J. Uitwerking E = V/d = 2 / ( ) = V/m

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "J. Uitwerking E = V/d = 2 / ( ) = V/m"

Transcriptie

1 A B ELEKTRISCH VELD In de Volkskrant van 19 september 1998 staat een artikel van Broer Scholtens, getiteld Elektrocutie haalt bacteriën uit de puree. De essentie ervan is dat een spanning van 2 volt over de bacterie gaten in de celwand veroorzaakt en dat de bacterie zich daardoor niet kan vermenigvuldigen. De diameter van een bacterie ligt in de orde van grootte van 1 m. Bereken de sterkte van het veld dat nodig is. De bacterie zit in een vloeibaar product en stroomt door een buis met een flinke diameter. Daarom is een spanning van zeker 100 kv nodig voor het gewenste veld.. Tengevolge van de spanning gaat een stroom lopen, die de vloeistof opwarmt. Dat is niet de bedoeling. Om opwarmen tegen te gaan laat men de spanning slechts s tussen de elektroden staan. Men geeft dus spanningspulsen. Bereken de via de elektroden geleverde energie per puls indien je veronderstelt dat de weerstand tussen de elektroden 1k bedraagt. Uitwerking E = V/d = 2 / (110 6 ) = V/m E V Pt R t J TV-BUIS Hieronder zie je het zijaanzicht van een soort TV-buis en tevens het vooraanzicht met in het midden de stip die oplicht door de botsende elektronen. Er boven en eronder worden spoelen aangebracht en zo aangesloten op een voeding dat een magneetveld ontstaat met veldlijnen van boven naar beneden. Leid af in welke richting de elektronenbundel zal afbuigen en geef dit met een pijl op het scherm aan.

2 DE BAAN VAN EEN PROTON Een onderzoeker wil de baan bestuderen die een proton beschrijft in een ruimte waarin zowel een elektrisch als een magnetisch veld aanwezig is. Die ruimte bevindt zich tussen twee vlakke condensatorplaten, waartussen een potentiaalverschil bestaat. Een protonenbron P is zó geplaatst dat de protonen na het verlaten van de bron tussen deze platen terechtkomen. Zie figuur 2. Figuur 2 is op ware grootte Nameten! getekend. In figuur 2 is de richting van het elektrische veld E aangegeven. A Het potentiaalverschil tussen de platen is zó ingesteld dat de elektrische kracht op de protonen overal tussen de condensatorplaten gelijk is aan 8, N. Bepaal het potentiaalverschil tussen de condensatorplaten. Tussen de condensatorplaten heerst ook een homogeen magnetisch veld, waarvan de richting loodrecht op het vlak van tekening staat. De lorentzkracht die een proton in dit veld ondervindt, is echter niet constant. Dat komt doordat een proton, dat bron P met een verwaarloosbare snelheid verlaat, vanaf P versnelt door de constante elektrische kracht. Een proton doorloopt onder invloed van de beide krachten een baan die niet cirkelvormig is. Ook de baan is in figuur 2 op ware grootte getekend. De punten K, L en M van de baan zijn aangegeven. B Bepaal de richting van het magnetische veld tussen de platen. C Bereken de grootte van de snelheid van het proton in punt K. D E In punt L van de baan bedraagt de snelheid van het proton 4,510 5 m s -1. De magnetische veldsterkte is 0,200 T. Geef in punt L in de figuur op het antwoordblad de snelheidsvector v aan met een pijl van 4,5 cm lengte. Construeer in figuur 2 de resulterende kracht op het proton in punt L. Bereken daartoe eerst de grootte van de lorentzkracht. Geef een kracht van N aan met een pijl van 1 cm lengte. L

3 Na het passeren van punt M buigt het proton terug naar de onderste condensatorplaat. De onderzoeker probeert een uitdrukking te vinden voor de maximale afstand y tussen het proton en de onderste plaat. Hij komt tot de volgende uitdrukking: 2E m y 2 q B F G Hierin is E de elektrische veldsterkte, m de massa van het proton, q de lading van het proton en B de magnetische veldsterkte in tesla. De uitdrukking lijkt goed, omdat hij de juiste getalwaarde voor y oplevert. Leg uit of deze uitdrukking ook de juiste eenheid van y geeft. In de directe omgeving van M is de lorentzkracht op het proton vrijwel constant. Doordat ook de elektrische kracht op het proton constant is en doordat de resulterende kracht op het proton hier loodrecht op de baan staat, beschrijft het proton in de omgeving van M wel een cirkelbaan. Het proton heeft in punt M een snelheid van 5,010 5 m s -1. Bereken de straal van deze cirkelbaan.

