Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland"

Transcriptie

1 Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland actualisatie verspreiding & strategie instandhouding REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

2 Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland actualisatie verspreiding & strategie instandhouding Een rapportage van RAVON In opdracht van Waterschap Rivierenland Arthur de Bruin, Frank Spikmans, Jan Kranenbarg & Jelger Herder Maart 2014 STICHTING RAVON POSTBUS BK NIJMEGEN

3 Colofon 2013 Stichting RAVON, Nijmegen Rapport nummer: Tekst: Arthur de Bruin, Frank Spikmans, Jan Kranenbarg & Jelger Herder Met medewerking van: Jöran Janse (veldwerk) Foto voorkant: Jelger Herder Wijze van citeren: De Bruin A. F. Spikmans, J. Kranenbarg & J. Herder, Verspreidingsondersonderzoek grote modderkruiper. Waterschap Rivierenland. Actualisatie verspreiding & strategie instandhouding. Stichting RAVON, Nijmegen.

4 INHOUD 1 INLEIDING WERKWIJZE Onderzochte gebieden & selectie monsterpunten Beoordeling kwaliteit leefgebied Onderzoeksmethoden Environmental DNA (edna) Electrovisserij Schepnet Data-analyses Strategie instandhouding van populaties RESULTATEN Verspreiding grote modderkruiper per gebied Land van Maas en Waal Overbetuwe Neder-Betuwe Vijfheerenlanden Bommelerwaard Efficiëntie edna versus electrovisserij Aantonen aan- of afwezigheid grote modderkuiper Dichtheidsbepaling grote modderkuiper CONCLUSIES Verspreiding grote modderkruiper Efficiëntie edna voor onderzoek naar grote modderkruiper AANBEVELINGEN LITERATUUR BIJLAGEN BIJLAGE 1 Methodiek per monsterpunt BIJLAGE 2 Waarnemingen grote modderkruiper BIJLAGE 3 Voorkomen grote modderkruiper i.r.t. peilvakken en waterlopen 52 BIJLAGE 4 Veldformulier habitatbeoordeling BIJLAGE 5 Verspreiding overige beschermde soorten BIJLAGE 6 Tabel strategie instandhouding

5 1 INLEIDING Achteruitgang grote modderkruiper De grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) is een vissoort die zich in hoge mate heeft aangepast aan de omstandigheden in verlandende habitattypen. De soort heeft in Nederland de hoogste beschermingsstatus en verkeert in een matig ongunstige staat van instandhouding doordat er met name in de tweede helft van de 20e eeuw op grote schaal leefgebied verdwenen is door aanpassingen in het watersysteem. De bescherming van de soort vindt plaats middels de Flora- en Faunawet (tabel 3) en de Habitatrichtlijn (bijlage 2). In het Natura 2000 doelendocument (Min. LNV, 2006) wordt het volgende landelijke doel over de grote modderkruiper (H1145) vermeld: Natura 2000 doel: Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied ten behoeve van uitbreiding populatie. En: Voor de ontwikkeling van de populatie is het belangrijk dat in het polderlandschap een meer adequaat (ecologisch) slootbeheer wordt uitgevoerd. Het gaat in dit laatste geval veelal om leefgebied dat buiten het Natura 2000 netwerk ligt. Leefgebieden rivierenland Het beheersgebied van Waterschap Rivierenland vormt belangrijk leefgebied voor de grote modderkruiper in Nederland doordat het merendeel van de wateren gelegen zijn in voormalige overstromingsvlaktes (het oorspronkelijk leefgebied van de soort). De kennis over de verspreiding van de grote modderkruiper kent grote hiaten. De soort leeft verborgen en is lastig te vangen. Het gemis aan deze kennis bemoeilijkt de bescherming en het behoud van de grote modderkruiper, doordat niet duidelijk is waar beheer- en inrichtingsmaatregelen efficiënt ingezet of aangepast kunnen worden. Afbeelding 1.1 Grote modderkruiper houdt er een verborgen levenswijze op na en houdt zich schuil in dichte vegetatie. 4

6 Verspreidingsonderzoek 2013 Om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van de grote modderkruiper in het beheersgebied van Waterschap Rivierenland is in 2013 onderzoek uitgevoerd door de Stichting RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland). Het onderzoek is uitgevoerd in vijf gebieden (ligging zie onderstaande kaart): o Land van Maas en Waal; o Neder-Betuwe; o Overbetuwe; o Vijfheerenlanden; o Bommelerwaard. Afbeelding 1.2 Ligging van de onderzochte stroomgebieden. De doelen van het voorliggende verspreidingsonderzoek zijn: o Actualiseren en complementeren van het verspreidingsbeeld van de grote modderkruiper in het onderzoeksgebied; o Inzicht verkrijgen in de ligging van belangrijke leefgebieden van de grote modderkruiper; o Inzicht verkrijgen in de aanwezigheid van populaties grote modderkruiper en de metapopulatiestructuur; o Een bijdrage leveren aan de instandhoudingsdoelen (veiligstellen, versterken, verbinden en verbreiden, zie 2.5) van populaties grote modderkruiper in het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. o Onderzoek efficiëntie edna vs. Electrovisserij. Het onderzoek vindt plaats met Enviromental DNA (edna). Onderzoek met behulp van edna is een betrekkelijk nieuwe methode. Om de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van deze methode te onderzoeken wordt in dit onderzoek een vergelijking gemaakt met de resultaten van elektrovisserij. Hierbij wordt gekeken naar de trefkans, mogelijkheden voor dichtheidbepalingen en de benodigde inspanning van beide methoden. 5

7 Leeswijzer In Hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het kader van het onderzoek en de vraagstelling van de opdrachtgever. In Hoofdstuk 2 worden de gehanteerde onderzoeksmethode beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van het verspreidingsonderzoek per gebied en vergelijkt de edna en electrovisserij resultaten als methodieken voor onderzoek naar grote modderkruiper. In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken. Hoofdstuk 5 sluit af met aanbevelingen voor beheer, vervolgonderzoek en verdere analyses. 6

8 2 WERKWIJZE 2.1 Onderzochte gebieden & selectie monsterpunten Het verspreidingsonderzoek heeft plaatsgevonden in de volgende vijf (deel)stroomgebieden: o Land van Maas en Waal; o Neder-Betuwe; o Overbetuwe; o Vijfheerenlanden; o Bommelerwaard. De stroomgebieden Alblasserwaard en Alm en Biesbosch zijn niet onderzocht omdat hier al een vergelijkbaar onderzoek gaande is. In het stoomgebied Beneden-Linge is eerder al het project Kruipers in de Polder uitgevoerd. Voor het gebied Groesbeek-Ooijpolder is het Waterschap van mening dat de bestaande gegevens (NDFF) toereikend zijn. Binnen de vijf (deel)stroomgebieden zijn de monsterpunten geselecteerd op basis van de volgende criteria: 1) onderlinge relatie vindplaatsen: Het verspreidingsonderzoek is uitgevoerd in gebieden waar in potentie mogelijkheden zijn die kunnen bijdragen aan het veiligstellen/verbeteren van de grote modderkruiper op metapopulatieniveau. Compleet geïsoleerde leefgebieden met slechts incidentele of sterk verouderde waarnemingen zijn niet meegenomen in het onderzoek; 2) actueel verspreidingsbeeld: De monsterpunten zijn geselecteerd op basis van oude ( 2000) en recente verspreidingsgegevens (>2000) van de grote modderkruiper uit de NDFF en RAVON database; 3) kwaliteit leefgebied: De exacte locaties van monsterpunten zijn bepaald op basis van een habitatbeoordeling die in alle gebieden voorafgaand aan de bemonsteringen is uitgevoerd door een expert (zie 2.2); 4) per deelgebied is vervolgens een afweging gemaakt waar en hoeveel monsterpunten nodig zijn om het gewenst detailniveau van de verspreiding te verkrijgen, zodat inzicht verkregen wordt in de meta-populatie structuur (ligging van kernleefgebieden en geïsoleerde populaties). De begrenzing van de onderzoeksgebieden is vooraf afgestemd met de opdrachtgever. De ligging van de monsterpunten en de gebruikte methodiek per monsterpunt is op kaart weergegeven in bijlage 1. Tabel 1. Aantal monsterpunten en de gebruikte methodiek per onderzocht gebied. Gebied edna electrovisserij Land van Maas en Waal Bommelerwaard 15 8 Overbetuwe 33 9 Neder-Betuwe 47 7 Vijfheerenlanden 37 8 Totaal

