Meer grip op migraine 6 maanden. lekentrainers met migraine

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meer grip op migraine 6 maanden. lekentrainers met migraine"

Transcriptie

1 Saskia Y. M. Mérelle is werkzaam bij GGD Kennemerland, team Gezondheidsbeleid en -evaluatie, Marjolijn J. Sorbi en Lorenz J.P. van Doornen bij de Universiteit Utrecht, afd. Klinische en Gezondheidspsychologie, Hugo J. Duivenvoorden en Jan Passchier bij het Erasmus Universiteit Medisch Centrum, afd. Medische Psychologie en Psychotherapie en bij de VU, afd. Klinische Psychologie. Correspondentieadres: Saskia Mérelle, GGD Kennemerland, team Gezondheidsbeleid en -evaluatie, Postbus 5514, 2000 GM, Haarlem. adres: summary Saskia Y. M. Mérelle, Marjolijn J. Sorbi, Hugo J. Duivenvoorden, Lorenz J.P. van Doornen en Jan Passchier Meer grip op migraine 6 maanden na de gedragsmatige zelfmanagement training door lekentrainers met migraine More control over migraine 6 months after the behavioural self-management training by lay trainers with migraine Despite the availability of evidence-based treatments for migraine many patients do not seek medical treatment. The primary aim of this study was to evaluate the changes at 6-month follow-up after a behavioural selfmanagement training (SMT) provided by lay trainers with migraine to small groups at home. We previously demonstrated in a RCT the short-term effectiveness on headache improvement, though it was modest when compared with the efficacy of clinical psychologists. However, large effects for self-efficacy and perceived control over attack prevention were achieved. The present follow-up data showed that six months after SMT 42% could be categorized as responders ( 50% decrease in attack frequency), 42% did not change and 16% responded adversely. In the group as a whole (n=95) attack frequency significantly decreased from 3.0 attacks at baseline to 2.5 post-smt and to 2.3 at 6-month follow-up (-23%, medium effect size.6). The strong improvements of perceived control over and self-confidence in attack prevention were maintained at follow-up. Disability and health status were not changed, however, quality of life significantly improved over time (p<.01). SMT was also more beneficial for patients who entered the training with a high attack frequency. In conclusion, home-based lay trainers with migraine can train small groups of fellow patients in behavioural techniques. At 6-month follow-up attack frequency and quality of life were modestly improved, and feelings of control and self-confidence remained strongly improved. Inleiding Migraine is een chronische en veelvoorkomende aandoening van de hersenen. Kenmerkend voor migraine zijn de aanvallen van hevige hoofdpijn, die gepaard gaan met een overgevoeligheid voor licht en/of geluid en misselijkheid en/of braken (Goadsby, Lipton & Ferrari, 2002). Sinds de beschikbaarheid van de triptanen in de negentiger jaren is de behandeling van mi- 5 psychologie & gezondheid /1

2 6 graine sterk verbeterd (Couturier et al., 2007; Oldman, Smith, McQuay & Moore, 2002). Met behulp van deze acute medicatie kan een migraineaanval vaak succesvol gecoupeerd worden. Daarnaast wordt profylactische medicatie in toenemende mate voorgeschreven aan mensen met ernstige en frequente migraineaanvallen (Goadsby, 2007). In het veld van de psychologische behandeling van migraine zijn er ook belangrijke ontwikkelingen te melden. Gedragstherapie is effectief bevonden in het reduceren van de aanvalsfrequentie met 30 tot 55% (Couturier et al., 2007; Rains, Penzien, McCrory & Gray, 2005). Minimaal-contact behandeling, bestaande uit een klein aantal klinische sessies met de nadruk op de zelftraining thuis, is minstens zo effectief bevonden als intensieve face-to-face klinische behandeling (Andrasik, 2004; Haddock et al., 1997; Swagemakers, Mérelle, Passchier & Trijsburg, 2006). Ondanks de beschikbaarheid van deze effectieve behandelingen, zijn er toch veel mensen die geen adequate behandeling krijgen (Lipton et al., 2002). Een ontwikkeling die parallel liep, betrof de opkomst van de zogenaamde zelfmanagement programma s. Deze educatieve programma s hebben als doel om de betrokkenheid van patiënten te vergroten door het verbeteren van hun kennis en vaardigheden in het omgaan met hun chronische aandoening (Bodenheimer, Lorig, Holman & Grumbach, 2002; Lorig, 2002). Er is steeds meer bewijs dat lekentrainers met een chronische aandoening in staat zijn dit soort interventies te geven (Barlow, Wright, Sheasby, Turner & Hainsworth, 2002; Foster, Taylor, Eldridge, Ramsay & Griffiths, 2007). Gezien de vraag van zowel de overheid als zorgverzekeraars dat interventies evidence-based en kosteneffectief dienen te zijn, onderzochten wij de effectiviteit van een zelfmanagement training (ZMT). Om de kosteneffectiviteit verder te vergroten, werd ZMT gegeven door migrainepatiënten, die als lekentrainers de groepstraining bij hen thuis gaven. Onze eerste effectstudie toonde aan dat ZMT op de korte termijn in de experimentele conditie (n=51) een kleine vermindering (-21%) in aanvalsfrequentie opleverde. Daarentegen bleef de aanvalsfrequentie in de wachtlijstcontrole conditie (n=57) nagenoeg gelijk (-6%). Statistisch kon er geen significant verschil worden aangetoond, alhoewel er een duidelijke trend was (p=.07) (Mérelle, Sorbi, Van Doornen & Passchier, 2008). Verder liet 35% van de deelnemers een klinisch relevante verbetering zien ( 50% afname in aanvalsfrequentie). Ten slotte nam de ervaren controle over migraine en het zelfvertrouwen in het voorkomen van migraine sterk toe, maar verbeterde de migrainespecifieke kwaliteit van leven en beperkingen in het dagelijks leven niet substantieel (Mérelle et al., 2008). Niet eerder is er een follow-up onderzoek verricht naar de effecten van lekentrainers die gedragsmatige interventies gaven. Daarom vonden wij het interessant om na te gaan, in hoeverre de gemelde korte termijn resultaten behouden bleven zes maanden na afloop van ZMT. Korte termijn verbeteringen (door klinisch psychologen, die biofeedback, ontspanning en/of stressmanagement gaven) blijken goed behouden te blijven, of zelfs verder te verbeteren drie tot twaalf maanden na afloop van de gedragsmatige interventie (Blanchard, 1992). De vraag is dus of dat ook het geval is voor ZMT. Samengevat, deze studie richtte zich op de resultaten van de deelnemers zes maanden na afloop van ZMT, gegeven door lekentrainers met migraine aan groepjes medepatiënten bij hen thuis. Het hoofddoel van ZMT was het verminderen van de aanvalsfrequentie en het vergroten van de interne controle over en zelfvertrouwen in gedragsmatige preventie van migraineaanvallen. Dit werd onderzocht door het vergelijken van de follow-up resultaten met de voormeting en de resultaten direct na afloop van ZMT. Secundaire doelen van deze studie waren het onderzoeken van de migrainespecifieke kwaliteit van leven en beperkingen in het dagelijks leven ten gevolge van migraine zes maanden na afloop van de training. Onderzoeksmethode Patiënten Patiënten werden geworven via de website van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten, kranten, tijdschriften en via doorverwijzing van hoofdpijnspecialisten (neurologen). Patiënten werden geselecteerd volgens de wetenschappelijke richtlijnen van de International Headache Society (IHS) en de American Headache Society (AHS) (Tfelt-Hansen et al., 2000; Penzien et al., 2005), en met behulp van een vragenlijst over hoofdpijnkenmerken, een hoofdpijndagboek van vier weken (Sorbi & Swaen, 2004) en de SCL-90 (Arrindell & Ettema, 2002). Deelnemers hadden een leeftijd tussen jaar, hun hoofdpijn voldeed aan de diagnostische criteria van migraine met of zonder aura, ten minste 15 hoofdpijnvrije dagen per maand, geen overmatig medicatiegebruik (<4 triptanen per week) en geen bovengemiddelde score op psychopathologie (totaalscore <178 SCL-90, norm chronische pijnpatiënten). Twee hoofdpijnspecialisten controleerden de diagnose van de geselecteerde patiënten en excludeerden patiënten bij wie er vermoedelijk sprake was van chronisch dagelijkse hoofdpijn.

3 Alle patiënten die deelnamen aan de RCT werden uitgenodigd om deel te nemen aan de follow-up studie. Voor de RCT waren 129 patiënten geselecteerd, van wie 108 patiënten het studieprotocol volbrachten (51 van de experimentele en 57 van de wachtlijstcontrolegroep). Het merendeel van de deelnemers was vrouw (87%), van middelbare leeftijd (gemiddeld 44 jaar) en hoger opgeleid (65%). In totaal gaven 16 patiënten (12%) geen gehoor aan de oproep tot deelname aan de follow-up studie. De Medisch Ethische Commissie van het Erasmus Universitair Medisch Centrum keurde de studie goed. De onderzoeksopzet In de RCT waren de geïncludeerde patiënten aselect toegewezen aan een experimentele conditie (ZMT) of een wachtlijstcontrole conditie (WLC), die hun standaardbehandeling continueerden. De wachtlijstgroep ontving ZMT direct na afloop van de wachtlijstperiode van zes maanden. Voor deze follow-up studie werden de trainingsresultaten van de wachtlijstgroep toegevoegd aan die van de experimentele groep. Parallelmetingen werden verricht vlak voor ZMT (T1), direct na afloop van ZMT (T2) en na zes maanden follow-up (T3). We hadden voor deze pragmatische onderzoeksopzet gekozen, omdat eerdere studies moeilijkheden hadden om een placeboconditie te realiseren, die zowel geloofwaardig als geschikt was als aandachtscontrole zonder therapeutisch te zijn (Blanchard et al., 1990; Rains & Penzien, 2005). Bovendien zou een studie waarin meerdere behandelingen vergeleken werden, een veel grotere opzet vergen en aanzienlijke kosten met zich meebrengen (Mérelle et al., 2008). De duur van de studie bedroeg voor de wachtlijstgroep 19 maanden, 6 maanden langer dan de experimentele groep. Er was geen contact met deelnemers tijdens de follow-up periode, behoudens een nieuwsbrief over de voortgang van het project. Ten slotte werd de training gegeven aan de experimentele conditie in het najaar en aan de wachtlijstcontrole conditie in het voorjaar. Zo werden in totaal zes groepen gedurende drie jaar getraind. De dataverzameling vond plaats van juli 2003 tot maart Zelfmanagement training De zelfmanagement training (ZMT) bestond uit zeven groepssessies verspreid over 10 weken en was gebaseerd op een beproefd klinisch protocol (Sorbi & Swaen, 2000a, 2000b, 2004). ZMT was gericht op twee strategieën: 1) het ontdekken en beïnvloeden van uitlokkers en vroege symptomen van een migraineaanval, en 2) het aanwenden van fysiologische en cognitief-gedragsmatige zelfregulatievaardigheden om een migraineaanval te voorkomen. Ten behoeve van de eerste strategie registreerde elke deelnemer in een hoofdpijndagboek en een signalenschema zijn persoonsspecifieke uitlokkers en vroege symptomen van migraine (Giffin et al., 2003; Martin, 2001). Ten behoeve van de tweede strategie werd autogene training als ontspanningsmethode aangeleerd, aangevuld met ademhalingsoefeningen en steekwoordrelaxatie. Autogene training wordt vaak toegepast bij migraine en leidt doorgaans tot middelgrote verbeteringen van de hoofdpijn (Stetter & Kupper, 2002). Daarnaast werden cognitief-gedragsmatige vaardigheden aangeleerd, zoals het nemen van een time-out, het toepassen van geruststellende en positieve gedachten om fysieke en mentale uitputting te voorkomen. De registratieopdrachten, tezamen met de persoonlijke feedback van de migrainetrainer en groepsleden, resulteerden in een persoonlijk migrainerecept en gezondheidsrecept. In het migrainerecept werden alle persoonsspecifieke situaties en gedragingen beschreven die bij de deelnemer een migraineaanval in de hand werkten. Het gezondheidsrecept omvatte alle persoonsspecifieke maatregelen waarmee een deelnemer de kans op een migraineaanval kon verkleinen. De eerste drie sessies vonden wekelijks plaats, sessie vier tot en met zeven vonden om de week plaats, zodat de deelnemers de geleerde vaardigheden konden leren toepassen in risicovolle situaties van een migraineaanval. Tijdens de laatste sessie vond de evaluatie plaats, waarin individuele doelen en actiepunten werden geformuleerd om de geleerde vaardigheden in de toekomst te behouden. Alle deelnemers werd verzocht om niet hun medicatie te veranderen, of met andere behandelingen voor migraine te starten tijdens de effectstudie, en om de onderzoekers te informeren indien dit onvermijdelijk was. Als tijdens de studie bleek dat er ondanks de selectieprocedure sprake was van overmatig medicatiegebruik werd de deelnemer doorverwezen naar een hoofdpijnspecialist en uitgesloten van deelname. Lekentrainers met migraine Veertien lekentrainers met migraine volgden een stapsgewijze training, die bestond uit: 1) zelfervaring van ZMT, 2) het geven van individuele ZMT aan één nieuwe patiënt onder supervisie van de eerste auteur, 3) het trainen van kleine groepjes (2-4 deelnemers) onder supervisie. Potentiële trainerskandidaten werden geselecteerd voor het geven van de individuele training, 7meer grip op migrainepsychologie & gezondheid /1

4 8 indien zij zelf succesvol waren in het zelf reguleren van hun migraineaanvallen. Trainers ontvingen een gestructureerde handleiding per sessie waarin de inhoud en de benodigde werkwijze beschreven was. In deze handleiding kregen trainers aanwijzingen voor de volgende basale trainersvaardigheden: instructie en evaluatie van de registratieopdrachten en ontspanningsoefeningen, timemanagement, geven van feedback, en het motiveren en emotioneel ondersteunen van de deelnemers. Trainers hielden per sessie een kort logboek bij per deelnemer. Tijdens de groepstraining kregen ze driemaal supervisie van de eerste auteur via en de telefoon op basis van dit logboek. Daarnaast ontvingen ze tweemaal per jaar een drie uur durende workshop: de eerste drie workshops werden gegeven door een senior klinisch psycholoog en waren gericht op het bevorderen van de trainersvaardigheden en het behoud van de eigen zelfregulatie van migraine, de vierde workshop was gericht op het verbeteren van hun ontspanningstechnieken (Mérelle et al., 2008). De trainers ontvingen een betaling van 150 euro (14 euro per uur) voor de individuele ZMT, en 300 euro (21 euro per uur) voor het geven van de groepstraining. Meetinstrumenten De primaire uitkomstmaat aanvalsfrequentie werd gemeten in een hoofdpijndagboek volgens de richtlijnen van klinische trials voor profylactische behandeling (Tfelt-Hansen et al., 2000). De classificatie van de internationale hoofdpijnvereniging werd gebruikt om vast te stellen of een hoofdpijnepisode daadwerkelijk een migraineaanval betrof (International Headache Society Headache Classification Committee, 1988): wanneer er hoofdpijn optrad, registreerden deelnemers eenmaal per dag hun migrainekenmerken (eenzijdige locatie, pulserende pijn, matige of ernstige pijnintensiteit, verergering bij lichamelijke inspanning) en nevenverschijnselen (misselijkheid / overgeven, overgevoeligheid voor licht en/of geluid). Deelnemers registreerden hun hoofdpijn gedurende vier weken vóór ZMT, direct erna en zes maanden na het volbrengen van ZMT. Verder werd het medicatiegebruik (aantal en dosering) bijgehouden per 24 uur. Het medicatiegebruik voor acute behandeling werd berekend door het aantal ingenomen eenheden (de zogenaamde triptanen, pijnstillers) per medicatiesoort gedurende vier weken op te tellen. De twee andere primaire uitkomstmaten werden vastgesteld met de vragenlijsten Headache Specific Locus of Control Scale (HSLC, 33 items, 5-puntsschaal) en de Headache Management Self-Efficacy (HMSE, 25 items, 7-puntsschaal) (French et al., 2000; Martin, Holroyd & Penzien, 1990). De subschalen van interne controle en externe controle - toeval werden gebruikt om de mate van ervaren controle te meten (11 items per schaal). De somscore van self-efficacy werd gebruikt om het vertrouwen in eigen capaciteiten te meten in het kunnen voorkomen van een migraineaanval. De vragenlijsten werden op een valide wijze vertaald (Peters & Passchier, 2006) en de betrouwbaarheid van beide vragenlijsten werd goed bevonden in onze steekgroep (0,91, interne controle, 0,81, externe controle - toeval, 0,90 self-efficacy). De self-efficacy vragenlijst werd vertaald gedurende het eerste jaar van de dataverzameling en kon daarom bij de eerste 25% van de deelnemers niet worden afgenomen (Mérelle et al., 2008). De secundaire uitkomstmaten waren algemene gezondheidstoestand, migrainespecifieke kwaliteit van leven en beperkingen ten gevolge van migraine. De gevalideerde SF-36 werd gebruikt om de fysieke en mentale gezondheid van de migrainepatiënten vast te stellen (Aaronson et al., 1998). Ruwe scores werden lineair getransformeerd tot een score tussen 0 tot 100. De Nederlandse versie van de MSQOL (20 items, 4-puntsschaal) werd gebruikt om de migrainespecifieke kwaliteit van leven te bepalen, waarbij een hogere somscore een betere kwaliteit van leven aangeeft tussen de aanvallen in (Passchier, Mourik, McKenna, Van den Berg & Erdman, 2001). De MIDAS werd gebruikt voor het meten van de migrainespecifieke beperkingen in het dagelijks leven. Dit gevalideerde meetinstrument bestaat uit vijf vragen over het aantal hoofdpijndagen in de afgelopen drie maanden (Stewart, Lipton Dowson & Sawyer, 2001). De somscore geeft het aantal verloren productieve dagen aan op het werk en thuis ten gevolge van migraine. Statistische analyses De analyses werden eerst uitgevoerd in de totale steekproef ( intention-to-treat analyse, ITT) en herhaald voor deelnemers die het complete studieprotocol volbracht hadden ( completed protocol analyse, CP). De CPanalyse wordt in dit artikel gerapporteerd en ITTresultaten worden vermeld indien deze verschillend waren. T-toetsen voor onafhankelijke waarnemingen werden uitgevoerd om verschillen tussen de oorspronkelijke ZMT-groep en wachtlijstgroep bij aanvang van de training op te sporen. Cohen s d werd berekend om de grootte te bepalen van de verschillen tussen de twee condities, waarbij d<,20 een verwaarloosbaar effect aangeeft,,20<d<,50 een klein effect,,50<d<,80 een middelgroot en d>,80 een groot effect (Cohen, 1988).

5 Multivariate variantieanalyse (MANOVA) werd gebruikt om veranderingen in de tijd te toetsen van de primaire uitkomstmaten afzonderlijk (aanvalsfrequentie, interne controle en self-efficacy) en secundaire uitkomstmaten (fysieke en mentale gezondheidstoestand, migrainespecifieke kwaliteit van leven en beperkingen). Doordat de verdelingen van de variabelen aanvalsfrequentie, interne controle, self-efficacy, mentale gezondheid en medicatiegebruik scheef waren (niet normaal), werden deze scores getransformeerd (worteltransformatie). Ontbrekende waarden van de primaire uitkomstmaat aanvalsfrequentie werden geschat met behulp van de Expectation Maximization methode. Patiënten die >25% missende waarden hadden op een specifieke schaal van een vragenlijst werden uitgesloten van de analyses. Tevens werden er drop-outanalyses gedaan om na te gaan of de uitvallers significant verschilden van de deelnemers die het protocol volbracht hadden. Bonferroni s correctie werd toegepast om voor Type-I fout te controleren (Cohen & Cohen, 1983). Hierdoor werd het significantieniveau op p<,0125 gesteld (tweezijdig) voor de vier primaire en vier secundaire analyses. Ten slotte zijn er drie exploratieve analyses gedaan om de veranderingen in primaire uitkomstmaten te verklaren. Ten eerste werd de trainingsrespons berekend voor de aanvalsfrequentie, waarbij een positieve respons werd gedefinieerd als een 50% afname in aanvalsfrequentie gedurende de vier weken van de voormeting tot de vier weken van de follow-up meting. Ten tweede werd de groep gedichotomiseerd in een hoog frequente groep (4-6 aanvallen per maand) en een laag frequente groep en hoofdpijnveranderingen binnen deze groepen werden getoetst met t-toetsen voor gepaarde waarnemingen. Ten slotte werden t-toetsen voor gepaarde waarnemingen uitgevoerd om veranderingen in acuut medicatiegebruik (triptanen, pijnstillers) na te gaan. SPSS voor Windows, versie 15.0, werd gebruikt om de statistische analyses uit te voeren. Resultaten Patiëntenstroom Figuur 1 laat het stroomdiagram van deelnemers zien en redenen van uitval. Na randomisatie van de 129 deelnemers (ZMT: N=61, wachtlijst: N=68), stopten 16 patiënten voorafgaand aan de training, van wie twee vóór de voormeting (redenen: borstkanker, verandering in behandeling). In de ZMT-groep namen 57 patiënten deel aan de training (93%) en vier van hen stopten tijdens de training (7%; operatie, verandering in behandeling en ontevreden over ZMT (2 patiënten)). In de wachtlijstcontrolegroep namen 56 deelnemers (82%) deel aan ZMT en vijf van hen stopten (9%; borstkanker, verandering in behandeling, ontevreden over ZMT en geen tijd (2 patiënten)). Bij de follow-up meting leverden 16 patiënten (12%) geen gegevens aan (geen interesse meer (7 patiënten), onbekend (4 patiënten), (borst-)kanker (3 patiënten) en zwangerschap (2 patiënten)). Van deze uitvallers waren er drie patiënten uit de groep die het complete protocol volbracht hadden, en zes patiënten werden post-hoc uitgesloten wegens invalide metingen en diagnostische fouten. Derhalve waren er 95 patiënten die het complete protocol volbracht hadden en 127 patiënten die tot de ITT-groep behoorden. Post-ZMT ontbrak er door missende waarden 6% van de hoofdpijndagboeken, bij de follow-up meting was dit 12%. Tabel 1 laat de kenmerken van de patiënten zien. Dropoutanalyses leverden twee significante verschillen op tussen deelnemers die het complete protocol volbracht hadden (n=95) en de uitvallers (n=32). Bij de voormeting was het gebruik van acute medicatie (triptanen) significant hoger onder de uitvallers (5,6 per vierweekse periode) dan onder de deelnemers die het complete protocol volbracht hadden (3,6). Uitvallers waren relatief minder vaak hoog opgeleid (42% versus 74%). Beide groepen verschilden echter statistisch niet significant in de primaire uitkomstmaat aanvalsfrequentie op de voormeting (2,9 aanvallen versus 3,2). Het aantal patiënten dat van medicatie veranderd was of dat met andere behandelmethoden voor migraine was gestart, bedroeg 19% post-zmt en 35% bij follow-up. Veranderingen in migraine, interne controle en selfefficacy Tabel 2 laat de resultaten zien van de deelnemers die het complete protocol volbracht hadden. De oorspronkelijke ZMT en wachtlijstgroep verschilden alleen op self-efficacy bij aanvang van ZMT, deze was significant hoger in de wachtlijstgroep. In de totale groep (n=95) verminderde de aanvalsfrequentie van gemiddeld 2,95 bij de voormeting tot 2,48 post-zmt, en tot 2,27 aanvallen per vier weken bij de follow-up meting (-23%, effectgrootte=,57). Multivariate analyse toonde een significante verbetering aan door de tijd heen (zie Tabel 2) en de trend was lineair (F(1,94)=17,7, p<,001). De interne controle van de patiënt nam significant toe door de tijd (zie Tabel 2). Er was sprake van een lineaire en kwadratische trend (interne controle: F(1,89)=40,5, p<.001 en F(1,89)=29,5, p<,001, respectievelijk). Deze bevinding geeft aan dat de interne controle van patiënten sterk toenam door de tijd, maar enigszins afnam bij de follow-up meting. De externe controle van de patiënt veranderde significant en in de tegengestelde richting 9

6 10 Tabel 1. Kenmerken van alle patiënten (intention-to-treat; ITT), van patiënten die het complete protocol volbrachten (CP) en patiënten die uitvielen (drop-outs; DO) ITT (n=127) CP (n=95) DO (n=32) Gemiddelde leeftijd 44 (18-65) 44 (24-63) 42 (18-65) Sekse (%) Vrouw Man Opleidingsniveau (%) Laag Midden Hoog Aanvalsfrequentie (%) 2-3 aanvallens aanvallen Consult (%) Huisarts Neuroloog Psycholoog Fysiotherapeut Gemiddeld gebruik van acute medicatie (per 4 weken, SD) Triptanen 4,0 (4,0) 3,6 (3,5) 5,6 (4,9) Pijnstillers 3,3 (6,5) 3,6 (6,7) 2,4 (5,6) Profylactische medicatie (%) van interne controle. Er werd wederom een lineaire en kwadratische trend gevonden (externe controle: F(1,89)=55,5, p<,001 en F(1,89)= 18,7, p<,001). Een nog grotere vooruitgang werd er gevonden in het vertrouwen in de eigen capaciteiten om migraineaanvallen te voorkomen (self-efficacy: lineaire trend F(1,64)=61,3, p<,001 en kwadratische trend F(1,64)=34,2, p<,001). Veranderingen in secundaire uitkomstmaten Tabel 3 laat zien dat de migrainespecifieke kwaliteit van leven significant verbetert door de tijd (lineaire trend F(1,92)=10,7, p<,01). Beperkingen in het dagelijks leven ten gevolge van migraine en de fysieke en mentale gezondheidstoestand veranderden echter niet significant door de tijd (Tabel 3). Exploratieve analyses Direct na afloop van ZMT werd er bij 34% van de deelnemers een positieve respons vastgesteld ( 50% afname in aanvalsfrequentie), 46% liet geen verandering zien (-49 to 49%) en van 20% verergerde de hoofdpijn ( 50% toename). Na zes maanden follow-up nam de groep met een positieve respons toe tot 42% en de groep die verergerde nam af tot 16%. In de groep met een hoge aanvalsfrequentie (n=30), nam de gemiddelde aanvalsfrequentie af van 4,8 aanvallen pre-zmt tot 3,0 post-zmt (T1 T2, -37%, p<,001) en bleef deze 3,0 bij follow-up (T2 T3, -1%, p>,05). Daarentegen liet de laag frequente groep (n=65) geen significante verbetering zien post-zmt (T1 T2, +10%, p>,05) en ook niet na de follow-up periode van zes maanden (T2 T3, -3%, p>,05). In de hoog frequente groep was er geen sprake van regressie naar het gemiddelde. De hoog frequente groep uit de wachtlijstcontrole conditie liet voor en na de wachtlijstperiode geen verandering zien, terwijl in deze groep na de training de aanvalsfrequentie significant afnam (-34%, p<,01). Het gebruik van triptanen (acute medicatie) nam significant af van 3,60 tot 3,32 eenheden post-zmt en tot 2,68 bij follow-up, dat wil zeggen een gemiddeld verschil van 1,0 eenheid per vierweekse periode. Het gebruik van pijnstillers veranderde niet significant in de groep die het complete protocol volbracht hadden (van 3,62 tot 3,80 eenheden post-zmt en tot 3,37 bij followup), maar in de ITT-analyse werd er een kwadratische trend gevonden (F(1,100)=7,40, p<,01). Dit impliceert

7 Belangstelling (N=607) 11 Deelname ZMT N=57 Tijdens ZMT N=4 Post-hoc N=2 Compleet protocol-korte termijn N=51 Geen follow-up metingen N=3 Van de complete protocol-groep N=1 Post-hoc N=1 Follow-up effecten Intention to treat N=60 dat patiënten meer pijnstillers gebruikten post-zmt, maar dat deze stijging weer afnam bij follow-up. Discussie Gerandomiseerd ZMT N=61 Voor de voormeting N=1 Voor ZMT N=3 Follow-up effecten Compleet protocol N=49 Selectieprocedure (N=264) Gerandomiseerd (N=129) Figuur 1. Patiëntenstroom in de zelfmanagement training (ZMT) Dit artikel beschrijft de resultaten van migrainepatiënten zes maanden na afloop van een zelfmanagement training (ZMT) gegeven door lekentrainers met migraine aan groepjes medepatiënten bij hen thuis. Bij deze follow-up meting werd er bij 42% van de deelnemers een positieve respons vastgesteld ( 50% afname in aanvalsfrequentie), 42% liet geen verandering zien (-49 to 49%) en bij 16% verergerde de migraine ( 50% toename). Daarentegen reageerde direct na ZMT 34% positief, 46% veranderde niet en bij 20% verergerde de hoofdpijn. In de totale groep (n=95) verminderde de aanvalsfrequentie van gemiddeld 2,95 bij de voormeting Voldeed niet aan criteria (N=87) Stuurde vragenlijsten niet retour (N=48) Deelname ZMT N=56 Tijdens ZMT N=5 Post-hoc N=3 Compleet protocol-korte termijn N=48 No follow-up measurements N=13 Van de complete protocol-groep N=2 Post-hoc N=0 Follow-up effecten Intention to treat N=67 Gerandomiseerd wachtlijst N=68 Voor de voormeting N=1 Tijdens de wachtlijst N=7 Voor ZMT N=4 Follow-up effecten Compleet protocol N=46 tot 2,48 post-zmt, en tot 2,27 aanvallen per vier weken bij de follow-up meting (-23%, effectgrootte=,6). De sterke verbeteringen in de ervaren controle en het zelfvertrouwen in het voorkomen van migraineaanvallen bleven behouden bij de follow-up meting. De bescheiden veranderingen in aanvalsfrequentie bij de follow-up meting waren minder groot dan de 20-30%, die gevonden werd bij medische placebostudies (Diener, 2005). Ook waren de hoofdpijnveranderingen kleiner dan de 30-55%, bereikt door klinisch psychologen in individuele gedragstherapie (Rains et al., 2005). Desalniettemin, een gemiddelde verandering van 23% is groter dan de 9-12%, die gevonden is in de placebocondities van gedragsmatige interventies (Couturier et al., 2007; Goslin, Gray, McCrory, Rains & Hasselblad, 1999).

8 12 Tabel 2. Veranderingen in primaire uitkomstmaten door de tijd heen in de groep patiënten die het complete protocol volbrachten ZMT-groep M (SD) WLC-groep M (SD) Totale groep M (SD) Totale groep T1-T2 T1-T3 Gem. Δ 95% BI Δ ES Totale groep p T1, T2, T3 F (n=49) (n=46) (n=95) Aanvalsfrequentie T1 3,00 (1,69) 2,89 (1,69) 2,95 (1,6) T2 2,35 (1,45) 2,62 (1,77) 2,48 (1,6) 0,47 0,12 tot 0,82 0,38 T3 2,12 (1,52) 2,42 (1,83) 2,27 (1,7) 0,68 0,33 tot 1,03 0,57 8,93 a, b 0,000* (n=46) (n=45) (n=91) Interne Controle T1 34,3 (10,7) 37,2 (8,54) 35,7 (9,7) T2 42,2 (8,20) 42,6 (8,27) 42,4 (8,2) -6,6-8,26 tot -4,94-1,08 T3 40,3 (9,52) 41,2 (9,28) 40,7 (9,4) -5,2-7,0 tot -3,46-0,81 36,5 a, b, c 0,000* (n=46) (n=45) (n=91) Externe controle T1 35,7 (8,71) 33,7 (8,63) 34,7 (8,7) T2 29,2 (7,19) 27,4 (9,44) 28,3 (8,4) 6,3 4,62 tot 7,98 1,11 T3 27,9 (7,76) 28,2 (9,61) 28,1 (8,7) 6,8 4,95 tot 8,60 1,06 35,7 b, c 0,000* (n=31) (n=34) (n=65) Self-efficacy T1 86,9 (22,9) 95,5 (19,4) 91,5 (21,3) T2 103,9 (24,9) 117,9 (17,9) 111,3 (22,4) -19,9-24,7 tot -15,0-1,47 T3 107,0 (22,4) 106,3 (23,4) 106,9 (22,7) -17,9-22,4 tot -13,3-1,14 45,9 a, b, c 0,000* ZMT (oorspronkelijke trainingsgroep), WLC (wachtlijstcontrolegroep, die ZMT ontving na de wachtlijstperiode), Totale groep T1 (voormeting), T2 (post-zmt) and T3 (follow-up), F- en p-waarde geven de hoofdeffecten van MANOVA aan, BI is betrouwbaarheidsinterval, ES is effectgrootte * Significantieniveau was vastgesteld op p<0,0125 om te controleren voor multipel testen a Worteltransformatie van scores b Lineaire trend c Kwadratische trend

9 13 Tabel 3. Veranderingen secundaire uitkomstmaten door de tijd heen in de groep patiënten die het complete protocol volbrachten ZMT-groep M (SD) WLC-groep M (SD) Totale groep M (SD) Totale groep T1 - T2 T1 - T3 Gem. Δ 95% BI Δ ES Totale groep p T1, T2, T3 F (n=48) (n=45) (n=93) Fysieke gezondheid T1 66,9 (21,2) 71,5 (16,5) 69,1 (19,1) T2 72,9 (18,5) 71,5 (18,4) 72,2 (18,4) -2,9-7,0 tot 1,19-0,22 T3 73,8 (18,3) 72,5 (18,1) 73,1 (18,1) -3,7-8,53 tot 1,06-0,24 1,50 0,23 (n=49) (n=45) (n=94) Mentale gezondheid T1 73,9 (16,2) 71,1 (17,9) 72,6 (17,0) T2 74,4 (15,6) 75,5 (17,2) 74,9 (16,3) -2,4-6,08 tot 1,31-0,18 T3 76,1( 15,6) 74,7 (17,3) 75,5 (16,3) -2,8-5,86 tot 0,24-0,28 2,17 a 0,12 (n=49) (n=46) (n=95) Migrainespec. KvL T1 57,0 (8,84) 56,7 (9,20) 56,9 (9,0) T2 58,1 (7,30) 58,7 (8,06) 58,4 (7,6) -1,5-2,88 tot -0,19-0,31 T3 59,8 (8,07) 58,4 (8,64) 59,1 (8,3) -2,3-3,69 tot -0,89-0,46 5,28 b 0,007* (n=49) (n=46) (n=95) Beperkingen T1 23,5 (17,2) 20,2 (14,1) 21,9 (15,8) T2 21,7 (16,7) 20,0 (11,6) 20,9 (14,4) -1,5-1,43 tot 3,51 0,12 T3 16,2 (15,7) 20,6 (17,0) 18,3 (16,4) -2,3 0,73 tot 6,36 0,37 0,36 a 0,55 ZMT (oorspronkelijke trainingsgroep), WLC (wachtlijst-controlegroep, die ZMT ontving na de wachtlijstperiode), Totale groep T1 (voormeting), T2 (post-zmt) and T3 (follow-up), F- en p-waarde geven de hoofdeffecten van MANOVA aan, BI is betrouwbaarheidsinterval, ES is effectgrootte * Significantie niveau was vastgesteld op p<0,0125 om te controleren voor multiple testen a Worteltransformatie van scores b Lineaire trend

10 14 De bescheiden veranderingen in migraine bij follow-up komt overeen met onze RCT waarin 51 ZMTpatiënten werden vergeleken met 57 patiënten uit de wachtlijstgroep direct na de training (Mérelle et al., 2008). Een review over adolescenten met chronische pijn toonde ook aan dat een zelfhulpbenadering, of een training door schoolverpleegkundigen, minder effectief was in vergelijking met geschoolde therapeuten (Larsson, Carlsson, Fichtel & Melin, 2005). Verklaringen voor de bescheiden effecten op de aanvalsfrequentie zijn in eerste instantie gelegen in de vernieuwende elementen van de training: lekentrainers die zonder universitaire scholing in de klinische psychologie de training gaven. Bovendien werd de werking van een groepstraining onderzocht, terwijl eerdere studies de effecten van individuele behandeling betroffen. Verder zijn de complexe taken van het leiding geven aan een groep veelgevraagd. Eveneens speelt de setting van een thuistraining een rol, waar minder controle aanwezig was. Contextuele factoren zouden ook een minder gunstig effect kunnen hebben; ZMT vond plaats in een woonkamer, wat minder status uitstraalt dan de setting in een (academisch) ziekenhuis (Van Dulmen & Bensing, 2008). Daarnaast kenmerkte onze steekproef zich door een hoge medische consumptie. De doorgaans gerapporteerde 30-55% in hoofdpijnverbetering werd aangetoond in studies die voor de komst van de zeer effectieve triptanen plaatsvonden. Verder is het opmerkelijk, uitgaande van de sociaalcognitieve theorie van Bandura, dat de grote verandering in self-efficacy niet een grote verbetering in hoofdpijn met zich meebracht (Bandura, 2004). Een post-hoc analyse liet ook zien dat interne controle en self-efficacy niet significant geassocieerd waren met de aanvalsfrequentie bij de follow-up meting (r=0,13 and r=0,11, respectievelijk). Toch waren de individuele veranderingsscores in aanvalsfrequentie (T1-T3) significant doch bescheiden gecorreleerd met veranderingen in self-efficacy (r=-0,27, p<,05), en externe controle (r=0,34, p<,01). Nader onderzoek is echter nodig om de mediërende rol van deze psychologische factoren te kunnen bepalen (Nicholson, Houle, Rhudy & Norton, 2007). Dat de beperkingen in het dagelijks leven niet verminderden na ZMT, kan mogelijk verklaard worden door de bescheiden verandering in aanvalsfrequentie, waardoor het aantal productieve dagen ook niet veranderde. Desalniettemin, in de groep met een hoge aanvalsfrequentie (4-6 aanvallen) waren de beperkingen significant verminderd bij de follow-up meting. Daarnaast verbeterde de migrainespecifieke kwaliteit van leven in de totale groep, in tegenstelling tot de korte termijn resultaten van onze RCT, significant door de tijd. Het absolute verschil van 2,4 punten lijkt nogal klein, maar dit verschil komt overeen met de bevindingen van Patrick et al. ten aanzien van de effecten van acute medicatie ( zolmitriptan ) op de MSQOL (Patrick, Hurst & Hughes, 2000). Exploratieve analyses lieten zien dat ZMT gunstig uitpakte voor patiënten die aan ZMT begonnen met een hoge aanvalsfrequentie. De migraine van deze groep verbeterde sterk na deelname aan ZMT en deze verandering bleef behouden bij follow-up. Eveneens was het percentage deelnemers met een klinisch relevante verbetering twee keer zo hoog (50% versus 26% in de laag frequente groep). Regressie naar het gemiddelde lijkt onwaarschijnlijk aangezien de hoog frequente groep in de wachtlijstgroep niet veranderde van voor tot direct na de wachtlijstperiode, maar wel significant verbeterde na deelname aan ZMT. De meerwaarde van deze studie voor de praktijk is de ontwikkeling van een bruikbare en haalbare gedragsmatige zelfmanagement training, die gegeven kan worden door lekentrainers met migraine aan groepjes lotgenoten bij hen thuis. Daarnaast werd een stapsgewijs trainingsprogramma voor patiënttrainers ontwikkeld, gebaseerd op continue en individuele supervisie en workshops om de vaardigheden van de trainers te vergroten. Bovendien reageerden veel migrainepatiënten op onze oproep tot deelname aan deze studie. Sterke methodologische punten van deze studie betreffen de zorgvuldige selectieprocedure, de valide metingen en een relatief grote power voor gedragstherapeutisch onderzoek. Het uitvalspercentage bij follow-up (12%) was ook klein genoeg, hetgeen mogelijk verklaard kan worden door het persoonlijk contact tussen trainers en hun lotgenoten. Beperkingen van de studie waren het gebruik van een wachtlijstcontrole conditie en een follow-up periode die niet gecontroleerd was. Dit heeft tot gevolg dat de invloed van aspecifieke factoren (bijvoorbeeld aandacht) niet op voorhand uitgesloten kan worden. Conclusies over causaliteit, dat wil zeggen verbeteringen ten gevolge van ZMT, kunnen dan ook niet getrokken worden. Een andere beperking is de mogelijke invloed van selectiebias. De medische consumptie was bij het merendeel van de deelnemers hoog, de meerderheid was vrouw en relatief hoog opgeleid. Uitvallers tijdens ZMT waren relatief laag opgeleid en hun acute medicatiegebruik (triptanen) was significant hoger dan deelnemers die het complete protocol volbracht hadden. Het gebrek aan aandachtscontrole en selectiebias waren het gevolg van de implementatie van evidencebased gedragsmatige interventies vanuit een universi-

11 tair ziekenhuis naar de praktijk (Lipton & Bigal, 2005). Een andere beperking van deze studie was het feit dat 35% van de deelnemers van behandeling veranderde tijdens de follow-up periode. Deze veranderingen kunnen ook de trainingsresultaten beïnvloed hebben. Verder konden deelnemers met een lage aanvalsfrequentie, dat wil zeggen eenmaal per maand, meedoen aan de RCT, terwijl de meetperiode vier weken bedroeg. Wanneer de analyse echter beperkt wordt tot een steekproef (n=76) zonder deze groep, kunnen er dezelfde conclusies getrokken worden met slechts enige verbetering van de resultaten. Ten slotte wordt de MIDAS aanbevolen als secundaire uitkomstmaat in gedragsmatig hoofdpijnonderzoek (Andrasik, Lipchik, McCrory & Wittrock, 2005). Deze schaal meet echter op retrospectieve wijze de hoofdpijn van drie maanden geleden. Daarom moeten de resultaten van de MIDAS direct na de training met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Concluderend, lekentrainers met migraine zijn in staat om kleine groepjes medepatiënten te trainen in gedragsmatige preventie van migraineaanvallen. Zes maanden na afloop van ZMT waren de aanvalsfrequentie en kwaliteit van leven in bescheiden mate verbeterd, en bleven gevoelens van controle en zelfvertrouwen sterk verbeterd. De ernst van migraine, het gebruik van acute medicatie, het opleidingsniveau en veranderingen in vertrouwen in eigen capaciteiten en externe controle lijken de trainingsresultaten te beïnvloeden. Klinische implicaties De sterke psychologische effecten, de verbeteringen in kwaliteit van leven bij follow-up en de grote belangstelling van patiënten legitimeren een inbedding van de zelfmanagement training in de reguliere gezondheidszorg. Voor implementatie in de praktijk wordt het volgende aanbevolen: stel succesvolle zelfervaring als prioriteit in de selectie van lekentrainers met migraine, ZMT in de vorm van een individuele training kan de haalbaarheid van deze zelfhulpmethode vergroten. Samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten is van groot belang. In dit kader is er onlangs door de patiëntenvereniging een subsidie aangevraagd bij het Fonds PGO met als doel meer lekentrainers in den lande op te leiden. Professionele en continue supervisie van de lekentrainers met migraine zijn hierbij van cruciaal belang, alsmede een deskundige medische achterwacht voor de complexe casuïstiek. Samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijncentra en hun hoofdpijnspecialisten zou hierbij goed van pas komen. In het opleidingsprogramma voor trainers verdienen de volgende onderwerpen speciale aandacht: 1) hoe om te gaan met non-responders om demotivatie van de trainers te voorkomen; 2) groepsmanagement om de effectiviteit van ZMT te vergroten en de spanning te verminderen tussen de geprotocolleerde opzet van de training en de individuele behoeften van deelnemers; 3) uitlokkers en waarschuwingssignalen van migraine waarbij de persoonsspecifieke antecedenten van migraine steeds centraal dienen te staan; en 4) het oefenen van ontspanning, dit vraagt tijd van de deelnemers en vereist bewustzijn van lichamelijke reacties. Ten slotte is er aan de Universiteit Utrecht recent een internetcursus ontwikkeld, gebaseerd op de uitgangspunten van ZMT en uitgetest in een pilotstudy. Deze digitale cursus maakt het mogelijk om in de toekomst een grotere doelgroep (inclusief mannen en jongvolwassenen) aan de zelfmanagement training voor migrainepatiënten te laten deelnemen (Sorbi & Van der Vaart, 2009). Dankbetuiging Dit project werd ondersteund door een subsidie (nr ) van ZonMW, Den Haag, en door een financiële bijdrage van het Pijn Kenniscentrum van het Erasmus Universitair Medisch Centrum. Verder dank aan de medewerking van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten; dr. M. van den Berg, ir. P.B. Vriezen, ir J. Kooi, en mw. A. Mensing. De neurologen J.L. van der Zwan en L.J.M.M. Mulder worden bedankt voor hun beoordeling en klinische achterwacht van de diagnostiek van de deelnemers aan deze studie. A. Spuij, MSc, verzorgde de logistiek van deze studie. Psychomotorisch therapeut H. in t Veldt, MSc verzorgde de workshop over ontspanningstraining voor de migrainetrainers, prof. dr. Marjolijn Sorbi gaf de workshops over zelfmanagement voor gevorderden. Literatuur Aaronson, N.K., Muller, M., Cohen, P.D.A., Essink-Bot, M.L., Fekkes, M., Sanderman, R., Sprangers, M.A.G., Velde, A.T., & Verrips, E. (1998). Translation, validation, and norming of the Dutch language version of the SF-36 Health Survey in community and chronic disease populations. Journal of Clinical Epidemiology, 51, Andrasik, F. (2004). Behavioral treatment of migraine: current status and future directions. Expert Review of Neurotherapeutics, 4, Andrasik, F., Lipchik, G., McCrory, D., & Wittrock, D. (2005). Outcome measurement in behavioral headache research: headache parameters and psychosocial outcomes. Headach, 45,

12 16 Arrindell, W.A., & Ettema, J.H.M. (2002). Symptom Checklist SCL-90: Handleiding bij een multidimensionele psychopathalogie-indicator. Lisse: Swets & Zeitlinger Publishers. Bandura, A. (2004). Health promotion by social cognitive means. Health Education & Behavior, 31, Barlow, J.H., Wright, C., Sheasby, J., Turner, H., & Hainsworth, J. (2002). Self-management approaches for people with chronic conditions: a review. Patient Education and Counseling, 48, Blanchard, E.B. (1992). Psychological Treatment of Benign Headache Disorders. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 4, Blanchard, E.B., Appelbaum, K.A., Radnitz, C.L., Michultka, D., Morrill, B., Kirsch, C., Hillhouse, J., Evans, D.D., Guarnieri, P., & Attanasio, V. (1990). Placebo-controlled evaluation of abbreviated Progressive Muscle relaxation and of relaxation combined with cognitive therapy in the treatment of tension headache. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 58, Bodenheimer, T., Lorig, K., Holman, H., & Grumbach, K. (2002) Patient self-management of chronic disease in primary care. JAMA, 288, Cohen, J., & Cohen, P.D. (1983). Applied Multiple Regression/ Correlation Analysis for the Behavioral Sciences. New Jersey/ London: Lawrence Erlbaum Associates. Cohen, J. (1988). Statistical Power Analysis for the Behavioral Sciences, 2nd edition. New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Couturier, E.G.M., Bomhof, M.A.M., Gooskens, R.H.J.M., Keyser, A., Mulleners, W.M., & Sorbi, M.J. Richtlijnen diagnostiek en behandeling chronisch recidiverende hoofdpijn zonder neurologische afwijkingen,1 ste herziening Gevonden op 10 april 2008, op Diener, H.C. (2005). Placebo and headaches. Cephalalgia, 25, 841. Dulmen, A.M. van, & Bensing, J.M. (2000). Contextwerking in de geneeskunde; een programmeringsstudie. Den Haag: RGO. Gevonden op 13 juni 2008, op pdf.php?id=1449&p=1 Foster, G., Taylor, S.J., Eldridge, S.E., Ramsay, J., & Griffiths, C.J. (2007). Self-management education programmes by lay leaders for people with chronic conditions. Gevonden op 10 april 2008, op het Cochrane databestand. French, D.J., Holroyd, K.A., Pinell, C., Malinoski, P.T., O Donnell, F., & Hill, K.R. (2000) Perceived self-efficacy and headache-related disability. Headache, 40, Giffin, N.J., Ruggiero, L., Lipton, R.B., Silberstein, S.D., Tvedskov, J.F., Olesen, J., Altman, J., Goadsby, P.J., & Macrae, A. (2003). Premonitory symptoms in migraine: an electronic diary study. Neurology, 60, Goadsby, P.J. (2007). Emerging therapies for migraine. Nature Clinical Practice Neurology, 3, Goadsby, P.J., Lipton, R.B., & Ferrari, M.D. (2002). Migraine: current understandings and treatment. New England Journal of Medicine, 346, Goslin, R.E., Gray, R.N., McCrory, D.C., Rains, J.C., & Hasselblad, V. (1999). Evidence Report: Behavioral and Physical Treatments for Migraine Headache. Technical Review 2.2. Prepared for the Agency for Health Care Policy and Research under Contract No Gevonden op 19 september 2007, op Haddock, C.K., Rowan, A.B., Andrasik, F., Wilson, P.G., Talcott, G.W., & Stein, R.J. (1997). Home-based behavioral treatments for chronic benign headache: a meta-analysis of controlled trials. Cephalalgia, 17, International Headache Society Headache Classification Committee (1988). Classification and Diagnostic Criteria for Headache Disorders, Cranial Neuralgias and Facial Pain. Cephalalgia, 8, suppl 7. Larsson, B., Carlsson, J., Fichtel, A., & Melin, L. (2005). Relaxation treatment of adolescent headache sufferers: results from a school-based replication series. Headache, 45, Larsson, B., & Melin, L. (1988). The psychological treatment of recurrent headache in adolescents: short-term outcome and its prediction. Headache, 28, Lipton, R.B., & Bigal, M.E. (2005) Headache research methodology. Headache, 45, Lipton, R., Scher, A., Kolodner, K., Liberman, J., Steiner, T., & Stewart, W. (2002). Migraine in the United States: epidemiology and patterns of health care use. Neurology, 58, Lorig, K. (2002). Partnerships between experts patients and physicians. The Lancet, 359, Martin, P.R. (2001). How do trigger factors acquire the capacity to precipate headaches. Behaviour Research and Therapy, 39, Martin, N.J., Holroyd, K.A., & Penzien, D.B. (1990). The headachespecific locus of control scale: adaptation to recurrent headaches. Headache, 30, Mérelle, S.Y.M., Sorbi, M.J., Doornen, L.J.P. van, & Passchier, J. (2008). Migraine patients as trainers of their fellow patients in non-pharmacological preventive attack management. Short term effects of a randomized controlled trial. Cephalalgia, 28, Nicholson, R.A., Houle, T.T., Rhudy, J.L., & Norton, P.J. (2007). Psychological risk factors in headache. Headache, 47, Oldman, A.D., Smith, L.A., McQuay, H.J., & Moore, R.A. (2002). Pharmacological treatments for acute migraine: quantative systematic review. Pain, 97, Passchier, J., Mourik, J.C., McKenna, S.P., Berg, M. van den, & Erdman, R.A.M. (2001). Evaluation of the Dutch version of the migraine quality of life instrument (MSQOL) and its application in headache coping. Cephalalgia, 21, Patrick, D.L., Hurst, B.C., & Hughes, J. (2000). Further development and testing of the migraine-specific quality of life (MSQOL) measure. Headache, 40, Penzien, D.B., Andrasik, F., Freidenberg, B.M., Houle, T.T., Lake, A.E., Lipchik, G.L., Holroyd, K.A., Lipton, R.B., McGrory, D.C., Nash, J.M., Nicholson, R.A., Powers, S.W., Rains, J.C., & Wit-

13 trock, D.A. (2005). Guidelines for trials of behavioral treatments for recurrent headache, 1st edition. American Headache Society Behavioral Clinical Trials Workgroup. Headache, 45, Suppl 2, Peters, M., & Passchier, J. (2006). Translating instruments for cross-cultural studies in headache research. Headache, 46, Rains, J.C., & Penzien, D.B. (2005). Behavioral Research and the Double-Blind Placebo-Controlled Methodology: Challenges in Applying the Biomedical Standard to Behavioral Headache Research. Headache, 45, Rains, J.C., Penzien, D.B., McCrory, D.C., & Gray, R.N. (2005). Behavioral headache treatment: history, review of the empirical literature, and methodological critique. Headache, 45, Suppl 2, Sorbi, M.J., & Swaen, S.J. (2000a). Greep op hoofdpijn: Migraine en spanningshoofdpijn stap voor stap te lijf. Lisse: Swets & Zeitlinger Publishers. Sorbi, M.J., & Swaen, S.J. (2000b). Greep op hoofdpijn: therapeutenhandleiding. Lisse: Swets & Zeitlinger Publishers. Sorbi, M.J., & Swaen, S.J. (2004). Protocollaire behandeling van patiënten met migraine en spanningshoofdpijn: ontspanningstraining en cognitieve training. In G.P.J. Keijsers, A. van Minnen, C.A.L. Hoogduin (red.), Protocollaire behandelingen in de ambulante geestelijke gezondheidszorg (pp ). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Sorbi, M.J., & Van de Vaart, R. (2009). Internetcursus MyMigraine: internetstudie naar de uitvoerbaarheid en geslaagde vertaalslag. (ehealth onderzoeksrapport (36 pp) tbv dossier nr. 1222, Innovatiefonds Zorgverzekeraars).Utrecht: Universiteit Utrecht. Stetter, F., & Kupper, S. (2002). Autogenic training: a meta-analysis of clinical outcome studies. Applied Psychophysiology and Biofeedback, 27, Stewart, W.F., Lipton, R.B., Dowson, A.J., & Sawyer J. (2001). Development and testing of the Migraine Disability Assessment (MIDAS) Questionnaire to assess headache-related disability. Neurology, 56, Suppl, Swagemakers, O.T.A., Mérelle, S.Y.M., Passchier, J., & Trijsburg, R.W. (2006). Gedragsinterventies bij migraine: is korter ook effectiever? Een review. Gedrag & gezondheid, 34, Tfelt-Hansen P, Block G, Dahlof C, Diener HC, Ferrari MD, Goadsby PJ, Guidetti, V., Jones, B., Lipton, R.B., Massiou, H., Meinert, C., Sandrini, G., Steiner, T., & Winter, P.B. (2000). Guidelines for controlled trials of drugs in migraine: second edition. Cephalalgia, 20,

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Effecten Omgevingsinterventie en Fysieke Activiteit 1. Hoofdeffecten en Mediators van een Omgevingsinterventie op Maat ter Bevordering van

Effecten Omgevingsinterventie en Fysieke Activiteit 1. Hoofdeffecten en Mediators van een Omgevingsinterventie op Maat ter Bevordering van Effecten Omgevingsinterventie en Fysieke Activiteit 1 Hoofdeffecten en Mediators van een Omgevingsinterventie op Maat ter Bevordering van Fysieke Activiteit bij Ouderen Main Effects and Mediators of a

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach ONLINE WERKEN AAN VERBETERD ZELFMANAGEMENT VOOR COPD PATIENTEN Chantal Hillebregt Onderzoeker Jan van Es Instituut 1 Toename ziektelast van COPD 3 de plaats ranglijst

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Richtlijnen voor auteurs. Colofon

Richtlijnen voor auteurs. Colofon Colofon Het Nederlands Tijdschrift voor Pijn en Pijnbestrijding is een officiële uitgave van de Nederlandse Vereniging ter Bestudering van Pijn (NVBP). Het tijdschrift verschijnt vier maal per jaar (in

Nadere informatie

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date: 2014-05-14 Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25761 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Om de herkenning van patiënten met depressieve stoornis in de eerste lijn te verbeteren wordt wel screening aanbevolen. Voorts worden pakketinterventies aanbevolen om de kwaliteit van zorg en de resultaten

Nadere informatie

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn Martine Veehof, Hester Trompetter, Ernst Bohlmeijer & Karlein Schreurs 28 maart 2013 Inhoud Achtergrond Online

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Depressieve stoornissen zijn wijdverspreid, hebben nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten en hun familieleden. Deze stoornissen worden geassocieerd

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter

Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter Circuittraining Een nieuwe groepstraining met een functioneel karakter Drs. Lotte Wevers Dr. Ingrid van de Port Prof. Dr. Eline Lindeman Prof. Dr. Gert Kwakkel Kenniscentrum De Hoogstraat, Utrecht Overzicht

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie Effects of motivational interviewing and self-determination theory in a web-based computer tailored physical activity intervention: a randomized controlled trial Master thesis Naam student: S. Friederichs

Nadere informatie

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT)

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Dr. G.M. Terwindt en Prof. Dr. M.D.Ferrari, neurologen LUMC Chronische Migraine (CM)

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties,

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties, Het Effect van een Verkorte Mindfulness Training bij Ouderen op Mindfulness, Experiëntiële Vermijding, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties, Zelftranscendentie, en Quality of Life The Effects of a Shortened

Nadere informatie

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Resultaten van een systematisch review en een toepassing voor de praktijk Lyan Blikman, MSc. Bewegingswetenschapper PhD

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast

Nadere informatie

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Inhoud presentatie Aspecifieke KANS Project GRIP op KANS Ontwikkeling GRIP op KANS Inhoud programma Voorlopige resultaten A-specifieke KANS Aan werk of activiteiten

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. Samenvatting De prevalentie van een ernstige depressie op latere leeftijd varieert tussen de 1 en

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN Veerle Duprez Prof. dr. Ann Van Hecke AANLEIDING Beroeps- & opleidingsprofiel Mensen met chronische aandoening

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015 Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015 Prof. dr. Marc Verbraak, klinisch psycholoog / cognitief-gedragstherapeut

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam. Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen

Universiteit van Amsterdam. Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen De uitvoering van Self-management Training, gegeven door patiënt-trainers aan migrainepatiënten. J. J. Dallimer 0032158 Opleiding

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF 'KLEUR JE LEVEN' DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF Contactgegevens Mentalshare Telefoon: +31 (0)302971198 E-mail: kleurjeleven@mentalshare.nl Website: www.mentalshare.nl In samenwerking met:

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling Mw.dr. Jetty van Meeteren, Revalidatiearts, Rijndam, RVE Erasmus MC VERMOEIDHEID Komt bij 60 tot 80% van de patienten voor Het

Nadere informatie

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden samenvatting samenvatting in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden geïntroduceerd. Na een korte

Nadere informatie

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose

LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose Symposium onderzoeksresultaten 2017 Sonja Kuipers, MSc MSW RN PhD-Student Zonder

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

optimale meetinstrument?

optimale meetinstrument? 1 Klachten in het hoofdhalsgebied: hoe kies ik het optimale meetinstrument? Raymond Swinkels Samenvatting» Klachten in het hoofd-halsgebied hebben in veel gevallen een multidimensionaal karakter waarbij

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

Effectiviteit van de Wiet-Check

Effectiviteit van de Wiet-Check Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectiviteit van de Wiet-Check FADO 17 november 2011 Anouk de Gee Cannabis gebruik & jongeren Actueel gebruik (laatste maand) 5,3 % van 12-16 jarigen 20,7

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift beschrijft een gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (RCT) gericht op het verbeteren van het functioneren en de gezondheid

Nadere informatie

e-exercise bij knie en heup artrose

e-exercise bij knie en heup artrose e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Onderzoeksgroep: Prof. Rob Smeets Prof. André Knottnerus Dr. Ivan Huijnen Drs. Nieke Rijnders Dr. Albère Köke

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie