Deze side letter maakt integraal onderdeel uit van het Concept Gebiedsakkoord Grenscorridor.

Transcriptie

1 Side letter behorende bij het Concept Gebiedsakkoord Grenscorridor versie 3, 20 dec Deze side letter maakt integraal onderdeel uit van het Concept Gebiedsakkoord Grenscorridor. Het Concept Gebiedsakkoord Grenscorridor is een voornemen van het bestuurlijk overleg Grenscorridor en beschrijft de inhoud van het voorkeursalternatief Westparallel-plus, afspraken over de wijze waarop omgegaan wordt met parallel lopende ontwikkelingen en de wijze waarop partijen gezamenlijk willen gaan werken aan een uitvoeringsovereenkomst Grenscorridor. Dit conceptgebiedsakkoord willen de leden van het bestuurlijk overleg Grenscorridor ter bespreking voorleggen aan hun achterbannen met de vraag om een reactie te geven. Nulplus-maatregelen maken een essentieel onderdeel uit van de voorkeursoplossing. De leden van het Bestuurlijk Overleg Grenscorridor N69 willen dat er zo spoedig mogelijk wordt begonnen met de uitvoering van Nulplusmaatregelen, zonder daarbij de totaaloplossing uit het oog te verliezen. Ondertekening gezamenlijke verklaring Om hier aan tegemoet te komen is het bestuurlijk overleg voornemens om op 28 februari de volgende verklaring gezamenlijk te ondertekenen: Samenwerkende partijen uit het bestuurlijk overleg Grenscorridor, ondersteunen het voorkeursalternatief Westparallel-plus zoals omschreven in het concept gebiedsakkoord Grenscorridor, en spreken daarover met elkaar af: Het concept gebiedsakkoord aan de hand de van ingebrachte reacties door samenwerkende partijen nader uit te werken tot een definitief gebiedsakkoord; Te starten met de ontwikkeling van een uitvoeringsovereenkomst voor het integraal uitvoeren van alle maatregelen uit dit voorkeursalternatief als totaalpakket; Te starten met de uitvoering van de nulplus maatregelen. De Brabantse Milieu Federatie en gemeente Veldhoven hebben daarbij een voorbehoud gemaakt. Zij hebben nog vragen die het bestuurlijk overleg voor eind februari wil beantwoorden om daarmee het voorbehoud te kunnen wegnemen. Daarnaast is duidelijkheid gewenst over de EHS herijking. Voor eind februari dient ook meer duidelijkheid te zijn over de gevolgen van de herijking van de EHS voor de gebiedsopgave Grenscorridor. Dit is belangrijk om de gebiedsimpuls met concrete maatregelen nader in te kunnen vullen. Hiervoor is afgesproken dat voor eind februari provincie Noord Brabant in overleg met Natuurmonumenten, de Brabantse Milieu Federatie, Waterschap de Dommel en Zuidelijke Land- en tuinbouworganisatie een voorstel ontwikkelt. Een voorstel over hoe met de EHS herijking wordt omgegaan binnen de gebiedsopgave Grenscorridor. Daarna zullen deze partijen, aangevuld met Recron, gemeente Veldhoven en gemeente Bergeijk, de gebiedsimpuls impuls gezamenlijk verder invulling geven. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 1

2 Beginnen met Nulplus maatregelen De leden van het bestuurlijk overleg vinden het belangrijk dat er zo spoedig mogelijk wordt begonnen met de uitvoering van Nulplus-maatregelen zonder daarbij de totaaloplossing uit het oog te verliezen. Nulplus maatregelen maken een belangrijk onderdeel uit maken van de voorkeursoplossing. Parallel lopende ontwikkelingen Over de parallel lopende projecten, te weten: de Lageheideweg, fietspad over het oude Spoorbaantrace en de aansluiting van de Westparallel op de A67, is afgesproken dat nadere afspraken zullen worden gemaakt over de afstemming met de gebiedsopgave Grenscorridor. Provincie treedt hiervoor in overleg met direct betrokken partijen bij deze projecten, dit betreffen voor: Lageheideweg, de partijen: Valkenswaard, Bergeijk, Waterschap de Dommel, Fietspad over het oude spoorbaan trace, de partijen: Waalre, Valkenswaard en het SRE, Aansluiting van de Westparallel op de A67, de partijen Veldhoven en Rijkswaterstaat Concept Gebiedsakkoord - 17 december 2

3 CONCEPT GebiedsAkkoord Grenscorridor N69 (onderdeel van Brainport) Bij dit gebiedsakkoord behoren onlosmakelijk ook de Side letter (bijlage 0) en de notitie Afweging voorkeursoplossing Grenscorridor (bijlage 2). concept v december 2010 Concept Gebiedsakkoord - 17 december 3

