656 nm, rood; 486 nm, blauw/groen; 434 nm, blauw/violet; 410 nm violet; 397 nm violet = vt = c/f f = c/ = (3, )/( ) = 4, Hz.
|
|
- Ivo Hermans
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 toomfysica Waterstof Een beroemde lijn in de astrofysica is de 21 cm -lijn van waterstof. Het gaat dan om de golflengte in het emissie- en absorptiespectrum van atomaire waterstof in het heelal. ereken de frequentie die hoort bij deze golflengte. TL-UIZEN TL-buizen zijn zogenaamde fluorescentiebuizen. Je hebt misschien opgemerkt dat de nieuwere TL-buizen op school eerder wat gelig dan wit licht uitzenden. Dat komt niet omdat ze met een ander soort kwikdamp zijn gevuld of nieuw zijn. Hoe beïnvloedt de fabrikant de kleur van een TL-buis? En verklaar de natuurkundige achtergrond van het toegepaste verschijnsel. Uitwerking De kleur bij fluorescentie wordt veroorzaakt door het fluorescerende materiaal. Het is dat materiaal dat het UV absorbeert en met een andere, lagere frequentie uitzendt. Je krijgt een andere kleur door andere poeders te gebruiken. VERKEERSORDEN In het kader van de signalering in het verkeer en de verkeersveiligheid maakt men gebruik van fluorescerende materialen op borden. Leg uit wat fluorescerende materialen doen. EMISSIESPECTRUM Waterstof geeft een emissiespectrum dat gedeeltelijk in het zichtbare gebied zit. Zoek in INS een viertal golflengten van waterstof in het zichtbare gebied op en schrijf erbij welke kleur ze hebben én bereken van één van die golflengten welke frequentie erbij hoort.. De kleur kun je in INS vinden. 656 nm, rood; 486 nm, blauw/groen; 434 nm, blauw/violet; 410 nm violet; 397 nm violet = vt = c/f f = c/ = (3, )/( ) = 4, Hz. SPECTR Het absorptiespectrum van een stof komt overeen met het emissiespectrum. Leg de overeenkomst, maar ook het verschil uit. Het liefst aan de hand van grafieken. Kwik In een ruimte is geknoeid met kwik. Om te controleren of er na de schoonmaak nog kwikresten zijn, maakt men ervan gebruik dat kwikdamp oplicht als het met UV wordt beschenen. Leg de werking van dit oplichten uit met behulp van het atoommodel van ohr. Uitwerking: UV-fotonen hebben een energie boven de door onze ogen waarneembare. Zij brengen elektronen in een baan, waarbij de elektronen er minstens een overslaan. De elektronen vallen daarna terug, maar stapsgewijze. Hierbij komen fotonen vrij met kleinere energie, die wel waarneembaar zijn. Waterstof Een van de bekende waterstoflijnen is licht met = 656 nm. ereken de frequentie en de energie van de fotonen. Uitwerking: = vt = c/f f c 2, , Hz
2 E = hf = 6, , = 3, J C FOTO-ELEKTRISCH EFFEKT Een monochromatische lichtbron geeft licht van 450 nm. De fotocel waar dit licht op valt levert een fotostroom van 51 n. De kathode is voorzien van een laagje natrium. ereken hoeveel elektronen er per seconde de anode bereiken. ereken de remspanning in deze situatie. Teken een schakeling waarmee deze remspanning bepaald kan worden. WTERSTOF Het elektron in een waterstofatoom heeft een energie E die uit te rekenen is met de formule E R h c 1 n Hierin is n n 2 het volgnummer van de schil, waarin het elektron zich bevindt, h de constante van Planck en c de lichtsnelheid. Leid uit de formule af welke eenheid de constante R moet hebben. De ionisatie-energie van waterstof in de grondtoestand is 13,6 ev. ereken, gebruik makend van deze ionisatie-energie en de gegeven formule, hoeveel energie nodig is om het waterstofatoom vanuit de grondtoestand in de eerste aangeslagen toestand te brengen. NTRIUM ij de bekende gele natriumlampen zie je licht van 589 nm. Een lamp heeft een opgenomen elektrisch vermogen van 250 W en een rendement van 60%. ereken hoeveel fotonen van 589 nm deze per uur uitzendt. Uitwerking: 60% van 250 W = 150 W = 150 J/s = J/h. 1 foton heeft energie hc / = 6, ,010 8 / ( ) = 3, J antal fotonen per uur: / (3, )= 1,
