TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001"

Transcriptie

1 3.4. Tevredenheid ivm menselijke aspecten en contacten met het personeel De vriendelijkheid van het personeel Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee vvr rieennddeel lijkkhheei idd vvaann hheet t ppeer rssoonneeeel l - Het rusthuispersoneel werd bijna unaniem als "vriendelijk" bestempeld, 98,3% van de respondenten was tevreden over dit aspect. - Er werd een significant verband gevonden tussen de bezoekfrequentie enerzijds en ontevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel anderzijds: bewoners die géén wekelijks bezoek kregen waren meer ontevreden over de vriendelijkheid dan bewoners die wel wekelijks bezoek ontvingen. - Bewoners met een negatieve gezondheidsperceptie en eenzame bewoners waren significant meer ontevreden en vooral dit laatste verband was zeer sterk significant. - Er werd geen significant verband geobserveerd tussen ontevredenheid en de bestudeerde socio-demografische-, geografische- en instellingsgebonden variabelen. Wanneer men aan bewoners uit rusthuizen vraagt wat zij belangrijk vinden om tevreden te zijn in de instelling komen zeer dikwijls twee thema's naar voor: "de goede verzorging" en "de vriendelijkheid van het personeel". Het aspect "vriendelijkheid van het personeel" is dus een zeer belangrijk domein. Is het personeel behulpzaam? Voert het zijn taak uit met de glimlach? Krijgt de bewoner een vriendelijk woord of een aanmoediging? Om de bewonerstevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel te beoordelen werd volgende vraag gesteld: "Is het personeel (met uitzondering van de directie) over het algemeen " (Zeer vriendelijk, tamelijk vriendelijk, tamelijk onvriendelijk?) Bewonerstevredenheid mbt de vriendelijkheid van het personeel De bewoners waren zeer tevreden over de vriendelijkheid van het personeel, want 98,3% verklaarde dat het personeel zeer vriendelijk of tamelijk vriendelijk was en slechts 1,8% van de bewoners vond het personeel tamelijk onvriendelijk (min.: 0%, max.: 14,3%) Determinanten voor ontevredenheid over de vriendelijkheid van het personeel Ontevredenheid in functie van de bezoekfrequentie: Significant meer bewoners die géén wekelijks bezoek ontvingen waren ontevreden over de vriendelijkheid van het personeel (2,6%) vergeleken met bewoners die wel regelmatig bezoek kregen (1,4%): Adj. OR: 1.95 [ ]. Ontevredenheid in functie van socio-demografische variabelen: Mannen en vrouwen waren even ontevreden over de vriendelijkheid van het personeel want 1,6% van de mannen en 1,8% van de vrouwen vond het personeel tamelijk onvriendelijk. Bewoners jonger dan 75 jaar waren proportioneel meer ontevreden (2,7% van de < 65 jarigen en 2,5% van de jarigen) dan de bewonersgroep van de jarigen (1,1% van de jarigen en 1,9% van de jarigen). 185

2 Gescheiden bewoners waren meer ontevreden (3,1%) dan gehuwde bewoners (1,4%) of dan weduw(en)naars (1,5%). De ontevredenheid was even groot bij bewoners die vroegtijdig de school verlieten als bij bewoners die tot 14 jaar of langer onderwijs volgden: 1,8%. Géén van bovenvernoemde verschillen was statistisch significant. Ontevredenheid in functie van gezondheidsvariabelen: Bewoners met een slechte gezondheidsperceptie waren significant meer ontevreden (2,3%) over de vriendelijkheid van het personeel dan bewoners die hun gezondheid positief inschatten (1,2%): Adj. OR: 1.94 [ ]. Dit verschil was echter pas net significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Evenveel ROB- dan RVT-bewoners waren ontevreden over de vriendelijkheid van het personeel: 1,8% Ontevredenheid in functie van psychologische variabelen: Bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing vonden het personeel minder vriendelijk (2,5% ontevredenheid) dan bewoners die wel inspraak hadden in deze beslissing (1,5% ontevredenheid) maar ook dit verschil was niet significant. Eenzame bewoners waren statistisch significant meer ontevreden (5,5%) omtrent de vriendelijkheid van het personeel dan residenten die zich niet eenzaam voelden (1,2%): Adj. OR: 4.54 [ ]. Ontevredenheid in functie van geografische variabelen: De respondenten uit het Waals gewest waren meer ontevreden (2,4%) dan uit het Brussels (1,6%) of het Vlaams gewest (1,6%). Dit verschil was echter niet significant. Ontevredenheid in functie van instellingsgebonden variabelen: Ook wat het statuut van de instelling betreft kon geen significant verband aangetoond worden met de ontevredenheid over de vriendelijkheid van het personeel. In OCMW-instellingen bedroeg de ontevredenheid 1,8% en in privé-instellingen 1,7%. Hoe groter de instelling hoe groter de ontevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel: in kleine instellingen waren slechts 0,8% van de bewoners ontevreden, in middelgrote 1,7% en in grote instellingen 2,4% (n.s.). Tabel 98: Ontevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel in functie van de instellingsgrootte Grootte van de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 25 bedden 0, bedden 1, [ ] 2.09 [ ] 200 bedden + 2, [ ] 2.85 [ ] Bewoners die sinds 10 jaar of langer in de instelling verbleven waren meer ontevreden (3,1%) dan bewoners die minder lang in de instelling woonden: minder dan 1 jaar: 1,2%, 1 à 3 jaar: 1,9% en 4 à 9 jaar: 1,6% (n.s.). 186

3 Tabel 99: Ontevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel in functie van de verblijfsduur in de instelling Verblijfsduur in de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 12 maanden 1, maanden 1, [ ] 1.50 [ ] maanden 1, [ ] 1.22 [ ] 120 maanden + 3, [ ] 2.51 [ ] Ontevredenheid in functie van het type van bevrager: Bewoners die bevraagd werden door een enquêteur van de instelling waren minder ontevreden (1,4%) dan bewoners die door een externe, neutrale bevrager geïnterviewd werden (2%) (n.s.). Tabel 100: Ontevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel in functie van het type bevrager Bevrager aangesteld door: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR De instelling 1,4 1 1 Het WIV [ ] 1.41 [ ] 187

4 Tabel 101: Tevredenheid omtrent de vriendelijkheid van het personeel, verdeling volgens socio-demografische-, gezondheidsgerelateerde-, psychologische-, geografische- en instellingsgebonden variabelen Tevredenheid "Vriendelijkheid van het personeel" (%) Zeer vriendelijk Tamelijk vriendelijk Tamelijk onvriendelijk Totale populatie: 71,6 26,7 1,8 Mannen 72 26,4 1,6 < 65 jaar 66,9 29,9 3, jr. 76,4 20 3, jr. 70,6 28,9 0, jr. 73,4 25,7 0, jr. 73,7 26,3 0 Vrouwen 71,4 26,8 1,8 < 65 jaar 67,8 30,5 1, jr. 72,2 26,1 1, jr. 69,7 29 1, jr. 72,5 25,3 2, jr ,2 2,8 Burgerlijke staat Gehuwd 72,3 26,3 1,4 Weduw(e)naar 71,3 27,2 1,5 Ongehuwd 73,2 24,2 2,7 Gescheiden 69,8 27 3,1 Leeftijd schoolverlaten < 14 jaar 72,8 25,4 1,8 > 14 jaar 69,2 29 1,8 Gezondheidsperceptie Goed 76,6 22,1 1,2 Slecht 66,5 31,2 2,3 Beslissing plaatsing Zonder inspraak 65,9 31,6 2,5 Met inspraak 73,7 24,8 1,5 Eenzaamheidsgevoel Neen 74,4 24,4 1,2 Ja 54,6 39,9 5,5 Gewest Vlaanderen 73,1 25,3 1,6 Brussel 64,4 34 1,6 Wallonië 68,3 29,3 2,4 Statuut instelling OCMW 71,4 26,7 1,8 Privé 71,8 26,6 1,7 Type bewoners ROB- bewoners 73 25,3 1,8 RVT- bewoners 66,9 31,2 1,8 188