4 De ondergetekenden, deel uitmakend van het Bestuurlijk Overleg Grenscorridor N69: - Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), namens deze mevrouw M.C.T. Fiers, lid dagelijks bestuur SRE, hierna te noemen SRE - Gemeente Valkenswaard, namens deze M. Wijnen, wethouder, hierna te noemen Valkenswaard - Gemeente Waalre, namens deze drs. A.J. Bonouvrié, wethouder, hierna te noemen Waalre - Gemeente Bergeijk, namens deze F.L.J. van der Meijden, wethouder, hierna te noemen Bergeijk - Gemeente Heeze-Leende, namens deze J. van Bree, wethouder, hierna te noemen Heeze-Leende - Gemeente Eindhoven, namens deze J. Helms, wethouder, hierna te noemen Eindhoven - Gemeente Veldhoven, namens deze mevrouw N.H.C. Ramaekers, wethouder, hierna te noemen Veldhoven - Gemeente Eersel, namens deze ing. S.J. Kraaijeveld, wethouder, hierna te noemen Eersel - Vlaamse Overheid, namens deze H. Crevits, Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, hierna te noemen Vlaanderen - Gemeente Lommel, namens deze K. Verduyckt, eerste schepen, hierna te noemen Lommel - Provincie Limburg (B), namens deze W. Cremers, gedeputeerde, hierna te noemen provincie Limburg - Waterschap de Dommel, namens deze ing. A.H.C. Huijbers, lid algemeen bestuur, hierna te noemen Waterschap - Rijkswaterstaat (RWS) Noord-Brabant, namens deze S. Kerkhofs, districtshoofd wegendistrict Eindhoven, hierna te noemen RWS - Brabantse Milieufederatie (BMF), namens deze N. Verdaasdonk, directeur BMF, hierna te noemen BMF - Vereniging Natuurmonumenten, namens deze C. Rijnen, directeur, hierna te noemen Natuurmonumenten - Staatsbosbeheer, voor deze C. Rijnen, hierna te noemen Staatsbosbeheer - Stichting het Noordbrabants Landschap, voor deze C. Rijnen, hierna te noemen Noordbrabants Landschap - Stichting Actiegroep N69, namens deze A. Bosma, vertegenwoordiger Actiegroep N69, hierna te noemen Actiegroep N69 - Kamer van Koophandel Brabant (KvK), namens deze C.A.S. Hooy, bestuurslid KvK, hierna te noemen KvK - Brabants-Zeeuwse Werkgeversorganisatie (BZW), namens deze E. van Veen, bestuurslid BZW, hierna te noemen BZW - EVO, namens deze D. van den Broek Humphreij, algemeen directeur EVO, hierna te noemen EVO - Transport en Logistiek Nederland (TLN), namens deze A.B. Sakkers, algemeen voorzitter TLN, hierna te noemen TLN - Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) Eersel-Veldhoven, ZLTO Bergeijk en ZLTO Kempen- Zuidoost, namens deze J. Scheepers, voorzitter ZLTO Kempen-Zuidoost, hierna te noemen ZLTO - Vereniging van recreatieondernemers Nederland (Recron), namens deze H. Martens, belangenbehartiger, hierna te noemen Recron - De provincie Noord-Brabant, namens deze Y.C.M.G. de Boer, gedeputeerde mobiliteit en infrastructuur, hierna te noemen provincie gezamenlijk te noemen de Samenwerkende Partijen. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 4

5 Overwegen het volgende: Aanleiding Gebiedsakkoord De moeilijke doorstroming op de N69 heeft de leefbaarheid zo doen afnemen dat er maatregelen moeten worden genomen. Dit geldt niet alleen voor Valkenswaard en Waalre, maar vanwege de toename van het verkeer, voor het hele gebied van de Grenscorridor N69. Door deze verspreiding van de problematiek worden ook andere waarden, zoals landbouw, water, natuur, recreatie en landschap aangetast. Er wordt al meer dan 30 jaar gesproken over deze knelpunten op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke ontwikkeling die samenhangen met het intensieve gebruik van de N69 en als afgeleide het gebruik van de N397 en N396. Dit heeft geleid tot een intentieverklaring in 2004 tussen Eersel, Bergeijk, Veldhoven, Waalre, Valkenswaard, Eindhoven en Heeze-Leende, het SRE en de provincie, waarin afspraken zijn vastgelegd over een gefaseerde aanpak van het vraagstuk van de N69. Het rijk, de provincie, BrabantStad en het SRE hebben in de MIRT(Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport)-verkenning voor de Zuidoostvleugel BrabantStad (2008) de ambities voor Brainport vertaald in een investeringsprogramma voor de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, de bereikbaarheid en mobiliteit voor Brainport. Het gebied van de Grenscorridor N69 betreft één van de vijf majeure gebiedsopgaven van Brainport. Het eigendom, beheer en onderhoud van de N69 is op 1 januari 2009 door het rijk overgedragen aan de provincie. De provincie is daarmee in de positie gekomen om de aanpak van het vraagstuk van de N69 ter hand te nemen. Bij de overdracht heeft het rijk 64 miljoen ter beschikking gesteld aan de provincie voor aanpassingen aan de N69 en 6 miljoen voor het onderhoud en beheer van de N69 (beide prijspeil ). De Grenscorridor N69 is tevens als gebiedsontwikkeling opgenomen in de provinciale structuurvisie Ruimtelijke Ordening, omdat het bijdraagt aan meerdere provinciale belangen. De provincie is in 2008 een verkenning gestart naar de Gebiedsopgave Grenscorridor N69. Het resultaat is de keuze voor een samenhangende integrale aanpak van de vraagstukken op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit en de keuze voor de Brede Belangen Benadering. De Brede Belangen Benadering, ook wel Mutual Gains Approach genoemd, gaat uit van een zorgvuldige verkenning van alle belangen op basis van wederzijds vertrouwen. De achterliggende gedachte is dat dan een gedragen, samenhangende, integrale en uitvoerbare oplossing voor de opgave tot stand kan komen. Het proces is daarbij leidend, de te doorlopen formele procedures zijn ondersteunend. Toepassing van de Brede Belangen Benadering in 2010 heeft geresulteerd in het Afsprakenkader Gebiedsopgave Grenscorridor N69, zie bijlage 1. Het Afsprakenkader vormt de opmaat voor het opstellen van voorliggend Gebiedsakkoord. Gebiedsopgave Grenscorridor N69 Het gebied van de Grenscorridor N69 heeft grote kwaliteiten qua natuur en landschap, een kostbaar watersysteem met fraaie beekdalen, sterke landbouwgebieden en een goed netwerk van voorzieningen voor dagen verblijfsrecreatie. Deze kwaliteiten zijn belangrijk voor de bewoners, bezoekers, bedrijven en werknemers van Brainport. De provinciale wegen N69, N396 en N397 zijn belangrijke regionale en lokale wegen en hebben een grote betekenis voor het doorgaande verkeer voor Brainport dat onderdeel is van het economische kerngebied ELAT (Eindhoven, Leuven, Aken-Triangle). Concreet gaat het daarbij om de internationale verbinding tussen Concept Gebiedsakkoord - 17 december 5