9 2.2 Beoordeling kwaliteit leefgebied Voorafgaand aan het nemen van de edna monsters zijn in de verschillende leefgebieden veldbezoeken gebracht om de sloten te beoordelen op geschiktheid als leefgebied voor de grote modderkruiper. RAVON heeft zeer veel ervaring bij het uitvoeren van habitatbeoordelingen voor de grote modderkruiper. Dit gebeurt volgens een speciaal voor dit doel ontwikkeld beoordelingsformulier waarop de voor de grote modderkuiper belangrijke habitatkenmerken zijn opgenomen (zie bijlage 4). Belangrijke aspecten zijn ondermeer de aanwezigheid van verlandingsvegetatie, extensief landgebruik, kwelgebonden vegetatie zoals holpijp en de aanwezigheid van een niet stinkende modderlaag. Bij onderzoek door Herder et al. (2013b) bleek dat in de sloten die op basis van het formulier als goed beoordeeld werden 2,5 keer vaker positief testen met edna in vergelijking tot sloten die matig geschikt bevonden werden. De uitkomsten van de habitatbeoordelingen, gecombineerd met de resultaten van het verspreidingsonderzoek worden samen gebruikt voor de beoordeling van de kwaliteit van de leefgebieden en het maken van een inschatting van de populatiestructuur in de onderzochte gebieden. 2.3 Onderzoeksmethoden Voor het verspreidingsonderzoek naar grote modderkruiper is gebruik gemaakt van edna en elektrovisserij. Op alle monsterpunten zijn watermonsters verzameld, ten behoeve van een edna analyse. Daarnaast is op een deel van deze monsterpunten tevens een gedegen bemonstering met electrovisserij uitgevoerd. Bemonsteringen met electrovisserij worden uitgevoerd om een vergelijking te kunnen maken met de resultaten van edna. Op elk monsterpunt is een beperkte inspanning geleverd met schepnet, om gegevens van andere vissoorten te verzamelen. De aanpak wordt hieronder verder beschreven Environmental DNA (edna) De edna-methode is gebaseerd op het feit dat alle in het water levende organismen in water DNA achterlaten. Dit DNA kan in watermonsters worden aangetoond met behulp van soortspecifieke primers, die voor iedere doelsoort apart ontwikkeld worden. Dit zijn korte stukjes DNA die enkel hechten aan het DNA van de doelsoort. Vervolgens wordt via een Polymerase Chain Reaction (PCR) alleen dat DNA vermenigvuldigd, dat aan de primers gebonden is. Een positief monster toont aan dat de grote modderkruiper op of in de directe omgeving aanwezig is. Bij het analyseren van de monsters worden 12 PCR s gedraaid. Het aantal positieve reacties geeft een indicatie voor de hoeveelheid DNA in het monster. Aangenomen wordt dat het aantal positieve PCR analyses uit een monster verband houdt met de dichtheid van de grote modderkuiper op een monsterpunt. De validiteit van deze aanname wordt in dit onderzoek nader beschouwd. In deze rapportage wordt de ednascore gehanteerd, bestaande uit het percentage positieve PCR analyses. De afgelopen jaren is veel praktijkervaring opgedaan met deze methode en de resultaten voor onder andere de grote modderkruiper zijn getoetst en gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de methode en de PCR-reactie de website: De edna monsters zijn verzameld in de periode 7 augustus - 27 september Bij het verzamelen van de watermonsters wordt gewerkt volgens een protocol, om besmetting van het monster en afbraak van het DNA te voorkomen. Zo wordt er per water een steriele set 8

10 materiaal gebruikt en wordt er een buffer toegevoegd aan het monster om het DNA te conserveren. De analyse van de edna monsters is uitgevoerd door partner organisatie SPYGEN. Zij zijn opgericht uit de onderzoeksgroep die de methode in 2008 ontdekt heeft en lopen wereldwijd voorop op het gebied van environmental DNA. Bij de analyse worden tevens een aantal positieve controles en negatieve controles meegenomen om zeker te zijn van een betrouwbare uitslag Electrovisserij Electrobemonsteringen zijn uitgevoerd op 48 monsterpunten waar ook met edna onderzoek is gedaan. Er is gebruik gemaakt van een draagbaar gelijkstroom apparaat (apparatuur: Brettschneider EFGI 650). Per monsterpunt is een traject van 200 meter lengte bemonsterd, gedurende 45 minuten, met twee personen en twee electrovisapparaten. Zodoende is per monsterpunt een inspanning van 1,5 manuren elektrisch vissen geleverd. Van elke gevangen grote modderkruiper is de lengte en het geslacht genoteerd. De vangsten van alle aangetroffen vissen en amfibieën zijn genoteerd op een veldformulier (bijlage 4) Schepnet Op monsterpunten waar edna monsters zijn genomen, is een beperkte inspanning geleverd met schepnet. Doel hiervan is om de verspreidingsgegevens te verzamelen van andere beleidsrelevante soorten, zoals kleine modderkruiper, bittervoorn en kroeskarper. Door de beperkte inspanning die hierbij geleverd is, wordt geen betrouwbaar beeld verkregen van de afwezigheid van deze soorten, noch de dichtheden. Bij de bemonsteringen is gebruik gemaakt van een groot RAVON-net met fijne mazen. De vangsten van alle aangetroffen vissen en amfibieën zijn genoteerd op een veldformulier (bijlage 4). 2.4 Data-analyses Metapopulatiestructuur Om inzicht te verkrijgen in de metapopulatiestructuur is een GIS-analyse gemaakt op basis van (1) actuele verspreidingsgegevens, (2) migratiecapaciteit van de grote modderkruiper en (3) de habitatkwaliteit zoals vastgelegd in dit onderzoek. Hierbij is een buffer van 130 meter gehanteerd rond de sloten die als goed zijn beoordeeld voor de grote modderkruiper. Bij het bepalen van de buffer zijn de buffers die elkaar overlappen samengevoegd waarmee grotere leefgebieden van de soort ontstaan. De gehanteerde afstand van 130 meter is gebaseerd op expert judgement en de voorlopige resultaten uit telemetrisch onderzoek (De Bruin & Kranenbarg in prep.) Bij de bepaling van begrenzing van de leefgebieden van modderkruipers (clustering in GIS) is in overleg met de opdrachtgever geen rekening gehouden met migratiebarrières zoals stuwen, peilvakken of wegen. Van de Vijfheerenlanden en Bommelerwaard zijn geen habitatgeschiktheids opnamen gemaakt. De begrenzing van populaties in deze gebieden is gebaseerd op de verspreidingsgegevens. Bij het bepalen van de verbindingszone (GIS bewerking, rode lijnen in kaarten) is uitgegaan van een optimale situatie waarin alle leefgebieden met elkaar verbonden (verbinden) zijn en binnen leefgebieden de grotere watergangen ook als leefgebied ingericht worden 9

11 (versterken). Bij het toewijzen van verbindingszones is in overleg met de opdrachtgever geen rekening gehouden met barrières. edna versus electrovisserij Om een vergelijking te kunnen maken in dichtheid of populatiegrootte tussen de gebieden is het verschil in edna score (% PCR s positief) getest. Hierbij is met een ANOVA eerst gekeken of er verschil is in de variantie tussen de gebieden. Met een F-toets is vervolgens gekeken of de variantie tussen twee gebieden gelijk (p>0,05) of ongelijk (p<0,05) is. Vervolgens is met een tweezijdige t-toets getest of er een verschil bestaat tussen de gemiddelde edna score tussen twee gebieden. Hierbij is op basis van de F-toets gekozen voor een test die rekening houdt met gelijke of ongelijke variantie. Om de bruikbaarheid van edna voor de bepaling van de dichtheid te testen, is gekeken naar de edna scores van locaties die zowel met electrovisserij als edna zijn bemonsterd. Met een tweezijdige t-toets is de edna score van locaties waar de grote modderkruiper met electrovisserij is aangetroffen vergeleken met de edna scores van locaties waar de grote modderkuiper alleen met edna is aangetroffen. Met behulp van een F-toets is bepaald of een t-test voor gelijke of ongelijke variantie gebruikt moet worden. De verwachting hierbij is dat de ednascore hoger is op locaties waar de soort ook met electrovisserij is aangetroffen. Om de bruikbaarheid van edna voor de bepaling van de dichtheid verder te testen zijn een aantal regressieanalyses uitgevoerd. Per monsterpunt is de ednascore (% PCR s positief) uitgezet tegen het aantal grote modderkruipers dat met electrovisserij is gevangen. Daarnaast is per gebied de gemiddelde edna score ((% PCR s positief) uitgezet tegen het gemiddelde aantal grote modderkruipers dat per gebied gevangen is. Tenslotte is ook gekeken naar het verband tussen de ednascore (% PCR s positief) en het aantal monsterpunten waarop de grote modderkruiper is aangetroffen in een gebied (% van totaal). Een R 2 > 0,7 wordt beschouwd als een sterk verband. 10