5 Tabel 102: Ontevredenheid in verband met de vriendelijkheid van het personeel Ontevredenheid Vriendelijkheid personeel (tamelijk onvriendelijk) Ruwe cijfers Gecorrigeerde % Odds ratio [95% BI] Odds ratio* Totale populatie: 1,8 Geslacht Mannen 1,6 1 1 Vrouwen 1, [ ] 1.28 [ ] Leeftijdsklassen < 65 jaar 2, [ ] 1.14 [ ] jr. 2, jr. 1, [ ] 0.39 [ ] jr. 1, [ ] 0.73 [ ] 95 + jr. 2, [ ] 0.83 [0.17-4] Burgerlijke staat Gehuwd 1,4 1 1 Weduw(e)naar 1, [ ] 0.98 [ ] Ongehuwd 2, [ ] 1.87 [ ] Gescheiden 3, [ ] 2.22 [ ] Leeftijd schoolverlaten > 14 jaar 1,8 1 1 < 14 jaar 1, [ ] 1 [ ] Gezondheidsperceptie Goed 1,2 1 1 Slecht 2, [ ] 1.94 [ ] Beslissing plaatsing Met inspraak 1,5 1 1 Zonder inspraak 2, [ ] 1.62 [ ] Eenzaamheidsgevoel Neen 1,2 1 1 Ja 5, [ ] 4.54 [ ] Gewest Vlaanderen 1,6 1 1 Wallonië 2,4 1.5 [ ] 1.47 [ ] Brussel 1, [ ] 0.28 [ ] Statuut instelling OCMW 1,8 1 1 Privé 1, [ ] 0.87 [ ] Type bewoners ROB- bewoners 1,8 1 1 RVT- bewoners 1, [ ] 1.03 [ ] * Alle variabelen werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en subjectieve gezondheidsperceptie (leeftijd en geslacht werden niet gecorrigeerd voor subjectieve gezondheidsperceptie). 189

6 190

7 Het geduld van het personeel Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg hheet t ggeedduul ldd vvaann hheet t ppeer rssoonneeeel l - De bevraagde bewoners waren zeer tevreden over het geduld waarmee het personeel hen behandelde, slechts 2,9% was ontevreden. - De ontevredenheid was significant groter bij bewoners van het vrouwelijk geslacht, bij ongehuwden, met een negatieve gezondheidsperceptie, die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing en die zich eenzaam voelden. - Er werd geen significant verband vastgesteld tussen ontevredenheid enerzijds en geografische- of instellingsgebonden variabelen of het gebruik van hygiënische- of verpleegkundige verzorging anderzijds. Veroudering gaat dikwijls gepaard met een vertraging van de reactie op prikkels: opdrachten zullen meer tijd vergen voor de bejaarden en ook het denkproces kan trager verlopen. Ziekte en functieverlies zorgen daarenboven voor een grotere zorgbehoevendheid en afhankelijkheid ten overstaan van het rusthuispersoneel Rusthuispersoneel dient rekening te houden met deze fenomenen door de bewoners met geduld te benaderen. Om de bewonerstevredenheid omtrent het geduld van het personeel te toetsen werd volgende vraag gesteld: "Is het personeel (met uitzondering van de directie) over het algemeen " (Zeer geduldig, tamelijk geduldig of weinig geduldig?) Bewonerstevredenheid ivm het geduld van het personeel Ook wat het geduld van het personeel betreft waren de bewoners unaniem tevreden: 97,1% vond het personeel zeer geduldig of tamelijk geduldig en slechts 2,9% verklaarde dat het rusthuispersoneel weinig geduldig was (min.: 0%, max.: 16,1%) Determinanten voor ontevredenheid over het geduld van het personeel Ontevredenheid in functie van het gebruik van hygiënische of verpleegkundige zorgen: Er werd echter geen significant verschil in ontevredenheid gevonden al naar gelang de bewoners al (3,5%) dan niet (2,5%) verpleegkundige zorgen toegediend kregen. Wat de hulp bij het ochtendtoilet betreft was er oorspronkelijk wel een significant verschil in ontevredenheid tussen bewoners die hulp kregen bij het ochtendtoilet (ontevredenheid: 3,7%) en zij die geen hulp kregen (2%): Crude OR: 1.91 [ ], dit effect verdween echter na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie. Ontevredenheid in functie van socio-demografische variabelen: Vrouwen waren significant meer ontevreden (3,4%) dan mannelijke bewoners (1,8%): Adj. OR: 2.16 [ ]. Vooral jongere- en zeer oude residenten waren ontevreden over het geduld waarmee ze bejegend werden: 3,2% van de <65 jarigen, 3,5% van de jarigen en 3,3% van de 95-plussers waren ontevreden. De verschillen volgens leeftijdscategorieën waren niet statistisch significant. 191

8 Ongehuwde bewoners waren wel significant meer ontevreden (4,8%) over het geduld van het personeel dan gehuwden (1,8%): Adj. OR: 3.01 [ ]. De verschillen in ontevredenheid volgens leeftijd van schoolverlaten waren niet statistisch significant: vroege schoolverlaters waren minder ontevreden (2,8%) over het geduld van het personeel dan late schoolverlaters (3,2%) Ontevredenheid in functie van gezondheidsvariabelen: De gezondheidsperceptie was ook voor deze tevredenheidsvariabele belangrijk, want 4,4% van de bewoners met een slechte gezondheidsperceptie waren ontevreden, vergeleken met slechts 1,4% van de bewoners die hun gezondheid wel positief beschouwden: Adj. OR: 3.08 [ ]. RVT-bewoners waren ook meer ontevreden (3,7%) dan ROB-bewoners (2,7%) (n.s.). Ontevredenheid in functie van psychologische variabelen: Bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing waren significant meer ontevreden (5,5%) ivm het geduld van het personeel dan bewoners die wel inspraak hadden in deze beslissing (2%): Adj. OR: 2.93 [ ]. Ook eenzame bewoners waren significant meer ontevreden (6,5%) dan niet-eenzame bewoners (2,3%): Adj. OR: 2.44 [ ]. Ontevredenheid in functie van geografische variabelen: Voor deze tevredenheidsvariabele werden geen significante verschillen geobserveerd in ontevredenheid volgens gewest: de bewoners uit rusthuizen van het Waals gewest waren meer ontevreden (4,2%) dan bewoners uit rusthuizen van het Brusselse (2,5%) of uit Vlaanderen (2,5%). Ontevredenheid in functie van instellingsgebonden variabelen: Het ontevredenheidpercentage ivm het geduld van het personeel bedroeg 2,9%, zowel in OCMWdan in privé-rusthuizen. In kleine rusthuizen was geen enkele bewoners ontevreden over het geduld van het personeel, in grote instellingen was 4,3% ontevreden en in middelgrote 2,9% (n.s.) Tabel 103: Ontevredenheid over het geduld van het personeel in functie van de instellingsgrootte Grootte van de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 25 bedden bedden 2, bedden + 4, [ ] 1.87 [ ] Hoe langer de bewoner in de instelling verbleef hoe minder hij tevreden was over het geduld van het personeel: 1,8% van de bewoners die sinds minder dan een jaar in de instelling verbleven waren ontevreden, na een verblijf van 1 à 3 jaar: 3%, tussen 4 en 9 jaar: 3,5% en van de bewoners die sinds 10 jaar of meer in de instelling verbleven waren 3,6% ontevreden. Deze verschillen waren echter niet significant. 192

