Mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op school
|
|
- Tine van den Brink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op school Een doorlichting van vijftien studies omtrent mondiale vorming en ontwikkelingseducatie Lieve Daens, Jan Van Ongevalle & Tom De Bruyn (HIVA) Draft, oktober 2011
2 ii INHOUD Inleiding 1 Mondiale vorming op school 1 Rationale voor deze paper 2 Opbouw van de paper 3 Hoofdstuk 1 / Invulling van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie 5 1. Een container vol begrippen 5 2. Een opdeling in deeleducaties 8 Hoofdstuk 2 / Tendensen in doelstellingen en strategieën Van kennis naar competenties Ervaringsgerichte, actieve en procesmatige strategieën 13 Hoofdstuk 3 / Een samenspel van actoren Scholen en externe organisaties De leerkracht als draaischijf 20 Hoofdstuk 4 / Nood aan evaluatie en impactonderzoek 22 Hoofdstuk 5 / Aanbevelingen 25 Bijlage / Overzicht van de geselecteerde studies 28 Bibliografie 31
3 1 INLEIDING Mondiale vorming op school Dagelijks kan men in de winkel de meest exotische producten kopen, bedrijven verhuizen naar lageloonlanden, informatie is wereldwijd beschikbaar en mensen bewegen voortdurend over de landsgrenzen heen. De globalisering drukt haar stempel wereldwijd op economie, politiek en cultuur (zie onder meer Plovie, 2003). Gilliom (1993) stelt het zo dat bijna alle aspecten van de menselijke activiteit, ook al zijn ze politiek, ecologisch, economisch of cultureel, worden beïnvloed door onze groeiende en onvermijdelijke afhankelijkheid van andere landen en andere manieren van leven. Het onderwijs ondergaat niet alleen deze maatschappelijke veranderingen maar heeft een innoverende en emanciperende functie in het verhaal. De huidige ontwikkelingen dwingen het onderwijs immers tot een taakverruiming. Jongeren moeten bewust gemaakt worden van de globalisering en de toenemende complexiteit en onzekerheid die daarmee gepaard gaan. Het onderwijs vormt wellicht de instantie bij uitstek om jongeren te begeleiden in hun zoektocht in deze wereld vol wereldse invloeden en de daarmee gepaard gaande onzekerheden. De idee van globalisering brengt een herinterpretatie van het concept burgerschap met zich mee. De impact en de macht van de natiestaat vermindert en de nadruk verschuift van burgerschapsvorming naar opvoeden tot wereldburger. Een wereldburger is iemand die kan omgaan met de mogelijkheden en gevaren die gepaard gaan met de globalisering om zich te wapenen tegen de onzekerheden waarmee hij of zij geconfronteerd wordt. Een wereldburger neemt actief deel aan de samenleving en geeft er bovendien mee richting aan (Bocken, Lombume & Salembier, 2006). In 2002 werd voor het Belgische Nederlandstalig onderwijs de vakoverschrijdende eindterm opvoeden tot burgerzin geformuleerd door de dienst voor onderwijsontwikkeling. Onder deze eindterm werd de doelstelling opvoeden tot wereldburger geplaatst. De educatieve pogingen om jongeren tot wereldburgers te maken en een mondiaal bewustzijn te creëren bij hen, worden samengebracht onder de noemer mondiale vorming. De thema s die binnen mondiale vorming
4 2 aan bod komen zijn vredeseducatie, milieueducatie, ontwikkelingseducatie, mensenrechteneducatie en andere educaties waaronder media-, herinneringseducatie en sociale en culturele vaardigheden (VLOR, 2002). In 2010 werden nieuwe vakoverschrijdende eindtermen geformuleerd voor het Nederlandstalig onderwijs. De klassieke thema s zoals opvoeden tot burgerzin, zijn vervangen door een nieuw kader. Dit kader bestaat uit één stam (leren leren) en zeven contexten (lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid, sociaalrelationele ontwikkeling, omgeving en duurzame ontwikkeling, politiekjuridische samenleving, socio-economische samenleving, sociaalculturele samenleving). De eindtermen in de stam zijn gericht op sleutelcompetenties als creativiteit, kritische zin of respect. Ze kunnen in alle onderwijs- en opvoedingsactiviteiten worden toegepast. In de contexten staan de eindtermen die typisch zijn voor een bepaald inhoudelijk geheel. Onderdelen met betrekking tot ontwikkelingseducatie bevinden zich in verschillende contexten, namelijk in omgeving en duurzame ontwikkeling, politiek-juridische samenleving, socio-economische samenleving en sociaalculturele samenleving. Rationale voor deze paper De laatste jaren zijn er verschillende studies verschenen rond mondiale vorming, zowel in België als in het buitenland. Het is evenwel niet altijd gemakkelijk voor de verschillende actoren die werken rond mondiale vorming om een overzicht te behouden van de resultaten van deze studies. Op die manier blijft de invloed van zulke studies op het beleid en de praktijk vaak beperkt. Deze paper tracht zulk overzicht te bieden op basis van een doorlichting van 15 recente studies rond mondiale vorming. Deze doorlichting werd uitgevoerd in opdracht van de federatie van NGO s Coprogram in het kader van het PULSE onderzoeksplatform draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. 1 De doorlichting gebeurde aan de hand van een analytisch kader dat werd opgesteld rond enkele centrale hot issues waarover discussie is binnen de sector van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie. In deze rapportering wordt er een overzicht van de belangrijkste resultaten en inzichten van deze studies gegeven. Verbanden en tegenstellingen tussen de verschillende studies worden hierbij belicht. Naast het bespreken van deze resultaten, worden er enkele mogelijke pistes uitgetekend voor dialoog betreffende strategische planning en mogelijke samenwerking tussen de verschillende actoren die werken rond ontwikkelingseducatie en andere thema s binnen mondiale vorming. Deze doorlichting is geen exhaustief onderzoek. In samen- 1 PULSE is een samenwerkingsverband tussen het HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (K.U.Leuven), het IBBT-SMIT (Vrije Universiteit Brussel), het Leuven Centre For Global Governance Studies (K.U.Leuven), het Centre d Economie Sociale (ULg), en CIDIN (Radboud Universiteit Nijmegen). Het voert beleidsondersteunend en -voorbereidend onderzoek uit ten dienste van DGD. Het wordt gefinancierd via VLIR-UOS en de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
5 3 spraak met Coprogram hebben we een selectie gemaakt van 15 studies. Gegevens over deze studies worden vermeld in de bijlage en een samenvatting van elke studie is beschikbaar. De studies zijn relatief uiteenlopend, zowel in thematiek, opdrachtgever als uitvoerder. 9 studies komen uit Vlaanderen. Op drie na werden ze uitgevoerd tussen 2008 en De oudste stamt uit De meerderheid (nrs. 5-9 in bijlage) werden uitgevoerd door medewerkers van de onderzoeksgroepen TOR 2 van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en/of School en Politiek van de Universiteit van Antwerpen en hebben als onderwerp thema s die indirect over mondiale vorming en ontwikkelingseducatie gaan. Twee onderzoeken (nrs. 5 en 6) handelen over vredeseducatie (uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Vredesinstituut) en twee over burgerschapseducatie (nrs. 7 en 8) (één in opdracht van de Koning Boudewijn Stichting (KBS) en een andere die deel uitmaakt van een grootschalig Europees vergelijkend onderzoek). De vijfde studie (nr. 9) focust op de vakoverschrijdende eindtermen in het algemeen. In de vier andere Vlaamse onderzoeken staat mondiale vorming wel centraal. Eén (nr. 1) werd door het expertisecentrum voor ervaringsgericht onderwijs van de K.U.Leuven uitgevoerd in opdracht van Coprogram zelf en de drie andere (2 tot en met 4) zijn thesisonderzoeken in de agogiek of pedagogie aan de VUB. Deze omvatten zeer gerichte studies bij een beperkt aantal respondenten. Vijf studies komen uit het Engelstalige academische milieu. Drie ervan gaan in op mondiale vorming of ontwikkelingseducatie in het Verenigd Koninkrijk en werden geschreven door internationaal gerenommeerde specialisten zoals Douglas Bourn. De twee andere Engelstalige studies maken vergelijkingen op Europees niveau. De laatste studie is de enige Franstalige in de selectie. Deze werd uitgevoerd in opdracht van Îles de Paix en heeft ontwikkelingseducatie als onderwerp. Opbouw van de paper In het eerste onderdeel wordt er ingegaan op de invulling van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie, meer bepaald het probleem van de terminologie en het nut van een opdeling van mondiale vorming in deeleducaties. Het tweede deel handelt over de tendensen in de keuzes die men maakt rond doelstellingen en strategieën. Hierbij wordt er eerst dieper ingegaan op het nastreven van competenties. De kwestie rond het educatief continuüm wordt hier kort belicht. Vervolgens wordt er ingezoomd op het gebruik van ervaringsgerichte, actieve en procesmatige strategieën. In het derde onderdeel worden de tendensen met betrekking tot de verschillende actoren besproken. Specifieke aandacht gaat naar de relatie tussen scholen en externe organisaties, zoals NGO s, en naar de rol van de leerkracht. In het vierde onderdeel wordt de kwestie van evaluatie en onderzoek 2 TOR: Tempus Omnia Revelat is de onderzoeksgroep voor de studie van tijd, cultuur en samenleving van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
6 toegelicht en in het vijfde onderdeel worden enkele aanbevelingen geformuleerd voor de verschillende actoren in de sector van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie. 4
7 5 HOOFDSTUK 1 INVULLING VAN MONDIALE VORMING EN ONTWIKKELINGSEDUCATIE 1. Een container vol begrippen In de inleiding passeerden reeds verschillende concepten de revue, namelijk: (wereld)burgerschap, mondiale vorming en ontwikkelingseducatie. In de doorgelichte studies werden daarenboven nog andere begrippen gebruikt, zoals global dimension, global education, global learning en intercultureel onderwijs. Bij de definiëring van deze begrippen door verschillende organisaties en personen, treden er zowel gelijkenissen als verschillen op. Aan de hand van de doorgelichte studies is het onmogelijk om tot een eenduidige terminologie te komen en dit probleem wordt in bijna elk rapport erkend. Als voorbeeld worden hier twee definities besproken die dicht bij elkaar aanleunen. In de meeste definities komen enkele kenmerken aan bod die in deze onderstaande definities besproken worden. Elke definitie legt zijn eigen accenten. Bourn en Hunt (2011) nemen als uitgangspunt in hun rapport dat de inclusie van de global dimension in het onderwijs betekent dat linken kunnen gelegd worden tussen lokale en globale kwesties. Het zou ook betekenen dat jongeren de kans krijgen om: hun eigen waarden en attitudes kritisch te onderzoeken, de gelijkenissen tussen personen overal in de wereld te appreciëren en diversiteit te waarderen, de globale context van hun eigen leven te begrijpen en de vaardigheden en de wil te ontwikkelen om onrechtvaardigheden, vooroordelen en discriminatie te bestrijden. Deze kennis, deze vaardigheden en dit begrip laat jongeren toe om geïnformeerde beslissingen te nemen in verband met het spelen van een actieve rol in de wereldgemeenschap (Bourn & Hunt, 2011). Brabers (2006) gebruikt de definitie voor mondiale vorming die geboden werd door de Commissie Mondiale Vorming van de Vlaamse Onderwijsraad. Hier wordt mondiale vorming omschreven als opvoeden tot wereldburgerschap. Mondiale vorming is dan een proces dat bijdraagt tot de ontwikkeling van opvattingen en waarden zoals solidariteit, vrede en verdraagzaamheid. Het wapent kinderen en jongeren met kennis en vaardigheden om die waarden uit te dragen en bij te dragen tot veranderingen in hun omgeving, zowel op plaatselijk als op mondiaal vlak (Brabers, 2006).
8 6 In Vlaanderen wordt ontwikkelingseducatie gezien als een component van dit opvoeden tot wereldburgerschap. Dit kan verwarrend zijn omdat in Engelstalige internationale rapporten de definiëring van ontwikkelingseducatie vaak overeenkomt met de Belgische definitie voor mondiale vorming, het opvoeden tot wereldburgerschap. In het paritair overlegcomité tussen DGD en de NGO s kwam men in april 2011 in Vlaanderen overeen dat ontwikkelingseducatie deel uitmaakt van educatie tot wereldburgerschap en dat het algemene doel bestaat uit het bijdragen tot een meer rechtvaardige en solidaire wereld gebaseerd op democratische waarden. In deze deeleducatie staan de Noord-Zuidrelaties centraal. De doelen die men vooropstelde in het comité, vertonen gelijkenissen met de hoger besproken definities van de global dimension en mondiale vorming. Ontwikkelingseducatie zet processen op die tot doel hebben: een globaal inzicht in de internationale problematiek en de ontwikkelingsproblematiek te bevorderen en kritische meningsvorming te stimuleren; een verandering van waarden, attitudes en gedrag teweeg te brengen, zowel op individueel als op collectief vlak; de actieve uitoefening van rechten en plichten op lokaal en globaal niveau aan te moedigen om te komen tot een meer rechtvaardige en solidaire wereld. 3 In verschillende definities komen dus dezelfde elementen terug maar er zijn ook kleine of grote verschillen te vinden. Men legt in de verschillende definities andere accenten, wat het moeilijk maakt om één definitie uit de grote hoeveelheid concepten te destilleren. De complexiteit van de terminologie die bij de doorlichting van de studies naar bovenkwam is dus een uitdaging waarmee men in de praktijk te maken krijgt. Hier worden enkele, vaak terugkerende opmerkingen uit de doorgelichte studies omtrent de terminologie in kaart gebracht. Davis (2009) stelt dat het debat over de meest bruikbare en relevante terminologie blijft duren in de Europese landen, maar dat er een zekere lijn te trekken is in het gebruik van het concept development education aan de ene kant en begrippen als global learning, global citizenship, global education en global dimension aan de andere kant. Uit onderzoek bleek dat de term development education meer gebruikt wordt door externe actoren als NGO s, regeringsdepartementen en de Europese Commissie, terwijl in de schoolsector de anderen termen beter begrepen en vaker gebruikt worden (Davis, 2009). Zoals in de inleiding reeds vermeld, focust deze doorlichting op ontwikkelingseducatie als onderdeel van mondiale vorming op school. Vandeputte (2005) karakteriseert het begrip mondiale vorming als een containerbegrip dat verwarrend en amper theoretisch onderbouwd is. Uit de studies die over ontwikke- 3 Inhoud Paritair Overlegcomité (Wettelijk depot: 0218/2011/23) omtrent ontwikkelingseducatie, te raadplegen op: ontwikkelingseducatie_tcm pdf.
9 7 lingseducatie handelen, blijkt dat er geen eensgezindheid bestaat in termen van definitie, doelstellingen en methode om deze te bereiken. In enkele (zowel Vlaamse als internationale) studies wijst men erop dat de invulling van de begrippen mondiale vorming en ontwikkelingseducatie verschilt naargelang de ideologische visie die aan de basis ligt van de perceptie. Bourn en Hunt (2011) stellen dat concepten niet statisch zijn maar dat de invulling ervan afhankelijk is van het historisch engagement met ontwikkelingseducatie dat zich voordurend ontwikkelt. De term ontwikkelingseducatie werd in het Verenigd Koninkrijk gebruikt in de jaren zeventig om leren over ontwikkelingskwesties en dus kennisverwerving te promoten. Tegenwoordig wordt de term volledig anders ingevuld en ziet men ontwikkelingseducatie als een pedagogie die gebaseerd is op een transformatieve benadering van leren en die kritisch denken promoot, stereotypen uitdaagt en de lerende de vaardigheden en het vertrouwen geeft om de verandering naar een meer gelijke en duurzame wereld te steunen (Bourn & Hunt, 2011). In België zien we dezelfde ontwikkeling plaatsvinden. Dejardin (2010) stelt dat het definiëren van een begrip als ontwikkelingseducatie niet gemakkelijk is en dat het moet gebeuren vanuit de praktijk. Omdat in de praktijk steeds meer de nadruk gelegd wordt op veranderingen in attitudes en gedragingen en niet meer alleen op kennisoverdracht, moet dit ook in de definiëring van de begrippen naar voor komen. In deze tijden van globalisering staat de kennisoverdracht niet meer centraal maar wil men een actieve participatie bij de deelnemers verwezenlijken (Dejardin, 2010). Ook in de Vlaamse studies stelt men dat er in Vlaanderen nauwelijks theoretische onderbouwing te vinden is voor de begrippen. In de Amerikaanse literatuur probeert men wel een theoretische invulling aan de begrippen te geven (Vandeputte, 2005). Op dit moment blijkt de dominante visie het bevorderen van competentieontwikkeling te zijn. Dit wil niet zeggen dat deze interpretatie de interpretatie van kennisoverdracht vervangt maar wel dat deze twee interpretaties op elkaar voortbouwen. In enkele studies (studie 2, 3, 4, 12, 14 en 15) haalt men de nadelen van deze onduidelijkheid in terminologie aan en wijst men op het belang van een eenduidige terminologie. Brabers (2006) stelt dat de integratie van mondiale vorming in leerplannen en eindtermen slechts moeizaam verloopt omwille van de onduidelijkheid en complexiteit van de terminologie. Ook Winnelinckx (2008) wijst er op dat de interpretatieruimte, de waardegeladenheid en de complexiteit van mondiale vorming het voor leerkrachten moeilijker kan maken om er rond te werken. Beide studies gaan niet dieper in op deze kwestie. Davis (2009) stelt vast dat na 40 jaar de term ontwikkelingseducatie te gebruiken, deze term nog steeds een minderheidsterm is. Hij gaat er vanuit dat, ondanks de taalbarrières, er binnen de Europese Unie gestreefd moet worden om overeen te komen over een gemeenschappelijk gebruik van een gemakkelijker verstaanbare en bruikbare terminologie. Deze terminologie zou een set van ethiek, princi-
10 8 pes, thema s, inhoud, waarden, vaardigheden, interactieve methoden en praktijken, consistent met de doelen van ontwikkelingseducatie, omvatten (Davis, 2009). De meeste studies hebben het kort over het normatieve karakter van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie. Het opvoeden tot wereldburger wordt door hen gekarakteriseerd als een waardegerichte educatievorm. Bij het onderzoek van Brabers (2006) kwam sterk naar voren dat het belangrijk is om bij leerlingen van de lagere school een gevoel van verbondenheid tot andere culturen te bewerkstelligen. Volgens de verschillende respondenten is het bijbrengen van een gevoel van verbondenheid een waardegerichte opvoeding. Vandeputte (2005) bespreekt beknopt de mogelijkheid dat deze expliciete waardevorming leerkrachten afschrikt. 2. Een opdeling in deeleducaties In de verschillende studies worden dus meerdere definities van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie gegeven. Wat opvalt is dat de invulling van ontwikkelingseducatie in de internationale literatuur eerder overeenkomt met de Belgische invulling van mondiale vorming. In België wordt ontwikkelingseducatie gezien als één van de componenten van opvoeding tot wereldburgerschap of mondiale vorming. Samen met mensenrechteneducatie, vredeseducatie, milieueducatie en nog andere educatievormen als herinneringseducatie en media-educatie, vormt ontwikkelingseducatie de grote koepel mondiale vorming. Volgens deze benadering is ontwikkelingseducatie in België heel wat beperkter dan de definities die in het buitenland of binnen de Europese Unie aan het begrip worden gegeven. De verschillende educatievormen zouden elk een maatschappelijk thema behandelen waarbij de link wordt gelegd naar het wereldvlak. De indeling zou nieteindig zijn, relatief en relationeel. Dit wil zeggen dat bepaalde thema s onder verschillende educaties kunnen voorkomen en dat er verbanden bestaan tussen de verschillende educatievormen (Vandeputte, 2005). In de studie over positieve en negatieve vrede, gaan Castryck en Duquet (2010) kort in op hoe de verschillende educatievormen in verband staan met elkaar. Ze stellen vast dat er vaak combinaties tussen de verschillende educatievormen gebruikt worden. Milieueducatie blijkt bijvoorbeeld vaak voor te komen in combinatie met ontwikkelingseducatie. Thema s die dan behandeld worden zijn bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk en duurzame ontwikkeling. Binnen ontwikkelingseducatie zou volgens Castryck en Duquet (2010) bijvoorbeeld ook vaak de link gelegd worden met mensenrechteneducatie. Op die manier worden veel thema s als voedselzekerheid, toegang tot water en gezondheid gekoppeld aan de kinderrechten en spitst men zich op die manier toe op de leefwereld van de kinderen (Castryck & Duquet, 2010).
11 9 In twee doorgelichte rapporten heeft men het kort over het nadeel van de verdeling van mondiale vorming in deeleducaties. Vandeputte (2005) geeft aan dat de fragmentatie in deeleducaties onrecht doet aan het eigenlijke doel van mondiale vorming, met name geïntegreerde, complexe verbanden leren op wereldvlak. Deze onderzoeker stelt ook vast dat in scholen de nadruk vaak gelegd wordt op één soort educatie. Het gaat hier vaak om ontwikkelingseducatie. Als men aan mondiale vorming denkt, denkt men vaak spontaan aan ontwikkelingseducatie (Vandeputte, 2005). Een soortgelijke associatie met andere educatievormen, gebeurt nauwelijks. Winnelinckx (2008) verwijst in haar masterproef naar Case (1993 in Burnouf 2004) 4 en Begler (1993) 5 volgens wie mondiale vorming, ingedeeld in educatievormen, een zogenaamde substantieve (kennisgerichte) dimensie bevat. Men kan zich hier de vraag stellen of de aandacht voor competenties zoals hier boven reeds kort aangehaald, geen nood heeft aan een integrale dimensie van ontwikkelingseducatie. Als organisaties die bezig zijn met mondiale vorming zich focussen op één aspect, één deeleducatie, wordt het veelomvattende concept van mondiale vorming dan wel waargemaakt? Is een indeling in deeleducaties niet tegengesteld aan de integrale visie van mondiale vorming? Geen van de doorgelichte studies spitst zich verder toe op deze kwestie. 4 Burnouf L. (2004), Global awareness and perspectives in global education, Canadian social studies, 38 (3). 5 Begler E. (1993), Spinning wheels and straw: blancing content, process, and context in global teacher education program, Theory into practice, 32 (1),
12 10 HOOFDSTUK 2 TENDENSEN IN DOELSTELLINGEN EN STRATEGIEËN Mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op schoolniveau kunnen opgevat worden als een educatief proces dat zich spreidt over de hele schoolloopbaan. Afhankelijk van de leeftijd dienen zowel de inhoud als de gebruikte methodieken aangepast te worden aan de leeftijd van de doelgroep, zo blijkt uit verschillende studies. In dit onderdeel wordt er ingegaan op de tendensen die terug te vinden zijn in de studies omtrent de doelstellingen en de aanpak van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op school. 1. Van kennis naar competenties Elchardus, Kavadias, Franck en De Groof (2010) hebben het over de idee van zelfsturing in de huidige samenleving waarin er sprake is van globalisering. Zelfsturing wordt ingevuld aan de hand van de notie competenties. Dit wil zeggen dat burgers competent moeten gemaakt worden om mee te draaien en te participeren in de huidige complexe samenleving. Het onderwijs speelt hier, naast andere socialiserende en beïnvloedende instellingen, een cruciale rol in (Elchardus et al. 2010). De verschillende studies wijzen op de veranderingen in de samenleving die er voor zorgen dat de nadruk wordt gelegd op competenties en dat men zich steeds moet blijven aanpassen. In al de doorgelichte studies heeft men het over het feit dat het in de onderwijssector en ook binnen mondiale vorming en ontwikkelingseducatie niet meer draait om kennisoverdracht alleen. Iedereen wijst er op dat leerlingen naast kennis en inzicht ook vaardigheden en attitudes moeten aanleren. Binnen de onderwijssector is de term competenties vandaag niet meer weg te denken. De Vlaamse overheid geeft in de eindtermen weer welke kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes, of kortom competenties, er minimaal beoogd worden bij een bepaalde leerlingengroep (Vandeputte, 2005). In al de doorgenomen studies gaat men er dus van uit dat de doelstellingen van mondiale vorming en ontwikkelingseducatie meer specifiek, niet meer alleen in termen van kennisoverdracht geformuleerd kunnen worden. Het is de bedoeling dat leerlingen zich zowel kennis en inzicht, als vaardigheden en attitudes eigen maken.
13 11 Het concept competentie deed niet alleen zijn intrede op beleidsniveau, maar ook op het schoolniveau zelf wordt er veel belang gehecht aan een competentiebenadering. Elchardus, Op de Beeck, Duquet en Roggemans (2009) stellen dat de meeste leraren en nagenoeg alle schoolhoofden die deelnamen aan hun onderzoek niet meer in termen van een tegenstelling tussen kennis en vaardigheden denken. Volgens de respondenten is zo n denken achterhaald en wordt het vervangen door een denken in termen van competenties, een denken gericht op het vinden van een synergie tussen kennis, vaardigheden en houdingen (Elchardus, Op de Beeck, Duquet & Roggemans, 2009). Zoals reeds aangehaald, geven meerdere personen aan dat het niet eenvoudig is om ontwikkelingseducatie te definiëren. Dejardin (2010) stelt dat, vertrekkende vanuit de praktijk, het wel duidelijk is dat men ontwikkelingseducatie moet definiëren als een activiteit die zich richt op het veranderen van de attitudes en gedragingen van mensen opdat ze meewerken aan de constructie van een meer solidaire mondiale samenleving. In zes studies (studie 1, 3, 6, 8, 11 en 15) wordt er een bepaald uitgangspunt ingenomen wat betreft de volgorde waarin kennis, vaardigheden, attitudes, gedragingen, actiebereidheid, enzovoort behandeld moeten worden. Dit kan in het perspectief van het educatief continuüm, dat het beleidskader van ontwikkelingseducatie vormt, geplaatst worden. De termen sensibilisering, bewustmaking, activering en borging vormen het educatief continuüm. Onder de educatieve functie sensibiliseren verstaat men dat men informatie moet geven die het subject in beweging zet. Zonder informatie zal er geen engagement zijn. Men moet kinderen en jongeren dus op een aangepaste manier informeren en gevoelig maken voor bepaalde thema s. Dit gebeurt meestal aan de hand van ontmoetingen, getuigenissen, films, enzovoort. De educatieve functie bewustmaking houdt in dat men een bepaald gevoel bij de kinderen en jongeren teweeg brengt. Men wil dat het kind of de jongere een sterke emotie voelt die hem of haar aanzet om tot een (re)actie over te gaan. Bij deze functie zal men de kinderen een verantwoordelijkheidsbesef proberen bij te brengen. Bij de activering, tracht men de emoties van de kinderen en jongeren te transformeren naar een actie. Ze worden gestimuleerd om zich actief in te zetten en leren zo verantwoord te handelen vanuit een duurzaam perspectief. Bij de educatieve functie borging is het de bedoeling dat de deelnemers hun reeds opgedane kennis, vaardigheden en/of attitudes/waarden behouden zodat het maatschappelijk draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking wordt verbreed en bestendigd. Het educatief continuüm gaat er vanuit dat het noodzakelijk is een procesmatige manier van werken te volgen waarbij verschillende educatieve functies op elkaar aansluiten en elkaar aanvullen om tot gewenste attitudes en verantwoordelijk gedrag te komen. In vier studies (studie 1, 8, 3 en 6) bevestigt men een gelijkaardige volgorde als die van het educatief continuüm. Elchardus, Kavadias, Franck & De Groof (2010)
14 12 nemen de idee over uit de literatuur dat kennis een noodzakelijke voorwaarde is voor het kunnen ontwikkelingen van andere burgerschapscomponenten. Ze gaan er tevens vanuit dat bepaalde kennis, vaardigheden en competenties nodig zijn om actief te kunnen deelnemen aan het politieke systeem. Brabers (2006) volgt de idee dat het aanleren van kennis en inzichten in dienst staat van het aanleren van vaardigheden en het bijbrengen van een basishouding van respect. De meeste respondenten van het onderzoek geven aan dat kinderen juiste en genuanceerde kennis moeten verwerven opdat ze zich kunnen positioneren ten opzichte van kinderen elders in de wereld. Slechts als deze kennis wordt bereikt, kan er een houding van solidariteit en respect groeien. Volgens de meeste respondenten is kennis slechts relevant als ze functioneel is. Dit betekent dat de informatie die de leerkracht meegeeft in functie moet staan van de te verwerven vaardigheden en attitudes die men wil bereiken (Brabers, 2006). In het rapport over positieve en negatieve vrede gaat men er van uit dat er kennis nodig is over de mondiale samenleving, culturen, geschiedenis, enzovoort, om een vreedzame attitude te bereiken. Zowel kennis en inzicht als actie worden dus essentieel geacht, met actie als het ultieme doel. Deze opbouw van kennis tot actie wordt beklemtoond door Galtung (2008, in Castryck & Duquet, 2010) en Regan (1993, in Castryck & Duquet, 2010) in een continuüm van vredesonderzoek tot vredesactie, met vredesopvoeding als essentiële schakel tussen beide. In het rapport vertrekt men dus van de idee van een continuüm van kennis en inzicht, over vaardigheid en attitude, tot verantwoordelijkheid en actie (Castryck & Duquet, 2010). In twee van de doorgelichte studies (studie 11 en 15) kijkt men met een kritische blik naar deze visie op kennisverwerving om tot vaardigheden, attitudes en actie te komen. Bourn en Brown (2011) halen in hun rapport Scheunpflug en Asbrand (2006) aan die de veronderstelde relatie tussen informatie, bewustzijn en actie kritisch benaderen. Zij gaan er immers vanuit dat het omgekeerde, namelijk dat actie kan leiden tot het ontwikkelen van het begrip over kwesties als armoede en ontwikkeling bij de lerende, naar boven komt bij sommige NGO s die rond ontwikkelingseducatie werken. De relatie tussen leren en actie blijkt nauwelijks begrepen te zijn (Bourn & Brown, 2011). Dejardin (2010) wijst er op dat er verschillende vragen gesteld kunnen worden bij het educatief continuüm en zijn variaties. Een voorbeeld van een kritische vraag is: als men zich engageert, in hoeverre is het dan nodig om zich te blijven informeren? Houdt het lineaire karakter van het continuüm rekening met een proces dat zich voortdurend vernieuwt? Een alternatief voor het educatief continuüm wordt niet gegeven. Dat kennis toch wel een belangrijke dimensie is om rond te werken wordt echter aangetoond in de studie van Laevers en Buyse (2010). De studie toont immers aan dat de gekozen initiatieven door leerlingen van het lager onderwijs juist een gebrek aan kennis en vaardigheden vertonen in functie van het veranderen van een maatschappij. Zo zullen leerlingen uit de lagere school zich
15 13 bijvoorbeeld engageren via geldinzameling voor het bouwen van scholen maar wordt er weinig referentie gemaakt naar het eigen initiatief en medezeggenschap van de bevolking. Dezelfde studie toont aan dat leerlingen in het secundaire onderwijs over meer kennis en inzichten beschikken die ze kunnen inzetten in discussies over mogelijk acties rond ontwikkelingssamenwerking. Maar dit lijkt niet samen te gaan met een sterker eigen engagement. De bevindingen vanuit de verschillende studies betreffende het educatief continuüm tonen aan dat de verschillende dimensies van het educatief continuüm belangrijk zijn en mekaar op verschillende manieren beïnvloeden zonder dat er altijd een rechtlijnig verband aan te duiden is. Een spiraal is misschien een betere manier om het effect van de verschillende dimensies van het educatief continuüm op het begrip wereldburgerschap te visualiseren (zie figuur 1). De spiraal helpt om aan te tonen dat ook andere factoren een rol kunnen spelen zoals bijvoorbeeld de context waarin men zich bevindt en dat er geen lineair verband hoeft te zijn tussen deze factoren. De idee van het spiraalvormig model werd geïnspireerd door een artikel van Dorfman et al. (2002, p. 13) die zulke presentatie prefereren in plaats van een lineaire presentatie ter illustratie van het educatief continuüm voor de veiligheidsgordel campagnes. Other factors knowledge Behaviour Other factors Other factors Attitude Figuur 1 Spiral model of influencing wereldburgerschap (informed by Dorfman et al. 2002, in Coe & Mayne, 2008) 2. Ervaringsgerichte, actieve en procesmatige strategieën Men tracht de ontwikkeling van competenties bij kinderen en jongeren aan de hand van de juiste onderwijsstrategieën te realiseren. Vooraleer in te gaan op welke keuzes gemaakt worden op vlak van de aanpak, is het belangrijk de kanttekening te maken dat de competentieontwikkeling bij kinderen niet alleen bepaald wordt door de school, maar eveneens door andere factoren in de omgeving
16 14 van het kind (Laevers & Buyse, 2010). Zo wijzen verschillende studies op het belang van de media die sterk aanwezig zijn in het leven van de kinderen. Bovendien hebben de ouders en de rest van hun sociale netwerk ook een invloed op de competentieontwikkeling van kinderen. In deze doorlichting ligt de focus op de relatie tussen de school en het kind maar het is niet onbelangrijk in het achterhoofd te houden dat andere contextfactoren ook van groot belang zijn. In de helft van de doorgelichte rapporten heeft men het over het belang van een combinatie van twee zaken wil men mondiale vorming en ontwikkelingseducatie in een school nastreven. Aan de ene kant moet men de vakoverschrijdende eindtermen nastreven op een duidelijk, afgebakende manier of een overkoepelende, integrale wijze maar aan de andere kant moet men er ook naar streven om de hele schoolcontext zo in te richten dat jongeren bepaalde competenties, als bijvoorbeeld omgang met diversiteit, kunnen ontwikkelen. Elchardus, Op de Beeck, Duquet en Roggemans (2009) omschrijven de school als een oefenterrein voor burgerschapswaarden. Uit hun onderzoek blijkt dat de beleving van een democratisch schoolklimaat door de leerlingen leidt tot minder etnocentrisme en meer steun voor de vertegenwoordigingsdemocratie. De verwezenlijking van een bepaald schoolklimaat kan gelden als een belangrijke manier om de vakoverschrijdende eindtermen te realiseren (Elchardus, Op de Beeck, Duquet & Roggemans, 2009). Volgens Bourn en Brown (2011) is er wat betreft het curriculum van mondiale vorming, een duidelijk verschil vast te stellen tussen wat er op papier is vastgelegd (specified curriculum), wat er in de klas gebeurt (enacted curriculum) en wat de ervaring hiermee is bij de leerlingen (perceived curriculum). De diversiteit en de kwaliteit van initiatieven rond mondiale vorming verschillen sterk van school tot school en deze verschillen zijn een belangrijke factor die bijdraagt tot de variatie in hoe het curriculum rond mondiale vorming ervaren wordt door de leerlingen. De vakoverschrijdende eindtermen worden dus op verschillende wijzen nagestreefd. Er zijn enkele tendensen vast te stellen in de studies over hoe scholen de competentieontwikkeling bij jongeren willen aanpakken. Bij enkele studies dragen ze ervaringsgericht werken hoog in het vaandel. Voorbeelden van ervaringsgerichte methoden zijn inleefateliers, film- en documentatie materiaal, educatieve spelen, groepsgesprekken. Volgens Brabers (2006) kunnen leerlingen via ervaringsgerichte methodieken kennismaken met een andere cultuur door zich in te leven in het dagelijks leven van de mensen. Zo kunnen leerlingen gestimuleerd worden om hun eigen levenswijze kritisch te bekijken en om een open en respectvolle houding aan te nemen ten opzichte van het Zuiden. Via ervaringsgerichte methoden tracht men de leerlingen inzichten aan te reiken over hoe bepaalde mondiale mechanismen het dagelijkse leven van individuen en gemeenschappen beïnvloeden. Uit het onderzoek van Brabers (2006) blijkt dat als leerkrachten of andere begeleiders ervaringsgericht willen werken met kinderen,
17 15 het belangrijk is rekening te houden met het sociaal-emotionele en cognitieve niveau van de kinderen. Zo blijkt uit haar onderzoek dat het belangrijk is om te vertrekken vanuit concrete, herkenbare situaties en deze positief te belichten bij de kinderen in de lagere school. Het is belangrijk dat kinderen eerst een gevoel van verbondenheid verwerven ten opzichte van de anderen in het Zuiden. Abstracte kennis over de achterliggende problematieken en structuren horen eerder in het secundair onderwijs thuis, zo blijkt uit het onderzoek (Brabers, 2006). Bourne en Brown (2011), in hun studie, stellen ook vast dat persoonlijke connecties met andere delen van de wereld via o.a. familieverbanden, reizen, stedenbanden, en vrijwilligerswerk inderdaad bijdragen tot het leren over globale zaken. Dezelfde onderzoekers wijzen er echter ook op dat het niet duidelijk is wat dit leren precies inhoudt en waar het toe leidt. Onderzoek bij 18 tot 20-jarige vrijwilligers toont bijvoorbeeld aan dat zij na hun opdracht vaak terugkomen met een beperkt inzicht in de complexe levensomstandigheden van de mensen in het Zuiden. Poor-buthappy lijkt een vaak voorkomende typifiëring door de vrijwilligers over mensen in het Zuiden. Indien zulk vrijwilligerswerk wordt gecombineerd met ontwikkelingseducatie lijkt men er wel in te slagen om diepere inzichten te ontwikkelen. Naast de connectie met mensen en plaatsen in andere landen zijn ook de plaatselijke connecties met andere enthousiaste jongeren belangrijk om te leren over internationale ontwikkeling. Verschillende NGO s in het Verenigd Koninkrijk maken reeds volop gebruik van deze opportuniteit. Jongerenadviesgroepen van Oxfam en Plan UK zijn een voorbeeld daarvan (Bourne & Brown, 2011). Naast de ervaringsgerichte benadering wijzen meerdere studies op het belang van actieve werkvormen. Het blijkt niet alleen belangrijk te zijn dat kinderen en jongeren dingen ervaren maar dat zij ook actief betrokken worden. Bourn en Hunt (2011) stellen dat de meest gepaste pedagogie voor de global dimension een pedagogie is die gebaseerd is op participatorische en experimentele manieren van lesgeven en leren. Volgens Brabers (2006) zullen kinderen zich meer betrokken voelen en zal de ervaring langer naspelen in het hoofd van de kinderen als zij actief betrokken werden tijdens het leerproces. Twee studies stellen vast dat het een voordeel is om ervaringen van de leerlingen zelf als uitgangspunt te nemen. In het onderzoek van Winnelinckx (2008) kwam naar voor dat het in het beroepsonderwijs belangrijk is te vertrekken vanuit de eigen kleine gemeenschap. Bijna alle respondenten, die deelnamen aan het onderzoek, gaven dan ook aan dat ze gebruik maken van de ervaringsdeskundigheid van een leerling over het Zuiden. Volgens hen is het een stimulans om een allochtone leerling of een voormalige asielzoeker te laten spreken over zijn ervaring (Winnelinckx, 2008). Volgens Brabers (2006) maakt de diversiteit in een klas, het vreemde al minder vreemd. Bovendien hebben leerlingen zelf ook verhalen over wat zij gezien hebben op televisie, gelezen in boeken, meegemaakt op reis, enzovoort. Deze ervaringen kunnen ook als aanknopingspunt dienen om een bepaald thema te behandelen (Brabers, 2006).
18 16 Een laatste tendens die vast te stellen is in de studies, betreft het procesmatige karakter van de aanpak. Winnelinckx (2008) wijst er op dat als men procesmatig te werk gaat, het mondiale een vaste plaats krijgt in de schoolcultuur en het niet beperkt blijft tot een eenmalig initiatief. Het proces om wereldburgerschap te ontwikkelen en versterken bij mensen stopt immers niet na de schoolcarrière. In de huidige samenleving kunnen we er niet meer onderuit dat actief burgerschap een levenslang leerproces is. Mensen leren niet alleen relevante vaardigheden op school maar vooral door bijvoorbeeld actieve pogingen van probleemoplossing. Er wordt niet alleen waarde gehecht aan het formele leren maar ook aan het informele en non-formele. Non-formeel leren vindt plaats buiten de reguliere opleidingssystemen en leidt niet tot het behalen van een diploma. Binnen de context van ontwikkelingseducatie bij jongeren, kan het hier gaan om educatie via activiteiten van bijvoorbeeld jeugdbewegingen. Informeel leren gebeurt spontaan in het dagelijkse leven en er is hier dan ook niet noodzakelijk sprake van bewust leren. Kennis, vaardigheden en attitudes worden niet eenvoudigweg geleerd op formele wijze. Ze worden eerder op een informele, incidentele manier geleerd in sociaalinstitutionele en culturele processen (Holford & van der Veen, 2003). Bovenstaande strategieën worden vaak in verschillende combinaties gebruikt. In verschillende studies wil men nagaan wat de impact is van deze strategieën. Men zou willen weten of jongeren inderdaad competenter worden door de inspanningen die het onderwijs levert. Dit onderzoeken blijkt niet eenvoudig te zijn. Hier wordt verder in het hoofdstuk rond evaluatie en impactonderzoek uitvoeriger op ingegaan.
19 17 HOOFDSTUK 3 EEN SAMENSPEL VAN ACTOREN De doorgelichte studies focussen zich op de doelgroep kinderen en jongeren van 6 tot en met 18 jaar. Sommige studies spitsen zich toe op lagere schoolkinderen, anderen op leerlingen uit het secundair onderwijs en sommige op beide groepen. Het feit dat de studies zich toespitsen op kinderen en jongeren wil niet zeggen dat het competentieontwikkelingsproces stopt op 18 jaar. Mondiale vorming is zoals elk leerproces een levenslang leerproces maar hier gaan de studies niet verder op in. Binnen het kader van ontwikkelingseducatie en mondiale vorming op school zijn er verschillende structuren en actoren die een belangrijke rol spelen. Kavadias en Dehertogh (2010) gebruikten in hun studie een eenvoudig model dat de belangrijkste actoren en hun onderlinge relaties in kaart brengt voor burgerschapseducatie. De grote groepen actoren en de relaties tussen de verschillende actoren die in alle studies voorkwamen, kunnen schematisch worden voorgesteld in het model. Hieronder worden de verschillende elementen en onderlinge relaties toegelicht.
20 18 Kavadias & Dehertogh, 2010, p. 30 De overheid is in Vlaanderen een belangrijke ondersteunende actor. De overheid structureert het onderwijsveld en financiert de scholen. In ruil daarvoor vraagt men controle over wat zich binnen de schoolmuren afspeelt. De controle over het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen is vrij beperkt in vergelijking met de controle op de andere eindtermen. Scholen worden gecontroleerd op de inspanningen die ze leveren voor deze vakoverschrijdende eindtermen en niet op de resultaten die de leerlingen behalen. Op het laagste niveau van het model wordt de individuele school geplaatst. Binnen de school komen leraren en leerlingen dagelijks in contact met elkaar. Binnen de schoolorganisatie is de leerkracht uitermate cruciaal. Dit wordt verder uitvoerig besproken. De directie kan ook een sturende rol spelen. De formulering van een schoolvisie en het nemen van initiatieven tot nascholing of projectwerking zijn zaken die door de directie georganiseerd worden. Tussen het niveau van de overheid en dat van de individuele school bevinden zich koepelorganisaties van scholen, de onderwijsnetten. Deze vertalen in de Vlaamse context de vereisten van bovenaf naar de individuele scholen toe in leerplannen en voeren ook druk uit op die overkoepelende overheid (Kavadias & Dehertogh, 2010).
Mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op school
Mondiale vorming en ontwikkelingseducatie op school Een doorlichting van vijftien studies omtrent mondiale vorming en ontwikkelingseducatie. Lieve Daens, Jan Van Ongevalle & Tom De Bruyn (HIVA) Draft,
Nadere informatieSOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale
Nadere informatieVredesopvoeding en herinneringseducatie in Vlaanderen. Rond de tafel. Structuur van de presentatie
Vredesopvoeding en herinneringseducatie in Vlaanderen 30 maart 2010 Tomas Baum en Geert Castryck Rond de tafel Na een korte situering van de concepten herinneringseducatie en vredeseducatie, bekijken we
Nadere informatiePascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg...
Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs (http://www.knack.be/auteurs/simon-demeulemeester/author- Simon Demeulemeester demeulemeester/author-4000174167085.htm) woensdag 23 januari 2013 om
Nadere informatieOntwikkelingseducatie in het onderwijs. Een gemeenschappelijk kader voor de scholenwerking van de ngo s, als onderdeel van de noordwerking
Ontwikkelingseducatie in het onderwijs Een gemeenschappelijk kader voor de scholenwerking van de ngo s, als onderdeel van de noordwerking 1. Inleiding De bedoeling van deze tekst is het verhelderen en
Nadere informatieKinderrechten- en ontwikkelingseducatie voor uw toekomstige leerkrachten!
Kinderrechten- en ontwikkelingseducatie voor uw toekomstige leerkrachten! samen voor kinderen 2 2 Waarom is het belangrijk om leerlingen en leerkrachten te sensibiliseren over de Rechten van het Kind?
Nadere informatie1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs
1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een
Nadere informatieTheorie en praktijk van Global learning (mondiaal leren) en Wereldburgerschapseducatie.
Theorie en praktijk van Global learning (mondiaal leren) en Wereldburgerschapseducatie. Dr. Douglas Bourn Directeur Development Education Research Centre IOE-UCL Dr. Douglas Bourn Directeur Development
Nadere informatieGeschiedenis en VOET
Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...
Nadere informatie1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 2. Doel van de cursus NCZ
1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 De cursus niet-confessionele zedenleer (NCZ) in de opleiding leraar secundair onderwijsgroep 1 (LSO-1) sluit aan bij de algemene
Nadere informatieCompetenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject
Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,
Nadere informatieVragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO
Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?
Nadere informatieKINDERRECHTEN IN UW KLAS?
KINDERRECHTEN IN UW KLAS? Doe een beroep op UNICEF België voor gratis lesmateriaal, thematische gastlessen en concrete acties over kinderrechtenen ontwikkelingseducatie. Over UNICEF België UNICEF (het
Nadere informatieVALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept
VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief
Nadere informatieADVIES. 21 juni Advies bij de operationalisering van de Vlaamse vakoverschrijdende eindtermen: herinnerings- en vredeseducatie
21 juni 2010 Advies bij de operationalisering van de Vlaamse vakoverschrijdende eindtermen: herinnerings- en vredeseducatie 1 Inleiding Op 22 april 2009 nam het Vlaams Parlement een decreet aan dat nieuwe
Nadere informatieCYCLUS 1 (JANUARI/FEBRUARI 2016)
ALGEMENE INFORMATIECYCLUS PROGRAMMA CYCLUS 1 (JANUARI/FEBRUARI 2016) DEEL I: VORMING WEEKEND 1 VAN ZATERDAG 09/01/2016 OM 08u30 TOT ZONDAG 10/01/2016 OM 18u00 WEEKEND 2 VAN ZATERDAG 23/01/2016 OM 09u00
Nadere informatieAANVRAAG TOT KANDIDATUUR
AANVRAAG TOT KANDIDATUUR LID VAN HET ANALYSECOMITE «MATERIALEN ONDER DE LOEP» CONTEXT Wie zijn we? Kleur Bekennen is het programma opvoeden tot wereldburgerschap van de Belgische Staat, uitgevoerd door
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieLeuvenseplein 4 Dinsdag, 21 mei 2002 1000 Brussel AR/PCA/ADV/016. Advies over mondiale vorming
Vlaamse Onderwijsraad Algemene Raad Leuvenseplein 4 Dinsdag, 21 mei 2002 1000 Brussel AR/PCA/ADV/016 Advies over mondiale vorming 1 Situering Dit advies is het product van vele maanden overleg tussen de
Nadere informatieobs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl
obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed
Nadere informatieMinisterie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...
Nadere informatieEuropEEs InstItuut voor onderzoek over de MEdItErranE En Euro-arabIschE samenwerking www.medea.be
Europees Instituut voor Onderzoek over de Mediterrane en Euro-Arabische Samenwerking www.medea.be V O O R S T E L L I N G Voor Europa is de samenwerking met haar naaste buren de Arabische en Mediterrane
Nadere informatieWorkshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren
Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren Deze infobrochure bevat een inhoudelijke beschrijving van de workshop en zijn doelstellingen. Ten tweede vinden begeleidende leraren
Nadere informatieBurgerschap 2.0. From global citizen to global teacher #3
Burgerschap 2.0 From global citizen to global teacher #3 Woordendiarree Waarom zoveel aandacht? Ontwikkelingen in beleid Nadruk op individuele verantwoordelijkheid van de burger (+ en-) Vermaatschappelijking
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...
Nadere informatieHet Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:
BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse
Nadere informatieBrussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie
Brussel, 22 oktober 2003 102203_Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie Advies over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 1.1. Doelstellingen van het beleid
Nadere informatiepedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching
BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:
Nadere informatieBurgerschapsonderwijs op school in Europa 2017
Eurydice studie Burgerschapsonderwijs op school in Europa 2017 VLOR 6 maart 2018 Opzet van de studie Doel: verschillende benaderingen van burgerschapsonderwijs in Europa in kaart brengen Breed conceptueel
Nadere informatieHoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept
Nadere informatieEnquête noden van de scholen. Eerste verwerking
Enquête noden van de scholen Eerste verwerking Verwerking van formulieren ingediend op 27/9/16 46 enquêtes werden ingediend/verwerkt Achtergrond mooi verspreid over de 4 componenten van STEM Man/vrouw
Nadere informatieBELVUE MUSEUM. Jongeren eerst!
BELVUE MUSEUM Jongeren eerst! HET BELvue Beheerd door de Koning Boudewijnstichting Geopend in 2005 als centrum voor democratie en geschiedenis Belangrijkste doelgroep: jongeren 2 Democratische waarden
Nadere informatieVisienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin
Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieBijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten
Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben
Nadere informatieInspraak en participatie in het schoolbeleid:
Inspraak en participatie in het schoolbeleid: een onmisbaar element in de kwaliteitszorg Jef Verhoeven Centrum voor Onderwijssociologie KU Leuven 23 december 2003 Inspraak en participatie 1 1. Kwaliteitszorg
Nadere informatieDe Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:
Actief Burgerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Actief Burgerschap: een nadere kennismaking 3 3. Actief Burgerschap: een doel en een middel 4 4. Actief Burgerschap: Hoe leren we dit aan? 5 5. Actief
Nadere informatieKwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016
Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de
Nadere informatieZo kijkt VVJ naar participatie 1
Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid
Nadere informatieUitdagingen voor de professionalisering en de loopbaan van leerkrachten. Geert Devos.
Uitdagingen voor de en de loopbaan van Geert Devos www.steunpuntssl.be Systeem van Effectieve Effectieve Focus op lespraktijk en leren van leerlingen Actief leren Observatie expert leraren met feedback
Nadere informatieActief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl
2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel
Nadere informatieMaatschappelijke vorming
toelichting Hoe kan de school de leerling helpen om zich te ontwikkelen tot een actieve, verantwoordelijke en sociale burger? Een belangrijke taak van de school is om leerlingen voor te bereiden op hun
Nadere informatieMaatschappelijke vorming
toelichting Hoe kan de school de leerling helpen om zich te ontwikkelen tot een actieve, verantwoordelijke en sociale burger? Een belangrijke taak van de school is om leerlingen voor te bereiden op hun
Nadere informatiesociaal-culturele methodiek en vier functies: 10 kwesties
sociaal-culturele methodiek en vier functies: 10 kwesties 12 december 2012 www.socius.be sociaal-culturele methodiek en vier functies: 10 kwesties de kwestie ondertussen op het terrein info? 1. Dans der
Nadere informatieWaarom Wetenschap en Techniek W&T2015
Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van
Nadere informatieKadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015
Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieRonde van Vlaanderen 2008. Omgaan met Diversiteit
Ronde van Vlaanderen 2008 Omgaan met Diversiteit Omgaan met diversiteit Diversiteitstest Referentiekader: omgaan met diversiteit Screeningsinstrument Doe de diversiteitstest! Vul de test individueel in.
Nadere informatieIn welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor
Ontwikkelteam Burgerschap Ronde Derde ronde () REFERENTIE BU000880 Naam Coen Gelinck Organisatie Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) E-mailadres coengelinck@nvlm.nl Namens wie geeft
Nadere informatieKansen in en van onderwijs
Met deze fiche beogen we een concretisering van de blikopener kansen in en van onderwijs voor het vak Frans. Deze fiche is tot stand gekomen in een focusgesprek met lerarenopleiders secundair onderwijs,
Nadere informatie8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C
Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN
Nadere informatielleiv boekje Luisterend leiden en inspirerend volgen
lleiv boekje Luisterend leiden en inspirerend volgen Strategisch beleidsplan PCBO Amersfoort 2015-2019 Beste mensen, Met evenveel trots en enthousiasme als waarmee we ons nieuwe Strategisch Beleidsplan
Nadere informatieNT2-docent, man/vrouw met missie
NT2docent, man/vrouw met missie Resultaten van de bevraging bij NT2docenten Door Lies Houben, CTOmedewerker Brede evaluatie, differentiatie, behoeftegericht werken, De NT2docent wordt geconfronteerd met
Nadere informatieVoor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding
Nadere informatieKrachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld
Een onderzoek in kader van de opleiding Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs Departement Onderwijs en Pedagogie Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld Kenniscentrum Urban Coaching
Nadere informatieIn gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst
In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.