12 2.5 Strategie instandhouding van populaties Op basis van de actuele status van populaties (omvang, mate van isolatie, volledigheid verspreidingskennis) en de metapopulatiestructuur wordt bepaald welke strategie nodig is voor de duurzame instandhouding van de soort. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de vier fasen strategie: Veiligstellen, Versterken, Verbinden, Verbreiden (Lenders, 1996), zoals hieronder verder verduidelijkt. Bijlage 6 geeft de strategie in tabelvorm per deelleefgebied aan. Noodzakelijke verbindingen tussen populaties worden op de kaart weergegeven. De in de kaarten aangegeven watergangen (rode lijnen) vormen verbindingswatergangen binnen bestaande leefgebieden of verbinden twee bestaande leefgebieden met elkaar. Het gaat hierbij enerzijds om een versterking van de populatie binnen het leefgebied en anderzijds om het verbinden of uitbreiden van leefgebied. In dit onderzoek is niet in detail in gegaan op de mogelijke maatregelen (inrichting en beheer). In de actuele situatie zijn (potentiële) bedreigingen aanwezig (pijlen); deze bedreigingen worden weggenomen. Doel: optimalisatie huidige leefgebied. In de actuele situatie dienen mogelijkheden in de directe omgeving te worden aangegrepen voor uitbreiding van het leefgebied. Doel: grote populatie creëren van waaruit dispersie plaatsvindt. Geïsoleerd gelegen leefgebieden worden door de aanleg van een ecologische infrastructuur met elkaar verbonden. Doel: genetische uitwisseling & kolonisatie van onbezette leefgebieden. Nieuwe leefgebieden worden door middel van ecologische infrastructuur aangetakt aan bestaande complexen van leefgebieden. Doel: creëren nieuwe kerngebieden. 11

13 3 RESULTATEN De grote modderkruiper is op 75 van de 168 bemonsterde locaties aangetroffen. De soort is het meest algemeen aangetroffen in het Land van Maas en Waal en Neder-Betuwe, op respectievelijk 81% en 62% van de locaties (tabel 2). In de andere drie gebieden is de soort ook aangetroffen, maar is deze minder algemeen. De verspreiding van de grote modderkruiper wordt per gebied in dit hoofdstuk verder besproken. Per gebied is een samenvatting gegeven van de kwaliteit van het leefgebied, de metapopulatiestructuur en strategie voor instandhouding van de populaties. Tabel 2. Aantal locaties waar grote modderkruiper is aangetroffen per gebied. gebied aantal monsterpunten grote modderkruiper aangetroffen % Land van Maas en Waal Neder-Betuwe Bommelerwaard Vijfheerenlanden Overbetuwe De waarnemingen van grote modderkruipers zijn opgenomen in bijlage 2. De kwaliteit van de habitat is per monsterpunt beoordeeld en de hierbij vastgelegde gegevens zijn in een los bestand aan de opdrachtgever verstrekt. Waarnemingen van overige beschermde soorten (klein modderkruiper, bittervoorn, heikikker en poelkikker zijn op kaart weergegeven in bijlage 5. De kroeskarper is in dit onderzoek niet aangetroffen. 12

14 3.1 Verspreiding grote modderkruiper per gebied Land van Maas en Waal Verspreidingsgegevens ( ) De grote modderkruiper komt wijdverspreid voor in het land van Maas en Waal (Van Kessel & Kranenbarg 2013). Veel recente waarnemingen van grote modderkruiper zijn gedaan in de polders in het westen van het Land van Maas en Waal. In 2010 en 2011 is ook in dit deel van het Land van Maas en Waal onderzoek naar grote modderkruiper uitgevoerd in het kader van een landinrichtingsproject (Jong et al., 2012). Hierbij is de soort verspreid door het gebied regelmatig aangetroffen. Verspreidingsgegevens edna onderzoek (2013) Het verspreidingsonderzoek in 2013 heeft zich op het westelijk deel van het Land van Maas en Waal gericht om het verspreidingsbeeld completer te maken. Er zijn in totaal 36 monsterpunten bemonsterd met edna, waarvan 16 tevens met electrovisserij (ligging zie bijlage 1). De aanwezigheid van grote modderkruiper is in 2013 op 29 van de 36 monsterpunten aangetoond (figuur 2). Habitatbeoordeling Geschikt leefgebied voor de grote modderkruiper bestaat in het Land van Maas en Waal uit een uitgebreid netwerk van smalle (< 2 m) perceelsloten (B-watergangen) met een dichte watervegetatie. De soort is gevonden in sloten met kwel-indicerende soorten, zoals holpijp, waterviolier, kikkerbeet en tenger fonteinkruid. Daarnaast is de soort ook veelvuldig aangetroffen in sloten die gedomineerd worden door smalle waterpest of egelskop. De bodem van de sloten bestaat uit een stevige kleibodem, met daarop een slappe klei/modderlaag van 10 tot 30 cm. Habitat van zeer goede kwaliteit wordt met name in B-watergangen aangetroffen. In deze ondiepe slootjes ontwikkelt zich in het voorjaar zeer snel een dichte water- en oevervegetatie waardoor de soort hier geschikte omstandigheden voor de voortplanting vindt. Door de aanwezigheid van kwel in de sloten blijven er in de winter voldoende vorstvrije delen in de ondiepe sloten aanwezig waardoor de sloten ook geschikt zijn als overwinteringshabitat. Overige bredere watergangen (A en B) zijn voor de soort ook van belang voor de connectiviteit tussen de optimale habitats en overwintering. Metapopulatiestructuur De grote modderkruiper is aangetroffen in bijna elk onderzocht peilvak (zie bijlage 3). Deze peilvlakken sluiten nagenoeg overal op elkaar aan. Op basis van de metapopulatiestructuur-analyse worden vier deelpopulaties onderscheiden (figuur 3), welke samen een metapopulatie vormen. Een grote deelpopulatie is aanwezig in deelgebied 1, een groot vrijwel aaneengesloten gebied met geschikt habitat. Daarnaast worden drie kleinere deelleefgebieden onderscheiden (2 t/m 4, figuur 3). Het is waarschijnlijk dat er in de huidige situatie ook migratie plaatsvindt tussen deze vier deelgebieden. Mogelijk is de grote modderkruiper ook aanwezig in het oostelijk deel van het Land van Maas en Waal, hier heeft echter geen onderzoek plaatsgevonden. Nader onderzoek van dit potentiële leefgebied kan uitwijzen of hier kansen liggen voor uitbreiding van leefgebied. 13

15 Strategie instandhouding populaties Het veiligstelling van de huidige deelpopulaties en het wegnemen van actuele bedreigingen zijn een eerste vereiste voor de instandhouding van populaties. Gezien de populatieomvang lijkt het huidige beheer geen bedreiging te vormen voor de instandhouding van de soort in dit gebied. Een continuering van het beheer is in dit geval aan te bevelen. Voor het versterken van populaties dienen mogelijkheden in de directe omgeving van de huidige leefgebieden aangegrepen worden. Dit kan door speciale inrichtingsmaatregelen toe te passen in de bredere watergangen die door de leefgebieden heen lopen en nu nog beperkt geschikt zijn als leefgebied. De Grote wetering speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij de migratie van grote modderkruipers door het gebied. Voor de versterking van de deelpopulaties zelf en de verbindingen tussen de deelpopulaties biedt optimalisatie van inrichting en beheer van de Grote wetering en de bredere zijsloten een goede kans (figuur 3). Vindplaats grote modderkruiper in het Land van Maas en Waal. Geschikte sloten worden gekenmerkt door een dichte watervegetatie, hier met tenger fonteinkruid, waterpest, holpijp, kikkerbeet en blaasjeskruid. In een recent gebaggerde sloot, waar weinig slib op de bodem aanwezig is en een dichte watervegetatie ontbreekt, is de grote modderkruiper niet aangetroffen. 14