9 Tabel 104: Ontevredenheid over het geduld van het personeel in functie van de verblijfsduur in de instelling Verblijfsduur in de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 12 maanden 1, maanden [ ] 1.52 [ ] maanden 3, [ ] 1.88 [ ] 120 maanden + 3, [ ] 2.04 [ ] Ontevredenheid in functie van het type van bevrager: Bewoners die bevraagd werden door een externe bevrager waren meer ontevreden (3,3%) over het geduld van het personeel dan bewoners die bevraagd werden door een door de instelling aangestelde bevrager (2,1%), deze verschillen waren net niet significant na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie. Tabel 105: Ontevredenheid over het geduld van het personeel in functie van het type bevrager Bevrager aangesteld door: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR De instelling 2,1 1 1 Het WIV 3, [ ] 1.69 [ ] 193

10 Tabel 106: Tevredenheid in verband met het geduld van het personeel, verdeling volgens socio-demografische-, gezondheidsgerelateerde-, psychologische-, geografische- en instellingsgebonden variabelen Tevredenheid "Geduld van het personeel" (%) Zeer vriendelijk Tamelijk vriendelijk Tamelijk onvriendelijk Totale populatie: 68,8 28,3 2,9 Mannen 70,8 27,4 1,8 < 65 jaar 66,9 29,9 3, jr ,4 3, jr. 72,6 26,5 0, jr. 74,4 27,7 0, jr. 73,7 26,3 0 Vrouwen 67,9 28,7 3,4 < 65 jaar 62,1 34,5 3, jr. 65,6 31,1 3, jr. 68,7 27,9 3, jr. 67,6 29,1 3, jr. 74,6 21,1 4,2 Burgerlijke staat Gehuwd 68,1 30,2 1,8 Weduw(e)naar 69,1 28,2 2,7 Ongehuwd 68,8 26,5 4,8 Gescheiden 67,3 29,6 3,1 Leeftijd schoolverlaten < 14 jaar 70,4 26,8 2,8 > 14 jaar 65,7 31,1 3,2 Gezondheidsperceptie Goed 74,5 24,1 1,4 Slecht 63,1 32,5 4,4 Beslissing plaatsing Zonder inspraak 62,2 32,3 5,5 Met inspraak 71,5 26,5 2 Eenzaamheidsgevoel Neen 71 26,7 2,3 Ja 55,3 38,2 6,5 Gewest Vlaanderen 70,6 26,9 2,5 Brussel 67,4 28,9 3,7 Wallonië 61,3 34,5 4,2 Statuut instelling OCMW 68,6 28,5 2,9 Privé 69,1 28 2,9 Type bewoners ROB- bewoners 70,5 26,8 2,7 RVT- bewoners 63,2 33,1 3,7 194

11 Tabel 107: Ontevredenheid in verband met het geduld van het personeel Ontevredenheid "geduld personeel" (weinig geduldig) Ruwe cijfers Gecorrigeerde % Odds ratio [95% BI] Odds ratio* Totale populatie: 2,9 Geslacht Mannen 1,8 1 1 Vrouwen 3, [ ] 2.16 [ ] Leeftijdsklassen < 65 jaar 3, [ ] 1.14 [ ] jr. 3, jr. 2, [ ] 0.70 [ ] jr. 2, [ ] 0.69 [ ] 95 + jr. 3, [ ] 0.83 [ ] Burgerlijke staat Gehuwd 1,8 1 1 Weduw(e)naar 2, [ ] 1.35 [ ] Ongehuwd 4,8 2.8 [ ] 3.01 [ ] Gescheiden 3, [ ] 2.04 [ ] Leeftijd schoolverlaten > 14 jaar 3,2 1 1 < 14 jaar 2, [ ] 0.84 [ ] Gezondheidsperceptie Goed 1,4 1 1 Slecht 4, [ ] 3.08 [ ] Beslissing plaatsing Met inspraak Zonder inspraak 5, [ ] 2.93 [ ] Eenzaamheidsgevoel Neen 2,3 1 1 Ja 6, [ ] 2.44 [ ] Gewest Vlaanderen 2,5 1 1 Wallonië 4, [ ] 1.55 [ ] Brussel 3, [ ] 1.53 [ ] Statuut instelling OCMW 2,9 1 1 Privé 2, [ ] 0.97 [ ] Type bewoners ROB- bewoners 2,7 1 1 RVT- bewoners 3, [ ] 1.32 [ ] * Alle variabelen werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en subjectieve gezondheidsperceptie (leeftijd en geslacht werden niet gecorrigeerd voor subjectieve gezondheidsperceptie). 195

12 196

13 De snelheid om de bel te beantwoorden Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee ssnneel lhheei idd waaaar rmeeee ddee bbeel l bbeeaannt twoooor rdd weer rdd - De ontevredenheid ivm de snelheid waarmee de bel beantwoord werd was nogal groot: 31,1% van de bewoners was ontevreden over dit aspect. - Socio-demografische variabelen bleken geen statistisch significante invloed uit te oefenen op deze tevredenheidsvariabele, gezondheidsvariabelen daarentegen beïnvloedden wel significant de ontevredenheid over de snelheid van respons bij een oproep door een bewoner: zowel een negatieve gezondheidsperceptie als het feit RVT-bewoner te zijn verhoogden significant de ontevredenheid hieromtrent. - Bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing tot opname, bewoners uit privé- en uit grote instellingen waren significant meer ontevreden over de snelheid van het beantwoorden van de bel. Zoals we reeds voor andere variabelen konden vaststellen is "het lang moeten wachten" een frequente bron van frustratie bij bejaarden in rusthuizen. De wachttijden worden deels bepaald door de personeelsbezetting, maar ook door andere factoren zoals de beschikbaarheid en de cliëntgerichtheid van personeel ten overstaan van de bewoners. Hieraan dient toegevoegd te worden dat enkele bewoners soms misbruik maken van de bel en uit verveling de bel gebruiken om aandacht te vragen. Bewoners hebben soms ook een partieel zicht op de werklast die voortspruit uit hun belgebruik. Het is interessant vast te stellen dat 37,4% van de bevraagde bewoners verklaart nauwelijks te bellen. Iemand die 4 à 5 maal per dag de bel gebruikt vindt dit natuurlijk niet veel, maar als alle oproepen van alle bewoners samen geteld worden kan dit inderdaad de werklast sterk beïnvloeden Karakteristieken van bewoners die beweerden dat ze nauwelijks bellen? 39,3% van de mannen en 36,7% van de vrouwen beweerden dat ze nauwelijks belden. De helft van de bewoners jonger dan 65 jaar en 44,5% van de jarigen belden nooit, daarna nam de proportie af en bij de 95 plussers beweerden nog 33,3% dat ze nooit de bel gebruikten. Meer dan de helft (53,3%) van de gescheiden bewoners verklaarde de bel nauwelijks te gebruiken, dit was significant meer dan bij gehuwde bewoners (33,6%): Adj. OR: 1.86 [ ]. Proportioneel minder (33,8%) vroege schoolverlaters gebruikten de bel niet vergeleken met bewoners die langer naar school gingen (43,8%): Adj. OR: 0.68 [ ]. Er werd geen significant verband gevonden tussen het niet gebruiken van het oproepsysteem enerzijds, en het feit al dan niet inspraak gehad te hebben in de beslissing tot plaatsing in de instelling of het al dan niet eenzaam zijn, anderzijds. In Wallonië verklaarden significant meer bewoners (42,4%) dat ze de bel niet gebruikten, vergeleken met Vlaanderen (35,9%) of Brussel (39,8%): Adj. OR: 1.36 [ ]. Ook in privé-rusthuizen verklaarden significant meer bewoners (47,9%) dat ze niet belden vergeleken met 29,9% in OCMW-instellingen: Adj. OR: 2.09 [ ] Proportioneel minder RVT-bewoners (29,2%) en residenten uit middelgrote- of grote instellingen (respectievelijk 32,5% en 47,9%) verklaarden de bel nauwelijks te gebruiken, vergeleken met ROBbewoners (40%) en bewoners uit kleine instellingen (92,4%): Adj. OR (RVT versus ROB): 0.61 [ ], Adj. OR (middelgrote versus kleine instellingen): 0.03 [ ], Adj. OR (grote versus kleine instellingen): 0.05 [ ]. 39% van de bewoners die door een WIV-bevrager bevraagd werden verklaarden nauwelijks het belsignaal te gebruiken, vergeleken met 34,7% van de bewoners die door een door de instelling afge- 197

