Ambacht Weergors en fortificatie Hellevoetsluis. No. 7 (1795)

Transcriptie

1 Ambacht Weergors en fortificatie Hellevoetsluis. No. 7 (1795) bewerkt door Christiaan van der Tuijn Vrijheid, Gelijkheijd, Broederschap. Commissarissen uijt het committe van voorlichting en bestiering der remotien en regeering aanstellinge in de steeden en ten platte landen van Holland door de provisioneele representanten van t volk van Holland daar toe gecommitteert in aanmerking genomen hebbende de situatie van zaaken te Hellevoetsluijs, en geinformeerd zijnde dat tot heeden geenzints is voldaan aan de heilzaame oogmerken van voorn: representanten in bij zonder niet aan t decreet en gedaane aanschrijving van den 8 e April laastleeden en daar zommige leeden der regeering vallen in de termen van voorschr: decreet, als meede dat verre het meerder gedeelte der inwooners voor als nog uijt hoofde hunne verkleefdheijd aan het afgeschafte sijsthema van gemelde en overheersing niet bevoegd zijn, voor als nog, van dat recht gebruik te maaken, welken hen in andere gevallen als mensch en burger compiteerde, hebben daar om en, om te voldoen aan t decreet van den 8 e April, de leeden van de regeering van hunne posten ontslagen. En in denselve plaatsen aangestelt tot schout en secretaris van t Weergors in Hellevoetsluijs, Pieter Adriaan Steenwijk Gallas, tot municipaliteijt leeden Daniel Rolandus, Jan Keijser, Jan Wessels, Jan Kramers, Jacob van Putten, Pieter Bruch, Jacobus Jonas. Alle provisioneele voor den tijd van een jaar, gelastende bij deeze alle ingezetenen booven gemelde persoonen in hunne respective posten te erkennen en zig in geene opzichte tegens deselve versetten, op poene van als verstoordens der algemeene rust te werden geconsidereert, en gevolglijk naar exigentie van zaaken aan de lijve, ja zelfs met de dood werde gestraft. Aldus gedaan te Hellevoetsluijs den 15 e Junij 1795 t eerste jaar der Bataafsche vrijheijd. ( onderstond en was geteekend ) R. Rom, J. Vermeer. Vergadering gehouden op den vijffienden Junij 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd, present Pieter Adriaan Steenwijk Gallas schout, Daniel Rolandus, Jan Keijser, Jan Wessels, Jan Kraamers, Jacob van Putten, Pieter Bruch ende Jacobus Jonas, municipaliteijts leeden van t Weergors in Hellevoetsluijs. De leeden, heeden morgen in handen van het committe van voorlichting der remotien en regeerings aanstellinge in de steeden en platten landen van Holland den ampts eed afgelegt hebbende, hebben hunner sittingen aanvaard, en sijn door den schout met een korte aanspraak gefiliciteert geworden. Denzelven schout heeft gecommuniceert twee missivens van de provisioneele representanten van t volk van Holland, waar van een relatiev is, dat geene opkooping van graanen onder preetext dat sulks voor rekening van het Fransche gouvernement is meer mag plaats hebben, en het andere inhoudende oplossing van bedenklijkheeden, omtrent den eed op den neegenden Maart laastleeden gearresteert, welke laaste missive aan de leeden is rond gesonden. Wijders heeft den schout geproponeerd, om eene commissie te benoemen, en aftesenden na den bailliuw van den lande van Voorne, ten eijnde te communiceeren dat de regeering binnen deeze plaatsen door het committe van voorlichting verandert was ook om bij den ontvanger van de gemeene middelen te ontvangen de somme van twee duijsent guldens op resolutie van de provisioneele representanten van t volk van Holland, en ordonnantie van t committe van finantie, tot eenige provisioneele betaalinge der kosten, alhier ten dienste van de Fransche troupes gemaakt, en heeft wijders hier bij den burger Keijses in consideratie gebragt om bij die gelegenheid bevorens den burger Rolandus als commissarissen tot het inwiselen van de steedelijke Brielsch recipissen, meede te gaan om over een en andere recipissen, met die van den Briel arangement te maaken, waar na deliberatie is goedgevonden en verstaan, om tot de drie bovenstaande pointen te committeeren soo als geschied bij deese de burgers Steenwijk Gallas, Rolandus, Keijser en Wessels. Wijders is na dat heeden morgen met het opgaande zon, de Fransche nationaale vlag van den thoorn was afgenoomen, en de Hollandsche nationaale opgeset, ten twaalv uuren,, onder het luijden van de beijde de klokken, en onder het salut van een twintig schooten uit het kanon van de Walle, plegtig uijt het regt huis afgeleesen, ten overstaan van de geheele municipaliteijt, de proclamatie weegens de geslooten alliantie met Frankrijk, bij de provisioneele representanten van t volk van Holland gearresteert op den eersten Junij laastleeden. 1

2 Vergadering gehouden op den tienden Junij 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden. De schout burgers Rolandus, Keijser en Wesselss doen rapport, dat zij ingevolge hun op gedragene commissie, sig na den Brielle hebben begeeven, en sig vervoegt bij den bailluiw van den lande van Voorne den burger Hoijer, en aldoor communicatie gegeven van de remotie der regeering deezer plaatse en de aanstellinge van een nieuwe municipaliteijt, dat sij door denzelven seer wel genecieert en voorts bedankt geworden sijn, voor de gegeeven communicatie. En wijders dat ten opsigte van de restitutie der uijtgeschotene proventiaale recipissen, waar voor de commissie daar, toe alhier benoemt, de Brielsche steedelijke recipissen hebben ingewisselt, daar over aanstaande Maandag in den Brielle, een besoinge sal gehouden werden ten eijnde naadere arrargementen des weegens te maaken, en eijndelijk dat sij gecommitteerdens, ook ontvangen hebben de bewuste twee duijsent guldens van den ontvager van Dam van Aerden. En is na deliberatie de gecommitteerdens voor gedaane moeijtens bedankt sijnde, het verrigte geapprobeert. En gereguleert om een derde van de reekeningen van de schippers en voerlieden, uit de voorschreeve ontvangen penningen te disponeeren, als bevinden sullen te behooren. In aanmerking genoomen sijnde de continueerdende inquartiering van officieren en andere, met welke deese plaats blijft belast, en om de billiettering reguliet te doen rond gaan als wijders de noodige schikkingen te beraamen, is goedgevonden deswegens eene commissie te decerneeren, waar toe benoemt en gequalificeert sijn, soo als gequalificeert werden bij deeze, de burgers Rolandus en Bruch om in deese te handelen soo als dezelve het meeste geschikte sullen oordeelen te behooren. Vervolgens in deliberatie gebragt sijnde, of het niet noodsakelijk soude weesen, om nog voor een sekere somma aan proventiaale recipissen te