16 Figuur 2. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in het Land van Maas en Waal. De gegevens uit de periode zijn deels afkomstig uit Jong et al.,

17 Figuur 3. Metapopulatie-structuur van de grote modderkruiper in het Land van Maas en Waal. 16

18 3.1.2 Overbetuwe Verspreidingsgegevens ( ) Ten oosten van Elst zijn veel waarnemingen van de grote modderkruiper bekend. De gegevens zijn deels verzameld tijdens een herinrichtingsproject, waarbij 102 grote modderkruipers zijn verplaatst naar andere wateren (o.a. in de Linge). Ten westen van Elst in het gebied Overbetuwe ontbreken recente waarnemingen grotendeels. Uitsluitend in de omgeving van het trafostation ten oosten van Opheusden zijn enkele waarnemingen van de grote modderkruiper bekend. Verspreidingsgegevens edna onderzoek (2013) Het verspreidingsonderzoek heeft zich in dit gebied (in overleg met de opdrachtgever) gericht op het westelijk deel van het gebied Overbetuwe. Er zijn in totaal 33 locaties bemonsterd met edna, waarvan 9 tevens met electrovisserij (ligging zie bijlage 1). De aanwezigheid van grote modderkruiper is in 2013 op 4 van de 33 monsterpunten aangetoond (figuur 4a en 4b). Op basis dit onderzoek blijkt dat de soort in dit gebied vrij zeldzaam is. De soort is aanwezig in 4 verschillende peilvakken (bijlage 3), welke allemaal ver uit elkaar liggen en van elkaar gescheiden zijn. Aan de westzijde van de A50 zijn verschillende sloten bemonsterd op het voorkomen van de grote modderkruiper. De grote modderkruiper werd zowel tijdens elektrische bemonstering als met edna aangetroffen in één sloot nabij de A50. In het Hollanderbroek is de grote modderkruiper op twee locaties aangetroffen in smalle vegetatierijke sloten met kwelindicerende vegetatie van brede waterpest en holpijp. In de omgeving van Haalderen is de grote modderkruiper in 2013 niet aangetroffen. Habitatbeoordeling Geschikt leefgebied voor de grote modderkruiper bestaat in Overbetuwe uit verschillende clusters van smalle (< 2-3 m) perceelsloten (B-watergangen) met een dichte watervegetatie. De soort is gevonden in sloten met kwel-indicerende soorten, zoals holpijp, waterviolier, kikkerbeet en tenger fonteinkruid (Hollanderbroek). Daarnaast werd de soort ook aangetroffen in sloten die gedomineerd worden door smalle waterpest en liesgras (ten oosten van A50). De sloten hebben een stevige kleibodem, met daarop een slappe klei/modderlaag van 10 tot 30 cm. In de ondiepe slootjes ontwikkelt zich in het voorjaar zeer snel een dichte water- en oevervegetatie waardoor de soort hier geschikte omstandigheden voor de voortplanting vindt. Door de aanwezigheid van kwel in de sloten blijven er in de winter voldoende vorstvrije delen in de ondiepe sloten aanwezig waardoor de sloten ook geschikt zijn als overwinteringshabitat. Overige A- watergangen zijn voor de soort van belang voor de connectiviteit tussen de optimale habitats. 17

19 Vindplaats grote modderkruiper in vegetatierijke sloot langs de A50. Geschikte sloten worden gekenmerkt door een dichte watervegetatie, hier met egelskop, liesgras, waterpest, holpijp en kikkerbeet. Sloot met beperkte ontwikkeling van structuurrijke oevervegetatie. De grote modderkruiper is hier niet aangetroffen. Metapopulatiestructuur Figuur 5a laat zien dat de grote modderkruiper in drie deelleefgebieden aangetroffen is (gebied 23, 20, 17). Op basis van de habitatbeoordeling zijn nog 7 andere potentiële leefgebieden bepaald waar de soort niet aangetroffen is. De deelleefgebieden waar de grote modderkruiper is aangetroffen zijn allen geïsoleerd van elkaar. Door de geïsoleerde ligging van (potentiële) leefgebieden is er in de Overbetuwe geen sprak van een functionerende metapopulatie. In het gebied Hollanderbroek (23) is, gezien het oppervlakte geschikt leefgebied, een relatief beperkt aantal locaties onderzocht (zie figuur 5a). In het slotengebied aan de oostzijde van de A50 (20) liggen aangrenzend aan de sloot waar de grote modderkruiper is aangetroffen verschillende sloten met vergelijkbaar habitat waardoor het daadwerkelijke leefgebied waarschijnlijk groter is. Lang niet alle geschikt beoordeelde sloten in gebied 20 zijn bereikbaar voor de grote modderkruiper doordat ze geïsoleerde liggen. Gebied 17 kent veel geschikt habitat maar de soort werd slechts op 1 locatie aangetroffen en lijkt hier zeldzaam te zijn. In de omgeving van Haalderen is op kleine schaal geschikt leefgebied aanwezig in een tweetal sloten (figuur 5b), er zijn recente waarnemingen van de soort. Strategie instandhouding populaties In de Overbetuwe komt de grote modderkruiper momenteel slechts op enkele geïsoleerde locaties voor. In veel geschikt habitat is de soort niet aangetroffen. Dit versterkt het beeld dat de grote modderkruiper in dit deelgebied zeldzaam is en geïsoleerd voorkomt in kleine leefgebieden. Aandacht binnen de bekende populaties moet uitgaan naar het veiligstellen en versterken van de populaties. Dit kan door een afgestemd beheer en inrichtingsmaatregelen uit te voeren in het bestaand leefgebied en aangrenzende leefgebied. De Linge en andere bredere watergangen in beheer bij het waterschap vormen in potentie een belangrijke functie voor de migratie (verbinden) van grote modderkruipers door het gebied. Voor de versterking van de deelpopulaties zelf biedt optimalisatie van inrichting en beheer van de bredere watergangen (figuur 5a) een goede kans. Op langere termijn kan ook gewerkt worden aan het verbreiden van de populaties met gebieden waar ook geschikt leefgebied aanwezig is maar de soort momenteel niet voorkomt (gebieden 18,19,22,24 in figuur 5a). De Linge biedt hiervoor als verbindend element een goede kans. 18

