Steenwijk, Gallas. Jacob van Putten. Daniel Rolandus. Jan Wessels. Dominicus de Klerk. Pieter Bruch. Jan Keijser en Remko Raijens Kooij., leeden van de municipaliteijt van Hellevoetsluijs. Commissarissen uit de stemgeregtigde burgers hebben ingevolge van het 16 e artikel van het 2 e hoofdstuk den regeerings reglement op heeden deeser vergaadering geinstalleert en genoomen in den eed waar na deselve bij voorgaande klokke geklep hebben gepubliceert de hier navolgende publicatie. Vrijheijd, Gelijkheijd, Broederschap. Commissarissen uit de stemgeregtigde burgers van Hellevoetsluijs als reprasenterende de burgers derselver plaatse maaken bekend en adresteeren aan alle deselve ingevolge van het sesde articul van het derde hoofdstuk, van het gearresteerde regeerings reglement, dat in de wettige opgeroepene vergaadering der stemgeregtigde burgerij den eersten deezer maand Augustus 1796 tot leeden der regeering van het Weergorsch in Hellevoetsluijs voornoemt, wettig, verkooren en benoemd zijn dese navolgende. Als tot schout en secretaris den burger Pieter Adriaan Steenwijk Gallas. Tot leeden van de municipaliteijt, en te gelijk zullende uitmaaken, t collegie justitieel de burgers. Jacob van Putten, Daniel Rolandus, Jan Wessels, Dominicus de Klerk, Pieter Bruch, Jan Keijser en Remko Haijens Kooij. Dat voorts deese aanstelling van dit nieuw geinstalleert plaatzelijk bestuur zal voort duuren conform het vijfde articul van het bovengemelde hoofdstuk des regeering reglement tot dat eene constitutie door de nationaale vergadering bepaalt, en door t volk aangenoome zijnde te ontwijffelbaare wijse en qualificatien zal, voorgeschreeven hebben hoedanig een nieuw bestuur werderom zal moeten verkoosen worden. Gelastende en ordonneerende wij commissarissen als reprasenterende de burgerij voornoemd aan alle, en een igelijk wien zulks aangaat, de voorschreeve burgers in hunne opgemelde qualiteijten, als zoodanig te rekenen en de gehoorzaame hunne beveelen te obidieeren op zoodanige poene en boete als conform de placcaaten van de lande na exigentie van saaken, zal bevonden werden te behooren. Actum en na voorgaande klokke geklep gepubliceert, op den vierden Augustus 1796 het tweede jaar van Bataafsche vrijheid, en voorts geaffigeert ter gewoone plaatsen.

3 In naam en last van commissarissen voornoemd (getekent) J.A. van Es secretaris. Waar op de leeden deeser vergaadering hunne deliberatien hebben aangevangen na laatenden den schout, alvoorens hadde voorgeleesen de resolutie genoomen op den derden Julij 1795 met het formulier van den eed van secretesse daar bij voorgeschreeven, en waar op alle de gecontinueerden leeden deezer vergadering hebben beveelen te obedieeren op zoodanige poene en boete als conform de placcaaten van de lande na exgentie van saaken zal bevonden worde te behooren. Actum en na voorgaande klokke geklep gepubliceert op den vierden Augustus 1796 het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, en voorts geaffigeert ter gewoone plaatsen. In naam en last van commissarissen voornoemd (getekend)j. v. Es. Secretaris. Waar op de leeden deeser vergaadering hunne deliberatien hebben, aangevangen na dat den schout, alvoorens hadde voorgeleesen de resolutie genoomen op den derden Julij 1795 met het formulier van den eed van secretesse daar bij voorgeschreeven, en waar op alle de gecontineerde leeden deeser veregadering hebben gepersisteert, bij den burger Kooij als nieuw geeligeerd zijnde lid, den voorschreeven eed, in handen van den schout afgelegt. Den schout communiceert dat onderscheijden stukken bij de oude municipaliteijt, ter decisse en beheering deeser nieuw geinstalleerde regeering waaren overgelaaten als bij hem niet kunnende werden gedecideert, en leest daar op voor dat gedeelte der resolutie van den negentienden Julij houdende het versoek van A. P. Gersen, om admissie als verwer en glaasenmaakers baas, waarop gedeeltelijk eene dispositie gevallen was, wijders het versoek van de schippers om bij praferentie te moogen geinploijeert worden tot het inlaaden van vlasch, het versoek van Aart Spek om in het schippers gilde te werden geaccordeert en nog dat gedeelte der resolutie, van den een en dertigsten daar aan volgende houdende de ontvangen aanschrijving van het committe provintiaal betrekking hebben tot de organizatie van de Bataafsche gewapende burgermagt op welke over gelaaten pointen gedelibereert zijnde is goed gevonden daar over op aanstaande Vrijdag den twaalfden deezer, naader te delibereeren en resolveeren als bevonden werden zal te behooren, en dat het stuk der bewaapening, inmiddels aan de leeden zal rond gesonden werden. Wijders is ten deesen daage goed gevonden, om ter voldoening aan de aanschrijvinge van het proventiaal bestuur, van den 5 e April laastleeden ende naadere opgevolgde elucidatien, op aanstaande Vrijdag de binnen lootsen benevens den schoollmeester te doen siteeren om voor deese vergadering te compareren, ten eijnde van hun aldaar afte neemende belofte bij die voorschreeve aanschrijving gerequireert. Den schout heeft ter vergadering kennis gegeeven dat, bij hem zig vervoegd had den commandant Queijsen, vragende inquartiering voor de officieren van het Fransche fregat alhier in de haaven leggende, welk versoek heeden morgen door twee officieren van het selve fregat was herhaald, versoekende die officieren hier op nog heeden een decisie om antwoord te moogen hebben, waar over gedelibereert en in agting genoomen zijnde, dat de inquartiering zonder betaaling geheel ophoud, dat er buijten bezwaar der ingezetenen wel plaats te vinden zoude zijn, om die officieren, welke volgens opgaav in dertien bestaan te doen logeeren en dat van de ingezetenen niet ken gevergt werden zoodanigen last aleen te draagen behalve de consequentie welke dit na zig zoude kunnen sleepen, is goedgevonden en verstaan het gedaane versoek te wijsen van de hand, en de officieren te renroijeeren aan het logement voor de marine met last aan den secretaris zoodanig declaratoir te stellen, als in den geest deezer resolutie noodig is, en het zelve aan de om antwoord gevraagt hebbende officieren door den boode, ter hand te doen stellen. Voorts is op voordragt van den schout goedgevonden den commandant Queijsen door eene commissie te laaten bedanken voor de gegeeven schildwagten aan de kerk in de verdere genoome maatreglelen ter bewaaring van rust en order, op den eersten deezer maand, en dat die commissie ter selver tijd, aan den commandant van deese voorenstaande resolutie, ten relatie van het versoek om inquartiering zal kennisse geeven, zijnde daar van benoemt de burgers Steenwijk Gallas en Rolandus. Den schout heeft wijders kennisse gegeeven dat heeden morgen was gerequireerd bij de commissie van onderzoek na de geforceerde geld negotiatie, welke aan hem overgeven had een schriftelijke last aan de municipaliteijt hier na geinserneert. Vrijheijd, Gelijkheijd, Broederschap. De commissie tot ondersoek weegens de geforceerde geld negotiatie.