voorsien, ten eijnde wanneer ook die Fransche adsignaaten gepermitteert wierden in te wisselen welke voor den tweeden Februarij ontfangen sijn in staat te weesen, de inwisseling daadelijk te kunnen effectueeren, als ook indien wij alhier plaatselijke recipissen moeten uitgeeven is na deliberatie, en na, de commissie ter inwisseling van Fransche adsigaaten, en Brielsche steedelijke recipissen gehoort te hebben, goedgevonden den schout en secretaris, Pieter Adriaan Steenwijk Gallas te qualificeeren soo als dezelver gequalificeert werd bij deeze om van den ontvanger van de gemeenelands middelen in den Brielle te versoeken, en ontvangen voor een somma van tien duijsent guldens minder, of meerder, na dat sulks met dezelve uitkoomen sal, aan proventiaale recipissen en het daar toe vereijste renversaat te mogen teekenen, als wijders toe doen waar desweegens noodig sij en vereijst werden sal t welke bij ons sal werden geapprobeert als na regten. Op herhaalde versoeken van de vrouw van== Groen, die met haar kraam ter inwoning van haar en gemelde man welke op slants werff arbeijdt alhier staat, om daar inwafelen te mogen bakken is sulks provisioneel, en tot nadere opsegginge toe aan haar geaccordeert mits niet langer mogen bakken dan s avonds tot tien uuren, dat geene adsegraaten en of recipissen hoe ook genaamt bij onse commissie, nimmer van haar uit den hoofde ontvangen sullen ingewisselt werden, en dat laastelijk geene klagten van molest of andersints welke uit hoofe deezer permissie soude kunnen ontstaan, sal moogen ingebragt werden, dewijl daarop geen reguard hoegenaamt sal geslaagen werden. Den schout communiceert een seer ampel requeste gepresenteert door eenige schippers en binnen lootsen van deeze plaatsen, aan het collegie van bailliuw ende leenmannen van den lande van Voorne, en t welke wat het tweede point aangaat volgens t appostil in margine van de voorschreeve requeste gesteld, gegeven is in handen van schout ende schepenen deezer meergemelde plaatse, om daar op te dienen van berigt, is desweegens gedelibereert en in consideratie van het onbetwistnare regt, t welke de regeering deezes Fortresse als van alle ouden tijden, het gesag over het sogenoemde schippers gilde uitgeoeffent hebbende heeft gehad, goedgevonden om alleen bij wijse van narree, en geensints bij defensie aan het voorschreeve appostil te voldoen, de in surien ad ariman te revocecien, en copie autherticq uit deselve requeste te versoeken sijnde den secretaris versogt soodra doenlijk een concept berigt in gereedheijt te brengen er ter deser vergadering over te leveren. Eijndelijk in aanmerking genoomen sijnde, het laaste lid van de proclamatie der provisioneele representanten van het volk van Holland van der eersten Junij laastleeden, en de informatie hoedanig alhier ten platten lande, desweegens staat te werder gehandelt, is geresolveert dat de municipaliteijt, sig aanstaande Zondag in de kerk alhier begeeven sal, en daar van een predicant met toesending van een exemplaar van de opgemelde proclamatie, bij missive kennis te geeven, met versoek dat denzelven in het nagebed aan de intentie van de meer voorschreeve proclamatie sal voldaen sijnde de missive ingevolge geresolveerde van de volgende inhoud: De municipaliteijt van Hellevoetsluijs, Aan den predicant der voorschreeve plaatze. Meede Burgers 2

3 Bij ons ter voldoeninge van de proclamatie van de provisioneele representanten van het volk van Holland van dato den eersten Junij deeses jaars 1795, waar van wij een exemplaar hier neevens senden, geresolveert sijnde om op aan staande Zondag voor de middag, in de kerk te koomen, en even als in de omliggende dorpen geschied, bij het na gebed te doen indagtig sijn aan het oogmerk van voorschreeve proclamatie soo hebben wij goed gevonden bij deese U hier van te addresseeren, verwagtende dat gij op dien tijd in het na gebed aan de voorschreeve intentie voldoen sal. Wij noemen intusschen na toewensing van Heijl en broederschap. Uwe meede burgers. De municipaliteijt van Hellevoetsluijs. In naam van dezelve ( getekent ) P.A. Steenwijk Gallas secertaris. Hellevoetsluijs den 18 e Junij 1795 het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd. Nog heeft den schout gecommuniceert twee missivens van de provisioneele representanten van het volk van Holland. Een ten geleijde van t gewoon getal exemplaaren van de publicatie van den agsten Junij laast leeden betrekkelijk het begraaven buiten de kerken, het draagen van livrijen, en het wegneemen van de waapens in de kerken, en voor de huijsen, en eere gestoeltens in de kerken, en den anderen van dato den elvden daar aan volgende betrekkelijk tot een vrijwillige geld negotiatie op den voet als in de voorschreve publicatie uijt gedrukt staat. Vergadering gehouden op den neegentienden Junij 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden except den burger Bruch. Den schout heeft ter vergadering voorgedragen dat op gisteren na de middag bij hem gekoomen is den brood bakker Jan van Pelt Janszoon kennisse gevende dat denzelven soo even uit den Eijlande van over Flacque geretouneert sijnde aldaar niet jegenstaande alle aangewende moeijtens geene tarwe had kunnen inkoopen, dat hij ook uit hoofde van de buiten gewoone hooge prijs alhier in Briel, of Voorne al meede geen voorraad konde opdoen, dewijl de setterij geenzints na de prijs der graanen geevenredigt was, waar door hij dus soude genootsaakt werden, om met het bakken van brood te moeten uitscheijden egter ingevalle het konde bewerkt worden dat de setting aan de prijs der graanen verhoogt wierde hij aannam om een getal van drie a vier hondert sakken graan in te koopen, om bij continaaten te kunnen blijven voort bakken 1 Dat hij schout dus communiceert van soo gewigt bevonden had, vooral op eene plaats als deeze, dat hij hadt vermeend sulks onverwijld te moeten brengen ter kennisse en deliberatie van deese vergaadering. waarop dan ook gedelibereert en nog eenige informatie van den burger Joonas meede brood bakker alhier in genoomen sijnde, is goedgevonden ten eijnde alles te doen wat in het vermogen van deeze vergadering is, op voorstel van gemelde schout eene commissie te deceineren, aan den hoofdman van het bakkers gilde in den Brielle. En aldaar te versoeken, dat de setting der tarwe en rogge geevenredigt mag werden gestelt met de prijs der graanen, of soo sulks niet konde geschieden als dan schriftelijk bewijs daar van te moogen hebben, om als dan te kunnen resolveeren, als bevonden sal werden te behooren. En is tot de voorschreeve commissie om sig