20 Figuur 4a. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in Overbetuwe. 19

21 Figuur 4b. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in Overbetuwe Haalderen. 20

22 Figuur 5a. Populatie-structuur van de grote modderkruiper in Overbetuwe. 21

23 Figuur 5b. Populatie-structuur van de grote modderkruiper in Overbetuwe - Haalderen. 22

24 3.1.3 Neder-Betuwe Verspreidingsgegevens ( ) In de Neder-Betuwe zijn verschillende populaties van de grote modderkruiper bekend. In het poldergebied nabij Zandberg zijn veel waarnemingen van grote modderkruiper verzameld in 2008 (Spikmans et al., 2008). In 2011 werd in onderzoek met edna het voorkomen van de soort nabij Zandberg eveneens bevestigd (Herder, 2011). In het gebied ten Noordwesten van Tiel (Rijswijksche Veld, Zandkampen) zijn oudere waarnemingen bekend. Uit de omgeving van Kesteren zijn alleen oude waarnemingen bekend. In de omgeving van Maurik en Ommeren zijn verschillende waarnemingen van grote modderkruipers bekend. Stichting RAVON monitoort al enkele jaren de populatie grote modderkruipers op het Golfterrein de Batouwe waardoor hier een compleet en actueel beeld aanwezig is. In 2011 werd in een onderzoek met edna ook het voorkomen van de soort nabij het golfterrein vastgesteld (Herder, 2011). Recent zijn ook nieuwe vindplaatsen van grote modderkruiper ontdekt in de watergangen nabij de Ommerenwal. Verspreidingsgegevens edna onderzoek (2013) Het verspreidingsonderzoek in de Neder-Betuwe heeft zich gericht op het actualiseren van oudere vindplaatsen en het verder in kaart brengen van de verspreiding. Er zijn in totaal 47 monsterpunten bemonsterd met edna, waarvan 7 tevens met electrovisserij (bijlage 1). De aanwezigheid van grote modderkruiper is in 2013 op 29 van de 47 monsterpunten aangetoond (figuur 6a en 6b). Op basis van alle actuele data blijkt dat de soort wijd verspreid en algemeen aanwezig is in de Neder-Betuwe. Zowel aan de westzijde als aan de oostzijde van het Amsterdam- Rijnkanaal zijn veel waarnemingen bekend. Een populatie grote modderkruiper is aanwezig rondom het Ommerenveld. Het voorkomen van grote modderkruiper in de omgeving van Eck en Wiel kon met dit onderzoek niet herbevestigd worden. Ten noorden van Golfterrein de Batouwe ligt een clusters aan waarnemingen van de grote modderkruiper. In de poldergebieden ten noorden van Tiel is de grote modderkruiper op dertien locaties aangetroffen, waaronder enkele oude vindplaatsen. Hier werd de soort echter ook op zeven geheel nieuwe locaties aangetroffen. In het gebied Het Nieuwland werd de grote modderkruiper niet aangetroffen. Habitatbeoordeling In het Ommerenveld bestaat geschikt habitat voor de grote modderkruiper uit vrij ondiepe vegetatierijke sloten met een dichte helofytenvegetatie en dichte onderwater vegetatie (o.a. groot blaasjeskruid). In het gebied ten noorden van de golfbaan zijn de vele smalle en vegetatierijke slootjes met een zeer dichte onderwatervegetatie en structuurrijke moerasvegetatie in de oevers belangrijk voor de soort. Dit geldt ook voor de ondiepe vegetatierijke B- en C- watergangen/sloten ten noorden van Tiel. Metapopulatiestructuur Figuur 7a en 7b laten zien dat de grote modderkruiper in 11 deelleefgebieden aangetroffen is. Deze deelleefgebieden zijn grotendeels geïsoleerd van elkaar. Door de geïsoleerde ligging van de leefgebieden is er in de Neder-Betuwe geen sprake van een functionerende metapopulatie. In het gebied 7 Het Nieuwland werd de grote modderkruiper in 4 monsters niet aangetroffen en wordt verwacht dat de soort niet algemeen voorkomt. In het nabijgelegen gebied 8 werd de grote modderkruiper wel aangetroffen. Beide gebieden liggen redelijk geïsoleerd van het grotere leefgebied in gebied 9. Gebied 9 vormt een groot leefgebied waarbinnen de grote modderkruipers in verschillende sloten is aangetroffen. Het is niet 23

25 geheel duidelijk of er binnen deelgebied 9 daadwerkelijk sprake is van 1 aaneengesloten geschikt leefgebied. Leefgebieden 5 en 6 liggen op nog geen kilometer afstand van leefgebied 9 en staan mogelijk in meer of mindere mate in verbinding met gebied 9. Het Amsterdam Rijnkanaal scheidt waarschijnlijk de leefgebieden aan de oostzijde van die aan de westzijde welke in het verleden verbonden waren. Gebied 10 vormt een groot leefgebied voor de grote modderkruiper. Het voorkomen van grote modderkruiper in de omgeving van Eck en Wiel (13) kon met dit onderzoek niet herbevestigd worden, ter plaatse was wel geschikt leefgebied aanwezig. Gebied 12, 14 en 15 vormen een groot leefgebied voor de grote modderkruiper. Het gebied nabij Dodewaard ligt geïsoleerd ten opzichte van de overige leefgebieden in Neder-Betuwe. Strategie instandhouding populaties Voor alle leefgebieden in Neder-Betuwe geldt dat leefgebieden veiliggesteld, versterkt en verbonden moeten worden om tot een duurzame instandhouding te komen. Gebied 7 en 8 liggen sterk geïsoleerd van het overige leefgebied en kunnen worden versterkt door beide leefgebieden te verbinden. Binnen gebied 9 kunnen bredere watergangen bij afgestemd beheer en onderhoud dienen als verbindingszones. De verwachting is dat de leefgebieden 9 en 10 aan weerszijden van het Amsterdam-Rijnkanaal niet of zeer beperkt met elkaar in verbinding staan via de Maurikse wetering welke via een sifon onder het kanaal doorloopt (uitwisseling door uitspoeling van oost naar west is misschien wel mogelijk). Gebied 10 ligt geïsoleerd ten opzichte van gebied 12 doordat tussenliggend leefgebied ongeschikt is. De verbinding van de populatie 10 met 12 verhoogt de duurzame instandhouding van beide populaties. Deze verbinding kan zowel via gebied 11 als via de bredere Breedslagsche Tochtsloot. De gebieden 14 en 15 kunnen bij een afgestemde inrichting van de bredere watergangen in de gebieden met elkaar verbonden worden. De populatie in het gebied Dodewaard moet vooral veiliggesteld worden door een afgestemd beheer van de B- en C- watergangen en een aangepaste inrichting van de bredere watergangen. Recentelijk zijn verschillende oevers in dit gebied al ingericht als natuurvriendelijke oever, bij een verdere ontwikkeling hiervan en een juist beheer kan de soort hier van profiteren. Vindplaats grote modderkruiper in Ommerensche veld. De sloot wordt gekenmerkt door een dichte watervegetatie van brede waterpest, holpijp, kikkerbeet en blaasjeskruid en op verschillende plekken dichte structuurrijke kraggen van egelskop en liesgras. Ter plaatse werden drie grote modderkruipers gevangen waaronder een jong dier. Aangetroffen vrouwelijke grote modderkruiper 24

26 Figuur 6a. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in Neder-Betuwe.. 25

27 Figuur 6b. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in Neder-Betuwe - Dodewaard. 26

28 Figuur 7a. Metapopulatie-structuur van de grote modderkruiper in het Neder-Betuwe. 27

29 Figuur 7b. Metapopulatie-structuur van de grote modderkruiper in Neder-Betuwe - Dodewaard. 28

30 3.1.4 Vijfheerenlanden Verspreidingsgegevens ( ) In het gebied Vijfheerenlanden is een belangrijke populatie van de grote modderkruiper aanwezig: de Zouweboezem. Binnen dit Natura 2000 gebied is het voorkomen van de grote modderkruiper intensief onderzocht (Spikmans, 2008). Ten zuiden van de Zouweboezem is de grote modderkruiper op twee nieuwe vindplaatsen aangetroffen tijdens het RAVON vissenweekend in Ook in de poldergebieden tussen Leerdam en Vianen zijn verschillende, inmiddels verouderde, waarnemingen van de grote modderkruiper bekend. Verspreidingsgegevens edna onderzoek (2013) Het verspreidingsonderzoek binnen het gebied Vijfheerenlanden heeft zich gericht op het actualiseren van oudere vindplaatsen en het verder in kaart brengen van de verspreiding in tussengelegen gebieden. Er zijn in totaal 37 monsterpunten bemonsterd met edna, waarvan 8 tevens met electrovisserij (bijlage 1). De aanwezigheid van grote modderkruiper is in 2013 op 8 van de 37 monsterpunten aangetoond (figuur 8). Op basis van alle actuele data blijkt dat de soort in de Vijfheerenlanden verspreid aanwezig is, met name in de noordelijke gebiedsdelen: de Zouweboezem en de meer noordelijke polders (Polder Bolgerijen. Polder Autena). In de overige poldergebieden (Polder Neder- Boeicop, Polder Over-Boeikop, Polder Lakerveld (zuidelijk deel), lijkt ook op grote schaal geschikt leefgebied voor de grote modderkruiper aanwezig maar werd de soort niet aangetroffen. Gezien de hoge slootdichtheid in dit gebied is het verspreidingsbeeld nog niet compleet. Het niet aantreffen van de grote modderkruiper in een groot deel van de monsters in de poldergebieden (Polder Neder-Boeicop, Polder Over-Boeikop, Polder Lakerveld (zuidelijk deel) geeft indicatie voor het niet algemeen voorkomen van de soort in deze poldergebieden. Habitatbeoordeling Vrijwel alle sloten waar grote modderkruiper is aangetroffen, zijn ondiep (< 50 cm) en hebben een variabele modderlaag van cm dikte. In de sloten is een dichte onderwatervegetatie aanwezig waarin smalle waterpest dominant voorkomt. De helofytenbegroeiing bestaat uit egelskop, riet en liesgras. Het landgebruik in deze gebieden is extensiever van aard dan in de andere polders. In de Vijfheerenlanden is de slootdichtheid zeer hoog en is er in ruime mate geschikt beoordeeld leefgebied aanwezig voor grote modderkruiper. Door deze hoge slootdichtheid was het niet mogelijk tijdens de habitatbeoordeling een compleet beeld te krijgen van de kwaliteit van alle sloten in dit gebied. Veel van de locaties waar de soort wel aangetroffen zijn liggen op overgangen van veen naar kleigronden. In de gebieden waar de soort niet aangetroffen is bestaat de bodem veelal uit veen of klei op veen. Ook de diepteligging en bijbehorende waterpeilen verschillen sterk tussen de polders waar de soort wel en de polders waar de soort niet aangetroffen werd. Mogelijk kan de verspreiding van grote modderkruiper in de Vijfheerenlanden verklaard worden door een nadere analyse van verschillende omgevingsvariabelen zoals, landgebruik, bodemtype, peilbeheer en hoogteligging. Metapopulatiestructuur Figuur 9 laat de deelpopulaties van grote modderkruiper zien die in de Vijfheerenlanden onderscheiden kunnen worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het deelgebied Zouweboezem e.o. (gebied 26) en de polders ten zuiden van Vianen (gebied 28). Het is niet duidelijk of het bij de waarnemingen in de polders rond Hei- en Boeicoop gaat om een 29

