2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE"

Transcriptie

1 2 ALGEMENE KENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE In dit hoofdstuk werden de deelnemende instellingen beschreven, verdeeld volgens gewest, statuut, instellingsgrootte en type van residenten (ROB/RVT). Daarna volgde een uitvoerige beschrijving van de socio-demografische kenmerken van de respondenten: geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, nationaliteit en leeftijd van schoolverlaten. Vervolgens werden de instellingsgebonden kenmerken van de respondenten besproken, m.n. de verblijfsduur in de instelling, de leeftijd bij opname, de inspraak in de beslissing tot plaatsing, het kamertype en het type kamergenoot. Bij de bespreking van de sociale- en familiale kenmerken van de residenten werd aandacht geschonken aan het aantal kinderen in leven en de bezoekfrequentie. De gezondheidsgerelateerde kenmerken van de residenten handelden over de subjectieve gezondheidsperceptie, de verpleegkundige verzorging en de zorgbehoevendheid bij het ochtendtoilet. Korte samenvatting van de gebruikte methodologie: De verschillende kenmerken (onderzoeksvariabelen) werden bestudeerd ten opzichte van een serie verklarende variabelen: vb: - Socio-demografische variabelen: leeftijd, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat - Gezondheidstoestand: subjectieve gezondheidsperceptie, type bewoner (ROB/RVT). - Psychologische variabelen: inspraak in de beslissing tot plaatsing in de instelling, eenzaamheidsgevoel - Geografische variabelen: gewest en provincies - Institutionele kenmerken: statuut van de instelling, inspraak in de beslissing tot plaatsing, verblijfsduur, instellingsgrootte Voor de vergelijking van proporties (%) werd de Chi-kwadraat test (X 2, Mantel Haenszel) of de Fisher exact-test gebruikt en voor de vergelijking van gemiddelden de Kruskal-Wallis H-test. Als de p-waarde van deze testen kleiner was dan 5% (p<0.05), dan kon men zeggen dat er tussen de verklarende- en onderzoeksvariabele statistisch significante verschillen bestonden: vb: statistisch significante verschillen in geslacht (man/vrouw) volgens burgerlijke staat (gehuwd, weduw(en)naar, ongehuwd, gescheiden). Deze test zegt echter niet welke proportie of welk gemiddelde binnen de verschillende categorieën van de variabele (vb: gehuwden, weduw(en)naar, ongehuwden, gescheiden) statistisch significant verschillend is. Om dit na te gaan werd gebruik gemaakt van een kruistabel om de resultaten voor te stellen en werd een Odds ratio berekend. Alle Odds ratio's werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie, want in een onderzochte subgroep kon een proportie gewoon groter zijn omdat deze subgroep bij voorbeeld proportioneel meer vrouwen telde, of meer zeer oude bewoners, of nog, een groot aantal bewoners in slechte gezondheid. Deze correctie gebeurde aan de hand van een mathematisch logistisch regressiemodel. Men bekwam dan in de plaats van een gewone Odds ratio (Crude Odds ratio) een Adjusted of gecorrigeerde Odds ratio. Bij dit rapport werd een verklarende fiche voor de interpretatie van de Odds ratio gevoegd (blauw formulier). 37

2 2.1. De RIZIV-lijst als vertrekpunt voor uitnodiging tot deelname De RIZIV-lijst met alle Belgische ROB- en RVT-instellingen van mei 2000 werd als vertrekpunt gebruikt voor het verzenden van een uitnodiging tot deelname aan de tevredenheidsstudie. Volgens deze lijst bestonden er toen 1927 ROB- en RVT-instellingen in ons land. Deze boden onderdak aan bewoners: ROB- en RVT-bewoners rusthuizen (81,6 %) waren middelgrote instellingen ( bedden), 312 (16,5%) behoorden tot de kleinste categorie (< 25 bedden) en slechts 36 (1,9%) behoorden tot de grotere rusthuizen met meer dan 200 bedden. Meer dan de helft van de instellingen (n=993, 52,4%) uit de RIZIV-lijst boden enkel onderdak aan ROB-bewoners en slechts 59 instellingen (3,1 %) waren uitsluitend bestemd voor RVT-bewoners. De overige 844 instellingen (44,5%) waren gemengde rusthuizen waar ROB- en RVT-bewoners naast mekaar verbleven. Figuur 2: Totaal aantal ROB/RVT- instellingen in België, instellingen en studiepopulatie welke deelnemen aan de tevredenheidsmeting en niet-deelnemende bewonerspopulatie TOTAAL AANTAL ROB- EN RVT INSTELLINGEN IN BELGIË (Mei 2000) 1927 instellingen, bewoners: ROB- bewoners RVT- bewoners DEELNEMENDE INSTELLINGEN AAN DE TEVREDENHEIDSMETING 55 instellingen (2,9 %) bewoners (3,8 %): ROB - bewoners (2,9 %) RVT - bewoners (5,6 %) EXCLUSIE INCLUSIE NIET - DEELNEMENDE BEWONERS Dementie, fysiek- of karakterieel probleem: bewoners Onbezette bedden: 111 TOTAAL: BEVRAAGBARE BEWONERS = studiepopulatie Alle cognitief competente bewoners=3.239 Deelnemende bewoners: (75,4%) (1.892 ROB - bewoners en 544 RVT-bewoners) 38

3 2.2. Beschrijving van de deelnemende instellingen Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddeeeel lnneemeennddee innsst i teel llinnggeenn - Klein aantal deelnemende instellingen, maar deze studie is een primeur voor België - Alle provincies waren vertegenwoordigd behalve Namen en Luxemburg - De deelnemende instellingen uit het Vlaams gewest waren oververtegenwoordigd - Iets meer privé-instellingen namen aan de studie deel. In het Brussels gewest namen vooral privé-instellingen deel. Alle kleine instellingen waren privé-rusthuizen. - Deelnemende instellingen telden gemiddeld 86,5 bedden. Driekwart waren middelgrote instellingen. De deelnemende OCMW-instellingen waren gemiddeld groter dan de privéinstellingen - Het merendeel waren gemengde instellingen. Proportioneel meer privé-rusthuizen waren zuivere ROB s dit was tevens het geval voor de kleine instellingen. - De middelgrote- en grote instellingen waren eerder gemengde instellingen. Van de 1927 instellingen uit de RIZIV-lijst schreven 55 instellingen in voor deelname (2,9% van de RIZIV-lijst). De deelnemende instellingen herbergden samen 4755 residenten (3,8%): 2683 ROB- (2,9%) en 1915 RVT-bewoners (5,6%). Voor 157 residenten was het statuut van de bewoner niet voorhanden. Het kleine aantal deelnemende instellingen dwingt ons tot enige voorzichtigheid bij de extrapolatie van de onderzoeksresultaten en laat ons uiteraard niet toe besluiten te trekken voor alle Belgische ROB s en RVT s. Hier dient toch aan toegevoegd te worden dat een tevredenheidsstudie met zo n groot aantal deelnemende ROB- en RVT-bewoners een primeur is voor België. Tabel 1: Kenmerken van de deelnemende instellingen Kenmerken deelnemers Instellingen Residenten n % n % Gewest Vlaanderen 40 72, ,5 Brussel 5 9, ,7 Wallonië 10 18, ,8 Provincies Antwerpen 7 12, ,1 Brussel 5 9, ,7 Henegouwen 7 12, Limburg 3 5, ,5 Luik 2 3, ,5 Oost Vlaanderen 17 30, ,6 Vlaams Brabant 4 7, ,7 Waals Brabant 1 1, ,3 West Vlaanderen 9 16, ,5 Statuut van de instelling OCMW 27 49, ,6 Privé 28 50, ,4 Instellingsgrootte <25 bedden , bedden 42 76, ,5 > 200 bedden 2 3, ,8 Type instelling (ROB/RVT): ROB alleen 13 23, ,7 RVT alleen 3 5, ,9 Gemengd 39 70, ,4 39