op morgen in den Brielle te sisteeren benoemt soo als benoemt en gecommitteert werde bij deeze, de burgers Steenwijk Gallas, Wessels, Kraamers, en Joonas. Nog is ten selve dage geleesen eene missive van het committe tot de zaaken van de marine in antwoord van eene missive van schout ende scheepenen, deezer plaatse van den twaalden deeze loopende maand in substantie houdende dat sij het gedrag van hune castelijn Ruichaver in zijn weijgering om niemand van het guarnisoen in s lands huisinge zonder hunne permissie te logeeren niet dan zeer konde approbeeren vermits het selve logement alleen geschikt is en behoort te blijven te gebruike van hunne commissarissen, officieren of suppoosten wanneer den dienst van den lande sulks vordeert dat sij hun verblijf alhier moeten houden zoo als binnen kort te gebeuren staat dat commissarissen uit hun collegie sig na alhier sullen moeten begeeven om alhier eenige tijd te verblijven, en waar op gedelibereert sijnde is goedgevonden, om soo dra commissarissen int het opgenoemde committe sig binnen deese plaatse sullen bevinden, als dan meede met denzelve over deeze gedaane weijgering, te confereren, en demonstrantien te doen, als noodig weesen sal te behooren. De setting van t brood is; Het brood gebakken van beste tarwe, weegende drie ponden sal verkogt werden om 7 stu: 4 penn: Het rogge brood weegende vier ponden sal verkogt werden om 5 stu; 4 penn; Een halve stuijvers witte brood of twee witte broods koekies sullen moeten weegen 4 looden. Actum Brielle den 22 e Junij 1795 ( getekent ) M. P. Herselman. Alhier geaffigeert en de bakkers aangesegt op dato als booven Vergadering gehouden op den vier en twintigsten Junij 1795 het eerste jaar der Bataafse vrijheijt, presend alle de leeden. 3

4 Ter vergadering is binnen gestaan schipper Pieter van der Priem, versoekende door dien het aanstaande Woensdag desselvs tourbeurt is, om in de Rotterdamse beurt te vaaren daer toe permissie, op t welke aan hen is toegevoegt dat hij aan de recognatie bij schout en schepenen bevoorens bepaalt niet voldaan hebbende ook sonder betaaling aan denselve, ook nu niet konde werden gepermitteert, en dat wijders na eenige woorden wisseling door denzelve van der Priem is bekent dat hij als na beeter ondersigt was, dat schipper Klop, door het niet bekant maeken van het papier ( denoterende het appointement van schout en schepenen in den gepasseerde jaere afgegeeven ) oorsaak was van alle die verwarringen en bereijd was sijne recognatie te voldoen, waar na door den schout hem is gerepliceert, dat over sijn versoek met de municipaliteijt op heeden naader soude spreeken en den uitslag daar van aan hem, door de geregtsbode, doen bekent maken, waar op den meergemelde van der Priem, uit de vergadering vertrokken is, en is daarna goed gevonden, om wanneer denzelven sijne recognatie heeft afbetaalt, hem te accordeeren aanstaande week sijn beurt te kunnen doen, dog het overige of hij sal het gilde continueeren en sijn voorige verlet te beurt wederom inhaalen ( soo als hij al meede versogt heeft ) hier omtrent sullen wij naader resolveeren, soo als wij bevinden sullen te behooren. Den schout en secretaris Steenwijk Gallas leest de vergadering voor, de navolgende missive conform aan de resolutien van den agtienden laastleeden. Burgers, bailliuw ende leenmannen van de lande van Voorne. Bij ons is ontvangen een request aan U collegie gepresenteert door sestien binnen lootsen en drie beurtschippers van Hellevoetsluis sig noemende gildebroeders van het schippers en binnen lootsmans gilde alhier mitsgaders beurt schippers van de evengemelde plaatse, en gesien, het appointement in margine voor de voorschreve request gesteld, waar bij het meede lid van t selve request fine van berigt gegeeven is, aan handen van schout ende schepenen van Hellevoetsluis meer gemeld, hebben wij al aanstonts nagegaan, hoedanig de erectie van dit voorschreve gilde was en wij hebben dadelijk onder vonden dat het schippers gilde waar onder soo wel beurtschippers als andere begreepen sijn, onmiddellijk behoort onder besturing van schout ende schepenen in welkers plaats wij als tans uitmakende de municipaliteijt deeser Fortresse gekoomen sijn, immers vinden wij bereijds in een resolutie van den 29 e Januarij 1697 een bepaaling dat aan niemand eenige attestatien verder of anders sullen werden vergunt dan aan die der schippers welke ook allen weeken Sondags en Maandags na Rotterdam sullen vaaren. En dat dien eijnde zal werden gemaakt, soodanig reglement en besorgt soodanig maintime als tot meeste commoditeijt en gerief van het selve veer sal werden bevonden te behooren uit het welk ten volsten blijkt dat bereijds doen al de bestelling op het voorschreve gilde aan de regeering behoort hebben, en sier wij de volgende tijden na den komst ons een aantal voorsieningen en bepaalinge dien aangaande door de toemalige regeeringen gedaan onder het oog, om niet alles te ditaillieceeren sullen wij allen opgeeven de bij laattere tijden door schout ende schepenen gearresteerde ordonnantien, als een voor de wagt loonen op de Willemstad, Moerdijk, Geertruideberg, Gorinchem, Heusden en van dato den vierden Julij 1748, Item een ordonnantie voor de schippers en beurtluiden op Rotterdam van dato den 15 e September 1763m, een van dezelven datum voor het aan boord setten, en het afhaalen van de passagiers als het afhaeleb van schuiten door dezelve na andere plaatsen, terwijl er daarna nog veelvuldig ampliaten sijn gemaakt en gearresteert geworden. Wij meenen dus genoeg gesegt te hebben, om ten klaarsten te doen sien dat het schippers gilde alleen behoort onder directie van de regeering deezer Fortresse, en dus dat het selve geheel en al is domesticq immers nimmer kan gesegt worden, te behooren tot de cognitie van U collegie. Waarom wij ons dan soude kunnen absolveeren van eenige berigten te doen, egter hebben wij gemeent schoon onder protestatie dat daar door geen de minste attentie aan ons aan ons regt sal kunnen werden toegebragt, aan U burgers bailluiw ende leenmannen te moeten indformeeren, dat door de repective schippers en setschippers bij hun inkoomen in het gilde wanneer dezelfde in de Rotterdamse beurt komen betaalt werd vijf en twintig guldens. En wanneer het buiten de Rotterdamse beurt is tien guldens beijde ten behoeve van den grooten armen deezer Fortresse, en als het gebeurt dat soodanige laast gemelde schipper na dat hij int gilde is de permissie bekomt, om in t veer op Rotterdam te koomen, als dan suppliant hij vijftien gulden ten behoeve als vooren, en is dus dan niet anders behandelt, als imand die onmiddellijk in t Rotterdamsche veer gekoomen is, en dat die penningen weesentlijk aan den grooten armen gekoomen sijn, sulks kan bij ider reekening ten volsten conteure, wanneer wij eene defensie jeegens de requestanten tand deede, soude wij niet voor bij kunnen hier een, en ander refdectiien en remarque te maaken op hun orderscheijde voorgeevens, dan daar wij alleen een detail soude geeven sullen wij hier, op hun voetspoor niet volgens, maar voortgaan om te elucideeren, dat sints het jaar 1779 ( sijnde voor die tijt nog niet soo veel betaalt ) van idere beurt reijs, dat is van twee beurten deudt dewijl de schippers altoos twee reijsen op den andere dien is betaalt twee guldens en twee stuijvers, van welke den commissaris heeft genooten twaalv stuijvers voor het luijden van de bel, den dienaar van de justitie conform desselvs instructie eene 4