31 aaneengesloten deelpopulatie of om losse waarnemingen (gebied 29). De deelleefgebieden die worden onderscheiden liggen geïsoleerd van elkaar, waardoor er in de Vijfheerenlanden geen sprake is van een functionerende metapopulatie. In gebied 26 komt de grote modderkruiper in hoge dichtheid voor in het gebied Zouweboezem zelf. In de omliggende polder Achthoven is de soort ook aanwezig, maar is de dichtheid lager. In gebied 27 (Scharperswijk) werd de grote modderkruiper ook aangetroffen. Van deze extensief beheerde polder wordt verwacht dat de soort in meer watergangen aanwezig is. De omliggende polders hebben een intensiever karakter en vormen hierdoor minder geschikt leefgebied. Binnen gebied 28 (Polder Bolgerijen, Polder Autena) lijkt sprak te zijn van een populatie grote modderkruipers. Het relatieve hoge aantal negatieve e-dna monsters duidt erop dat de soort niet algemeen voorkomt. Strategie instandhouding populaties Voor alle leefgebieden in Vijfheerenlanden geldt dat de populaties veilig gesteld en versterkt moeten worden. Uitgezonderd de Zouweboezem waar vanuit Natura 2000 beleid al een afgestemd beheer en inrichting plaatsvindt. Het leefgebied in Polder Autena en Polder Bolgerijen (28) en Scharperswijk (27) kan veilig gesteld worden door een aangepast schoningbeheer toe te passen in grote modderkruiper leefgebied. Speciale inrichting van deze gebieden door aanleg van brede moeraszones kunnen de populaties verder versterken. Aangepaste inrichting beheer van de bredere doorgaande watergangen kunnen bijdragen aan de versterking van het leefgebied en de verbinding tussen bestaande mogelijk kleine populaties in de perceelsloten. Voor het deelleefgebied 29 is op korte termijn vooral veiligstellen en versterken belangrijk. Onderzoek van de omgeving van dit leefgebied kan aantonen of de soort nog verder voorkomt en de bekende leefgebieden met andere leefgebieden verbonden kunnen worden. Vindplaats grote modderkruiper in Vijfheerenlanden. Geschikte sloten worden gekenmerkt door een dichte watervegetatie van vooral smalle waterpest. Vindplaats grote modderkruiper in Vijfheerenlanden. 30

32 Figuur 8. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in de Vijfheerenlanden.. 31

33 Figuur 9. Populatie-structuur van de grote modderkruiper in de Vijfheerenlanden.. 32

34 3.1.5 Bommelerwaard Verspreidingsgegevens ( ) De Boezem van Brakel is een bekend leefgebied van de grote modderkruiper in de Bommelerwaard en vanuit Natura 2000 beleid aangewezen voor de instandhouding van de soort. In de overige polders in de Bommelerwaard is slechts een enkele oudere waarneming van de grote modderkruiper bekend ten Oosten van Kerkdriel. Verspreidingsgegevens edna onderzoek (2013) Het verspreidingsonderzoek binnen het gebied Bommelerwaard heeft zich gericht op het actualiseren van oude vindplaatsen en steekproefsgewijs in kaart brengen van het tussenliggen gebied. Er zijn in totaal 15 monsterpunten bemonsterd met edna, waarvan 9 tevens met electrovisserij (bijlage 1). De aanwezigheid van grote modderkruiper is in 2013 op 5 van de 15 monsterpunten aangetoond (figuur 10). Op basis van alle actuele data blijkt dat de soort in de Bommelerwaard met name in het westelijk deel voorkomt. Vooral in het Natura 2000 gebied de Boezem van Brakel zijn veel waarnemingen van de soort bekend en komt de soort veelvuldig voor. In het direct aangrenzende peilgebied (zie bijlage 3) werd de soort eveneens op verschillende locaties aangetroffen in smalle perceelsloten (B- watergangen) en blijkt de soort ook algemeen voor te komen. In het centrale en oostelijk deel van de Bommelerwaard is op basis van de habitatbeoordeling vastgesteld dat hier ook geschikt leefgebied aanwezig is. In beide delen is de soort in dit onderzoek waarbij steeksproefgewijs enkele monster genomen zijn niet aangetroffen. Habitatbeoordeling De sloten in de Bommelerwaard waarin de soort is aangetroffen kenmerken zich door de aanwezigheid van een zeer dichte onderwatervegetatie waarin smalle waterpest domineert. In de oevers vormen liesgras en riet plaatselijk structuurrijke kraggen. De soort is ook aangetroffen in dichte vegetatie van egelskop of riet in combinatie met dichte onderwatervegetatie. In de sloten was een variabele maar veelal ondiepe laag modder (5-10 cm) aanwezig op een kleibodem. Metapopulatiestructuur De grote modderkruiper is beperkt verspreid aangetroffen in de Bommelerwaard. Er worden op basis van de huidige kennis twee deelpopulaties onderscheiden (32 en 33, figuur 11), beide gelegen in het westelijke deel. Het is waarschijnlijk dat dieren vanuit het kernleefgebied Boezem van Brakel ook omliggend leefgebied weten te bereiken. Verwacht wordt dat de verspreiding zowel in het centrale deel als in het oosten van de Bommelerwaard nog onvolledig in beeld is en dat een aanvullende inspanning nodig is om de verspreiding in dit gebied in beeld te brengen. Door deze kennisleemte is niet duidelijk of er in de Bommelwaard sprake is van een functionerende metapopulatie. Strategie instandhouding populaties Binnen de boezem van Brakel is vanuit Natura 2000 beleid al een afgestemd beheer voor de grote modderkruiper aanwezig. In gebied 33 was het voorkomen van de soort in de agrarisch beheerde perceelsloten nog niet bekend. Strategie voor deze populaties is het veilig stellen en versterken. Deze populaties kunnen versterkt worden door een aangepast beheer in de perceelsloten toe te passen. Aangrenzende bredere watergangen dienen als verbindingszones en een aangepast beheer of inrichting van deze watergangen kunnen 33

35 sterk bijdragen aan het versterken en verbinden van de hier aanwezige grote modderkruiperpopulaties. Vindplaats grote modderkruiper in de Bommelerwaard. Geschikte sloten worden gekenmerkt door een dichte watervegetatie, hier met waterpest, holpijp, kikkerbeet en egelskop. Vindplaats grote modderkruiper in de Bommelerwaard. 34