3 C D C D FOTO-ELEKTRISCH EFFECT Een fotocel wordt opgenomen in de schakeling van figuur 1. De kathode is voorzien van een laagje natrium als lichtgevoelig materiaal. De bedoeling is om er licht op te laten vallen en de remspanning te meten bij het gebruikte licht. Daarvoor moeten in de schakeling nog een volten ampèremeter worden opgenomen. Figuur 1 is vergroot op het antwoordblad opgenomen. Teken op het antwoordblad in figuur 1 de V- en -meter op een geschikte plaats. Het licht dat op de fotocel valt, veroorzaakt een stroom. eredeneer in welke richting het schuifcontact S verschoven moet worden om de remspanning te meten. Het glas van de gebruikte fotocel laat geen ultraviolette noch infrarode straling door. Het te onderzoeken licht komt van een waterstoflamp. Zie tabel 21. Leid af welke golflengte van het waterstofspectrum bepalend is voor de remspanning, zoals die bij het experiment van vraag 2 wordt vastgesteld. In tabel 104 kun je de elektronenconfiguratie van 74 W vinden. Wolfraam is geschikt zowel zichtbaar licht als om röntgenstraling te produceren. Schets hoe ohr zich een wolfraamatoom voorstelt en leg met die tekening uit hoe zichtbaar licht en hoe röntgenstraling kan ontstaan. Uitwerking: De stroom door de fotocel en de spanning erover moeten worden gemeten. Om de remspanning te meten moeten de elektronen in de cel worden afgeremd nadat ze van de kathode zijn losgemaakt door het licht. De kathode moet dus positief zijn t.o.v. anode. P is positief t.o.v. anode en Q negatief t.o.v. anode. Het schuifcontact S moet dus in de richting van P geschoven worden. Volgens tabel 19a is zichtbaar licht tussen 380 en 750 nm. Volgens tabel 21 geeft waterstof in dat gebied: 656, 486, 434, 410, 397,... nm De remspanning wordt bepaald door de energierijkste elektronen, veroorzaakt door de energierijkste fotonen; die met de hoogste frequentie en laagste golflengte. Het gaat dus om 397 nm en kleiner uit de almer-reeks. Wolfraam heeft 74 protonen in de kern en er cirkelen bij een neutraal atoom ook 74 elektronen omheen. Het aantal elektronen voor elke schil staat in tabel 104: resp. 2, 8, 18, 32, 12 en 2. Zichtbaar licht is niet zo energierijk en ontstaat als het wolfraamatoom in een aangeslagen toestand komt - een elektron gaat van schil 6 naar een hoger gelegen schil - en dan terugvalt naar de grondtoestand, zoals getekend. Röntgenstraling is energierijk. Daarvoor moet in de binnenste schillen ruimte worden gemaakt door botsing met een energierijk elektron. ijv. een elektron uit schil 1 wordt uit het atoom gestoten. Dan kan een elektron uit bijv. schil 4 die plaats gaan innemen. Daarbij komt een röntgenfoton vrij.
4 DE ROGLIE In de kristallografie gebruikt men behalve röntgenstraling ook versnelde elektronen. ereken de versnelspanning die nodig is om elektronen met een golflengte van 1, m te krijgen. Uitwerking: h 11 13, 10 p 6, p p 5, Ns p 1 ( 5, ) -15 E 2 mv ,4 10 J = 8851 ev m 9, 1 10 De versnelspanning is dus 8,9 kv. Tussentijds niet afronden! ELEKTRISCH VELD In nevenstaand apparaat komen dankzij een geschikte lamp elektronen los van de kathode K met een kinetische energie van 1,73 ev. ereken de snelheid van die elektronen. Het blijkt dat die elektronen bij de anode aankomen met een kinetische energie van 0,23 ev. Het is bij het gebruikte apparaat mogelijk de anode in de richting van de kathode te schuiven. Leid af hoe de waarde van de kinetische energie waarmee de elektronen bij de anode aankomen, afhangt van de afstand tussen de anode en kathode.
5 FOTO-ELEKTRISCH EFFECT We hebben behalve over groene lampen ook de beschikking over infrarode en ultraviolette lampen. Het blijkt bij de opstelling volgens de tekening dat het gebruik van de groene lampen geen meetbare stroom tot gevolg heeft. eredeneer of het gebruik van de andere soorten lampen wel of geen zin heeft, als we een stroom willen meten ten gevolge van het foto-elektrisch effect. Denk er wel aan dat je alleen de lampen mag vervangen en dus verder aan de opstelling niets mag wijzigen. Polen we de voeding om, dan blijkt er bij gebruik van de groene lampen wel een stroom te lopen. Welke kwantitatieve conclusie kun je hieruit trekken ten aanzien van het gebruikte kathodemateriaal? Om stroom te laten lopen heb je vrije elektronen nodig. Om elektronen vrij te maken heb je energie nodig. Kennelijk hebben de groene fotonen te weinig energie om de elektronen vrij te maken en als dat al lukt, hebben deze te weinig kinetische energie om de overkant te bereiken, die negatief is. Je hebt alleen kans op fotostroom met energierijkere fotonen, dus met UV. Zie INS, tabel 19 ls er na ompolen wel een stroom loopt en dus elektronen vrijgekomen zijn, moet de energie van de fotonen groter dan de uittree-energie van het kathodemateriaal. Volgens INS, tabel 19a, hoort bij groen licht 2,3 ev. De uittree-energie van het kathodemateriaal moet dus kleiner zijn dan 2,3 ev.
