Actuariële en Bedrijfstechnische Nota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Actuariële en Bedrijfstechnische Nota"

Transcriptie

1 Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Juli 2015

2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 4 HOOFDSTUK 2. DE ORGANISATIE VAN BPF SCHILDERS Algemeen Organisatieschema Missie, visie, kernwaarden en doelstellingen Strategie van het pensioenfonds Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur Samenstelling en werkwijze van het bestuur Dagelijkse uitvoering Uitbestedingsbeleid Uitvoeringsorganisaties Controle Integriteitsbeleid en gedragscode Geschiktheid Communicatie Verantwoordingsorgaan Raad van Toezicht Beleggingsadviescommissie Auditcommissie Pensioencommissie Onafhankelijke risicomanager Onafhankelijk strategisch adviseur HOOFDSTUK 3. PROCEDURES EN CRITERIA VOOR AANSLUITING HOOFDSTUK 4. UITVOERINGSREGLEMENT HOOFDSTUK 5. KENMERKEN VAN DE PENSIOENREGELING HOOFDSTUK 6. FINANCIËLE OPZET Beschrijving financiële opzet Technische voorzieningen Beleidsdekkingsgraad Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen Eigen Vermogen Financiering voorwaardelijke toeslagverlening Reserves Leningen HOOFDSTUK 7. FINANCIËLE STURINGSMIDDELEN Ambitie Premiebeleid Feitelijke premie Kostendekkende premie Gedempte premie Toeslagenbeleid Toeslagenbeleid Inhaaltoeslagenbeleid Voorwaardelijkheidsverklaring Beleggingsbeleid Herstelplan

3 7.6 Verlaging pensioenaanspraken Financieel crisisplan HOOFDSTUK 8. HET BELEGGINGSBELEID Inleiding De beleggingscyclus Opdrachtaanvaarding: missie en doelstellingen Het beleid ten aanzien van verantwoord beleggen ALM Beleid Belangrijkste economische variabelen in de ALM-studie Uitkomsten ALM-studie: beleggingsbeleid op hoofdlijnen Het strategische beleggingsbeleid Het herbalanceringsbeleid Het strategisch beleid ten aanzien van het ongerealiseerde resultaat op de renteoverlay Het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico Het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het renterisico De strategische allocatie naar Kas Het beleggingsplan 1 juli 2015 tot en met 31 december De strategische asset allocatie vanaf 1 juli De strategische benchmark vanaf 1 juli De strategische normportefeuille vanaf 1 juli Beleggingsmandaten Portefeuille Monitoring en rapportages Waarderingsbeleid HOOFDSTUK 9. RISICOMANAGEMENT Risicomanagement Beleidscyclus risicomanagement Risicohouding Risico s en risicobeheersing Solvabiliteitsrisico s Organisatierisico s Compliance-risico HOOFDSTUK 10. ONDERTEKENING BIJLAGE 1: VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN Inleiding Organisatie van het beleid en het proces Uitvoering BIJLAGE 2: FINANCIEEL CRISISPLAN

4 Hoofdstuk 1. Inleiding Zoals in artikel 4 lid 2 van de statuten is vermeld en conform artikel 145 van de Pensioenwet, werkt de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf (hierna: BPF Schilders) volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het doel van deze ABTN is om integraal inzicht te geven in de organisatorische inrichting van het BPF Schilders en om een beschrijving te geven van het ten behoeve van het pensioenfonds te voeren beleid inclusief een gemotiveerde omschrijving van de financiële opzet en de daarop gebaseerde grondslagen. Het vermogensbeheer en de administratie van de pensioenregeling heeft het bestuur uitbesteed. De uitvoeringsorganisatie van BPF Schilders, A&O Services BV, is eind 2013 overgenomen door PGGM N.V. Gedurende 2014 en 2015 vindt de transitie van het Pensioenbeheer plaats van A&O Services naar PGGM. Het Vermogensbeheer is reeds per 1 april 2014 ondergebracht bij PGGM. BPF Schilders heeft contracten afgesloten met diverse dochtervennootschappen van PGGM, zoals PGGM Strategic Advisory Services (SAS) BV, PGGM Pensioenbeheer BV en PGGM Vermogensbeheer BV. Voor de leesbaarheid zijn de volledige namen van deze dochtervennootschappen in de ABTN afgekort als PGGM. Deze ABTN beschrijft de actuariële en bedrijfstechnische werkwijze van het BPF Schilders naar de situatie vanaf 1 juli In deze ABTN is het vastgestelde beleid op basis van het Financieel Toetsingskader (FTK) verwerkt. 4

5 Hoofdstuk 2. De organisatie van BPF Schilders 2.1 Algemeen Het BPF Schilders heeft haar organisatie ingericht in overeenstemming met het bepaalde in artikel 143 van de Pensioenwet over een beheerste en integere bedrijfsvoering. In dit hoofdstuk wordt de organisatie van BPF Schilders beschreven, onder andere aan de hand van een organigram. 2.2 Organisatieschema Onderstaand wordt het organisatieschema weergegeven. In de volgende paragrafen wordt de organisatie van het pensioenfonds nader toegelicht. In het organisatieschema staan de commissies. Het instellen van andere commissies is mogelijk, als het bestuur hiertoe besluit. VO Raad van Toezicht Bestuur Dagelijks Bestuur Commissies Certificerend Actuaris CC BAC Waarmerkend Accountant AC GC Strategisch Adviseur PC Risicomanager Vermogensbeheerders Custodian PGGM VB BV A&O Services Treasury BV BV PGGM SAS Toelichting afkortingen: PGGM SAS = PGGM Strategic Advisory Services PGGM VB = Vermogensbeheer CC = Commissie Communicatie VO = Verantwoordingsorgaan AC = Auditcommissie BAC = Beleggingsadviescommissie GC = Geschillencommissie PC = Pensioencommissie BPF Schilders werkt volgens het paritaire bestuursmodel met twee onafhankelijke deskundigen. Het bestuur kent 8 zetels, waarvan er 2 bezet worden door onafhankelijke deskundigen, 2 door 5

6 vertegenwoordigers van werkgevers, 2 door vertegenwoordigers van werknemers, 1 door een vertegenwoordiger van pensioengerechtigden en 1 door een vertegenwoordiger van de zelfstandigen. 2.3 Missie, visie, kernwaarden en doelstellingen Missie: BPF Schilders is de pensioenuitvoerder van de pensioenregelingen, die gelden voor de Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijfstak. Betrouwbaarheid, solidariteit en collectiviteit staan daarbij voorop. Betrouwbaarheid en transparantie vormen de basis van het bestuur en de uitvoering. BPF Schilders is betrokken bij alle deelnemers en hun nabestaanden, biedt hen een goed pensioen tegen een aanvaardbare prijs en zet zich in om hen met heldere communicatie te ondersteunen bij het maken van verantwoorde keuzes op pensioengebied. Het BPF Schilders streeft naar een solide, integer en maatschappelijk verantwoord beheer van het belegd vermogen. Visie: BPF Schilders ziet zich voor een groot aantal uitdagingen gesteld in een wereld die voortdurend verandert. In het bijzonder de stelseldiscussie, de consolidatie in de pensioensector, de positie van zzp-ers, de vernieuwing van de governance en het nieuwe financiële toetsingskader vragen bestuurlijk handelen. Het bestuur meent dat voor de realisering van de missie in deze omstandigheden het volgende nodig is: 1. vergroting van het draagvlak en de wederzijdse responsiviteit met de deelnemers van het pensioenfonds; 2. evenwichtige vormgeving van de financiële opzet van het pensioenfonds (premie-, toeslag- en beleggingsbeleid); 3. onderzoek doen naar de strategische koers van het fonds die rekening houdt met de veranderingen in de pensioensector, de verplichtstelling en de positie van ZZPers. Kernwaarden: De kernwaarden van BPF Schilders zijn: betrouwbaarheid, betrokkenheid, transparantie. Doelstellingen: De uitgangspunten van het bestuur van BPF Schilders zijn: uitvoering van de pensioenregeling tegen een goede prijs/kwaliteit verhouding; solide, integer, transparant en maatschappelijk verantwoord beheer van het belegd vermogen, zodat kan worden voldaan aan de lopende en toekomstige pensioenverplichtingen; een risicohouding die is afgestemd op het premiebeleid en de ambitie van het fonds, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van het fonds en die voldoet aan de prudent person regel; verantwoorde, evenwichtige en heldere communicatie met alle stakeholders; nakoming van wet- en regelgeving en de Code Pensioenfondsen; een evenwichtige verhouding tussen pensioenopbouw en de te betalen premie; juiste, volledige en tijdige informatieverstrekking over de opgebouwde rechten; streven naar een waardevast pensioen; de mogelijkheid bieden om eerder uit te treden; tijdige ontvangst van de juiste pensioenuitkering; adviseren van sociale partners over de arbeidsvoorwaarde pensioen. 6

7 2.4 Strategie van het pensioenfonds Het bestuur heeft de onderstaande strategische doelstellingen voor de periode vastgesteld: 1. De kernprocessen zijn te allen tijde gewaarborgd. 2. Het bestuur bepaalt met alle stakeholders een visie op de toekomst van BPF Schilders. 3. Het bestuur onderzoekt hoe het draagvlak voor BPF Schilders versterkt kan worden. 4. Het bestuur onderzoekt de samenstelling van de uitvoeringskosten en de mogelijkheden om die te verlagen. 5. Het bestuur werkt op hoofdlijnen een vereenvoudiging van de pensioenregeling uit. 6. Onze boodschappen zijn simpel uitgewerkt en de deelnemers begrijpen deze steeds beter. De bovenstaande doelstellingen zijn opgenomen in het jaarplan 2015 van BPF Schilders en worden momenteel verder uitgewerkt door diverse bestuurlijke werkgroepen. 2.5 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur Taken en verantwoordelijkheden: Het bestuur is belast met het bestuur en beheer van de stichting; Het bestuur stelt het pensioenreglement vast; Het bestuur stelt het strategische beleggingsbeleid vast; Het bestuur zorgt ervoor dat de betrokken personen schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de inhoud van de geldende statuten en van het pensioenreglement zodra die op hen van toepassing zijn en dat zij jaarlijks van de wijzigingen daarin op de hoogte worden gesteld. Het bestuur zorgt er tevens voor dat andere belanghebbenden op gemakkelijke wijze kennis kunnen nemen van de inhoud van statuten en pensioenreglement; Het bestuur draagt er zorg voor dat alle belanghebbenden zich door het bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen; Het bestuur stelt een gedragscode op ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij de stichting aanwezige informatie; De voorzitters van het bestuur voeren tweejaarlijks een evaluatiegesprek met ieder bestuurslid. Er vindt minimaal één collectieve evaluatie per twee jaar plaats onder begeleiding van een onafhankelijke deskundige. Indien naar het oordeel van een meerderheid van het bestuur een bestuurslid onvoldoende functioneert (op het gebied van deskundigheid, competenties, houding, gedrag, aanwezigheid en inbreng) ontslaat het bestuur danwel de raad van toezicht het bestuurslid, na het horen van de raad van toezicht over de procedure. Alsdan wordt de voordragende geleding verzocht een andere kandidaat voor te dragen. Als het ontslag de onafhankelijke bestuursleden betreft zoekt en benoemt het bestuur zelf een nieuw bestuurslid en neemt daarbij de afgesproken procedure in acht. Indien het bestuur oordeelt dat er sprake is van een structureel tegenstrijdig belang tussen een bestuurslid en het pensioenfonds kan het bestuur het betreffende bestuurslid, met redenen omkleed, schorsen en de voordragende geleding verzoeken het betreffende bestuurslid uit zijn functie te ontslaan en een ander bestuurslid voor te dragen. Als dit de onafhankelijke bestuursleden betreft zoekt en benoemt het bestuur zelf een nieuw bestuurslid. De raad van toezicht heeft de bevoegdheid bestuurders van BPF Schilders te schorsen of te ontslaan wegens disfunctioneren. 7

8 Bevoegdheden: Het bestuur is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking met inbegrip van het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. Bij de beschikkingsbevoegdheid geldt het zogeheten vier-ogen-principe, dat wil zeggen dat van onderstaande personen minimaal twee personen dienen te ondertekenen. Beschikkingsbevoegd zijn: o Het bestuur; o De directie van A&O Services BV, die door het bestuur gevolmachtigd is; o PGGM, die door het bestuur gevolmachtigd is. De statuten van PGGM en de interne bevoegdheidsregeling van PGGM bepalen wie er specifiek namens PGGM gemachtigd is; Het bestuur is bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. De Stichting wordt tevens vertegenwoordigd door de twee voorzitters gezamenlijk. Daarnaast is het bestuur bevoegd om andere bestuursleden en een rechtspersoon of natuurlijk persoon volmacht te verlenen om de Stichting te vertegenwoordigen met dien verstande dat het bestuur erop toeziet dat steeds twee personen gezamenlijk de Stichting vertegenwoordigen. ; Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van herverzekeringsovereenkomsten; Het bestuur is bevoegd tot het uitbesteden van daarvoor in aanmerking komende werkzaamheden; Het bestuur is bevoegd tot statutenwijziging; Het bestuur is bevoegd tot wijziging van het bestuursmodel na overleg met sociale partners. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de opgebouwde rechten van alle personen bedoeld in artikel 3 van de statuten en van hun rechtverkrijgenden ingeval de financiële toestand van de stichting daartoe aanleiding geeft; Het bestuur is bevoegd tot ontbinding van de stichting. 2.6 Samenstelling en werkwijze van het bestuur Samenstelling van het bestuur: Het bestuur bestaat uit acht leden: - twee leden worden voorgedragen door werkgeversvereniging OnderhoudNL; deze leden bezetten de zetels namens de werkgevers; - twee leden worden voorgedragen door werknemersverenigingen FNV Bouw en CNV Vakmensen gezamenlijk op basis van representativiteit; deze leden bezetten de zetels namens de werknemers; - één lid wordt voorgedragen door de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan; - één lid namens de zelfstandigen wordt voorgedragen door (een) voor de schilderssector representatieve ZZP-organisatie(s); - twee leden zijn onafhankelijke deskundigen op het gebied van risicomanagement en vermogensbeheer. Het bestuur benoemt de bestuursleden. Werkwijze van het bestuur: Het bestuur regelt onderling de verdeling van de bestuursfuncties. Eén voorzitter wordt voorgedragen door de werkgeversorganisatie en één voorzitter door de werknemersorganisatie FNV Bouw. Het bestuur kan commissies en werkgroepen instellen. 2.7 Dagelijkse uitvoering De dagelijkse uitvoering is opgedragen aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit de beide voorzitters en de beide onafhankelijke bestuursleden. Het dagelijks bestuur fungeert als eerste aanspreekpunt voor de uitvoeringsorganisatie(s) bij de dagelijkse afstemming over de uitvoering van tactische en operationele werkprocessen. 8

9 Het dagelijks bestuur verzorgt namens het bestuur de aansturing en de controle van de uitbestede werkzaamheden op tactisch en operationeel niveau. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur zijn opgenomen in een door het bestuur vastgesteld reglement. De bestuursondersteuning wordt verzorgd door een specifiek aan BPF Schilders toegewezen klantteam vanuit PGGM. Dit klantteam heeft de bevoegdheid om rechtstreeks aan het bestuur te rapporteren. Het bestuur heeft dit contractueel vastgelegd met PGGM. 2.8 Uitbestedingsbeleid De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf (verder: BPF Schilders) heeft delen van haar bedrijfsprocessen uitbesteed aan andere partijen c.q. uitvoerders. Aan uitbesteding is voor BPF Schilders een aantal risico s verbonden. Het bestuur van BPF Schilders heeft daarom beleid vastgesteld met betrekking tot de beheersing van risico s die samenhangen met uitbesteding van (delen van) bedrijfsprocessen. Dit beleid is vastgelegd in een separaat document Uitbestedingsbeleid. Het doel van het uitbestedingsbeleid is het waarborgen van continuïteit en goede kwaliteit van dienstverlening. Hiermee blijven de reputatie en integriteit van BPF Schilders gewaarborgd. Het uitbestedingsbeleid is van toepassing op alle naar het oordeel van het bestuur uitbestede bedrijfskritische of belangrijke activiteiten en processen van BPF Schilders. Het uitbestedingsbeleid is van toepassing op alle bestaande en/of nieuwe uitbestedingsovereenkomsten gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomsten. De belangrijkste uitgangspunten van het uitbestedingsbeleid zijn : 1. Het bestuur van BPF Schilders blijft eindverantwoordelijk voor de uitbestede activiteiten of processen. 2. Het bestuur van BPF Schilders behoudt volledige zeggenschap over de uitbestede activiteiten of processen. 3. Het bestuur van BPF Schilders leeft het uitbestedingsbeleid na, zoals dat door het bestuur is opgesteld met inachtneming van de richtlijnen van DNB. 4. Dit beleid voldoet aan van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 5. Het bestuur van BPF Schilders selecteert onafhankelijke uitvoerders op basis van kwaliteit, prijs en marktconformiteit. 6. Bij de keuze van de uitvoerder wordt rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen van BPF Schilders. 7. De uitkomst van het selectieproces wordt in door het bestuur benoemde situaties getoetst door een extern adviesbureau. 8. Het uitbestedingsbeleid wordt elke twee jaar door het bestuur geëvalueerd met een advies van de Auditcommissie. 9. Er worden met de partij aan wie activiteiten worden uitbesteed afspraken gemaakt over de wijze waarop de overeenkomst wordt beëindigd, en over de wijze waarop wordt gewaarborgd dat BPF Schilders de werkzaamheden na beëindiging van de overeenkomst weer zelf kan uitvoeren of door een andere derde kan laten uitvoeren. 10. Bij het afscheid van een uitvoerder wordt een exitgesprek gevoerd. In het contracten register is een overzicht opgenomen van de partijen aan wie BPF Schilders werkzaamheden heeft uitbesteed. Dit overzicht wordt jaarlijks geactualiseerd. 9

10 2.9 Uitvoeringsorganisaties Pensioenadministratie: Het bestuur heeft een uitbestedingsovereenkomst pensioenadministratie afgesloten met A&O Services BV met daaraan gekoppeld een Service Level Agreement (SLA). De uitbestedingsovereenkomst en SLA worden één maal per vijf jaar geëvalueerd en herzien. Jaarlijks vindt een evaluatiebespreking van de SLA plaats. In deze overeenkomst is vastgelegd dat A&O Services BV werkzaamheden zal uitvoeren op het gebied van: Bestuursondersteuning (waaronder beleidsvoorbereiding en verslaglegging) Pensioenadministratie; Financiële administratie; Communicatie. Het bestuur heeft op 13 november 2013 de nadere overeenkomst inzake pensioenbeheer, beleidsadvisering pensioenbeheer en bestuursondersteuning met PGGM ondertekend. In deze overeenkomst is vastgelegd dat PGGM werkzaamheden zal uitvoeren op het gebied van het pensioenbeheer, de beleidsadvisering pensioenbeheer en de bestuursondersteuning. Deze overeenkomst gaat in op 6 juli Er zijn transitieplannen opgesteld voor de overgang per 6 juli 2015 van het pensioenbeheer. Aan deze nadere overeenkomsten is een SLA gekoppeld, op basis waarvan PGGM periodiek aan het bestuur over de uitvoering van de dienstverlening rapporteert. De looptijd van de overeenkomst met PGGM is tot Medio 2016 zal het bestuur een evaluatie van de dienstverlening van PGGM uitvoeren. Jaarlijks vindt een evaluatiebespreking van de SLA plaats. Vermogensbeheer en advisering over financierings- & ALM-beleid, advies beleggingsbeleid en fiduciair advies: Per 1 april 2014 heeft het bestuur het vermogensbeheer uitbesteed aan PGGM. De looptijd van deze overeenkomsten met PGGM is tot 2020, maar in 2015 zal een grondige evaluatie van de dienstverlening van PGGM plaatsvinden. Per 1 april 2014 is de advisering van het bestuur over financierings- & ALM-beleid, advies beleggingsbeleid en fiduciair advies uitbesteed aan PGGM. PGGM rapporteert periodiek aan het bestuur over de uitvoering van de dienstverlening op basis van SLA s. Jaarlijks vindt een evaluatiebespreking van de SLA plaats. Custodian: BPF Schilders heeft BNY Mellon aangesteld als custodian. De custodian is verantwoordelijk voor de bewaring van het vermogen (inclusief diverse rapportages) en aanvullende werkzaamheden overeenkomstig de met het BPF Schilders afgesloten bewaarovereenkomst. Uitgangspunt bij de uitvoering van transacties die door vermogensbeheerders zijn aangegaan, is levering tegen betaling. Verder wordt, indien sprake is van separate accounts, het vermogen van het fonds gescheiden van dat van de custodian waardoor verzekerd is dat het eigendom van de beleggingen zoveel mogelijk bij het fonds zelf berust Controle BPF Schilders heeft KPMG Nederland aangesteld als waarmerkend accountant met de opdracht om jaarlijks de controle van de jaarrekening, het jaarverslag en de staten uit te voeren. KPMG doet verslag van zijn werkzaamheden aan het bestuur door middel van een accountantsverslag, zoals bedoeld in artikel 2:393 BW, een managementletter en een verslag aan het bestuur. Het accountantsverslag bevat bevindingen en conclusies die naar aanleiding van de werkzaamheden naar voren zijn gekomen. De jaarrekening wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur. BPF Schilders heeft Towers Watson aangesteld als waarmerkend actuaris. De waarmerkend actuaris is verplicht om jaarlijks een rapport uit te brengen ter onderbouwing van de actuariële verklaring. Het rapport voldoet aan de Richtlijnen voor rapportering door de certificerend actuaris van een verzekeringsinstelling van het Actuarieel Genootschap (AG) en is bedoeld om inzicht te 10

11 verschaffen in de ontwikkeling van de financiële positie van het pensioenfonds in het desbetreffende verslagjaar Integriteitsbeleid en gedragscode Het bestuur heeft een integriteitsbeleid vastgesteld. Onderdeel van dit integriteitsbeleid zijn een klokkenluidersregeling, een incidentenregeling en een regeling ongewenst gedrag. Het bestuur van BPF Schilders heeft tevens een fraudebeheersingsbeleid opgesteld. Dit fraudebeheersingsbeleid is de invulling van het bepaalde in de uitbestedingsovereenkomst tussen BPF Schilders, A&O Services en PGGM. Het onderwerp fraudebeheersingsbeleid wordt één maal per jaar door het bestuur besproken. Het bestuur heeft een externe compliance-officer aangesteld van het Nederlands Compliance Instituut (NCI) die tenminste jaarlijks vaststelt of de bestuursleden en andere verbonden personen de gedragscode hebben nageleefd. De externe compliance-officer is tevens benoemd als externe vertrouwenspersoon van BPF Schilders. BPF Schilders hanteert een jaarlijkse cyclus voor het integrale risicomanagement. Het integriteitsrisico is onderdeel van het integrale risicomanagement. Het risico van belangenverstrengeling is onderdeel van het integriteitsrisico. BPF Schilders heeft een Gedragscode waarin regels ten aanzien van belangenverstrengeling zijn opgenomen. Het bestuur en de Auditcommissie monitoren de naleving van de Gedragscode. De Auditcommissie evalueert de Gedragscode tenminste een keer per jaar en adviseert het bestuur over eventuele aanpassing. De Gedragscode is een vast onderdeel van de najaarsvergadering van het bestuur en in deze vergadering vindt ook besluitvorming over eventuele aanpassing plaats. BPF Schilders monitort en beheerst het risico van belangenverstrengeling door de kans en mogelijke schade als gevolg van het risico van belangenverstrengeling te analyseren en zo nodig passende maatregelen te nemen om dit risico te verminderen dan wel weg te nemen. Het fonds heeft een incidentenregeling vastgesteld, waarin onder meer wordt beschreven welke stappen gevolgd moeten worden, indien het vermoeden bestaat dat er sprake is van een Incident binnen BPF Schilders om te voorkomen dat de integere en beheerste bedrijfsvoering geschaad wordt en om toekomstige incidenten te voorkomen. Een incident is gedefinieerd als een gebeurtenis met een positieve of negatieve impact voor het pensioenfonds of voor zijn opdrachtnemers op: 1. de kwaliteit en/of continuïteit van reguliere dienstverlening; of 2. het voldoen aan wet- en regelgeving; of 3. het imago; dan wel 4. het financieel resultaat. Tussen BPF Schilders en zijn pensioenuitvoeringsorganisaties A&O en PGGM zijn een escalatieprocedure en een noodprocedure afgesproken over de melding, rapportage en beheersing van zich voordoende (acute) incidenten. Indien zich incidenten voordoen die de reputatie van BPF Schilders raken en/of een significante impact hebben op de financiële positie zullen deze ook worden gemeld bij toezichthouder DNB Geschiktheid Het bestuur van BPF Schilders onderkent het belang dat het bestuur over voldoende deskundigheid en competenties beschikt om het beleid van het pensioenfonds te kunnen bepalen en de uitvoering daarvan zo nodig bij te kunnen sturen. Het bestuur heeft daarom een geschiktheidsplan opgesteld. Geschiktheid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Het geschiktheidsplan wordt periodiek geëvalueerd. 11

12 Nieuwe bestuursleden hebben ten minste geschiktheidsniveau A. Het bestuur als geheel dient te beschikken over geschiktheidsniveau B. Het bestuur stelt jaarlijks met de geschiktheidseisen als kader een opleidingsplan op Communicatie Het bestuur van BPF Schilders hecht grote waarde aan een goede communicatie met alle belanghebbenden. Communicatiebeleid Het fonds heeft de volgende communicatie-ambitie vastgesteld: Het pensioenfonds wil naast de wettelijk verplichte communicatie deelnemers helpen bij de opbouw van een passend pensioen volgens de stelregel: De deelnemers aan de regeling moeten goed op de hoogte zijn van hun pensioensituatie, omdat zij zelf financiële keuzes moeten maken, die in de regel onherroepelijk zijn. Het fonds wil een betrokken begeleider zijn. Het fonds wil helpen bij het verkrijgen van inzicht in de eigen pensioensituatie en helpen bij inzicht in de mogelijkheden om de eigen pensioensituatie te verbeteren. Betrokken betekent dat het fonds zich ten doel stelt te weten wat er bij de deelnemers leeft en de taal van de deelnemers spreekt. De dialoog met de deelnemer staat voorop. De boodschappen vanuit het fonds moeten simpel zijn uitgewerkt. Deze ambitie wordt jaarlijks uitgewerkt in een communicatiestrategie middels een communicatiejaarplan. Het bestuur laat zich ten aanzien van het communicatiebeleid adviseren door: Het verantwoordingsorgaan; De commissie communicatie; Het klantenpanel. Het bestuur: Verstrekt jaarlijks een uniforme pensioenopgave (UPO) aan de actieve deelnemers; Verstrekt periodiek informatie aan actieve deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden en andere belanghebbenden; Publiceert ieder jaar drie soorten pensioenkranten: een voor werknemers, een voor zelfstandigen en een voor gepensioneerden. Organiseert pensioenpresentaties in de sector; Verstrekt (op verzoek) het pensioenreglement; Verstrekt informatie via de website; Draagt zorg voor persoonlijke begeleiding van deelnemers bij alle pensioenaanvragen; Stelt een pensioenplanner beschikbaar, te raadplegen via Heeft een Klantenservice die de vragen van actieve deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere belanghebbenden telefonisch of per beantwoordt. De Commissie Communicatie: Bevordert de kwaliteit van de communicatie van BPF Schilders naar actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden; Is het klankbord voor de uitvoeringsorganisaties ten aanzien van alle communicatie van BPF Schilders; Adviseert het bestuur over het communicatiebeleid en het communicatieplan Verantwoordingsorgaan BPF Schilders heeft een Verantwoordingsorgaan (VO) ingesteld. Het VO bestaat uit 18 leden waarvan drie leden worden benoemd door de werkgeversorganisatie, zes leden door de werknemersorganisaties en drie zelfstandigen door (een) voor de schildersector representatieve 12

13 ZZP-organisatie(s). De overige zes leden zijn pensioengerechtigden die benoemd worden na het houden van verkiezingen. Het VO beoordeelt het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd door het bestuur en beoordeelt ook het intern toezicht. Voorts adviseert het VO het bestuur en vervult het een rol bij de samenstelling van de RvT. Het bestuur heeft aan het VO bovenwettelijke adviesbevoegdheden toegekend. Het oordeel van het VO wordt gebaseerd op het jaarverslag, de jaarrekening, de bevindingen van de Raad van Toezicht en overige informatie. Het oordeel van het VO wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, in het jaarverslag opgenomen. De taken, rechten en (bovenwettelijke) bevoegdheden van het VO zijn vastgelegd in het Reglement Verantwoordingsorgaan Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit drie onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd, na een bindende voordracht door het VO op basis van een profielschets die de RvT vaststelt na advies door het VO. De RvT is gezamenlijk deskundig op de in de Pensioenwet genoemde terreinen. Het lidmaatschap van de RvT is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander orgaan binnen het fonds. Het intern toezicht heeft betrekking op het functioneren van het (dagelijks) bestuur van het pensioenfonds, de totstandkoming van het beleid van het bestuur, de algemene taken in het pensioenfonds, adequate risicobeheersing, evenwichtige belangenafweging door het bestuur en de wijze waarop de checks and balances binnen het fonds georganiseerd zijn. De RvT overlegt jaarlijks ten minste twee keer met het voltallige bestuur, drie keer met het dagelijks bestuur en een maal met het VO van het pensioenfonds. De RvT legt verantwoording af aan het VO. De taken, rechten en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Reglement Raad van Toezicht. De RvT rapporteert schriftelijk aan het bestuur van het pensioenfonds Beleggingsadviescommissie De Beleggingsadviescommissie geeft advies aan het bestuur ten aanzien van strategische en tactische aspecten van het vermogensbeheer en het balansbeheer. De Beleggingsadviescommissie vergadert tenminste vijf maal per jaar. De voorzitter stelt de agenda vast. De Beleggingsadviescommissie bestaat uit twee tot vier onafhankelijke deskundige externe leden. Minimaal twee en maximaal vier vertegenwoordigers uit het bestuur nemen als toehoorder aan de vergaderingen deel. De taken, rechten en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Reglement Beleggingsadviescommissie. Wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan een extra vergadering worden ingelast op verzoek van één van de leden van de Beleggingsadviescommissie, één van de bestuursleden van BPF Schilders of van medewerkers van PGGM die verantwoordelijk zijn voor de dienstverlening aan BPF Schilders Auditcommissie De Auditcommissie inventariseert en monitort op systematische en pro actieve wijze alle risico s van BPF Schilders en adviseert het bestuur over adequate maatregelen om deze risico s te beheersen en/of te verminderen. 13

14 De Auditcommissie vergadert ten minste vier maal per jaar. De Auditcommissie bestaat uit tenminste drie bestuursleden. De taken, rechten en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Reglement Auditcommissie. De commissie laat zich bijstaan door de onafhankelijk risicomanager Pensioencommissie De Pensioencommissie is belast met de voorbereiding of afhandeling van bestuursbesluiten over (de aanpassing van) het Pensioenreglement. Het bestuur heeft de afhandeling van individuele gevallen en vrijstellingsverzoeken (onder de in het reglement van de commissie omgeschreven voorwaarden) aan de Pensioencommissie gedelegeerd. De Pensioencommissie bestaat uit tenminste drie bestuursleden van BPF Schilders, waarvan tenminste een werkgeverslid en een werknemerslid. De benoeming, taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het Reglement Pensioencommissie Onafhankelijke risicomanager Het bestuur heeft een medewerker van PWC aangesteld als een, van de uitvoeringsorganisaties, onafhankelijke risicomanager. De risicomanager heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: Het bestuur voorzien van tijdige, actuele, accurate en toegankelijke risicomanagement informatie; Het periodiek bespreken van de risicorapportages met het bestuur; Het periodiek toetsen of de risicobeheersing in lijn is met de risicobereidheid; Het periodiek toetsen of de beheersing bij de externe dienstverleners van het fonds adequaat is en in lijn met de belangen en eisen van het fonds; Het adviseren over het risicoregister; Beleidsvoorstellen voorzien van een risicoanalyse en een advies; Het bestuur adviseren inzake het risicobeleid, te nemen beheersmaatregelen, uit te voeren analyses en signaleren van relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel van het fonds en daartoe het bijwonen van de bestuursvergaderingen; Het bijwonen van de bijeenkomsten van de Auditcommissie; Het uitvoeren van onderzoeken op verzoek van het bestuur of Auditcommissie; Het adviseren over risicomanagement processen; Het adviseren over nieuwe ontwikkelingen op pensioengebied en risicomanagementgebied Onafhankelijk strategisch adviseur Het bestuur van BPF Schilders heeft een externe partij (Ortec) aangesteld voor onafhankelijke en deskundige ondersteuning bij de invulling van de ALM en het strategisch beleggingsbeleid en het dienen als tegenwicht naar de uitvoeringsorganisatie(s). 14

15 Hoofdstuk 3. Procedures en criteria voor aansluiting BPF Schilders is een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De verplichting tot deelname volgt uit de laatst geldende verplichtstellingbeschikking. De verplichtstellingsbeschikking is afgegeven bij besluit van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 maart 1951, nr. 498, Stcrt nr 63. De laatst geldende verplichtstellingsbeschikking is afgegeven op 22 mei 2007 op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds Op 6 februari 2015 is een verzoek tot wijziging van de verplichtstelling, in verband met het verschuiven van de pensioenleeftijd naar de AOW-leeftijd, bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingediend (SZW). De behandeling van het wijzigingsverzoek door het Ministerie van SZW is nog niet afgerond. Hieronder is de tekst van laatst geldende verplichtstellingsbeschikking, afgegeven op 22 mei 2007, weergegeven. Deelname is verplicht voor alle bedrijfsgenoten in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf van 16 tot en met 64 jaar. Hierbij wordt verstaan onder: a. bedrijfsgenoten: alle personen die in de bedrijfstak als werknemer werkzaam zijn of als werkgever werkzaamheden doen verrichten of als zelfstandige werker dat bedrijf uitoefenen, zonder daartoe een of meer werknemers in dienst te hebben alsmede de rechtverkrijgenden van deze personen. Onder bedrijfsnoten wordt niet begrepen de directeurgrootaandeelhouder, die niet verzekerd is op grond van de wettelijke werknemersverzekeringen sociale verzekering; b. bedrijfstak: het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf omvat alle ondernemingen waarin en voor zover daarin het schilders, afwerkings- en glaszetbedrijf als hoofdbedrijf of als wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering wordt uitgeoefend met inbegrip van buitenlandse ondernemingen voor zover deze in Nederland arbeid (doen) verrichten en met inbegrip van buitenlandse uitzend-, detacherings- en/of bemiddelingsbureaus voor zover zij in Nederland werknemers ter beschikking stellen voor het verrichten van werkzaamheden welke vallen onder het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf. Uitgegaan wordt van het pensioenreglement geldend voor de deelnemers van het BPF Schilders dat in werking is getreden per 29 december

16 Hoofdstuk 4. Uitvoeringsreglement Artikel 23 lid 2 van de Pensioenwet verplicht een bedrijfstakpensioenfonds tot het opstellen van een uitvoeringsreglement. Dit uitvoeringsreglement moet voldoen aan artikel 25 van dezelfde wet, te weten eisen inzake de inhoud uitvoeringsovereenkomst. De verplichting van de werkgever tot het sluiten en in stand houden van een schriftelijke uitvoeringsovereenkomst geldt niet bij uitvoering van een bedrijfstakpensioenfonds, mits een uitvoeringsreglement is opgesteld dat voldoet aan de eisen die in artikel 25 ten aanzien van de uitvoeringsovereenkomst zijn gesteld. In het uitvoeringsreglement zijn de hieronder genoemde onderwerpen beschreven: Premiebetaling Niet-nakoming van betalingsverplichtingen van de werkgever Vermogenstekorten en overschotten Informatieverstrekking door de werkgever Opstellen en wijzigen van het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement Voorwaardelijke toeslagverlening Vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling Vrijwillige voorziening (ANW-vangnetregeling) Onvoorziene omstandigheden Beslechting van klachten of geschillen Inwerkingtreding Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de meest recente versie van het uitvoeringsreglement. 16

17 Hoofdstuk 5. Kenmerken van de pensioenregeling In hoofdlijnen heeft de pensioenregeling de volgende kenmerken: - Karakter pensioenregeling : Uitkeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet. - Soort pensioenregeling : Middelloonregeling op basis van pensioenuren met voorwaardelijke toeslagverlening. - Deelnemer : Bedrijfsgenoot die verplicht is tot deelneming en personen van wie de deelneming op vrijwillige basis wordt voortgezet. - Bedrijfsgenoot : Persoon die werkzaam is in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf, werkgever en zelfstandige. Met ingang van 1 januari 2007 is de directeur grootaandeelhouder, die niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, geen deelnemer in het BPF. De DGA die reeds per 1 januari 2007 deelneemt in de pensioenregeling van het BPF had tot 1 januari 2008 een keuzemogelijkheid om deel te blijven nemen in de regeling van het BPF. - Toetredingsleeftijd ouderdomspensioen : 16 jaar. - Pensioendatum : De datum waarop de (gewezen) deelnemer de AOWgerechtigde leeftijd bereikt. Indien de AOW-gerechtigde leeftijd voor een (gewezen) deelnemer nog niet is vastgesteld, dan wordt voor die (gewezen) deelnemer uitgegaan van de hoogste al wel vastgestelde AOWgerechtigde leeftijd. - Toeslagverlening : Toeslagverlening wordt toegekend voor zover de financiële positie van het pensioenfonds toereikend is (zie verder onder 8.2 toeslagenbeleid). De opgebouwde aanspraken alsmede de ingegane pensioenen kunnen op de eerste dag van week 1 van ieder kalenderjaar worden aangepast aan de algemene het prijsindexcijfer afgeleid voor alle huishoudens. - Verlaging : Verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten kunnen uitsluitend worden verlaagd als: a. het pensioenfonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de wettelijke eisen ten aanzien van het vereist vermogen; b. het pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan artikel 131 of 132 Pensioenwet zonder dat de belangen van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen zijn ingezet op grond van het herstelplan. In hoofdstuk 8 van deze ABTN wordt het nadere beleid uitgewerkt. - Compensatie niet verleende toeslagen en verlagingen : Niet verleende toeslagen en kortingen kunnen worden gecompenseerd als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan: - de dekkingsgraad behorende bij het vereiste eigen 17

18 vermogen; en - de dekkingsgraad van het niveau waarop volgens de methodiek van toekomstbestendige indexering (TBI Van het vermogen boven de hoogste dekkingsgraad van deze twee dekkingsgraden wordt maximaal 1/5e deel gebruikt voor inhaalindexatie. 2. Tussen inhaalindexering en de compensatie van kortingen wordt geen onderscheid gemaakt. 3. Een compensatie als bedoeld in het eerste lid is altijd een gelijk percentage van de niet verleende toeslagen of kortingen. 4. Een besluit tot compensatie als bedoeld in het eerste lid heeft geen terugwerkende kracht en leidt niet tot een nabetaling. - PRIS-periode : Door of namens het bestuur vast te stellen periode van 4 of 5 weken, waarbij een kalenderjaar bestaat uit 13 PRISperioden. - Pensioenuren ouderdomspensioen : Voor de deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 eindigt de opbouw van het ouderdomspensioen uiterlijk op de dag voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van de deelnemer. Indien de pensioenopbouw vrijwillig wordt voortgezet, eindigt de pensioenopbouw bij beëindiging van deze vrijwillige voortzetting, doch uiterlijk op de ouderdomspensioendatum. - Pensioensalaris : Voor de deelnemer schilder wordt als pensioensalaris het PRIS-uurloon in aanmerking genomen. Dit uurloon is gemaximeerd. Per 29 december 2014 bedraagt het maximum pensioenloon per uur 24,68. Voor de deelnemer overige werknemers wordt in aanmerking genomen het vaste loon per jaar exclusief vakantietoeslag. Dit pensioenloon wordt vervolgens gedeeld door de gewerkte uren om tot het pensioenloon per uur te komen. Dit uurloon is ook gemaximeerd op 24,68 per uur. Voor de deelnemer directeur, de deelnemer zelfstandige en de deelnemer werkgever geldt het door hem zelf gekozen pensioenloon per jaar. Hierbij geldt per 29 december 2014 een minimum pensioenloon per jaar van 29401,65 voor de groep geboren vóór 1 januari 1950 en ,00 voor de groep geboren op of ná 1 januari Het maximum pensioenloon bedraagt ,10. - Franchise pensioenopbouw : De franchise pensioenopbouw voor de deelnemers geboren vóór 1 januari 1950 bedraagt per 29 december ,52 per uur. Voor de deelnemers geboren op of ná 1 januari 1950 bedraagt de franchise pensioenopbouw 6,94. Op de eerste werkdag van week 1 van ieder jaar wordt de franchise aangepast aan de algemene loonontwikkeling in de bedrijfstak. - Pensioengrondslag : Voor de deelnemer schilder en de deelnemer overige werknemers is de pensioengrondslag gelijk aan het pensioenloon per uur verminderd met de franchise pensioenopbouw per uur. Voor de deelnemer directeur, de deelnemer zelfstandige en de deelnemer werkgever is de 18

19 pensioengrondslag gelijk aan het pensioenloon per jaar verminderd met de franchise per jaar. - Premiegrondslag : De premiegrondslag is gelijk aan het pensioenloon per uur verminderd met de franchise. - Ouderdomspensioen : Vanaf 29 december 2014 geldt voor elk kalenderjaar dat door de deelnemer schilder en de deelnemer overige werknemers aan BPF Schilders is deelgenomen het volgende. Het jaarlijkse ouderdomspensioen is gelijk aan 1,875% van het verschil tussen enerzijds het in dat kalenderjaar verdiende pensioenloon en anderzijds het product van de in dat kalenderjaar gewerkte uren en de voor deze uren geldende franchise per uur. De pensioenrekenleeftijd is met ingang van 29 december 2014 vastgesteld op 67 jaar. Voor de deelnemer schilder wordt het opgebouwde pensioen in een jaar vermenigvuldigd met 261/223. Van 1 januari 2006 tot 30 december 2013 bedroeg voor de deelnemer schilder, de deelnemer directeur, de deelnemer zelfstandige, de deelnemer werkgever en de deelnemer overige werknemers die zijn geboren op of na 1 januari 1950 het opbouwpercentage 2%, met een pensioeningangsdatum van 65 jaar. Van 30 december 2013 tot 29 december 2014 bedroeg voor de deelnemer schilder, de deelnemer directeur, de deelnemer zelfstandige, de deelnemer werkgever en de deelnemer overige werknemers die zijn geboren op of na 1 januari 1950 het opbouwpercentage 1,75% met een pensioenrekenleeftijd van 65 jaar. Voor de opbouw van ouderdomspensioen tot 1 januari 2006 wordt verwezen naar het toen van toepassing zijnde pensioenreglement. - Partnerpensioen : Het partnerpensioen bedraagt per deelnemingsjaar 1,3125% van de pensioengrondslag. Het partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum wordt vastgesteld als som van het reeds opgebouwde en het nog op te bouwen partnerpensioen van de nog toekomstige diensttijd van de deelnemer tot aan de pensioendatum. Het partnerpensioen dat ingaat bij overlijden van een gewezen deelnemer of gepensioneerde is gelijk aan het opgebouwde partnerpensioen tijdens deelnemerschap tot aan de datum van overlijden. - Wezenpensioen : Het wezenpensioen bedraagt per deelnemingsjaar 0,2625% van de pensioengrondslag. Het wezenpensioen bij overlijden van de deelnemer voor de pensioendatum wordt vastgesteld als som van het reeds opgebouwde en het nog op te bouwen wezenpensioen op basis van de nog toekomstige diensttijd van de deelnemer tot aan de pensioendatum. Het wezenpensioen dat ingaat bij overlijden van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde is gelijk aan het opgebouwde wezenpensioen tijdens deelnemerschap tot 19

20 - Uitruil pensioenaanspraken aan de datum van overlijden. : Op schriftelijk verzoek kunnen de beschikbare pensioenaanspraken van de (gewezen) deelnemers een maal actuarieel neutraal worden herschikt. Deelnemers kunnen de volgende keuzes maken: - ouderdomspensioen vervroegen; - ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen; - partnerpensioen uitruilen voor ouderdomspensioen; - hoog/laag (met of zonder AOW-compensatie) kiezen tot maximaal 5 jaar na pensioendatum. - Vervroegen van pensioen : Het pensioen mag eerder ingaan dan op de pensioenrichtdatum, doch niet eerder dan 55 jaar. - Deeltijd pensioen : De deelnemer kan kiezen voor deeltijdpensioen. - Overlijdensuitkering : Bij overlijden van een actieve deelnemer vóór de pensioenrichtdatum ontvangt de nabestaande een éénmalige uitkering. In 2015 bedraagt deze éénmalige uitkering 500 netto. - Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) - Voortzetting pensioenopbouw bij langdurige ziekte : Afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw als volgt voortgezet: Mate arbeidsongeschiktheid 25-45%* 45-65% 65% of meer * Bij de WIA is een arbeidsongeschiktheidspercentage van toepassing van 35-45%. De pensioenopbouw wordt voortgezet tot de AOWgerechtigde leeftijd of eerdere pensioeningangsdatum op basis van de pensioengrondslag op het moment van arbeidsongeschiktheid welke in week 1 en week 25 van ieder kalenderjaar wordt aangepast met de algemene loonontwikkeling in de bedrijfstak. Wanneer sprake is van een toename van het recht op premievrije voortzetting dan wordt de opbouw van de pensioenaanspraken, voor het verhoogde deel, voortgezet op basis van de laatste pensioengrondslag die voor de deelnemer gold, direct voorafgaand aan de verhoging van het recht op premievrije voortzetting, tenzij sprake is van re-integratie buiten de bedrijfstak. De hoogte van de pensioengrondslag van de aspirant deelnemer wordt gebaseerd op het wettelijk minimumloon van een 23-jarige. De dekking is gemaximeerd op 43 deelnemingsjaren. Voor zelfstandigen gelden er aanvullende wettelijke eisen. : In verband met langdurige ziekte in de periode van de 53e tot en met 104e week van ziekte wordt de pensioenopbouw voortgezet. De opbouw van de pensioenaanspraken wordt voortgezet op basis van de laatste pensioengrondslag die voor hem gold, direct voorafgaand aan de eerste ziektedag. 20

21 - Voortzetting pensioenopbouw bij werkloosheid (premievrijstelling) : Indien de deelnemer recht heeft op een loongerelateerde werkloosheidsuitkering bouwt deze deelnemer nog maximaal 6 maanden pensioen op. De pensioengrondslag wordt jaarlijks op de eerste dag van week 1 en week 25 aangepast aan de algemene loonontwikkeling in de bedrijfstak. Voor eenzelfde periode van 6 maanden bestaat, indien voldaan wordt aan de voorwaarden, een premievrij recht op deelname aan invaliditeitspensioen. - Invaliditeitspensioen : Voor deelnemers welke reeds arbeidsongeschikt zijn en vallen onder de WAO, bestaat recht op een invaliditeitspensioen bij volledige arbeidsongeschiktheid van 70% van 100/108 maal het WAO dagloon, verminderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop recht bestaat. Voor deelnemers met een WIA uitkering bestaat een dergelijk recht niet. - Overgangsregeling : Indien een deelnemer geboren op of ná 1 januari 1950: - op 1 januari 2006 deelnemer was; - voldeed aan de backservicevoorwaarden; - aaneengesloten deelneemt gedurende 15 jaar of bij eerder pensioneren, dan kan een deelnemer na deze 15 jaar of het eerdere moment van pensioneren in aanmerking komen voor een aanvulling. Deze aanvulling is voorwaardelijk en wordt alleen toegekend als de middelen hiervoor toereikend zijn. Jaarlijks beslist het bestuur of en voor hoever deze middelen toereikend zijn voor mogelijke toekenningen in het daaropvolgende boekjaar. De nagestreefde aanvulling wordt vastgesteld als het verschil tussen de waarde van de aanspraken volgens de regeling geldend tot 2006 en de regeling geldend vanaf Indien er een verschil is, dan is de nagestreefde aanvulling maximaal gelijk aan hetgeen fiscaal toegestaan is op basis van het arbeidsverleden van de deelnemer. Harmonisatie opgebouwde pensioenaanspraken : Alle opgebouwde pensioenaanspraken op 29 december 2014 met een pensioendatum van 65 jaar zijn op 29 december 2014 collectief actuarieel neutraal omgezet naar opgebouwde pensioenaanspraken met een pensioenrekenleeftijd van 67 jaar. 21

22 Hoofdstuk 6. Financiële opzet 6.1 Beschrijving financiële opzet De basis voor de financiële opzet van het fonds zijn de policy beliefs. Deze zijn tot stand gekomen in samenspraak met CAO partijen het VO en de Raad van Toezicht. De policy beliefs vormen de leidraad voor de financiële opzet van het fonds en zijn hieronder beschreven. BPF schilders hecht veel waarde aan een stabiele premie Stabiliteit in de premie is belangrijk voor de sector. Daarom wil BPF Schilders de premie voor een langere periode vastzetten. De premie is slechts bedoeld om de nieuwe nominale aanspraken te financieren. BPF Schilders streeft ernaar dat er gemiddeld evenwicht is tussen prijs en product, zodat nieuwe rechten niet te goedkoop en niet te duur worden ingekocht. Het fonds vindt de nominale rente de juiste maatstaf om de prijs voor de nominale rechten te bepalen. De kostprijs op basis van de actuele rentestand kent echter teveel volatiliteit. Om deze volatiliteit te verkleinen wordt een vorm van demping in de bepaling van de premie meegenomen. Een nominaal pensioen alleen is niet voldoende Een goed pensioen is meer dan een nominaal pensioen. Het fonds heeft de ambitie om jaarlijks toeslagen te verstrekken om de prijsinflatie te compenseren. Voor de financiering hiervoor is het fonds bereid risico te nemen. Binnen de grenzen van de risicohouding streeft het bestuur naar een maximaal rendement om dit aan te wenden voor toeslagverlening. Negatieve inflaties worden niet direct doorgegeven maar later met de inflatietoeslag verrekend. Indien de negatieve inflatie bepaalde grenzen overschrijdt, worden deze wel direct doorgegeven. Toeslagen worden gefinancierd uit overrendement Toeslagen worden gefinancierd uit overrendement en uit eigen vermogen, mits dit in voldoende mate aanwezig is, maar niet uit de premie. Het vermogen moet aan alle deelnemers in gelijke mate ten goede komen. Omdat we de lusten en lasten eerlijk willen verdelen, is de toeslag voor actieven en niet-actieven deelnemers gelijk. De periode waarin aanspraken op pensioen worden opgebouwd is lang. BPF Schilders wil alleen toeslag verlenen als zij voldoende middelen heeft om in de toekomst ook toeslagen te verlenen. Dit voorkomt dat het fonds te snel uitdeelt, waardoor de kans op nominale korting wordt vergroot. Te snel uitdelen verhoudt zich niet met de kernwaarden van het fonds (solide en betrouwbaar). Nominale kortingen worden zoveel mogelijk gespreid in de tijd Korting op nominale aanspraken is ultimum remedium (laatste redmiddel). Als er vanwege tegenvallende financiële resultaten moet worden gekort op de nominale aanspraken, dan vindt de korting gespreid plaats. Spreiding zorgt voor een stabieler uitkeringspatroon. Daarnaast biedt spreiding de mogelijkheid om gebruik te maken van financiële meevallers in de toekomst die de omvang van de korting kunnen mitigeren. Omdat we de lusten en lasten eerlijk willen verdelen, is de nominale korting voor actieve en niet-actieve deelnemers gelijk. Veranderingen in levensverwachting worden collectief opgevangen De kosten/opbrengsten van een verandering van de levensverwachting worden door het collectief gedragen. Voor de nieuw op te bouwen rechten wordt de verandering van de levensverwachting opgevangen door een verandering in de pensioenregeling (bijvoorbeeld opbouwpercentage of pensioenleeftijd). Voor de bestaande rechten verandert de dekkingsgraad als gevolg van een verandering in de levensverwachting. Door de impact op de dekkingsgraad en daarmee op de toeslagverlening, komt deze verandering gespreid tot uiting in het pensioenresultaat. Risico nemen is noodzakelijk voor een goed pensioen tegen een acceptabele prijs Risico nemen in het beleggingsbeleid is noodzakelijk om een goed pensioen te bieden tegen een acceptabele prijs. Het beleggingsbeleid is erop gericht om toeslagverlening mogelijk te maken 22

23 binnen een vooraf gesteld risicokader. Het risicokader wordt expliciet gemaakt via de risicohouding. Er wordt niet meer risico genomen dan nodig is om de ambitie waar te maken. De beleggingsmix is afhankelijk van zowel de financiële positie als de economische situatie. Bij een goede financiële positie betekent dit dat er risico terug wordt genomen om de buffer te beschermen. Bij een verslechterende financiële situatie kan risico teruggenomen worden, maar niet zodanig dat de ambitie uit zicht raakt. 6.2 Technische voorzieningen De financiering van BPF Schilders is erop gericht dat de pensioenaanspraken uit verstreken diensttijd door het vermogen, gewaardeerd op actuele waarde, worden gedekt. De financiering geschiedt op basis van doorsneepremies. Deze premies worden geacht toereikend te zijn voor de dekking van de pensioenopbouw, het opbouwen en in stand houden van buffers en de dekking van uitvoeringskosten. De voorziening pensioenverplichtingen voor actieve deelnemers is gelijk aan de actuariële contante waarde van de over verstreken deelnemersuren verkregen pensioenaanspraken, inclusief de verstrekte toeslagen. Onder de actieve deelnemers worden ook de arbeidsongeschikte deelnemers met premievrije opbouw verstaan. De voorziening pensioenverplichtingen voor niet-actieve deelnemers is gelijk aan de actuariële contante waarde van de premievrije pensioenaanspraken c.q. de ingegane pensioenen, inclusief de verstrekte toeslagen. Tevens worden in enig boekjaar de eventuele toeslagverleningen per week 1 van het daaropvolgend jaar reeds in de voorziening meegenomen. Daarnaast wordt ten behoeve van de arbeidsongeschikte deelnemers een voorziening gevormd voor de vrij te stellen premies tot de beoogde pensioenleeftijd. In verband met de tweejarige wachttijd wordt een voorziening gevormd ter grootte van twee maal het onderdeel van de premie bedoeld voor het arbeidsongeschiktheidsrisico over het afgelopen boekjaar. De voorziening overgangsregeling wordt gevormd ter dekking van de kosten van de voorwaardelijke pensioenopbouw voor de inkoopregeling. Jaarlijks wordt de premie voor de overgangsregeling, onder aftrek van de inningskosten, toegevoegd aan de voorziening pensioenverplichtingen. De voorziening zal worden aangewend om deze voorwaardelijke opbouw te kunnen financieren. 23

24 De voorziening pensioenverplichtingen wordt gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen: - Intrest : Rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB) - Sterfte : Generatietafel 2014, zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap, met correctie voor ervaringssterfte. - Samenleving : Zowel voor mannen als voor vrouwen wordt uitgegaan van de navolgende samenlevingsfrequenties: Leeftijd Samenlevingsfrequentie x < x < 27 0,1 + 0,1* (x 18) 27 x 67 1,0 Na de pensioendatum neemt de samenlevingsfrequentie af volgens de sterftekans van de partner. Voor latent wezenpensioen wordt een opslag van 2,3% op het latent nabestaandenpensioen van actieve en gewezen deelnemers toegepast. - Uitkeringen : De uitkeringen zijn continu betaalbaar verondersteld. - Leeftijden : Verondersteld wordt dat de deelnemer op 1 juli van zijn of haar geboortejaar is geboren. Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man ouder dan vrouw). - Kosten : De netto pensioenverplichtingen zijn verhoogd met 3% ter dekking van toekomstige administratiekosten. 6.3 Beleidsdekkingsgraad Een aantal beslissingen wordt genomen op basis van de beleidsdekkingsgraad. Deze beleidsdekkingsgraad wordt als volgt vastgesteld: De vaststelling van de beleidsdekkingsgraad vindt plaats per het einde van een kalendermaand. De berekening van de beleidsdekkingsgraad wordt gebaseerd op de dekkingsgraden per het einde van elk van de twaalf kalendermaanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. 6.4 Minimaal vereist eigen vermogen Het minimaal vereist eigen vermogen van het pensioenfonds wordt berekend conform artikel 11 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en bedraagt ca.4,2% van de technische voorzieningen. 6.5 Vereist eigen vermogen BPF Schilders stelt het vereist eigen vermogen vast zodanig, dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen een periode van één jaar over minder vermogen beschikt 24

25 dan de waarde van de technische voorzieningen, conform artikel 12 van het besluit Financieel Toetsingskader. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen hanteert het fonds het standaardmodel waarin door middel van risicofactoren voor de gehele balans van activa en passiva rekening wordt gehouden met: het renterisico; het aandelen- en vastgoedrisico; het valutarisico; het grondstoffenrisico; het kredietrisico; het verzekeringtechnisch risico; het liquiditeitsrisico; het concentratierisico; het operationeel risico; en het actief beheer. Bij de bepaling van het vereist eigen vermogen wordt uitgegaan van de strategische beleggingsportefeuille. Uitgaande van de geldende strategische beleggingsportefeuille wordt een dekkingsgraad nagestreefd die minimaal gelijk is aan 100% vermeerderd met het door de wetgever vereist eigen vermogen uitgedrukt als percentage van de verplichting. De berekening van het vereist eigen vermogen is gebaseerd op het feit dat 25% van de kasstromen van de verplichtingen strategisch wordt afgedekt. Om rekening te houden met door het fonds gevoerd actief beheer wordt bij de berekening van het vereist eigen vermogen een schok voor actief beheer gehanteerd welke afhankelijk is van de tracking error. Gehanteerd wordt een vermogen gelijk aan 1,96 maal de tracking error. Deze wordt toegepast voor de beleggingen in Azië en Emerging markets, omdat alleen deze portefeuilles actief worden beheerd. 6.6 Eigen Vermogen Het bestuur van BPF Schilders streeft een (aanwezig) vermogen na, dat na aftrek van de technische voorzieningen (zoals beschreven in 6.2) minimaal gelijk is aan het vereist eigen vermogen, zoals beschreven in 6.5. Als de beleidsdekkingsgraad zodanig is dat niet meer wordt voldaan aan de vereisten rondom het vereist eigen vermogen, ontstaat een reservetekort. In deze situatie wordt, conform artikel 138 van de Pensioenwet, een herstelplan ingediend bij DNB. Gegeven het beleggingsbeleid betekende dit per 1 januari 2015 een vereist eigen vermogen van 121,0% van de voorziening pensioenverplichtingen, op basis van de parameters van het nieuwe FTK. Het vereist eigen vermogen wordt geacht voldoende te zijn om schommelingen in de waarde van beleggingen en andere (bedrijfstechnische) risico s op te kunnen vangen. Het vereist eigen vermogen is aan schommelingen onderhevig en wordt jaarlijks vastgesteld. Als gevolg van de invoering van het nftk is het geldende herstelplan met ingang van komen te vervallen. Het Fonds bevindt zich echter onder het nftk nog steeds in een reservetekort en heeft eind juni 2015 een nieuw herstelplan ingediend. 6.7 Financiering voorwaardelijke toeslagverlening De voorwaardelijke toeslagverlening wordt ten laste gebracht van de algemene reserve. De algemene reserve wordt onder meer gevoed door het beleggingsrendement. 25

26 6.8 Reserves Op de balans van het pensioenfonds wordt een algemene reserve aangehouden. Aan deze reserve wordt jaarlijks het totale resultaat toegevoegd of onttrokken. 6.9 Leningen BPF Schilders gaat geen leningen aan, tenzij de lening wordt aangegaan voor liquiditeitsdoelstellingen en treedt niet namens derde partijen op als garant. 26

27 Hoofdstuk 7. Financiële sturingsmiddelen Het premie-, toeslagen- en beleggingsbeleid is vastgesteld aan de hand van een ALM-studie, uitgevoerd in Periodiek zal het bestuur onderzoeken of het premie-, toeslagen- en/of het beleggingsbeleid aanpassing behoeven in verband met nieuwe situaties en/of inzichten. 7.1 Ambitie Het bestuur heeft de ambitie om de pensioenaanspraken en ingegane pensioenen aan te passen aan de prijsinflatie. 7.2 Premiebeleid Het fonds onderscheid drie premies de feitelijke premie, de kostendekkende premie en de gedempte premie Feitelijke premie Voor 2015 is de feitelijke premie vastgesteld op 29,50% van de premiegrondslag voor de deelnemer schilder en resp. 25,20% voor overige deelnemers. De feitelijke premie wordt gelijk verdeeld tussen werkgever en werknemer. CAO-partijen hebben besloten de feitelijke premie voor een periode van 5 jaar te willen vastzetten op het niveau van 29,5% voor werknemers die een vakantierechtwaarde genieten en 25,2% voor de overige deelnemers). Afgesproken is dat, in het geval de feitelijke premie eind 2015 niet kostendekkend blijkt te zijn, de feitelijke premie met maximaal 1% wordt verhoogd naar maximaal 30,5%. Voor andere deelnemers (UTA, DGA s, werkgevers, zelfstandigen) geldt deze premieverhoging naar rato. Indien deze maatregel nog niet tot een feitelijke premie leidt die uitkomt op het niveau van de gedempte premie, zal het opbouwpercentage zoveel worden verlaagd als nodig is om alsnog tot een kostendekkende premie van 30,5% te komen. Tevens is afgesproken het opbouwpercentage weer wordt verhoogd indien dit fiscaal toelaatbaar is. De feitelijke premie bestaat uit de totaal ontvangen premie inclusief premies van de ANW- Vangnetregeling en exclusief de netto premie voor de overgangsregeling. De netto premie voor de overgangsregeling wordt toegevoegd aan de voorziening overgangsregeling. De premie voor de overgangsregelingen bedraagt 9,00% van de premiegrondslag voor de deelnemer schilder en 7,70% van de premiegrondslag voor de deelnemer overige werknemers. Deze premie wordt tot en met 2020 geheven. De premie wordt gelijk verdeeld over werkgever en werknemer. Jaarlijks wordt getoetst of de premie voldoende is om de overgangsregelingen in de toekomst te kunnen toekennen. Van de bruto premie is 7% beschikbaar voor administratiekosten en 5% beschikbaar voor lasten die voortkomen uit premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid. In de premie is geen opslag begrepen voor toeslagverlening Kostendekkende premie Het bestuur van BPF Schilders stelt jaarlijks een kostendekkende premie vast op grond van artikel 128 van de Pensioenwet. Voor de vaststelling van de kostendekkende premie wordt rekening gehouden met: a. De premie die actuarieel benodigd is in verband met de aangroei van de pensioenverplichtingen; b. De opslag die nodig is voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen; 27

28 c. De opslag die nodig is voor uitvoeringskosten van het pensioenfonds. Bij de vaststelling van deze kostendekkende premie gaat het fonds uit van het volgende: 1. De actuarieel benodigde bedragen worden vastgesteld op basis van dezelfde grondslagen als waarop de technische voorzieningen worden gewaardeerd; de opslag op de premie voor premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid en de in rekening gebrachte risicopremie voor de ANW-vangnetregeling maken hier tevens onderdeel van uit. 2. Een opslag gelijk aan het vereist eigen vermogen per 1 januari van enig jaar; 3. De kosten in enig boekjaar, waarvoor in de voorziening niet reeds wordt gereserveerd Gedempte premie Naast de kostendekkende premie bepaalt het fonds jaarlijks de gedempte premie, waarbij met het oog op premiestabilisatie wordt uitgegaan van demping. De gedempte premie wordt gebruikt voor de wettelijk verplichte toetsing op kostendekkendheid van de premie. Voor de demping kiest het fonds als discontovoet het verwacht rendement van de portefeuille verminderd met de verwachte prijsinflatie, als bedoeld in artikel 4 lid 2b uit het Besluit FTK. Aangezien gekozen is voor verwacht rendement minus prijsinflatie wordt geen opslag voor het vereist eigen vermogen aan de kostendekkende premie toegevoegd. De toetsing vindt voor het eerst plaats ex post over het boekjaar 2015 en ex ante per eind september 2015 voor de premie Het rendement op vastrentende waarden als onderdeel van het toekomstig rendement wordt per eind september 2015 voor 5 jaar vastgesteld op basis van de dan geldende rentecurve Premiekorting Indien de premie door het premiesysteem ex ante uitkomt beneden de gedempte premie is sprake van premiekorting. Het fonds staat premiekorting in beginsel niet toe. 7.3 Toeslagenbeleid Toeslagenbeleid De pensioenregeling kent een voorwaardelijke toeslagverlening. Er bestaat geen recht op toeslag. Het fonds heeft met ingang van 2015 de ambitie jaarlijks op dag 1 van week 1 de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten aan te passen met de prijsinflatie. De financiële positie van het pensioenfonds per 30 september van het voorgaande jaar is voor het bestuur maatgevend of en in welke mate de geambieerde toeslag wordt toegekend. Een toeslag wordt in beginsel vastgesteld aan de hand van de uitkomst van de wettelijke randvoorwaarde van toekomstbestendige indexering (artikel 15, lid 3 en 4 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen): Onder een beleidsdekkingsgraad van 110% wordt geen toeslag verleend; Het vermogen per 30 september boven de beleidsdekkingsgraad van 110% is beschikbaar voor toeslagverlening; Het toeslagpercentage wordt bepaald door de prijsinflatie over het afgelopen jaar te vermenigvuldigen met een toeslagfactor. Deze toeslagfactor bedraagt maximaal 100%. De prijsinflatie wordt gemeten aan de hand van de verhoging van het afgeleid Consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens zoals gepubliceerd door het CBS over de periode september tot en met september. In het overgangsjaar 2015 wordt de periode januari 2015 tot en met september 2015 gehanteerd als meetmoment. De toeslagfactor wordt als volgt bepaald. In de eerste plaats wordt een theoretisch toeslagpercentage berekend. Dit theoretische toeslagpercentage wordt zodanig vastgesteld dat 28

29 de contante waarde van de theoretische toeslagen gelijk is aan het voor toeslagen beschikbaar vermogen. De bij de contant making gehanteerde rekenrente is gelijk aan het verwachte rendement op aandelen verminderd met de uniforme kostenafslag voor beleggingskosten volgens de wettelijk maximale rendementsverwachting en komt thans uit op 6,75%. Na berekening van dit theoretische toeslagpercentage wordt de toeslagfactor bepaald door deling van het theoretische toeslagpercentage door de verwachte prijsinflatie (2%) Inhaaltoeslagenbeleid Bij het bepalen van de hoogte van een eventuele inhaaltoeslag, wordt rekening gehouden met de gemiste toeslag. Het bestuur kan onder bijzondere omstandigheden een afwijkende toeslag vaststellen. In tijden van zeer hoge inflatie kan het bestuur de toeslagverlening tot een maximum beperken. Indien sprake is van deflatie die oploopt tot boven 3% (over een periode van maximaal 3 jaar), zal het bestuur nagaan of korting mogelijk is. Over het verleden zijn de volgende indexeringsachterstanden ontstaan: Gemiste toeslag tot en met 2014 Datum Loonontwikkeling Verleende toeslag Gemiste toeslag Cumulatief ,15% 0,00% 1,15% 1,15% ,50% 0,00% 0,50% 1,66% ,50% 1,00% 0,50% 2,16% ,50% 0,00% 0,50% 2,67% ,08% 0,00% 0,08% 2,76% ,00% 0,77% 0,23% 2,99% ,00% 0,00% 1,00% 4,02% ,00% 0,00% 1,00% 5,06% ,00% 0,00% 1,00% 6,11% ,25% 0,00% 2,25% 8,50% Als maatstaf voor toeslagverlening geldt tot en met de algemene loonontwikkeling en vanaf de prijsontwikkeling. Aangezien de prijsontwikkeling over 2015 nog niet bekend is, is deze nog niet opgenomen in bovenstaande tabel. In het reglement zijn opgenomen de voorwaarden waaronder niet verleende toeslagen kunnen worden gecompenseerd. Dit is beschreven in hoofdstuk Voorwaardelijkheidsverklaring Artikel 95 van de Pensioenwet stelt regels over voorwaardelijke toeslagverlening. Bij de inwerkingtreding van artikel 95 zijn door de Minister regels gesteld over de inhoud van de voorwaardelijkheidsverklaring. De tekst van deze voorwaardelijkheidsverklaring wordt in alle persoonlijke uitingen aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden bij informatie over het verhogen van het pensioen/opgebouwde pensioen opgenomen. De tekst luidt per 1 juli 2015 als volgt: Houdt uw pensioen zijn waarde? BPF Schilders probeert de pensioenen jaarlijks aan te passen zodat uw pensioen zijn koopkracht behoudt. Dit heet toeslagverlening. Er was geen ruimte om uw pensioen per [DATUM(S)] aan te passen. OF Per [DATUM(S)] is uw pensioen met x% aangepast. 29

30 Het bestuur besluit per jaar of de pensioenen worden aangepast. Daarbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van de prijzen (tot 2015 werd gekeken naar de loonontwikkeling) en of er financiële ruimte is om de pensioenen geheel of gedeeltelijk mee te laten stijgen. De afgelopen drie jaar heeft het pensioenfonds uw pensioen als volgt aangepast: Datum Aanpassing Loonstijging Prijsstijging % 2,25% 0,98% % 1% 2,51% % 2% 2,45% 7.4 Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is een belangrijk instrument om de ambitie en doelstellingen van BPF Schilders te realiseren. In hoofdstuk 8 zal hier in detail op worden ingegaan. 7.5 Herstelplan Indien de financiële positie van het fonds daartoe aanleiding geeft kunnen de volgende sturingsmiddelen worden ingezet: Verhoging van de premie; Geen of beperkte toeslagverlening; Aanpassing van het beleggingsbeleid; Korten van pensioenaanspraken en pensioenrechten (afstempelen), conform artikel 134 van de Pensioenwet; Aanpassen van de pensioenregeling (versobering); Inzetten van een additionele premie. Als gevolg van de invoering van het nftk is het geldende herstelplan met ingang van komen te vervallen. Het Fonds bevindt zich echter onder het nftk nog steeds in een reservetekort en heeft eind juni 2015 een nieuw herstelplan ingediend. Voor het herstelplan wordt een hersteltermijn van 10 jaar gekozen. In de overgangsjaren 2015 en 2016 wordt voor het herstelplan een hersteltermijn van respectievelijk 12 en 11 jaar gekozen. 7.6 Verlaging pensioenaanspraken Op grond van artikel 140 van de Pensioenwet moet het fonds altijd voldoen aan bepaalde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen ( Maatregel minimaal vereist eigen vermogen ). Als de beleidsdekkingsgraad van het fonds op zes achtereenvolgende jaarlijkse meetmomenten onder het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) ligt, brengt het fonds de dekkingsgraad binnen 6 maanden weer op het niveau van het MVEV door een onvoorwaardelijke verlaging van de aanspraken. Dit kan worden gedaan door een verlaging ineens of door de benodigde verlaging te spreiden over een periode van maximaal 10 jaar. Ook bij spreiding wordt de verlaging alleen toegepast op de deelnemers en de opbouw die op het moment van verlaging aanwezig zijn (gesloten systeem). Als de hieruit voortvloeiende verlagingen kleiner zijn dan 0,5% per jaar, worden jaarlijks toch voor zover noodzakelijk verlagingen doorgevoerd van 0,5% per jaar, met in het laatste jaar de resterende noodzakelijke verlaging. Indien het fonds in een situatie van reservetekort verkeert en uit het herstelplan blijkt dat het fonds niet binnen de hersteltermijn uit een situatie van reservetekort komt zal het fonds 30

31 aanvullende maatregelen treffen. Deze maatregelen zullen in die situatie bestaan uit het verlagen van de pensioenaanspraken. Deze verlagingen zullen evenredig gespreid worden naar de toekomst, zodanig dat het fonds aan het einde van de herstelperiode zich net niet meer in een situatie van reservetekort bevindt. De eerste verlaging zal bij aanvang van het herstelplan worden doorgevoerd in de aanspraken. Na een jaar wordt dan (indien noodzakelijk) opnieuw een herstelplan opgesteld en wordt opnieuw bekeken welke verlaging moet worden doorgevoerd. 7.7 Financieel crisisplan BPF Schilders heeft een financieel crisisplan. Dit is opgesteld in overeenstemming met artikel 145 van de Pensioenwet. Het financieel crisisplan is in artikel 24 van het Besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen benoemd als onderdeel van de actuariële en bedrijfstechnische nota. In de bijlage is het financieel crisisplan opgenomen. Dit financieel crisisplan bevat een beschrijving van maatregelen die het bestuur op korte termijn effectief zou kunnen inzetten indien de dekkingsgraad zich bevindt op of zeer snel beweegt richting kritische waarden, waardoor het realiseren van de doelstelling van het pensioenfonds in gevaar komt Met het opstellen van een financieel crisisplan bereidt het bestuur zich voor op mogelijke crisissituaties, waardoor vooraf goed is vastgelegd welke situaties van crisis het fonds onderscheidt en welke maatregelen het bestuur ter beschikking heeft om deze situaties te bestrijden. Hierbij maakt het bestuur voor zover mogelijk vooraf afwegingen ten aanzien van de mate van inzetbaarheid van de maatregelen, de volgorde van inzetten van de maatregelen en een evenwichtige belangenafweging. Een belangrijk onderdeel van het financiële crisisplan is dat besluitvormingsprocessen helder zijn rondom situaties van crisis. Dit alles met als doel om in situaties van crisis een goede leidraad te hebben, zodat er geen elementen worden vergeten. 31

32 Hoofdstuk 8. Het beleggingsbeleid 8.1 Inleiding De basis voor het beleggingsbeleid vormen de Policy en Investment Beliefs. In de Policy Beliefs zijn de ambitie en doelstellingen gedefinieerd, het premiekader bepaald, de toeslagambitie vastgesteld en de risicohouding aangegeven die sociale partners en het bestuur acceptabel vinden. De Policy Beliefs vormen de basis voor de aanvaarding van de opdracht door het bestuur van Bpf Schilders op grond van artikel 102a van de Pensioenwet. De Investment Beliefs geven aan hoe het bestuur aankijkt tegen financiële markten en de wijze waarop dit invloed heeft op het beleggingsbeleid. In de Pensioenwet is in artikel 135 vastgelegd dat een pensioenfonds een beleggingsbeleid moet voeren dat in overeenstemming is met de prudent-personregel. BPF Schilders geeft hier als volgt uitvoering aan: De activa worden belegd in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden; De beleggingen worden zo goed mogelijk afgestemd op de verplichtingen en de indexatieambitie. Hiervoor wordt periodiek een uitgebreide ALM-studie gemaakt; De activa worden zodanig belegd dat de kwaliteit, veiligheid, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel zijn gewaarborgd. Beleggingen in derivaten zijn toegestaan voor zover deze bijdragen tot een vermindering van het beleggingsrisico of een doeltreffend portefeuillebeheer vergemakkelijken; De activa worden zorgvuldig gespreid om concentratie van risico te reduceren; Een goede organisatie met deskundige leiding, adequaat toezicht, transparantie en verantwoording. Alvorens de opdracht te aanvaarden zal het bestuur met name nagaan of de pensioenregeling, gegeven de ambitie en doelstellingen, het premiekader, de toeslagambitie en de risicohouding in financieel opzicht uitvoerbaar is en het daarop geënte beleggingsbeleid kan worden geïmplementeerd met inachtneming van het in de Pensioenwet neergelegde prudent-person beginsel. In dit hoofdstuk wordt het proces beschreven om van de policy beliefs te komen tot het beleggingsbeleid. 8.2 De beleggingscyclus In de ontwikkeling, vaststelling en uitvoering van het beleggingsbeleid hanteert BPF Schilders de volgende cyclus: 32

33 Het beleggingsproces start met vaststelling van de missie en doelstellingen van BPF Schilders. In de volgende stap wordt het beleid op hoofdlijnen met behulp van ALM bepaald. Het beleid op hoofdlijnen is het startpunt voor vaststelling van het strategische beleid en de strategische allocatie. Het strategisch beleid en de strategische allocatie vormen de basis voor het beleggingsjaarplan waarin onder andere de normportefeuille voor het betreffende jaar wordt vastgelegd. Dit plan wordt verder uitgewerkt in mandaten per beleggingscategorie. Deze mandaten beschrijven de opdracht aan de uitvoerder, op basis waarvan het vermogen daadwerkelijk wordt belegd. De uitvoering van het beleid wordt gemonitord aan de hand van maand- en kwartaalrapportages zodat het beleid waar nodig tijdig kan worden bijgestuurd. Integraal risicomanagement vormt de essentiële kern van de gehele beleggingscyclus en heeft raakvlakken met alle onderdelen ervan. 8.3 Opdrachtaanvaarding: missie en doelstellingen BPF Schilders heeft een achttal Investment Beliefs geformuleerd. Deze overtuigingen geven aan hoe het bestuur aankijkt tegen financiële markten en de wijze waarop dit invloed heeft op het beleggingsbeleid. Bpf Schilders heeft de volgende Investment Beliefs vastgesteld: I II III IV Bpf Schilders belegt om zijn ambitie te realiseren. Bpf Schilders neemt alleen risico s wanneer het fonds gelooft daarvoor voldoende te worden beloond Slechts een beperkt aantal risicobronnen biedt spreiding in tijden van stress. Het vaststellen van de strategische allocatie is de meest bepalende beleggingsbeslissing 33

34 V VI VII Kosten zijn van belang en dienen effectief te worden gemanaged. Transparantie en volledig begrip van de beleggingen zijn voorwaarden om in control te zijn Een goed pensioen gaat over meer dan geld VIII Een goede organisatie van het vermogensbeheer is noodzakelijk voor het realiseren van de doelstellingen De Investment Beliefs zijn uitgewerkt in een aantal concrete beleidskeuzes waaraan het beleggingsbeleid wordt getoetst. De Investment Beliefs en beleidskeuzes zijn opgenomen in een afzonderlijk beleidsdocument en zijn verwerkt in de verklaring inzake beleggingsbeginselen (Bijlage 1) Het beleid ten aanzien van verantwoord beleggen Verantwoord beleggen is gedefinieerd als het geheel van beleggingsactiviteiten waarbij bewust rekening wordt gehouden met de invloed van milieu-, sociale en corporate governance factoren (ESG). BPF Schilders gelooft dat maatschappelijk verantwoord beleggen op lange termijn een positief effect heeft op het rendement van de portefeuille en bovendien de risico s verlaagt. Het fonds geeft bij zijn beleggingskeuzes dan ook veel aandacht aan ESG-factoren. Voor de deelnemers is bovendien niet alleen een goede financiële toekomst van belang, maar ook een goede leefomgeving. Het fonds heeft een brede verantwoordelijkheid om ook aan dit belang bij te dragen. BPF Schilders streeft ernaar bij te dragen aan een duurzame samenleving via de beleggingen en door het uitoefenen van onze invloed als aandeelhouder. Hiertoe zijn uitgangspunten voor de uitvoering geformuleerd: Integratie: Verantwoord beleggen vormt een integraal onderdeel van de (beleggings)activiteiten. Dat betekent dat de risico s én kansen die duurzaamheidsfactoren met zich meebrengen bewust in alle beleggingsprocessen en activiteiten worden meegewogen. Actief aandeelhouderschap: De uitvoerder en andere dienstverleners stellen zich namens het pensioenfonds op als actief eigenaar om de kwaliteit, duurzaamheid en continuïteit van ondernemingen én markten te beïnvloeden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van instrumenten zoals engagement met ondernemingen en marktpartijen (bijvoorbeeld toezichthouders), het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en het voeren van juridische procedures. Engagement: Het gedrag en de activiteiten van entiteiten waarin wordt belegd, worden kritisch beoordeeld. Wanneer het gedrag van deze entiteiten een duurzame, houdbare wereld ondermijnt, worden deze niet meteen uitgesloten, maar via engagement aangespoord tot verandering van gedrag. Wanneer er sprake is van ernstige misstanden, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten, milieuvervuiling of corruptie en verandering uitblijft, dan wordt afscheid genomen van de betreffende beleggingen. Uitsluiten: BPF Schilders stelt een ondergrens aan de beleggingen. Er wordt niet belegd in ondernemingen wanneer zij direct betrokken zijn bij de productie van en/of handel in controversiële wapens. Daarnaast belegt het fonds niet in staatsobligaties van staten die onderworpen zijn aan sancties door de VN Veiligheidsraad, wanneer deze zijn gericht op het land zelf of op de zittende regering en een wapenembargo betreffen of betrekking hebben op een situatie van grove en systematische schending van de rechten van de mens. Beleggen in oplossingen: Binnen de randvoorwaarde van de rol en de verantwoordelijkheid, geeft BPF Schilders de voorkeur aan beleggingen die op de lange 34

35 termijn een duurzame samenleving bevorderen, boven vergelijkbare andere beleggingen. Het fonds heeft binnen deze randvoorwaarde de ambitie om een deel van het vermogen toe te kennen aan beleggingen die een positieve bijdrage leveren aan een duurzame samenleving, de Nederlandse economie en indien mogelijk aan de eigen sector in het bijzonder. Transparantie: BPF Schilders vraagt van uitvoerders en dienstverleners dat zij jaarlijks inzicht geven in de wijze waarop namens het fonds invulling is gegeven aan maatschappelijk verantwoord beleggen. De prestaties op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen zijn mede bepalend voor de totale beoordeling van hun prestaties. Het fonds is op zijn beurt transparant over de keuzes op het gebied van verantwoord beleggen en legt hierover verantwoording af. 8.4 ALM Beleid Het beleggingsbeleid wordt als onderdeel van de financiële opzet van het pensioenfonds op hoofdlijnen bepaald door middel van een Asset Liability Management studie (ALM-studie). Vaste onderdelen van de financiële opzet zijn naast het beleggingsbeleid, het premiebeleid, het toeslagbeleid, de risicohouding en de sturing op aanspraken. De impact van keuzes in de financiële opzet worden via ALM-berekeningen inzichtelijk gemaakt. Via ALM kunnen ook de verwachte gevolgen van veranderingen in de allocatie en/of in de afdekking van belangrijke risico s inzichtelijk worden gemaakt. Aan de hand van onderscheidende criteria zijn de beleggingen hierbij gegroepeerd in enkele rendementsbronnen. Iedere rendementsbron bevat hierbij een aantal beleggingscategorieën, waarvan de weging binnen elke rendementsbron gebaseerd is op de bestaande strategische benchmark. De werkwijze met de enkele rendementsbronnen zorgt ervoor dat bij de vaststelling van het beleggingsbeleid op hoofdlijnen de focus ligt op de belangrijkste keuzes. Dit zijn de keuzes die bepalend zijn bij de vraag hoe de ambitie van het fonds tegen acceptabele risico s kan worden gerealiseerd. Door deze werkwijze wordt bovendien geborgd dat de nadere invulling van het beleggingsbeleid, waar deze vanuit ALM-perspectief minder onderscheidend is, wel plaatsvindt vanuit en binnen de op ALM gebaseerde keuzes. Uitgangspunt van de ALM-studie naar het beleggingsbeleid op hoofdlijnen is het beleid zoals beschreven in hoofdstuk 6 en 7 van deze ABTN. Het bestuur toetst het beleggingsbeleid aan de door hen vastgestelde risicohouding, zoals beschreven in hoofdstuk Belangrijkste economische variabelen in de ALM-studie In de ALM-studie wordt gebruik gemaakt van de verwachtingen van het bestuur omtrent de toekomstige ontwikkeling van verschillende economische variabelen. Deze stelt het bestuur jaarlijks vast in de notitie Economische Toekomstverwachtingen (ETV). Hieraan ligt gedegen 35

36 onderzoek ten grondslag. Daarnaast wordt over deze verwachtingen advies gevraagd aan de BAC. Vanwege de onzekerheid omtrent de verwachtingen, definieert het bestuur meerdere scenario s. Aan de start van de ALM-studie stelt het bestuur op advies van de ALM-adviseur en de BAC vast welke scenario s relevant zijn voor de studie. Onderstaande tabel laat voor de ALMstudie 2015 zien wat de belangrijkste aannames waren voor de twee centrale scenario s Uitgangspunten Lage inflatie Rente rechtdoor Korte rente (1-jaars) 0,2% 0,4% 0,2% Lange rente (20-jaars) 0,9% 1,8% 0,9% Verwacht rendement zakelijke waarden n.v.t. 3,7% 3,7% Verwacht rendement credits n.v.t. 2,3% 2,2% Verwacht rendement vastrentende waarden n.v.t. 0,7% 0,3% Verwacht rendement portefeuille (ex swap) n.v.t. 2,8% 2,7% Prijsinflatie n.v.t. 0,8% 0,8% Naast de stochastische analyses worden een aantal deterministische analyses uitgevoerd Uitkomsten ALM-studie: beleggingsbeleid op hoofdlijnen Bij de vaststelling van het beleggingsbeleid op hoofdlijnen is uitgangspunt dat de wereld fundamenteel onzeker is. In deze ALM-studie is met deze fundamentele onzekerheid rekening gehouden door naar verschillende werelden en verschillende stochastische scenariosets te kijken. Op basis van de ALM-studie is het nieuwe beleggingsbeleid op hoofdlijnen bepaald, rekening houdend met de ambitie en risicohouding van het fonds. Onderstaande figuur geeft het beleggingsbeleid weer, zoals dat geldt vanaf 1 juli 2015: Beleggingsbeleid op hoofdlijnen Allocatie Zakelijke waarden 51% Krediet 32% Vastrentende waarden 17% Overlays Rentehedge 25% Inflatiehedge Valutahedgeratio Geen USD: 70% JPY en GBP: 100% Overige valuta s: 0% In het strategische beleggingsbeleid wordt het beleggingsbeleid op hoofdlijnen, dat het bestuur op basis van de ALM-studie heeft vastgesteld, nader uitgewerkt. 36

37 8.5 Het strategische beleggingsbeleid De volgende stap na de vaststelling van het beleggingsbeleid op hoofdlijnen is de portefeuilleconstructie. Hierin wordt het beleggingsbeleid verder ingevuld gegeven de doelstellingen, beleggingsovertuigingen en randvoorwaarden van BPF Schilders en de verwachtingen voor de verschillende beleggingscategorieën, zoals ze zijn vastgelegd in de Economische Toekomstverwachtingen. De uitkomst is de strategische asset allocatie, die gecombineerd met benchmarks, resulteert in een strategische benchmark (SBM) en een daarvan afgeleide normportefeuille. Indien gekozen wordt voor een andere invulling van één of meerdere portefeuilleonderdelen (bijvoorbeeld bij aanpassing van de onderlinge gewichten in een portefeuilleonderdeel), dan zal hierbij getoetst moeten worden of deze aanpassing niet leidt tot wezenlijk andere kenmerken van de portefeuilleonderdelen. Is dit wel het geval dan zal de vorige stap in het beleggingsproces opnieuw doorlopen moeten worden. In de vaststelling van het strategisch beleid aansluitend aan de ALM-studie zijn in het najaar van 2014 de volgende onderwerpen behandeld en heeft het bestuur het volgende beleid geformuleerd: 1) het herbalanceringsbeleid 2) het strategisch beleid ten aanzien van het ongerealiseerde resultaat op de rente-overlay 3) het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico 4) het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het renterisico 5) de strategische allocatie naar Kas 6) de strategische allocatie naar staatsobligaties Het herbalanceringsbeleid Mede als gevolg van koersontwikkelingen en de beschikbaarheid van aantrekkelijke investeringsmogelijkheden zal de feitelijke allocatie afwijken van de strategische allocatie. Bij grote afwijkingen aan het einde van de maand vindt een herbalancering van de portefeuille plaats Dit is een belangrijke verandering ten opzichte van het beleid tot aan 2014, waarbij de portefeuille slechts één maal per jaar werd teruggebracht naar zijn strategisch gewicht. Door de nieuwe werkwijze blijft het verwachte rendement en risicoprofiel van de beleggingsportefeuille dichter bij het gewenste niveau. Hoewel hierbij vaker transacties zullen worden gedaan, is vooraf niet te stellen of de oude of de nieuwe werkwijze hogere kosten met zich meebrengt. Vanwege het gebruik van stapgroottes zijn de transacties in de nieuwe methodiek namelijk kleiner dan bij een volledige herbalancering eenmaal per jaar zoals in voorgaande jaren gebruikelijk was. Trigger bandbreedte Strategische gewicht Trigger bandbreedte Legenda Rode lijn Feitelijke allocatie beleggingscategorie Blauwe pijl Herbalanceringsmoment Het herbalanceringsproces kent de volgende parameters en uitgangspunten: 37

38 Strategisch gewicht (paarse lijn) Trigger bandbreedte (zwarte stippellijn) Stapgrootte (blauwe stippellijn) Compensatie (niet grafisch weergegeven) Gewicht zoals opgenomen in het beleggingsplan, rekening houdend met groeipaden gedurende het jaar. Bandbreedte per beleggingscategorie. Bij overschrijding aan het eind van de maand vindt herbalancering plaats. Allocatieverandering bij herbalancering. De feitelijke allocatie wordt dus niet volledig teruggebracht tot het strategisch gewicht. Zo worden transactiekosten voorkomen en blijven verliezen in sterk neergaande markten beperkt. De verhouding tussen zakelijke- en vastrentende waarden blijft zoveel mogelijk intact. Een onderweging van een illiquide categorie als private equity ten opzichte van het strategisch gewicht, wordt gecompenseerd door de strategische weging van liquide aandelen te vergroten. Sturen kaspositie (niet grafisch weergegeven) Kas heeft een speciaal karakter: het wordt mede beïnvloed door marktwaarde veranderingen van derivaten en het saldo van pensioenpremies en -uitkeringen. Als kas overwogen is, dan blijft een deel van het vermogen onbelegd; een te lage (of zelfs negatieve) Kas-allocatie vergroot het risicoprofiel van de balans. Daarom wordt Kas bij te grote afwijkingen dichter naar het strategisch gewicht gestuurd. Dit kan extra stromen veroorzaken waardoor andere beleggingscategorieën in totaal meer dan de genoemde stapgrootte veranderen Bij een aantal beleggingscategorieën is het niet mogelijk of wenselijk om direct de gewenste allocatie te bereiken. Met name bij de meer illiquide beleggingen duurt het een tijd om indien gewenst een goed gespreide portefeuille op te bouwen. In de herbalancering wordt hiermee rekening gehouden door niet de allocatie in de strategische benchmark als uitgangspunt te nemen, maar een groeipad te hanteren. Indien de allocatie van één of meerdere beleggingscategorieën zich buiten de bandbreedte bevindt, dan is het tot slot van belang tot welke groep deze behoren. De beleggingscategorieën zijn verdeeld in drie groepen, afhankelijk van de mate van liquiditeit en parallel daaraan de transactiekosten, die gemaakt worden bij koop of verkoop ervan. De meest liquide beleggingen zijn ondergebracht in groep 1. Bij het raken van één of meerdere triggers wordt de allocatie van al deze beleggingen mee in beschouwing genomen in het herbalanceringsproces. Bij de minder liquide beleggingen, die zijn ondergebracht in groep 2, wordt bij het raken van een trigger alleen de allocatie aangepast van de beleggingscategorie die zich buiten de bandbreedte bevindt. Binnen groep 3, met daarin de meest illiquide beleggingscategorieën, is geen sprake van een herbalancering. Wanneer de herbalanceringsstromen bekend zijn, vindt er een beoordeling plaats over de wenselijkheid hiervan. Als er gegronde redenen voor zijn, zullen de herbalanceringsstromen worden aangepast. Vanwege de geringe liquiditeit in de markt wordt ultimo december in principe geen mechanische herbalancering uitgevoerd. In de eerste helft van 2015 is bovendien sprake van een transitieplan om de marktwaarde van overlays te gaan beleggen (zie volgende paragraaf), waardoor het reguliere herbalanceringsproces nog niet gevolgd zal worden Het strategisch beleid ten aanzien van het ongerealiseerde resultaat op de rente-overlay In het beleid van voorgaande jaren werd de marktwaarde van derivatenposities pas belegd indien het resultaat gerealiseerd was. De daling van de rente in 2014 leidde ertoe dat de marktwaarde 38

39 van de rentehedge opliep tot 14% van het totaal belegd vermogen. Het risico van deze strategie is dat het rendements-risicoprofiel van de portefeuille substantieel kan afwijken van het profiel dat eerder door het pensioenfonds is vastgesteld. Door de marktwaarde vanaf 2015 toe te kennen aan Kas, wordt bij een voldoende grote kaspositie een herbalancering getriggerd. In dat geval wordt het geld belegd passend bij de strategische allocatie. Door deze werkwijze sluit het rendements-risicoprofiel van de mix aan bij het strategische beleggingsbeleid van BPF Schilders. Vanwege de substantiële verschillen tussen de feitelijke allocatie en overlay en de gewenste strategische allocatie en overlay, wordt in de tweede helft van 2015 gewerkt met een implementatieplan. Tijdens de implementatiefase wordt het reguliere herbalanceringsproces nog niet gevolgd Het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het valutarisico Met ingang van 1 juli 2015 wordt stategisch het valutarisico van de Amerikaanse dollar voor 70% via een overlay afgedekt. De Japanse yen en het Britse pond worden volledig via een overlay afgedekt. Andere vreemde valuta exposures worden niet afgedekt Het strategisch beleid ten aanzien van het afdekken van het renterisico Rentebewegingen beïnvloeden de marktwaarde van de verplichtingen en leiden tot volatiliteit van de dekkingsgraad. Naar aanleiding van de ALM-studie en de onzekere economische situatie waarin de wereld zich bevindt, heeft BPF Schilders besloten om 25% van het totale renterisico af te dekken. Bij de berekening van de omvang van de rentehedge wordt de rentegevoeligheid meegenomen van staatsobligaties, bedrijfsobligaties, indexobligaties en de rente-overlay. De invulling van de rentehedge gebeurt in twee stappen. Eerst wordt de mate van renteafdekking geschat van bedrijfsobligaties en indexobligaties. Deze rentegevoeligheid wordt in mindering gebracht op het totaal af te dekken renterisico. Deze resterende renteafdekking (in termen van DV01 ) wordt geïmplementeerd via euro-staatsobligaties en een rente-overlay van swaps. Beleid is om het renterisico af te dekken op economische basis dus zonder aanpassing als gevolg van de UFR De strategische allocatie naar Kas Het bestuur heeft besloten om de strategische allocatie naar Kas te verlagen naar 0% zodat het fonds te allen tijde volledig belegd is. In verband met het gewijzigde strategische beleid ten aanzien van het ongerealiseerde resultaat op de rente-overlay zullen voldoende bandbreedtes rond Kas worden aangehouden om te voorkomen dat de rente-overlay te vaak moet worden geherbalanceerd. Op basis van het strategische beleggingsbeleid wordt jaarlijks een beleggingsplan opgesteld. In 2015 heeft een eenmalige verhoging van het risicoprofiel plaatsgevonden en is éénmalig ook een beleggingsplan opgesteld over de periode 1 juli 2015 tot en met 31 december Het beleggingsplan 1 juli 2015 tot en met 31 december 2015 Het beleggingsplan over de periode 1 juli 2015 tot en met 31 december 2015 bestaat uit de volgende onderdelen: 1) de strategische asset allocatie; 2) de strategische benchmark; 3) de normportefeuille; 4) de herbalanceringsbandbreedtes. 39

40 8.6.1 De strategische asset allocatie vanaf 1 juli 2015 Vanaf 1 juli 2015 is de verdeling tussen de verschillende beleggingscategorieën als volgt: Dec 2015 Zakelijke waarden 51.0% Beursgenoteerde aandelen 42.0% Private Equity 2.0% Privaat vastgoed 5.5% Infrastructuur 1.5% Afbouwportefeuilles 0.0% Grondstoffen 0.0% Grondstoffen 0.0% Krediet 27.0% Bedrijfsobligaties 16.0% High Yield 5.0% Emerging Markets Debt 6.0% Vastrentende waarden 22.0% Staatsobligaties 17.0% Indexobligaties 0.0% Kas 5.0% Totaal 100.0% De strategische benchmark vanaf 1 juli 2015 De strategische benchmark ( SBM ) is een combinatie van de allocatie in het betreffende jaar en de benchmarks die aan elke beleggingscategorie gekoppeld zijn. Het toekennen van benchmarks per beleggingscategorie heeft daarbij drie belangrijke functies: 1) Het maken van strategische keuzes in het beleggingsbeleid. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een specifieke regioweging binnen aandelen of de verdeling van hard currency en local currency bij Emerging Market Debt. 2) Performanceberekening. Door de behaalde rendementen af te zetten tegen de benchmark rendementen kunnen de prestaties van portefeuillebeheerders objectief gemeten worden. 3) Risicomanagement. Voor de liquide beleggingen is de vaststelling van een maximale tracking error een krachtig instrument om de implementatierisico s te beperken. De tracking error geeft aan hoeveel het feitelijk rendement naar verwachting af mag wijken van het rendement van de benchmark. 40

41 De strategische benchmark vanaf 1 juli 2015 ziet er als volgt uit: Beleggingscategorie Allocatie 2015 Benchmark Verdeling Zakelijke waarden 51.0% Beursgenoteerde aandelen 42.0% Europa MSCI Europe net dividend index 37.0% Verenigde Staten MSCI USA net dividend index 30.0% Japan MSCI Japan net dividend index 5.5% Azië / Pacific ex Japan MSCI Asia Pacific Ex Japan net dividend index 12.5% Opkomende markten MSCI Emerging Markets net dividend index 15.0% Private Equity 2.0% Burgiss Private Equity Benchmark Privaat vastgoed Nederland 5.5% IPD/ROZ Nederlandse Vastgoedindex Infrastructuur 1.5% Eurozone inflatie (HICP ex-tobacco) + 5% Afbouwportefeuilles 0.0% Eonia Grondstoffen 0.0% Grondstoffen 0.0% S&P GSCI total return commodity index Krediet 27.0% Bedrijfsobligaties ontwikkelde markten 16.0% The BofA Merrill Lynch Euro Corporate Index High Yield en loans ontwikkelde markten 5.0% The BofA Merrill Lynch US High Yield Constrained Index Emerging Markets Debt 6.0% Local currency JP Morgan GBI-EM Global Diversified 50.0% Hard currency JP Morgan EMBI Global Diversified 50.0% Vastrentende waarden 22.0% Staatsobligaties Nederland/Duitsland 17.0% CGBI WGBI Netherlands All Maturities 50.0% CGBI WGBI Germany All Maturities 50.0% Indexobligaties 0.0% Barclays France+Germany Govt Inflation-Linked Kas 5.0% Eonia Overlays 0.0% Rente overlay Valuta overlay Benchmark discretionaire rente-overlay Benchmark valuta-overlay* Totaal 100.0% 41

42 8.6.3 De strategische normportefeuille vanaf 1 juli 2015 De normportefeuille kan beschouwd worden als de SBM waarbij de benchmarks moeten voldoen aan een aantal eisen die in de wet zijn vastgelegd. De normportefeuille is de basis voor berekening van de Z-score. De wetgever gebruikt de Z-score als maatstaf voor de kwaliteit van de uitvoering van het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. De normportefeuille vanaf 1 juli 2015 is weergegeven in de volgende figuur. Normportefeuille 2015 Allocatie 2015 Benchmark* Verdeling HG/FG Zakelijke waarden 51.0% HG Beursgenoteerde aandelen 42.0% Europa MSCI Europe net dividend index 37.0% Verenigde Staten MSCI USA net dividend index 30.0% Japan MSCI Japan net dividend index 5.5% Azië / Pacific ex Japan MSCI Asia Pacific Ex Japan net dividend index 12.5% Opkomende markten MSCI Emerging Markets net dividend index 15.0% FG Private Equity 2.0% Eonia + 1%-punt 50% Fed Funds Effective Rate + 1%-punt 50% Privaat vastgoed FG Nederland 5.5% IPD/ROZ Nederlandse Vastgoedindex FG Infrastructuur 1.5% Eonia + 1%-punt FG Afbouwportefeuilles 0.0% Eonia + 1%-punt HG Grondstoffen 0.0% Grondstoffen 0.0% S&P GSCI total return commodity index HG Krediet 27.0% Bedrijfsobligaties ontwikkelde markten 16.0% The BofA Merrill Lynch Euro Corporate Index High Yield en loans ontwikkelde markten 5.0% The BofA Merrill Lynch US High Yield Constrained Index Emerging Markets Debt 6.0% Local currency JP Morgan GBI-EM Global Diversified 50.0% Hard currency JP Morgan EMBI Global Diversified 50.0% HG/FG Vastrentende waarden 22.0% Staatsobligaties HG Nederland/Duitsland 17.0% CGBI WGBI Netherlands All Maturities 50.0% CGBI WGBI Germany All Maturities 50.0% FG Indexobligaties 0.0% Barclays France+Germany Govt Inflation-Linked HG Kas 5.0% Eonia FG Overlays 0.0% Rente overlay Valuta overlay Rendement modelportefeuille* Valuta's opkomende markten: 0% hedgeratio. Valuta's volwassen markten: feitelijke hedgeratio. Totaal 100.0% * De modelportefeuille is gelijk aan de feitelijke portefeuille. De gebruikte afkortingen staan voor: HG=gewicht conform de herbalanceringsmethodiek voor de Groep 1 en Groep 2 beleggingen. Deze belegginscategorieën herbalanceren we indien het portefeuillegewicht buiten de bandbreedte rond de vaste neutrale gewichten komt. De herbalanceringsgewichten worden maandelijks door het IC vastgesteld FG=feitelijk gewicht. Voor een aantal categorieën gebruiken we het feitelijke gewicht dat afhankelijk is van het groeipad naar de lange termijn mix en van marktbewegingen. Dit geldt voor de Groep 3-beleggingen in de herbalanceringsmethodiek. Voor de valutahedge geldt de feitelijke afdekking van het valutarisico. Ter indicatie staan in de derde kolom de strategische gewichten voor 2015 gegeven. Indices die gebruikt worden als benchmark voor de wettelijke normportefeuille dienen te voldoen aan een aantal eisen die zijn vastgelegd in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet BPF 2000, Artikel 5 plus nota van toelichting. De belangrijkste eisen zijn dat benchmarks representatief, breed samengesteld, belegbaar en objectief meetbaar moeten zijn. Als voor een beleggingscategorie geen benchmark beschikbaar is die aan deze criteria voldoet, wordt voor de wettelijke normportefeuille een rentebenchmark plus een vaste opslag van 1%-punt voorgeschreven. Dit is het geval bij de beleggingen in Infrastructuur, Private Equity en de afbouwportefeuille. Afhankelijk van de locatie van de beleggingen is daarbij gekozen voor de Europese daggeldrente (Eonia) of de Amerikaanse daggeldrente (Fed Funds Effective Rate). Bij beleggingen waarbij de uitvoering niet gericht is op het behalen van rendement, maar op afdekking van risico s is het toegestaan om eigen benchmarks te definiëren die aansluiten bij het beleid. In dit geval gaat het om de aandelen-, rente- en valuta-overlays. 42

43 8.7 Beleggingsmandaten Het strategische beleid is vastgelegd in het beleggingsplan. Dit beleggingsplan is samen met de zogenaamde investment cases, die voor elke beleggingscategorie worden opgesteld, de basis voor ieder beleggingsmandaat. Het beleggingsmandaat beschrijft de opdracht van BPF Schilders aan de uitvoerder per beleggingscategorie. De opdracht bevat niet alleen richtlijnen met betrekking tot de gewenste verdeling over regio s en/of sectoren, maar ook restricties als het gaat om de toegestane instrumenten om mee te beleggen en het gebruik van leverage. Om een betere indruk te geven van hoe deze mandaten eruit zien is in de volgende figuur een voorbeeld gegeven, inclusief een korte uitleg per onderdeel van het mandaat. Richtlijn Type opdracht Governance Benchmark Toegestane instrumenten Toegestane landen Toegestane uitgevers Off benchmark beleggingen Richtlijnen voor portefeuille inrichting Regio / landen Sectoren Individuele titels Risicobudget Kasbeheer Leverage Liquiditeit Richtlijnen voor portefeuille beheer Valuta beleid Repos Shorting Securities lending Derivaten gebruik Overige Richtlijnen ESG Overig Uitvoering Korte omschrijving van de opdracht, bijvoorbeeld manager selectie of uitvoering van een hedgemandaat. Bij welke beslissingen is bijvoorbeeld nog toestemming van het pensioenfonds nodig. Mogen nieuwe investeringen gedaan worden? De benchmark die wordt meegegeven aan de uitvoerder. Welke financiële instrumenten mogen allemaal gebruikt worden om de beleggingen te implementeren? In welke landen/regio s mag worden belegd? Welke emittenten zijn toegestaan? Welke ruimte heeft de uitvoerder om af te wijken van de benchmark? Welke eisen gelden bij de verdeling over landen/regio s? Welke eisen gelden bij de verdeling over sectoren? Gelden maxima aan omvang van individuele beleggingen? Hoeveel risico mag de uitvoerder nemen? Absoluut en ten opzichte van de benchmark (bijvoorbeeld gevat in een tracking error). Hoeveel kas is toegestaan binnen de beleggingscategorie? Hoeveel roodstand is toegestaan? Hoe vaak is in- of uitstappen mogelijk? Wat moet met valutarisico worden gedaan? Zijn beleggingen beschikbaar voor repo-transacties? Mag de uitvoerder beleggingen short gaan? Zijn beleggingen beschikbaar voor securities lending? Zijn derivaten toegestaan? Is sprake van een uitsluitingenlijst of is er een andere relatie met ESG? Allerlei, bijvoorbeeld: - Heeft fonds liever performance fees of vaste fees? - Heeft fonds liever fonds of separaat mandaat? 43

44 8.8 Portefeuille De volgende stap in het beleggingsproces is de samenstelling van de daadwerkelijke portefeuille. PGGM beheert een deel van het vermogen van BPF Schilders, voor een ander deel zijn andere vermogensbeheerders ingeschakeld. In alle gevallen moet het beheer van de portefeuille passen binnen het beleggingsmandaat. 8.9 Monitoring en rapportages Het bestuur ontvangt zowel maandelijks als per kwartaal rapportages die BPF Schilders in staat stelt om het gevoerde beleid te monitoren en waar nodig bij te stellen. De rapportages worden behandeld en besproken in de Auditcommissie en de Beleggingsadviescommissie en zijn vast onderdeel van de bestuursvergaderingen. Het bestuur monitort en evalueert het beleid op een continue basis zodat indien nodig het beleid te allen tijde kan worden bijgesteld. Van essentieel belang voor de beleggingsrapportages en de financiële positie van het fonds is de waardering van de beleggingen. Sinds de overgang van het vermogensbeheer naar PGGM wordt de beleggingsadministratie voor BPF Schilders uitgevoerd door PGGM. De wijze waarop PGGM de verschillende beleggingscategorieën waardeert, staat beschreven in het Valuation Manual. Het valuation manual geeft inzicht in de grondslagen, de algemene uitgangspunten en de toegepaste methodes voor de waardering van de beleggingen van BPF Schilders. De beheersmaatregelen omtrent de waarderingen en informatie van specifieke beleggingen zijn verantwoord in het valuation manual beheersmaatregelen. Het valuation manual beheersmaatregelen is een PGGM document met interne werkbeschrijvingen. Procesbeschrijvingen en key controls met betrekking tot waarderingen staan ook in ISAE Waarderingsbeleid De waardering geschiedt op basis van onderstaande uitgangspunten en veronderstellingen. Vastgoed en infrastructuur Bij niet-beursgenoteerde kapitaalbelangen, die beleggen in vastgoed of infrastructuur, vindt de waardering plaats op reële waarde waarvoor nettovermogenswaarde wordt gehanteerd zoals gepubliceerd door de fondsbeheerder, inclusief transactiekosten. Aandelen Beursgenoteerde aandelen waarbij sprake is van een actieve markt worden gewaardeerd tegen de officiële slotkoersen. Bij niet-beursgenoteerde kapitaalbelangen in open end beleggingsfondsen die beleggen in aandelen vindt de waardering plaats op reële waarde waarvoor nettovermogenswaarde wordt gehanteerd zoals gepubliceerd door de fondsbeheerder. Niet-beursgenoteerde kapitaalbelangen in closed end beleggingsfondsen (inclusief deelnemingen) die beleggen in private equity worden gewaardeerd tegen de reële waarde zoals geschat door de externe manager of het management van de betreffende belegging, zijnde de nettovermogenswaarde. De waardering ultimo boekjaar geschiedt op basis van de waardering ultimo derde kwartaal zoals opgegeven door de externe manager, kasstromen in het laatste kwartaal en een schatting voor de herwaardering in het laatste kwartaal gebaseerd op relevante marktindices. Vastrentende waarden Leningen worden gewaardeerd op basis van broker quotes of een model waarbij toekomstige kasstromen contant gemaakt worden waarbij de variabelen uit actieve markten worden afgeleid of waarbij één of meerdere variabelen niet uit een actieve markt zijn af te leiden. 44

45 Beursgenoteerde obligaties waarbij sprake is van een actieve markt worden gewaardeerd tegen de officiële slotkoersen, verhoogd met de lopende rente. Bij niet-beursgenoteerde kapitaalbelangen in open end beleggingsfondsen, die beleggen in obligaties, vindt de waardering plaats op reële waarde waarvoor nettovermogenswaarde wordt gehanteerd, zoals gepubliceerd door de fondsbeheerder. Het saldo van de bankrekeningen en geldmarktinstrumenten op naam van PGGM Treasury B.V. wordt gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde het aandeel van BPF Schilders in de reële waarden van de financiële instrumenten die PGGM Treasury B.V. aanhoudt voor rekening en risico van haar opdrachtgevers. Banktegoeden worden gewaardeerd tegen de reële waarde, zijnde de nominale waarde. Derivaten Beursgenoteerde derivaten waarbij sprake is van een actieve markt worden gewaardeerd tegen de officiële slotkoersen. Beursgenoteerde derivaten waarbij geen sprake is van een actieve markt en niet-beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd op basis van een model waarbij de variabelen uit actieve markten worden afgeleid. Als van één of meerdere variabelen geen volledig objectief waarneembare marktgegevens beschikbaar zijn, wordt bij toepassing van het model gebruik gemaakt van inschattingen of aannames. Overige beleggingen Niet-beursgenoteerde kapitaalbelangen in closed end en open end beleggingsfondsen (inclusief deelnemingen en joint ventures) die beleggen in hedgefondsen worden gewaardeerd tegen de nettovermogenswaarde zoals geschat door de externe manager. Waarderingsmethoden Voor het bepalen van de reële waarde wordt het volgende hiërarchische onderscheid in waarderingsmethoden gemaakt afhankelijk van de beschikbaarheid van objectieve gegevens. Directe marktnoteringen Beleggingen die worden verhandeld op actieve en publieke markten. Deze noteringen betreffen alle posities waarvan de reële waarde is gebaseerd op een direct verhandelbare prijs in de huidige marktomstandigheden. Afgeleide marktnoteringen Beleggingen die worden gewaardeerd op basis van een model waarbij alle variabelen uit de markt zijn af te leiden. Tevens vallen hieronder de open end fondsbeleggingen waarvan minder frequent een nettovermogenswaarde wordt ontvangen maar waarop wel gehandeld kan worden. Waarderingsmodellen en technieken Hieronder zijn alle beleggingen opgenomen waarvan de reële waarde is gebaseerd op waarderingsmodellen en -technieken waarbij inschattingen zijn gemaakt door het management vanwege het ontbreken van volledig waarneembare marktgegevens. Tevens worden hieronder closed end fondsbeleggingen verantwoord. 45

46 Waarderingsniveaus beleggingscategorieën 2015 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Vastrentende waarden Europese Staat X High Grade Credits X Emerging Market Bonds X High Yield X Absolute return portfolio X Vastgoed/ Infrastructuur X X Aandelen Europa X Verenigde Staten X Japan X Azië ex Japan X Emerging Markets Hedge Funds Private Equity Commodities Kas Derivaten X X X x X X 46

47 Hoofdstuk 9. Risicomanagement 9.1 Risicomanagement BPF Schilders werkt volgens de principes van Integraal Risicomanagement. Integraal Risicomanagement (IRM) is het interactieve proces van: 1. het opstellen van de strategie en hieraan gekoppeld het risicoprofiel en de risicobereidheid, 2. het identificeren van risico s, 3. het opstellen en implementeren van het beleid voor risicobeheersing, tot 4. de uitvoering, monitoring en terugkoppeling over risico s en beheersmaatregelen. Het fonds heeft een Auditcommissie die op systematische en proactieve wijze alle risico s van BPF Schilders inventariseert en te monitort. Daarnaast adviseert zij het bestuur over adequate maatregelen om deze risico s te beheersen. Een externe strategisch adviseur ondersteunt het bestuur bij het ALM-proces en de risicobudgettering. Het bestuur neemt van PGGM de dienstverlening Client Facing Risk (CFR) af. Hierdoor kan het pensioenfondsbestuur rechtstreeks een beroep doen op de diensten van deze afdeling van PGGM. Deze afdeling voert onder andere de analyse uit van de risico s in de portefeuilles, van de strategische beleidsadviezen, en daarnaast voert Risk operational due diligence en investment compliance uit. Deze afdeling is gescheiden van de afdeling Beleggen van PGGM. De onafhankelijke risicomanager heeft de opdracht om bij iedere bestuursvergadering alle voorleggers en rapportages, die ter besluitvorming voorliggen, te beoordelen op adequate adressering van de betrokken risico s en de beheersing daarvan. Deze beoordeling wordt in een notitie voorafgaand aan de bestuursvergadering aan het bestuur toegezonden. De Auditcommissie staat iedere vergadering stil bij nieuwe ontwikkelingen, de signalering van risico s en de beheersing daarvan. Ook worden eventuele incidenten geanalyseerd. De bestuursrapportages met betrekking tot de beleggingen en risicomanagement worden eveneens iedere vergadering door de Auditcommissie besproken en beoordeeld en zo nodig voorzien van een advies voorgelegd aan het bestuur. De BAC bespreekt iedere vergadering de financiële risico s en de beleggingsrapportages en adviseert het bestuur hierover. 9.2 Beleidscyclus risicomanagement Het beleid Risicomanagement doorloopt een cyclus met de volgende stappen: Doelstelling; Identificatie en beoordeling risico s; Beheersmaatregelen formuleren; Implementatie (AO/IC); Monitoring; Evaluatie en eventueel bijstelling. 9.3 Risicohouding De risicohouding is gebaseerd op de policy beliefs en in overleg met sociale partners en in overleg met fondsorganen vastgesteld, waarbij een eerder onderzoek naar de risicobereidheid van de deelnemers is betrokken. De risicohouding is in de onderstaande 5 maatstaven verankerd. 47

48 Kans premie < KDP met gemiddelde rente In de policy beliefs staat dat BPF Schilders streeft naar evenwicht tussen prijs en product. Dat betekent dat de premie niet te veel mag afwijken van de prijs van nieuw in te kopen rechten. Om dit te toetsen kijkt BPF Schilders of de gemiddelde rente over de afgelopen 10 jaar niet te veel afwijkt van de gedempte discontovoet. Over een lange periode bezien moet de premie ongeveer gelijk zijn aan de gemiddelde kostendekkende premie op basis van de gemiddelde rente van de afgelopen 10 jaar. Mediaan pensioenresultaat Het pensioenresultaat is gedefinieerd als de verhouding tussen het pensioen met indexering afhankelijk van het beleid en het pensioen dat bereikt zou zijn als jaarlijks de volledige ambitie zou zijn verwerkt in de pensioenaanspraken. De mediaan van dit resultaat is de middelste waarneming van 1000 scenario s. In tabel 1 staat een grens van minimaal 90%. Dat betekent dat het pensioen dus minimaal 90% is van wat het zou zijn geweest als er altijd was geïndexeerd met de volledige ambitie. Hierbij wordt rekening gehouden met gemiste indexering uit het verleden. Het bestuur is zich ervan bewust dat begin 2015 een indexatie-achterstand van 8,5% bestaat en dat ook in de komende jaren nog niet volledig geïndexeerd kan worden, vandaar dat gekozen is voor een ambitie van 90% over 15 jaar. 5e percentiel pensioenresultaat Het 5 e percentiel van het pensioenresultaat weerspiegelt de uitkomsten van het pensioenresultaat in een slecht scenario. In de haalbaarheidstoets wordt voor het slechte scenario ook gekeken naar het 5 e percentiel. In tabel 1 staat een grens van minimaal 60%. Dat betekent dat het pensioen dus minimaal 60% is van wat het zou zijn geweest als er altijd volledig was geïndexeerd. Kans op nominale korting en 5) Mediaan percentage nominale korting Gebleken is dat deelnemers liever vaker een kleine nominale korting op hun pensioen te verwerken krijgen dan minder vaak een grote nominale korting. De deelnemers accepteren dus een wat grotere kans op nominale korting, als de diepte van de korting vervolgens beperkt is. In de risicohouding is dit vertaald door eventuele korting klein te houden (2%). Samengevat ziet de risicohouding er als volgt uit: Nr. Onderwerp Maatstaf Grens 1) Premie Kans premie < KDP met gemiddelde rente +/- 50% 2) Ambitie Mediaan pensioenresultaat > 90% 3) Ambitie 5 e percentiel pensioenresultaat > 60% 4) Nominale korting Kans op nominale korting < 15% 5) Nominale korting Mediaan percentage nominale korting per jaar < 2% 9.4 Risico s en risicobeheersing Het fonds gaat uit van drie risicobeheersingscategorieën: Solvabiliteit; Organisatie; Compliance. De aanwezige risico s en de doeltreffendheid van de beheersmaatregelen worden tussentijds gemonitord door de Auditcommissie, de Beleggingsadviescommissie, het bestuur en door medewerkers van PGGM. In voorkomende gevallen kan het bestuur ad hoc actie ondernemen om de risico s naar aanleiding van een bepaalde situatie te beoordelen en aanvullende beheersmaatregelen voor te stellen. 48

49 Het bestuur heeft een escalatieprocedure opgesteld. De nadruk bij de escalatieprocedure ligt op efficiëntie. Indien zich een incident voordoet, dient hier direct op gereageerd te worden. In de escalatieprocedure is beschreven welke stappen ondernomen moeten worden indien zich een incident voordoet. Het bestuur heeft een risicoregister opgesteld waarin de relevante risico s zijn benoemd en vastgelegd. Daarnaast wordt per beschreven risico een inschatting gegeven van de impact van het risico, de kans dat het risico optreedt, wie welke verantwoordelijkheden heeft en welke beheersingsmaatregelen zijn genomen. Het risicoregister wordt jaarlijks, en indien nodig ook tussentijds, geactualiseerd. 49

50 9.5 Solvabiliteitsrisico s De belangrijkste solvabiliteitsrisico s zijn de volgende: Marktrisico Het pensioenfonds neemt bewust marktrisico omdat hier, in verwachting, een risicopremie tegenover staat. Jaarlijks wordt op basis van de laatste ALM-studie en de verwachtingen ten aanzien van rendementen en risico s bepaald in welke mate het bestuur bereid is marktrisico te nemen in de beleggingsportefeuille. Beheersmaatregelen In principe wordt het gehele jaar vastgehouden aan de keuze om een bepaalde hoeveelheid marktrisico te lopen. Indien door marktbewegingen het beoogde rendements/risicoprofiel te sterk van de geldende strategische benchmarkportefeuille gaat afwijken, wordt de portefeuille tussentijds, volgens vaste regels, geherbalanceerd. Renterisico BPF Schilders loopt renterisico doordat de waarde van de verplichtingen van het pensioenfonds anders op renteveranderingen reageert dan de waarde van de beleggingen. Dit risico is, als er geen beheersmaatregelen worden genomen, zeer groot. Beheersmaatregelen Het pensioenfonds dekt het renterisico in principe voor 75% (op marktwaarde) af waarbij tevens rekening wordt gehouden met de looptijdsegmenten waaruit de verplichtingen bestaan. De mate van renteafdekking wordt continu gemonitord en op basis van vaste richtlijnen eventueel bijgesteld. Maandelijks wordt gerapporteerd met hoeveel de dekkingsgraad verandert bij renteveranderingen (gevoeligheidsanalyse). Kredietrisico Het pensioenfonds neemt bewust kredietrisico bij het kopen van obligaties omdat hier, in verwachting, een risicopremie tegenover staat. Beheersmaatregelen Limieten op kredietwaardigheidsratings van tegenpartijen en beleggingen in landen en/of sectoren. Limieten op de maximale blootstelling aan specifieke crediteuren. Valutarisico BPF Schilders loopt valutarisico doordat de verplichtingen van het pensioenfonds in euro luiden terwijl de beleggingen gespreid zijn over meerdere valuta. Beheersmaatregelen Gedeeltelijke afdekking van het valutarisico in ontwikkelde markten. De mate waarin wordt periodiek vastgesteld. Inflatierisico Inflatie vormt een risico voor de reële ambitie van het fonds. Als de inflatie (onverwacht) stijgt, nemen de kosten van indexatie toe. Het bestuur heeft de mogelijkheid om te besluiten het inflatierisico gedeeltelijk af te dekken. Daadwerkelijke implementatie zal afhankelijk zijn van actuele marktomstandigheden. Voor 2015 heeft het fonds op basis van de ALM-studie 2014 besloten dat inflatieafdekking beschermt tegen scenario s die zij op dit moment minder waarschijnlijk acht, terwijl afdekking naar verwachting rendement kost en het in alle beschouwde situaties nominaal risico toevoegt. 50

51 Leverage In de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds is sprake van leverage, vooral doordat door de inzet van derivaten een grotere blootstelling aan de beweging van de rente wordt ingenomen dan de vaste beleggingen hebben (renteoverlay strategie). Vanuit de optiek van het balansbeheer is dit gewenst want risicoreducerend. Rente- en andere derivaten brengen echter ook risico s met zich mee. Het gebruik van derivaten, hoewel gericht op het reduceren van risico s, vraagt namelijk onderpand. In een extreme situatie kan dit de verkoop van (liquide) beleggingen vereisen. Beheersmaatregelen Het pensioenfonds heeft in mandaten richtlijnen opgesteld voor de mate waarin leverage in de portefeuille is toegestaan. De naleving van de richtlijnen wordt maandelijks beoordeeld in de monitoring van managers en mandaten. Actief beheer risico Wanneer een vermogensbeheerder ervoor kiest om de portefeuillesamenstelling te laten afwijken van de referentiebenchmark, met als doel een beter resultaat dan de benchmark te realiseren, neemt hij het risico van actief beheer. De kans bestaat daardoor dat de actieve beheerder juist slechter presteert dan de benchmark. Dit risico is alleen van toepassing op liquide beleggingscategorieën omdat deze een belegbare referentiebenchmark kennen. Beheersmaatregelen Voor liquide beleggingen wordt per manager een maximale ex ante tracking error ten opzichte van de benchmark overeengekomen. Tevens wordt vooraf bepaald of, en hoeveel, beleggingen mogen worden opgenomen die net in de benchmark zijn vertegenwoordigd. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is voornamelijk gerelateerd aan het gebruik van derivaten voor het afdekken van renterisico, aandelenrisico en valutarisico doordat marktbewegingen tot grote hoeveelheden benodigd onderpand, en eventueel uitstroom van liquiditeiten, kunnen leiden. Beheersmaatregelen Liquiditeitsrisico wordt bewaakt door maandelijks, of zo nodig tussentijds, stresstesten uit te voeren waaruit de maximaal te verwachten liquiditeitsbehoefte bij marktschokken blijkt. De mate waarin leverage door derivaten in de portefeuille is toegestaan, is gelimiteerd. Tegenpartij- en faillissementsrisico Wanneer geen passende beheersingsmaatregelen zouden worden genomen, is het tegenpartijen faillissementsrisico in de beleggingsportefeuille in potentie zeer groot. Het betreft het risico dat tegenpartijen niet aan hun verplichtingen voldoen of partijen waarin wordt belegd failliet gaan. Vooral tegenpartijen waarmee derivatentransacties zijn aangegaan kunnen veel risico opleveren. Voor de renteswaps, gericht op het reduceren van renterisico, geldt dat bij het wegvallen van de tegenpartij ook de afdekking komt te vervallen. Beheersmaatregelen Spreiding van de beleggingen; Richtlijnen over kredietwaardigheidsratings; Voldoende tegenpartijen waarmee ISDA s/csa si zijn afgesloten zodat een concentratie van blootstelling aan tegenpartijen wordt voorkomen; Onderpandbeheer voor openstaande blootstelling aan tegenpartijen door derivaten; Periodieke beoordeling van de kredietwaardigheid van tegenpartijen; De beoordeling en beperking van concentratierisico. 51

52 Onderpandrisico Onderpandbeheer is erop gericht om het risico op tegenpartijen te reduceren maar kent op zichzelf ook risico s. Bijvoorbeeld wanneer het onderpand niet voldoende is ter compensatie van het verlies op een tegenpartij of wanneer het rendement op ontvangen onderpand minder is dan het rendement dat daarover aan de tegenpartij betaald moet worden; Tevens spelen er operationele en waarderingsrisico s. Beheersmaatregelen ISDA/CSA-overeenkomsten met eenduidige richtlijnen op het gebied van toegestane onderpandsoorten en voorwaarden; Dagelijkse monitoring en onderpandbeheer. Waarderingsrisico Waarderingsrisico is het risico dat de waardering van de beleggingen niet juist, niet volledig, niet tijdig of niet onafhankelijk is. Beheersmaatregelen De waardering van de portefeuille gebeurt voor een belangrijk deel onafhankelijk van de aangestelde vermogensbeheerders; De waardering van participaties in beleggingsfondsen wordt jaarlijks getoetst met behulp van het goedgekeurde jaarverslag van de betreffende fondsen; Er is sprake van onafhankelijke waardering van derivaten; Er zijn speciale beheersmaatregelen genomen om het waarderingsrisico van renteswaps te reduceren. Deze zijn het hanteren van een eigen standaard ISDA/CSA zodat er sprake is van eenduidigheid en transparantie van voorwaarden die van invloed zijn op de waardering de swaps. Performance- en risicometing Er zijn risico s verbonden aan de performance- en risicometing doordat er niet onafhankelijk of verkeerd gemeten wordt. Ook kunnen performance- en risicometingen verkeerd gepresenteerd worden of kan naar de verkeerde maatstaven worden gekeken. Beheersmaatregelen Binnen PGGM komt de performance en risicometing onafhankelijk van de afdeling vermogensbeheer en de externe vermogensbeheerders tot stand. Maandelijkse reconciliatie tussen de onafhankelijke performancemeting en de berekeningen van de vermogensbeheerders; Uitgebreide rapportage waarin voor verschillende niveaus in de portefeuille over performance en risico wordt gerapporteerd. Verzekeringstechnisch risico: Verzekeringstechnisch risico is het risico dat de realisaties afwijken van technische aannames en grondslagen die gebruikt worden bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen en kostendekkende premie. De schatting van toekomstige overlevingskansen (de trendsterfte) heeft een hoge mate van onzekerheid in zich. Hogere overlevingskansen leiden tot een hogere technische voorziening. Buffers worden gevormd om hierop in ieder geval gedeeltelijk te anticiperen. Hiernaast wordt gemiddeld genomen om de drie jaar een grondslagenonderzoek uitgevoerd, waarin meer gedetailleerd de gebruikte grondslagen worden geëvalueerd. In 2013 is onderzocht of de ervaringssterfte welke het fonds hanteert aansluit bij de waargenomen ervaringssterfte. In 2014 zijn de grondslagen herzien als gevolg van nieuw gepubliceerde prognosetafels AG 2014 en nieuw toe te passen ervaringssterfte. Als gevolg van afwijkingen op het gebied van sterfte en invalidering kunnen incidentele verliezen en of winsten ontstaan. De uit het pensioenreglement en uitvoeringsreglement voortvloeiende verzekeringstechnische risico s worden niet herverzekerd. 52

53 9.6 Organisatierisico s Externe managers: De uitbesteding van het vermogensbeheer aan externe vermogensbeheerders brengt een aantal risico s met zich mee. Dit kan worden gezien als een onderdeel van het uitbestedings-risico. Continu dient de ingeschakelde externe manager transparant te communiceren over het gevoerde beleggingsbeleid, de gebruikte financiële instrumenten en de daarmee samenhangende risico s. Gemonitord wordt of de externe manager zich houdt aan het overeengekomen mandaat. BPF Schilders monitort continu of de operationele organisatie en het risicobeheer van de externe manager voldoet aan de gestelde eisen. Risicometing en -beheersing Aan de hand van tracking errors wordt het relatieve risico beoordeeld dat door de actieve externe managers van liquide beleggingscategorieën wordt genomen. Per manager wordt een ex ante tracking error ten opzichte van een index overeengekomen. PGGM monitort of de manager binnen de afgesproken tracking error blijft. De extern beheerde mandaten leveren ook gegevens aan over de gehanteerde beleggingsstijl. Hierdoor kan worden beoordeeld of de manager zich houdt aan de afgesproken beleggingsstijl en richtlijnen en of er op totaal portefeuilleniveau sprake is van ongewenst risico. Derivaten vormen een aparte categorie in het strategisch en tactisch beleggingsbeleid en worden gebruikt voor valuta afdekking en voor het verminderen van het renterisico. Met betrekking tot risicobeheer ten aanzien van absoluut risico, gelden voor de intern beheerde vastrentende portefeuilles de beperkingen die voortvloeien uit de limietenlijst. Hierin is een absolute ondergrens gedefinieerd met betrekking tot de toegestane rating van een lening, zijnde BBB-. Met het bestuur zijn afspraken gemaakt binnen de limietenlijst hoe te handelen zodra een lening een lagere rating krijgt dan BBB-. Periodiek wordt de kredietwaardigheid van de leningen vastgesteld. Voor extern beheerde gelden op het terrein van Emerging Market Debt en High Yield geldt dat er wel belegd mag worden in obligaties met een rating lager dan BBB-. Omgevingsrisico: Omgevingsrisico is het risico als gevolg van buiten het fonds komende veranderingen op het gebied van concurrentieverhoudingen, belanghebbenden, reputatie en ondernemingsklimaat. Bijvoorbeeld door een veranderend ondernemingsklimaat in de bedrijfstak, veranderende concurrentieverhoudingen en het aandeel van de zelfstandigen in de totale werkgelegenheid. Het bestuur monitort continu de actuele ontwikkelingen in de bedrijfstak en houdt voor zover mogelijk hiermee rekening bij het maken van beleidskeuzes. Operationeel risico: Het operationele risico is het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Het operationeel risico wordt onder andere beheerst door de jaarlijkse ISAE 3402 certificatie van de pensioenadministratie en de ITcontrols, door de jaarlijkse ISAE 3402 certificatie van het vermogensbeheer en door de controle daarvan door het intern audit team (IAT) van de uitvoeringsorganisatie. Dit wordt vervolgens door een onafhankelijke partij beoordeeld. De jaarlijkse accountscontrole en actuariële certificering leveren ook een bijdrage aan de beheersing van dit risico. Het bestuur monitort door middel van een periodieke rapportage hoe de aanbevelingen van de externe actuaris en de accountant door de uitvoeringsorganisatie worden opgepakt. Uitbestedingsrisico: Uitbestedingsrisico is het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel wordt geschaad. BPF Schilders heeft zijn bedrijfsprocessen grotendeels uitbesteed aan andere partijen c.q. uitvoerders en heeft hiertoe een uitbestedingsbeleid vastgesteld. In dit 53

54 uitbestedingsbeleid heeft het bestuur beleid geformuleerd met betrekking tot de beheersing van risico s die samenhangen met uitbesteding van (delen van) bedrijfsprocessen. Het uitbestedingsbeleid van BPF Schilders is in overeenstemming met het Besluit Uitvoering Pensioenwet en de Wet Verplichte Beroepspensioenregeling. Voorgenomen nieuwe of gewijzigde uitbestedingen komen volgens dit uitbestedingsbeleid tot stand. BPF Schilders heeft onder andere de bestuursondersteuning, het vermogensbeheer en de pensioenadministratie uitbesteed. Daarnaast werkt BPF Schilders met een groot aantal externe managers (voor het beheerde vermogen). BPF Schilders heeft de activa in bewaarneming gegeven aan een custodian. De custodian verzorgt ook de beleggingsadministratie. Het beleid van BPF Schilders is erop gericht dat organisaties, waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed, beschikken over een ISAE 3402 verklaring of vooruitlopend daarop over een COS 3000 verklaring. Een organisatie die in het bezit is van deze verklaringen heeft aangetoond dat de kritische processen van deze organisaties adequaat beschreven (ISAE 3402 en COS 3000 type 1) zijn en dat de controleprocessen adequaat werken (ISAE 3402 en COS 3000 type 2). IT-risico: IT-risico is het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continue of onvoldoende beveiligd, door informatietechnologie (IT) worden ondersteund. Het risico ontstaat door het niet of onvoldoende toegesneden zijn van IT-strategie en IT-beleid op de bedrijfsprocessen en de informatie- en dataverwerking, waardoor onvoldoende ondersteuning wordt geboden aan de processen en informatievoorziening. Het bestuur heeft een IT-beleid vastgesteld. De IT-systemen van de uitvoeringsorganisatie dienen te voldoen aan de normen in het IT-beleid. Modelrisico: Het gebruik van (macro) economische en financiële modellen brengt een specifieke benadering van de werkelijkheid met zich mee, waardoor de uitkomsten van het model kritisch beschouwd dienen te worden. Berekeningen worden op basis van meerdere modellen uitgevoerd. Ook worden er stresstesten uitgevoerd. Z-scorerisico: Door slechter te presteren dan de zelf gekozen benchmark kan BPF Schilders te maken krijgen met een negatieve Z-score. Dit kan er toe leiden dat de uitkomst van de performancetoets negatief is, waardoor de verplichtstelling van het pensioenfonds komt te vervallen. Voor de beheersing van het Z-score risico moeten de juiste strategische en tactische keuzes worden gemaakt en dienen de externe managers binnen hun beleidsruimte te blijven. Het bestuur wordt door de beleggingsadviescommissie (BAC) geadviseerd over het beleggingsbeleid en de benchmarks. De processen gerelateerd aan het strategische en tactische beleggingsbeleid en de keuze van externe managers is onderdeel van het ISAE 3402 traject van de uitvoeringsorganisatie. Strategisch risico: Strategische risico s zijn risico s die direct de doelstelling van de organisatie in gevaar kunnen brengen. Strategische risico s kunnen zowel interne als externe oorzaken hebben. Beheersing hiervan vereist een koerswijziging of een wijziging van de doelstellingen. Het bestuur ziet het als haar kerntaak de strategische risico s tijdig te identificeren en een beleid te voeren dat deze risico s zoveel mogelijk ondervangt. Geschiktheidsrisico: Het bestuur moet bestaan uit bekwame personen. Door de toenemende regeldruk en complexiteit is er een kans dat een bestuur te weinig deskundigheid, initiërend vermogen en countervailling power heeft, met als gevolg onvoldoende besturing van het pensioenfonds. Het 54

55 bestuur van BPF Schilders houdt de deskundigheid op peil. Hiervoor wordt jaarlijks een geschiktheids- en opleidingsplan vastgesteld en uitgevoerd. Transitierisico: In 2013 heeft het bestuur de keuze gemaakt voor een andere uitvoeringsorganisatie. De overgang van de pensioenadministratie van BPF Schilders is complex, waardoor de mogelijkheid bestaat dat er fouten worden gemaakt. Het bestuur volgt het proces nauwkeurig en heeft zich daarbij ook verzekerd van de betrokkenheid van toezichthouders. 9.7 Compliance-risico Integriteitsrisico: Integriteitsrisico is het risico dat de integriteit van het fonds dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, de medewerkers dan wel van de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door het fonds opgestelde normen. Deze risico s kunnen de reputatie van BPF Schilders ernstig beschadigen. BPF Schilders hecht sterk aan een integere bedrijfsvoering. Door een goede administratieve organisatie met voldoende functiescheiding en adequate controles bij de organisaties waaraan BPF Schilders werkzaamheden heeft uitbesteed, kan het risico van fraude, witwassen en onoorbaar handelen voorkomen worden. ISAE 3402 verklaringen geven aan dat organisaties in control zijn over hun processen. Het risico van voorwetenschap en onoorbaar handelen in privé beleggingstransacties wordt beheerst doordat verbonden personen die als insider zijn aangemerkt, hun transacties dienen te melden aan een externe compliance officer van het Nederlandse Compliance Instituut (NCI). Het NCI toetst of de gedane transacties voldoen aan de gestelde wet- en regelgeving. Juridisch risico: Het risico samenhangend met (veranderingen in en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van de rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. Door nauwgezet de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving te volgen, kan BPF Schilders anticiperen op mogelijk wijzigingen en de gevolgen daarvan inschatten. Het niet naleven van wet- en regelgeving kan leiden tot financiële schade en reputatieverlies van BPF Schilders. Ook kan het gebruik van onjuiste contracten of het onvoldoende inschatten van de consequenties van contracten leiden tot schade voor BPF Schilders. Door het gebruik van internationaal erkende contracten en door het gebruik van externe juridische ondersteuning wordt dit risico ondervangen. 55

56 Hoofdstuk 10. Ondertekening Het bestuur van het fonds heeft op 18 juni 2015 deze ABTN vastgesteld. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf werkgeversvoorzitter werknemersvoorzitter mevr. drs. C.M. van der Werf.. drs. T.J.M. van Haaster Bijlage 1: verklaring inzake de beleggingsbeginselen Bijlage 2: financieel crisisplan 56

57 Bijlage 1: Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 1. Inleiding Doelstelling Dit document, hierna de verklaring, geeft beknopt de door het bestuur opgestelde uitgangspunten weer van het beleggingsbeleid van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf te Rijswijk, hierna BPF Schilders. Deze tekst is vastgesteld op 22 februari 2008 en sindsdien herzien, voor het laatst op 11 december Binnen drie jaar zal deze Verklaring inzake Beleggingsbeginselen opnieuw worden herzien. Dit document wordt aan de deelnemer en andere belanghebbenden verstrekt als hij/zij er om vraagt en tevens op de website van het pensioenfonds gepubliceerd. Achtergrond In de Pensioenwet is bepaald dat de bezittingen samen met de te verwachten inkomsten van een pensioenfonds toereikend moeten zijn om de uit de statuten en reglementen voortvloeiende verplichtingen te kunnen dekken. Dit moet blijken uit de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Als bijlage bij de ABTN moeten pensioenfondsen een Verklaring inzake beleggingsbeginselen opstellen en actueel houden. De Verklaring inzake Beleggingsbeginselen ia als volgt opgebouwd: 2. Organisatie van het beleid en het proces Doel en kerntaken BPF Schilders BPF Schilders brengt premies, opbrengsten en andere baten bijeen om te voorzien in het pensioen van vrijwel iedereen die werkzaam is in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Loyaliteit BPF Schilders belegt en beheert het pensioenvermogen in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden van BPF Schilders. Kernwaarden De kernwaarden van BPF Schilders zijn: betrouwbaarheid, betrokkenheid en transparantie. Verantwoording BPF Schilders is zich bewust van de maatschappelijke rol die het als bedrijfstakpensioenfonds vervult. Die rol dwingt tot zorgvuldigheid van handelen en een verantwoording van beleggingsbeleid en uitvoering en de mogelijke gevolgen die het heeft voor de belanghebbenden. Taken en verantwoordelijkheden BPF Schilders wordt bestuurd door een bestuur van acht leden. Het interne toezicht wordt uitgeoefend door een Raad van Toezicht die uit drie leden bestaat, Bestuur en Raad van Toezicht leggen verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan. Het bestuur is, zonder enige uitzondering, eindverantwoordelijk voor alle activiteiten van BPF Schilders. Het bestuur stelt de strategie en het beleid vast van BPF Schilders. De uitvoering van de daar uit voortvloeiende taken is door middel van drie uitvoeringsovereenkomsten en bijbehorende Service Level Agreements (SLA) voor een belangrijk deel uitbesteed. 57

58 Tot de verantwoordelijkheden van het bestuur behoren, wat betreft het beleggingsbeleid: de organisatie van het beleggingsproces; het vaststellen van de risicohouding; het vaststellen van de strategische allocatie en bijbehorende bandbreedtes; de keuze van de benchmarks; het invullen van de beleggingsmandaten; de keuze van de vermogensbeheerders; en de bewaking van het gehele beleggingsbeleid. PGGM Vermogensbeheer BV is aangesteld om het beschikbare vermogen te beleggen in overeenstemming met het vastgestelde beleggingsbeleid en legt verantwoording af aan het bestuur. Het bestuur wordt ondersteund door de Beleggingsadviescommissie (BAC) die in beginsel vijf keer per jaar vergadert. Het functioneren van de BAC is in een specifiek reglement geregeld. De BAC bestaat uit twee tot vier onafhankelijke deskundige externe leden die door het bestuur worden benoemd. Het voorzitterschap van de BAC wordt bekleed door één van de externe leden. Minimaal twee en maximaal vier vertegenwoordigers uit het bestuur nemen als toehoorder aan de vergadering deel. Ten behoeve van het door het bestuur vast te stellen beleggingsbeleid en de uitvoering ervan, brengt de Beleggingsadviescommissie onder meer adviezen uit inzake: het vaststellen en uitvoeren van het beleggingsbeleid; bevindingen op grond van de monitoring van het vermogensbeheer; de selectie en evaluatie van beleggingscategorieën en vermogensbeheerders. Op uitnodiging van het bestuur kunnen de leden van de Beleggingsadviescommissie de desbetreffende bestuursvergadering bijwonen voor het toelichten van de door haar uitgebrachte adviezen. De leden van de Beleggingsadviescommissie zijn, individueel of gezamenlijk, te allen tijde bevoegd zich te wenden tot het bestuur in die gevallen, waarin dit naar hun mening in het belang van het voor BPF Schilders uit te voeren beleggingsbeleid wenselijk is. De Beleggingsadviescommissie signaleert afwijkingen tussen het gevoerde en vastgestelde beleggingsbeleid. Indien de Beleggingsadviescommissie genoemde afwijkingen niet in het belang van BPF Schilders acht, legt zij deze voor aan het bestuur. Investment Beliefs Het bestuur van BPF Schilders heeft een set van acht Investment Beliefs vastgesteld die dienen als basis voor het strategisch beheer van de beleggingsportefeuille. De Investment Beliefs zijn een leidraad voor het nemen van beleggingsbeslissingen, die veelal een afweging vereisen van meerdere, onderling gerelateerde factoren. Ze plaatsen de besluiten van BPF Schilders in hun context, reflecteren de waarden en geven rekenschap aan de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds om zijn deelnemers van een goed pensioen te voorzien en zijn continuïteit zeker te stellen. I BPF Schilders belegt om zijn ambitie te realiseren. BPF Schilders heeft de ambitie zijn deelnemers een prijs-geïndexeerd pensioen te bieden. Het realiseren van een voldoende hoog rendement op de beleggingen binnen de vooraf gestelde risicokaders is daarvoor noodzakelijk. Daarbij gelden evenredige belangen voor de verschillende generaties. 58

59 Beleidskeuzes: - De verplichtingenstructuur van het pensioenfonds en de ambitie vormen het vertrekpunt voor de inrichting van de beleggingsportefeuille en het nagestreefde rendement. - Het evenredige belang voor verschillende generaties brengt met zich mee dat het veiligstellen van de continuïteit en het voldoen aan de vereiste dekkingsgraad randvoorwaarden van het beleid zijn. De indexatieambitie moet worden gerealiseerd binnen vooraf gestelde risicokaders. Blijkt het verlenen van toeslagen binnen deze kaders in enig jaar niet mogelijk, dan moet de ambitie tijdelijk worden uitgesteld of, in het uiterste geval, worden bijgesteld. - Er wordt niet meer risico genomen dan nodig voor het behalen van de ambitie. Een hoge reële dekkingsgraad kan aanleiding zijn om het te nemen beleggingsrisico te verminderen. - De periode waarin aanspraken op pensioen worden opgebouwd is lang. BPF Schilders betrekt daarom de lengte van de beleggingshorizon uitdrukkelijk bij zijn beleggingskeuzes zodat kan worden geprofiteerd van positieve rendementsverschillen die zich op de lange termijn materialiseren. Zo is naar verwachting het rendement op aandelen op langere termijn hoger dan op obligaties. - BPF Schilders gelooft dat maatschappelijk verantwoord beleggen op lange termijn een positief effect heeft op het rendement van de portefeuille en bovendien de risico s verlaagt. Het fonds geeft bij zijn beleggingskeuzes dan ook veel aandacht aan ESGfactoren. II BPF Schilders neemt alleen risico s wanneer het fonds gelooft daarvoor voldoende te worden beloond. Beleggen houdt het bewust nemen van risico s in met als doel op lange termijn de risicopremie te incasseren. Risico s die niet of onvoldoende bijdragen aan het rendement dienen te worden gemitigeerd. Beleidskeuzes: - Bij de beheersing van balans en beleggingsrisico s neemt BPF Schilders een reeks van maatstaven in ogenschouw zodat een integraal beeld ontstaat van de financiële risico s die het fonds loopt. Tevens houdt BPF Schilders rekening met diverse scenario s en het risico van plotseling optredende sterke koersbewegingen. - Alvorens BPF Schilders risico neemt, is een ex ante verwachting voor de beloning van het risico (risicopremie) noodzakelijk. BPF Schilders streeft ernaar de risicopremie voor het genomen risico te maximaliseren. - Risico s waar geen risicopremie tegenover staat, worden zoveel mogelijk gemitigeerd. - Nominale en reële rentebewegingen zijn van grote invloed op zowel de omvang van de verplichtingen als de waardeontwikkeling van de beleggingen van het pensioenfonds. De renteontwikkeling beïnvloedt beide zijden van de balans echter niet in dezelfde mate waardoor de dekkingsgraad (=solvabiliteitsratio) relatief sterk kan bewegen. In zijn strategisch beleggingsbeleid besteedt BPF Schilders daarom relatief veel aandacht aan de beheersing van dit balansrisico en kunnen ook derivaten worden ingezet om het risico te mitigeren. III Slechts een beperkt aantal risicobronnen biedt spreiding in tijden van stress. In goede tijden kan diversificatie van de beleggingen het risico van de portefeuille, in termen van volatiliteit, verlagen. In slechte tijden hebben beleggingen, vanwege een toenemende liquiditeitsbehoefte onder beleggers, de neiging in grotere samenhang in waarde te dalen. 59

60 Beleidskeuzes: - BPF Schilders zoekt naar risicobronnen die ook in slechte tijden een gunstig diversificatie-effect bewerkstelligen met als doel een robuuste portefeuille samen te stellen. - BPF Schilders acht het van groot belang de kennis van bestaande risicobronnen in de portefeuille te onderhouden en uit te breiden. - BPF Schilders staat open voor nieuwe risicobronnen wanneer deze voldoende bijdragen aan de optimalisatie van de portefeuille in termen van risico en rendement. - Bij de vraag of nieuwe risicobronnen moeten worden toegevoegd aan de portefeuille, spelen complexiteit, beheersbaarheid, benodigde tijdsbesteding en kosten een belangrijke rol. - De minimale omvang van een beleggingscategorie in portefeuille dient 3% te bedragen anders wordt van belegging afgezien. In de op- of afbouwfase van een beleggingscategorie kan dit percentage lager zijn. - Staartrisico s worden nadrukkelijk in ogenschouw genomen maar zijn geen uitgangspunt van het beleid. Er kan worden besloten deze risico s af te dekken wanneer dit niet te duur is en indien de financiële positie dit toelaat. - Niet-lineaire derivaten worden slechts ingezet wanneer risico s kortstondig dienen te worden beheerst. BPF Schilders acht deze derivaten te ongeschikt voor strategische afdekking van risico s. - BPF Schilders beschikt over een plan hoe te handelen wanneer zich onvoorziene gebeurtenissen voordoen die een materiële invloed (kunnen) hebben op de financiële positie van het fonds. IV Het vaststellen van de strategische allocatie is de meest bepalende beleggingsbeslissing De strategische vermogensallocatie is de meest bepalende beleggingsbeslissing voor de hoogte van het rendement en risico van de portefeuille, en dus voor het realiseren van de ambitie. Beleidskeuzes: - BPF Schilders baseert zich bij de allocatiebeslissing op de uitkomsten van regelmatige ALM-studies en op middellange termijn verwachtingen van beleggingscategorieën. Tevens worden de risico s van minder waarschijnlijke scenario s in ogenschouw genomen en wordt het risico dat markten zich op korte termijn sterk negatief kunnen ontwikkelen in de afwegingen betrokken. - De strategische asset allocatie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een afweging van alle relevante factoren. De belangrijkheid van de beslissing brengt met zich mee dat een zorgvuldig proces wordt gevolgd, waarbij het bestuur van BPF Schilders zich door interne en externe adviseurs laat begeleiden. - BPF Schilders gelooft niet dat het mogelijk is de ontwikkeling van de financiële markten op korte termijn te voorspellen. Van tactische allocatie wordt om deze reden afgezien. Wel zijn er situaties denkbaar dat BPF Schilders mogelijke risico s (gedeeltelijk) wil afdekken om ongewenste effecten op de financiële positie en de ambitie van het pensioenfonds te vermijden. - Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid is passief beheer het uitgangspunt om te voorkomen dat de doelstellingen van de strategische allocatie onbedoeld worden doorkruist en om de kosten te beperken. Alleen indien BPF Schilders overtuigd is van de meerwaarde, of als dit de enige mogelijkheid is om beleggingen te implementeren, kiest het pensioenfonds voor actief beheer. 60

61 V Kosten zijn van belang en dienen effectief te worden gemanaged De kosten van beleggingen zijn zeker, het verwachte rendement onzeker. Ceteris paribus, zijn lagere kosten dus te verkiezen. Bij alle beleggingsbeslissingen betrekt BPF Schilders daarom de kosten expliciet in de afwegingen. Beleidskeuzes: - BPF Schilders eist, zowel vooraf als achteraf, volledig en transparant inzicht in de kosten van zijn beleggingen. - BPF Schilders weegt risico, kosten en rendement wanneer het fonds beleggingen en vermogensbeheerders selecteert en evalueert. Duurdere beleggingsoplossingen dienen op ex-ante basis dus duidelijk bij te dragen aan een hoger netto rendement en/of verlaging van het risico. - BPF Schilders implementeert zijn beleggingsstrategieën zo kostenefficiënt mogelijk. - BPF Schilders gelooft niet dat performance fee structuren het rendement op beleggingen verbeteren. Deze worden dan ook zoveel mogelijk vermeden. Wanneer toch wordt gekozen voor een belegging met een performance fee structuur, is het een eis dat deze gelijkgeschakeld is aan de belangen van de deelnemers van BPF Schilders. - BPF Schilders evalueert jaarlijks de kosten van het vermogensbeheer en stelt beleid op om deze kosten effectief te managen. VI Transparantie en volledig begrip van de beleggingen zijn voorwaarden om in control te zijn BPF Schilders belegt alleen in beleggingscategorieën en -producten wanneer de structuur transparant is, het bestuur de werking van de beleggingsoplossing volledig begrijpt en aan de deelnemers van het pensioenfonds kan uitleggen. Dit is een voorwaarde om grip te houden op het beleggingsbeleid en de uitkomsten daarvan. Beleidskeuzes: - BPF Schilders eist van zijn integraal vermogensbeheerder en onderliggende vermogensbeheerders volledige transparantie van, en inzicht in, de beleggingen. - Het bestuur onderzoekt, en laat zich adviseren over, de beleggingen en stelt vast dat het de werking en de risico s van de belegging overziet en begrijpt. - BPF Schilders bepaalt van elke beleggingscategorie in portefeuille de toegevoegde waarde aan het totale strategische beleggingsbeleid en de risico s en legt deze vast. Het pensioenfonds communiceert hierover aan de deelnemers. - BPF Schilders heeft voorkeur voor eenvoudige beleggingen maar kan voor meer complexe oplossingen kiezen wanneer het belang van de deelnemers aan het pensioenfonds daarbij is gebaat. Het bestuur zorgt voor een passende governance, een adequaat risicomanagement en een toepasselijke wijze van monitoring. Onverlet blijft dat de belegging transparant moet zijn en dat het bestuur de werking en risico s volledig begrijpt. VII Een goed pensioen gaat over meer dan geld. Voor de deelnemers van BPF Schilders is niet alleen een goede financiële toekomst van belang, maar ook een goede leefomgeving. BPF Schilders draagt met zijn beleggingsbeleid bij aan een duurzame samenleving. Beleidskeuzes: - BPF Schilders spreekt de bedrijven, organisaties en landen waarin het fonds belegt actief aan op hun maatschappelijk gedrag via een engagement programma. - Bedrijven, organisaties en landen die niet voldoen aan de minimale duurzaamheidseisen die BPF Schilders stelt, en ongevoelig blijken voor zijn engagement activiteiten, zullen van belegging worden uitgesloten. 61

62 - Beleggingen die op de lange termijn een duurzame samenleving bevorderen hebben de voorkeur boven vergelijkbare andere beleggingen. - BPF Schilders heeft voorkeur voor vermogensbeheerders die ondertekenaar zijn van de UN Principles of Responsible Investment. - Een deel van het vermogen van BPF Schilders wordt aanwijsbaar toegekend aan beleggingen die een positieve bijdrage leveren aan een duurzame samenleving, de Nederlandse economie en indien mogelijk aan de eigen sector in het bijzonder. - BPF Schilders is transparant over de keuzes die het fonds maakt op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen en legt daarover verantwoording af. VIII Een goede organisatie van het vermogensbeheer is noodzakelijk voor het realiseren van de doelstellingen. De resultaten van het vermogensbeheer in termen van rendement en risico hebben een grote invloed op realisatie van de doelstellingen van het pensioenfonds. Het vermogensbeheer dient daarom goed te worden georganiseerd. Beleidskeuzes: - De inrichting van het vermogensbeheer en de bijbehorende governance vinden plaats op een wijze die de belangen van de deelnemers optimaal behartigt. - BPF Schilders heeft een duidelijke scheiding aangebracht tussen beleid en toezicht, uitvoering en monitoring. - Taken en verantwoordelijkheden van bestuurlijke organen, bestuursondersteuning, externe experts en uitvoerende organisaties zijn op adequate wijze verdeeld en beschreven. - Het pensioenfonds laat zich op het gebied van vermogensbeheer en risico management adviseren en heeft checks and balances aangebracht. - Het bestuur ontvangt regelmatige rapportages over de ontwikkeling van het vermogensbeheer en de risico s. Het bedient zich van een serie eigen besturingsinstrumenten om in controle te blijven. - BPF Schilders past zijn uitbestedingsbeleid toe op de uitvoerende organisaties. Dit impliceert onder andere dat het fonds zijn strategisch risicomanagement onafhankelijk van de uitvoeringsorganisaties inricht. Beleggingsproces Het beleggingsproces bestaat uit de volgende stappen. 62

63 In dit proces zijn alle stappen van het beleggingsproces opgenomen. Het doel van het beleggingsproces is het beleggingsbeleid op consistente wijze vorm te geven en uit te voeren. De uitgebreide beschrijving van het beleggingsproces is vastgelegd in het beleggingsplan. Deskundigheid BPF Schilders zorgt er voor dat zij in alle fasen van het beleggingsproces beschikt over professionele deskundigheid die is vereist voor een optimaal beleggingsresultaat; een juist beheer van de beleggingen; de beheersing van de aan beleggingen verbonden risico s. Strategische allocatie BPF Schilders geeft op integrale wijze inhoud aan het financiële en risicobeleid van het pensioenfonds waarbij de sturing is gebaseerd op een Asset Liability Management (ALM) studie. Bij deze ALM studie worden ontwikkelingen in de beleggingen en verplichtingen in hun onderlinge samenhang beschouwd. De ALM studie brengt samenhang in het premiebeleid, indexatiebeleid en beleggingsbeleid en helpt het bestuur deze vast te stellen. In 2015 heeft het pensioenfonds aan de hand van een nieuwe ALM-studie het beleggingsbeleid op hoofdlijnen opnieuw bepaald. Op basis van de uitkomsten is een nieuwe strategische allocatie van het vermogen over de diverse, in aanmerking komende, beleggingscategorieën opgesteld. Deze komt tot uitdrukking in een strategische benchmarkportefeuille (SBM). Per beleggingscategorie is hier een benchmark gekozen die het best voor de sturing en het beheer van de beleggingscategorie kan worden gebruikt, Tevens is de normportefeuille opgesteld. De normportefeuille kan beschouwd worden als de SBM waarbij de benchmarks moeten voldoen aan een aantal eisen die in de wet zijn vastgelegd. De normportefeuille is de basis voor 63

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Oktober 2015 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 4 HOOFDSTUK 2. DE ORGANISATIE

Nadere informatie

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies. van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Taakopdracht, bevoegdheden en samenstelling commissies van het Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Versie: mei 2013 1 Visitatiecommissie De visitatiecommissie heeft

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement In dit huishoudelijk reglement gelden dezelfde begripsbepalingen als in de statuten van het fonds. Daar waar in dit document over statuten

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018 Profielschets lid Raad van Toezicht 6 maart 2018 71649 092004 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens de kenmerken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (Bpf Kappers)

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap Governance Algemeen Het bestuur van het fonds streeft als eindverantwoordelijk uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf December 2016 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 5 HOOFDSTUK 2. DE ORGANISATIE

Nadere informatie

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Februari 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Artikel 1 - Samenstelling van het

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw

Nadere informatie

PENSIOENFONDS HORECA & CATERING DIRECTIESTATUUT INZAKE TOEDELING TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN AAN DE DIRECTIE

PENSIOENFONDS HORECA & CATERING DIRECTIESTATUUT INZAKE TOEDELING TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN AAN DE DIRECTIE PENSIOENFONDS HORECA & CATERING DIRECTIESTATUUT INZAKE TOEDELING TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN AAN DE DIRECTIE Vastgesteld in de vergadering van het bestuur op 9 mei 2014 en in werking getreden

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel van PMT Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. In totaal zijn

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VAN DE VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VAN DE VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF UITVOERINGSREGLEMENT VAN DE STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF 1 juli 2015 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 - Definities 3 Artikel 2 - Premiebetaling 3 Artikel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Pensioenfonds Ahold (versie: 28 april 2015) Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ahold is de financiële dienstverlener voor Koninklijke Ahold N.V.

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND SALARIS...

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer aan deze pensioenregeling; - U bent arbeidsongeschikt. Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620 Artikel 1 Inleiding De wijze waarop de Stichting Pensioenfonds SMIT wordt bestuurd ligt op hoofdlijnen vast in de statuten. In dit bestuursreglement wordt hier verder invulling aan gegeven. Het bestuursreglement

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Juni 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Algemene

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Voor wie is deze toelichting? Het Uniform Pensioenoverzicht. Uw persoonlijke gegevens

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Voor wie is deze toelichting? Het Uniform Pensioenoverzicht. Uw persoonlijke gegevens Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent gewezen deelnemer (slaper), u neemt niet meer deel aan deze pensioenregeling; - U bent gewezen deelnemer

Nadere informatie

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). REGLEMENT BELEGGINGSCOMMISSIE voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte Dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten,

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid 2015

Uitbestedingsbeleid 2015 Uitbestedingsbeleid 2015 versie 16 juni 2015 1 1. Inleiding Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (verder: TrueBlue) heeft uit strategische overwegingen delen van haar bedrijfsprocessen en activiteiten

Nadere informatie

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl Update! bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen December 2014 Kunt u uw werknemers uitleggen wat er per 1 januari 2015 is veranderd aan hun pensioen? WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Dit is een uitgave van Stichting Pensioenfonds Wonen Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds Wonen

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten 16 december 2016 1 Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC Vastgesteld 11 november 2016 Artikel 1 Doel van het uitbestedingsbeleid 1.1 Het bestuur streeft de doelstellingen van het pensioenfonds na met betrekking

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar de oudedagsvoorziening

Nadere informatie

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt

- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen Datum: 8 oktober 2018 REGLEMENT BELEGGINGSADVIESCOMMISSIE BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Waar in dit reglement aanduidingen

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. [geldend vanaf 1 juni 2015, PB15-220] Artikel 1 Definities De definities welke in dit uitbestedingsbeleid worden gebruikt zijn nader

Nadere informatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord

Nadere informatie

Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf

Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 71649 092004 Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 postadres postbus 3183 3502 GD Utrecht telefoon (030) 245 39 22 fax (030) 245 35 72 KvK 41178959 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit

Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Uw pensioen in de Groothandel in Groenten en Fruit Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH). Bpf AVH verzorgt al 55 jaar

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019.

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. 1. Het Pensioenfonds Bpf MITT Bpf MITT is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers uit te voeren. Het

Nadere informatie

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 20 OKTOBER 2014 1. Inleiding Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Nadere informatie

Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen

Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in de Groothandel in Aardappelen Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur de pensioenregeling

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015. Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen? Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid. In dit overzicht staat ook wat uw eventuele partner

Nadere informatie

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Telefoon: 070-3061190 Fax : 08422-62369 Website: www.bpfavh.nl Postbus 3144 2280

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1 Strategy, business and technology Normenkader Versie 5.1 Introductie Het VO heeft een takenpakket. Dat kan worden ingedeeld naar: overleg, advisering en beoordeling. Een VO dat zijn eigen normen expliciet

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Bestuur pensioenfonds Scildon Document: Communicatiebeleid Versie: Definitief Datum: 31.05.2017 Auteur: Antoinette Ankone Versie Status Datum Omschrijving 0.1 Concept 01-08-2016

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2016 Uitkeringsovereenkomst Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL

Stichting Pensioenfonds HAL Stichting Pensioenfonds HAL excedent-arbeidsongeschikt- Pensioenreglement heidspensioen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit

Nadere informatie

Communicatiekalender 2017 en 2018

Communicatiekalender 2017 en 2018 Communicatiekalender 2017 en 2018 Wettelijk verplichte activiteit Doelgroep Wet- en regelgeving DEELNEMERS/GEWEZEN DEELNEMERS/GEWEZEN PARTNERS/GEPENSIONEERDEN Pensioen 1-2-3 over kenmerken pensioenregeling

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

Uitvoeringsreglement. Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Uitvoeringsreglement Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1. Definities 3 2. Partijen 3 3. Algemene en wederzijdse verplichtingen 3 4. Uitbesteding 3 5.

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Uw pensioen in de Groothandel in Eieren STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in de Groothandel in Eieren Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975 pagina 1 van 7 Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 1 januari 2019 Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: 999999 Relatienummer: xyz123456 Uw partner

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019] REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT [Versie 1 januari 2019] ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van Stichting Pensioenfonds Achmea van

Nadere informatie

Transparantiedocument van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven

Transparantiedocument van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Transparantiedocument van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Inleiding In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling Brochure Pensioenregeling Wat houdt de brochure Pensioenregeling in? De brochure maakt deel uit van de startbrief. In de brochure wordt de pensioenregeling in begrijpelijke taal toegelicht aan de hand

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

Reglement Versleepregeling

Reglement Versleepregeling HEINEKEN NEDERLANDS BEHEER B.V. HEINEKEN GROUP B.V HEINEKEN INTERNATIONAL B.V. (Versie 2014 definitief- d.d. 07 januari 2014) INHOUD Artikelen Bladzijde 1. Begripsbepalingen 3 2. Werkingssfeer van de regeling

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf datum 18 februari 2016 Voorwoord In dit

Nadere informatie

Reglement bestuur Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Reglement bestuur Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2018-09-27 Pagina 1/7 INHOUDSGAVE Artikel 1. Definities... 3 Artikel 2. Kerntaken Bestuur... 3 Artikel 3. Taken voorzitter van het bestuur... 4 Artikel 4. Kerntaken dagelijks bestuur... 4 Artikel

Nadere informatie

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit? Mijn Pensioen Pensioen is meer! Oktober / november 2015 Onderwerpen van vandaag Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit? Mijn Pensioenfonds (2) Jaarverslag 2014 Hoe is het pensioenfonds georganiseerd?

Nadere informatie

Pensioenen... Reglement raad van toezicht

Pensioenen... Reglement raad van toezicht Pensioenen.............................................. Reglement raad van toezicht 17 december 2018 31 Inhoud Artikel 1. Algemene principes... 1 Artikel 2. Samenstelling, benoeming, onafhankelijkheid,

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 Januari 2018 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf

Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Uw pensioen in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf Inleiding Voor u ligt de brochure van het Bedrijfspensioenfonds voor de

Nadere informatie