4 A B Uitwerking: F = qe 8, = 1, E E = 5,010 4 N/C V 4 V 3 E 5, 0 10 V 2, V x 0, 051 C W = E kin. Alleen de elektrische veldkracht verricht arbeid en alleen t.g.v. verplaatsing in de richting van de kracht. Die verplaatsing van P naar K is 1,0 cm in de richting van E. F s = ½mv² 8, ,010 = ½ 1, v² v = 3, = 3,110 3 m/s. Óf E kin = E elek ½mv² = q V ½ 1, v² = 1, v = 3,110 3 m/s. D De snelheidsvector raakt aan de baan. E F L = Bqv = 0,200 1, ,510 5 = 14, N 7,2 cm F E = ,0 cm F Uit F = qe volgt [E] = N C 1 F = Bqv [B] = N C 1 (m s 1 ) 1 en ook is N = kg m s 2 vanwege F = ma. Nu invullen: -1 [ E] [ m] N C kg kg kg 2 [ q] [ B] C N C s m N s m kg m s (..) m klopt! G 2 2 mv mv Fmpz FL FE r r, de lorentzkracht wijst naar het middelpunt en de elektrische kracht is tegengesteld gericht. Tekenen! Invullen: 1, , 20 1, r r 0, 052 m

5 DE BROGLIE Bij proeven over interferentie van elektronenbundels gebruikt men de in figuur 1 en 2 geschetste opstelling die zich geheel in vacuüm bevindt. In een opening tussen twee geaarde metalen platen A en B bevindt zich in het midden een dunne zilveren draad D, die op een constante spanning van + 10 V wordt gehouden t.o.v. de platen A en B. Op de opening tussen A en B valt een divergerende elektronenbundel afkomstig van de lijnvormige elektronenbron C. De cilinder die C omhult, is evenals de platen A en B geaard. Alle elektronen die de cilinder verlaten, hebben een kinetische energie van 20 kev. Op vrij grote afstand van de platen A en B bevindt zich evenwijdig hieraan een fotografische plaat F. A B C D E Schets in figuur 2 het verloop van enkele veldlijnen van het elektrische veld in de opening tussen A en B. Schets van een aantal elektronen de vorm van de banen zowel in de opening als daarvoor en daarna. Geef in figuur 2 aan in welk gebied of welke gebieden de elektronen een versnelling ondervinden en licht je antwoord toe. Door de afbuiging in het elektrische veld ontstaan er overlappende elektronenbundels. Deze bundels schijnen te komen van twee denkbeeldige bronnen op een afstand van 0,1 mm van elkaar, elk op een afstand van 4,0 m van de plaat F. Op de plaat ontstaat een interferentiepatroon, dat 3000 vergroot is afgebeeld in figuur 3. Nameten!! Bepaal de afstand tussen twee opeenvolgende maxima in het interferentiepatroon op de fotografische plaat. Bij een dergelijke proef heeft men kunnen afleiden dat de golflengte van de elektronen 0,009 nm bedraagt. Ga door berekening na of deze golflengte overeenkomt met de de-brogliegolflengte van de elektronen.

6 BÈTASPECTROMETER In figuur 4 is een bètaspectrometer schematisch weergegeven. In S bevindt zich een radioactieve bron die -straling uitzendt. Zoals je weet zijn dat elektronen. De ruimte R is vacuüm. Ten gevolge van een homogeen magneetveld beschrijven de elektronen cirkelvormige banen in het vlak van tekening alvorens ze bij de detector D komen. A Bepaal de richting van het aangelegde magneetveld. de De drie getekende banen horen bij elektronen met verschillende snelheden. B Leid af welke baan bij de snelste elektronen hoort.

7 A ELEKTRONEN IN EEN BEELDBUIS In een beeldbuis van een televisie worden elektronen versneld. De beginsnelheid van de elektronen wordt verwaarloosd. Na het doorlopen van een spanning U hebben de elektronen een snelheid van 2,910 7 m/s. Bereken de spanning U. De versnelde elektronen komen vervolgens in een magneetveld. Zie de tekening. Neem aan dat dit veld homogeen is, dat de magnetische veldlijnen loodrecht op het papier staan en dat de veldlijnen het papier uitkomen. De elektronen ondervinden ten gevolge van dit magneetveld een lorentzkracht van 1,410 4 N. B Bereken de grootte van de magnetische inductie B. C D A B C D De situatie is hierboven op ware grootte afgedrukt. Nameten!! Onder invloed van de lorentzkracht doorloopt een elektron een deel van een cirkelvormige baan met een straal van 5,5 cm. Geef hierboven het middelpunt van deze cirkelvormige baan aan en teken de baan totdat deze de lijn PQ snijdt. De versnelspanning U wordt gehalveerd. Leid af wat de gevolgen daarvan zijn voor de straal van de cirkelbaan die de elektronen in het magneetveld beschrijven. Uitwerking: qu = ½mv² 1, U = ½ 9, (2,910 7 )² U = 2392 = 2,4 kv F L = Bqv 1, = B 1, ,910 7 B = 3,010 3 T In het magneetveld een cirkel voor de lorentzkracht, daarbuiten rechte lijnen. Deze rechten raken aan de cirkel. Er wordt van je verwacht dat je voldoende nauwkeurig en met passer en geodriehoek werkt. De versnelspanning wordt gehalveerd. Dat is een kwantitatieve uitspraak. Dat wordt van jou over de straal ook verwacht. 1 2 qv 2 mv mv Bqv r mv 2 Bq r. Uit de eerste vergelijking volgt dat als de versnelspanning gehalveerd wordt, ook v 2 gehalveerd wordt en dus v met een factor 2 = 0,71 wordt verkleind. Uit de laatste vergelijking blijkt dat r dus ook met de factor 0,71 wordt verkleind.

8 OSCILLOSCOOP Op de experimenteertafel staat een oscilloscoop. In het elektronenkanon worden elektronen versneld tot 2,410 7 m/s. Het elektronenkanon is niet getekend. De bundel elektronen komt in de vlakke-plaatcondensator die zorgt voor de verticale afbuiging. De bundel is parallel aan de platen langs de streeplijn. Zie de tekening. De lengte van de platen is 4,0 cm en de afstand tussen de platen is 2,0 cm. A B C Bereken de spanning die op de platen gezet moet worden om een afbuiging van 1,0 cm te veroorzaken op de plaats waar de bundel de condensator verlaat. Schets de baan van die elektronenbundel in beide aanzichten van begin streeplijn tot aan het scherm. Door het aanleggen van een magneetveld wil men bereiken dat de bundel langs de streeplijn blijft gaan. Leid af hoe dat magneetveld gericht moet zijn en geef het magneetveld in de tekening aan. AFBUIGING Elektronenbundels kun je zowel met een elektrisch als met een magnetisch veld afbuigen. Teken een van beide situaties en geef wat bijzonderheden over de baan van de bundel. HOMOGEEN E-VELD In een homogeen elektrisch veld neemt over een afstand van 5 cm de snelheid van een elektron toe van 1,010 6 m/s tot 2,010 6 m/s. Bereken waar de snelheid 1,510 6 m/s was. Antw: 2,1 cm

9 A B C A B ELEKTRONENKANON In een vacuüm is een elektronenkanon geplaatst. Elektronen verlaten dit kanon met een snelheid v = 1,010 4 m/s. Bereken hoe groot de versnelspanning in het elektronenkanon dan moet zijn. Die elektronen komen dan in een magnetisch veld en beschrijven een halve cirkel zoals in nevenstaande tekening is aangegeven. De diameter van de cirkel blijkt 60 cm te zijn. Leid af in welke richting de magnetische veldlijnen lopen. Bereken de grootte van de magnetische inductie B. Uitwerking: De elektrische energie wordt omgezet in kinetische energie ,1 10 1, qu 1 2 mv U 2,8 10 V 19 1,6 10 Zie tekening. Handregel zegt dat veld het papier in prikt. C B mv qr ,1 10 1, ,6 10 0,30 1,9 10 T

10 FRANCK EN HERTZ In een vacuümruimte worden elektronen vrijgemaakt door een gloeidraad achter de kathode K. Tussen de kathode K en de anode A heerst een als homogeen te beschouwen elektrisch veld ten gevolge van een in te stellen spanning U AK. De anode is een fijn gaas, waar elektronen doorheen kunnen schieten. Ook tussen de anode en de plaat C heerst een als homogeen te beschouwen elektrisch veld ten gevolge van een vaste spanning van 1,0 V; de tekening is op schaal. Leid af waar de elektronen in de ruimte een kinetische energie hebben die groter is dan 4,5 ev. Geef dit gebied in de tekening zo nauwkeurig mogelijk aan. Uitwerking: Als de elektrische velden als homogeen beschouwd kunnen worden is het door de elektronen doorlopen potentiaalverschil evenredig met de afstand die ze afgelegde hebben. Om een kinetische energie van 4,5 ev te krijgen moeten ze dus 4,5 V = 0,9 V doorlopen en dus ook 0,9 van de afstand tussen K en A. Na A, waar de kin. energie inmiddels 5,0 ev is, raken ze weer kinetische energie kwijt. Het E-veld wijst de andere kant op en de potentiaal daalt weer. Als ze de halve afstand tussen A en C doorlopen hebben, is die afgenomen tot 4,5 ev.