6 ELEKTRONENEMISSIE Een fotocel is opgenomen in een schakeling om de stroomsterkte te meten als functie van de spanning tussen kathode en anode. Teken zo n schakeling. We bouwen twee van dergelijke schakelingen; we gebruiken daarbij identieke fotocellen. Op elke kathode valt een lichtbundel. Hoewel de intensiteit (in W/m²) van de lichtbundels op de kathode van beide fotocellen gelijk is, hoeft de stroomsterkte ten gevolge van de lichtbundels allerminst gelijk te zijn. Noem twee mogelijke oorzaken en licht ze toe. Uitwerking: Een verschil kan zitten in de golflengte en daarmee het aantal fotonen. Een ander verschil kan zitten in de spanning U K. ls je een grotere golflengte hebt, bezitten de fotonen minder energie en zijn wellicht niet eens in staat om elektronen vrij te maken. Kunnen ze dat wel, dan zijn er meer fotonen daarmee mogelijk meer elektronen beschikbaar. De stroomsterkte is afhankelijk van de aangelegde spanning, zie de grafiek. en RÖNTGEN-DE ROGLIE In een röntgenbuis worden elektronen versneld door een spanning U K = 125 kv. ereken welke golflengten röntgenstraling met deze elektronen kan worden opgewekt. Leg ook uit waarom je niet één enkele golflengte moet verwachten. Vlak voor de bundel elektronen tegen de anode botst, hebben de elektronen hun maximale energie. Volgens de roglie is deze elektronenbundel ook als een golf op te vatten. ereken de de-rogliegolflengte van die elektronen. = h / mv. m = 9, kg. v volgt uit ½mv² = qu en is 2, m/s. Dat levert samen op = 3, m ELEKTRONENEMISSIE Een fotocel is opgenomen in een schakeling om de stroomsterkte te meten als functie van de spanning tussen kathode en anode. Teken zo n schakeling. Op de kathode van de fotocel val een lichtbundel met een intensiteit van 1 W/m². Welke gegevens heb je nog meer nodig om te weten of er wel elektronen vrijkomen?
7 RÖNTGEN In een röntgenbuis worden elektronen versneld door een spanning U K = 125 kv. ereken de snelheid die de elektronen krijgen. ij de botsing tegen de anode ontstaat röntgenstraling. Men wil meer röntgenstraling. Leg uit of dat doel bereikt wordt door de spanning U K te vergroten? C D E CONTROLSER De controlaser is een modern beveiligingssysteem met als doel kop-staart-botsingen te voorkomen. Het systeem bestaat uit een laser die samen met een ontvanger achter de voorruit van de auto is gemonteerd. De laser zendt per seconde 1000 zeer korte elektromagnetische stralingspulsen naar voren toe uit. Na reflectie op een auto worden de pulsen door de ontvanger weer opgevangen. De straling van de laser heeft een golflengte van 859 nm. Per seconde zendt de laser 0,50 mj stralingsenergie uit. ereken het aantal fotonen dat per puls door de laser wordt uitgezonden. Een laser maakt gebruik van metastabiele toestanden. Wat bedoelt men met metastabiele toestanden Niet in examenprogramma 2 e fase: en waarom zijn die nodig om een laser te kunnen laten werken. De golflengte van de laserbundel is bepaald met een tralie en een camera. De camera mat het eerste orde maximum onder een hoek van 8,14 t.o.v. het nulde orde maximum. ereken de tralieconstante van het gebruikte tralie. De gebruikte camera was een moderne met allerlei tierelantijnen. Oude camera s hadden voor die tijd ook mooie attributen. Zo heb ik een camera met een voor die tijd luxe belichtingsmeter. Het meetcircuit bestond alleen maar uit een fotocel en een microampèremeter. Teken het circuit en leg de werking van de fotocel uit. Hoewel je de fotocel niet bij de hand hebt, kun je toch zeggen hoe groot de grensgolflengte moet zijn geweest. Hoe groot was die grensgolflengte waarschijnlijk? Minimaal of maximaal?
8 LSER uiten examenprogramma Een laser is een apparaat waarin een evenwijdige, monochromatische lichtbundel wordt gemaakt. De bundel is dankzij gestimuleerde emissie ook nog coherent. eschrijf wat men onder gestimuleerde emissie verstaat. In een bepaald type laser bevindt zich neongas. Een aantal energieniveaus van neon zijn gegeven in de figuur hiernaast. In de laserbuis worden neonatomen voortdurend in de aangeslagen toestand 20,6 ev gebracht. Van daaruit vallen ze terug onder uitzending van licht met een golflengte van 633 nm. ereken bij welke overgang vanuit het niveau 20,6 ev in een neonatoom dit licht wordt uitgezonden. ls een atoom in een aangeslagen toestand is en terug zou kunnen vallen onder uitzending van een foton met een energie E foton en er komt een foton langs met precies die energie, dan zal het aangeslagen atoom ook terugvallen naar een lager energieniveau onder uitzending van een foton met energie E foton in dezelfde richting als het passerende foton. Dat verschijnsel noemen we gestimuleerde emissie hc 6, , E hf , 10 J Dat is 1,96 ev. ls vanuit 20,6 ev een foton van 1,96 ev wordt uitgezonden, dan blijft voor het atoom 20,6 1,96 = 18,6 ev over. Het gaat dus om de overgang van 20,6 naar 18,6 ev. N-LIJN Het emissiespectrum van natrium laat de 589 nm-lijn zien. ereken de frequentie van dit Na-licht, bespreek hoe je dat natrium tot lichten kunt aanzetten en hoe we ons dat proces op atomair niveau voorstellen. ntw: 5, Hz REMSPNNING Dichtheid is een materiaaleigenschap. Leg uit of remspanning dat ook is. ntw: is het niet TRLIE. In de vuurwerkbril zit een tralie met 300 lijnen/mm. Ik kijk naar een natriumlamp met de bril op mijn neus. Hoeveel maxima kan ik waarnemen?. Hoe kan men natrium tot lichten brengen? C LUMINIUM Op de aluminiumkathode van een fotocel laat men monochromatisch licht vallen met een golflengte van 200 nm. Hoe zou jij de kleur van dit licht omschrijven? ereken de energie van de betreffende fotonen in ev. ereken de remspanning voor de vrijkomende elektronen.
9 KWIKDMP a In een bol van kwartsglas bevindt zich kwikdamp. Verder tref je er een anode en een kathode van nikkel Ni die wordt verhit door een wolfraam gloeidraad W, aan. Zie de tekening. De gloeistroom van de wolfraamdraad is 450 m bij een spanning van 6,30 V. Van deze energie wordt 0,15% gebruikt om door thermische emissie elektronen uit het nikkel los te maken. De vrijgekomen elektronen hebben een verwaarloosbare kinetische energie. ereken het aantal elektronen dat per seconde wordt vrijgemaakt. Door de spanning tussen anode en kathode te veranderen, kan men de snelheid van de elektronen regelen. b ereken de maximale snelheid waarmee elektronen bij de anode komen, indien U K = 4,0 V. c d e f g Hiernaast is een vereenvoudigd energieschema van kwik weergegeven.ij deze proef is waar te nemen dat als de spanning U K = 4,80 V, de elektronen met een kinetische energie van 4,80 ev bij de anode aankomen, terwijl bij een spanning van 5,00 V niet alle elektronen een kinetische energie van 5,00 ev blijken te hebben bij aankomst bij de anode. Verklaar dit verschijnsel. Voeren we de spanning op tot 6,70 V, dan zie je de buis licht uitstralen. Verklaar dat verschijnsel, maak hierbij gebruik van het energieschema en leid af welke kleur dat licht heeft. ereken de golflengte van het licht. ij voorgaande experimenten is de temperatuur van de kwikdamp 70 C, het volume 100 cm 3. De hoeveelheid damp is 3, mol. ereken de druk van de kwikdamp in de bol tijdens de experimenten. ls de buis afkoelt na het beëindigen van de experimenten, condenseert alle kwikdamp. ereken het volume van de ontstane druppeltjes kwik.
10 Uitwerking: a ls je weet hoeveel energie beschikbaar is en hoeveel het kost om 1 elektron vrij te maken ben je klaar. We praten over 1 s. E = IUt = 0,450 6,3 1=2,835 J nuttig: 0,15 * 0,01 * 2,835 = 4, J uittree-energie = 4,91 ev = 7, J vrij: 4,... / 7,... = 5, elektronen. b De vrijgekomen elektronen hebben een verwaarloosbare kinetische energie. De energie waarmee ze bij de anode aankomen hebben ze helemaal van het elektrische veld gekregen. W = E kin qu = ½mv 2 1, ,0 = ½ 9, v2 v = 1, m/s c De elektronen die 4,80 V doorlopen, raken onderweg geen energie kwijt. De elektronen die 5,00 V doorlopen kennelijk wel. Dat kan omdat zij tegen de kwikatomen botsen en daarbij de kwikatomen in een aangeslage toestand brengen. Hierbij raken ze 4,89 ev kwijt. De elektronen die aankomen bij de anode hebben óf een kinetische energie van 5,00 ev als ze niet gebotst hebben óf 0,11 ev als ze bij een botsing energie hebben overgedragen. d Komt het kwik in een aangeslagen toestand, dan zal het daarna gaan terugvallen naar de grondtoestand. Dat kan ineens, daarbij komt dan een foton van 6,70 ev vrij, of via de eerste aangeslagen toestand dan komen achtereenvolgens 6,70-4,89 = 1,81 ev- en 4,89 evfotonen vrij. lleen het 1,81 ev-foton van het 6,70 naar het 4,89 ev-niveau ligt in het zichtbare gebied. Uit tabel 19 blijkt dat rood licht te zijn. e E = hc/ met E = 1,81 1, J = 6, m f p = 11,0 Pa Een fotocel Een natriumlamp van 40 W geeft monochromatisch licht met een golflengte van 590 nm. Het lichtrendement bedraagt 10%. a. ereken het aantal fotonen dat de lamp per seconde uitzendt. Van het natriumlicht valt 1,0 W op het cesiumplaatje in een fotocel. b. ereken de remspanning. We gebruiken vervolgens in plaats van de natriumlamp een kwiklamp en laten het licht op de cesiumelektrode vallen. Het licht heeft een golflengte van 390 nm en er valt 1,0 W op de elektrode. c. Schets in de (I,V)-grafiek die op het antwoordblad met de natriumlamp is opgenomen, de overeenkomstige grafiek van de kwiklamp. De berekeningen die je ervoor gemaakt hebt, moet je erbij schrijven.