14 vaardigde bevrager geïnterviewd werden. Dit verschil was enkel statistisch significant vóór correctie voor geslacht, leeftijd en gezondheidsbeleving: Crude OR: 1.20 [ ]. Los van het hierbovenvermelde dient gezegd te worden dat mogelijks bewoners die beweerden dat ze nauwelijks de bel gebruikten, dit misschien deden omdat ze eventueel niet tevreden waren over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd. Om de bewonerstevredenheid omtrent de snelheid waarmee de bel beantwoord wordt te toetsen werd volgende vraag gesteld: "Is het personeel over het algemeen vlug om de bel te beantwoorden?" (Altijd, meestal, ja uitgezonderd 's nachts of tijdens het weekend, het hangt af van het moment, eerder traag, belt nauwelijks) Bewonerstevredenheid over de snelheid waarmee de bel beantwoord werd De antwoordmogelijkheid "belt nauwelijks" werd niet in beschouwing genomen aangezien deze niets zegt over de tevredenheid hieromtrent. De antwoordmogelijkheden "altijd" en "meestal" werden bij de "tevredenheid" gerangschikt. Slechts 68,9% van de bevraagde bewoners was tevreden over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd en 31,1% was de mening toegedaan dat een oproep wel snel beantwoord werd behalve 's nachts of tijdens het weekend of dat het afhing van het moment of nog, dat het personeel eerder traag was in het beantwoorden van de bel (min. 0%, max.: 100%). De ontevredenheid rond dit aspect was zeer uitgesproken Determinanten voor ontevredenheid over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd Ontevredenheid in functie van socio-demografische variabelen: Mannen en vrouwen waren even ontevreden over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd: respectievelijk 30% en 31,6%. Er bestonden geen grote verschillen in ontevredenheid in functie van de leeftijdscategorieën. Het hoogst op de schaal van de ontevredenheid scoorden de jarigen met 32,5%, het laagst de bewoners jonger dan 65 jaar (24,2%). Weduw(en)naars (ontevredenheid: 31%), ongehuwden (27,9%) en gescheiden (22,5%) bewoners waren minder ontevreden dan gehuwde bewoners (38,7%). Deze verschillen waren enkel statistisch significant vóór correctie volgens leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie. Het onderwijsniveau leek geen significante invloed te hebben op de ontevredenheid, alleen kon gezegd worden dat bewoners die later de school verlieten proportioneel meer ontevreden waren (33,3%) dan vroege schoolverlaters (30,7%). Géén van de bovenvermelde, bestudeerde kenmerken gaven aanleiding tot een statistisch significant verschil in ontevredenheid. Ontevredenheid in functie van gezondheidsvariabelen: Dat er een verband bestond (dat trouwens statistisch significant was) tussen de gezondheidsbeleving en het belgebruik leek logisch: 38,3% van de bevraagde bewoners met een negatieve gezondheidsperceptie was ontevreden over de snelheid waarmee hun oproep beantwoord werd en slechts 22,5% van de bewoners met een positieve gezondheidservaring was ontevreden: Adj. OR: 2.13 [ ]. Dit verband werd extra onderlijnd door het feit dat ook het type van bewoner de ontevredenheid beinvloedde: RVT-bewoners, dus meer zorgafhankelijke bewoners, waren significant meer ontevreden (35,9%) vergeleken met ROB-bewoners (29,6%): Adj. OR: 1.34 [ ]. 198

15 Ontevredenheid in functie van psychologische variabelen: Bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing van plaatsing in de instelling waren ook significant meer ontevreden (35,4%) over de snelheid van respons op hun oproep dan bewoners die wel zelf beslisten (29,6%): Adj. OR: 1.38 [ ]. Er werd geen significant verband vastgesteld tussen het eenzaamheidsgevoel enerzijds en ontevredenheid over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd, anderzijds. Eenzame bewoners waren meer ontevreden (36,7%) dan niet eenzame residenten (30,4%). Ontevredenheid in functie van geografische variabelen: Er bestonden geen statistisch significante verschillen in ontevredenheid volgens gewest. In de rusthuizen van het Waals gewest scoorde de ontevredenheid het hoogst: 34,6%, vergeleken met 30,6% in Vlaanderen en 29,2% in Brussel. Ontevredenheid in functie van instellingsgebonden variabelen: Bewoners uit privé-rusthuizen waren significant meer ontevreden (39,1%) over de snelheid waarmee een oproep beantwoord werd dan bewoners die in een OCMW-instelling verbleven (26,9%): Adj. OR: 1.84 [ ]. De ontevredenheid nam toe in functie van de instellingsgrootte: 37,3% van de bewoners uit grote instellingen waren ontevreden, vergeleken met 22,2% van de residenten uit kleine instellingen, maar slechts negen bewoners in deze instellingen maakten gebruik van de bel. Om de resultaten in verband met deze variabele toch onderling te kunnen vergelijken werden de kleine- en middelgrote instellingen samengebracht in de categorie instellingen met minder dan 200 bedden. Het verschil in ontevredenheid tussen instellingen van 200 bedden en meer (37,3%) en instellingen met minder dan 200 bedden (30,4%) was statistisch significant na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie: Adj. OR: 1.61 [ ]. Tabel 108: Ontevredenheid over de snelheid van het beantwoorden van een oproep in functie van de instellingsgrootte Grootte van de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 200 bedden 30,4% bedden + 37,3% 1.36 [ ] 1.61 [ ] Er werd geen duidelijke trend vastgesteld in ontevredenheid in functie van de verblijfsduur in de instelling. De meest ontevreden bewoners waren zij die sinds 1 à 3 jaar in de instelling verbleven (33,4%) alsook bewoners die reeds 10 jaar of langer in het rusthuis woonden (31,3%). Tabel 109: Ontevredenheid over de snelheid van het beantwoorden van een oproep in functie van de verblijfsduur in de instelling Verblijfsduur in de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 12 maanden 27, maanden 33, [ ] 1.24 [ ] maanden 29, [ ] 1.07 [ ] 120 maanden + 31, [ ] 1.29 [ ] 199

16 Ontevredenheid in functie van het type van bevrager: Van alle bestudeerde tevredenheidsvariabelen was dit de eerste waarbij bewoners die bevraagd werden door een eigen bevrager een hoger ontevredenheidspercentage (33,7%) scoorden dan bewoners die bevraagd werden door een externe WIV-bevrager (29,6%). Dit verschil was echter niet statistisch significant. Tabel 110: Ontevredenheid over de snelheid van het beantwoorden van een oproep in functie van het type bevrager Bevrager aangesteld door: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR De instelling 33,7 1 1 Het WIV 29, [ ] 0.83 [ ] 200