11 PLAATCONDENSATOR Een vlakke plaatcondensator bevindt zich in vacuüm. Midden tussen de platen bevindt zich een positief geladen deeltje met een lading van + 8,0 nc op plaats L in het homogene veld. Ten gevolge van dit veld ondervindt het deeltje een elektrische kracht van 5, N. De spanning tussen de platen is 400 V. a. Bereken de afstand d tussen de platen. b. Bereken de massa van het positieve deeltje als het blijkt te zweven. De invloed van de negatieve lading K kun je hierbij verwaarlozen. Het negatief geladen deeltje K zweeft niet, maar beweegt versneld naar beneden. Die versnelling is door een punt in de grafiek aangegeven. c. Schets de grafiek van de versnelling die deeltje K tussen de platen ondervindt als functie van de afstand tot de bovenste plaat en licht je grafiek toe. Ditmaal kun de invloed van P verwaarlozen. je ELEKTRONENBUNDEL IN MAGNEETVELD Een elektronenbundel komt in een door de stippellijn aangegeven gebied binnen, waarin een naar ons toe gericht magneetveld heerst. Bepaal in welke richting de elektronenbundel zal gaan afbuigen.

12 MILLIKAN In de nevenstaande situatie stellen de twee horizontale rechthoeken twee geïsoleerde condensatorplaten voor met een onderlinge afstand van 4,0 cm. Het veel te groot getekende bolletje stelt een negatief geladen ion voor 1,0 cm boven de onderste plaat; behalve zijn lading is ook zijn massa gegeven. Door de lading van de platen heerst ertussen een homogeen naar boven gericht elektrisch veld met een sterkte van 1, V m -1. a. Leid af in welke richting het ion een elektrische kracht ondervindt. b. Bereken de grootte van de elektrische kracht op dat ion. c. Bereken de grootte van de zwaartekracht op dat ion en beredeneer of een van beide krachten wellicht verwaarloosbaar is t.o.v. de ander. d. Bereken het potentiaalverschil tussen de platen. Uitwerking: a. F= q E Het veld wijst naar boven, q is negatief, dus de kracht is naar beneden. b. F = qe = 3, , = 3, N c. F = mg = 1, ,81 = 9, N = 0, N De elektrische kracht is slechts 1 cijfer significant achter de komma. Het eerste cijfer bij de zwaartekracht komt 10 plaatsen verder en telt dus niet mee. De vaststelling dat de zwaartekracht maal zo klein is, is niet voldoende om verwaarloosbaar te zijn. d. E=V/d dus V = E d = 4,0 10² V

13 INFLUENTIE Hieronder is in de linkertekeningen steeds een elektrisch veld getekend. In dit elektrisch veld wordt een neutraal metalen bolletje gebracht. Dat is in de rechter tekeningen weergegeven met het 'oude' veld gestippeld op de achtergrond. a. Geef de ladingsverdeling op de bolletjes aan. b. Teken het elektrisch veld zoals dat in beide rechter situaties zal ontstaan. c. Geef door middel van een pijl de richting aan van de resulterende kracht op het bolletje, indien aanwezig. Niet aanwezig, zet er dan bij F = 0. Uitwerking: Door het elektrische veld worden de positieve ladingen in de richting van de veldlijnen getrokken, de negatieve juist in tegengestelde richting. In de onderste tekening is het veld bij de linkeronderhoek het sterkst en daar zul je dus een grotere dichtheid aan negatieve ladingen aantreffen, dan aan de andere kant bij de positieve ladingen. b. De veldlijnen geven aan in welke richting een positieve proeflading een kracht zal ondervinden. Ze buigen dus af in de richting van de ladingen op de geleider, waar ze ook loodrecht op staan. Het tekenen van deze veldlijnen is moeilijk. Omdat het symmetrisch moet zijn tekenen we maar de helft. c. In de bovenste tekening ondervinden de positieve ladingen een even grote, maar tegengesteld gerichte kracht t.o.v. de negatieve. de somkracht is dus nul. In de onderstel worden de negatieve door het inhomogene veld sterker aangetrokken; er is een resulterende kracht naar links onder.

14 ELEKTRONENBUIS In figuur A zien we een afbeelding van een luchtledige buis waarmee we de afbuiging van elektronen in elektrische en magnetische velden kunnen onderzoeken. De diverse onderdelen zijn in figuur B schematisch weergegeven. Ook de elektrische schakeling is in figuur B te herkennen. A B Door de gloeispiraal sturen we een stroom waardoor de kathode K zo heet wordt dat deze elektronen gaat uitzenden. De vrijgemaakte elektronen komen met verwaarloosbaar kleine snelheid in een ruimte waar een elektrisch veld heerst tussen de kathode en de (doorboorde) anode A. In deze ruimte worden ze versneld. a. Bereken de spanning V AK die vereist is om de elektronen die de anode passeren een snelheid te geven van 3, m/s. Na het passeren van de doorboorde anode komen de elektronen met de genoemde snelheid in de ruimte tussen de evenwijdige metalen platen X en Y. Zie figuur C. Tussen deze platen heerst een homogeen elektrisch veld. De elektronen komen dit veld binnen in het midden M tussen de platen. De baan die ze beschrijven is zichtbaar in figuur C. De meegefotografeerde schaalverdeling is in centimeters. In de baan zijn de punten P en Q aangegeven. b 1. Geef in figuur C het elektrische veld weer dat tussen de platen X en Y bestaat door in figuur C vier veldlijnen te tekenen. b 2. Zet, indien van toepassing, alsnog je naam op het antwoordblad en op de andere bladen. c. Teken in figuur C de elektrische kracht die een elektron ondervindt, zowel in punt P als ook in punt Q. Teken deze krachten in onderling juiste verhouding. De bundel elektronen treft plaat X in punt G. d. Bereken hoeveel tijd een elektron nodig heeft om de baan van M tot G te doorlopen. e. Bepaal het potentiaalverschil tussen de platen X en Y. We stellen het potentiaalverschil tussen de platen X en Y in op 2,0 kv. De elektronenbundel wordt ook nu naar boven afgebogen. Met behulp van een magnetisch veld zorgen we ervoor dat de bundel elektronen niet wordt afgebogen, ondanks de aanwezigheid van het elektrische veld. Onder invloed van beide krachtvelden gaat de bundel dan rechtuit. f. Bepaal de richting en de grootte van de magnetische veldsterkte als de elektronenbundel niet wordt afgebogen.

15

16 MASSASPECTROMETER In de tekening is schematisch een gedeelte getekend van een massaspectrometer volgens Bainbridge. In een niet getekende ionenbron worden positieve ionen gevormd. Bij het passeren van de spleet S 1 hebben de ionen een aanzienlijke snelheid, die niet voor alle ionen even groot is. Na het passeren van S 1 komen de ionen in een ruimte I waarin tussen de condensatorplaten P en Q een elektrisch veld heerst. Bovendien heerst er in ruimte I een homogeen magnetisch veld. De ruimten I en II zijn vacuüm gepompt. Alleen bepaalde ionen gaan rechtdoor, zodat ze spleet S 2 passeren. De betreffende ionen komen dan in een ruimte II waarin uitsluitend het eerder genoemde magnetische veld heerst. Tenslotte treffen deze ionen een fotografische plaat. a. Leid de richting van de krachten af die op een ion werken als het zich tussen de platen P en Q bevindt; verwaarloos daarbij de werking van de zwaartekracht op het ion. Geef de krachten in de tekening aan. b. Bepaal met behulp van deze tekening de richting van het magnetische veld. De ionen doorlopen in ruimte II een halve cirkelbaan voordat ze tegen de fotografische plaat botsen. c. Leid af waar zich de fotografische plaat bevindt en geef die plaats in de tekening aan met de letter c. In het vervolg stelt E de grootte van de elektrische veldsterkte voor, B de grootte van de magnetische veldsterkte en v de grootte van de snelheid waarmee ionen de spleet Sl passeren. d. Toon aan dat alleen die ionen de spleet S 2 passeren die een snelheid v = E/B bezitten. e. Leid af waar de ionen terecht komen die een te grote snelheid hebben om S 2 te passeren? Geef deze plaats in de tekening aan met de letter e. De fotografische plaat blijkt op 12,0 cm afstand van S 2 te worden getroffen door ionen. f. Bereken de massa van zo'n ion als gegeven is dat E = 3, V/m, B = 0,25 T en de betreffende ionen tweewaardig zijn. Voor de niet-scheikundige onder jullie: q = + 2e.

17 ELEKRONENBAAN Je hebt geleerd dat bewegende elektronen in een magneetveld een lorentzkracht ondervinden ter grootte Bqv. Door deze lorentzkracht gaan elektronen in een homogeen magneetveld, we zullen je dat laten zien, een cirkelbaan beschrijven, zoals getekend. a. Leid af welke richting het genoemde magneetveld moet hebben. b. Bereken de straal van de baan als verder gegeven is, dat v = 1, m/s en r = 5,0 cm. LORENTZKRACHT In een homogeen magneetveld van 2, T loopt een stroom van 1,2 A door een draadstuk van 16 cm lengte. De onderlinge positie is hiernaast gegeven. Bereken de grootte van de lorentzkracht en leid tevens de richting ervan af.