11 LSER In nevenstaande figuur staat een vereenvoudigd enegieniveauschema van neon. In de helium-neon-laser bevinden de aangeslagen neonatomen zich in de toestand van 20,7 ev. Het laserlicht heeft een golflengte van 633 nm. ereken met welke overgang de emissie van dit licht overeenkomt. STROOISTRLING ij een röntgenologisch onderzoek maakte men gebruik van elektronen met een kinetische energie van 125 kev. Dit onderzoek vond plaats in een kamer met betegelde wanden. De röntgenstraling die vrijkwam werd echter ook geabsorbeerd door de atomen in de tegels van de wanden en deze bleken daardoor op hun beurt weer röntgenstraling uit te zenden in alle richtingen: de zogenaamde strooistraling. Leg uit wat voor processen zich in die atomen van de wand dan hebben afgespeeld. FOTO-ELEKTRISCH EFFECT We laten violet licht op een fotocel vallen. Op de fotocel staat gedrukt dat het kathodemateriaal bestaat uit... Helaas is niet te zien of het is, a of e. Het blijkt dat er elektronen vrijkomen, want we meten een fotostroom. Leid uit de gegevens af welke stof of stoffen in aanmerking komen als kathodemateriaal. Vervolgens willen we de remspanning bepalen in bovengenoemde situatie. Maak een tekening van de opstelling, dus de fotocel samen met de essentiële onderdelen en aansluitingen die nodig zijn om de remspanning te bepalen en geef een korte toelichting op de schakeling. Zorg dat duidelijk is in de tekening van de fotocel, welke elektrode de kathode is.
12 a b c d e f g FUIGING (naar havo 1977-I) Door een gloeidraad G loopt een elektrische stroom. Hierdoor wordt een kathode K verhit. De ruimte binnen de gearceerde wand is vacuüm gepompt. K, en T zijn geleiders. Door een potentiaalverschil tussen de kathode K en de anode worden de elektronen versneld. Neem aan dat de snelheid waarmee de elektronen de kathode verlaten verwaarloosbaar is. De elektronen passeren de anode met een snelheid van 6,010 6 m/s. ereken het potentiaalverschil U K tussen anode en kathode. De elektronen gaan na het passeren van anode verder met constante snelheid naar T. Leg dat uit op basis van de elektrische schakeling. Leid af welke richting het -veld heeft en leg uit waarom dat geen invloed op de grootte van de snelheid heeft. In het magneetveld beschrijven de elektronen een cirkel met een straal van 5,0 cm. ereken de magnetische inductie van het magneetveld. De elektronen komen na het doorlopen van het magneetveld bij spleet S. ls je nauwkeuriger meet kun je vaststellen dat er behalve elektronen met een snelheid van 6, m/s ook elektronen zijn met een snelheid van 6, m/s. Dank zij de breedte van spleet S komen ook die op het trefplaatje T; maar alleen niet in het midden. eredeneer aan welke kant van het midden deze snellere elektronen op het trefplaatje komen. Door een beetje waterstofgas in de buis toe te laten, gaat de elektronenbaan oplichten. Zoek in INS één van de golflengtes die je zou kunnen waarnemen en bereken de erbij behorende frequentie. eredeneer of het verhogen van de gloeispanning invloed heeft op wat jij waarneemt en zo ja, wat voor invloed.
13 LICHTGOLVEN Een tralie met 600 lijnen per mm is 3,0 cm breed. Loodrecht daarop valt coherent natriumlicht, = 589,0 nm, zie tabel 21 C van inas. 1 ereken de hoek waaronder het 2 e orde maximum waargenomen kan worden. Dat natriumlicht laten we vallen op een met waterstofgas gevulde ballon. 2 eredeneer of je absorptie van het natriumlicht door het waterstofgas verwacht. Gebruik ter ondersteuning van je redenering ook tabel 21. Uitwerking: l 1 1 d 1, mm N n sin n sin 2 0, d 1, o 2 Natriumlicht wordt specifiek door natrium geabsorbeerd en dus niet door een ander gas, zoals waterstofgas. Die 589 nm komt dan ook niet in tabel 21. x Er is een verband tussen het absorptie- en emissiespectrum van een stof. Leg dat verband uit met behulp van tekeningen e/o grafieken. uitwerking: ls het gaat om emitteren, dan valt een aangeslagen atoom terug van een toestand naar een energietoestand door uitzending van een foton met energie hc E E ls licht met alle kleuren /golflengtes op een atoom in de grondtoestand e hc E E valt, wordt precies de golflengte geabsorbeerd die hoort bij abs. Omdat in de twee vergelijkingen verder alles hetzelfde is, moet ook e = abse. En dus is het absorptiespectrum hetzelfde als het emissiespectrum; hetzelfde betekent dat de absorptielijnen op dezelfde plaats liggen als de emissielijnen. --
14 x ELEKTRISCH GELEDINGSVERMOGEN Er zijn vaste stoffen, vloeistoffen, gassen en plasma s. Men spreekt over de 4 fasen. lle kunnen een elektrische stroom meer of minder geleiden. espreek van één van de genoemde fasen de geleiding aan de hand van tekeningen. Vast. In een vaste stof zitten de atoomrompen op hun plaats. De elektronen van de buitenste schil kunnen al dan niet t.g.v. de +pool en de - pool naar rechts gaan. Je hebt dan meer of minder geleiding. Vloeistof: in een vloeistof bevinden zich al dan niet ionen. Zijn er positieve en negatieve ionen, dan willen die resp. naar de negatieve en positieve pool. Er is dan geleiding. Geen ionen, dan ook geen geleiding. Gassen: In een normaal gas zitten geen vrije ladingsdragers. een gas zal dus niet geleiden. evindt zich in dat gas een geladen voorwerp dan kan de lading aan een gasmolecule blijven hangen dat dan in het E-veld beweegt en zo toch voor geleiding zorgen. Wordt echter de spanning te groot, dan zal een verloren elektron, bijv. direct of indirect ontstaan door kosmische straling, zo sterk versneld worden dat het bij botsing met de gasmoleculen nieuwe elektronen vrij