6 Zuidoost-Brabant, Eindhoven en Belgisch Limburg, Hasselt. De wegen N69, N396 en N397 zijn hiermee belangrijke dragers voor de ontwikkeling in het gebied van de Grenscorridor N69. De N69, N396 en N397 kunnen het lokale/regionale en (inter)nationale verkeer onvoldoende faciliteren. Het vele verkeer zorgt voor overlast: geluidsoverlast, slechte luchtkwaliteit en veel sluipverkeer. Het provinciale wegennet is daarmee in toenemende mate een belemmering voor het functioneren van het gebied van de Grenscorridor N69 en als afgeleide het functioneren en de ontwikkeling van Brainport. De combinatie van het intensieve gebruik van het gebied van de Grenscorridor N69 en de aanwezige kwaliteiten vragen om een zeer zorgvuldige en samenhangende aanpak. Eenvoudige oplossingen zijn niet voorhanden. Alleen via combinaties van maatregelen, waarbij gelijktijdig de problemen worden opgelost, waarbij ze niet worden verplaatst en kansen worden benut, is een oplossing mogelijk voor de Samenwerkende Partijen. Op grond van de voorgeschiedenis en de Gebiedsopgave Grenscorridor N69 is de volgende doelstelling voor dit Gebiedsakkoord van toepassing: Het verankeren van de gezamenlijk gedragen voorkeursoplossing, bestaande uit maatregelen waarmee de leefbaarheid, de bereikbaarheid en de ruimtelijke en functionele kwaliteit in het gebied van de Grenscorridor N69 integraal en robuust worden verbeterd. Status Gebiedsakkoord In dit Gebiedsakkoord zijn de voorkeursoplossing voor de Gebiedsopgave Grenscorridor N69 en afspraken over het vervolg hiervan opgenomen. De ondertekenaars hebben geen zwaarwegende bezwaren tegen de voorkeursoplossing. De voorkeursoplossing geeft de hoofdrichting waarvan de benoemde maatregelen in het vervolgproces nader worden uitgewerkt. Zo wordt bijvoorbeeld de exacte ligging van de Westparallel in het vervolgproces nog nader bepaald, hierbij zullen meerdere tracés worden onderzocht, o.a. de Keersopperdreef. Afspraken over de uitvoering worden samen met nadere uitwerkingen van maatregelen in een Uitvoeringsovereenkomst vastgelegd. Tijdens het proces om te komen tot een voorkeursoplossing is ook de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Brede Plan-MER Gebiedsopgave Grenscorridor N69 opgesteld. In deze notitie staan de doelstellingen van de Gebiedsopgave, de mogelijke oplossingen in de vorm van integrale maatregelpakketten en de beoordelings- en onderzoeksmethodieken beschreven. De Notitie Reikwijdte en Detailniveau Brede Plan-MER is de start van de Brede Plan-MER. De opgave van de Brede Plan-MER is dezelfde als in dit Gebiedsakkoord. De beoordeling en de onderzoeken van de integrale maatregelpakketten liggen ten grondslag aan de keuze voor de voorkeursoplossing. De resultaten van de beoordeling en de onderzoeken zijn samengevat opgenomen in bijlage 2 en worden uitgebreid opgenomen in de Brede Plan-MER. De Brede Plan-MER is de basis voor de nog op te stellen structuurvisie Gebiedsopgave Grenscorridor N69. In deze structuurvisie worden de ruimtelijke gevolgen van het Gebiedsakkoord opgenomen. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 6

7 Totstandkoming Gebiedsakkoord De Brede Belangen Benadering is een hulpmiddel om te komen tot een gedragen en samenhangende oplossing. De spelregels voor dit proces zijn beschreven in het Afsprakenkader Gebiedsopgave Grenscorridor N69. De Samenwerkende Partijen zijn gekomen tot een breed gedragen voorkeursoplossing. De afweging is vanuit een brede belangenbenadering tot stand gekomen en beschreven in bijlage 2 en maakt integraal onderdeel uit van dit concept gebiedsakkoord. Onderstaande samenvatting geeft een beeld van de stappen die daarvoor zijn doorlopen: Het opstellen van de doelstelling van de Gebiedsopgave op basis van een verkenning van het leefbaarheidsen bereikbaarheidsprobleem, de oorzaken daarvan en een verkenning van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten. Het samenstellen van integrale maatregelpakketten die mogelijk de gebiedsopgave beantwoorden. Het onderzoeken of de maatregelpakketten de bereikbaarheidsproblematiek en de overlast van het verkeer op de leefbaarheid voldoende oplossen. Het afvallen en niet meer onderzoeken van enkelvoudige maatregelenpakketten, dus maatregelpakketten exclusief maatregelenpakket Nulplus, met onvoldoende oplossend vermogen. Het ordenen en beoordelen van de gecombineerde maatregelpakketten volgens de Ladder van Verdaas. Het nader onderzoeken van gecombineerde maatregelpakketten, inclusief varianten binnen de maatregelpakketten, met voldoende oplossend vermogen ten aanzien van leefbaarheid en bereikbaarheid. Het onderzoek richtte zich hierbij op het in beeld brengen van de effecten op leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, de technische haalbaarheid en financiële consequenties. Het afvallen en niet meer nader onderzoeken van gecombineerde maatregelenpakketten, die onvoldoende het probleem oplossen of technisch onhaalbaar zijn. Het ontwikkelen en nader uitwerken van een Gebiedsimpuls. Een gebiedsimpuls betreft extra maatregelen, bovenop de mitigerende en compenserende maatregelen, waarmee de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied van de Grenscorridor N69 in samenhang versterkt worden op natuur, landschap, water, recreatie en landbouw. Het nader aanvullen van de overgebleven gecombineerde maatregelpakketten met onder andere mitigatie en compensatie. Het nader in beeld brengen van de effecten op leefbaarheid, bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en kosten van deze aangevulde maatregelpakketten. Het kiezen van een voorkeursoplossing op basis van effecten op leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, de kosten en de technische haalbaarheid en invulling van de Gebiedsimpuls. De resultaten van onderzoeken zijn als achtergrondinformatie in de vorm van bijlage 3 toegevoegd aan dit concept gebiedsakkoord.. Deze resultaten en bovenstaande afweging worden uitgewerkt in de Brede Plan-MER Gebiedsopgave Grenscorridor N69. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 7

8 Komen het volgende overeen: Artikel 1 Definities Afsprakenkader Gebiedopgave Grenscorridor N69: een bundeling van afspraken zoals vastgelegd in bijlage 1. Besluit-MER: een milieu effect rapport bij een concreet besluit als een bestemmingsplan of provinciaal inpassingsplan, in een milieu effect rapport worden de milieu effecten van een ruimtelijke ingreep beschreven. Bestuurlijk Overleg: het periodiek overleg tussen de Samenwerkende Partijen. BrabantStad: het stedelijk netwerk van de vijf grote Brabantse steden Breda, Eindhoven, Helmond, s- Hertogenbosch en Tilburg en de provincie Noord-Brabant. Brainport: Zuidoostvleugel BrabantStad: de toptechnologieregio Brainport is een broedplaats voor innovatie en de thuisbasis voor bedrijven, kennis- en researchinstellingen van wereldklasse in Zuidoost-Brabant. Brede Belangen Benadering: Mutual Gains Approach (MGA): procesaanpak waarbij vanuit de belangen van de betrokken partijen een integrale oplossing wordt gezocht. Brede plan-mer: milieu effect rapport bij de structuurvisie Grenscorridor N69, in een breed milieu effect rapport worden naast de milieu effecten ook andere effecten, zoals duurzaamheid, belangen en haalbaarheid van een ruimtelijke ingreep beschreven; de notitie Reikwijdte en Detailniveau Brede Plan-MER structuurvisie Gebiedsopgave Grenscorridor N69 van 2 augustus 2010 beschrijft de uitgangspunten van de brede plan-mer voor de Gebiedsopgave Grenscorridor N69. Compensatiemaatregel: maatregel voor het compenseren van de negatieve effecten van een ingreep op mens, natuur en milieu. EHS: Ecologische Hoofdstructuur: een samenhangend Nederlands netwerk van beschermde bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden. Gebiedsakkoord: voorliggend document. Gebiedsimpuls: extra investering in de ruimtelijke, economische en ecologische kwaliteit van het gebied. Gebiedsopgave: het streven van de Samenwerkende Partijen naar een oplossing voor de leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblematiek in het gebied van de Grenscorridor N69 en het verbeteren van ruimtelijke kwaliteit van het gebied van de Grenscorridor N69. Infrastructurele maatregel: maatregel bestaand uit de aanleg van nieuwe infrastructuur, nieuwe wegen of nieuwe fietspaden. Intentieverklaring 2004: intentieverklaring Integrale Oplossingsrichting bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen in relatie tot de rijksweg N69 van 17 mei 2004 tussen Eersel, Bergeijk, Veldhoven, Waalre, Valkenswaard, Eindhoven en Heeze-Leende, het SRE en de provincie over de gefaseerde aanpak van de N69 problematiek. Ladder van Verdaas: Zevensprong van Verdaas: stappenschema om te komen tot een zorgvuldige aanpak van mobiliteitsvraagstukken. Het schema bestaat uit de volgende stappen: 1. ruimtelijke visie en programma, 2. anders betalen voor mobiliteit, 3. mogelijkheden voor mobiliteitsmanagement, 4. optimalisatie van het openbaar vervoer, 5. mogelijkheden van benutting bestaande infrastructuur, 6. aanpassingen van bestaande infrastructuur, 7. onderbouwing van de noodzaak tot nieuwe infrastructuur. Leefbaarheid: de gevolgen van geluid, luchtkwaliteit en verkeersveiligheid op de volksgezondheid. Maatregelpakket: samenhangend pakket van verbeter-, infrastructurele en ruimtelijke maatregelen. Mitigerende maatregel: maatregel voor mitigatie. Mitigatie: het verzachten, verlichten en matigen van de negatieve effecten van een bepaalde ingreep op natuur, milieu en de mens Parallelweg: ventweg voor langzaam, landbouw en bestemmingsverkeer. Provinciale structuurvisie: herziening van een deel van het provinciaal ruimtelijk plan waarin de voorkeursoplossing voor de Grenscorridor N69 beleidsmatig wordt beschreven. Uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst met afspraken over de uitvoering van het Gebiedsakkoord. Verbetermaatregel: maatregel om de verkeerssituatie te verbeteren, waarbij geen wegen worden aangelegd. Voorkeursoplossing: samenhangend maatregelpakket, inclusief Gebiedsimpuls, dat de voorkeur heeft van de Samenwerkende Partijen om de Gebiedsopgave Grenscorridor N69 te beantwoorde. Westparallel Plus: de gekozen voorkeursoplossing bestaand uit een samenvoeging van maatregelen uit de onderzochte maatregelpakketten NulPlus, Westparallel en de Gebiedsimpuls. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 8

9 Artikel 2 Plangebied Gebiedsakkoord 2.1 Het geografisch plangebied van dit Gebiedsakkoord is het plangebied van de Grenscorridor N69 ingetekend op onderstaande plankaart. Afbeelding 2.1 Plangebied 2.2 De beschreven voorkeursoplossing en maatregelen vallen binnen dit plangebied. Artikel 3 - Voorkeursoplossing 3.1 De Samenwerkende Partijen komen als voorkeursoplossing de Westparallel Plus overeen voor de vraagstukken op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in het gebied van de Grenscorridor N69. De Westparallel Plus is een samenvoeging van maatregelen uit de onderzochte maatregelpakketten NulPlus, Westparallel en de Gebiedsimpuls. 3.2 De voorkeursoplossing is een samenstelling van samenhangende maatregelen. De samenhangende maatregelen zorgen voor een goede oplossing voor de leefbaarheid, de internationale en regionale bereikbaarheid in relatie tot de regionale ruimtelijke kwaliteiten. De N69, N396 en N397 worden ontlast en er is sprake van versterking van de natuurlijke, landschappelijke, water-, landbouw- en recreatieve kwaliteiten van het gebied. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 9

10 Afbeelding 3.1 Westparallel Plus, exclusief Gebiedsimpuls 3.3 De basis voor de voorkeursoplossing bestaat uit verbetermaatregelen. Dit zijn maatregelen voor het verminderen van het autoverkeer, zoals het stimuleren van openbaar vervoer, fietsgebruik en het verbeteren van de doorstroming. Hieraan is de aanleg van nieuwe infrastructuur op het grondgebied van Valkenswaard, Bergeijk en Veldhoven ten westen van Valkenswaard en Waalre toegevoegd ter ontlasting van de N69, de N396 en N397. Deze nieuwe infrastructuur wordt zorgvuldig ingepast zowel qua tracékeuze als qua ruimtelijk ontwerp. Tegelijkertijd wordt het gebied van de Grenscorridor N69 versterkt door een Gebiedsimpuls op de onderdelen landschap, water, natuur, recreatie en landbouw. 3.4 De voorkeursoplossing bestaat uit verbeter-, infrastructurele, mitigerende, compensatie- en gebiedsimpulsmaatregelen. De inhoud van deze maatregelen, onderzoeken en uitwerkingen zijn nader omschreven in de artikelen 3.5 tot en met De verbetermaatregelen die onderdeel uit maken van de voorkeursoplossing, betreffen de volgende maatregelen: Het stimuleren van openbaar vervoer door: De aanleg van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) tussen Eindhoven en Aalst-Valkenswaard. Belangrijk hiervoor is de aanleg van HOV2, de HOV lijn tussen Nuenen en de High Tech Campus in Eindhoven. Het invoeren van een stringent parkeerbeleid in Eindhoven. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 10

11 Het aanleggen van transferia voor overstappen tussen auto, openbaar vervoer en de fiets ten noorden van Aalst, langs de A67 bij Veldhoven en ten noorden van Valkenswaard. Hiermee wordt het openbaar vervoer, het gebruik van de fiets en carpoolen gestimuleerd. Het duurzaam veilig inrichten van wegen om de verkeersveiligheid te vergroten. De wegen in de kernen Aalst, Waalre en Valkenswaard en de kernen in de gemeenten Eersel en Bergeijk nader invullen/versterken als 30 km/u gebied. De wegen in het buitengebied van Bergeijk, Eersel, Valkenswaard en Veldhoven nader invullen/versterken als 60 km/u gebied. Het aanbrengen van dynamische verkeersinformatie op de N69/ Eindhovenseweg, de Aalsterweg, N396 en N397. Hierdoor wordt het autoverkeer beïnvloed en de doorstroming verbeterd. Het instellen van een vrachtwagenverbod in de kernen Valkenswaard en Aalst en in het gehele buitengebied voor het doorgaand vrachtverkeer. Dit vrachtverkeer moet gebruik maken van de doorgaande routes. Dit verbod wordt pas ingesteld als de route via de Westparallel gereed is. De N396 blijft de route voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen. Het aanleggen van een snelle fietsroute over het Oude Spoorbaantracé tussen Eindhoven, Aalst, Waalre en Valkenswaard. 3.6 De infrastructuurmaatregelen die onderdeel uit maken van de voorkeursoplossing, betreffen de volgende maatregelen: Het aanleggen van nieuwe infrastructuur voor de Lage Heideweg, waarbij de Lage Heideweg en de nieuwe infrastructuur van de Westparallel op elkaar worden aangesloten en afgestemd. Het aanleggen van nieuwe infrastructuur voor de Westparallel. Uitgangspunt is een weg met twee maal één rijstrook en een snelheid van 80 km/u. Behalve tussen de Locht en de A67 met twee maal twee rijstroken met een snelheid van 80 km/u. Er komen de volgende aansluitingen op de Westparallel: A67 ter hoogte van Veldhoven-West, een volledige aansluiting; De Locht; Loonderweg tot aan Dommelen-Noord, uitgevoerd als 2x1 rijstrook met een snelheid van 60 km/uur; Dommelsedijk bij N397; N69/ Luikerweg. Het afwaarderen van de huidige N69 vanaf de aansluiting van de Lage Heideweg tot aan de aansluiting op de N2 tot: 60 km/u-weg voor de delen van de weg buiten de bebouwde kom; 30 km/u-weg voor de delen van de weg binnen de bebouwde kom. Het verbeteren van de doorstroming op de N397 door het aanpassen van t Stuivertje en rotonde Schadewijk. Het aanpassen van de aansluiting van de N397 op het onderliggende wegennet tussen Eersel en Bergeijk ter hoogte van Boevenheuvel tot een volwaardige aansluiting. 3.7 De mitigerende maatregelen die onderdeel uit maken van de voorkeursoplossing, betreffen de volgende maatregelen: Het inpassen van de Westparallel door een deel verdiept aan te leggen, delen te voorzien van grondwallen, een deel op palen aan te leggen en de aanleg van beekpassages. Tevens worden voor het kruisende langzaam verkeer en het landbouwverkeer tunnels of viaducten aangelegd. Het uitvoeren van de Westparallel en de toekomstige ontsluitingsweg naar Dommelen-Noord in stil asfalt. Het aanleggen van stil asfalt op de Aalsterweg, de N69 en de N397 in en langs de kernen. 3.8 De wettelijke compensatiemaatregelen maken onderdeel uit van de voorkeursoplossing. Afhankelijk van het definitieve tracé van de aan te leggen nieuwe infrastructuur kan de benodigde hoeveelheid worden bepaald. Op de berekening van de compensatie wordt de wet Milieubeheer en het bestaand vastgesteld provinciaal beleid toegepast. De invulling van deze compensatie wordt in samenhang met de Gebiedsimpuls nader uitgewerkt, zie artikel 4. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 11

12 3.9 De Gebiedsimpuls maatregelen die onderdeel uit maken van de voorkeursoplossing worden nader uitgewerkt, zoals beschreven in artikel Om te bepalen of er nog maatregelen aan de voorkeursoplossing moeten worden toegevoegd en voor het nader uitwerken van benodigde aanpassingen op de N397 worden onderzoeken uitgevoerd. Dit betreffen onderzoeken naar: Het aansluiten van het Hoogwaardig Openbaar Vervoersnetwerk Zuidoost-Brabant op de Spartacuslijn in België. Het instellen van venstertijden voor bestemmingsvrachtverkeer in de kernen Valkenswaard en Waalre. Venstertijden zijn bepaalde tijden van de dag waarop het vrachtverkeer toegang heeft tot een bepaald gebied. Het aanpassen van kruisingen op de doorgaande wegen, de gemeentelijke en provinciale hoofdwegen, zodat ze minder vertraging voor het verkeer opleveren of het verkeer anders sturen. Het betreft bijvoorbeeld de Kempenbaan, Zilverbaan, Karel de Grotelaan, Aalsterweg, Professor Holstlaan, het zuidelijk deel van de N69 van de Belgische grens tot aan de Lage Heideweg en de Zuidelijke Randweg/De Vest. Het nader bepalen van nodige aanpassingen voor verbetering van de doorstroming op de N397 ter hoogte van rotonde t Stuivertje en rotonde Schadewijk Het aanpassen van de aansluiting van de N397 op het onderliggende wegennet tussen Eersel en Bergeijk ter hoogte van Boevenheuvel tot een volwaardige aansluiting. Het aanleggen van parallelwegen langs de doorgaande route van de Belgische grens tot aan de A67. Het bescherming van het kwetsbaar landschap ten westen van Dommelen. Het verminderen van de gevolgen voor de leefbaarheidsproblemen bij Veldhoven ten gevolge van de aansluiting van de Westparallel op de nieuwe aansluiting Veldhoven-West. Artikel 4. Gebiedsimpuls 4.1 De Samenwerkende Partijen kiezen voor een Gebiedsimpuls voor de kwaliteiten van natuur, landschap, water, landbouw en recreatie in het gebied van de Grenscorridor N69. Onder de Gebiedsimpuls worden extra maatregelen verstaan waarmee de ruimtelijke kwaliteiten in het gebied van de Grenscorridor N69 in samenhang, op de doelen voor natuur, landschap, water, recreatie en landbouw, versterkt worden. 4.2 Bij de uitwerking van de gebiedsimpuls kiezen de Samenwerkende Partijen voor de volgende leidende principes: De basis voor de gebiedsimpuls is het aanwezige waardevolle systeem van beekdalen, dekzandruggen en overgangsgebieden. De gebiedsimpuls wordt zoveel mogelijk gerealiseerd waar de nieuwe infrastructuur de bestaande kwaliteiten beïnvloedt, onder voorwaarde dat daarmee de kwaliteit wordt verhoogd. De gebiedsimpuls bestaat uit een samenhangende maatregelen ter versterking van de landbouw, natuur, landschap, recreatie en water. 4.3 De gebiedsimpuls kan de volgende maatregelen en projecten bevatten, gerangschikt per thema: Landbouw Het verwerven van grondgebonden landbouwbedrijven om ruimte te maken in grondpositie ten behoeve van alle ruimtelijke doelen. Het verbeteren van de ruimtelijke structuur van blijvende grondgebonden landbouwbedrijven. Peilgestuurde drainage rondom gebieden waar hydrologisch herstel plaatsvindt. Het instellen van een duurzaamheidsfonds waarmee bedrijven klimaatneutraal kunnen produceren. Het verplaatsen van piekbelasters voor Natura Recreatie Het versterken van routestructuren in natuur- en landbouwgebied door invulling missing links. Het bevorderen van het gebruik van routestructuren door realisatie themapaden. Het bevorderen van het gebruik van het gebied als stedelijk uitloopgebied. Het bevorderen van de beleving en bewustwording van de omgeving door innovatieve toepassing van informatie en educatie. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 12

13 Extra oversteken over de beekdalen. Landschap Het versterken van de beekdalen met aanleg van landschapselementen. Het beheer van deze elementen in een gebiedscontract in de tijd borgen. Het instellen van een landschapsfonds ten behoeve van het aanleggen van landschapselementen buiten de EHS. De landschapselementen te borgen in een gebiedsafspraak over duurzaam en continu beheer. Natuur Het realiseren van nieuwe natuur door aankoop en inrichting, al dan niet binnen de begrensde gebieden; afhankelijk van de resultaten van de herijking van de EHS. Het aanleggen van natte ecologische verbindingszones (EVZ s) langs de beken. Het creëren van overgangszone van natuur naar landbouw door middel van agrarisch natuurbeheer. Water Het aanleggen van natte ecologische verbindingszones in combinatie met hermeandering van beken. Het aanleggen van waterberging. Het vispasseerbaar maken van stuwen. Het vernatten van natte natuurparels in het gebied. Het instellen van een duurzaamheidsfonds voor landbouwbedrijven voor de verbetering van de waterkwaliteit. 4.4 Als basis voor de uitwerking van de gebiedsimpuls geeft de provincie duidelijkheid over de mogelijkheden voor de realisatie van de EHS. 4.5 Op basis van de geformuleerde leidende principes en de financiële kaders, werken de Samenwerkende Partijen de gebiedsimpuls nader uit tot een gebiedsimpuls als onderdeel van de gezamenlijk te ontwikkelen Uitvoeringsovereenkomst zoals genoemd in artikel 6. Artikel 5 Samenhang 5.1 De voorkeursoplossing, bestaande uit de maatregelen zoals benoemd in artikel 3 en artikel 4 van dit gebiedsakkoord, dient in het geheel en in samenhang te worden geïmplementeerd. De Samenwerkende Partijen spreken daarom af dat de maatregelen in samenhang worden geconcretiseerd, uitgewerkt en uitgevoerd. 5.2 De Samenwerkende Partijen werken, als vervolg op dit Gebiedsakkoord, gezamenlijk aan een Uitvoeringsovereenkomst en spreken daarbij af hun bevoegdheden te gebruiken om de uitvoering van de maatregelen te bevorderen. 5.3 De Samenwerkende Partijen komen overeen, dat de belangen van de Samenwerkende Partijen bij het opstellen van de Uitvoeringsovereenkomst, zoals genoemd onder artikelen 5.2 en 7, worden gewaarborgd met inachtneming van deze belangen afspraken worden gemaakt en beslissingen genomen. 5.4 Afgesproken is dat de procedures ondersteunend zijn aan het proces. Daarom stelt de provincie een provinciale Structuurvisie op, waarin de ruimtelijke hoofdlijnen van de voorkeursoplossing worden vastgelegd. Bij de Structuurvisie wordt een brede plan-mer opgesteld met de onderzoeksresultaten uit bijlage 3. De provincie bespreekt de Structuurvisie en brede plan-mer in het Bestuurlijk Overleg en brengt het daarna in procedure. 5.5 De Samenwerkende Partijen spreken af dat de intentieverklaring Integrale Oplossingsrichting bereikbaarheidsen leefbaarheidsproblemen in relatie tot de rijksweg N69 van 17 mei 2004 met de ondertekening van dit Gebiedsakkoord komt te vervallen. 5.6 De Samenwerkende Partijen komen overeen om de voorkeursoplossing in samenhang met de genoemde maatregelen zoals omschreven in artikel 3 en 4 van dit gebiedsakkoord constructief uit te dragen aan hun achterban. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 13

14 Artikel 6 Kosten en financiën 6.1 De totale kosten van de voorkeursoplossing zijn geraamd op 243 miljoen, naar het prijspeil van 1 januari Deze raming wordt nader aangescherpt in de vervolgfase ten behoeve van het opstellen van de Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel Deze financiële raming is inclusief een bedrag voor de Gebiedsimpuls bestaande uit 10% tot 15% van de kosten voor de aanleg van nieuwe infrastructuur en mitigerende maatregelen en inclusief een algemene risico-opslag van 25%. In de raming zijn niet begrepen: kosten van parallelwegen, uitgangspunt hierbij is oversteken met tunnels voor langzaam verkeer, tractoren en vee; organisatiekosten; beheer- en exploitatiekosten; BTW. 6.3 De provincie zet de bijdrage van 64 miljoen naar het prijspeil van 1 januari 2007 van het Rijk, bedoeld voor de aanleg van een nieuwe doorgaande verbinding tussen de N69 en Rijksweg A67 inclusief de aansluiting daarop, in voor de voorkeursoplossing. Dit bedrag is exclusief 6 miljoen voor het beheer van de N69. Daarbij houdt de provincie zich aan de afspraken uit de overeenkomst waarin deze rijksbijdrage is vastgelegd, zoals opgenomen in bijlage De provincie zet uit eigen middelen een bijdrage in uit het spaarfonds voor infrastructuurprojecten, het zogenaamde Infrastructuurfonds, voor de voorkeursoplossing. 6.5 De Samenwerkende Partijen zetten zich in om tot een sluitende begroting voor de voorkeursoplossing te komen. 6.6 Bij de opstelling van de begroting zoeken de Samenwerkende Partijen naar mogelijkheden om kosten te besparen, bijvoorbeeld door gezamenlijke aanbesteding van werken en diensten, naar mogelijkheden om bijdragen van derden, zoals subsidies, te verkrijgen. Artikel 7 Uitvoeringsovereenkomst 7.1 De Samenwerkende Partijen spreken af dat afspraken over de uitvoering van het Gebiedsakkoord worden vastgelegd in een Uitvoeringsovereenkomst Grenscorridor N69. De Samenwerkende Partijen stellen deze Uitvoeringsovereenkomst gezamenlijk op in Op de Uitvoeringsovereenkomst zijn de volgende principes van toepassing: De Uitvoeringsovereenkomst biedt waarborgen voor de volledige financiering en uitvoering van het Gebiedsakkoord. De Uitvoeringsovereenkomst onderstreept de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Samenwerkende Partijen voor de volledige financiering en uitvoering van de voorkeursoplossing. De uitvoering van de voorkeursoplossing wordt op een effectieve en efficiënte manier georganiseerd. De afspraken over de uitvoering doen recht aan de taken, bevoegdheden en de mate van participatie en financiële draagkracht van de Samenwerkende Partijen. In de Uitvoeringsovereenkomst kan onderscheid worden gemaakt tussen beslissende en adviserende partijen. 7.3 De Uitvoeringsovereenkomst bevat onder andere afspraken over: De details van de voorkeursoplossing, vastgesteld op basis van onderzoekend ontwerp; De kosten, kostenverdeling en financiering van de maatregelen; De organisatie van de uitvoering van de verschillende maatregelen; De planning en de fasering van de uitvoering; Het beheer en eigendom van uitgevoerde maatregelen; De grondverwerving; Concept Gebiedsakkoord - 17 december 14

15 De wijze waarop de Samenwerkende Partijen met elkaar in gesprek blijven over de uitvoering; De wijze waarop de Samenwerkende Partijen omgaan met mogelijke geschillen. 7.4 De Samenwerkende Partijen komen overeen dat zij in de periode tot het sluiten van de Uitvoeringsovereenkomst het Bestuurlijk en Ambtelijk Overleg voortzetten volgens de werkwijze van de Brede Belangen Benadering, zoals beschreven in het Afsprakenkader. De afspraken over dit onderwerp hebben tot doel de voortgang en de kwaliteit van het totstandkomingsproces van de Uitvoeringsovereenkomst en de uitvoering van maatregelen in 2011 te bewaken en te zorgen voor draagvlak onder de Samenwerkende Partijen. 7.5 De gedeputeerde van de provincie is de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg en zorgt voor de agendering van de vergadering. De Samenwerkende Partijen komen overeen dat de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg de woordvoerder is van dat Bestuurlijk Overleg en naar derden communiceert over de uitkomsten van het Bestuurlijk Overleg. 7.6 De Samenwerkende Partijen bevestigen dat er voor het opstellen van de Uitvoeringsovereenkomst maar één onderhandelingstafel is namelijk het Bestuurlijk Overleg Grenscorridor N De Samenwerkende Partijen spreken af zorgvuldig om te gaan met gegevens en informatie die ten behoeve van het opstellen van een Uitvoeringsovereenkomst met elkaar in beeld worden gebracht. Artikel 8 Lopende ontwikkelingen 8.1 De aansluiting van de Westparallel op de A67 is onderdeel van de voorkeursoplossing. De Westparallel sluit aan op de A67 bij de nieuwe aansluiting voor Veldhoven-West. 8.2 Veldhoven werkt in samenwerking met RWS en de provincie de aansluiting technisch, financieel en in tijd uit. Het Bestuurlijk Overleg wordt hierover regelmatig geïnformeerd. 8.3 De meerkosten van de aansluiting van de Westparallel op de aansluiting Veldhoven-West zijn onderdeel van de kosten van de voorkeursontwikkeling, zoals opgenomen in artikel 6. De meerkosten worden aangetoond met een duidelijke kwantitatieve onderbouwing. In de kwantitatieve onderbouwing dient het effect van de voorkeursoplossing zowel verkeerskundig, financieel, technisch duidelijk in beeld te worden gebracht, als ook de ruimtelijke inpasbaarheid. 8.4 Indien Veldhoven of het Bestuurlijk Overleg N69 besluit af te zien van de aanleg van de aansluiting Veldhoven- West, dan treden de Samenwerkende Partijen in overleg over de gevolgen hiervan. 8.5 Lage Heideweg en het fietspad over het Oude Spoorbaantracé maakt onderdeel uit van de voorkeursoplossing. 8.6 Valkenswaard en Bergeijk maken met de provincie en Waterschap de Dommel, voor zover nodig, nadere afspraken over de totstandkoming van de Lage Heideweg, in aansluiting op de Intentieverklaring Lage Heideweg (overeenkomst nummer ), zoals deze op 3 november 2008 is overeengekomen door de provincie en Valkenswaard en Bergeijk. Het Bestuurlijk Overleg wordt hierover regelmatig geïnformeerd. 8.7 Waalre en Valkenswaard werken in samenwerking met het SRE het fietspad technisch, financieel en in tijd uit. Het Bestuurlijk Overleg wordt hierover regelmatig geïnformeerd. 8.8 De noordelijke randweg bij Bergeijk en Eersel maakt als maatregel geen onderdeel uit het voorkeursalternatief maar betreft wel een maatregel waarmee het voorkeursalternatief versterkt kan worden. De uitwerking hiervan kan door Bergeijk en Eersel verder worden opgepakt. Het bestuurlijk overleg wordt hierover geïnformeerd. Concept Gebiedsakkoord - 17 december 15

16 Artikel 9 - Overige afspraken 9.1 Het Gebiedsakkoord treedt in werking op de dag van de ondertekening door de Samenwerkende Partijen. Dit Gebiedsakkoord vervalt op het moment dat de Samenwerkende Partijen de Uitvoeringsovereenkomst ondertekenen. Gedurende het opstellen van de Uitvoeringsovereenkomst blijven de afspraken uit het Gebiedsakkoord en het Afsprakenkader overeind. 9.2 Indien eind 2011 geen Uitvoeringsovereenkomst is gesloten, treden de Samenwerkende Partijen in overleg over de gevolgen. 9.3 Indien 31 december 2012 geen Uitvoeringsovereenkomst is gesloten, vervalt op dat moment dit Gebiedsakkoord. 9.4 Indien de Samenwerkende Partijen in onderling overleg van mening zijn dat er aanleiding is om de gemaakte afspraken over het proces of de voorkeursoplossing te wijzigen dan treden partijen in overleg over het wijzigen van de gemaakte afspraken. In dit overleg worden de belangen van de Samenwerkende Partijen besproken. Het Bestuurlijk Overleg kan vervolgens zorgvuldig beargumenteerd wijzigingen of bijstellingen voorstellen. Deze wijzigingen worden opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst. 9.5 De Samenwerkende Partijen komen overeen dat indien een organisatie, betrokken bij de Grenscorridor N69, wil toetreden tot het Bestuurlijk Overleg, hiervoor een verzoek dient te worden gedaan bij de voorzitter en dat het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg hierover besluit. Indien een partij toetreedt, dient deze partij dit Gebiedsakkoord te ondertekenen. Bijlagen 0. Side letter (maakt integraal onderdeel uit van het concept gebiedsakkoord) 1. Afsprakenkader; (bedoelt als achtergrond informatie) 2. Afweging voorkeursoplossing (maakt integraal onderdeel uit van het concept gebiedsakkoord); 3. Onderzoeksrapportage (bedoeld als achtergrond informatie); 4. Overeenkomst overdracht N69 Rijk- Provincie.(bedoelt als achtergrond informatie) Concept Gebiedsakkoord - 17 december 16