4 Aan de municipaliteijt van het Fortresse Hellevoetsluijs. Meede burgers! De commissie door de reprasentanten van t volk van Holland, op den 15 e Januarij 1796 gedecerneerd tot het ondersoek, in het neemen van mesuren omtrent de onwillige of gebrekege in de geforceerde geld negotiatie op den 17 e Julij 1796, bij deselve gearresteert, voorgekomen zijnde dat de burger Johan Christian Kling woonende te Hellevoetsluijs zijn inspect suspeet heeft gemaakt door op de behoorlijke en bepaalde tijd niets te hebben opgebragt nog te hebben voldaan aan den inhoud en respective publicatien ten dien einde geemaneert en dus vervallen zijnde in de panaliteijten bij het 4 e articul van de publicatie van den 16 e December Werd bij deese de municipaliteijt van de Fortresse Hellevoetsluijs uit naam der bovengemelde commissie ingevole het evengemelde bij articul van de voorn: publicatie van 16 e December 1795, gelast geauthoriseerd en gequalificeert, om den boedel en alle goederen en generaale eijgendommen van den burger J. C. Kling te neemen onder behoorlijke toeversigt en sequistratie, ten eijnde geene zijner goederen hoe ook genaamd worden verkogt bezwaard verallieneerd, kwijt of weerloos gemaakt tot zoo lange aan den inhoud van het evengemelde 4 e articul van de voorn: publicatie zal sijn voldaan, en zal de municipaliteijt gehouden zijn van deese hunne verrichtingen en weder waaren ten spoedigsten aan gemelde commissie kennisse te geeven, ten einde dezelve verder zal kunnen handelen als zal vermeenen ten meeste nutte van den lande te behooren. Aldus gedaan en gegeeven op de Fortresse Hellevoetsluijs op den 4 e Augustus 1796 het 2 e jaar der Bataafsche vrijheijd (onderstond) op last en in naam der commissie voornoemd (en was getekend) J. S. van Driel secretaris. Waarop gedelibereert zijnde is goedgevonden hoe seer ook de voorschreeve last zeer onaangenaam en van de grootste moeijlijkheid is, er evenwel aan deselve dient te worden voldaan, om buijten alle repreches te blijven, een commissie van drie leeden te benoemen, ten eijnde de opgemelde last uit te voeren, en dat die commissie met het lot door alle de leeden deeser vergadering te trekken zal benoemt worden, t welk navolgens geschied zijnde is bij de opening der billietten bevonden dat met die commissie gechargeerd waaren de burgers Wessels en Kooij, en is den secretaris hun geadjungeert, en hun voorts die magt gegeeven, welke in de meer gemelde last breeder omschreeven, aan de municipaliteijt is gedemandeert. Vergadering gehouden op den sesden Augustus 1796, het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden. De secretaris heeft gecommuniceerd dat ingevolge de voorgaande resolutie af gegeeven heeft het declaratoir aan de Fransche zee officieren, hier na geinsereert. De municipaliteijt van Hellevoetsluijs declareert in het aan hun op heeden gedaane versoek van de officieren van het Fransche oorlogs fregat L, Incorvutible tans leggende in het dok deeser plaatse om logement voor deselve, in de (beschadigd).der ingezetenen niet te kunnen treeden, maar te moeten refuseeren zoo lang als aan hun niet schriftelijk gebleeken is, waar en wanneer, de ingezetenen de te verteeren kosten kunnen gerembouceert krijgen vermeende de municipaliteijt niet anders in deese bevoegt te zijn, en dat in het logement de marine buijten bezwaar der ingezetenen, geschikt, plaats voor de bovengemelde officieren zoude kunnen gevonden worden. Actum Hellevoetsluijs den vierden Augustus 1796 het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd. In naam en last van de municipaliteijt voornoemd (getekend) P. A. Steenwijk Gallas. Zijnde dit gecommuniceerde na den secretaris bedankt te zijn aangenoomen voor notificatie. Den burger de Klerk rapporteert dat hij bij absentie van de voorstemmende leeden op gisteren ontvangen had een missive van de Franschen generaal Compere versoekende te moogen geinformeert zijn, wanneer deese municipaliteijt vergaadering om zig dan in deselve te vervoegen dat hij met concurentie van den burger Bruche die missive hadde beantwoord, welke antwoord was behelsende dat, als hij generaal alhier binnen deeze plaats was, dan niet twijfelde of de municipaliteijt zoude vergaderen en hem ontvangen waar bij den schout voorts nog gevoegt heeft dat heeden morgen den commandant Queijsen hem uit naam van den gemelde generaal Compere versogt heeft dat de municipaliteijt jeegens vier uuren zoude vergaderen zullende

5 hij zig dan alhier bevinden en dat hij schout daar aan hebbende voldaan deese vergadering tot dat eijnde extresselijk was belegt. Waarop gedelibereert zijnde is uithoofde dat berigt wierd dat den generaal bereijds alhier was gequireert goed gevonden eene commissie aan hem op te senden met berigt dat de municipaliteijt vergadert was welke commissie door de burgers Steenwijk Gallas en Bruch volbragt zijnde, in even daar na den gemelde generaal beneevens den commandant deese Fortresse, en den capitein het in t dok leggende fregat, ter vergaadering gecompareert, en heeft als doen den generaal versogt logement voor de officieren van het Fransche oorlogs fregat L Incornuptible, en bij voegende dat wat aanging de betaaling daarvoor, zulks door dit gouvernement met dat der Fransche konde verrekend worden, dat daar op eene ampele conferentie gehouden is, waar bij de meening deezer vergaadering hem generaal is te kennen gegeeven, als niet bestaande en onwilligheid, maar dat men zoodanige last niet op onse ingezetenen brengen konde daar er buijten dien gelegentheijd genoeg was de officieren te kunen logeeren, dat voorts aan hem generaal is gedaan een propositie van hem te addresseeren aan t committe van de marine, en zoo aldaar geen voorziening geschiede, dat deese vergaadering als dan nader zoude resolveeren, den generaal dit niet schijnende te kunnen amplecteren, heeft hun aangaande