maakt, die op hun beurt ook weer ionisaties teweeg kunnen brengen met als resultaat een plasma. Dat geleidt erg goed. -- SORPTIESPECTRUM Teken en beschrijf een opstelling waarmee het absorptiespectrum kan worden gemaakt. Leg de atomaire achtergrond van het ontstaan van het absorptiespectrum uit. uitwerking: Een lichtbron die alle frequenties en dus alle energieën bevat, zendt zijn licht door een ruimte waarin zich de stof dat gaat absorberen. Je kijkt dan door een spectroscoop naar het uit die ruimte komende licht. Het essentiële onderdeel van de spectroscoop is een prisma of een tralie. De elektronen van een atoom kunnen alleen maar bepaalde waarden aan energie hebben. ls fotonen met alle energieën bij het atoom komen, zullen alleen die fotonen worden opgenomen die een energie hebben die overeenkomt het energieverschil tussen die bepaalde waarden. Die fotonen zitten dan niet meer in de doorgaande bundel licht. --
2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieExact Periode 5. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatieIn de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieExact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is
Nadere informatie1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.
Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589
Nadere informatie1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?
Domein F: Moderne Fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? 2 Bekijk de volgende beweringen. 1 In een fotocel worden elektronen geëmitteerd
Nadere informatieExact Periode 5.2. Licht
Exact Periode 5.2 Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatieNATUURKUNDE PROEFWERK
ATUURKUNDE 1 KLAS 5 10/05/06 NATUURKUNDE PROEFWERK N1V2 2.6-2.8 EN EN HOOFDSTUK 3 Proefwerk bestaat uit 2 opgaven. Geef duidelijke uitleg en berekeningen. Totaal: 33 punten. Opgave 1: een tl-buis Een tl-buis
Nadere informatie- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die
Nadere informatieAls de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.
Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een
Nadere informatieAtoomfysica uitwerkingen opgaven
Atoomfysica uitwerkingen opgaven Opgave 1.1 Wat zijn golven? a Geef nog een voorbeeld van een golf waaraan je kunt zien dat de golf zich wel zijwaarts verplaatst maar de bewegende delen niet. de wave in
Nadere informatieFysica 2 Practicum. Er bestaan drie types van spectra voor lichtbronnen: lijnen-, banden- en continue spectra.
Fysica 2 Practicum Atoomspectroscopie 1. Theoretische uiteenzetting Wat hebben vuurwerk, lasers en neonverlichting gemeen? Ze zenden licht uit met mooie heldere kleuren. Dat doen ze doordat elektronen
Nadere informatieEXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975
2 H-11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1975 Woensdag 27 augustus, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieBegripsvragen: Elektromagnetische straling
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.8 Astrofysica Begripsvragen: Elektromagnetische straling 1 Meerkeuzevragen Stralingskromme 1 [H/V] Het
Nadere informatieNATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.
NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17
Nadere informatieTEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp.
strofysica TEMPERTUURSTRLING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp. Uitwerking: ls het meetapparaat zelf een hogere
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient
Nadere informatieExamen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.
Examen VWO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit examen
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle
Nadere informatie3 Het Foto Elektrisch Effect. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/51931
Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 May 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/51931 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieNATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)
NATUURKUNDE - 5 VWO PROEFWERK H7 11/12/09 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 12 onderdelen en 36 punten. NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM! Opgave 1 Kwiklamp
Nadere informatie1. 1 Wat is een trilling?
1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatieWoensdag 21 mei, uur
I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieStatistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie
Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven
Nadere informatieZonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme
Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.
Nadere informatieDe Broglie. N.G. Schultheiss
De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld
Nadere informatie6 Het atoommodel van Bohr. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/51935
banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Its Academy 08 mei 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/51935 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van
Nadere informatieStevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10
Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen (26-08-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 10.1 Fotonen 1 a Tael 19B: 920 nm is infrarood en 12 m is SHF (super high frequeny) 8 3,00 10 λ 6 = = = 0,333 m f
Nadere informatie1 Wat is licht? Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden van e.m.-golven zijn radar en röntgenstraling. Zie Binas tabel 19A en 19B.
Exact Periode 9 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatie1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).
1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we
Nadere informatie7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen
7. Hoofdstuk 7 : De Elektronenstructuur van Atomen 7.1. Licht: van golf naar deeltje Frequentie (n) is het aantal golven dat per seconde passeert door een bepaald punt (Hz = 1 cyclus/s). Snelheid: v =
Nadere informatieNATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatie13 Zonnestelsel en heelal
13 Zonnestelsel en heelal Astrofysica vwo Uitwerking basisboek 13.1 INTRODUCTIE 1 [W] Sterspectra 2 [W] Elektromagnetische straling 13.2 OPPERVLAKTETEMPERATUUR VAN STERREN 3 [W] Experiment: Spectra 4 [W]
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 18 APRIL 2018 Enige constanten en dergelijke 1 Bollen en katrol (5 pt) Twee bollen met massa s m en M zitten aan elkaar vast met een massaloos koord dat
Nadere informatieWoensdag 11 mei, uur
1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieExact Periode 9.2 Licht Foutenberekeningen
Exact Periode 9.2 Licht Foutenberekeningen 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Opgave 1 Accu In een auto wordt bij de elektriciteitsvoorziening een accu gebruikt. Op zo n accu staan gegevens vermeld. Zie figuur 1. figuur 1 Behalve de spanning van 12 V vermeldt men ook de zogenaamde
Nadere informatieWerkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet
Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet In dit experiment wordt de afstand tussen naburige atomen in een grafietkristal bepaald. Grafiet is een kristallijne vorm van koolstof waarbij het kristal is
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1 Opgave 1 Helikopter (3p) Een helikopter A kan in de lucht stilhangen als het geleverde vermogen door de motor P is. Een tweede helikopter B is een
Nadere informatieSchoolexamen Moderne Natuurkunde
Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1,2 VWO 6 24 maart 2003 Tijdsduur: 90 minuten Deze toets bestaat uit 3 opgaven met 16 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatienatuurkunde vwo 2017-II
Elektronen uit metaal stoken Lees onderstaand artikel. Edison Thomas Edison was één van de belangrijkste ontwikkelaars van de gloeilamp. Hij constateerde dat een verhitte gloeidraad niet alleen licht maar
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Natuurkunde
Natuurkunde Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Dinsdag 25 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 27 vragen.
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE
EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELJK ONDERWJS N 1975 (GYMNASUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE,, " 1: Van een fotocel is de kathode K bedekt met. een laagje metaal mefeen grensgolflengte
Nadere informatie1. Een karretje op een rail
Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste
Nadere informatieFrequentie = aantal golven per seconde op gegeven plek = v/λ = ν. Golflengte x frequentie = golfsnelheid
Golflengte, frequentie Frequentie = aantal golven per seconde op gegeven plek = v/λ = ν λ v Golflengte x frequentie = golfsnelheid Snelheid van het licht Manen van Jupiter (Römer 1676) Eclipsen van Io
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatieOpgave 1 Waterstofkernen
Natuurkunde Havo 1984-1 Opgave 1 Waterstofkernen A. We beschouwen kernen van de waterstofisotoop 2 H. Deze kernen worden deuteronen genoemd. We versnellen deuteronen met behulp van een elektrisch veld.
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS 1 22 APRIL 2015 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Hoe hangt de snelheid van golven in een vloeistof af van de dichtheid en de bulk modulus van de vloeistof?
Nadere informatieσ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1
Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Oranje en groen licht vallen op een prisma (onder dezelfde hoek en in dezelfde richting). Welke kleur wordt het sterkst gebroken? Hoe korter de
Nadere informatienatuurkunde vwo 2018-II
Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid
Nadere informatieNaam:... examennummer:...
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN VWO 205-206 VAK : NATUURKUNDE DATUM : Dinsdag 2 juni 206 TIJD : 07.45 0.45 UUR Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig
Nadere informatieIn deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben:
Eindtoets 3DEX1: Fysica van nieuwe energie 21-1- 2014 van 9:00-12:00 Roger Jaspers & Adriana Creatore In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad
Nadere informatieoefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo II
Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna
Nadere informatieNatuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV
Natuurkunde Hoofdstuk 12 & 13 VWO 5 / SE IV 12.1 Een deel van het elektromagnetische spectrum is infrarood, dit zit naast het zichtbare licht en wordt vaak warmtestraling genoemd. Alle voorwerpen zenden
Nadere informatie-ft's Examen HAVO en VHBO. ::s ~ ::s ::s
- Examen HAVO en VHBO Cl) "C C ::s ~... ::s ::s -ft's z Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs 19 HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Maandag 21 mei 10.00-13.00 uur 90 Als
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur
natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II
Eindexamen natuurkunde - vwo 00-II Opgave Sellafield Maximumscore voorbeeld van een antwoord: U ( n) Cs ( x n) Rb. 9 0 55 0 7 (Het andere element is dus Rb.) berekenen van het atoomnummer consequente keuze
Nadere informatieCorrectievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde
Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde Natuurkunde 1, VWO 6 9 maart 004 Tijdsduur: 90 minuten Regels voor de beoordeling: In zijn algemeenheid geldt dat het werk wordt nagekeken volgens
Nadere informatie114 Samenvatting zal het atoom hierdoor afremmen. Een atoom zal alleen een interactie kunnen ondergaan met een foton, wanneer deze exact de juiste ene
Samenvatting Bij kamertemperatuur bewegen atomen in een gas met een gemiddelde snelheid van ongeveer 1000 m/s. Als het gas afgekoeld wordt, neemt de snelheid van de atomen af. Wanneer atomen vertraagd
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot vwo II
Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7 cm en rd= 5,4 cm. Invullen levert:,
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient
Nadere informatieVLAKKE PLAATCONDENSATOR
H Electrostatica PUNTLADINGEN In een ruimte bevinden zich de puntladingen A en B. De lading van A is 6,010 9 C en die van B is +6,010 9 C. Om een idee van afstanden te hebben is in het vlak een rooster
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 24 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE Voorbeeldtentamen 3 tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel
Nadere informatieHoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.
Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en
Nadere informatieConstante van Planck bepalen met LED s. Doel: Constante van Planck bepalen
Constante van Planck bepalen met LED s Doel: Constante van Planck bepalen Apparatuur & materialen: Voeding Snoeren Gevoelige stroom meter (multimeter) Kastje met LED s en variabele weerstand (potmeter)
Nadere informatie1 Overzicht theorievragen
1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging
Nadere informatieExamen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor
Nadere informatieQuantum Rules! Waterstof. Spectraallijnen
Waterstof In dit prakticum onderzoek je eigenschappen van het waterstofatoom. Waterstof komt van nature voor in molecuulvorm (H 2 ). In de lamp zit het waterstofgas onder lage druk. De moleculen worden
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatieIn een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.
Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:
Nadere informatienatuurkunde vwo 2019-I
Dafne Schippers tegen Ireen Wüst maximumscore uitkomst: v ge = 0,05 ms m voorbeeld van een berekening: 00 00 vgem = = 9, 5 9, 0 = 0,05 ms. 0,8 0,87 Δx gebruik van vgem = Δt completeren van de berekening
Nadere informatieJ. Uitwerking E = V/d = 2 / ( ) = V/m
A B ELEKTRISCH VELD In de Volkskrant van 19 september 1998 staat een artikel van Broer Scholtens, getiteld Elektrocutie haalt bacteriën uit de puree. De essentie ervan is dat een spanning van 2 volt over
Nadere informatie(Permitiviteit van vacuüm)
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen Stralingsfysica (3D1) d.d. 5 juni 1 van 9: 1: uur Vul de presentiekaart in blokletters in en onderteken deze. Gebruik van boek, aantekeningen of notebook is niet
Nadere informatieWoensdag 30 augustus, uur
EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit
Nadere informatieHoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q
Nadere informatieVrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur
EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van
Nadere informatiemethode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:
Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS APRIL :15 12:15 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2016 TOETS 1 20 APRIL 2016 10:15 12:15 uur Enige constanten en dergelijke 1. AAN DE REKSTOK 5 pt Een man van 75 kg laat de rekstok los in een volledig gestrekte positie
Nadere informatieExamen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 Compex
natuurkunde 1, Compex Examen HAVO - Compex? Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 30 mei totale examentijd 3,5 uur 0 06 n dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet
Nadere informatieStatistiek en Data Analyse Opgavenserie 3: Lineaire regressie
Statistiek en Data Analyse Opgavenserie 3: Lineaire regressie Inleveren: uiterlijk maandag 6 februari 16.00 bij Marianne Jonker (Kamer: R3.46) Afspraken De opdrachten maak je in tweetallen. Schrijf duidelijk
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I
Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de
Nadere informatieFysica 2 Practicum. De monochromator
Fysica 2 Practicum De monochromator 1. Theoretische uiteenzetting 1.1. Principes Spectrometrie berust op de overdracht van energie tussen elektromagnetische straling en de te analyseren stof. Die overdracht
Nadere informatieTheory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)
Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller
Nadere informatieOpgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek EE1200-B - Klassieke en Kwantummechanica - deel B Hertentamen 13 maart 2014 14:00-17:00 Aanwijzingen:
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot vwo I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Opgave Een temperatuursensor maken maximumscore 5 Usensor (V) 4 A C 3 B 0 0 t ( C) inzicht dat de ijkgrafiek
Nadere informatieElektro-magnetisme Q B Q A
Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y
Nadere informatieSchriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012
- Biologie Schriftelijk examen 2e Ba Biologie 2011-2012 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgaven niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de
Nadere informatieBepaling van de diameter van een haar
Naam: Bepaling van de diameter van een haar Bepaal met een laser de diameter van een mensenhaar uit het diffractiepatroon. Zie de onderstaande schematische figuur. De golflengte van het laserlicht krijg
Nadere informatie-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6
Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme
Nadere informatieEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974
EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 30 augustus, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde " 1. Het foto-elektrisch effekt wordt' onder -andere toegepast
Nadere informatiePositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica
PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden
Nadere informatie