4 Verdeling van de deelnemende instellingen volgens gewest en provincie Van de 55 deelnemende instellingen bevonden er zich 40 in Vlaanderen (3494 bewoners, 5,7%), 10 in Wallonië (799 bewoners, 1,7%) en 5 in Brussel (462 bewoners, 2,8%). Op de provincie Luxemburg en Namen na waren alle provincies vertegenwoordigd in de onderzoekspopulatie. De redenen waarom uit deze provincies géén enkele instelling inschreef voor deelname was niet duidelijk. De provincie met het grootst aantal deelnemende instellingen was Oost-Vlaanderen (n=17). De rede hiervan was toe te schrijven aan het feit dat een licentiaatstudente in de Medische Sociale Wetenschappen van de Rijksuniversiteit van Gent een eindwerk schreef met als titel "Visie van bejaarden over hulp- en dienstverlening in residentiële instellingen: een tevredenheidsonderzoek in tien kleine rusthuizen van Gent" en hiervoor tien kleinere instellingen uit het Gentse ging bevragen. Deze tien instellingen behoorden tot de bovenvermelde RIZIV-lijst, maar hadden oorspronkelijk niet ingeschreven voor deelname. De onderzoeksbesluiten voor de kleinschalige instellingen dienen dus zeker met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden, aangezien deze instellingen niet willekeurig geselecteerd werden Verdeling van de deelnemende instellingen volgens hun statuut Net iets meer privé- dan OCMW-instellingen namen deel aan de bevraging, respectievelijk 50,9% (2018 bewoners) en 49,1% (2737 bewoners). Indien men geen rekening houdt met de tien kleinere privé-rusthuizen welke op een andere manier geselecteerd werden dan de andere instellingen lag de verdeling anders: 60% waren OCMW-instellingen en 40% privé-instellingen. In Vlaanderen behoorden 52,5% van de deelnemende instellingen toe aan een OCMW, in Brussel bedroeg deze proportie 20% en in Wallonië 50% (n.s.). De elf kleine instellingen (< 25 bedden) waren allemaal privé-instellingen. Van de middelgrote instellingen ( bedden) waren 61,9% OCMW-instellingen. Een van de twee grote instellingen (>200 bedden) was een OCMW-rusthuis Verdeling van de deelnemende instellingen volgens instellingsgrootte Gemiddeld werden er 86,5 bedden per instelling geteld (min. 8, max. 505). Ruim driekwart van de deelnemende instellingen waren middelgrote rusthuizen ( bedden) en slechts twee instellingen (3,6 %) behoorden tot een grotere categorie (>200 bedden). Sommige instellingen telden slechts 1 afdeling, anderen hadden er maximum 11. De 11 kleine instellingen welke aan de studie deelnamen vertegenwoordigden 3,5% van de kleine instellingen uit de RIZIV-lijst, de 42 middelgrote 2,7% en de 2 grote 5,6%. In Vlaanderen bedroeg het gemiddeld aantal bedden per instelling 87, in Wallonië 80 en in Brussel 92 (n.s.). De deelnemende OCMW-rusthuizen waren significant groter dan de privé-instellingen: gemiddeld respectievelijk 101 en 72 bedden (Kruskal Wallis H=8,8, 1 df, p=0,002). De kleine instellingen telden gemiddeld 16 bedden, de middelgrote 91 en de grote

5 Verdeling van de deelnemende instellingen volgens het type residenten Het merendeel van de deelnemende instellingen (70,9%) herbergden zowel ROB dan RVT-bewoners en hadden dus een gemengde populatie (4,6% van de RIZIV-lijst). Slechts 3 deelnemende rusthuizen (5,4%) waren zuivere RVT-instellingen (5,1% van de RIZIV-lijst) en 13 (23,6%) waren zuivere ROBinstellingen (1,3% van de RIZIV-lijst). In Vlaanderen waren 70% van de deelnemende instellingen gemengd, in Wallonië 80% en in Brussel 60%. Binnen de deelnemende OCMW-rusthuizen waren er significant meer gemengde instellingen die deelnamen dan bij de privé-rusthuizen: respectievelijk 85% en 57% (Mantel-Haenszel (MH): 5,14, p=0,02). 39% van de deelnemende privé-rusthuizen waren zuivere ROB-instellingen. Ruim 82 % van de kleine instellingen (<25 bedden) waren zuivere ROB s, bij middelgrote (25 tot 199 bedden) bedroeg deze proportie 9,5%. Van de kleine rusthuizen waren er slechts 18,2 % gemengd, van de middelgrote en grote instellingen 84,1% (Fisher exact, 2 tailed P-value=18,19, p<0,001). Figuur 3: Type bedden in de deelnemende instelling, verdeling volgens het statuut van de instelling % bedden enkel ROB enkel RVT GEMENGD 4 OCMW-instellingen Privé-instellingen 41

6 42

7 2.3. Deelnamepercentage en aangehaalde redenen voor niet-deelname Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddeeeel lnnaameeppeer rcceennt taaggee eenn nni ieet t ddeeeel lnneemeer rss bewoners kwamen niet in aanmerking voor bevraging omwille van mentale- of lichamelijke redenen of nog omwille van een karakterieel probleem. - 75,4% van de totale instellingspopulatie nam deel aan het interview. - De meest frequent aangehaalde reden voor niet-deelname was een mentaal probleem (niet slagen in de selectievragen. Weigering was zeldzaam Deelnamepercentage Van de 4755 bewoners (totale instellingspopulatie) kwamen er 1405 niet in aanmerking voor bevraging (exclusie) waarvan: 1239 voor mentale-, 158 voor fysieke redenen en 8 omwille van een karakterieel probleem. 111 bedden waren onbezet, of de bewoner was afwezig (vb. gehospitaliseerd, ) De bevraagbare populatie bedroeg 3239 bewoners ( =3239). Van deze 3239 bevraagbare bewoners namen er uiteindelijk 2444 aan het interview deel (deelnamepercentage: 75,4%) Aangehaalde redenen voor niet-deelname De reden(en) voor niet-deelname werden niet steeds opgegeven door de deelnemende instellingen en deze gegevens ontbraken dan ook voor acht instellingen. De meest frequent aangehaalde reden voor niet-deelname (53,6%) was het niet slagen in de selectievragen, wat een indicator is voor cognitieve incompetentie. Opvallend is ook dat slechts 4,9% van de niet-deelnemers weigert deel te nemen aan de studie, dit is een betrekkelijk lage proportie binnen een oudere studiepopulatie. Tabel 2: Frequentie van de verschillende reden(en) voor niet-deelname Reden(en) voor niet-deelname Aantal bewoners n % Mentaal probleem (incluis niet geslaagd in selectievragen) ,6 Redenen niet medegedeeld (niet ingevuld) Fysiek probleem (afasie, doof, te zwaar ziek) 158 6,8 Bewoner weigert 114 4,9 Afwezig (verlof, hospitalisatie, overleden ) 111 4,8 Andere reden(en) 32 1,4 Karakter probleem (agressief gedrag,..) 8 0,3 Familie weigert 2 0,1 TOTAAL

8 44

9 2.4. Algemene kenmerken van de respondenten Socio-demografische kenmerken van de respondenten Geslacht Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg SSoocci ioo- -ddeemooggr raaf fisscchhee kkeennmeer rkkeenn: : ggeessl laacchht t - De respondentengroep bestond uit meer vrouwen dan mannen; 2,3 vrouwen voor 1 man. - Dit fenomeen deed zich voor in alle leeftijdscategorieën (behalve jongere) en was meer uitgesproken in Wallonië (geslachtsratio: 1:3,2) en bij RVT-bewoners (1:3). De respondentengroep bestond voor 69,9% uit vrouwen en 30,1% uit mannen. De geslachtsratio man:vrouw bedroeg 1 : 2,3. Geslachtsverdeling volgens leeftijdscategorieën: In alle leeftijdscategorieën bestond er een vrouwenoverwicht, behalve in de leeftijdsgroep van 65 jarigen en jonger (67,9% mannen, 32,1% vrouwen). Het vrouwenoverwicht nam toe met de leeftijd tot 85 jaar en bleef daarna stabiel (20% mannen, 80% vrouwen). Figuur 4: Proportie mannen en vrouwen per leeftijdscategorie 100 aantal bewoners (%) < 65 jaar jaar jaar jaar 95 + leeftijdscategorieën mannen vrouwen Geslachtsverdeling volgens gewest en provincies: In de deelnemende instellingen in Wallonië vertegenwoordigen de mannen slechts 23,7% (geslachtsratio M :V: 1 : 3,2) in Brussel: 32,5% (ratio: 1 : 2,1) en in Vlaanderen: 31,3% (ratio: 1 : 2,2). Indien men de resultaten per provincie bekijkt ziet men enkele uitschieters, m.n. in de deelnemende instellingen voor de provincie Luik telde men 5,8 vrouwen voor 1 man en in Vlaams Brabant: 1,5 vrouwen voor 1 man. Geslachtsverdeling volgens het statuut van de instelling: Deze man/vrouw proportie was niet statistisch significant verschillend al naar gelang het statuut van de instelling. In de OCMW-instellingen waren 28,7% mannen, in privé-instellingen 32,1%. 45