36 Figuur 10. Verspreiding grote modderkruiper ( ) in de Bommelerwaard.. 35

37 Figuur 11. Populatie-structuur van de grote modderkruiper in de Bommelerwaard. 36

38 3.2 Efficiëntie edna versus electrovisserij Aantonen aan- of afwezigheid grote modderkuiper Efficiëntie edna versus electrovisserij Voor een vergelijking van de efficiëntie van edna en electrovisserij zijn 48 locaties met beide methodieken bemonsterd. Met edna is de grote modderkruiper op 25 locaties van deze locaties aangetroffen (figuur 12). Op negen van de locaties is de grote modderkruiper met electrovisserij aangetroffen. Op dezelfde negen locaties werd ook met edna de aanwezigheid van grote modderkruiper aangetoond (figuur 12). Met edna is de grote modderkruiper dus op bijna 3 keer zo veel locaties aangetroffen als met electrovisserij. 50 grote modderkruiper aanwezig grote modderkruiper afwezig edna (n=48) electrovisserij (n=48) edna + electrovisserij (n=48) Figuur 12. Vergelijking aan/afwezigheid grote modderkruiper met edna en electrovisserij. Voor een vergelijking van de methodieken zijn 48 locaties op gestandaardiseerde wijze met beide methoden onderzocht. Trefkans met edna De negen locaties waar met beide methoden de grote modderkruiper is aangetoond (figuur 12), laten zien dat de edna methode betrouwbaar is, omdat er hier geen vals negatieve resultaten zijn verkregen. Dit duidt op een zeer hoge trefkans van edna (voor de negen locaties zelfs 100%). Om inzicht te verkrijgen in de ondergrens van de trefkans is gekeken naar het Land van Maas en Waal. Hier is de soort wijd verspreid aanwezig (zie 3.1.1). De grote modderkruiper is hier met edna op 29 van de 36 locaties aangetroffen, wat duidt op een trefkans van minimaal 81%. Het is goed mogelijk dat de soort op enkele locaties ook werkelijk niet aanwezig was, zodat de werkelijke ondergrens van de trefkans met edna nog hoger ligt dan 81%. Verspreiding van DNA in een watersysteem Het edna dat in het water aanwezig is, is maximaal 3 weken detecteerbaar. Hierna is het te ver afgebroken om nog te kunnen detecteren (Dejean et al., 2011, Thomsen et al., 2012). De detectiekans is daarnaast ook afhankelijk van de verblijftijd van het water op een locatie. DNA dat in het water opgelost zit kan zich verspreiden over een grote oppervlak. Uit de praktijk blijkt dit in veel gevallen echter gering te zijn. Hoe verder van de bron af hoe sterker het DNA verdund is en daardoor al snel niet meer te detecteren is. Uit eigen onderzoek van RAVON met behulp van edna en pittags blijkt dat de grote modderkruiper op 300 a 400 meter afstand niet meer detecteerbaar is met edna (ongepubliceerde data). SPYGEN heeft een experiment uitgevoerd waarbij een steur in een 37

39 kooi in een beek is geplaatst waarna op verschillende afstanden stroomafwaarts edna monsters zijn verzameld. Na een afstand van 800 meter stroomafwaarts was de steur al niet meer te detecteren met edna. Dit geeft aan dat er voor een positieve score dicht bij een individu in de buurt gemonsterd dient te worden en dat verspreiding van DNA via het water gering is. Door verplaatsing van het water wordt het edna weggespoeld. Uit gegevens van het waterschap (over de ouderdom/verblijftijd van het water in A-watergangen), blijkt dat deze sterk verschillen tussen de gebieden. De verblijftijd van het water in het Land van Maas en Waal in de A watergangen varieert grofweg van dagen. In de Bommelerwaard is de verblijftijd van het water in een groot deel van de bredere A watergangen jonger en varieert grofweg van <10 tot 25 dagen. Van de andere leefgebieden zijn geen gegevens over de verblijftijd van het water bekend. De bemonstering van de grote modderkruiper heeft vrijwel uitsluitend plaatsgevonden in de kleinere watergangen, de b- en c-watergangen (dichtbegroeide, ondiepe sloten). Over de verblijftijd van het water hier, zijn geen gegevens bekend, maar vast staat dat het water hier langer verblijft. In theorie zou DNA mee kunnen komen bij het inlaten van water in een poldersysteem. Mits dit het geval is gaat het al om sterk verdund DNA dat lastig te detecteren zal zijn. Naar verwachting zal dit DNA echter niet helemaal doordringen tot in de haarvaten van het systeem (waar de verblijftijd van het water zeer hoog is) en geen rol van betekenis spelen in potentiële grote modderkruiper sloten. Daarbij speelt ook mee dat de primers een bepaalde drempelwaarde hebben waarbij ze DNA vermeerderen. In het geval van hele lage concentraties DNA zal dat geen positieve uitslag geven. Het is daarom de verwachting dat de verblijftijd van het water in de onderzochte sloten zo hoog is dat de edna analyse hierdoor niet negatief beïnvloed zal zijn Dichtheidsbepaling grote modderkuiper Gegevens van de 48 locaties die met beide methodieken onderzocht zijn, zijn gebruikt om te kijken naar het verband tussen de ednascore (% PCR s positief) en het aantal gevangen grote modderkruipers met electrovisserij. Hierbij zijn alleen de gegevens gebruikt van locaties waar de grote modderkruiper werd aangetroffen (n=25, aangetoond met edna en/of electrovisserij). Hoewel de gemiddelde ednascore hoger is op locaties waar de grote modderkruiper ook met electrovisserij is gevangen (figuur 13), is de standaarddeviatie groot en het verschil (net) niet significant (tweezijdige t-toets met ongelijke variantie, p=0,10). Wanneer in een regressieanalyse van deze 25 locaties de ednascore wordt uitgezet tegen het aantal gevangen grote modderkruipers, blijkt dit verband zeer zwak (R 2 < 0,1). Dit zwakke verband laat waarschijnlijk vooral zien dat de grote modderkruiper moeilijk vangbaar is met electrovisserij (zeker in deze tijd van het jaar). Met de geleverde electrovisserij-inspanning tijdens dit onderzoek wordt geen goed beeld verkregen van de dichtheid. 38

Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland 2013 en 2016

Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland 2013 en 2016 Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper Waterschap Rivierenland 2013 en 2016 Actualisatie verspreiding en strategie instandhouding Arthur de Bruin & Jan Kranenbarg Verspreidingsonderzoek grote modderkruiper

Nadere informatie

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers

Nadere informatie

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten

Nadere informatie

Zoeken naar DNA-sporen

Zoeken naar DNA-sporen onderzoek en beheer Zoeken naar DNA-sporen Environmental DNA als nieuwe bemonsteringsmethode voor vissen Er is een nieuwe methode ontwikkeld om het visbestand in een water te inventariseren: Environmental

Nadere informatie

Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA

Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA STOWA Gentechnieken-dag Presentatie is eigendom van RAVON en SPYGEN Enkel voor eigen gebruik deelnemers. Niks uit deze presentatie

Nadere informatie

Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden

Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden Jelger Herder Nijmegen, 21 maart 2013 Veel soorten zijn lastig te vinden Grote modderkruiper Verlandende vegetaties Verstopt zich bij gevaar in de modder

Nadere informatie

CSI in de Polder Environmental DNA voor het opsporen van dieren

CSI in de Polder Environmental DNA voor het opsporen van dieren CSI in de Polder Environmental DNA voor het opsporen van dieren Jelger Herder Nijmegen, 20 april 2013 Veel soorten zijn lastig te vinden Grote modderkruiper Verlandende vegetaties Verstopt zich bij gevaar

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

Visonderzoek Wogmeer 72

Visonderzoek Wogmeer 72 2016 Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks en adviesbureau G&G Advies Toetsing in het kader van de Flora en faunawet M. van Straaten 2016 Opdrachtgever Rho G&G advies 2016 Versie Datum Concept 7

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:

Nadere informatie

Nieuwe inventarisa-emethode helpt bij behoud (beschermde) grote modderkruiper

Nieuwe inventarisa-emethode helpt bij behoud (beschermde) grote modderkruiper Nieuwe inventarisa-emethode helpt bij behoud (beschermde) grote modderkruiper Jan Kranenbarg, Arthur de Bruin, Frank Spikmans, Jelger Herder (RAVON), Johan de Jong, Bjorn Prudon (waterschap Rivierenland)

Nadere informatie

Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder

Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder 14:30 Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder 14:45 DNA monitoring Kees van Bochove 15:00 Vragen 1/17 Soorten monitoren met Environmental DNA in de praktijk Jelger Herder Eindhoven,

Nadere informatie

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek. en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek. en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND naar bittervoorn, kleine modderkruiper en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar bittervoorn, kleine modderkruiper

Nadere informatie

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013

Nadere informatie

Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal

Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal Een rapportage van

Nadere informatie

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Vissen met een potje water edna metabarcoding Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen

Nadere informatie

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij

Nadere informatie

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle

Nadere informatie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Juni 2014 VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Inleiding Het natuurgebied De Brand is aangewezen

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

Zuidrand te Delfland

Zuidrand te Delfland Inventarisatie beschermde vissen 2010 V. Nederpel 2010 Opdrachtgever KNNV afdeling Delfland Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G Hazenkoog 35A 2295 RV Kwintsheul

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)

Nadere informatie

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST

Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST Eindrapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DEELGEBIED VIERSLAG IN WESTERAAM TE ELST rapportnr.