gesegt oogenblikkelijk een missive aan deese municipaliteijt te zullen afsenden en daar op onmiddellijk, antwoord wagtende was, waar na denselven met zijn gevolg uit deese vergadering vertrokken sijnde, is nader op het voorstel gedelibereert, en goedgevonden om deesen aangaande eene missive af te senden aan het provintiaal bestuur, en hunne nadere order te vragen, of voor reekening van den lande de inquartiering kan geschieden, en waar en wanneer de uit te schietene penningen kunnen en zullen gestitueert worden, en voorts dat, die missive per expresse zal werden af gesonden, zijn den secretaris versogt zoodanige missive te foucheeren en vervolgens te depecheeren, dat wijders na, deese genoome resolutie, de missive is ingekoomen van meergemelde Fransche generaal houdende het zelve versoek, als bereijds bij monde had voorgedragen, en is daar op door den secretaris staande vergadering geantwoord t welk in substantie behelsende was dat deese vergadering zig bij missive per expresse addresseeren zoude aan het provintiaal bestuur en van het antwoord daar op, aan hem generaal te zullen kennis geeven. Vergadering gehouden op den twaalfde Augustus 1796, het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden der municipaliteijt. De resolutien van de voorgaande vergadering zijn geresumeert en werden gehouden voor gearresteert. Den schout communiceert ingevolge van het vorig geresolveerde de binnen lootsen en schoolmeester te hebben doen citeeren, dog den predicant niet om redenen dat denselven, de gevraagde belofte bij eene voor hun gehouden vergaadering in effect afgelegt had brengende voorts in omvraag of men het gevordert wordende de claratoir, door de boven staande persoonen zal laaten ondergetekenen of hem alleenlijk de belofde mondeling doen laaten. Waarop na deliberatie is goedgevonden, dat het declaratoir of belofte moet ondertekent werden, t welk vervolgen door de gecompareert zijnde ordinaris binnen lootsen conform de lijst en declaratoir schoolmeester is verrigt, waar na is goed gevonden, de nu absente lootsen bij de eerst volgende vergaadering ten eijnde als vooren andermaal op te roepen, benevens ook de extra ordinaris binnen lootsen, om almeede die belofte schriftelijk af te leggen. Vrijheijd, Gelijkheijd, Broederschap. De municipaliteijt van t Weergorsch en Hellevoetsluijs. Aan het provintiaal bestuur van Holland residerende in den Hage. Burgers! Op den vierden Augustus laastleeden wierd door twee officieren van het Fransche fregat L Incoirupticle gevraagt billietten voor dertien officieren van dat schip om bij de ingezetenen te werden geinquartiert, zonder eenig betaaling daar voor te kunnen geeven, als hebbende zij in langen tijd geen afbetaaling gehad, en kunnende niet aan boord blijven, om redenen dat het fregat moest werden gekielt, de municipaliteijt heeft daar op beslooten uithoofde van de concequentie, daar er nog zoo veel andere Fransche scheepen op de rheede laagen dit versoek te wijsen van de hand, en hun op te geeven dat het in t logement van de marine, t welk ledig stond geschikt zijn zoude om daar te kunnen logeeren, dat vervolgens op den sesden daar aan,

6 voor de municipaliteijt gekoomen den Franschen generaal de brigade Compere beneevens, den kapitein van het gemelde fregat herhaalde het voorschreeve versoek, om in quartiering, en zeijde dat wat de betaalinge aanging dit vermeent zulks verrekenen konde met het Fransche gouvernement, waar op na eenige onderhandelingen van weegens, ons is geproponeert om redenen ten eersten dat er nog geen leedig schip in het dok lag alwaar de officieren en geheele equipagie konde geborgen worden, dat er ten tweeden een logement van de marine alhier stond, t welk tans leedig was, en zeldsaam wierd geoccupeert, en ten derden, dat er zeer apparent op het alhier leggende wagtschip L Incoirupticle plaatsen zoude te vinden zijn, tot voorschreeve oogmerk noodig, dat den generaal, zig addresseeren zoude aan de marine, en zoo zulks geweigert wierd, dat als dan wij naader zoude resolveeren zoo als t behoorde, den generaal niet geneegen schijnende die propositie te amplecteren heeft hier op geantwoord, dat hij een brieff aan ons daadelijk zenden zoude, en daar op om antwoord onmiddellijk inwagte welke missive wij de eer hebben in ordinaire hier neevens over te leggen en waar op wij op substantie geantwoord hebben, ons aan het provintiaal bestuur per expresse te zullen addresseeren, en van het antwoord daar op aan hem generaal kennisse te zullen geeven. Wij neemen dus de vrijheijd door deese ons aan Ul: te addresseeren met eerbiedig versoek dat wij het goedvinden van Ul: onverwijld moogen verstaan of wij voor rekening van ons lande de voorschreeve dertien Fransche zee officieren en die er verder nog meerder mogt bij koomen kunnen inquatiering, en versoeke als dan ook bepaaldelijk te moogen werden geinformeerd waar wij te uitschotten kunnen ontfangen want daar wij in dat begrip blijven verseeren dat het voor eene plaats zeer ongelukkig zijn zoude, zoodanige uitgaaven te moeten doen daar andere plaatsen geheel zoude vrij blijven, meenen wij dat zulks niet alleen met van ons gevergt kan werden, maar dat het zelve wanneer t geschieden moet door t algemeen dient gedragen te worden, wij implorere te meerder Ul: daadelijk orders daar wij anders voor onaangenaame gevolgen bedugt zijn, en noeme ons wijders na toewensing van heijl en aanbieding van broederschap.met alle respect: Ul: meede burgers. De municipaliteijt van t Weergors en Hellevoetsluijs In naam van deselve (getekent) P.A.Steenwijk Gallas secretaris. Hellevoetsluijs den? Augustus 1796 d 2 e jaar der Bataafsche vrijheijd. Dat hij als schout begreepen hebbende, dat, om alle spoed met het bovenstaande te maaken het beste te begeeven, zulks dan ook des anderen daags hadde verrigt, en de voornoemde missive des Maandags