5 gulden, en dus schoot er daar van over nog tien stuijvers van, elke beurt, met welke overschietende penningen, t geen immers gemakkelijk nu uit te rekenen is, dat soo enorm niet weesen kan. als men het wel soude willen doen voorkoomen, te meer als men ook dan door bij considement, dat de schuiten seeven weeken in de winter, er dikwijls langer stilleggen, alle extra kosten die naamens de schipperij noodig waaren, betaalt sijn, en ook daar uit een deuceur voor de meenigvuldige moeijtens aan den schout, steeds gegeeven sijn geworden t welk selvs nog heeden exteert, alschoon tans gevonden werdende uit de gemelde belasting als begreepen sijnde dat soo lange de recognatien blijven stand grijpen, waar op het schout en secretaris ampt alhier ook is uitgegeeven, het onreedelijk soude sijn, om de vaste inkomsten van het selve te verrichtigen en in te trekken, dan verder, hebben schout en scheepenen, in der voorleeden jaare wanneer sij in overweeging naamen, de ongelukkige situatie van dorps cassa, bedagt geweest, om onder anderen, een meerdere belasting op de beurt schuijten te legen, en sulks was wel en teregt gedaan, want immers sints lange tijd hadden de beurt schippers geproffiteert, en geproffiteerde nog van telkens soodanige beurten te doen dat men het niet vergroot van te bepaalen dat sij soo een beurt, dat is in agt daagen van f 60 tot 100 guldens rekenen kunnen, soude dan sulke beurtschipers burgers niet wel twee en twintig guldens kunne opbrengen daar sij nog bovendien de winsten trekkende waaren van de reijsen die sij buiten dat, doende sijn, en welke almeede heel veel waaren, wij begrijpen van ja, en daar een request bij hun bevreijds voor een jaar was gepresenteert en als na aangedrongen wierd, om eenig dispositie ( van welke wij copie authenticq met het appointement bij forma van extract uit de judicieele rolle overleggen ) gaf dit aanleijding om de belasting te bepaalen, soo als bij het voorschreve appointement is ter needer gesteld, en waar toe wij ons sijn referenerende, onmiddellijk na het arresteeren, wierden de schippers soo veel als doen present waaren in de vergadering ontbooden, en in substantie het opgenoemde appointement hem mondeling voorgehouden, en daarna schrifftelijk overgegeven, waar meede sij doen niet alleen genoegen naamen, maar vervolgens hun eerste halv jaar verscheene geweest primo November 1794 gaan hebben betaalt en nu met Meiij laastleeden hebben ses beurtschippers hun tweede halv jaar ook voldaan, schoon dat eene schipper evenwel het request alsmeede als beurtschipper geteekend heeft, ende twee overige namentlijk Pieter van der Priem, en Jan Wagenaar weijgeren het selve en sijn daarom bij schout ende schepenen als beurtschippers gesuspendeert. Wij voele tans wel burgers bailluiw, ende leenmannen dat door de stremming van de commercie, en van de negotie van deese plaatse met de Engelsche de boven gemelde belasting voor dit moment eenig sints drukkende soude kunnen gerekent worden, maar wij hebben het opentlijk, en selvs aan sommige schippers gesegt, en wij herhaalen het tans, wanneer sij in ordentelijkheijd, en legaal hunne beswaaren willen inbrengen wij bereijd sijn om niet alleen dezelve te hooren, maar daadelijk waar het noodig is te redresseeren, dan soo lange als dezelve voortgaan om den schout brutaal te behandelen en in hem, ons geheele collegie insurieeren, soo lange sullen wij ten minste hunne wenschen niet vooruit loopen, of redressen maaken van beswaaren al eer die wettig sijn gedemonstreert en voorgedraagen, en laastelijk moeten wij nog declareeren dat wij de insurien in de voorschreve request ter needer gestelt daadelijk had ad uninum hebben gerevoceert aan ons wel specialijk reserveerende soodanige actie of uitoeffening van redres als wij te rade sullen worden, en ten dien eijnde bij deeze van u lieden sijn versoekende om ten onsen kosten te moogen toegesonden worden een copie authenticq uit het meer voorschreeve hier neevens te rug gaande request, om daar van soodanig gebruijk te maaken, als wij bevinden moogen te behooren. Hier meede vertrouwende ons aangaande aan de intentie van U lieden voldaan te hebben, noeme wij ons na toewensing van heijl en broederschap. Uwe meede burgers. De municipaliteijt van t Weergors en Hellevoetsluijs. In naam van dezelve. ( geteekent ) P. A. Steenwijk, Gallas secretaris. Hellevoetsluijs den 24 e Jnij 1795 het eerste jaar der Bataafse vrijheijd. Op welke voorenstaande conceept missive gedelibereert sijnde is goedgevonden dezelve volkoomen te approbeeren soo als geschied bij deese en is de secretaris versogt dezelve alsoo te dechecheeren, De schout draagt verder voor, dat bij hem sig gesisteert hadden de twee verwers en glasemaakers baasen binnen deese plaatse hun beklaagende dat niet jeegenstaande een acte welke sij van schout ende schepenen op den negentienden Augustus 1776, bekoomen hadden dat namentlijk ( onder eenige reserve egter ) geen meerdere verwers en glasemaakers winkels alhier soude gepermitteert sijn, dan twee, egter seker waaker, Gerritse genaamt, sig niet ontsiet om tans opentlijk als verwers baas te fungeeren, versoekende desweegens redres, dat hij schout geantwoord heeft van wel te weeten dat aan de waaker Gerritse het verkoopen van verf en olij over eenige tijd was geaccordeert, maar geenzints het fungeeren als verwer en glaasenmaaker sulks soude brengen in deliberatie van de municipaliteijt, geevende schout als nu opening van de opgemelde in den jaare 1776 verleende consessie. En daar bij in aanmerking genoomen sijnde dat er nog geene rederen van heeden waaren, 5

6 waarom de voorschreeve consessie soude behooren te werden ingetrokken, en buiten effeckt gesteld, soo is goedgevonden, om den meer voorschreve Gerritse door de boode te doen interdiceeren en verbieden van binnen deeze plaatse, iets te doen of verrigten, als verwer of glaasemaakers baas tot onse nadere ordre! En wijders is geresolveert om op aanstaande Saterdag, de twee voornoemde verwers en glasenmaakers baasen, ter vergadering te doen compareren, en hun kennisse te geeven van het voorenstaande geresolveerde, met recomendatie van civieliteijd of anders sints dat dadelijk op de eerste legaat klagten, sij van hun voorregt, sullen verstooken weesen. De burgers Steenwijk Gallas, Wessels, Kraamers en Joonas rapporteeren dat sij ter voldoening aan het geresolveerde van den neegentienden laastleeden dien volgende dag sig na den Briel begeeven hebbende en met den hooftman van het bakkers gilde aldaar, als meede nog met een lid der municipaliteijt geconfereert, en de bedenklijkheeden welke aan dese vergaderiing waaren voorgedragen, gecommuniceert, en de bedugtheijt, dat wanneer de bakkerijen souden ophouden de gevolgen onberekenbaar weesen soude. Waarop sij gecommitteerdens tot antwoord bekomen hebben, dat den hoofdman bereijds het versoek, om de setting, met vier duijten te verhoogen aan de municipaliteijt van den Brielle, had gedaan, en dat soo als het voornoemde lid ook al voueerden nog dien avond bij dezelve municipaliteijt daar over soude werden gedelibereert, en voorts geresolveert, welk laatste sij gecommitteerdens ten sterkste versogt en aangedrongen hebbende, vermeende aan hunne commissie te hebben voldaan, na eenige woorden wisseling wederom vertrokken sijn, dat soo als hier vooren consteert het brood gepasseerde Maandag agt penningen is opgeslaagen geworden, na welk gedaan rapport de gecommitteerdens voor hunne gedaane moeijtens bedankt sijnde, het selve is aangenoomen voor notificatie. Den schout communiceert een missive van de provisioneele repreesentanten van t volk van Holland, ter geleijde van het gewoone getal van exemplaaren van de publcatie op den sestienden deezer bij hun gearresteert, weegens de invordering der lasten en het betaalen der intressen. Wijders en decreet van denzelven datum, houdende dat de ontvangers en municipaliteijten de dienst in de provisioneele vrijwillige voor schieting gratis te moeten doen, exept de verschotten. Nog een aanschrijving meede van dato als vooren, waar bij het gedaane verbod van den veertiende Meij laastleeden wegens den uitvoer van rundvee werd uitgestrekt tot de schaapen. Alsmeede nog een decreet van den vijftienden Junij, waar bij bepaalt wert, dat er een committe tot de virres zal sijn aan uren de versorging der Fransche troupes van levensmiddelen, en andere noodwendigheeden binnen dese provintie quarnisoen houdende, zal worden gedematdeert. Eijndelijk is ook geleesen een missive van het committe van finantien van Holland van den neegentienden deezer, ten geleijde van twee hondert en vijftig billietten van inschrijving, om daar meede te voldoen aan t placcaat van den elfden Junij laastleeden, en is goedgevonden om op aanstaande Saterdag, de lijst te formeeren, ten eijnde de voorschreeve billietten, aan de ingesetenen, soo verre die kunnen strekken, te destribueeren. En is de bereijds voor heeren geconcipieerde ordonnantien voor schippers en beurtlieden, alhier welke bij schout ende schepenen wel was geaggreerd maar nog niet gearresteerd, aan de nieuwe leeden deezer vergadering rond gesonden, ten einde sij van hunne consideratien en advis soude kunnen dienen alvoorens denselven na finaal geconcludeert werd. Vergadering gehouden op den seeven en twintigsten Junij 1795 het eerste jaar der Bataafse vrijheijd, present alle de leeden. Is ingevolge het geresolveerde laast voorgaande vergaadering geformeert een lijst ter rondsending van de inschrijvings billietten waartoe alhier werd gerefereert. En zijn ter vergadering gecompareert de twee verwers en glaasemaakers baasen aan welke communicatie gegeeven is van de resolutie op hun versoek meede op de laast gepasseerde vergaadering genoomen, en hun wijders ook dien conform gerecinamdeert, om alle cerieliteijt en conmefifteijd ontrent de ingesetenen te gebruiken op poene als inde voorschreeve voorgaande resolutie, is ter needer gesteld t welke bij dezelve aangenomene sijnde, sij wederom uit de vergadering vertrekken. Op bekoome informatie, dat den waaker... Gerritse als nog bleev comtinueeren met verwen, is geresolveert nog andermaal aan hen de boode te senden met denutiatie dat deese vergadering seer is feindigneert, over het niet ocedieeren aan hunne orders, en hem andermaal ten overvloede nog interdictie laatende doen op poene dat bij langer ontstentenis soodanige maatregulen sullen genomen werden die niet anders als veele onaangeheeden voor hem Gerritse ten gevolge hebben sullen, en is ook nog de boode gelast om aan Cornelis Klop, waar genoemde Gerritse tans aan t verwen was van deese herhaalde interdictie kennisse te geeven tot desselvs narigt. De commissaris tot de inqateering heeft voorgedraagen, dat bij hun in aanmerking genomen sijnde de moeijlijkheeden, en doordat volgende onaangenaamheeden, om van dag tot dag de tweede alhier 6

7 koomende Fransche ordonnance, bij de ingesetenen te billietteeren, sig hadden gersolveert en daar toe een bepaalde herberg te fixceeren, en deswegens te accordeeren, soo merageus doenlijk, dat de kosten uit een extra omslag, of onder onrenabel middele konde gevonden werden, en dat sij soodanige plaats gevonden hadde bij Johannes Kans, en geaccordeert waaren voor f 1-2-: per dag en nagt voor ider man dat sij ook nog bij Andries de Kat een kaamer hadden bepaald, waar die ordonnantie welke van tijd tot tijd koomen om na Zeeland te vertrekken, logeeren konde, meede voor een geaccordeerde prijs, en laastelijk dat sij tot secretaris van hunne commissie versogt hadden, den burger Jan Keijser, op t welke gedelibereert sijnde, is goedgevonden, na de commissie voor hunne gedaane moeijtens te sijn bedankt, het verrigten in deese volkoomen te approbeeren, den burger Keijser met de aanstelling gefelisiteert en geresolveert om de, uit bovengemelde schikking voortkomende kosten, provisioneel uit dorps cassa te doen betalen, waar toe den dorpsmeester is gequalificeert, en te sien of sulks mogelijk is twee a drie weeken geheel soude sijn afgeloopen, of andersints naader schikking ter betaaling te beraamen, als nodig sal bevonden werden te behooren. Den schout brengt in deliberatie, om aan de provisioneele repreesentanten van het volk van Holland, kennisse te geeven, van de verandering der regeering deeser Fortresse, en dat dezelve ingevolge de respective aanschrijving, van den neegenden Maart en agsten Junij laastleeden soude overgaan, tot het afneemen van den daar bij gevordert werdende eed, maar dat veele persoonen alhier sig bevinden behoorende tot het committe van marine, soo als equipagemeester, casteleijn, wakers etc: welke mogelijk soude difficulteeren voor deese vergadering den eed, af te leggen, alvoorens elucidatie te versoeken, hoedanig in deezes moeten werden gehandelt werd gehouden voor delegent, welk voorstel ten vollen geapprobeert sijnde, is goedgevonden, sodanige missive af te senden, en welke van inhoud was als volgt; Vrijheijd, Gelijkheijd, Broederschap. Burgers provisioneele repreesentanten van het volk van Hollant. Wij hebben het genoegen aan U bij deese kennisse te geeven dat op den vijftienden Junij laastleeden door U committe van voorlichting, de remotie der regeering alhier geschied is, en een nieuwe municipaliteijt is aangesteld, en beeedigt geworden. Wij soude dien volgende conform de aanschrijvinge van den neegenden Maart 1795 en nadere explicatie van dato den agsten Junij daar aan volgende bereijds sijn overgegaan tot het afneemen van den eed daar bij gereqiuireert dan bij ons in deliberatie gebragt sijnde, dat uit hoofde van s lant werf alhier ter plaatse, veele persoonen sijn, relatiev tot het committe van de marine soo als equipagemeester, boekhouder, castelein, waakers.javaans, en diergelijk, welke in de termen van de bovengemelde nadere aanschrijvinge sig bevinden, mogelijk defficulteeren sullen uit hoofde van een vestenue dat sij generaliteijts ambtenaaren of bediendens sijn om den eed in onse handen af te leggen, het is daarom bij ons gersolveert alvoorens wij de oproeping entameeren, om dien aangaande eenige explicatie te versoeken, het welke wij dan ook bij deese sijn solliciteerende ten eijnde te moogen weeten, of wij derselven ambtenaren en bediendens, voor ons collegie ook willen sisteeren, tot het presteeren van den bewuste eed, en dat wij hangende Uwe deliberatien deswegens moogen verklaard worden voor deligent. Wij neeme verder de vrijheijd na U burgers repreesentanten de bescherminge godes te hebben aanbevoolen, ons met eerbied te neemen. Uwe meede burgers. De municipaliteijt van t Weergors en Hellevoetsluis. In naam van dezelve ( getekend ) P. A. Steenwijk Gallas secretaris. Hellevoetsluijs den 27 e Junij 1795 het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd. Eindelijk is geleesen een missive van de provisioneele repreesentanten, ten geleijde van een publicatie vande staaten generaal van den vijftienden deezer tot weering der disentie onder de militie gearresteerd, en wijders nog een missive houdende concept lijst voor de vrijwillige inschrijving gearresteerd den elvden Junij en nog een missive van bailliuw ende leenmannen van den lande van Voorne waar bij dezelve kennis geeven tot sakkedrager alhier te hebben aangestelt den persoon van Jan de Kievit. Vergadering gehouden op den agt en twintigsten Junij 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden. Den schout heeft gecommuniceert, dat heeden morgen sig ten sijne huise hadde vervoegt een lieutenant van de marine van s lands schip van oorlog Wassenaar, onder commando van den capitein W. O. Blois van Treslong, tans leggende in het voor dock voor de kerk binnen deeze Fortresse, kennis gevende dat een persoon, van die equipagie welke niet wel bij sijn hoofd was, sig geppasseerde nagt van boord van t gemelde schip begeeven had en den hoed van de alhier geplante vrijheijts boom had afgenoomen, en vervolgens wederom aan boord was gekoomen, en sulks had gecenfesseerd, daar 7

8 op in de boeijen was geset, en dat den voornoemde, capitein, aan den commandant der Rheede, daar van had kennis gegeeven, dat gemelde commandant daar op order gesonden had, dat hij deswegens schriftelijke informatie hebben moest, en dat wederom een andere hoed op den vrijheijds boom moeste werden geplaast, welke laaste als met van het departement van eertgemelde capitein sijnde sulks door gemelde lieutenant aan het schout deedt informeeren, op alle t welke hij schout had gerepliceert, daar van kennisse te sullen geeven. Aan de municipaliteijt, en wijders ook aan den baiiliuw van den lande van Voorne, intusschen verwagtende dat dien gemelde persoon in secoure bewaaring sijnde gehouden werden, dat meer genoemde lieutenant aan genoome hebbende van het antwoord aan sijn capitein rapport te doen, wederom vertrokken was, waarop gedelibereert den schout bedankt voor de gegeeven communicatie, en het verrigte van hem geapprobeert sijnde is goedgevonden nog heeden eene commissie aan den burger Hoijer, bailliuw, van den lande van Voorne decerneeren, en hem van het vooren staande legaat te informeeren, waartoe benoemt ende gequalificeerd sijn soo als geschied bij deese den schout en de burgers Rolandus en Wessels, en laastelijk is den burger Joonas als welke met desselvs knegts eenige inligting in deeze soude kunnen geeven van seker gesprek dat met imand van het hier voorgemelde oorlogschip gehouden had, door den schout versogt, om sulks schriftelijk te noteeren. En van die gehoort hadden, te doen ondertekenen ten eijnde te kunnen dienen soo als noodig weesen sal, en wat nog aan ging de propositie om een andere hoed op den vrijheijds boom te setten, hier on, voor als nog, niet konde getreeden worden. Vergadering gehouden op den neegen en twintigsten Junij 1795, present de burgers Keijser, Wessels, Kraamers van Putten, Bruch en Joonas municipaliteijts leeden. Ter vergadering is gecompareert J. W. Theis chirurgijn major onder het regiment van Wartenstelen, versoekende om als chirurgijn alhier te plaatse te moogen werden geaccordeert, en daar bij ook inwendig te moogen practiseeren dat hij drie jaaren te Straatburg, en een en half jaar in Margburg had gestudeert, ook sig had geoeffend in de vroedkunde, en dat hij bereijts na twaalv jaaren als chirurgijn bij het boven gemelde regiment bevonden had, sig nu geerne op een of andere plaats vast wilde etablesseeren, op welk gedaan versoek gedelibereert, en in consideratien genoomen sijnde de absentie van den schout en den burger Rolandus, is goedgevonden tot derselve retour met de finaale resolutie op deeze te supereseeren, en dat het resultaat daar van, aan hem chirurgijn major per missive sal werden bekent gemaakt t welke aan denzelven gecommuniceert sijnde dese daar op na desselvs addres opgegeven te hebben vertrokken is. Den burger Kraamers brengt ter kennissen van dese vergadering het verlangen van den Fransche commandant dat, de herbergiers gelast wierden niet langer des avonds als tot tien uuren te moegen tappen, welk versoek geamplecteert sijnde is den boode gelast aan alle de herbergiers binnen deeze Fortresse uit naam der municipaliteijt interdictie te doen, van niet te moogen tappen, als tot des avonds ten tien uuren. En is, door een commissie uit dese vergadering staande dezelvs, met de Fransche commandant gecorfereert weegens een gearrresteerd persoon. En waar van den president had kennisse gegeven aan de bailliuw van den lande van Voorne, en ook bereijds daar op antwoord ontvangen had, hebbende de commissie terug gekomen sijnde geapproteert, dat den boven gemelde commandant bereijts den gearresteerde ontslaagen had uit hoofde van een conferentie welke hij hadde gehouden met den stadhouder van Andel. En laastelijk heeft den burger Wessels bij absentie van den schout enden burger Rolandus, rapport gedaan van het verrigte op gisteren in den Brielle, dat sij herhaalde reijse sig aan het huis van den baiiliuw hebben begeeven, naar derzelve niet thuis gevonden hebben eijndelijk geternireert sijn om bij missive van hunne commissie sig te requiteeren t welke door den schout geschreeven, en door hun gecommitteerdens alle ondertekent sijnde, aan het huis van voornoemde bailliuw is overgegeven, dat sij ook, als doen, niet hadden versuimt, om aan de stadhouder van Andel van hunne commissie opening te geeven, en dat denzelve aangenomen heeft daar van ook aan gemelde bailliuw bij desselvs retour aanstonds kennisse te geeven, welke verrigte vervolgens is geapprobeerd. Vergadering gehouden op den derden Julij 1795, het eerste jaar der Bataafsche vrijheijd, present alle de leeden. Den schout heeft aan de vergadering voorgedragen dat wel ider lid deeser vergadering bij het aanvaarden van desselvs post den eed in handen van het committe van voorlichting hadde afgelegt, maar dat het egter niet minder noodzakelijk was, dat bij deese vergadering, een eed van secretesse wierd gearresteert, en ook dadelijk gepresenteert dat sulks ook selvs conform de berigten der dagbladen bij den provisioneele repreesentanten van het volk van Holland bij hunne eerste sitting neeming ook afgelegt wierd, en het in deeze vergadering ook noodsakelijk was alschoon hij niemand 8

9 der leeden eenigstints mefieerde ook dan wanneer dezelve over eenige te passeeren schalbinaale actens staan zouden en wanneer door de vroege publicateijt eenig wensenlijk nadeel, aan den in deliberatie sijnde, of geconcludeert werdende sacken soude toegebragt worden gepropeneerde na rijpe deliberatie het voorschreeve geproponeerde goedgekeurt sijnde, heeft den schout voorgeleesen het navolgende concept formulier van eed van secretesse. Ik verklaare en besweere bij deese als municipaliteijds lid van t Weergorsch en Hellevoetsluijs, dat ik, allen saaken welke aangaan deeze plaats, de kerke middelen, den grooten armen, en wijders alle actens en instrumenten, speciaal ook testamenten coducillen actens van voogdij en generaal alle verdere actens die voor mij als lid deezes municipaliteijt sullen werden gepasseert, en ook alle saaken van commissien waartoe ik in mijn voorschreve post, soude mogen werden benoemt, indien bij het openbaar maaken van alle of eenige voorengemelde saaken eenig weesentlijk nadeel aan dezelve soude verbonden sijn, ook wanneer ik als lid der meergemelde municipaliteijt onder deesen eed vergadering bijwoonen, alle het geene daar bij voorvalt, plaats heeft, of geschieden mag te sullen secreteeren, en aan niemand hoegenaamt te openbaaren. Dat zweer ik. En is het voorschreeve formulier, na deliberatiekoomen geapprobeert, waar na ider lid van deese vergadering denzelven eed, plegtig heeft afgelegt. Den schout draagt wijders voor, of de leeden niet soude kunnen goedvinden, om de differente uit schotten uit dorps cassa, van tijd tot tijd ten dienste van den Franschen troupes gedaan, en welke ook bij de generaale lijsten overgelevert sijn, te doen restitueeren uit de overgeschooten penningen, van de ontvangene twee duisent guldens, waar over is gedelibereert, en goedgevonden het selve tot soutien van gemelde dorps cassa te doen restitueeren, volgens de specificatie daarvan gehouden, dog om dezelve specificatie bij eerst volgende vergadering te examineeren. Den burger Bruch, geeft in consideratie of niet een hem diende te werden gerestitueerd de gedaane uit schotten gehad, in een reijs na Rotterdam bereijds in de maand== gedaan, om was het moogelijk voor de leverantie van genever, welke soo drukkende was te werden bevrijd, waartoe toe ook als doen, veel appasentie scheen te sijn, indien maar met de Fransche commissaris van oorlog wierd gesprooken, en is daarop geresolveert de kosten van die voorschreve reijs, als ten dienste deser plaatse en op versoek den voormalige regeering ten meeste nutte gedaan, uit dorps cassa aan den burger Bruch te restitueeren. Den schout heeft wijders geproponeert om de vlag van booven van het kruis der thoorn waaijende te doen afneemen, en die uit een der walm gaaten voor het front van de kerk te doen uitsteeken om redenen dat niet alleen telkens de vlaggen aan stuk waaijen, maar dat daar door het kruis ook aanmerkelijk lijdt, het welk na deliberatie goedgevonden sijnde, is denzelven schout versogt sulks ook te doen effectueeren. En in aanmerking genoomen sijnde, dat de twee biersteekers binnen deese plaatse sig niet voorsien van bier, om daar door de ingesetenen te gerieven uit welke dus in convenient ontstaan, is geresolveert te doen compareeren, en de redenen des weegens afte vraagen, en hun voorts, serieus te recomanderen hunne redenen van klagte in dien sij eenige hebben onverlet laatende van te sorgen dat hunne bierstekerijen met eenigen soorten van bieren sijn voorsien, of dat andersint soodanige maatregulen genoomen sullen werden als deese vergadering sal vermeenen te behooren. Wijders brengt den schout in deliberatie, om mede op morgen voor deese vergadering te citeeren, den herbergier Andrie de Kat, ten eijnde denzelven door dien hij van de op laastleeden Zondag ter sijner huise voorgevallen onordentlijkheeden die selvs soo verre gegaan sijn dat de aldaar geweest sijnde persoonen crimineel is gevangen genoomen geen de minste kennisse aan den schout, of den president deezer vergadering gegeeven heeft, te reprimendeeren, t welke dan ook is geresolveert om op morgen, te effectueeren.. Geleesen een missive van de provisioneele repreesentanten van den neegen en twintigsten Junij, sendende bij het gewoon getal exemplaaren van de publicatie bij de staaten generaal den 26 e en 27 e dier maand gearresteert, de eerste tot uitleving van preemier voor ieder deserteur, en de laaste rakende die geene welke door desertie de geordonneerde looting zich zoeken te onttrekken. Item is geleesen een missive van dezelve repreesentanten van den dertigsten Junij waar bij het gewoone getal exemplaaren werden toegesonden van de publicatien dien dag, gearresteert, de eerste jeegens het misdaadig gedrag van sommige ingesetenen in het bevorderen der desertie van de militaire. Ende andere betreklijk de provisioneele voortgang der stijfselmakerijen, en koornwijn stokerijen. Nog was in laast genoemde missive meede ingeslooten, een aanschrijving van welgemelde repreesentanten, van den== luidende preecautien welke moeten gebruikt worden in het inwisselen van Fransche assignaten, en order, om aan het committe van finantie op te geeven hoe veel assignaaten tot den dertigsten Junij ontvangen sijn, welke missive is gegeeven in handen van de 9

10 commissie ter inwisseling van Fransche assignaaten en stedelijke recipissen soo tot hun informatie, als om aan het laaste lid dier missive soo spoedig doenlijk te voldoen, En is geleesen een missive van het committe van de virres van den eersten deezer houdende dat sij ordre hadden gegeeven tot het afsenden van een oxhoofd genever tot consunptie voor het Fransche guarnisoen, met versoek de meeste menagementen te observeeren, dat innen weijnige daagen soude gearrangeert sijn de soldijen der Fransche troupes, en dat daarmeede alle verdere onaangenaamheeden zullen worden weggenomen, dat van de goede ontvangst soude kennis geeven. En de leedige fust te rug senden, al het welke aan den commissaris de virres Bruch, is versogt en gedemandeert geworden. Den schout doet wijders omvraag, hoe te handelen met de opening der billietten van de inschrijving der vrijwillige geld negotcatie, en is daar op na deliberatie goedgevonden, tot dien eijnde, eene commissie te decerneeren, soo als geschied bij deese en is daar toe gecommitteert, de burgers Steenwijk Gallas, Wessels, van Putten, en Bruch, welke hebben gepersissteert, bij den afgelegde eed van secretesse. Den schout heeft in aanmerking dat de ingesetenen steeds belast blijven inquartiering en tans soo wel van Fransche als Hollandsche officieren, in deliberatie gebragt, om bij de provisioneele repreesentanten van het volk van Holland instantien te doen bij missive, om was het mogelijk daar van te werden ontheft, en dat soodanige missive, met den burger Rolandus, welke op morgen na den Haag, stond te vertrekken, gevoeglijk konde meede genoomen werden, om in handen van den president te besorgen, en is het nood, mondeling verder elucidel en aandraag te maaken, waar toe den burger Rolandus is versogt, en die sulks heeft geaccepteert waar na het concept van soodanige missive is voorgeleesen, en met eenige weijnige alteratien vervolgens gearresteert, sijnde van desen inhoud; Vrijheijd, Gelijkheijd, Broederschap. Burgers provisioneele repreesentanten van het volk van Holland. De municipaliteijt van Hellevoetsluijs vind sig genoodsaakt bij de herhaaling van de bereijds gedaane klagten door de voormaalige regering deezer Fortresse op het stuk van inquartiering gedaan, aan U burgers repreesentanten, hun te moeten addresseeren, en te informeeren dat over weijnige daagen alhier is binnen en in guarnisoen gekoomen het eerste battaillion van Saxen Gotha, welker officieren door dien pavillioenen der casernen hoe seer anders seer geschikt tot logement voor laast gemelde, door Fransche onderofficieren, gemeene en selvs wasch vrouwen geoccupeert wierden daar van dus geen gebruik konde maaken hoe seer dezelve daartoe soude sijn geneegen geweest wij genoodtsaakt sijn geweest bij onse ingeseetenen te moeten billietteren dat de officieren van t voorschreeven battaillion vervolgens nog wel alle moogelijke moeijtens gedaan hebben, om in t besit van de pavillieonen te komen, en alsoo onse ingesetenen van inquartiering te indemneeren, en dat sij bereijds ook eenige hadden welke in gereedheijt wierden gemaakt en op sommige sulks de naamen gestelt van de officieren welke denzelve soude gaan betrekken, dan, bij inkomst van het jeegenwoordig Fransche guarnisoen, op gepasseerde Dingsdag, sijn die pavillioenen in de casersien aan de Fransche wederom moeten overgeeven werden, welke hunne onder officieren en ander daar in plaatsen soo dat onse ingesetenen, en met de inquartiering der Hollandsche officieren en, met die der Fransche infanterij en altillerij officieren sijn, en blijven beswaart, sonder uitsigt van daarvan te werden geexhimeerd en door dien aan de eene sijde de gemelde pavillioenen altoos en bij alle gelegenheeden voor hun, door alle opper en verdere officieren, alhier quarnisoen gehouden hebbende sijn bewoont en daartoe seer sijn geschikt en het aan de andere sijde niet minder een waarheijd is dat de wooningen binnen deeze plaatse, door veelvuldige arbeijders, timmerlieden etc; welke op s lands werff werkende sijn, ten vollen werden bewoont, behalve dat het grooter deel der huijsen geheel en al ongeschikt sijn om daar in officieren te kunnen billietteeren, waarom het voor de weijnige daar toe geschikte, seer ongelukkig is, daar meede tot moeten werden beswaart, en nog daar bij dat U committe van marine op de bij ons, soo aan U als aan dat committe gedaane klagten dat den castelein Ruighaven een billiet door ons afgegeven om in hun logement, t welk ruim genoeg is, om sonder eenige hinder alschoon er een commissie van t selve moest gebruik van maaken, twee officieren te kunnen bergen gerefuseerd had aan te neemen evenwel, het gedrag van dien casteleijn heeft gelieven te approbeeren, en dan ons daarvan al meede te versteeken, is het dat wij met eerbied, maar ook met gepaste aandrang sijn versoekende en insterende, dat ons ingesetenen neevens ons, van inquartiering, immers en in allen gevalle voor hunne eijge kosten, en schaaden moogen werden bevrijd, daar met alle conmoditeijt voor de bewooners, de pavillioenen daar toe expresselijk ingerigt door de officieren kunnen geaccupeert werden, en er wederom geschikte plaatsen in de carsernen worden gevonden waarin onder officieren, en andere der Fransche gevoeglijk logeeren kunnen indien het Fransche guarnisoen daar toe maar kan werden gedisporeert, wij soude Uwe gewigtige occupatien niet soo telkens in terrunpeeren, was het niet dat wij overtuijgt waaren, van de gevoeglijke 10