10 Geslachtsverdeling volgens nationaliteit: Er waren ook geen statistisch significante verschillen in deze proportie al naargelang het om bewoners van Belgische nationaliteit ging of om allochtone bewoners. Geslachtsverdeling volgens type bewoner (ROB/RVT): Ruim 31,4% van de deelnemende ROB-bewoners waren mannen (ratio: 1 : 2,2) en slechts 25,2% van de RVT-bewoners waren mannen (ratio: 1:3) (MH = 7,88, 1 df, p=0,004). Tabel 3: Proportie man/vrouw en geslachtsratio per provincie Provincies M/V Mannen Geslachtsratio M:V (%) Antwerpen 95/266 26,3 1 : 2,8 Brussel 62/129 32,5 1 : 2,1 Henegouwen 71/199 26,3 1 : 2,8 Limburg 47/102 31,5 1 : 2,2 Luik 12/70 14,6 1 : 5,8 Oost Vlaanderen 136/332 29,1 1 : 2,4 Vlaams Brabant 180/276 39,5 1 : 1,5 Waals Brabant 16/49 24,6 1 : 3,1 West Vlaanderen 117/285 29,1 1 : 2,4 TOTAAL 736/ ,1 1 : 2,3 46

11 Leeftijd van de respondenten en opsplitsing in leeftijdscategorieën Leeftijdsverdeling volgens gewest en provincie De deelnemende populatie was gemiddeld ouder in Vlaanderen (81,5 jaar) dan in Wallonië (79,5 jr.) of in Brussel (79,4 jr.). De gemiddeld oudste studiepopulatie bevond zich in Oost-Vlaanderen (84,5 jr.) de jongste in Vlaams Brabant (76,4 jr.). In Vlaams Brabant nam een grote instelling met psychia- Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ssoocci ioo- -ddeemooggr raaf fisscchhee kkeennmeer rkkeenn: : leeeef l ftijdd - De gemiddelde leeftijd van de bewoners bedroeg 81 jaar. Toch waren er 7,7% bewoners jonger dan 65 jaar. - Mannen waren gemiddeld 6,3 jaar jonger (76,6 jaar) dan vrouwen (82,9 jaar). - Weduw(en)naars waren gemiddeld ouder: 83,9 jaar en gescheiden bewoners behoorden tot de jongere leeftijdscategorieën: gemiddeld 67 jaar. - De gemiddeld oudste respondenten verbleven in rusthuizen van het Vlaams gewest, vooral Oost-Vlaanderen. - ROB- en RVT-bewoners waren gemiddeld even oud. - In OCMW-instellingen waren de bewoners significant ouder dan in privé-instellingen. - Bewoners van Belgische nationaliteit waren significant ouder dan niet-belgen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemende residenten bedroeg 81 jaar (min. 30, max. 104 jaar). Uit de cijfers blijkt dat de grote meerderheid van de deelnemende bewoners uit personen bestond die 80 jaar waren of ouder: 64% had deze leeftijdsgrens overschreden en 19% was zelfs 90 jaar of ouder. In deze instellingen verbleef tevens een kleine proportie jongere bewoners: 7,7% van de deelnemers was jonger dan 65 jaar. Leeftijdsverdeling volgens geslacht De deelnemende mannen waren gemiddeld 6,3 jaar jonger dan de vrouwen. Deze verschillen volgens geslacht waren statistisch significant: mannen: 76,6 jaar (min. 30, max. 102 jaar), vrouwen: 82,9 jaar (min. 42, max. 104 jaar) :Kruskal-Wallis H: 145,3, 1df, p<0, ,3% van de mannen was jonger dan 75 jaar, bij de vrouwen bedroeg deze proportie amper 14%. Bijna de helft van de vrouwen behoorde tot de leeftijdscategorie 85+. Figuur 5: Leeftijd van de bewoners (leeftijdscategorieën), verdeling volgens geslacht (%) aantal bewoners (%) < 65 jaar jaar jaar jaar 95 jaar + vrouwen mannen 47

12 trische oriëntatie deel. Deze instelling telde naast de klassieke ROB- en RVT-residenten ook bewoners afkomstig uit de psychiatrie. Voor deze instelling bedroeg de gemiddelde leeftijd 69 jaar. Ook in Henegouwen nam een middelgroot rusthuis met psychiatrische oriëntatie deel aan de studie, de gemiddelde leeftijd van hun bewoners bedroeg 64 jaar. Dit verklaarde zeker ten dele de gemiddeld jongere leeftijd van de populatie in deze provincies. Leeftijdsverdeling volgens statuut van de instelling en volgens de nationaliteit van de bewoner: In OCMW-instellingen waren de deelnemende residenten significant ouder (81,9 jr.) dan in privéinstellingen (79,7 jr.): 17,6% van de deelnemende OCMW-bewoners was jonger dan 75 jaar en in privé-instellingen behoorde één bewoner op vier tot deze leeftijdsklasse. Bewoners van Belgische nationaliteit waren gemiddeld ouder (81,1 jr.) dan niet-belgen (76,8 jr.): van de niet-belgische residenten was 33,8% jonger dan 75 jaar, bij Belgen bedroeg deze proportie 20,3%. Leeftijdsverdeling volgens het type bewoner: De verdeling van de leeftijd in leeftijdsklassen volgens type-bewoner (ROB of RVT) was bijna identiek voor beide bewonerstypen en het verschil in gemiddelde leeftijd tussen ROB-bewoners (81 jr.) en RVT-bewoners (80,8 jr.) was niet statistisch significant. Men zou nochtans verwachten dat RVTbewoners ouder zouden zijn dan ROB-bewoners, maar de aan deze studie deelnemende RVTbewoners waren enkel de cognitief competente bewoners, dus vermoedelijk jonger dan de doorsnee RVT-populatie. Leeftijdsverdeling volgens burgerlijke staat: Weduw(en)naars behoorden tot de oudere leeftijdsgroepen, zij waren gemiddeld 83,9 jaar oud. De gehuwde bewoners waren gemiddeld 79 jaar en ongehuwde- (74 jaar), maar vooral gescheiden bewoners (67 jaar) behoorden tot de jongste bewonersgroepen. Deze verschillen in gemiddelde leeftijd waren statistisch significant: Kruskal-Wallis H-test: 425,9, 3 df, p<0,

13 Tabel 4: Gemiddelde leeftijd en leeftijdscategorieën (%) volgens geslacht, gewest, provincie, statuut van de instelling, nationaliteit en type bewoners Leeftijdscategorieën Gemid. Stat. < 65 jr leeftijd Signific.* Totale populatie: 7,7 13,1 35,1 40,4 3,8 81 gem.leeft. Geslacht: Mannen 17, ,1 29,1 2,6 76,6 Vrouwen 3,5 10,5 36,4 45,2 4,3 82,9? 2 : 145,3, 1 df, p<0,001) Gewest: Vlaanderen 7,1 12,1 34,2 42,5 4,1 81,5 Brussel 8,4 20, ,1 2,1 79,4 Wallonië 9,8 14,1 39,8 33,1 3,1 79,5 Provincies: Antwerpen 1,7 10,8 37,1 46,8 3,6 83,2 Brussel 8,4 20, ,1 2,1 79,4 Henegouwen 11,9 17,8 37,8 28,9 3,7 78,3 Limburg 1,3 13, ,3 2 81,5 Luik 7,3 8,5 46,3 35,4 2,4 81 Oost Vlaanderen 1,3 8, ,8 6,8 84,5 Vlaams Brabant 20,6 17,1 27,4 31,6 3,3 76,4 Waals Brabant 4,6 6, ,7 1,5 82,4 West Vlaanderen 5,5 11,7 35,7 43,9 3,2 82,2 Statuut van de instelling: OCMW 4,5 13,1 37,5 41,5 3,4 81,9 Privé 12,1 13,1 31,7 38,8 4,3 79,7 Type bewoners: ROB- bewoners 7, ,1 40, RVT- bewoners 7,7 13,6 34,3 41,1 3,3 80,8 Nationaliteit: Belg 7, ,2 40,7 3,8 81,1 Niet- Belg 17,5 16,3 32,5 30 3,8 76,8 * statistische significantietest: Kruskal- Wallis H-test? 2 : 21,2, 2 df, p<0,001? 2 : 137,8, 8 df, p<0,001? 2 : 9,3, 1 df, p=0,002 n.s.? 2 : 9,2, 1 df, p=0,002 49