daar op volgende hadde overgegeeven in handen van den president van het provintiaal bestuur met versoek om daar op onmiddellijk antwoord te moogen ontvangen, dat gemelde president in t eerst eenige waaragtigheijd maakt dewijl de vergaadering extra ordirinair beschreeven was, over t geen bij komende zaaken delibereren konde dat hij schout die swarigheijd had getragt weg te neemen met te bewijsen dat de zaak der verzogte inquartiering ook wel degelijk extra ordinair was daar met eenig retandement het zelve met zijn geheel zoude gebragt zijn, en het daarom ook was, dat deese municipaliteijt hunne missive per expresse afgezonden hadden, dat hij president daar op aangenoome heeft de missive dien avond ter vergadering van t provintiaal bestuur in te leveren en den volgende morgen het antwoord te zullen communiceeren, dat hij schout, zig ook vervolgens heeft vervoegt bij den burger Verhell van weegens dit district ter vergaadering van t provintiaal bestuur gecommitteert zijnde, om te versoeken desselvs appui t welk dien burger, ook belooft heeft te doen dat vervolgens hij schout des anderen daags morgens zig in tijds bij bovengemelde president vervoegt hebbende wierd gecommuniceerd, dat het provintiaal bestuur deese municipaliteijt hadde gerenvoijeert aan de nationaale vergaadering, dat om het werk te bespoedigen t even gemelde decreet genoomen was onder resumptie en dat hij president het zelve onmiddellijk had doen afschrijven, en neevens de bij laagen nu aan hun schout te rug gaf tijdelijk in consideratie brengende, dat als de missive van deese municipaliteijt met de noodige veranderingen aan de nationaale vergaadering konde afgeschreeven worden, die als den nog dien morgen ter selve vergadering konde ingelevert werden, mits voor elf uuren aan den president moetende ter hand gesteld zijn, dat hij schout door het toen bereijds tien uuren was, niet alle mogelijke spoed, de missive verandert hebbende voor zoo verre, die nu aan de nationaale vergaadering gerigt moest zijn, en deselve in het net hebbende doen overschrijven, zig vervoegt heeft bij den reprasentant Lockhorst versoekende onderrigting in deese, dat hij schout, met gemelde repradentant is gegaan na het nationaal hotell en aldaar bij den president ingeleijd zijnde, de missive en bijlaagen hadde overgegeven met versoek, dat den president na

7 de stukken ingesien te hebben van oordeel was, dat zulks behoorde aan het committe van de marine als de geheele bestelling van het zeeweesen hebbende, en dus ter meerder spoed beeter zijn zoude, om onmiddellijk den conferentie met het committe van de marine hier over te houden, daar het denkelijk was, dat er bij de nationaale vergaadering een decreet op zoude genoomen werden, dat hij schout benevens den burger Lockhorst ingevolge dit geadresseerde, sig na het committe de marine met de meergemelde stukken begeeven hebbende, aldaar voor dat moment, de conferentie niet houden konde, om dat alle leeden in besoignes waaren, maar na den afloop van een uur, andermaal daar weeder gekoomen zijnde, de voorschreeve conferentie met onderscheijden leeden van de marine gehouden is, dan met geen ander gevolg als dat deselve sustineerde, dat deese zaak niet van hem departement was, dat zij over slands penningen niet beschikken konde, en dat zij in deese niets konde doen, zonder speciaale authorisatie van de nationaale vergaadering, deese conferentie dus vrugteloos afgeloopen zijnde heeft den burger Lockhorst de missive en bijlaagen wederom te rug genoomen, met belofte om die, als nog staande de vergaadering in te brengen, t geen daar hem ook is verrigt krijgende hij schout even voor zijn vertrek uit den Hage, door een boode de missive geschreeven uit de nationaale vergaadering hier na geinsereert. Meede burgers. Er is beslooten Ul: versoek te stellen in handen van het committe te lande, met order om te voorzien, dat gijl: met geene inkwartiering belast werd. Heijl en broederschap (geteekend) J. v. Lockhorst 9 e Augustus 1796 Waarop gedelibereert zijnde is goedgevonden en verstaan, den schout voor de in deese genoomen moeijtens te bedanken, het verrigte te approbeeren als conform de intentie deeser vergaadering, en dat aan den generaal commissie compere een missive zal werden afgesonden in den geest van de missive van den burger Lockhorst waar toe den secretaris, bij deese werd gequalificeert. Bij resumptie gedelibereert zijnde, over het tweede point, van het versoek van Andries Pieter Gersen bij requiste aan deese municipaliteijt gedaan, en breeder bij de resolutie van den negentienden Julij laastleeden, vermelt alwaar ook het eerste point van dat versoek is gedecideert, en na gezien zijnde het appointement van schout en schepenen deeser plaatse van dato den negentienden Augustus 1796 op zeker requist door de verwers en glazemaakers- baasen gepresenteert, en in de rolle geregistreert als meede t geen deesen aangaande daar na succesivelijk is geresolveert, is na deliberatie goedgevonden daar er als nog geene redenen exteerde, om meerder verwers en glaazemaakers- baasen, binnen deese plaatse te admitteeren, het gedaane versoek van hem Gersen te wijsen van de hand en ten zijne relatie te persisteeren, bij de resolutie door de municipaliteijt genoomen op den vier en twintigsten Junij laastleeden, en dat het appointement alzoo zal werden opgemaakt, en gedepecheert. Voorts bij resumptie gedelibereert zijnde over het gedaan versoek van de respective schippers bij, voorgaande vergadering gedaan om bij preferentie tot het vervoeren van t alhier afgescheept werdende vlas, boven vreemde schippers te werden geadmitteert, is na het selve goed gevonden en verstaan zoo als zulks geschied bij deese, het voorschreeve te accordeeren egter onder expresse bepaalinge ten eersten dat het zelve zig niet verder extendeert dan voor dit jegenwoordig saijsoen, ten eijnde bij een volgend te kunnen resolveeren, als bevonden zoude worden te behooren. En ten tweeden onder ernstige recommandatie van hoegenaamt geene rexatien te doen in opzigte der vragtloonen of dat zij het effect van deese dadelijk verliesen zullen, is wijders den secretaris verzogt hier van een publicatie te doen afgaan tot een iders narigtinge, en is daar na aan den schipper Cornelis Klop van dit geresolveerde staande vergaadering kennisse gegeeven. Wijders bij resumptie, gedelibereert zijnde over het gedaane versoek van Aart Spek, om te werden geadmitteert in het zoogenaamde kleijne schippers gilde, is geresolveerd alzoo zijn schuit volgens informatie van zommige leeden daar toe seer wel in staat is, het versoek te accordeeren onder de gewoone betaaling van tien guldens ten behoeven van den grooten armen. Alverder bij resumptie gedelibereert zijnde, over het stuk betrekkelijk de gewaapende burgerwagt en welk ingevolge van de resolutie van den vierden deezer aan alle de leeden was rondgesonden geworden, en den schout hier bij gecommuniceert hebbende, een aanschrijving van het committe ter organisatie der selver

8 gewaapende burgerwagt van den zeven en twintigsten Julij laastleeden, ten einde een reglement omtrent de heffing der contributie de inning de wijze van executie, en de berekening der onkosten van dien en wat dies meer is met de daar bij gevoegde voorschrifte, is goed gevonden en verstaan, dat aangaande de eerste aanschrijving een publicatie, met inserering van de eerst gemelde aanschrijving zelve zal werden gedaan, waar toe den secretaris is gequalificeert, en dat voorts eene commissie van drie leeden zal werden benoemt welke na alvoorens de noodige alucidatien van de bij geleegene plaatsen zal ingenoomen hebben en noodig oordeelen de verder informatien daar het behoort te hebben gevraagt, in deese werksaam weezen zullen, en als dan doen het geene zal werden vereijst, en conform aan de opgenoemde aanschrijvingen noodig zijn zal, en bevonden werden te behooren zijnde vervolgens met adjunctie van den secretaris tot die commissie benoemt de burgers van Putten, Bruch en Keijser. Den schout heeft ter vergaadering voorgeleesen een gedeelte van de instructie van den schoolmeester deeser plaatse, en bepaaldelijk het twaalfde articul van het zelve waar bij is bepaalt, dat het school iedere maand door twee leeden uit de regeering zal werden geresiteert, dat hoe seer dat articul in voorgaande tijden is, geobserveert geworden hij schout egter vermeende dat zulks wel van dat gewigt was, om daar van tans een point van deliberatie te maaken en proponeerende dienvolgende dat het voorschreeve twaalfde articul der instructie van den schoolmeester wederom in observatie werde gebragt, en van maand tot maand, door twee leeden uit deese vergaadering als nu te beginnen met de oudste leeden, het school werde gevesenteert hier over gedelibereert zijnde en in agting genoomen de noodsaakelijkheijd dat er toesigt op het school werden gehouden is goedgevonden en verstaan het voorstel van den schout te amplecteren zoo als het zelve geamplecteert werd bij deese, en voorts bepaalt dat de voorschreeve visentatie met den vijftienden Augustus nu aanstaande een aanvang neemen zal, en voorts alsoo van maand tot maand, en is hier van aan den schoolmeester van Zandwijk door den boode, de noodige kennisse gegeeven. Is geleesen een request van den burger A.H. Huijgens, breeder in de rolle geregistreert, versoekende om de daar bij geallugeerde reden admissie als procureur voor deese vierschaar, waar op na deliberatie is goed gevonden het gedaane versoek onder de gewoone bepaaling te accordeeren en dat mitsdien de acte van admissie alzoo zal werden opgemaakt en uitgegeeven. Den schout heeft verder in deliberatie gebragt het 32 e articul van de generaale ordonnantie voor deese plaats, bij t welke is vast gestelt dat men van twee tot twee maanden zal houden een gemeenen regtdag, ten eijnde af te doen alle geringe burgenlijke questien hier differenten en wat dies meer is, dat ingevolge van dien, als nu een vaste tijd diende te werden bepaalt, wanneer zoodanige regtdag zoude gehouden werden, en om dan daar na volgende successivelijk te berekenen is daarop na deliberatie goedgevonden dat den eersten Zaterdag in September aanstaande zijnde den derden dito deese regtdag een aanvang neemen zal, dat vervolgens eersten zaterdag in de twee maanden deselve zal moeten gehouden werden, en dat hier van eene publicatie tot narigtinge der ingezetenen zal werden gedaan, waar toe den secretaris is gequalificeert, zulks in comformite deeses informatie te executeeren. Hem gerecolleert zeeker attestatie den eersten deeser maand Augustus door denselver getekend en gepasseert ten requistie van mr: Willem Hoijer bailliuw slande van Voorne R: O: weegens eenig voorgevallene tusschen den voerman Christiaan Reegel en de huijsvrouw van Klaas Hamburg in den Nieuwe Hoorn op Zondag den zeventienden Julij laastleede t welk vervolgens door hem is beleedigt geworden. Den schout zegt, den organist van den Brielle te hebben versogt, om het uurwerk in de thoorn te obsenteren, of er eenige manquementen aan mogte zijn, en dat denzelven zulks gedaan hebbende, schriftelijk hadde overgelevert het navolgende korte rapport. Memorie van den heer schout Gallas te Hellevoetsluijs. Het thoorn uurwerk geexamineert bevonden, zoo men de oude olie schoon afveegde, het opgaande en principaal het wijzerwerk, daar t noodig is af te schrapte en weder zeer dunne olie aanstreek, gemelde werk in bekwaame ordre zal zijn. Hellevoetsluijs den 26 e Junij 1796 (getekent) H. Kaptein. Waar op gedelibereert zijnde, is goedgevonden en verstaan het voorschreeve rapport te stellen in handen van den burger Fouache, ten eijnde aan het opgenoemde werk te doen zoodanig als in het rapport woordelijk uitgedrukt staat.

9 In deliberatie genoomen zijnde, dat het committe van binnelandsche corspondentie alhier, welke gechargeert is met de visentatie van het brood, bij gelegenheijd van t wegen van t selve brood, op den vierden laastleeden bij den bakker Jan van Pelt Janszoon, hadde bevonden dat eenig brood te ligt was, dat zij drie brooden, welke alsoo waaren wel verbeurt verklaart hadden, maar niet meede doen neemen en dat zij bovendien den voornoemde van Pelt hadde gecondemneert in een boete van drie guldens dat den voorsz: bakker difficullteijten hadde gemaakt om daar aan te obtempereren de gesegde commissie daar van aan den schout kennisse gegeeven, dat den schout aanstonts begrijpende dat de commissie bij hun regt moest werde gesouteneert den daar op gevolgde dag meer voornoemde van Pelt heeft doen sommeeren tot de betaling dier boete, afgift van t brood, met alle de kosten op poene van executie, dat genoemde van Pelt daar op aan den boode hadde tot antwoord gegeeven bereijd te zijn de drie guldens te betaalen dog het brood te hebben verkogt, egter te willen aanneemen, het selve in gelde te vergoeden, is na gedaane omvraag, goed gevonden meergenoemde bakker van Pelt Janszoon te condemneeren in een geld boete van drie gulden, zonder meer voor deese reijse, en is den boode gelast hem daar van kennisse te geeven, en vervolgens die boete te ontvangen. Den schout communiceert eene missive van het provintiaal bestuur van Holland van den vijfden deezer sendende, daar neevens het gewoone getal exemplaaren van de publicatie bij de nationaale vergaadering den derden deeser maand gearresteert tot ampliatie van de publicatie van de staaten generaal van den 26 e Maart 1795 nopens het gestatueerde teegens ingezetenen dezer replublicq welke zig zonder behoorlijk pasport buijten deselve begeeven of die een schandelijk misbruik van een verleent paspoort maaken. Nagezien zijnde de resolutie van de municipaliteijt van den derden Julij 1795 retatiev het compareren van de leeden deeser vergadering binnen den daar toe bepaalden tijd, is desweegens goedgevonden bij deselve resolutie te blijven persisteren die te houden in volle waarde even als of deselve ook in deese geinsereert was. Ter vergaadering verscheenen sijnde Jan van den Broek junior versoekende permissie in plaats van wijlen desselvs vaader Jan van den Broek om alhier binnen deese plaatse te moogen verkoopen, zoute visch, en eenige verdere goederen, is na deliberatie goedgevonden onder de gewoone bepaaling, dat versoek te accordeeren zoo als geaccordeert werd bij deese. Den burger Rolandus heeft voorgedraagen, of het niet noodzaakenlijk was, en bleef, dat alle herbergiers en logementhouders onder de verpligting wierde gehouden van iedere avond opgaave te doen van de persoonen welke bij hun zijn gelogeert, dat hij vermeende dat niet jegenstaande de herhaalde orders zeer weijnige meer daar aan voldeede, en proponeerende dierhalven de voorschreeve orders bij renovatie op een swaarder boete te herhaalen, waar over gedelibereert zijnde, is in consideratie van de noodsakelijkheijd dat er gemeete werd wie alhier komen en blijven logeeren goed gevonden conform het voorstel van den burger Rolandus te resocreeren en het zelve mitsdien in een resolutie te converteren, met last aan den secretaris om zoodanige schriftelijke order te consipieeren ter vergadering over te leveren. En heeft den burger Rolandus nog voorgedraagen eenige ongeregeltheeden gepleegt aan het huijs van den herbergier Drop en het daar naast staande op Zondag den laasten Julij meenende dat door de slegte huijshouding van hem Drop daar tot gelegenheijd gegeeven is, waar over gedelibereert is goedgevonden bij de eerst komende vergadering den gemelde Drop te doen citeeren beneevens Gerrit Baka als het huijs naast hem bewoonende om, op deselve gehoort zijnde te resolveeren als bevonden werden zal te behooren. Den burger Bruch heeft almeede ter vergadering voorgedragen door den burger Joonas zijn geinformeert van verregaande insolentien en injurien, welke den herbergier de Kat jeegens deese municipaliteijt, zoude uit gesprooken zijn proponerende die zaak ten striksten te onderzoeken, en alsoo bevonden zijnde den voornoemde herbergier te corrigeeren zijnde hier op na deliberatie geresolveert gemelde de Kat eerst komende vergadering te doen citeeren, en zulks waarheijd bevindende, dan conform het geproponeerde te Corrigeeren, zoodanig den aard der zaak vereijschen zal. Eijndelijk is ter vergadering binnen gestaan Cornelis van der Priem, zeggende van voorneemen te zijn, de schuit van Jan wagenaar te koopen indien hij permissie bekomen konde, om ook daar meede in de Rotterdamse beurt te werden gepermitteert, dat voorschreeve schuit wel is waar oud sijnde, dan dat hij als hij de voorschreeve permissie erlangen mogt voorneemens was, een nieuwe schuit aan te koopen, over dit

10 versoek bij anticipatie bereijds gedelibereert zijnde als wesen de door den schout even te vooren gecommuniceert, is goedgevonden, en gemelde C. van der Priem dadelijk gesegt dat over zijn versoek na alvoorens de retio actens daar omtrent te zijn na gezien bij eerstvolgende vergaadering zal werden gedelibereert en geresolveert, zoo als deese vergaadering zal vermeenen te behooren. Vergadering gehouden op den negen en twintigsten Augustus 1796 het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden der municipaliteijt, absent de burgers Wessels en Kooij. De resolutien der voorgaande vergaadering zijn geresolveert en werden gehouden voor gearresteert. Ter vergaadering is binnen gestaan Johannis Kans zeggende voorneemens te zijn voor deselve zoon Pieter Kans te koopen de schuijt van Jan Wagenaar indien daar meede in de Rotterdamse beurt zoude werden gepermitteert het welk hij tans voor hem versoekende was den schout hier op geinformeert hebbende of hij Kans ook voorneemens was dewijl de schuijt van Wagenaar zeer slegt wierd, een andere nieuwe of bekwaame schuijt, in plaats te koopen, heeft daar op geantwoord zulks te zullen doen binnen zoodanige tijd als deeze vergaadering hem zoude gelieven te gelasten daar op, nadat hem gesegt was dat deese vergadering over het versoek nader zoude delibereeren en den uitslag daar van doen moeten wederom vertrokken. Is meede tot vergadering binnen gestaan Cornelis van der Priem herhaalende desselvs op laast gehoudene vergaadering gedaan versoek ten eijnde als vooren en is hem aangezegt dat over t zelve heeden gedelibereert en geresolveert werden zal. Schout communiceert, nu op heeden de ordinaris lootsen welke bij voorgaande vergaadering niet present waaren geweest te hebben doen citeeren benevens alle de extra ordinaris lootsen om de gevorderde belofte volgen aanschrijvinge van den vijfden April laastleeden af te leggen, welke persoonen dan ook successifelijk ter vergadering zijn gecompareert, en de belofte gedaan en ondertekent hebben volgens de lijst en declaratoir waar toe alhier werd gerefereert behalven egter den extra ordinaris loots Govert van den Broek welke geweijgert heeft de belofte te ondertekenen en zijn nog twee ordinaris lootsen absent gebleven, welke bij eene volgende vergadering zullen opgeroepen worden. Den secretaris geeft kennisse dat ingolge van de laast voorige resolutie hadde opgemaakt en vervolgens dat gepubliceert was de drie publicatien hier na geinsereert. Publicatie. De municipaliteijt van t Weergorsch en Hellevoetsluijs, over eenigen tijd ontvangen hebbende eene aanschrijvinge van het provintiaal committe van Holland zijnde van deesen volgende inhoud. Het provintiaal committe van Holland. Aan de municipaliteijt te Hellevoetsluijs. Meede burgers! Het bestuur en Holland, na de gelukkige keer van zaken in dit gemeenebest, alle zijne zorgen daar toe hebbende aangewend, dat de vrijheijd van t zelve en is volks onafhankelijkheijd op duurzaam gronden, beveijligd en verzekert konde worden, en volkomen overreed van de eerste grond beginzelen van eenen vrijen staat, dat een volk alleen waarlijk vrij en onzaggelijk is als het zijne majesteijt in magt alle oogenblikken tegen het uitheemsch gemeld en binnenlandsche opstand, en ter handhaaving der goede order in wetten door de wapenen kan doen gelden, tot bescherming en verzekering van alle en een igelijks rechten, en de gaurantie van dien aan elkanderen zonder onderscheid, zodanig dat het bestuur daar op door eene welgevordende inrichting en de uitoeffening der oppermacht, ongestoord kan zeeker zijn heeft daarom niets na gelaten te werk te stellen, dat dat groote bolwerk, de burgerwapening toe kan doen voltooijen, en heeft ook het genoegen gehad, door de zoo loffelijke mede werking van het grootste gedeelte van Hollants burgerijen zich in dit gewest bijzonderlijk gerugstunt, in het ontwerp bij publicatie van 8 e Februarij laastleeden gesanctioneert en ingevoerd, en de decreeten dien aangaande genoomen, met een genoegelijk succes agtervolgt te sien dan, daar in weer wil deezer zo volieterige werksaamheid van, de meeste plaatse egter eenige het zij door verkeerde raadgevingen het zij door andere omstandigheeden en bedenkingen van onderscheiden aart, zelfs in weerwil van de gereedste overtuijging van de noodsakelijkheijd van dien, in de bereidwillige verklaaring van derselver goede intentie om aan het algemeen verlangen des volks, en de daar

11 op gegronde dispositie van het bestuur te voldoen, tot hier toe niet met dien ernst dat heilzaam werk der burgerwapening in het geen daar toe betrekkelijk te hebben door gezet, hoe nadrukkelijk en ernstig ook aanbevoolen. En heeft het provintiaal bestuur daar in willende voorsien, en een maal alle ongelijke naarkoming begrijpende te moeten doen ophouden over zulks zoo om den nuttigen wapenhandel en alle mogelijke wijze aan te moedigen, als den last van personeelen dienst of contulutie zoo algemeen moogelijk, evenredig en gelijk dragende te maaken ons onder anderen gequalificeert, om alle de municipaliteijten ten dier plaatsen alwaar nog geene gewapende burgerwacht gevonden wort, ten ernstigsten aan te maanen gelijk wij lieden doen bij deese, met toezending van het gesanetioneert ontwerp en de decreeten daar toe gehoorend om alles in t werk te stellen wat er ter bevordering van den wapenhandel, en het opzigten eener gewaapende burger macht, op die plaatsen kan vertrekken en om tevens over alle zoodanige ingezetenen, welke ingevolge het opgemelde den 8 e Februarij laastleeden gesanctioneert en in gevoerd ontwerp, tot de wapenoeffening onbevoegt, ongeschikt, of van personeelen dienst daar bij vrijgesteld zijn, een maatige contributie te heffen, ingerigt na een diens vermoogen, en des noods meede bij parate excutie van de onwillige in te vorderen onverlet egter aan die geenen, welke zig daar zouden vinden beswaard, om zig aan het provintiaal committe ter finale beslissing te addresseeren en met verdere last aan de zoodanige municipaliteijt, zoo als wij deselve Ul: wel ernstiglijk aanbeveelen, en onverwijld requineren bij deesen om van de alsoo gequotiseerde sommen van om opgaave te doen ten eijnde wij, na dat de omstandigheeden zulks vervolg zullen komen te vereijsschen, over de alzoo geheven penningen, met overleg van t committe van organisatie, zoodanige beschikkingen een conploij kunnen maaken, als wij ter bevordering van den wapenhandel, zullen bevinden te behooren. Wij vermaanen Ul: ten nadrukkelijksten aan deese onse aanschrijving, en de welmenende intentie van het provintiaal bestuur, met alleen over geredelijk te voldoen Ul: niet alleen des wegens verantwoordelijk stellende, maar ook onverwijld wegens de dadelijk gedaane uitvoering en effect van dien Ul: antwoord te addresseeren aan het committe ter organisatie der gewapende burger macht in Holland alhier t welk meede zo gijl: in de uitvoering eenige bedenkingen, of onderigtingen hier over en ontrent het ontwerp der organisatie, mogt begeeren, gelast en volkomen bereidwillig is om, als noods met overleg van ons departement tot de militaire zaaken Ul: die des mogelijk te clusideeren en te doen geworden op Uwe begeerte, zoo als zal worden bevonden te behooren. En op dat deze voorzieninge het gewenschte effect moge bereiken zult gijl: niet nalaten deselve aan Uwe mede burgers te doen kennelijk zijn om te helpen bevorderen. Heil en broederschap. Het provintiaal bestuur van Holland voorn (getekent C. J. Brakel voorn: (getekent L. J. Blok abs: secretaris Heeft de municipaliteijt voornoemd willen afzijn met voldoeninge, aan het vooren staande, als tot voldoeninge aan eene nadere aanschrijvinge van het committe tot organisatie der gewapende burgerwagt van den 27 e Julij laastleede zulks ter kennisse van alle onse meede burgeren te brengen met aanmaaning om aan het bovengemelde oogmerk te voldoen, waar toe de municipaliteijt alles zal facititeren wat eenigsint dienstig zal zijn of bij hun bevonden werden zal te behooren. Aldus gedaan ende gearresteert bij de municipaliteijt voornoemd op den 12 e Augustus 1796 het 2 e jaar der Bataafsche vrijheijd, en vervolgens op den 21 e dito van den ban door den boode gepubliceert en geaffigeert ter gewoone plaatse. In kennisse van mij (getekent) P.A.Steenwijk Gallas secretaris Publicatie. De municipaliteijt van t Weergorsch en Hellevoetsluijs in overweging genoomen hebbende het twee en dertigsten articul der generaale ordonnantie voor deese plaatse gearresteert den negentienden Julij deezes jaars 1796 waar bij is bepaald dat men van twee maanden tot twee maanden zal houden gemeene regtdag om alle geringe burgelijke zaaken en quistien gemeene schulden, en huur diffirenten als anders af te doen hebben goedgevonden, dat daar meede een aanvang gemaakt zal worden op den eersten Saterdag in de maand September aanstaande en voorts op iedere eerste Saterdag in de twee maanden brengende zulks door deese ter kennisse van alle ingezetenen deeser plaatse en dat als nu den eersten gemeenen regtdag

12 zal gehouden werden op Saterdag den derden September 1796 des voor de middags ten elv uuren ten eijnde een ider welke dien aangaande eenige zaak of zaaken heeft voorgedragen, zig na alvoorens daar van aan den schout deeser plaatse kennisse gegeven te hebben, en het regthuijs vervoegen kan. Aldus gedaan ende gearresteert bij de municipaliteijt voornoemt, op den twaalfden Augustus 1796 het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, en den een en twintigsten daar aan volgende van den ban door den boode gepubliceert en geaffigeert ter gewoone plaatse. In kennisse van mij (getekent) P.A.Steenwijk Gallas secretaris. Publicatie. De municipaliteijt bij resumptie gedelibereert het beste over het gedaane versoek der respective schippers deezer plaatse om te werden geaccordeert het vervoeren van t vlas welke alhier word afgescheept bij praferentie booven alle vreemde schippers die het zelven andersints van hier afhaalen, hebben daar op goedgevonden en verstaan het zelve verzoek te accordeeren en verbiedende mitsdien dat geene vreemde schippers zullen vermoogen eenig vlas alhier ter plaatse in hunne schuijten in te laaden maar dat zulks geschieden moet door de schippers deeze plaats, immers zoo lange als een of eenige van dien met hunne schuijten alhier zig bevindende zijn egter zij deese onder speciaale bepaaling dat deese permissie en vergunning aan de schippers voornoemd niet anders of verder zig extendeert dan voor dit jegenwoordige saijsoen, dewijl wij wel expresselijk aan om reserveeren bij het vervolg daar over te disponeren als wij zullen vermeenen te behooren, en met ernstige recommandatie aan de meergemelde schippers deezer plaatse, van geene vexatien hoe genaamt ten relatie der vragt loonen te doen, of dat zij het effect van deese daadelijk verliesen zullen. Aldus gedaan ende gearresteert bij de municipaliteijt 1796 het tweede jaar der Bataafsche vrijheijd, en den een en twintigsten daaraan volgende van den ban door den boode gepubliceert en geaffigeert ter gewoone plaatse. In kennisse van mij (getekent) P. A. Steenwijk Gallas secretaris. Voorts geeft den secretaris kennisse dat al meede conform de laast voorgaande resolutie aan den generaal Compere hadde afgezonden de missive hier na geinsereert. Vrijheid, gelijkheid, Broederschap. De municipaliteijt van t Weergorsch en Hellevoetsluijs. Den generaal Compere in den Brielle. Burgers generaal. De municipaliteijt ingevolge van hunne missive van den sesden deeser aan U gesonden heeft zig eerst aan het provintiaal bestuur, dog gerenroijeert zijnde aan de nationaale vergadering daar aan zelve hun geaddresseert, hebben tans de eer te kunnen berigten dat bij de nationaale vergadering is beslooten geworden dat het versoek naamens ons ten relatie van de bewuste inkwartiering gedaan is gesteld in handen van het committe te lande, met order om te voorzien dat deese plaats met geen inquartiering belast word, waar uit Uwe zal gelieve te zien, dat wij van deese zaak geheel af zijn, en vertrouwende hier bij aan onse belofte bij bovengemelde missive gedaan, te hebben voldaan zoo noeme wij ons na toewensing van heijl en aanbod van broederschap Uwe meede burgers. De municipaliteijt van t Weergorsch en Hellevoetsluijs. In naam van deselve (getekent) P.A.Steenwijk Gallas secretaris. Hellevoetsluijs den 13 e Augustus 1796 H, 2 e J: B: Op alle welke gecommuniceerde van den secretaris gedelibereert zijnde is goed gevonden na denselven te zijn bedankt, aan te neemen voor natificatie en dat, daar meede voldaan is aan de genoome resolutie van den twaalfde laastleeden. De burgers Steenwijk Gallas, en van Putten, hebben ter vergadering gerapporteert, dat zij ter voldoening, aan U resolutie van den twaalffde Augustus laastleeden en het twaalffde articul der instructie van den schoolmeester zig op den sestienden laastleeden, in het school vervoegt hebben dat zij van de onderschijden leerlingen opgenoomen hebben hunne schriften, andere hebben laaten zingen, leesen, en spellen, en voorts generaal ondersoek na den staat des school gedaan, en van de vorderingen welke, de schoollieren binnen den tijd dat zij hadde school gegaan, gemaakt hebben, en dat het geene zij aldaar dus opgenoomen, gesien