Ambacht Weergors en Fortificatie Hellevoetsluis. No. 11 ( )

Transcriptie

1 Ambacht Weergors en Fortificatie Hellevoetsluis. No. 11 ( ) bewerkt door Christiaan van der Tuijn ( Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrienden. Schout en gerechte van het Weergors. Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrienden. Op het geene door ons ter vergadering van hun Edele groot mog. In consideratie is gegeeven, aangaande het debiteeren van de zoogenaamde Gelderiche historische courant binnen deeze provincie, hebben hun Edele groot mog. Bij resolutie van den 18 e deezer, goedgevonden den procureur generaal mitsgaders den advocaat Fiscaal bij ons collegie, en voorts alle de verdere graaflijkheids officieren binnen deeze provincie bij aanschrijvinge te gelasten, om al het verder debiet van de voorgemelde zoogenaamde Gelderiche historische courant, welke thans door Johaanus Olivier te Zalt Bommel gedrukt word, op de efficacienste wijze doenlijk, binnen deeze provincie te beletten, onder welke titul of benaaming dezelve naderhand zoude mogen uitkomen of gedebiteerd worden mitsgaders om tegen de distributeurs van alle zodanige Geldersche couranten het regt van hooge overheid, met alle diligentie waar te neemen en te vervolgen, alles onverminderd de procedures welke tegens den voorn, J. Olivier zelven, bij aldien dezelve zich binnen deeze provincie vertoonen mogte, ter zaake voorsz. Zoude mogen geëntameerd worden, waar van wij, ingevolge van de qualificatie door hun Edele groot mogende daar toe op ons verleend, aan UL. Bij deezen kennisse geeven, met adhortatie van wegens hoogstdezelve om aan den bailliuw van UL. District in de executie van t gunt voorsz. Is, op alle mogelijke wijze behulpzaam te zijn. Waar meede wij UL. De bescherminge godes beveelen. Geschreeven in den Hage den 18 e Julij Ter ordonnantie van de gecommitteerde raaden. A.J. Roijers. Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrinden. Schout en Schepenen van Hellevoetsluis. Wij zenden UL. Hier nevens een ordonnantie ten laste van den ontfanger van des gemeene lands middelen, en gelasten UL. die penningen ontfangen hebbende, dezelve ten spoedigste zonder daar voor eenige leges of salaris te vorderen, te voldoen aan de bakkers in de ordonnantie vermeld, en van hun te vorderen de nevenstaande quitantie. En dezelve quitantien aan ons binnen zes weeken na dato dezer toe te zenden. Waar meede wij UL. de bescherminge Gods beveelen. Geschreven in den Hage den 5 e Meij Ter ordonnantie van de gecommitteerde raaden. A. J. Roijers.

2 Eerzaame, Vroome,Discreete, goede vrinden. Schout en gerechte van het Weergorsch. Nadien hun Edele gr. mog. Bij resolutie van den 9 e deezer hebben goedgevonden het formulier van voorbidding in de publicque kerken te amplieeren, en agter de woorden, voor zijne doorlugtige hoogheid, den heere erfprince van Oranje en Nassau, te stellen: benevens hoogst desselfs, Koninglijke Gemalin, en de afstammelingen van het doorlugtig huis van Oranje en Nassau, en ons te authoriseeren, om, voor zo veel platte land betreft, dat aan de voorsz. ampliatie praeciselijk werde voldaan, hebben wij goedgevonden, UL. bij deesen aan te schrijven en gelasten, de nodige ordre te stellen, dat de voorsz. ampliatie stiptelijk werde gevolgd, en het formulier van voorbidding, bij hun Ed, gr, mogende resolutie van den 19 e October 1790 gearresteerd, en aan Ul. toegezonden, daar mede werde geamplieerd. Waar toe ons verlaatende, beveelen wij UL. de bescherminge Gods. Geschreven in den Hage den 12 e December Ter ordonnantie van de gecommitteerde raaden. G. B. Emants. Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrinden. Schout en gerechten van het Weergorsch. Door hun Edele groot mog. de heeren staaten dezeer provincie bij hoogst der zelver resolutie van den 19 e dezer maand gequalificeert zijnde,, om zorge te dragen, dat de navolgende vier persoonen, als: Audibert Caille, zig qualificeerende te zijn commissaire du commeree & de la marine de France. Julien, in den jaare 1792 en 1793 gevaceert hebbende tot het redisteeren der France effecten aan ingezetenen van deeze provincie toebehoorende, beide zig onthoudende te Amsterdam, en J. A. Botereau, zedert een geruimen tijd koopman binnen de voornoemde