14 50

15 Burgerlijke staat Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ssoocci ioo- -ddeemooggr raaf fisscchhee kkeennmeer rkkeenn: : bbuur rggeer rlijkkee sst taaaat t - Bijna zeven respondenten op tien bevonden zich in weduwstaat, vooral vrouwen. 35% van de vrouwen jonger dan 65 jaar was reeds weduwe. - Meer mannen dan vrouwen waren ongehuwd of gescheiden. 41,7% van de mannen jonger dan 65 jaar was gescheiden. - Brussel en Vlaams Brabant telde minder weduw(en)naars en meer ongehuwde en gescheiden respondenten. - In OCMW-instellingen verbleven meer weduw(en)naars dan in privé-instellingen en in deze laatsten meer gescheiden bewoners (niet significant na correctie). Wat de burgerlijke staat van de residenten betreft, dient gespecificeerd te worden dat het ging om de huidige burgerlijke staat van de resident. De wijze waarop de onderzoeksvraag gesteld werd liet niet toe om de evolutie in burgerlijke staat van de bewoners te kennen. Het is dus best mogelijk dat een bewoner tot verschillende subgroepen heeft behoord. Ruim 67,7 % van de respondenten bevond zich in weduwstaat, 14 % was ongehuwd, 11,8 % gehuwd/samenwonend en 6,5 % was uit de echt gescheiden. Burgerlijke staat volgens geslacht en leeftijdscategorieën: Significant minder mannen (43,2%) dan vrouwen (78,2%) behoorden tot de categorie "weduwe/weduwnaar" : Adj. OR: 0.27 [ ]. Bij mannelijke residenten liep dit percentage progressief op van 3,9% bij bewoners jonger dan 65 jaar tot 84,2% bij 95 plussers. Ook bij de vrouwelijke residenten steeg dit percentage geleidelijk aan, maar bij de bewoners jonger dan 65 jaar was reeds 35% verweduwd en op 95 jaar en ouder: 86,5%. Weduwen waren gemiddeld iets ouder (84,1 jaar) dan weduwnaars (83,2 jaar)(kruskal-wallis: 3,8, 1 df, p=0,05). Proportioneel meer mannen (4,2%) dan vrouwen (9,6%) waren "ongehuwd ": Adj. OR: 2.18 [ ]. Vooral in de leeftijdscategorieën tot 84 jaar waren proportioneel meer mannen dan vrouwen ongehuwd. De gemiddelde leeftijd van de ongehuwde mannelijke bewoners bedroeg 69,2 jaar, de ongehuwde vrouwelijke residenten waren gemiddeld 10 jaar ouder: 79,4 jaar (Kruskal-Wallis= 56,7, 1 df, p<0.001). Minder vrouwen (8,5%) dan mannen (19,6%) waren gehuwd: Adj. OR:0.36 [ ] of gescheiden (vrouwen 3,7 %, mannen: 13 %) : Adj. OR: 0.52 [ ]. 41,7% van de mannen, jonger dan 65 jaar was gescheiden, bij vrouwen van deze leeftijdscategorie bedroeg deze proportie slechts 20%. De gemiddelde leeftijd van de gehuwde mannelijke resident bedroeg 78,9 jaar en van de vrouwelijke gehuwde bewoner: 80,3 jaar (n.s.). De gemiddelde leeftijd van de gescheiden mannelijke resident bedroeg 64,7 jaar en de vrouwelijke gescheiden bewoners waren ouder: 72,8 jaar (Kruskal-Wallis H-test: 22,4, 1 df, p<0,001). Burgerlijke staat volgens gewest en provincie: De verdeling van de burgerlijke staat was verschillend tussen Brussel enerzijds en Vlaanderen en Wallonië anderzijds. De weduwstaat kwam minder voor bij Brusselse bewoners (58,1%) ook waren er proportioneel meer ongehuwden (16,8%). Opvallend was de grotere proportie gescheiden bewoners in Brussel: 13,6% vergeleken met Vlaanderen: 5,4% en Wallonië: 8,2%: Adj. OR (Gescheiden: Brussel versus Vlaanderen): 1.57 [ ]. 51

16 In Oost-Vlaanderen bevonden zich het grootste aantal weduw(en)naars (76,3%), deze populatie was dan ook gemiddeld veel ouder (84,5 jr.) dan in de andere provincies. Opvallend was de hoge proportie gehuwden in de provincie Antwerpen, waar de gemiddelde leeftijd toch 83,2 jaar bedroeg. De provincie Limburg (17,4%) en Vlaams Brabant (17,3%) kende het grootste aantal ongehuwden, Waals Brabant het laagste aantal (6,2%). Bij de Antwerpse residenten waren slechts 3% gescheiden, in Brussel en Vlaams Brabant respectievelijk 13,6% en 10,7%. Burgerlijke staat volgens statuut van de instelling: In OCMW-instellingen behoorden significant meer residenten tot de weduwstaat (70,1%) dan in privé-instellingen: 64,2% : Crude OR (Weduw(en)naars: privé versus OCMW): 0.76 [ ], maar na correctie was dit verschil niet meer significant. In privé-instellingen waren meer bewoners gescheiden: 7,8% voor 5,6% in OCMW-instellingen: Crude OR (Gescheiden: privé versus OCMW): 1.42 [ ], maar na correctie was ook dit verschil niet meer statistisch significant. Burgerlijke staat volgens nationaliteit van de bewoner: 13,8% van de niet-belgische bewoners was gescheiden, bij Belgische bewoners bedroeg deze proportie 6,2%: Crude OR: 2.40 [ ], maar na correctie was dit verschil niet meer significant. Belgische bewoners waren frequenter weduw(e)naar (68%) dan niet-belgische residenten (58,8%), dit verschil was echter niet statistisch significant. 52

17 Tabel 5: Burgerlijke staat volgens geslacht en leeftijdscategorie, gewest, provincie, statuut van de instelling, nationaliteit en type bewoners (%) Burgerlijke staat (%) Stat. gehuwd weduwe ongehuwd gescheiden Signific.* Totale populatie: 11,8 67,7 14 6,5 Geslacht en leeftijdscategorie: Mannen: 19,6 43,2 24,2 13 < 65 jaar 11 3,9 43,3 41, jr. 14,3 24,3 40,7 20, jr. 23,7 50,8 20,3 5, jr. 24,8 66,8 7,5 0, jr. 5,3 84,2 10,5 0 Vrouwen: 8,5 78,2 9,6 3,7 < 65 jaar 13, , jr. 13,3 62,8 12,2 11, jr. 10,5 76,3 9,7 3, jr. 5,8 85,9 7,4 0, jr. 4,1 86,5 8,1 1,4 Gewest: Vlaanderen 12,1 68,4 14,1 5,4 Brussel 11,5 58,1 16,8 13,6 Wallonië 10,6 68,8 12,5 8,2 Provincies: Antwerpen 15,5 70,9 10,5 3 Brussel 11,5 58,1 16,8 13,6 Henegouwen ,7 9,3 Limburg 10,7 69,1 17,4 2,7 Luik 8,5 73,2 13,4 4,9 Oost Vlaanderen 8,8 76,3 10,9 4,1 Vlaams Brabant 12,1 59,9 17,3 10,7 Waals Brabant 15,4 70,8 6,2 7,7 West Vlaanderen 13,7 66,4 15,9 4 Statuut van de instelling: OCMW 10,8 70,1 13,4 5,6 Privé 13,2 64,2 14,8 7,8 Type bewoners: ROB- bewoners 11,5 67,4 14,2 6,9 RVT- bewoners 12,7 68,9 13,2 5,1 Nationaliteit: Belg 11, ,1 6,2 Niet- Belg 16,3 58,8 11,3 13,8 * statistische significantie: Chi-square? 2 : 10,94, 3 df, p=0,012 n.s.? 2 : 9,57, 3 df, p=0,02 53

18 54

19 Nationaliteit van de residenten Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ssoocci ioo- -ddeemooggr raaf fisscchhee kkeennmeer rkkeenn: : nnaat tioonnaal liteei it - 3,3% van de respondenten waren van niet-belgische nationaliteit, zij waren gemiddeld jonger dan de Belgische residenten. - Proportioneel meer vrouwelijk bewoners, jonger dan 65 jaar waren niet van Belgische nationaliteit, vooral in Henegouwen (franse grens) en Limburg (Limburgse mijnen); - Proportioneel meer niet-belgen verblijven in een ROB- dan in een RVT-bed. Slechts 3,3 % van de respondenten waren niet van Belgische nationaliteit. Nationaliteit volgens geslacht en leeftijdscategorie: Evenveel mannelijke (96,6 %) als vrouwelijke (96,8 %) residenten hadden de Belgische nationaliteit. De gemiddelde leeftijd van de Belgische bewoners was significant hoger (81 jaar) dan bij bewoners met een niet-belgische nationaliteit (76,8 jaar): Kruskal Wallis H-test: 9,28, 1 df, p=0,002. Het waren vooral respondenten jonger dan 65 jaar die tot de groep van de niet-belgen behoorden: in deze leeftijdscategorie was 11,7% van de vrouwen en 5,5% van de mannen niet van Belgische nationaliteit. Nationaliteit volgens gewest en provincie: De niet-belgen verbleven vooral in Waalse instellingen (11,5%) vergeleken met Vlaanderen (1,4%) en Brussel (3,1%): Adj. OR (Wallonië versus Vlaanderen): 9.08 [ ]. Niet-Belgen verbleven vooral in rusthuizen in Henegouwen (16,7 %) of in Limburg (7,4 %). Wat Henegouwen betreft had de nabijheid van de Franse grens een invloed en in Limburg was de allochtone bevolking vooral van Italiaanse afkomst. Nationaliteit volgens statuut van de instelling en type bewoner: 3,6% van de OCMW-residenten en 2,9% van residenten in privé-instellingen was niet-belg (n.s.). Significant minder niet-belgen verbleven in een RVT-bed (1,7%) dan in een ROB-bed (3,8%): Adj. OR: 0.42 [ ]. 55

20 Tabel 6: Nationaliteit van de respondenten volgens geslacht, leeftijd, gewest, provincie, statuut van de instelling en het type bewoners Belgische Niet- Belgische nationaliteit Statistische nationaliteit % % Significantie* Totale populatie: 96,7 3,3 Geslacht en leeftijdscategorie: Mannen 96,6 3,4 < 65 jaar 94,5 5, jr. 97,1 2, jr. 96,2 3, jr. 97,7 2, jr Vrouwen 96,8 3,2 < 65 jaar 88,3 11, jr jr. 97,3 2, jr 97,5 2, jr 95,9 4,1 Gewest Vlaanderen 98,6 1,4 Brussel 96,9 3,1 Wallonië 88,5 11,5 Provincies Antwerpen 98,9 1,1 Brussel 96,9 3,1 Henegouwen 83,3 16,7 Limburg 92,6 7,4 Luik 97,6 2,4 Oost Vlaanderen 98,7 1,3 Vlaams Brabant 99,1 0,9 Waals Brabant 98,5 1,5 West Vlaanderen 99,8 0,2 Statuut van de instelling OCMW 96,4 3,6 Privé 97,1 2,9 Type bewoners (ROB/RVT): ROB 96,2 3,8 RVT 98,3 1,7 * statistische significantie: Chi-square? 2 : 109,31, 2 df, p<0,001? 2 : 192,7, 8 df, p<0,001 n.s.? 2 : 5,86, 1 df, p=0,01 56

21 Leeftijd van schoolverlaten door de residenten Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ssoocci ioo- -ddeemooggr raaf fisscchhee kkeennmeer rkkeenn: : leeeef l ftijdd vvaann sscchhooool lvveer rlaat teenn - Zes bewoners op tien verlieten vroegtijdig de school, vooral vrouwen. - Vroegtijdige schoolverlaters waren gemiddeld ouder dan laattijdige schoolverlaters. - Significant minder bewoners uit het Brussels gewest verlieten vroegtijdig de school vergeleken met Vlaanderen en Wallonië. Ook in privé-instellingen en in kleine instellingen (vergeleken met grote) verlieten significant minder bewoners vroegtijdig de school. Men kan dus stellen dat het onderwijsniveau waarschijnlijk hoger was bij Brusselse bewoners, bij residenten uit privé-instellingen en bij bewoners uit kleine instellingen. - Vergeleken met gehuwde bewoners verlieten significant meer weduw(en)naars vroegtijdig de school. - Er werden geen significante verschillen in leeftijd van schoolverlaten gevonden in functie van de nationaliteit, het type bewoner (ROB of RVT) en de verblijfsduur in de instelling. Ten einde inzicht te krijgen in het genoten onderwijsniveau werd de volgende vraag gesteld: " Tot welke leeftijd bent u naar school geweest?" ( < 14 jaar, < 16 jaar, < 18 jaar, > 18 jaar) Iets meer dan zes deelnemende bewoners op tien verliet vroegtijdig de school (14 jaar of vroeger) en amper 7,9% van de deelnemende bewoners volgde onderwijs na de leeftijd van 18 jaar bereikt te hebben. Vroegtijdig (14 jaar of vroeger) schoolverlaten volgens geslacht: Meer vrouwen (65,8%) dan mannen (58,1%) verlieten vroegtijdig de school. Dit verschil was oorspronkelijk statistisch significant: Crude OR: 1.38 [ ], p<0.001 maar niet meer na correctie voor leeftijd en gezondheidsperceptie. Proportioneel minder vrouwen (16,7%) dan mannen (23,8%) verlieten de school op 17 jarige leeftijd of ouder: Adj. OR: 0.77 [ ]. Figuur 6: Leeftijd van schoolverlaten volgens geslacht aantal bewoners (%) Leeftijd van schoolverlaten > 18 jaar jaar jaar < 15 jaar 0 Mannen Vrouwen Vroegtijdig schoolverlaten volgens leeftijdscategorie: Vroegtijdige schoolverlaters waren gemiddeld ouder (82 jaar) dan laattijdige- (15 jaar en ouder) (79 jaar) (Kruskal-Wallis H-test: 41,8, 1 df, p<0.001). 57

22 44,4% van de bewoners jonger dan 65 jaar verliet de school vroegtijdig, bij jarigen: 54,4%, bij jarigen: 64,3%, bij jarigen: 69,7% en bij 95 plussers: 59,6% jarigen en jarigen verlieten significant frequenter de school op jonge leeftijd dan de referentiegroep van de jarigen: Adj. OR (75-84 jarigen versus Ref jarigen) 1.47 [ ] en Adj. OR (85-94 jarigen versus Ref jarigen) 1.87 [ ]. Dus, hoe jonger de bewoner, hoe kleiner de proportie vroegtijdige schoolverlaters. Dit was het geval voor beide geslachten. Een buitenbeentje vormde de leeftijdsgroep van 95-plussers (n=89): slechts 55,6% van de mannelijke en 60,6% van de vrouwelijke 95-plussers verliet de school vroegtijdig en 22,2% van de mannelijke en 18,3% van de vrouwelijke 95-plussers volgden onderwijs tot 17 jaar of later. De verschillen in leeftijd van schoolverlaten tussen 95 plussers en andere leeftijdsklassen waren echter niet statistisch significant Een zeker aantal elementen mag hier echter niet uit het oog verloren worden, namelijk dat deze deelnemende 95-plussers cognitief competent waren, misschien was er een selectie van langer geschoolden binnen de groep niet-dementerenden. Deze hypothese kon in het kader van de huidige studie echter niet bevestigd worden omdat de leeftijd van schoolverlaten bij de niet deelnemers en dementerenden niet gekend was. Misschien was er ook een oversterfte van vroegtijdige schoolverlaters. Figuur 7: Leeftijd van schoolverlaten volgens leeftijdsklasse aantal bewoners (%) Leeftijd van schoolverlaten > 18 jaar jaar jaar < 15 jaar 0 < leeftijdsklassen Vroegtijdig schoolverlaten volgens gewest en provincie: In Brussel verlieten proportioneel minder bewoners de school voortijdig (<14 jaar): 45,5% voor Vlaanderen: 64,7% en Wallonië 66,5%: Adj. OR (Brussel versus Vlaanderen): 0.47 [ ]. In de provincies Antwerpen (53,8%), Brussel (45,5%), Luik (44,3%) en Vlaams Brabant (56,4%) verlieten minder bewoners vroegtijdig de school. 20,6% van de deelnemende Brusselse residenten volgde onderwijs na de leeftijd van 18 jaar bereikt te hebben. In Wallonië bedroeg deze proportie 7,6% en in Vlaanderen 6,6%: Crude OR (Brussel versus Vlaanderen): 3.65 [ ], maar dit verschil was niet meer statistisch significant na correctie. Vroegtijdig schoolverlaten volgens nationaliteit: Er werden geen significante verschillen in leeftijd van schoolverlaten waargenomen volgens nationaliteit: 63,5% van de Belgische residenten en 64,9% van de niet-belgische residenten verlieten de school vroegtijdig. Vroegtijdig schoolverlaten volgens burgerlijke staat: Significant meer weduw(en)naars verlieten de school vroegtijdig (68,3%) vergeleken met gehuwden (56,6%): Adj. OR: 1.54 [ ]. 58

23 De proporties vroegtijdige schoolverlaters bij ongehuwden (54,1%) en bij gescheiden bewoners (46,5%) waren niet statistisch significant verschillend van deze bij gehuwden (56,6%). Vroegtijdig schoolverlaten volgens statuut van de instelling: Een significant kleinere proportie bewoners uit privé-instelllingen verliet de school vroegtijdig (53,2%) vergeleken met 70,8% in OCMW-instellingen: Adj. OR: 0.48 [ ]. Vroegtijdig schoolverlaten volgens type bewoner: Er werden geen significante verschillen in leeftijd van schoolverlaten waargenomen volgens type van bewoner (ROB of RVT): 63,9% van de ROB-bewoners en 62,3% van de RVT-bewoners verliet vroegtijdig de school. Vroegtijdig schoolverlaten volgens grootte van de instelling: Het onderwijsniveau van bewoners uit kleine instellingen (<25 bedden) was vermoedelijk hoger dan dat in middelgrote- ( bedden) of in grote instellingen (200 +): slechts 43,7% van de bewoners uit kleine instellingen verliet de school op 14 jaar of vroeger, in middelgrote- bedroeg deze proportie 66,8% en in grote instellingen 50,8%. De proportie vroegtijdige schoolverlaters was significant groter in middelgrote- vergeleken met kleine instellingen: Adj. OR: 2,76 [ ]. In grote instellingen was het verschil enkel significant na correctie voor leeftijd, geslacht en gezondheidsperceptie: Adj. OR (grote versus kleine): 1.84 [ ]. Vroegtijdig schoolverlaten volgens verblijfsduur in de instelling: Er werden geen significante verschillen in leeftijd van schoolverlaten geobserveerd in functie van de verblijfsduur in de instelling. 59

24 Tabel 7: Leeftijd van schoolverlaten, verdeling volgens geslacht en leeftijdscategorie, gewest, provincie, statuut van de instelling, nationaliteit en type bewoners (%) Leeftijd van schoolverlaten (%) Stat. < 14 jaar jr jr. 18 jr. + Signific.* Totale populatie: 63,5 17,6 10,9 7,9 Geslacht en leeftijdscategorie: Mannen: 58,1 18,1 14,2 9,6 < 65 jaar 42,7 21,8 20,2 15, jr ,4 15,8 10, jr. 62,1 17,2 14,1 6, jr. 65,9 15,6 10 8, jr. 55,6 22,2 11,1 11,1 Vrouwen: 65,8 17,4 9,6 7,2 < 65 jaar 48,2 23,2 10,7 17, jr. 54,8 18,1 11,3 15, jr. 65,1 17,1 9,8 7, jr. 70,8 16,3 8,6 4, jr. 60,6 21,1 12,7 5,6 Gewest: Vlaanderen 64,7 17,5 11,1 6,6 Brussel 45,5 20,1 13,8 20,6 Wallonië 66,5 16,9 9,1 7,6? 2 : 56,6, 6df, p<0,001 Provincies: Antwerpen 53,8 25,1 13,2 7,9 Brussel 45,5 20,1 13,8 20,6 Henegouwen 73,6 13 7,9 5,5 Limburg 69,6 17,6 8,1 4,7 Luik 44,3 30,4 15,2 10,1 Oost Vlaanderen 72,7 13,8 10,3 3,3 Vlaams Brabant 56,4 19,5 13,2 11 Waals Brabant 65,6 15,6 6,3 12,5 West Vlaanderen 72,7 13,8 10,3 3,3 Statuut van de instelling: OCMW 70,8 15,2 8,4 5,6 Privé 53,2 21,1 14,6 11,1 Type bewoners: ROB- bewoners 63,9 16,9 10,9 8,3 RVT- bewoners 62, ,1 6,6 Nationaliteit: Belg 63,5 17,7 10,9 7,9 Niet- Belg 64,9 15,6 11,7 7,8 * statistische significantie: Chi-square? 2 : 82,3, 3df, p<0,001 n.s. n.s. 60

25 Instellingsgebonden kenmerken van de respondenten Verblijfsduur in de instelling Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg IInnsst teel llinnggssggeebboonnddeenn kkeennmeer rkkeenn: : vveer rbbl lijfssdduuuur r inn i ddee innsst i teel llinngg - De gemiddelde verblijfduur in de instelling bedroeg 46 maanden. - De uiterste leeftijdscategorieën (<75 en 95+) verbleven gemiddeld het langst in de instelling. - Ongehuwde bewoners verbleven gemiddeld het langst en gehuwden het minst lang in de instelling. - Bewoners zonder kinderen en residenten uit privé-instellingen verbleven gemiddeld langer in het rusthuis dan bewoners met kinderen of residenten uit OCMW-instellingen. - De verblijfsduur was gemiddeld het langst in kleine en in zeer grote instellingen, vergeleken met middelgrote rusthuizen. - Er werden geen statistisch significante verschillen in gemiddelde verblijfsduur vastgesteld in functie van het geslacht, de leeftijd van schoolverlaten, de inspraak in de beslissing tot plaatsing, het gewest, het type bewoner (ROB/RVT), de nationaliteit van de bewoner en de subjectieve gezondheidsperceptie. De gemiddelde verblijfduur van de respondenten in de huidige instelling bedroeg 46 maanden of 3 jaar en 10 maanden (mediaan: 28 maanden, min.: < dan 1 maand, max.: 626 maanden of 52 jaar en 2 maanden). Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens geslacht en leeftijdscategorie: Mannen verbleven gemiddeld iets langer (47,8 maanden) in de instelling dan vrouwen (45,2 maanden) maar dit verschil was niet statistisch significant. Figuur 8: Gemiddelde verblijfsduur in de instelling, verdeling volgens geslacht 50 aantal bewponers (%) < 12 maanden md md. 120 md. + verblijfsduur in de instelling mannen vrouwen De gemiddelde verblijfsduur was het langst bij de jongste bewoners (< 65 jaar: 55,6 maanden en jarigen: 51,6 maanden) en bij de oudste bewoners (95+: 62,2%). De jongste bewoners waren vermoedelijk fysisch gehandicapten, ofwel bewoners die omwille van sociale- of mentale redenen niet zelfstandig in de maatschappij konden leven. De gemiddelde leeftijd van bewoners die sinds minder dan 1 jaar in de instelling verbleven bedroeg 80,7 jaar, bewoners die sinds 1 à 3 jaar in de instelling verbleven: 81,4 jaar en residenten met een ver- 61

26 blijf sinds 4 à 9 jaar: 81,2 jaar. De bewoners die sinds 10 jaar of langer in de instelling verbleven waren gemiddeld 79,2 jaar oud (n.s.). Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens burgerlijke staat: Gehuwde bewoners verbleven gemiddeld sinds 26,7 maanden in de instelling, bij weduw(en)naars bedroeg de verblijfsduur gemiddeld 42 maanden, bij ongehuwden: 79,9 maanden en bij gescheiden bewoners:49,7 maanden (Kruskal-Wallis H-test: 113, 79, 3 df, p<0.001). Gemiddelde verblijfsduur in de instelling in functie van de leeftijd van schoolverlaten: Er werden geen statistisch significante verschillen in gemiddelde verblijfsduur waargenomen tussen vroege- (46,9 maanden) en late schoolverlaters (44,3 maanden) (n.s.) Gemiddelde verblijfsduur in de instelling in functie van het al dan niet hebben van kinderen: Bewoners zonder kinderen in leven verbleven gemiddeld langer in de instelling ( 60,3 maanden) dan bewoners met kinderen (39,3 maanden) (Kruskal-Wallis H-test; 39,8, 1 df, p<0.001) Gemiddelde verblijfsduur in de instelling in functie van het al dan niet gehad hebben van inspraak in de beslissing tot plaatsing in de instelling: Er werden geen statistisch significante verschillen in gemiddelde verblijfsduur waargenomen tussen bewoners die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing (47 maanden) en bewoners die wel zelf beslisten (45,7 maanden) (n.s.) Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens gewest en provincies: Er werden geen significante verschillen in gemiddelde verblijfsduur volgens gewest geobserveerd: In Brussel en in Wallonië bedroeg de gemiddelde verblijfsduur 46,1 maanden, en in Vlaanderen 45,4 maanden (n.s.). De gemiddeld kortste verblijfsduur werd geobserveerd in de provincie Antwerpen (37 maanden), de langste in Oost-Vlaanderen: 53,3 maanden. Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens het statuut van de instelling: Bewoners uit privé-instellingen verbleven significant langer (46,4 maanden) in de instelling dan bewoners uit OCMW-instellingen (45,8 maanden): Kruskal-Wallis H-test: 5,18, 1 df, p=0,02. Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens het type bewoner ( ROB/ RVT): Er werden geen significante verschillen vastgesteld in gemiddelde verblijfsduur tussen ROB- (46,7 maanden) en RVT-bewoners (43,9 maanden). Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens nationaliteit: Bewoners die niet van Belgische nationaliteit waren verbleven gemiddeld langer in de instelling (52,4 maanden) dan bewoners van Belgische nationaliteit: 45,8 maanden. Dit verschil was echter niet statistisch significant. Gemiddelde verblijfsduur in de instelling volgens instellingsgrootte: Bewoners uit kleine instellingen (52,6 maanden) en uit grote instellingen (57,1 maanden) verbleven gemiddeld langer in de instelling dan bewoners uit middelgrote instellingen (43,8 maanden): Kruskal- Wallis H-test: 35,9, 2 df, p<0,001. Gemiddelde verblijfsduur in de instelling in functie van de gezondheidsperceptie: Er werden geen statistisch significante verschillen in gemiddelde verblijfsduur vastgesteld in functie van de gezondheidsperceptie. Bewoners die hun gezondheid als slecht beschouwden verbleven gemiddeld 43,9 maanden in de instelling, bewoners met een positieve gezondheidsperceptie: 48,3 maanden (n.s.). 62