17 Tabel 111: Karakteristieken van bewoners die beweren dat ze nauwelijks bellen "belt nauwelijks" Ruwe cijfers Gecorrigeerde % Odds ratio [95% BI] Odds ratio* Totale populatie 37,4 Geslacht Mannen 39,3 1 1 Vrouwen 36, [ ] 1 [ ] Leeftijdsklassen < 65 jaar 49, [ ] 1.23 [ ] jr. 44, jr. 35, [ ] 0.68 [ ] jr. 35, [ ] 0.67 [ ] 95 + jr. 33, [ ] 0.62 [ ] Burgerlijke staat Gehuwd 33,6 1 1 Weduw(e)naar 36, [ ] 1.20 [ ] Ongehuwd 39, [ ] 1.17 [ ] Gescheiden 53, [ ] 1.86 [ ] Leeftijd schoolverlaten > 14 jaar 43,8 1 1 < 14 jaar 33, [ ] 0.68 [ ] Gezondheidsperceptie Goed 42,4 1 1 Slecht 32, [ ] 0.66 [ ] Beslissing plaatsing Met inspraak 37,1 1 1 Zonder inspraak 37, [ ] 0.94 [ ] Eenzaamheidsgevoel Neen 37,7 1 1 Ja 36, [ ] 0.98 [ ] Gewest Vlaanderen 35,9 1 1 Wallonië 43, [ ] 1.36 [ ] Brussel 39, [ ] 1.14 [ ] Statuut instelling OCMW 29,9 1 1 Privé 47, [ ] 2.09 [ ] Type bewoners ROB- bewoners RVT- bewoners 29, [ ] 0.61 [ ] Instellingsgrootte < 25 bedden 92, bedden 32, [ ] 0.03 [ ] 200 bedden + 47, [ ] 0.05 [ ] Type bevrager Eigen bevrager 34,7 1 1 WIV-bevrager [ ] 1.19 [ ] * Alle variabelen werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en subjectieve gezondheidsperceptie (leeftijd en geslacht werden niet gecorrigeerd voor subjectieve gezondheidsperceptie). 201

18 Tabel 112: Tevredenheid in verband met de snelheid van beantwoorden van bel, verdeling volgens sociodemografische-, gezondheidsgerelateerde-, psychologische-, geografische- en instellingsgebonden variabelen Tevredenheid "snelheid beantwoorden van bel" (%) Altijd Meestal Ja, behalve Hangt af Eerder traag Totale populatie: 39,1 29,8 2,2 21 7,9 Mannen ,6 23 5,3 < 65 jaar 51,7 27,6 1,7 13,8 5, jr. 56,9 24,6 0 13,8 4, jr. 36,4 29,9 1,9 26,6 5, jr ,7 2,1 28 6, jr. 35, ,3 0 Vrouwen 38,3 30,1 2,4 20,2 8,9 < 65 jaar 51,5 18,2 3 9,1 18, jr. 35,8 30,2 1,9 24,5 7, jr. 42,8 25,9 2,8 19,7 8, jr. 34,5 34,1 1,8 20,7 8, jr. 34,8 32,6 6,5 17,4 8,7 Burgerlijke staat Gehuwd 31,2 30,1 2,2 25,3 11,3 Weduw(e)naar 39,1 29,9 2,4 21,3 7,3 Ongehuwd 42,3 29,9 1,5 17,4 9 Gescheiden 50,7 26,8 1,4 16,9 4,2 Leeftijd schoolverlaten < 14 jaar 41,1 28,2 1,2 22,3 7,2 > 14 jaar 34,6 32,1 4,4 19,4 9,6 Gezondheidsperceptie Goed 45,2 32,3 2,2 16,6 3,7 Slecht 34 27,7 2,2 24,7 11,4 Beslissing plaatsing Zonder inspraak 32,9 31,6 3,5 22,8 9,1 Met inspraak 41,2 29,2 1,7 20,5 7,3 Eenzaamheidsgevoel Neen 40 29,6 2,3 21,3 6,8 Ja 33 30,3 1,8 20,2 14,7 Gewest Vlaanderen 39,7 29,7 1,8 22,2 6,6 Brussel 31,1 39,6 1, ,4 Wallonië 39,8 25,5 4,3 16,9 13,4 Statuut instelling OCMW 44,2 28,9 2,2 17,4 7,3 Privé 29,5 31,4 2,3 27,8 9 Type bewoners ROB- bewoners 40,3 30,1 2 20,8 6,8 RVT- bewoners 35,1 29 2,9 22,3 10,6 202

19 Tabel 113: Ontevredenheid in verband met snelheid van beantwoorden van bel Ontevredenheid "snelheid beantwoorden van bel" (ja, behalve+hangt af+eerder traag) Ruwe cijfers Gecorrigeerde % Odds ratio [95% BI] Odds ratio* Totale populatie 31,1 Geslacht Mannen Vrouwen 31, [ ] 1.03 [ ] Leeftijdsklassen < 65 jaar 24, [ ] 0.82 [ ] jr. 28, jr [ ] 1.20 [ ] jr. 32, [ ] 1.22 [ ] 95 + jr. 28, [ ] 1 [ ] Burgerlijke staat Gehuwd 38,7 1 1 Weduw(e)naar [ ] 0.72 [ ] Ongehuwd 27, [ ] 0.67 [ ] Gescheiden 22, [ ] 0.54 [ ] Leeftijd schoolverlaten > 14 jaar 33,3 1 1 < 14 jaar 30, [ ] 0.81 [ ] Gezondheidsperceptie Goed 22,5 1 1 Slecht 38, [ ] 2.13 [ ] Beslissing plaatsing Met inspraak 29,6 1 1 Zonder inspraak 35, [ ] 1.38 [ ] Eenzaamheidsgevoel Neen 30,4 1 1 Ja 36, [ ] 1.22 [ ] Gewest Vlaanderen 30,6 1 1 Wallonië 34, [ ] 1.21 [ ] Brussel 29, [ ] 0.95 [ ] Statuut instelling OCMW 26,9 1 1 Privé 39, [ ] 1.84 [ ] Type bewoners ROB- bewoners 29,6 1 1 RVT- bewoners 35, [ ] 1.34 [ ] * "belt nauwelijks" kwam niet in aanmerking voor de analyse. * Alle variabelen werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en subjectieve gezondheidsperceptie (leeftijd en geslacht werden niet gecorrigeerd voor subjectieve gezondheidsperceptie). 203

20 204

21 Het begrip van het personeel Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg hheet t bbeeggr ripp vvaann hheet t ppeer rssoonneeeel l - Bewoners uit ROB/RVT- instellingen voelden zich doorgaans begrepen door het personeel, slechts 7,6% had de indruk niet begrepen te worden. - Socio-demografische- en geografische variabelen leken geen invloed te hebben op het gevoel begrepen te worden. - Anders stond het met de gezondheidsvariabelen, een slechte gezondheidsperceptie en een RVT-statuut zorgden voor significant meer ontevredenheid. - Ook psychologische factoren beïnvloedden dit gevoel: bewoners die niet zelf beslisten over hun plaatsing in de instelling en eenzame bewoners voelden zich minder begrepen. - Voor de instellingsgebonden variabelen werd er een significant verband gevonden tussen het gevoel niet begrepen te worden, enerzijds en het statuut van de instelling en de instellingsgrootte anderzijds: privé-instellingen en middelgrote- en grote instellingen hadden een hoger ontevredenheidspercentage. - Bewoners die bevraagd werden door een externe bevrager hadden een hoger ontevredenheidspercentage, dan deze die door een interne bevrager geïnterviewd werden. Het "zich begrepen" voelen door de personen die instaan voor de dagelijkse verzorging en begeleiding is een belangrijk element dat bijdraagt tot de tevredenheid in de instelling. Fysieke en mentale achteruitgang omwille van ziekte veroorzaken ongemakken die min of meer storend inwerken op het "zich goed voelen". Als een bewoner in deze omstandigheden kan rekenen of het begrip vanwege personeel zal hij zich gemakkelijker thuis voelen in de instelling en weten dat hij met zijn problemen ten rade kan gaan bij een luisterend oor en een begrijpende ziel. Onbegrip voor de bejaardenproblematiek veroorzaakt bij de bewoner een zeker isolement. Wordt het personeel van de rusthuizen als begripvol ervaren? Om hierop een antwoord te krijgen werd volgende vraag gesteld: "Begrijpt het personeel de problemen van bejaarde mensen?" (Volledig, over het algemeen wel, eerder niet, helemaal niet) Bewonerstevredenheid ivm het begrip van het personeel Het personeel uit rusthuizen wordt zeker als begrijpend ervaren, want 92,4% van de bewoners verklaarde dat het personeel volledig of over het algemeen wel begrip had voor de bejaardenproblematiek. Slechts 7,6% van de bewoners vond dat het personeel eerder niet of helemaal niet de problemen van de bejaarden begreep (min.: 0%, max.: 36%) Determinanten voor ontevredenheid ivm het begrip van het personeel Ontevredenheid in functie van socio-demografische variabelen: Iets meer vrouwen (8,1%) dan mannen (6,4%) voelden zich niet begrepen en het waren vooral zeer jonge of zeer oude bewoners die ontevreden waren over het begrip van het personeel: 8,2% van de bewoners jonger dan 65 jaar en 8,8% van de 95 plussers vonden dat het personeel geen begrip had voor hun problemen. Vanaf 65 jaar werd een stijgende trend in de ontevredenheid omtrent het begrip waargenomen, gaande van 7,1% ontevredenheid bij jarigen tot 8,8% bij 95-plussers. Gehuwde bewoners (8,9%) en bewoners die lang onderwijs gevolgd hadden (8,2%) waren het meest ontevreden 205

22 over het begrip van het personeel. Geen van bovenvernoemde verschillen waren echter statistisch significant. Ontevredenheid in functie van gezondheidsvariabelen: Het zich begrepen voelen was wel significant gerelateerd met een negatieve gezondheidsperceptie: 10% van deze bewoners was ontevreden vergeleken met 5,2% van de bewoners die wel een positieve gezondheidsbeleving hadden: Adj. OR: 2.01 [ ]. Dit verband werd bevestigd met een significant verschil in ontevredenheid tussen de meer zorgbehoevende RVT- bewoners (10%) en de minder zorgafhankelijke ROB-bewoners (7%): Adj. OR: 1.45 [ ]. Ontevredenheid in functie van psychologische variabelen: Bewoners die niet zelf konden beslissen over hun plaatsing in de instelling voelden zich significant minder begrepen (9,7%) dan bewoners die wel zelf konden beslissen (6,9%): Adj. OR: 1.48 [ ]. Ook het eenzaamheidsgevoel was sterk significant gerelateerd met het zich niet begrepen voelen: eenzame bewoners waren duidelijk meer ontevreden (15,6%) over het begrip dat personeel had voor hun problematiek dan bewoners die zich niet eenzaam voelden (6,4%): Adj. OR: 2.48 [ ]. Ontevredenheid in functie van geografische variabelen: Er werd geen statistisch significant verschil gevonden in ontevredenheid over het begrip van het personeel in functie van het gewest: In Wallonië waren iets meer bewoners( 8,3%) ontevreden dan in Vlaanderen (7,5%) en in Brussel. Ontevredenheid in functie van instellingsgebonden variabelen: In privé-instellingen voelden de residenten zich significant minder begrepen (9,5% ontevredenheid) dan in OCMW-instellingen (6,3%): Adj. OR: 1.58 [ ]. Er werd ook een statistisch significant verband gevonden tussen de grootte van de instelling en de ontevredenheid over het begrip van het personeel: meer bewoners uit middelgrote (7,9%) en grote instellingen (8,1%) waren ontevreden, vergeleken met bewoners uit kleinere instellingen (1,7%): Adj. OR (middelgrote versus kleine instellingen): 4.98 [ ], en voor grote instellingen: Adj. OR: 5.67 [ ]. Tabel 114: Ontevredenheid omtrent het begrip in functie van de instellingsgrootte Grootte van de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 25 bedden 1, bedden 7, [ ] 4.98 [ ] 200 bedden + 8, [ ] 5.67 [ ] Bewoners die sinds minder dan 1 jaar in de instelling verbleven waren het minst ontevreden (5,4%) over het begrip van het personeel, maar na 1 jaar kwam daar verandering in en was 8,4% ontevreden. Dit verschil was aanvankelijk significant, maar niet meer na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie. Tabel 115: Ontevredenheid omtrent het begrip in functie van de verblijfsduur in de instelling Verblijfsduur in de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 12 maanden 5, maanden 8, [ ] 1.50 [ ] maanden [ ] 1.45 [ ] 120 maanden + 7, [ ] 1.44 [ ] 206

23 Ontevredenheid in functie van het type van bevrager: Ook voor deze tevredenheidsvariabele lag het ontevredenheidspercentage lager bij bewoners die door een interne bevrager geïnterviewd werden (5,7%) dan bij bewoners die door een neutrale, externe WIV-bevrager bevraagd werden (8,7%). Dit verschil was statistisch significant: Adj. OR: 1.62 [ ]. Tabel 116: Ontevredenheid omtrent het begrip in functie van het type bevrager Bevrager aangesteld door: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR De instelling 5,7 1 1 Het WIV 8, [ ] 1.62 [ ] 207

24 Tabel 117: Tevredenheid in verband met het begrip van het personeel, verdeling volgens socio-demografische-, gezondheidsgerelateerde-, psychologische-, geografische- en instellingsgebonden variabelen Tevredenheid "Begrip personeel" (%) Volledig Over het algemeen wel Eerder niet Helemaal niet Totale populatie: 41,8 50,6 6,7 0,9 Mannen 42,6 51 5,1 1,3 < 65 jaar 54 36,5 6,3 3, jr. 40,7 54,1 3 2, jr. 39,2 56,5 3,9 0, jr. 42,5 50,2 6,8 0, jr. 21,1 68,4 10,5 0 Vrouwen 41,4 50,4 7,4 0,7 < 65 jaar 55,2 39,7 5, jr. 47,7 43,7 8 0, jr. 41,9 49,4 8,4 0, jr. 39,5 52,7 6,7 1, jr. 30,6 61,1 6,9 1,4 Burgerlijke staat Gehuwd 37,6 53,5 8,2 0,7 Weduw(e)naar 41,3 51,3 6,6 0,7 Ongehuwd 44,3 47,9 7,2 0,6 Gescheiden 48,4 43,9 4,5 3,2 Leeftijd schoolverlaten < 14 jaar 43,9 48,9 6,3 1 > 14 jaar 38,6 53,2 7,5 0,7 Gezondheidsperceptie Goed 44,7 50,1 4,6 0,7 Slecht ,9 1,1 Beslissing plaatsing Zonder inspraak 37, ,8 Met inspraak 43,7 49,5 6,3 0,6 Eenzaamheidsgevoel Neen 42,7 50,9 5,8 0,6 Ja 36,5 47,9 12,9 2,7 Gewest Vlaanderen 41,8 50,6 6,7 0,8 Brussel ,3 1,6 Wallonië 45,2 46,5 7,5 0,8 Statuut instelling OCMW 44,2 49,5 5,8 0,5 Privé 38,4 52,1 8,1 1,4 Type bewoners ROB- bewoners 42,6 50,4 6,1 0,9 RVT- bewoners 38,9 51,

25 Tabel 118: Ontevredenheid in verband met begrip van het personeel Ontevredenheid "Begrip personeel" (eerder niet+helemaal niet) Ruwe cijfers Gecorrigeerde % Odds ratio [95% BI] Odds ratio* Totale populatie 7,6 Geslacht Mannen 6,4 1 1 Vrouwen 8, [ ] 1.33 [ ] Leeftijdsklassen < 65 jaar 8, [ ] 1.24 [ ] jr. 7, jr. 7, [ ] 1.01 [ ] jr. 7, [ ] 1.02 [ ] 95 + jr. 8, [ ] 1.18 [ ] Burgerlijke staat Gehuwd 8,9 1 1 Weduw(e)naar 7, [ ] 0.75 [ ] Ongehuwd 7, [ ] 0.89 [ ] Gescheiden 7, [ ] 0.91 [ ] Leeftijd schoolverlaten > 14 jaar 8,2 1 1 < 14 jaar 7, [ ] 0.85 [ ] Gezondheidsperceptie Goed 5,2 1 1 Slecht 10 2 [ ] 2.01 [ ] Beslissing plaatsing Met inspraak 6,9 1 1 Zonder inspraak 9, [ ] 1.48 [ ] Eenzaamheidsgevoel Neen 6,4 1 1 Ja 15, [ ] 2.48 [ ] Gewest Vlaanderen 7,5 1 1 Wallonië 8, [ ] 1.06 [ ] Brussel 6, [ ] 0.93 [ ] Statuut instelling OCMW 6,3 1 1 Privé 9, [ ] 1.58 [ ] Type bewoners ROB- bewoners RVT- bewoners [ ] 1.45 [ ] * Alle variabelen werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en subjectieve gezondheidsperceptie (leeftijd en geslacht werden niet gecorrigeerd voor subjectieve gezondheidsperceptie). 209

26 210

27 Het respect van de intimiteit van de bewoners Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg hheet t reessppeecct r t vvaann ddee innt i timiteei it - De meerderheid (97,5%) van de bewoners was tevreden over het respect van hun privacy in de instelling, de overige 2,5% vond dat hun intimiteit niet gerespecteerd werd. - Het eenzaamheidsgevoel en het feit niet zelf te mogen beslissen over de plaatsing in de instelling gaven een significant grotere ontevredenheid omtrent het respect van de privacy. - Ontevredenheid was significant groter in instellingen met 200 bedden of meer en in privéinstellingen, vergeleken met kleinere- en OCMW-instellingen. - Er werd geen statistisch significant verband gevonden tussen de ontevredenheid over het respect van de privacy en het type kamer waarin de bewoner verbleef, of nog het feit of hij al dan niet verpleegkundige- of hygiënische zorgen toegediend kreeg. - Ook met socio-demografische-, met gezondheidsgerelateerde- en met geografische variabelen werd er geen significant verband vastgesteld. Bij het leven in een gemeenschapsverband loopt men het risico dat de intimiteit niet gerespecteerd wordt. De persoonlijke vrijheid van de bewoner kan beknot worden door de eisen van de collectiviteit. De privacy en intimiteit kunnen op tal van manieren met de voeten getreden worden: de afwezigheid of het niet gebruiken van bedschermen in gemeenschappelijke kamers, het niet sluiten van kamerdeuren bij de verzorging het niet kunnen afsluiten van gemeenschappelijk sanitair, het niet aankloppen en aanmelden bij het betreden van de bewonerskamer, gebrek aan afzondering bij het voeren van telefoongesprekken of bij familie- of doktersbezoek, enz Om de bewonerstevredenheid omtrent het respect te toetsen werd volgende vraag gesteld: "Wordt uw intimiteit gerespecteerd (deuren toe, ochtendtoilet)?" (Volledig, over het algemeen wel, eerder niet, helemaal niet) Bewonerstevredenheid ivm het respect van de intimiteit De rusthuisbewoners uitten zich zeer positief over het respect van hun intimiteit in de instelling: 97,5% was tevreden en slechts 2,5% vond dat hun intimiteit eerder niet of helemaal niet gerespecteerd werd (min.: 0%, max. 10,5%) Determinanten voor ontevredenheid ivm het respect van de intimiteit Ontevredenheid in functie van de kamerkeuze: Men zou kunnen verwachten dat in een gemeenschappelijke kamer de intimiteit van de bewoner minder beschermd zou kunnen zijn dan in een privé-kamer, de ontevredenheid omtrent het respect van de privacy mocht dan ook groter zijn in gemeenschappelijke kamers (3,7%) dan in privé-kamers (2,1%), deze verschillen waren echter niet meer statistisch significant na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie: Crude OR: 1.75 [ ], Adj. OR: 1.47 [ ]. Ontevredenheid in functie van het gebruik van verpleegkundige zorgen: Verpleegkundige zorggebruikers waren niet statistisch significant meer ontevreden (2,8%) over het respect van hun privacy dan bewoners die geen verpleegkundige zorgen toegediend kregen (2,3%): Adj. OR: 1.26 [ ]. 211

28 Ontevredenheid in functie van het gebruik van hygiënische zorgen: Men zou kunnen verwachten dat bewoners die hulp kregen ter gelegenheid van hun ochtendtoilet meer blootgesteld waren aan het niet respecteren van hun privacy (open kamerdeuren, geen bedschermen, enz.), maar hier werd de grootste ontevredenheid omtrent het respect van de intimiteit eigenaardig genoeg niet geobserveerd bij bewoners die hulp kregen bij het ochtendtoilet (ontevredenheid 2,3%), maar wel bij bewoners die geen hulp nodig hadden (2,6%). Deze verschillen waren weliswaar niet significant en konden dus aan het toeval te wijten zijn. Ontevredenheid in functie van socio-demografische variabelen: Iets meer mannen (3%) dan vrouwen (2,3%) hadden de indruk dat hun intimiteit niet gerespecteerd werd, vooral dan bewoners jonger dan 65 jaar (6,5%), oudere bewoners waren meer tevreden (85-94 jarigen: 1,9% en 95 plussers: 2,2%). Een grotere proportie gescheiden bewoners vond dat hun intimiteit niet gerespecteerd werd (5,8%) vergeleken met weduw(en)naars (2,2%), gehuwde - (2,8%) en ongehuwde (2,4%) bewoners. Vroege schoolverlaters (< 14 jaar) hadden minder het gevoel (1,9%) dat hun intimiteit niet gerespecteerd werd dan bewoners die langer naar school geweest waren (3,6%). Dit verschil was oorspronkelijk significant, maar niet meer na correctie voor geslacht, leeftijd en gezondheidsperceptie: Crude OR: 0.53 [ ]. Uiteindelijk waren geen van bovenvermelde verschillen statistisch significant. Ontevredenheid in functie van gezondheidsvariabelen: Er bestond geen verband tussen subjectieve gezondheidsperceptie enerzijds, en het gevoel dat de intimiteit gerespecteerd werd anderzijds: 2,6% van bewoners met een negatieve- en 2,5% van de bewoners met een positieve gezondheidsperceptie vonden dat hun intimiteit eerder niet of helemaal niet gerespecteerd werd. Ook tussen ROB- en RVT- bewoners werd er geen verschil genoteerd: 2,6% van de ROB- en 2,4% van de RVT-bewoners waren ontevreden. Ontevredenheid in functie van psychologische variabelen: Bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing hadden significant meer het gevoel dat hun privacy niet gerespecteerd werd (4,4%) dan bewoners die wel zelf hadden kunnen beslissen (1,8%): Adj. OR: 2.23 [ ]. Ook eenzame bewoners waren significant meer ontevreden (6,7%) dan niet eenzame bewoners (1,9%): Adj. OR: 3.72 [ ]. Ontevredenheid in functie van geografische variabelen: Er werden geen significante verschillen vastgesteld in ontevredenheid omtrent het respect van de privacy en het gewest waarin de instelling zich bevond: de ontevredenheid was het grootst in het Waals gewest (3,2%) en het kleinst in het Brussels gewest (2,1%). Vlaanderen scoorde 2,4% ontevredenheid. Ontevredenheid in functie van instellingsgebonden variabelen: In privé-instellingen waren er significant meer ontevreden bewoners (4,2%) dan in OCMWinstellingen (1,4%): Adj. OR: 2.89 [ ]. In kleine instellingen met minder dan 25 bedden was 0% ontevreden over het respect van de privacy. Teneinde de resultaten voor grote instellingen (200 bedden en meer) te kunnen vergelijken met middelgrote instellingen ( bedden) werden kleine en middelgrote instellingen samengebracht in de categorie instellingen met minder dan 200 bedden. In grote instellingen waren significant meer bewoners ontevreden (5,8%) dan in instellingen met minder dan 200 bedden (2,1%): Adj. OR:.2.34 [ ]. 212

29 Tabel 119: Ontevredenheid omtrent het respect van de intimiteit in functie van de instellingsgrootte Grootte van de instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 25 bedden bedden 2, bedden + 5, [ ] 2.34 [ ] Er werd geen significant verband gevonden tussen de ontevredenheid omtrent het respect van de privacy en de verblijfsduur in de instelling:het minst ontevreden waren de bewoners die sinds minder dan 1 jaar in de instelling verbleven (2%) en bewoners die al 10 jaar of langer in het rusthuis woonden (2,2%) het meest ontevreden waren bewoners met een verblijfsduur van 4 à 9 jaar (3,3%), maar deze verschillen waren niet significant. Tabel 120: Ontevredenheid omtrent het respect van de intimiteit in functie van de verblijfsduur in de instelling Verblijfsduur in de Instelling: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR < 12 maanden maanden 2, [ ] 1.20 [ ] maanden 3, [ ] 1.62 [ ] 120 maanden + 2, [ ] 0.98 [ ] Ontevredenheid in functie van het type van bevrager: Bewoners die bevraagd werden door een bevrager die aangesteld werd door de instelling zelf waren milder (1,8% ontevredenheid) in de beoordeling van het respect van de privacy dan bewoners die bevraagd werden door een door het WIV aangestelde bevrager (3%), de verschillen waren echter niet statistisch significant. Tabel 121: Ontevredenheid omtrent het respect van de intimiteit in functie van het type bevrager Bevrager aangesteld door: Ontevreden (%) Ruwe OR Gecorrigeerde OR De instelling 1,8 1 1 Het WIV [ ] 1.70 [ ] 213

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 3.5. De algemene tevredenheid Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee aal lggeemeennee bbeewoonneer rss((oonn))t teevvr reeddeennhheei idd - Ruim 90,5% van de bewoners zou de instelling aanraden aan derden

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 3.3. Tevredenheid over de hygiënische- en verpleegkundige verzorging 3.3.1. De hygiënische verzorging (hulp bij het ochtendtoilet) Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee hhyyggi iëënni isscchhee zzoor rggeenn

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten 3.2. Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten 3.2.1. De bezoekmodaliteiten Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee bbeezzooeekkmooddaal liteei iteenn - De ontevredenheid in verband

Nadere informatie

3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE

3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE 3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE In dit hoofdstuk werden de verschillende domeinen (tevredenheidsvariabelen) besproken die deel uitmaakten van het verblijf in de instelling: hotelservice,

Nadere informatie

Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen:

Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Epidemiologie & Rijksuniversiteit Gent, Faculteit psychologie Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 JANS B. VAN OYEN

Nadere informatie

2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE

2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE 2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE In dit hoofdstuk werden de deelnemende instellingen beschreven, verdeeld volgens gewest, statuut, instellingsgrootte en type van residenten (ROB/RVT).

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners DISCUSSIE

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners DISCUSSIE 4 - DISCUSSIE Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg Dissccuussssi iee Omwille van de beperkingen van deze studie konden de onderzoeksresultaten zeker niet geëxtrapoleerd worden voor alle Belgische ROB- en RVT

Nadere informatie

Laetitia FONTAINE Béatrice JANS

Laetitia FONTAINE Béatrice JANS Epidemiologie Juni 2009 Brussel, België Depotnummer: D/2009/2505/29 Intern referentienummer: EPI/2009-030 Laetitia FONTAINE Béatrice JANS Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat,

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Afdeling Epidemiologie Web site: www.iph.fgov.be/epidemio/ GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering Evolutie van de schadefrequentie 2008-2017 in de BA motorrijtuigenverzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4. Proportie

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Chronische Ziekten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Chronische Ziekten Gezondheidsenquête, België, 1997 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven die voldoen aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) én waarbij de patiënt gedurende

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving Evelyn Verlinde, Annelien Poppe, Dr. Sara Willems, Ann DeSmet, Dr. Koen Hermans, o.l.v. Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Prof. Dr. Jan De Maeseneer Studiedag

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Resultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

Bespreking 5.2.2.2. page 1

Bespreking 5.2.2.2. page 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT AVONDVREDE / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID

IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. PROFIEL VAN HET GEHEEL VAN WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN (UVW-WZ)...

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering Evolutie van de schadefrequentie 2007-2016 in de BA motorrijtuigenverzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van de

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT BETLEHEM / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Campus De Liberteyt / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Haerlebout / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 22/9-26/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn

Nadere informatie

Bespreking pagina 1

Bespreking pagina 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE VLAAMSE ARDENNEN / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 2/11-6/11 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd?

In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd? LOGOS (BelRAI) In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd? Prof. Dr. Anja Declercq Informatisering van residentiële ouderenzorg Zonder computers geen elektronisch zorgdossier

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Residentie Lucie Lambert / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /.57.3 - Fax: /.5.1 - E-mail: bea.jans@iph.fgov.be Eerste surveillancerapport:

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017

Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017 Verwerking tevredenheidsenquête WZC Cantershof 2017 PRIVACY zeer neutraal 6 16% goed 26 68% zeer goed 6 16%? 0 0% Kloppen op de deur Bijna 80% (30 respondenten) van de respondenten geeft aan dat medewerkers

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HUIZE ARION / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 4/5-8/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.1.1. Inleiding Om de evolutie op het vlak van de gezondheid in de bevolking te kunnen evalueren en bovendien een beter beeld te hebben van de manier waarop de bevolking zelf deze ontwikkelingen beoordeelt,

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT AVONDVREDE / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Alcoholverbruik Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT MARIA BOODSCHAP / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 11/5-15/5 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT SINT MICHAEL / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 13/10-17/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT BETLEHEM / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 24/11-28/11 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Campus De Liberteyt / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RVT VERBERT-VERRIJDT / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 20/10-24/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Rusthuis Buitenhof / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 15/9-19/9 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA RUSTHUIS KATHARINADAL / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA CENTRUM VOOR SENIOREN DE VIJVERS / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 26/10-30/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA HET LINDEKEN / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 26/10-30/10 / 2015 / 28-jan-16 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI"

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA DE LINDE / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/4-10/4 / 2015 / 7-okt-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA TER LEEN / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Benchmarkrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / Vergelijking met andere WZC / 2014 / 1-jul-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, februari 2009 Technische nota Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, februari 2009 Technische

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA Woonzorgcentrum De Meander / Deel 1: Kwaliteit van leven bewoners zonder 6/10-10/10 / 2014 / 22-jun-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life

Nadere informatie