Nadere informatie

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Datum: 5 juli 2017 Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland Projectnr: HHD015-001 Rapportnr: HHD015-FFDNA-Def01 Status: Definitief

Nadere informatie

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

aanvullend veldonderzoek onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vissen locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht rapportnummer

aanvullend veldonderzoek onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vissen locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht rapportnummer aanvullend veldonderzoek onderzoek naar de aanwezigheid van beschermde vissen locatie Hoge Weide, Leidsche Rijn, Utrecht rapportnummer 200841 aanvullend veldonderzoek vissen Locatie Hoge Weide, Leidsche

Nadere informatie

Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013

Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013 Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer 2013 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Knoflookpad edna onderzoek naar actuele verspreiding in De Rande - Deventer

Nadere informatie

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond

Nadere informatie

RAVON midzomer vissenweekend

RAVON midzomer vissenweekend RAVON midzomer vissenweekend 2010 Overijssel REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel Karin Didderen Juli

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008

Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008 Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie beschermde vissen met

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu

Nadere informatie

Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324

Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324 Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost rapportnummer 1324 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Postbus 9079, 6800 ED Contactpersoon: Dhr. T. Paternotte Opdrachtnemer Stichting

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING WATERHOVEN OOST TE ALBLASSERDAM

Nadere informatie

Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen

Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen Notitie Contactpersoon B. (Berto) van Dam Datum 25 augustus 2014 Kenmerk N001-1225645ERT-efm-V02-NL Resultaten nader onderzoek vissen en ecologisch werkprotocol sloten Zuidplasweg te Zevenhuizen 1 Inleiding

Nadere informatie

Detectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna?

Detectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna? Detectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna? Maurice La Haye, Ontwikkeld in samenwerking met SpyGen & RAVON Foto: Erik Korsten Detectie van noordse woelmuis Klassiek: inloopvallen Voordelen: leuk

Nadere informatie

Vissenweekend Overijssel 2013

Vissenweekend Overijssel 2013 Vissenweekend Overijssel 2013 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Vissenweekend Overijssel 2013 Een rapportage van RAVON M.E. Schiphouwer & A. de Bruin December 2013 STICHTING RAVON POSTBUS

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht

RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht Rémon ter Harmsel Maart 2010 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl Stichting RAVON Colofon 2011 Stichting RAVON, Nijmegen

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 D.L. Bekker & H. Hollander Rapport nummer 2013.10 mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Rapport

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Tffiv Ecologisch Adviesbureau NWC Noorderelsweg 4A 3329 KH Dordrecht Tel: 078-6.21.39.21 Fax:078-6.21.00.99 veen@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers

Nadere informatie

Het effect van schonen en baggeren op vis

Het effect van schonen en baggeren op vis Het effect van schonen en baggeren op vis focus op beschermde vissoorten sturende factoren schade (natuur)beheer Wouter Patberg - Vissennetwerk 24 maart 2016 Inleiding Onderhoud en beheer - schonen en

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6

Nadere informatie

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen

Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen Beoordelen vegetatie in waterrijke gebieden & samengestelde waterlichamen 24-04-2013 Nieuwe maatlatten nieuwe keuzes Waterrijke gebieden en samengestelde waterlichamen: waar lopen we tegenaan? - 2 voorbeelden

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

De grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin

De grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin De grote modderkruiper uitgepeild Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin Karakteristieken grote modderkruiper Lang flexibel lichaam (max lengte circa 30 cm) Darm ademhaling, larven hebben uitwendige kieuwen

Nadere informatie

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring De toepassing van de edna methode in stromend water Wouter Patberg - 9 april 2015 - Vissennetwerk Inleiding edna de edna methode in een notendop e staat

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Ecologisch werkprotocol Lommerrijk 23 Lelystad Locatie en werkzaamheden Lommerrijk 23 ligt aan de noordwestzijde van Lelystad, in de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. Het plangebied is aangegeven

Nadere informatie

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding Thijs Schippers Versie 1.0 (juni 2016) Colofon Datum: Juni 2016 Titel: Handleiding invoermodule Subtitel: Meetnet Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Concept rapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND WONINGBOUWLOCATIE WATERMUZIEK TE HEEMSTEDE

Concept rapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND WONINGBOUWLOCATIE WATERMUZIEK TE HEEMSTEDE Concept rapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND WONINGBOUWLOCATIE WATERMUZIEK TE HEEMSTEDE Concept rapport RUGSTREEPPAD TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND WONINGBOUWLOCATIE WATERMUZIEK TE HEEMSTEDE

Nadere informatie

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Auteur: Bart Specken 2016 Zeer goed Deze klasse onderscheidt zich van alle andere klassen doordat hier waterplanten in voorkomen die kenmerkend zijn

Nadere informatie

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur

Nadere informatie

Ecologisch Werkprotocol

Ecologisch Werkprotocol Ecologisch Werkprotocol Aanleg depots Oude Reeuwijkerweg, Reeuwijk Projectnummer: 5999 Datum: 24-1-2013 Opgesteld: D. Welink Begeleidend ecoloog: Tel. Aanleiding Op een aantal graslandpercelen langs de

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

NOTITIE Ruimte voor Advies

NOTITIE Ruimte voor Advies NOTITIE Ruimte voor Advies Betreft Resultaten aanvullend ff-onderzoek Balij-Bieslandse bos Adres: Andringastrjitte 27 8495 JZ Aldeboarn Contact: tel Datum 28-09- web mail 0566-632073 06-40559568 www.ruimtevooradvies.nl

Nadere informatie

Rapport. Natuuronderzoek Schateiland. Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten. Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk

Rapport. Natuuronderzoek Schateiland. Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten. Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk Rapport Lelystad, juni 2017 R. Heemskerk Natuuronderzoek Schateiland Nader onderzoek naar enkele beschermde soorten Landschap verbindt Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling, beheer en behoud

Nadere informatie

Onderwaterbeschoeiing Gouda

Onderwaterbeschoeiing Gouda Onderwaterbeschoeiing Gouda Advies over Vissen, Amfibieën en Reptielen m.b.t. de aanleg van onderwaterbeschoeiing Een rapportage van RAVON in opdracht van Bunnik BV J.E. Herder Oktober 2006 STICHTING RAVON

Nadere informatie

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg Versie: december 2016 Uitwerpsel van de boommarter die voornamelijk uit lijsterbessen bestaan Inhoud 1. Inleiding 2. BBC interview 3. Natuurbrug Hoorneboeg

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM HET VOORKOMEN VAN DE RUGSTREEPPAD IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DIJKZICHT-ZUID TE ZUILICHEM

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

Waterspitsmuis Gemeente Utrecht

Waterspitsmuis Gemeente Utrecht Beoordeling van vier gebieden in de Gemeente Utrecht op de kwaliteit als leefgebied voor de waterspitsmuis (Neomys fodiens) R.M. Koelman Juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de Gemeente

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Analyse edna Italiaanse kamsalamander 2013

Analyse edna Italiaanse kamsalamander 2013 Analyse edna Italiaanse kamsalamander 2013 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Analyse edna Italiaanse kamsalamander 2013 Een rapportage van RAVON in opdracht van De Nederlandse Voedsel en

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Effecten van natuurontwikkeling in uiterwaarden op riviervissen. Financiering: Ministerie van LNV, Rijkswaterstaat Oost-Nederland & Limburg

Effecten van natuurontwikkeling in uiterwaarden op riviervissen. Financiering: Ministerie van LNV, Rijkswaterstaat Oost-Nederland & Limburg Effecten van natuurontwikkeling in uiterwaarden op riviervissen Martijn Dorenbosch (Natuurbalans) Harriët akker (RWS Limburg) Financiering: Ministerie van LNV, Rijkswaterstaat Oost-Nederland & Limburg

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie