Melding ingekomen: 23 februari Zaaknummer Lao: Liza nummer: 1615 Opsteller advies: Henk Holt Team Vergunningverlening

Transcriptie

1 Pagina 1 van 7 Toetsing melding Activiteitenbesluit RUD Drenthe '0 '11 1 )4)( ella 11 )80r> )1) 1110 Ilr' Melding ingekomen: 23 februari 2016 Datum toetsing: 5 april2016 Zaaknummer Lao: Liza nummer: 1615 Opsteller advies: Henk Holt Team Vergunningverlening Algemene gegevens Naam inrichting Type inrichting Naam melder Namens: Adres inrichting Postcode en plaats Kadastrale aanduiding Correspondentie adres : Schapenhouderij en Veehandel A.K. Zinger : schapenhouderij : Hoeve Advies te Rouveen (de heer E.S. Wiekema) : de heer H. Zinger : Oosteinde 17 : 9415 PA Hijken : Beilen, sectie R, nummer 2922 : Oosteinde 17,9415 PA Hijken Omschrijving van de inrichting: Het bedrijf aan het Oosteinde 17 te Hijken van de schapenhouderij en veehandel A.K. Zinger is een schapenhouderij. De heer H. Zinger heeft het voornemen de schapenhouderij te laten doorgroeien naar 130 schapen ouder dan 1 jaar. De schapenhouderij huisvest de 130 schapen verdeeld over twee stallen: stall: 30 schapen; stal 2: 100 schapen. De schapen, behorend tot de diercategorie "schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg" worden gehuisvest volgens de "overige huisvestingssystemen" met RAV-code B Historische informatie Op 26 januari 1994 is een oprichtingsvergunning Wet milieubeheer (Wm) verleend voor het houden van 360 schapen, 10 geiten en 15 konijnen. Op 25 juli 2006 is voornoemde milieuvergunning gedeeltelijk ingetrokken. Vergund zijn gebleven 60 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg. Reden voor de melding De heer H. Zinger is voornemens de schapenhouderij en veehandel aan het Oosteinde 17 te Hijken te wijzigen. De wijziging behelst de schapenhouderij te laten doorgroeien naar 130 schapen ouder dan 1 jaar. Door deze melding wordt de wettelijke grondslag gelegd voor de doorgroei van de veestapel.

2 Pagina 2 van 7 Wettelijk kader ja nee n.v.t. Is sprake van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer? Valt de inrichting onder de activiteiten van bijlage 1 onderdeel C van het/de Bor? Is naast de melding een OBM nodig? Is sprake van samenloop met een lopende aanvraag omgevingsvergunning? (b.v. bouw) Zijn de gemelde activiteiten in overeenstemming met het bestemmingsplan? motivering lomdat in de schapenhouderij al voldoende dierplaatsen aanwezig zijn hoeven geen bouwkundige werkzaamheden plaats te vinden. De schapenhouderij op zich is een inrichting categorie type B als bedoeld in het Activiteiten besluit. Uit het doorlopen van de Activiteitenbesluit Internet Modulen (AIM) is komen vast te staan dat de schapenhouderij is aan te merken als een type B bedrijf. Het is niet omge vingsvergunningplichtig type C omdat het aantal dieren de grenzen zoals genoemd in catego rie 8.3 van Bijlage 1c van het Besluit omgevingsrecht (Bor) niet overschrijdt: sub e, het houden van meer dan stuks schapen. In totaal zal Schapenhouderij en Veehandel A.K. Zinger aan het Oosteinde 17 te Hijken 130 schapen gaan houden. Naast de melding Activiteitenbesluit (OBM) nodig voor het aspect MeR-beoordeling. is ook een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets De OBM wordt verleend voor een activiteit als bedoeld in categorie 14 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Deze categorie ziet op de oprichting, wijzi ging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren. Het oprichten of wijzigen van een dierenverblijf voor het houden van landbouwhuisdieren het uitbreiden van het aantallandbouwhuisdieren in een of meer diercategorieën als be doeld in de regeling op grond van artikel1 van de Wet ammoniak en veehouderij voor zover sprake is van het houden van ten minste 51 en ten hoogste schapen behorend tot de diercategorie B1 (artikel 2.2a, lid 1, onder d van het Bor) (Zie Liza nummer: 2833, zie zaaknummer Lao: ) of Conclusie: De inrichting moet op grond van artikel1.1 van de Wabo aan de regels van het Activiteitenbesluit voldoen. Ontvankelijksbeoordeling melding Activiteitenbesluit Beoordeeld is of de melding voldoet aan de indieningsvereisten 1.2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer. zoals genoemd in afdeling Verplichte bijlagen Tekening/plattegrond (artikell.1o) ja nee n.v.t. Plattegrondtekening met indeling inrichting (incl. veranderingen) Grenzen van het terrein van de inrichting (inrichtingsgrens) Ligging en indeling van de gebouwen Functies van de te onderscheiden ruimten

3 Pagina 3 van 7 Locaties van mileurelevante voorzieningen en installaties, opslagen, stoffen, emissiepunten, laad- en losplaatsen, rijroutes, wasplaatsen Ligging bedrijfsriolering Plaats lozingspunten Situatieschets van de inrichting en in de omgeving gelegen gebouwen en voorzien van noordpijl en renvooi met technische gegevens. Motivering lin het archiefvan de gemeente Midden-Drenthe is van het perceeloosteinde 17 te Hijken (naar alle verwachting) een rioleringstekening voorhanden. Aard en omvang van de activiteiten en processen voldoende beschreven? Ontbreken activiteiten? (oftewel de invulling van de activiteitenlijst in de AIM-tool) Akoestisch onderzoek (art. 1.11) > 4 transp. Bewegingen (motorvoertuigen, > kg, ) en <50 m tot obj. LAeq door muziek> 70 db(a) indien in- of aanpandig gevoelige gebouwen LAeqdoor muziek >80 db(a) indien geen in- of aanpandige gev. Gebouwen Sprake van muziek geluid in buitenlucht of op open terrein? Sprake van windmolen waarvoor akoestisch onderzoek verplicht is? Overschreiding LAR,LT en LAma aannemelijk? Motivering Rapport bodemkwaliteit (in overleg met bevoegd gezag) Vinden bodembedreigende activiteiten plaats binnen de inrichting? Rapport onderzoek bodemkwaliteit nodig? Motivering ja nee n.v.t. ja nee n.v.t. Voor een veehouderijbedrijf met reguliere activiteiten heeft de Raad van State op 21 januari 1997 in een uitspraak aangegeven dat, indien toereikende gedragsregels en voorzieningen met het oog op de bescherming van de bodem zijn voorgeschreven, zij ervan uitgaan dat bij naleving van de voorschriften de kwaliteit van de bodem en het grondwater niet in relevante mate nadelig zal worden beïnvloed. Een nulsituatie bodemonderzoek is bij reguliere activiteiten niet noodzakelijk. De activiteiten op de schapenhouderij van de heer H. Zinger zijn als reguliere activiteiten aan te merken. Een nulsituatie bodemonderzoek is niet noodzakelijk. Overgangsrecht is niet van toepassing. De melding geeft geen aanleiding tot het stellen van maatwerkvoorschriften. Beoordeling voorschriften Milieuaspect: Geur De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is maatgevend bij de beoordeling van de geurhinder afkomstig van de schapenhouderij en veehandel van de heer Zinger. Door middel van het verspreidingsmodel V-stacks wordt de geuremissie uit de schapenhouderij omgerekend naar geurbelasting op geurgevoelige objecten in de omgeving. Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij en de geurverordening van de gemeente Midden-Drenthe bedraagt de normstelling ter plaatse van een woning van derden in het buitengebied 14 geur-eenheden. Schapenhouderij en Veehandel A.K. Zinger, Oosteinde 17,9415 PA Hijken

4 Pagina 4 van 7 Uit onderstaande V-stacks berekening blijkt dat de norm van 14 geur-eenheden op geurgevoelige objecten niet wordt overschreden. Zie hiervoor onderstaande V-stacks berekening. De doorgroei van de veestapel van de schapenhouderij van de heer H. Zinger aan het Oosteinde 17 te Hijken naar 130 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren voldoet daarmee aan het bepaalde in artikel 3.118, lid 1 van het Activiteitenbesluit. V-stacks: gewijzigde veebezetting: : Volgnr. "" '-BronfD'" " -coord. Y-coord. ËPHoogte Gern.geb, hoogte EP Diàrri. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stall l,s l,s 0,50 0, Stal l,s l,s 0,50 0, Geurgevoelige locaties 3 Oosteinde Oosteinde 13 Oosteinde 15 Oosteinde 16 Oosteinde 18 Oosteinde Geurnorm Geurbelastirig 1,4 3,3 5,4 1,4 3,3 2,5 Ook aan de minimale afstandseis genoemd in artikel 3.119, lid I, sub b van het Activiteiten besluit tussen de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van het meest nabij gelegen geurgevoelig object (Oosteinde 15 te Hijken) wordt voldaan. Buiten de bebouwde kom behoort deze afstand minimaal 25 meter te zijn. De kortste afstand tussen de gevel van stal 2 van de schapenhouderij van de heer Zinger tot de gevel van het woongedeelte van Oosteinde 15 te Hijken bedraagt circa 26 meter. Aan de minimale afstandseis wordt voldaan. In de vragenboom van de AIM is de opslag van dierlijke vaste mest aangegeven. Op de bij de melding behorende tekeningen is de opslag van vaste mest niet ingetekend. Op de luchtfoto in Geoweb valt op te maken dat de opslag naar alle waarschijnlijkheid ligt op de achterzijde van het perceel. Op de opslag van vaste mest is paragraaf "Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen" van toepassing. Vaste mest (dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn) is in het Activiteitenbesiuit gedefinieerd als een agrarische bedrijfsstof. Het opslaan van agrarische bedrijfsstoffen vindt plaats op ten minste 50 meter afstand tot een geurgevoelig object dat buiten de bebouwde kom is gelegen (artikel 3.46 lid londer b. van het Activiteitenbesluit). Aan deze minimale afstand wordt voldaan. De afstand van de vermoedelijke locatie van de opslag van de dierlijke vaste mest afkomstig van de schapenhouderij van de heer H. Zinger tot aan de gevel van het woongedeelte van de meest nabij gelegen woning (Oosteinde 15 te Hijken) bedraagt circa 100 meter. Milieuaspect: Ammoniak Gemeld aantal dieren stalsysteem aantal kg NH3/ totaal Stal Diercategorie (RAV) dieren dier/jaar NH3 1 Schapen ouder dan 1 jaar, B ,7 21,0 inclusief lammeren tot 45 kg 2 Schapen ouder dan 1 jaar, B ,7 70,0 inclusief lammeren tot 45 kg TOTAAL ,0

5 Pagina 5 van 7 De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) bevat bijzondere regels voor de gevolgen van ammoniakemissie uit bij veehouderijen behorende dierenverblijven. De wijze waarop de ammoniakemissie uit de dierenverblijven bij een veehouderij moet worden berekend is opgenomen in de bij deze wet behorende ministeriële regeling, de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Samen met de emissie-eisen die op grond van de Wet milieubeheer aan de huisvesting van dieren worden gesteld (Besluit emissiearme huisvesting), vormt de Wav het wettelijke in strumentarium voor het aspect ammoniak. Indien de inrichting een IPPC-installatie betreft worden in dit kader ook nog verdergaande eisen gesteld. Deze eisen komen voort uit de Richtlijn industriële emissies (RIE). (De schapenhouderij van de heer H. Zinger is niet aan te merken als een IPPC-installatie) Voor de gevolgen voor het milieu die veroorzaakt worden door directe opname uit de lucht van ammoniak door bomen en planten is de Wav niet van toepassing. De Wav is een op emissie gerichte benadering van de ammoniakproblematiek. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning of een melding Activiteitenbesluit is de ligging ten opzichte van zeer kwetsbare gebieden van belang. Een vergunning moet in principe worden geweigerd indien een dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een zeer kwetsbaar gebied, dan wel binnen een zone van 250 meter rond een zodanig gebied( (artikel 4 (oprichting veehouderij) en artikel 6 (verandering veehouderij) van de Wav)). Als zeer kwetsbare gebieden worden aangemerkt gebieden die deel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en onmiddellijk voorafgaand aan het vervallen van de Interimwet ammoniak en veehouderij (lav) als voor verzuring gevoelig werden aangemerkt. Op 10 november 2010 hebben Provinciale Staten van Drenthe definitief besloten tot het aanwijzen van de zeer kwetsbare gebieden op grond van artikel 2 van de Wav. Het besluit heeft op grond van de Wav de goedkeuring van de minister of staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I & M). Het goedkeuringsbesluit is op 2 maart 2011 genomen door de staatssecretaris. Vanaf de dag na publicatie (Staatsblad 30 maart 2011) heeft het besluit rechtskracht. De schapenhouderij van de heer H. Zinger is niet gelegen in of in een zone van 250 meter rondom een zeer kwetsbaar gebied. De meest nabij gelegen zone van een dergelijk kwetsbaar gebied ligt op ruim meter van de schapenhouderij en veehandel. Voor het in werking zijn van de schapenhouderij van de heer H. Zinger aan het Oosteinde 17 te Hijken geldt geen beperking met betrekking tot het ammoniakplafond, voor zover dit de emissie van ammoniak uit de schapenhouderij en de invloed daarvan op zeer kwetsbare gebieden betreft. Vanwege de ligging van de schapenhouderij van de heer H. Zinger buiten een (250 meter zone van een) zeer kwetsbaar gebied wordt voldaan aan het gestelde in de Wav.

6 Pagina 6 van 7 Besluit emissiearme huisvesting Het Besluit emissiearme huisvesting stelt grenzen aan de emissie van ammoniak (en fijn stof) uit huisvestingssystemen, in de vorm van maimale emissiewaarden. (Het Besluit emissiear me huisvesting is voor wat betreft het aspect fijnstof van toepassing op de hoofdcategorie kippen, kalkoenen en eenden) Op de diercategorie schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren zijn de bepalingen uit het Besluit emissiearme huisvesting niet van toepassing. Dit betekent dat de ammoniakemissiefactor uit de Rav voor schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren kan worden beschouwd als maimale emissiewaarde voor het houden van schapen. Het huisvestingssysteem in de beide stallen van de schapenhouderij en veehandel van de heer H. Zinger aan het Oosteinde 17 te Hijken is niet in strijd met het Besluit emissiearme huisvesting. Hierdoor voldoet het bedrijf aan het vereiste van de Best beschikbare technieken (BBT). Best beschikbare technieken (BBT) Het bevoegd gezag moet bij een BBT bepaling rekening houden met aangewezen BBT-documenten. Dit volgt uit artikel 5.4, lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor). De aangewezen BBT-documenten staan in de Bijlage "Nederlandse informatiedocumenten over BBT "van het Mor. Voor de schapenhouderij van de heer H. Zinger is onderstaand BBT-document van belang: NRB 2012; Nederlandse richtlijn bodembescherming. Milieuaspect: fijn stof In de landbouwsector is voornamelijk de emissie van fijn stof (pml0) bepalend voor de luchtkwaliteit op de omgeving. De stallen zijn de belangrijkste bron van fijn stof emissie. Emissies van de overige stoffen, waaraan volgens de Wet Luchtkwaliteit getoetst moet worden, zijn verwaarloosbaar en voldoen aan de wet. In de Rav staat voor de diercategorie schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren geen emissiefactor voor fijn stof vermeld. Schapen leveren geen betekenende bijdrage aan de emissie van fijn stof en hoeven derhalve daaraan niet te worden getoetst. Milieuaspect: Geluid Op basis van de antwoorden uit de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) is komen vast te staan dat in beginsel geen verplichting geldt om een akoestisch onderzoek. Milieuaspect: Bodem In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan algemene voorschriften opgenomen ten aanzien van bodembedreigende activiteiten. Deze voorschriften betreffen verplichte maategelen (zoals organisatorische maatregelen) en voorzieningen (zoals onder andere vloeistofkerende vloeren en lekbakken) om tot een "verwaarloosbaar bodemrisico" te komen. Bodembeschermende voorzieningen moeten zo zijn uitgevoerd dat het morsen/lekken van bodembedreigende vloeistoffen effectief wordt opgevangen en opgeruimd. Brandbare vloeistoffen moeten direct worden opgeruimd. Schapenhouderij en Veehandel A.K. Zinger, Oosteinde 17,9415 PA Hijken

7 Pagina 7 van 7 Per activiteit zijn aan de hand van de Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB 2012) de vereiste voorzieningen en maatregelen bepaald om dit verwaarloosbaar bodemrisico te bereiken. Milieuaspect: Water Verbruik (drinkwater/grondwater) Bron aanwezig? Niet bekend. Afvalwater Waterschap bevoegd gezag: nee Het afvoeren van schoon hemelwater beschouwt het waterschap niet als een directe lozing op het oppervlaktewater. De coördinatieplicht uit paragraaf 3.5 van de Wabo is hierop niet van toepassing. Op het lozen van hemelwater is artikel 3.3 uit paragraaf van het Activiteitenbesluit van toepassing. Voor de overige lozingsaspecten worden algemene regels gesteld. (Activiteitenbesluit: afdeling 2.2, artikel 2.1a tot en met 2.3) Milieuaspect: Eterne veiligheid Er is geen sprake van een inrichting die geregistreerd moet worden op de risicokaart. Natuurbeschermingswet Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied dat etra bescherming nodig heeft in het kader van de Natuurbeschermingswet is het Drents-Friese Wold en Leggelderveld. Dit gebied ligt op ongeveer 5,7 kilometer van de schapenhouderij en veehandel van de heer H. Zinger aan het Oosteinde 17 te Hijken. Ten behoeve van de aangevraagde situatie is de Aerius-module ingevuld. Uit de berekening volgt dat de emissie zeer laag is, minder dan 0,05 mol per hectare per jaar, en geen meldingsplicht op grond van het PAS-programma hoeft te worden gedaan en geen vergunning Natuurbeschermingswet nodig is. Conclusie De melding is volledig en kan (voor zover getoetst) voldoen aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit.

8