27 Tabel 8: Gemiddelde verblijfsduur in de instelling en verdeling van de gemiddelde verblijfsduur in categorieën, volgens geslacht, leeftijdscategorie, gewest, provincie, statuut van de instelling, type bewoners en nationaliteit Categorieën van gemiddelde verblijfduur (%) Gemid. verblijfs- < 12 md md. + Duur (md.) Totale populatie: 20,7 46,3 23,9 9,2 46 Geslacht: Mannen 21,6 43,5 24,5 10,5 47,9 < 65 jaar 18, ,8 17,3 55, jr. 22,9 32,9 31,4 12,9 54, jr. 23,3 47,5 19,5 9,7 45, jr ,8 5, jr. 15,8 42,1 26,3 15,8 55,1 Vrouwen 20,3 47,5 23,6 8,7 45,3 < 65 jaar 16, , , jr. 22,2 48,3 18,3 11,1 49, jr. 21, ,4 6,8 41, jr. 19,3 47,2 24,8 8,7 44, jr. 14,9 32,4 35,1 17,6 64,1 Gewest: Vlaanderen 21,1 46,4 23,1 9,4 45,4 Brussel 23,2 42,6 25,8 8,4 46,1 Wallonië 17,7 47,5 26,1 8,6 46,1 Provincies: Antwerpen 26 50,4 15,8 7,8 37 Brussel 23,2 42,6 25,8 8,4 45,4 Henegouwen 21,5 41,1 26,7 10,7 49,4 Limburg 22, ,1 12,1 45,8 Luik 9,8 53,7 32,9 3,7 40 Oost Vlaanderen 18,2 41,9 29, ,3 Vlaams Brabant 15,8 47,6 26,8 9,9 47,9 Waals Brabant 12,3 66,2 15,4 6,2 40,2 West Vlaanderen 25,4 45,5 20,4 8,7 44 Statuut van de instelling: OCMW 22,8 44,9 23,2 9,1 45,8 Privé 17,7 48,2 24,8 9,4 46,4 Type bewoners: ROB- bewoners 21,3 46,1 23,1 9,5 46,7 RVT- bewoners 18,2 47,4 26,1 8,3 43,9 Nationaliteit: Belg 20,7 46,4 23,8 9,1 45,8 Niet- Belg 18,8 42, ,8 52,4 * statistische significantietest voor gemiddelde verblijfsduur: Kruskal- Wallis H-test Stat. Signific.* (gemid. verbl.duur)? 2 : 12,2 4 df, p=0,01? 2 : 15,1 4 df, p=0,004 n.s.? 2 : 26,1 8 df, p<0,001? 2 : 5,1, 1 df, p=0,02 n.s. n.s. 63

28 64

29 Leeftijd bij opname in de instelling Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg IInnsst teel llinnggssggeebboonnddeenn kkeennmeer rkkeenn: : LLeeeef ftijdd bbi ijj ooppnnaamee inn i ddee innsst i teel llinngg - De gemiddelde leeftijd bij opname bedroeg 77 jaar. Vrouwen waren gemiddeld ouder bij opname dan mannen. - 20% van de residenten was jonger dan 70 jaar bij opname, meer mannen dan vrouwen. - De bewoners uit rusthuizen in Vlaanderen waren het oudst en in Wallonië het jongst bij opname. - De gemiddelde opnameleeftijd was het hoogst in OCMW-instellingen en bij residenten met de Belgische nationaliteit. - Er werden geen significante verschillen in gemiddelde leeftijd bij opname vastgesteld in functie van het type van bewoner (ROB/RVT). Door vergelijking van de leeftijd met de verblijfduur in de instelling op het moment van de studie kon voor iedere bewoner de opnameleeftijd in de huidige instelling berekend worden. De gemiddelde opnameleeftijd in de instelling bedroeg 77 jaar. Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling volgens geslacht: Vrouwelijke bewoners waren gemiddeld ouder (79 jaar) bij opname dan mannen (72 jaar): Kruskal- Wallis H-test: 107,7, 1 df, p<0,001. De opnameleeftijd was vrij hoog gezien 39,8% van alle opnames zich voordeed tussen de leeftijd van 80 en 89 jaar en 6,8% was zelfs 90 jaar of ouder. Maar 20% van de residenten was jonger dan 70 jaar bij opname in de instelling: 35,7% van de mannen en 14,4% van de vrouwen (MH=141,88, p<0,001). Figuur 9: Verdeling van de leeftijd van de residenten bij opname volgens geslacht 50 leeftijd bij opname aantal bewponers (%) < 65 jaar jr jr jr jaar leeftijd bij opname mannen vrouwen Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling volgens gewest en provincie: Bewoners uit Vlaanderen waren gemiddeld 77 jaar oud bij opname, in Brussel bedroeg de gemiddelde opnameleeftijd 76 en in Wallonië 75 jaar (Kruskal-Wallis H-test: 21,1, 2 df, p<0,001). De oudste bewoners bij opname woonden in rusthuizen in Antwerpen en Oost-Vlaanderen (80 jaar), de jongste in Vlaams Brabant (72 jaar). 65

30 Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling volgens statuut van de instelling: Bewoners uit OCMW-instellingen waren gemiddeld ouder bij opname (78 jaar) dan in privéinstellingen (76 jaar) (Kruskal-Wallis H-test: 7,9, 1 df, p=0,004). Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling volgens type bewoner (ROB/RVT): ROB- en RVT-bewoners waren gemiddeld even oud bij opname in de instelling (77 jaar). Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling volgens nationaliteit: Bewoners met de Belgische nationaliteit waren gemiddeld ouder (77 jaar) bij opname dan niet- Belgische bewoner (72 jaar) (Kruskal-Wallis H-test: 9,8, 1 df, p=0,001). Tabel 9: Gemiddelde leeftijd bij opname in de instelling, verdeling volgens geslacht, leeftijdscategorieën, gewest, provincie, statuut van de instelling, type bewoners en nationaliteit Gemiddelde leeftijd bij opname (in jaren) Totale populatie: 77,2 Geslacht en leeftijdscategorie: Mannen 72,7 < 65 jaar jr. 65, jr. 75, jr. 85, jr. 92,5 Statistische Significantie*? 2 : 107,7, 1 df, p<0,001 Vrouwen 79,2 < 65 jaar 53, jr. 66, jr. 76, jr 85, jr 91,2 Gewest Vlaanderen 77,9 Brussel 76,2 Wallonië 75,8 Provincies Antwerpen 80,2 Brussel 76,2 Henegouwen 74,3 Limburg 77,9 Luik 77,7 Oost Vlaanderen 80,2 Vlaams Brabant 72,9 Waals Brabant 79,2 West Vlaanderen 78,7 Statuut van de instelling OCMW 78,3 Privé 76,2 Type bewoners ROB-bewoners 77,4 RVT-bewoners 77,4 Nationaliteit Belg 77,6 Niet-Belg 72,3 * statistische significantietest voor gemiddelde leeftijd bij opname: Kruskal- Wallis H-test? 2 : 21,1, 2 df, p<0,001? 2 : 105,7, 8 df, p<0,001? 2 : 7,9, 1 df, p= 0,004 n.s.? 2 : 9,8, 1 df, p= 0,001 66

31 Inspraak in de beslissing tot plaatsing Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg IInnsst teel llinnggssggeebboonnddeenn kkeennmeer rkkeenn: : IInnssppr raaaakk inn i ddee bbeessl lissssi inngg toot t t ppl laaaat t-- ssi inngg - Bij 26,8% van de bevraagde bewoners werd de beslissing tot plaatsing genomen zonder hun inspraak. - Dit gebeurde meer frequent bij jongere bewoners. De helft van de bewoners jonger dan 65 jaar werden geplaatst zonder inspraak. - Een plaatsing zonder inspraak was frequenter in privé-instellingen dan in OCMWrusthuizen, meer bij RVT-bewoners dan bij ROB-residenten. - Dit kwam ook meer voor in middelgrote- en véél meer voor in grote instellingen vergeleken met kleinschalige instellingen. - De proportie bewoners zonder inspraak in de beslissing tot plaatsing was het grootst bij residenten die bij opname in de instelling tot de leeftijdscategorieën < 65 jarigen of 95- plussers behoorden. - Er werd geen statistisch significant verband aangetoond tussen plaatsing zonder inspraak en nationaliteit, gewest, gezondheidsperceptie, verblijfsduur in de instelling of het al dan niet hebben van kinderen in leven. Om na te gaan in hoeverre bewoners zelf hadden kunnen beslissen om naar de instelling te gaan werd volgende vraag gesteld: " Wie heeft beslist dat u naar deze instelling zou komen?" ( uzelf alleen, uzelf met hulp van iemand anders, een familielid of een kennis zonder uw inspraak, een buitenstaander zonder uw inspraak) 73,2 % van de bewoners nam zelf de beslissing tot plaatsing, al dan niet met hulp van een derde, maar bij 26,8% werd deze beslissing genomen zonder inspraak van de bewoner. Geen inspraak in de beslissing tot plaatsing volgens geslacht: Voor 31,3% van de mannen en 24,8% van de vrouwen werd de beslissing tot plaatsing genomen zonder inspraak. Vrouwen werden dus minder frequent zonder inspraak geplaatst, vergeleken met mannen: Crude OR: 0.72 [ ], maar dit verschil was niet meer significant na correctie voor leeftijd en gezondheidsperceptie. Geen inspraak in de beslissing tot plaatsing volgens leeftijd: Bewoner die geen inspraak hadden in de beslissing tot plaatsing waren gemiddeld jonger (78 jaar) dan bewoners die wel deel hadden genomen in de beslissing (82 jaar), Kruskal-Wallis H-test: 54,77, 1df, p< Vooral de jongste bewoners (<65 jaar) werden significant meer geplaatst zonder inspraak (50%) dan de referentiegroep van de jarigen (36,1%): Adj. OR: 1.75 [ ]. De jarigen (25,2%) en jarigen (20,2%) werden significant minder zonder inspraak geplaatst dan de jarigen: Adj. OR (75-84 jarigen versus jarigen): 0.61 [ ] en Adj. OR (85-94 jarigen versus jarigen): 0.46 [ ]. Er werd geen statistisch significant verschil gevonden in plaatsing zonder inspraak tussen 95-plussers en de referentiegroep. Geen inspraak in de beslissing tot plaatsing volgens burgerlijke staat: Ongehuwde- (34,1%) en gescheiden bewoners (38,1%) werden meer frequent geplaatst zonder inspraak dan gehuwden (25,2%) en weduw(en)naars (24,5%). Vergeleken met de referentiegroep van de gehuwde bewoners werden ongehuwden frequenter zonder inspraak geplaatst: Crude OR: 1.53 [ ] dit was ook het geval voor gescheiden bewoners: Crude OR: 67

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 3.3. Tevredenheid over de hygiënische- en verpleegkundige verzorging 3.3.1. De hygiënische verzorging (hulp bij het ochtendtoilet) Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee hhyyggi iëënni isscchhee zzoor rggeenn

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 3.5. De algemene tevredenheid Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee aal lggeemeennee bbeewoonneer rss((oonn))t teevvr reeddeennhheei idd - Ruim 90,5% van de bewoners zou de instelling aanraden aan derden

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten 3.2. Tevredenheid in verband met de sociale- en familiale contacten 3.2.1. De bezoekmodaliteiten Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee bbeezzooeekkmooddaal liteei iteenn - De ontevredenheid in verband

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 3.4. Tevredenheid ivm menselijke aspecten en contacten met het personeel 3.4.1. De vriendelijkheid van het personeel Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg ddee vvr rieennddeel lijkkhheei idd vvaann hheet t

Nadere informatie

3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE

3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE 3 - TEVREDENHEIDSKENMERKEN VAN DE BESTUDEERDE POPULATIE In dit hoofdstuk werden de verschillende domeinen (tevredenheidsvariabelen) besproken die deel uitmaakten van het verblijf in de instelling: hotelservice,

Nadere informatie

Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen:

Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Epidemiologie & Rijksuniversiteit Gent, Faculteit psychologie Tevredenheid in ROB- en RVT instellingen: Deel 1: Ervaringen van de bewoners 2001 JANS B. VAN OYEN

Nadere informatie

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001

GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel 2: Bevindingen uit de bevraging van de familieleden van bewoners 2001 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID Afdeling Epidemiologie Web site: www.iph.fgov.be/epidemio/ GLOBAAL RAPPORT ONDERZOEK BIJ RVT/ROB Deel

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Tuberculose in Vlaanderen 2002 Tuberculose in Vlaanderen 2002 Inleiding Tuberculose is nog steeds een van de belangrijkste en meest frequent voorkomende geregistreerde infectieziektes. Exacte cijfers zijn pas te verkrijgen na grondige

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

Laetitia FONTAINE Béatrice JANS

Laetitia FONTAINE Béatrice JANS Epidemiologie Juni 2009 Brussel, België Depotnummer: D/2009/2505/29 Intern referentienummer: EPI/2009-030 Laetitia FONTAINE Béatrice JANS Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Juliette Wytsmanstraat,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners DISCUSSIE

TEVREDENHEID IN ROB- EN RVT INSTELLINGEN: Deel 1: Ervaringen van de bewoners DISCUSSIE 4 - DISCUSSIE Koor rtee ssaameennvvaat ttinngg Dissccuussssi iee Omwille van de beperkingen van deze studie konden de onderzoeksresultaten zeker niet geëxtrapoleerd worden voor alle Belgische ROB- en RVT

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Subacute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - subacute ziekenhuizen Zijn

Nadere informatie

In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd?

In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd? LOGOS (BelRAI) In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd? Prof. Dr. Anja Declercq Informatisering van residentiële ouderenzorg Zonder computers geen elektronisch zorgdossier

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief AUGUSTUS 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Alle ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - alle ziekenhuizen Zijn inbegrepen,

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Maxi feedback Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Acute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen,

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Resultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Contraceptie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.5.1. Inleiding Contraceptie is bijna universeel toegankelijk in ons land. Alhoewel ze relatief duur blijft (van 110 tot 250 BF per maand voor de pil), kunnen de meest onbemiddelde personen toch hulp

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4. Proportie

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MEI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Subjectieve gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.1.1. Inleiding Om de evolutie op het vlak van de gezondheid in de bevolking te kunnen evalueren en bovendien een beter beeld te hebben van de manier waarop de bevolking zelf deze ontwikkelingen beoordeelt,

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief APRIL 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JUNI 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven die voldoen aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) én waarbij de patiënt gedurende

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Vaccinatie bij Volwassenen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief AUGUSTUS 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JULI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MAART 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief FEBRUARI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief nieuwe stijl In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod De maandelijkse nieuwsbrief

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Bespreking pagina 1

Bespreking pagina 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

FOCUS "Senioren en het OCMW"

FOCUS Senioren en het OCMW FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 ADDEDUM bij het rapport Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV een rapport van de Cel Planning van het Aanbod van de

Nadere informatie

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997 6.1.1. Inleiding Het tabaksgebruik is een van de voornaamste risicofactoren voor longkanker, ischemische hartziekten en chronische ademhalingsaandoeningen (1). Men schat dat er in Europa niet minder dan

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen

IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen 1 IMA-monitor van de toepassing van de verplichte sociale derdebetalersregeling door huisartsen Boekhoudperiode 2015T1 2016T4 Publicatiedatum: 20 juni 2017 Auteurs: Belinda ten Geuzendam, Didier Saint-Jean,

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997 6.8.1. Inleiding In deze module worden 2 specifieke preventiedomeinen behandeld: de hypertensie en de hypercholesterolemie. De hart- en vaatziekten zijn aandoeningen die uit het oogpunt van volksgezondheid,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

Bespreking 5.2.2.2. page 1

Bespreking 5.2.2.2. page 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC

Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC Sectorfoto Elektriciens: Installatie & distributie PSC 149.01 VOLTA Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Niets van dit werk mag gereproduceerd of publiek gemaakt worden,

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief OKTOBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.7.1. Inleiding. Psychische gezondheidsproblemen, ook niet ernstige vormen, hebben een hoge belasting op het welzijn van een bevolking en op de kwaliteit van het leven. Echt psychiatrische condities zijn

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Chronische Ziekten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Chronische Ziekten Gezondheidsenquête, België, 1997 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België. 1 Bevolking Laatste update 2017 Inhoud 1.1 Leeftijdsverdeling... 1 1.2 Vruchtbaarheid... 2 1.3 Sterfte... 2 1.4 Levensverwachting... 3 1.5 Huwelijken en echtscheidingen... 4 1.6 Wettelijk samenwonen...

Nadere informatie

Verdeling contracten volgens verblijfsstatuut

Verdeling contracten volgens verblijfsstatuut percentage Vergelijking erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden die een contract ondertekenden ten opzichte van alle inburgeraars die een contract ondertekenden, gedurende de periode juli 2015 -

Nadere informatie