Nadere informatieNieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk
Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen
Nadere informatieWerkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs
Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,
Nadere informatieStudenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs
Studenten lerarenopleiding In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel
Nadere informatieWereldburgerschapseducatie op maat!
Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Wereldburgerschapseducatie op maat! Behoefteonderzoek in het Vlaams secundair onderwijs 06 mei 2015 Jan Van Ongevalle (jan.vanongevalle@kuleuven.be) Heidi
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste
Nadere informatieBegrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie
Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan
Nadere informatieVoorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs
stuk ingediend op 1224 (2010-2011) Nr. 1 6 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van de heer Jean-Jacques De Gucht, de dames Ann Brusseel, Marleen Vanderpoorten en Elisabeth Meuleman, de heren Boudewijn
Nadere informatieDe invloed van inductie programma's op beginnende leraren
De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence
Nadere informatieStudiedag "Wat kan ik (van) je leren? Samenwerkend leren in onderwijs Lerende netwerken
Studiedag "Wat kan ik (van) je leren? Samenwerkend leren in onderwijs Lerende netwerken Marieke van Nieuwenhuyze Karine De Gendt 9 juni 2015 Introductiesessie lerende netwerken Waarom heb je voor deze
Nadere informatieFiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?
Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid
Nadere informatieWerkdocument 1 Opleidingsconcept
Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het
Nadere informatieMorele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012
Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele
Nadere informatieWelkom. Een groter draagvlak voor burgerschap op school. Dank voor uitnodiging. Even kennismaken: Bieze =
Een groter draagvlak voor burgerschap op school Welkom Dank voor uitnodiging Even kennismaken: Bieze = luc.vanwassenhoven@btcctb.be 2 1 Hoe gaan we dat doen? We vertrekken vanuit de eigen ervaring en wisselen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13
Inhoudsopgave 7 1 INLEIDING EN VRAAGSTELLING 13 1.1. Inleiding 13 1.1.1 De Vreedzame School 13 1.1.2 De pedagogische opdracht van de school 15 1.1.3 Burgerschapsvorming in het onderwijs 16 1.1.4 Wat vermag
Nadere informatieBreidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe
Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven
Nadere informatieOpen Forum. Kinderrechteneducatie. 25 februari 2005
Open Forum Kinderrechteneducatie 25 februari 2005 Kinderrechtencoalitie Vlaanderen vzw Eekhout 4 9000 Gent Tel: 09/225.90.25 info@kinderrechtencoalitie.be www.kinderrechtencoalitie.be INHOUD Inhoud 2 Programma
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. inzake ontwikkelingseducatie TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING. Stuk 2044 ( ) Nr.
Stuk 2044 (2003-2004) Nr. 4 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 1 april 2004 ONTWERP VAN DECREET inzake ontwikkelingseducatie TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie : 2044 (2003-2004) Nr. 1 :
Nadere informatieRapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel
Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om
Nadere informatieDe nieuwe eindtermen Loopbaancompetentie. Jan De Smet 6 mei 2019
De nieuwe eindtermen Loopbaancompetentie Jan De Smet 6 mei 2019 Programma Achtergrond - modernisering SO Nieuw concept eindtermen De loopbaancompetentie AHOVOKS Kwalificaties & Curriculum Ministerie van
Nadere informatieInterview met minister Joke Schauvliege
Interview met minister Joke Schauvliege over de rol en de toekomst van etnisch-culturele federaties in Vlaanderen. Dertien etnisch-cultureel diverse federaties zijn erkend binnen het sociaalcultureel werk.
Nadere informatiehttp://keyconet.eun.org
Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een
Nadere informatiekempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7
kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas
Nadere informatieVerslag aan de Provincieraad
directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking --- dossiernummer:. 1303265 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever NOORD-ZUIDSAMENWERKING: subsidiereglement voor programma's
Nadere informatieGedifferentieerde leertrajecten
Studiedag: Het volwassenenonderwijs en levenslang leren: een krachtige synergie VERSLAG WORKSHOP PCA / 4 februari 2015 Gedifferentieerde leertrajecten Dit verslag is een beknopte weergave van de gevoerde
Nadere informatieBrussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling
Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling
Nadere informatieLesvoorbereidingsformulier
UC Leuven Limburg Lerarenopleiding kleuter- en lager onderwijs Lesvoorbereidingsformulier Het mentaal en schriftelijk voorbereiden van een les is iets anders dan het invullen van een lesvoorbereidingsformulier.
Nadere informatieVisie op ouderbetrokkenheid
Visie op ouderbetrokkenheid Basisschool Lambertus Meestersweg 5 6071 BN Swalmen tel 0475-508144 e-mail: info@lambertusswalmen.nl website: www.lambertusswalmen.nl 1 Maart 2016 Inleiding: Een beleidsnotitie
Nadere informatieDe lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK
De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs Diversiteit
Nadere informatieVisie en Methoden Mondiaal Burgerschap
Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap De KNVB gelooft in de maatschappelijke meerwaarde van voetbal. Voetbal brengt de samenleving in beweging. Zo n 300.000 vrijwilligers zijn in Nederland actief bij
Nadere informatieOpvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent
Opvoedingsproject Nieuwen Bosch Humaniora Gent Onze school wil aan jongeren kwalitatief hoogstaand onderwijs bieden in een hartelijk klimaat van samenwerken en samenleven stimuleren we de leerlingen vanuit
Nadere informatieTendensen bevraging docenten
Tendensen bevraging docenten Docenten werden aan de hand van een vragenlijst bevraagd. Het competentieprofiel omgaan met kansarmoede voor lerarenopleiders (zie kader) vormde hiervoor de basis, maar het
Nadere informatieETHISCH BEGELEIDEN VAN JEUGDSPORT
ETHISCH BEGELEIDEN VAN JEUGDSPORT Toelichting VUB (onderzoeks)luik Prof. Dr. Kristine De Martelaer Jens De Rycke 2 Inleiding Onze visie en doelstellingen Een te beperkt aanbod van ethische thema s in de
Nadere informatieTerugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)
Terugkoppeling van de workshops Chris De Nijs (VRT) Vaardig genoeg voor de 21 ste eeuw? Samen aan de slag met de Vlaamse PIAAC resultaten Brussel - 20 maart 2014 Workshop 1: Basisvaardigheden voor de arbeidsmarkt
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als
Nadere informatieHoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?
Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om
Nadere informatieBox 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO
Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel
Nadere informatieRegionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015
Regionaal verslag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 Den Haag, 28 mei 2015 1. Een korte impressie van de dialoog De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige
Nadere informatieLERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE CULTUUR EN ONDERWIJS LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Nadere informatieHOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING?
HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING? INSPIRATIE OP BASIS VAN DE LEERGEMEENSCHAP STEM VOOR DE BASIS EN STEM+ VLOR-Studiedag Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs: de lerarenopleidingen
Nadere informatieGender en interculturaliteit
ECTS-fiche: Gender en interculturaliteit Opleiding: Afstudeerrichting: Opleidingsonderdeel: Studiepunten (ECTS): 3 Taal: Plichtvak/keuzevak: Lerarenopleiding/ BA en MA Pedagogische wetenschappen Niet relevant
Nadere informatie