18 Magneetvelden Van de bovenleiding C neemt een elektrische trein een gelijkstroom af van 500 A. De stroom keert terug via beide rails A en B naar het verdeelstation. Deze stroom veroorzaakt een magnetisch veld, waarvan veldlijnen getekend zijn. In de buurt van de rails hebben we ze niet getekend; evenmin hebben we overal de richting aangegeven. Een assenstelsel met oorsprong is getekend. a. Bepaal de stroomrichting in de bovenleiding. De magnetische veldsterkte B van een rechte draad, waardoor een stroom loopt met een sterkte I, op een afstand r van die draad kun je uitrekenen met de formule I B 0 2 r De afstand van bovenleiding tot rails is 6,0 m. De rails zijn 1,0 m verzonken. b. Bereken de magnetische veldsterkte midden tussen bovenleiding en rails, x = 0,0 m, y = 3,0 m. Bij dit onderdeel mag je veronderstellen dat de afstand AB tussen rails verwaarloosbaar is. c. Schets de grafiek van de magnetische veldsterkte als functie van de hoogte, van het maaiveld tot 4 m boven de bovenleiding, dus x = 0,0 m en 1,0 m < y < 10 m. d. Schets de veldlijnen in de buurt van de rails. e. Schets de grafiek van de magnetische veldsterkte als functie van de horizontale positie in het bed van de rails, dus - 3 m < x < 3 m en y = 0 m. FRANCK EN HERTZ INLEIDING Nevenstaande figuur stelt een vacuümbuis voor waarin de kathode K elektronen uitzendt met een beginsnelheid van 800 m/s. De anode A is doorboord. Tussen K en A heerst een potentiaalverschil van 750 V. In de buis bevindt zich achter A nog een elektrode P die geaard is. a. Bereken de snelheid waarmee de elektronen bij P aankomen, als behalve P ook de kathode is geaard. b. Bereken de snelheid waarmee de elektronen bij P aankomen, als behalve P ook de anode is geaard.

19 Thomson In 1896 waren lading en massa van het elektron nog niet bekend. Een paar jaar later slaagde de natuurkundige J.J. Thomson er wel in de verhouding van lading en massa experimenteel te bepalen. Hij gebruikte daarvoor een zogenaamde kathodestraalbuis, die vereenvoudigd is weergegeven in figuur 1. figuur 1 De bij de kathode vrijkomende elektronen worden tussen kathode en anode versneld. De elektronen die de spleet in de anode passeren, komen vervolgens terecht in een homogeen elektrisch veld tussen twee platen A en B, met een snelheid evenwijdig aan die platen. De grootte van de elektrische veldsterkte is 2, V m -1. De afstand tussen de platen is 1,2 cm. In de buis heerst vacuüm. a Bereken het potentiaalverschil tussen de platen A en B. b c d Door in het gebied tussen de platen ook een homogeen magneetveld aan te leggen, zorgde Thomson ervoor dat de elektronenbundel geen afbuiging tussen de platen onderging. De zwaartekracht op de elektronen is te verwaarlozen. In figuur 1 is een punt P aangegeven op de baan van de elektronen. Leg met behulp van die tekening uit welke richting het magneetveld in P heeft. Geef daarbij een toelichting. De snelheid van de rechtdoorgaande elektronen is 2, m s -1. Bereken de grootte van de magnetische inductie. Bereken de spanning tussen anode en kathode die voor deze snelheid is vereist. Daarna schakelde Thomson het magneetveld uit. De elektronenbundel werd toen afgebogen door het elektrische veld tussen de platen. Zie de schematische weergave in figuur 2. De lengte van de platen is 3,0 cm. figuur 2. Uit de afbuiging leidde Thomson af dat de elektronen na het doorlopen van het elektrische veld een snelheid hadden met een verticale component van 5, m s -1.

20 e f Bereken de waarde die Thomson vond voor de verhouding van lading en massa voor een elektron. Aanwijzing: bereken eerst de verticale versnelling die de elektronen in het elektrische veld krijgen. Bereken de debroglie-golflengte van de elektronen als zij het E-veld tussen de platen A en B verlaten. LINEAIRE VERSNELLER Een lineaire versneller bestaat uit opeenvolgende metalen buizen 1, 2, 3, 4..waarbij de even genummerde buizen met de ene pool van een wisselspanningbron zijn verbonden en de oneven genummerde met de andere pool. Er worden geladen deeltjes ingebracht die langs de as van de buis bewegen en steeds sneller gaan bij iedere oversteek van de ene naar de volgende buis. Bij een experiment met elektronenbundels is de snelheid van de elektronen in buis 3 gelijk aan 2,410 7 m/s. De wisselspanningfrequentie is 20 MHz. Bereken de gewenste lengte van buis 3.

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

VLAKKE PLAATCONDENSATOR H Electrostatica PUNTLADINGEN In een ruimte bevinden zich de puntladingen A en B. De lading van A is 6,010 9 C en die van B is +6,010 9 C. Om een idee van afstanden te hebben is in het vlak een rooster

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal. Natuurkunde Havo 1984-II Opgave 1 Fietsen Iemand rijdt op een fiets. Beide pedalen beschrijven een eenparige cirkelbeweging ten opzichte van de fiets. Tijdens het fietsen oefent de berijder periodiek een

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.1 Elektrische kracht en lading Elektrische krachten F el + + F el F el F el r F el + F el De wet van Coulomb q Q

Nadere informatie

Voor de gewenste gegevens raadplege men het tabellenboekje. Gebruik van tabel I de kolom 'afgeronde waarde'.

Voor de gewenste gegevens raadplege men het tabellenboekje. Gebruik van tabel I de kolom 'afgeronde waarde'. VWO 1973 Voor de gewenste gegevens raadplege men het tabellenboekje. Gebruik van tabel de kolom 'afgeronde waarde'.. Een spoel, bestaande uit 100 koperdraadwindingen van 30 bij 6 cm, heeft een massa van

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen VWO 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 13 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde compex vwo 2010 - I

Eindexamen natuurkunde compex vwo 2010 - I - + Eindexamen natuurkunde compex vwo 2010 - I Opgave 1 Massaspectrometer Lood in ertsen uit mijnen bestaat voornamelijk uit de isotopen lood-206, lood-207 en lood-208. De herkomst van lood in loden voorwerpen

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde I Herkansing uur uur donderdag 7 juli 2005 Docent Drs.J.B. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde I Herkansing 09.00 uur -.00 uur donderdag 7 juli 005 Docent Drs.J.. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 5 opgaven met totaal 0 deelvragen Maak elke opgave op een apart vel voorzien

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrostatica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Opgave: Deeltjesversnellers

Opgave: Deeltjesversnellers Opgave: Deeltjesversnellers a) Een proton is een positief geladen en wordt dus versneld in de richting van afnemende potentiaal. Op het tijdstip t1 is VA - VB negatief, dat betekent dat de potentiaal van

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 12 Elektrische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 12.3 Elektrische energie en spanning Samenvatting van alle formules dit hoofdstuk a ( m s 2) m (kg) F el (N) m (kg)

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller

Nadere informatie

1 Overzicht theorievragen

1 Overzicht theorievragen 1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging

Nadere informatie

Opgave 1 Waterstofkernen

Opgave 1 Waterstofkernen Natuurkunde Havo 1984-1 Opgave 1 Waterstofkernen A. We beschouwen kernen van de waterstofisotoop 2 H. Deze kernen worden deuteronen genoemd. We versnellen deuteronen met behulp van een elektrisch veld.

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv. jaar: 1989 nummer: 07 In ieder hoekpunt van een driehoek ABC bevindt zich een lading. In A en C is dit een lading van - 6.10-6 C. In B is dit +10.10-6 C. Beschouwen we het punt P gelegen op 30 cm van A

Nadere informatie

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Vragenlijst MAGETSME Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Antwoordeninstructie Je hebt een heel lesuur om de vragen te beantwoorden. Er zijn in totaal 19 vragen, waarvan 5 open vragen en

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo 2010 - I

Eindexamen natuurkunde vwo 2010 - I Opgave 1 Kingda Ka Lees het artikel. Snelste achtbaan ter wereld geopend New York. De hoogste en snelste achtbaan ter wereld gaat binnenkort open. Wie in de Kingda Ka stapt, maakt mee dat de trein in 3,5

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven.  'of) r.. I r. ',' t, J I i I. .o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze

Nadere informatie

Woensdag 21 mei, uur

Woensdag 21 mei, uur I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient

Nadere informatie

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur. Vraag 1 Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur. A n A B n B C n C Dan geldt voor de brekingsindices n A,

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 1 vrijdag 21 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 1 vrijdag 21 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 13.30-16.30 uur natuurkunde tevens oud programma natuurkunde 1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere 8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere Enkele opmerkingen: Permanente magneten zijn overal om ons heen. Magnetisme is geassociëerd met bewegende electrische ladingen. Magnetisme: gebaseerd

Nadere informatie

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 2 H-11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1975 Woensdag 27 augustus, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tijd: 2 Juni 217, 12: 14: uur Plaats: WN zalen S67; P647; P663; S 623, S 631, S 655; M 639, M 655 Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad.

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrostatica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding

Nadere informatie

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 Compex

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 Compex natuurkunde 1, Compex Examen HAVO - Compex? Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 30 mei totale examentijd 3,5 uur 0 06 n dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

. Vermeld je naam op elke pagina.

. Vermeld je naam op elke pagina. Tentamen: Elektriciteit en Magnetisme Docent: J. F. J. van den Brand R. J. Wijngaarden Datum: 30 Mei 2006 Zaal: Q112/M143 Tijd: 15:15-18.00 uur. Vermeld je naam op elke pagina.. Vermeld je collegenummer..

Nadere informatie

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm. Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 30 augustus, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde " 1. Het foto-elektrisch effekt wordt' onder -andere toegepast

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRIJDAG 19 JUNI 2015 TIJD : 07.45 10.45 UNIFORM EXAMEN VWO 2015 Aantal opgaven: 5 Aantal pagina s: 6 Controleer zorgvuldig of alle

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal Elektrische flux Een cilinder van een niet-geleidend materiaal wordt in een elektrisch veld gezet als geschetst. De totale elektrische flux door het oppervlak van de

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Opgave 1 Fata Morgana (3p) We hebben een planparallelle plaat met een brekingsindex n(z), die met de afstand z varieert. Zie ook de figuur. a. Toon

Nadere informatie

Juli blauw Vraag 1. Fysica

Juli blauw Vraag 1. Fysica Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

Woensdag 24 mei, 9.30-12.30 uur

Woensdag 24 mei, 9.30-12.30 uur 'i EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 24 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 27 Magnetisme Hoofdstuk 27 Magneten en Magnetische Velden Electrische Stroom Produceert Magnetisch Veld Stroom oefent kracht uit op magneet Magneetveld oefent kracht uit op een Electrische Stroom

Nadere informatie

3.1 Magneten en elektromagneten

3.1 Magneten en elektromagneten 3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke

Nadere informatie

Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Tentamen Natuurkunde 1A 09.00 uur - 12.00 uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs Aanwijzingen: Dit tentamen omvat 6 opgaven met totaal 20 deelvragen Begin elke opgave op een nieuwe kant

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1 18 APRIL 2018 Enige constanten en dergelijke 1 Bollen en katrol (5 pt) Twee bollen met massa s m en M zitten aan elkaar vast met een massaloos koord dat

Nadere informatie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Tentamen Elektriciteit en Magnetisme 1 Woensdag 20 juni 2012 09:00-12:00 Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar. Maak elke opgave

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II Opgave 1 Nerobergbahn In deze opgave worden wrijvingskrachten steeds verwaarloosd. De Duitse stad Wiesbaden heeft sinds 1888 een bijzondere attractie: de Nerobergbahn. Zie figuur 1. De bergbaan wordt aangedreven

Nadere informatie

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012 - Biologie Schriftelijk examen 2e Ba Biologie 2011-2012 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgaven niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3

Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1, I. Opgave 3 Telkens is aangegeven als de examenopgaven zijn aangepast of uitgebreid. et 2 training vwo 5 2011 Opgave 1 Nieuw element Vwo Natuurkunde 1,2 2005-I. Opgave 3 Lees het artikel. Kernfysici zien nieuw element

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Naam (in drukletters): Studentennummer: Langere vraag over de theorie (a) Bereken de elektrische potentiaal voor een uniform geladen ring en dit voor een punt dat ligt op de as die loodrecht staat op de

Nadere informatie

Hoe merkt een geladen deeltje dat er een tweede geladen deeltje in de buurt is als de twee deeltjes elkaar niet aanraken?

Hoe merkt een geladen deeltje dat er een tweede geladen deeltje in de buurt is als de twee deeltjes elkaar niet aanraken? Inhoud... 2 De wet van Coulomb... 3 Elektrische veldsterkte... 4 Elektrische veldsterkte binnen een geleider... 5 Opgave: Elektrische kracht... 5 Elektrische veldlijnen... 6 Opgave: Elektrische veldlijnen...

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

De Broglie. N.G. Schultheiss

De Broglie. N.G. Schultheiss De Broglie N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Detecteren en gaat vooraf aan de module Fluorescentie. In deze module wordt de kleur van het geabsorbeerd of geëmitteerd licht gekoppeld

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010 Schriftelijk examen: theorie en oefeningen 2009-2010 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, dit blad niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de vermelding

Nadere informatie

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede

Nadere informatie

Havo 5 oefen et

Havo 5 oefen et Toetsstof havo 5 et4 volgens PTA: examenjaar 2010/2011 Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Stof volgens het PTA: havo5 h2: Trillingen en golven Havo5 h3: Energie en warmte Havo5 h4: Elektromagnetisme

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETIME (3D020) 21 juni 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 Op de geleider bevindt zich een totale lading. De lengte van de geleider (een halve cirkel) is gelijk aan πr. y d ϕ R P x Voor

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Beoordelingsmodel Opgave Sprint maximumscore De snelheid is constant omdat het (s,t)-diagram (vanaf 4 seconde) een rechte lijn is. De snelheid is gelijk aan de helling van

Nadere informatie

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet In dit experiment wordt de afstand tussen naburige atomen in een grafietkristal bepaald. Grafiet is een kristallijne vorm van koolstof waarbij het kristal is

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op.. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit examen

Nadere informatie

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6 Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Nadere informatie

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens

Nadere informatie

Woensdag 11 mei, uur

Woensdag 11 mei, uur 1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Leid voor de volgende grootheden vergelijkingen af en noteer je antwoorden op je antwoordblad.

Leid voor de volgende grootheden vergelijkingen af en noteer je antwoorden op je antwoordblad. Internationale 2000 theorie Opgave 1 A. Een bungee springer is vastgemaakt aan het eind van een lang elastiek. De andere kant van het elastiek zit vast aan een hoge brug. De springer stapt van de brug

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-16.30 uur oud programma natuurkunde Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS 1 12 APRIL 2017 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Een helikopter kan stil hangen in de lucht als de motor van de helikopter een vermogen levert. Een

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlagen: 2 antwoordpapieren

Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlagen: 2 antwoordpapieren HAVO EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1981 Donderdag 7 mei, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlagen: 2 antwoordpapieren Bij het beantwoorden van de vragen dient

Nadere informatie