stad. Gelijk ook: Fonsecubert, zedert eenige jaaren als commissaris van Vrankrijk gefungeert hebbende, en zich onthoudende te Rotterdam. Het land kwamen te ruimen voor den 27 e dezer maand, met verdere authorisatie en qualficatie, om daar omtrent de nodige aanschrijving te doen. Hebben wij, in gevolge de voornoemde resolutie en qualificatie, goedgevonden UL. bij dezen aan te schrijven en te gelasten om zorge te draagen, dat de voornoemde persoonen zich in UL. of jurisdictie na dien tijd niet komen op te houden, en ontdekkende, dat een of meer van de voornoemde persoonen zig binnen UL. dorp of jurisdictie kwam of kwamen op te houden, dezelve ilico te arresteeren, en in dat geval alsdan daar van aan ons immediaat kennisse te geven, terwijl hun Ed. groot mog. verdere hebben geresolveert, om van hoogst der zelver voornoemde resolutie communicatie te geven aan den president en raaden van den Hove, mitsgaders aan den procureur generaal dezer provincie, ten einde een wakent oog te houden, dat tegens de voorsz. resolutie niet worde gecontravenieert. Waar op ons verlaatende, bevelen wij UL. de bescherminge Gods. Geschreven in den Hage den 20 e April Ter ordonnantie van de gecommitteerde raaden. G. B. Emants.

3 Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrinden. Schout en gerechte van het Weergorsch. Wij heben goedgevonden, volgens nevensgaande copie resolutie, UL. bij deeze aan te schreven en te gelasten, om de ontfangers en gadermeesters van de ordinaris verpondingen, onder UL. ressort behoorende, te gelasten, de recepissen, in de voorsz. resolutie gemeld, welke bij hun in betaaling zullen worden aangenomen, op den voet en overeenkomstig de berekening bij dezelve bepaalt, voor den vijftiende dag van de volgende maand, na dat zij die ontfangen hebben, met en benevens een lijst van nummers en hoofdsommen, in mindering van hunnen aanslag, te bezorgen ten comptoire van den ontfanger generaal van Boetzelaer. Waar op ons verlaatende, bevelen wij UL. de bescherminge Gods. Geschreven in den Hage den 19 e November Ter ordonnantie van de gecommitteerde raaden. G. B. Emants. Extract uit het register der resolutien van de Edele mogende gecommitteerden raaden van de staaten van Holland en Westvriesland, genoomen op den 19e November De heeren van de Wall en Twent, hun Ed, mog, mede broederen in raade, mitsgaders de secretaris van Stralen, wegens heeren gecommitteerde raaden te Hoorn residerende, hebben gerapporteerd, dat zij in gevolge en ter voldoening van hun Ed. mog. appoinetement commissoriaal van den 14 e dezes hadden nagegaan en overwogen, op hoedanig eene wijze, met de meeste faciliteit en het uitzigt van een gelukkig succes, aan den inhoud en het oogmerk van hun Ed. groot mog. resolutie van den 10 e bevoorens, zoude kunnen worden voldaan, en denzelve geexecuteert en in train gebragt. Dat zij heeren gecommitteerden gemeent hadden, voornamentlijk in het oog te moeten houden, dat daar het doen van betaalingen met recepissen eene nieuwe inrigting zij, dezelve zoodanig worde gesimplificeert, dat daar in, en tusschen de betalingen met contante penningen, niet alleen geen wezentlijk onderscheid bespeurt wierd, maar zelfs s lands ingezetenen uitgelokt, om de eerste wijze van betaalingen boven de laatste te praefereeren. Dat, naar gedagten van hun heeren gecommitteerdens, hier toe niet weijnig zoude mede werken, indien de voorsz. ingezetenen, zoo veel immers doenelijk, gerust gestelt wierden, dat de voorsz. recepissen niet konden worden vervalst of nagemaakt, dat daar en boven dezelve van zoodanige hoofdsommen geformeert wierden, welke het zij op zig zelven, het zij gecombineert, geschikt en voldoende zijn, om grootere en klijnere sommen, in de daar toe geaffecteerde gemene lands lasten, met de minste omslag te kunnen voldoen, en eijndelijk dat het quantum van de daar op verschene interessen, bij het geven in betaaling, met een opslag van het oog en zonder eenige moeite kan worden berekent. Dat daar en boven behoorlijke zorg zoude behooren te worden gedragen, dat de respective ontfangers en gaarders der middelen, in welken zij in betaling mogen worden gegeven, daar van geen misbruik kunnen maken, en zig zelve, ten nadeele van s lands financie, op eene onbehoorlijke wijze verrijken.

4 Dat, dienvolgende, naar de gedagten van hun heeren gecommitteerden, aan dit een en ander, behoorlijk zoude worden voldaan, indien de navolgende pointen wierden vastgestelt. 1 e. Dat met den eersten in een klijn formaat zullen gedrukt worden een zeer aanzienlijk aantal van recepissen van onderscheide capitalen, welke hier na zullen worden opgegeven, en welke ten comptoire generaal van Holland in S Hage en te Hoorn, zullen worden gecustodieert, waar van den inhoud en het formulier zal zijn als volgt. Litt no. Recepisse. Na primo Januarij Gangbaar voor f. Deze recepissen zal worden aangenomen tegens de volle hoofdsom, op de gemene lands comptoiren, tot betaling van de navolgende lasten, ofschoon dezelve reeds in het jaar 1794 verschenen en daar over geconsenteert en geheven waren. Te weten. Het collateraal. De veertigste penning. De ordinaris verpondingen. De honderste en tweehonderste penningen op de ampten. Het heeren en redemtiegeld. Het koffij en theegeld. Het plaisiergeld. Het waaggeld. De rondemaat, en Inkomende graanen. Van deze recepissen zal worden betaald een intrest van vijf ten hondert in het jaar, in dier voegen, dat de te goeds zijnde intressen ook in betaaling zullen worden aangenomen, en wel zoodanig, dat deze recepisse in de eerste helft der maand in betaaling wordende gegeven, de intrest der loopende maand niet zal worden berekent, dog wanneer dezelve na den 15 e der maand in betaaling word gegeven, alsdan de volle maand intrest worden goedgedaan. Actum S Hage Intrest per maand van f. 1 e. Maand, 2 e. Maand, 3 e. Maand, 4 e. Maand, 5 e. Maand, 6 e. Maand, 7 e. Maand, 8 e. Maand, 9 e. Maand, 10 e. Maand, 11 e. Maand, 12 e. Maand. En zal daar van ten deze een gedrukt model worden overgelegt. 2 e. Dat de voorsz. recepissen zullen worden getekent door de ontfangers generaal in den Hage en te Hoorn, het zij eigenhandig, het zij met een daar toe expresselijk gegraveerde signature, en daar en boven gestempelt met een ten dien einde gemaakt zegeltje. 3 e. Dat elke recepisse zal worden genummert, met een letter en een nummer, in dier voege, dat de recepissen van een dezelfde hoofdsom, zullen hebben een en dzelfde letter, waar van de nummers, een aanvang zullen nemen met het getal van een, en voorts agter elkander doorloopen, tot zulk een aantal van getalen, als er van dat soort zullen worden uitgegeven.

5 4 e. Dat tot voorkoming van bedrog en vervalsching, het bedragen van de hoofdsom in de recepis zal worden gedrukt. 5 e. Dat het nummeren en invullen der datums, en het in ordre brengen en aanteekenen der recepissen zal geschieden, door zoodanige beëedigde bedienders van het comptoir generaal, als daar toe zullen worden benoemd, zullende daar voor genooten worden, voor iedere recepis, zonder onderscheid, een duit per stuk, welk salaris van drie tot drie maanden, op een declaratoir van de ontfangers generaal, bij ordonnantie van hun Edele mog. zal worden voldoen, des zullen voor het voorsz. salaris ook moeten gehouden worden, zoodanige aanteekeningen van afgifte en ontfang, als welgemelde ontfangers generaal zullen nodig oordeelen, zonder daar voor iets in het bijzonder, te mogen praetendeeren. 6 e. Dat tot gemak van de ingezeetenen, de recepissen van geene anderen hoofdsommen zullen gemaakt worden dan van zulken, waar van de maandelijksche interessen zonder breuken kunnen bereekend worden, en welke het zij alleen, het zij gecombineert, uit haaren aart geschikt zijn, om daar meede de bepaalde lasten, in groote of kleine partijen, te kunnen voldoen, waar toe in consideratie zouden moeten komen de hoofdsommen, van drie, zes, vijftien, dertig en zeeventig, honderd en vijftig en drie honderd gulden, en geene andere. 7 e. Dat de geheele maand interest, in welke zij in betaling worden gegeeven, alleen zal worden goedgedaan en geleeden, zoo wanneer zij, na den vijftienden dag van die maand gepreesenteerd, en in betaaling worden gegeeven, dog daar meede op of voor den vijftienden dag betaald wordende, zal daar van voor de loopende maand geen interest worden gevalideert. 8 e. Dat voor zoo ver de ontfanger van het collateraal en veertigste penning mitsgaders de gaarders van die middelen, welke met deeze recepissen kunnen betaald worden, betreft, zijluiden zullen worden aangeschreeven, om dezelve met de daar op te goeds zijnde interessen, op den voet en overeenkomstig de bereekening zoo even bepaald, in betaaling aan te neemen om voor den vijftienden dag van de maand, onmiddellijk volgende op die, in welke zij de recepissen ontfangen hebben, zullen overzenden, met en benevens een lijst, waar bij de nummers en hoofdsommen van de recepissen vermeld zijn, aan de partieuliere ontfangers van des gemeene lands middelen, onder welker ressort zij behooren. 9 e. Dat gelijke aanschrijving zal geschieden aan burgemeesteren en regeerders van de steden, mitsgaders schouten en geregten ten platte lande, ten einde de ontfangers en gadermeesters van de ordinaris verpondingen te gelasten, om de recepissen voor den vijftienden dag van de volgende maand, na dat zij die ontfangen hebben, met en benevens een lijst van de nummers en hoofdsommen, in mindering van hunnen aanslag, te bezorgen ten comptoire van den ontfanger generaal van het quartier, onder het welk zij thuijs hooren. 10 e. Dat mutatis mutandis dezelfde aanschrijving zal geschieden, aan de ontfangers van de honderste en twee honderste penningen op de ampten. 11 e. Dat alverder de particuliere ontfangers van des gemeene lands middelen zullen worden gelast, om alle de recepissen met en benevens de ontfange lijsten van de nummers en hoofdsommen, welke zij zoo van den ontfangers van het collateraal en veertigste penning, als van de gaarders

6 successivelijk ontfangen, op gelijke wijze, voor den vijftiende dag van de volgende maand, over te maken ten comptoire van den ontfanger generaal van het quartier van hun ressort. 12 e. Dat van deeze recepissen in de gewoone proportie, bij de te doene negociatien tusschen de beide quartieren in gebruik, een tiende gedeelte zal worden gegeeven aan den ontfanger generaal te Hoorn, welke na bevind van zaaken en naar maate van het debiet zullen kunnen worden vermeerdert of vermindert, en waar omtrent tusschen de beide ontfangers maandelijks behoorlijke correspondentie, zoo van den ontfang als uitgaave, die in de voorige maand heeft plaats gehad, zal moeten werden gehouden, en zullen de interessen van de recepissen worden gedragen bij het quartier, daar dezelve zijn uitgegeeven, en daar over jaarlijks onderling worden geliquideert. 13 e. Dat de ontfangers generaal der beide quartieren, zullen worden aangeschreeven, om, maandelijks, bij hunne gewoone maandstaaten op te geeven, de gantsche hoofdsom van de recepissen, welke ten tijde van het opmaken der zelve in roulement of circulatie zijn, ten welke einde, ten hunnen comptoire, zullen moeten gehouden worden de nodige registers of blaffaarden, zoo van de uitgegeeven als in retour ontfangen recepissen, ten einde de laaste van de eerste afgetrokken zijnde, het praecise montant van de circulatie zijnde, zoude kunnen worden opogemaakt. En eindelijk. 14 e. Dat van dit een en ander, voor zoo ver s lands ingezeetenen daar van dienen kennisse te dragen, zal worden gedaan de navolgende. Publicatie. De staaten van Holland en Westvriesland. Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezen. Salut doen te weeten, dat nadien wij zijn geïnformeerd geworden, dat veele ingezeetenen zich geneegen hebben getoond om in betaling van gelden, welke zij van den lande te vorderen hebben, effecten teegens den intrest van 5 per cent uit de negotiatie van 5 Augustus deezes jaars het zij geheel of ten deele aan te neemen, wanneer dezelve op eene spoedige en fecuure wijze weederom konden werden gerealifeerd. Wij noodig geoordeelt hebben, aan deeze allezints loffelijke welwillendheid, zo veel in ons vermogen is, te gemoet te koomen. En ten einde de geene, welke zodanige effecten zullen hebben ontfangen in de geleegenheid te stellen, om dezelve weeder op eene of andere wijze uittegeeven, of met aanmerkelijk voordeel te bezwaaren. Zoo is t, dat wij goedgevonden hebben en verstaan, de heeren gecommitteerde raaden in de beide quartieren, te qualificeeren, om recepissen in de negotiatie tegens 5 percent, gearresteert den 5 e Augustus deezes jaars, uittegeeven, ook van kleinere sommen dan gewoonlijk, en op eene daar toe bezondere wijze expresselijk ingerigt. En daar meede alle betaalingen het zij geheel, het zij gedeeltelijk, te moogen doen, naar maate van de natuur der te doene betaalingen, en de geneigdheid der geenen, die de recepissen zullen ontfangen, des echter dat heeren gecommitteerde raaden geen meerder recepissen van dien aart zullen mogen doen circuleeren, als tot vijf millioenen guldens, ten einde de houders van de voorsz. recepissen zeekerheid te geeven, dat die recepissen binnen korten tijd in s lands kas zullen kunnen worden afgegeven en alzoo gerealiseerd.

7 Dat om van nu af aan de voorsz. recepissen eene courante waarde te bezorgen, dezelve direct naar den eersten Januarij van het jaar 1795, in de navolgende lasten zullen worden aangenoomen, schoon over den jaare 1794 dog niet vroeger geconsenteerd, als in De ordinaire verponding. Het collateraal. De veertigste penning. De honderste en tweehonderdste penning op de ampten. Het heeren en redemtiegeld. Koffi en theegeld. Plaisiergeld. Waaggeld. De rondemaat. en Inkomende graanen. Dat de te goed zijnde interessen op de voorsz. recepissen, ook in betaling zullen worden aangenomen, zoodanig, dat de recepissen in de eerste helft der maand in betaling wordende gegeven, de intrest der loopende maand niet zal worden bereekend, doch, dat in de laaste helft dat is na den vijftienden dag der maand, de volle intrest zal worden gevalideert, dog zullen die geenen welk de voorsz. recepissen, met de daar op verscheene interesse in betaaling geven, agter in dorso van dezelve met hunne naamen moeten aanteekenen, hoe veel maanden interessen zij in betaaling hebben gegeeven, ten einde anderzints met deeze recepissen ten nadeele van s lands finantie, geen misbruik zoude kunnen worden gemaakt. Dat deeze recepissen, als meede de obligatien uit de gemelde negotiatie spruitende loopende teegens 5 percent zullen worden aangenomen voor contanten bij alle negotiaten van wat aart ook, welke hun Edele groot mog. zouden goedvinden te arresteeren, geene derzelve uitgezonderd. Laatlijk dat aan zodanige houders van recepissen, welke niet in betaling van s lands lasten zullen gegeven of in negotiatien geemploijeerd bij aflossing van dezelve ( welke ingevolge onze publicatie van den 5 e Augustus 1794 met het tweede jaar na de vreede zal moeten geschieden ) zullen worden gegeven certificaten, waar bij de houders van dezelve geregtigd werden verklaard, om, wanneer eene aflossing wordt vastgesteld van obligatien uit vroegere negotiatien spruitende, daar in bij praeferentie teegend overgifte der certificaten, ter aflossing van obligatien, tot zodanige sommen, als bedragen hebben de recepissen welke tot de aflossing toe, zijn bewaard geworden, en welke sommen in de certificaten zullen worden uitgedrukt, met dien verstande, dat geene aflossingen op certificaten zullen gedaan worden, dan wanneer de voorsz. certificaten het zij alleen het zij gecombineerd te zamen bedraagen een som van drie honderd guldens en daar boven, en dat wanneer er meerder sommen uit hoofde van voorsz. recht van praeferentie wierden aangebooden, als op dien tijd zouden worden afgelost, in dat geval bij looting door heeren gecommitteerde raaden in de beide quartieren te doen, zal worden bepaald, welke onder dezelve den voorrang zullen hebben, terwijl de overige in een of meer volgende aflossing zullen worden gebragt. En op dat &c. Waarop gedelibereert zijnde, is goedgevonden en verstaan, het verrigte van voornoemde heeren volkoomen te approbeeren, en het zelve te converteren in een resolutie, gelijk geconverteert word bij dezen.

8 En zal copie dezes worden gegeeven aan de heeren leden van hun Ede. Mog. collegie in den Hage en te Hoorn residerende, den heere raadpensionaris, de secretarisen van hun Ed. groot mog. gecommitteerde raaden voornoemt, de ontfangers generaal, de commissen van de finantie, de ontfangers van de gemene middelen hebbende den ontfangst van het collateraal en veertigste penning, burgemeesteren en regeerders der groot en klijne steden, mitsgaders aan schouten en gerechten ten platten landen, om een copie van dezelve resolutie ter hand te stellen aan de ontfangers der verpondingen, als mede aan de ontfangers van de hondertste en tweehondertste penningen op de ampten. En eindelijk aan de gaarders der middelen, waar in de recepissen in betaaling kunnen worden gegeven, voor zoo verre hunlieden betreft, ten einde zig respectivelijk daar naar te gedragen. Accordeert met het voorsz. register. Eerzaame, Vroome, Discreete, goede vrinden. Schout en gerecht van het Weergors. Door hun Edele groot mog. de heeren staaten dezer provincie bij hoogst der zelve resolutien van den 14 e, 15 e, en 16 e dezer maand gequalificeerd zijnde, om zorge te draagen, dat de persoon van Jan Christiaan ten Noeijer, gewoont hebbende te Woerden, niet weederom in het land worde geadmitteert, maar het zelve kome te ruimen, als meede dat Johannes Stolk, geweze predikant te Velp, J. J. Hogguer, zig opgehouden hebbende alhier in den Hage, en zekere Hachard, zig in deze provincie niet ophoudebn, maar het land koomen te ruimen, met verdere authorisatie en qualificatie, om daar omtrent de noodige aanschrijving te doen. Hebben wij in gevolge de voornoemde resolutie en qualificatie goedgevonden, UL, bij dezen aan te schrijven en te gelasten, om zorge te dragen, dat de voornoemde persoonen zich in UL. dorp of jurisdictie niet komen op te houden, en ondekkend, dat een of meer van de voornoemde persoonen zig in UL. dorp of jirisdictie kwam of kwamen op te houden, dezelve illco te arresteeren, en in dat geval als dan daar van aan ons immediaat kennisse te geven, terwijl hun Ed. groot mog. verders hebben resolveert, om van hoogst, der zelve voornoemde resolutien communicatie te geven aan den president en raaden van den Hove, mitsgaders aan den procureur generaal dezer provincie, ten einde een wakent oog te houden, dat tegens de voorsz. resolutien niet worde gecontravenieert. Waar op ons verlaatende, bevelen wij UL. de bescherminge Gods. Geschreven in den Hage den 16 e Meij Ter ordonnantiie van de gecommitteerde raaden. G. B. Emants.