De Klinische Implicaties van het Verstoren van het Reconsolidatieproces bij Posttraumatische Stress-stoornis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Klinische Implicaties van het Verstoren van het Reconsolidatieproces bij Posttraumatische Stress-stoornis"

Transcriptie

1 De Klinische Implicaties van het Verstoren van het Reconsolidatieproces bij Posttraumatische Stress-stoornis Abstract Posttraumatische stress-stoornis (PTSS) is een veel voorkomende psychische aandoening die kan ontstaan bij het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Er zijn behandelingen voor die gebaseerd zijn op extinctie. Deze behandelingen onderdrukken tijdelijk het originele angstgeheugen maar verwijderen deze niet. Met een behandeling gebaseerd op het verstoren van het reconsolidatieproces zou dit wel mogelijk zijn. Gebleken is dat angstgeheugens aanpasbaar zijn door middel van reconsolidatie disruptie met β-blokkers. Trauma herinneringen zijn door de kracht en eventueel de leeftijd van de herinnering moeilijk in het totaal te reactiveren. Echter, als aan de grenswaarden van reconsolidatie bij trauma herinneringen wordt voldaan en deze in zijn totaliteit wordt gereactiveerd is verwijdering van de originele trauma herinnering, met behulp van reconsolidatie dusruptie, mogelijk. Bachelorthese Lucas Schakel 20 juni 2014, Amsterdam Klinische Psychologie, Universiteit van Amsterdam Begeleider: Marieke Soeter Aantal woorden:

2 Inhoudsopgave BACHELORTHESE: Abstract pag. 1 De Klinische Implicaties van het Verstoren van het Reconsolidatie-proces bij Posttraumatische Stress-stoornis pag. 3 Verstoring van het Reconsolidatie-proces bij Angstgeheugens pag. 8 Grenswaarden voor Reactivatie Trauma Herinneringen pag. 11 Reconsolidatie Disruptie bij behandeling van PTSS pag. 13 Conclusies en Discussie pag. 15 Literatuurlijst pag. 18 ONDERZOEKSVOORSTEL: Werking van Mifepristone Toediening bij PTSS Patiënten; Effectief bij Reconsolidatie Blokkade van het Trauma Geheugen? pag. 20 Abstract pag. 20 Afleiden van de Onderzoeksvraagstelling pag. 21 Onderzoeksmethode pag. 23 Deelnemers pag. 23 Materialen pag. 24 Variabelen pag. 24 Procedure pag. 25 Data Analyse pag. 25 Interpretaties van Mogelijke Resultaten pag. 25 Literatuurlijst pag. 26 2

3 De Klinische Implicaties van het Verstoren van het Reconsolidatie-proces bij Posttraumatische Stress-stoornis Een verkeersongeluk, verkrachting, slachtoffer van een geweldsdelict of vechten in de oorlog. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van ervaringen die kunnen zorgen voor traumatische herinneringen. Het overkomen van een traumatische gebeurtenis is erg ingrijpend en de kans bestaat dat iemand een psychische aandoening er aan overhoud. Een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) is het gevolg van blootstelling aan een heftige gebeurtenis waarbij de betrokkene in direct gevaar verkeerde en wordt blootgesteld aan zeer stressvolle omstandigheden, angst en hulpeloosheid. Trauma ontwikkeling kan hiervan het gevolg zijn (Vandereycken, Hoogduin & Emmelkamp, 2008). PTSS wordt ook wel beschreven als een conditie waarin het proces van trauma verwerking wordt verhinderd (Yehuda & LeDoux, 2007). De symptomen van PTSS zijn in drie clusters onder te brengen, welke minstens één maand naast elkaar moeten voorkomen en sociaal en interpersoonlijk functioneren verstoren: (A) Last van intrusies, welke bestaan uit het herbeleven van het trauma in de vorm van bijvoorbeeld nachtmerries; (B) Vermijding en emotionele afvlakking, zichzelf afsluiten van gedachtes die met het trauma te maken hebben en afstand nemen van cues die herinneringen aan het trauma op kunnen halen. Ook kan gedacht worden aan algemene sociale en emotionele distantiatie; (C) Hyperarousal symptomen, duidelijke psychologische manifestaties zoals insomnie, geïrriteerdheid en concentratieproblemen (DSM-IV, 1994, aangehaald in Vandereycken et al., 2008). PTSS komt voor met een geschatte lifetime-preventie van 9% (Kessler et al., 1995). Niet iedereen die een traumatische ervaring heeft meegemaakt ontwikkeld PTSS (Kamphuis & Emmelkamp, 1998) en de ontwikkeling gaat samen met enkele risicofactoren (e.g. vrouwelijk geslacht; bestaande emotionele problemen; laag IQ). Hierna treedt vaak spontaan herstel op, waardoor PTSS symptomen in de weken of maanden na het trauma vanzelf weer afnemen. Mocht dit niet gebeuren, dan kan PTSS, indien niet adequaat behandelt, jaren aanhouden (Olatunji, Cisler & Tonlin, 2007). De klassieke conditioneringstheorie van Pavlov (1924, aangehaald in Rachman, 1977), een associatief leermodel, speelt een belangrijke rol in het ontstaan van angstgeheugens. Het ontstaan van een trauma herinnering als gevolg van het meemaken van een traumatische gebeurtenis is hierdoor voor een groot deel te verklaren. Pavlov laat aan de hand van een angst-conditionerings procedure zien dat een neutrale geconditioneerde stimulus (CS) gepaard kan worden met een 3

4 ongeconditioneerde stressvolle stimulus (US) (CS-US associatie). Blootstelling aan de neutrale stimulus wekt vervolgens een geconditioneerde angstrespons (CR) op. Bijvoorbeeld: elke keer als er een bel rinkelt (CS) krijgt een individu een schok (US). Op een schok volgt een ongeconditioneerde reactie (UR), diegene schrikt van de pijn die de schok afgeeft. Na het meerdere keren herhalen van dit verband zal een relatie tussen de bel (CS) en de schok (US) worden aangeleerd. De individu wordt bang voor de bel, terwijl de bel zelf over het algemeen geen angst opwekkende stimulus is. Uiteindelijk zal een bel horen dus zorgen voor een angstrespons (Rachman, 1977). Als het klassieke conditioneringsmodel wordt toegepast op het ontstaan van PTSS, dan zouden individuen die een traumatische ervaring meemaken (US) en hier zeer angstig op reageren (UR), vervolgens angst laten zien (CR) bij confrontatie met trauma gerelateerde stimuli (CS). Het zien van trauma gerelateerde stimuli wekt als het ware de angstgevoelens voor het trauma weer op (Yehuda & LeDoux, 2007). Verder activeren negatieve emotionele ervaringen, zoals trauma s, hormonale systemen die zorgen voor een verhoogde norepinephrine afgifte, een neurotransmitter die een cruciale rol speelt in het opwekken van negatieve emoties. Een verhoogde norepinephrine afgifte tijdens herinnering consolidatie zorgt voor een sterkere uiting van negatieve emotie als die herinnering vervolgens weer wordt gereactiveerd (Soeter & Kindt, 2011b). Tijdens exposure aan een trauma, overconsolideert norepinephrine de traumatische herinnering, waardoor er een heftige negatieve emotionele waarde aan de trauma herinnering wordt gekoppeld (Geracioti et al., 2001). Het mogelijk ontstaan van een trauma herinnering, na het meemaken van een trauma, is dus grotendeels een combinatie van klassieke angst-conditionering en overconsolidatie van angst gevoelens. Aan de hand van de theorieën die er zijn over het ontstaan van PTSS zijn verschillende soorten behandelmethodes ontwikkeld. De meest populaire is de trauma-focust cognitieve gedragstherapie (TF-CGT) (Bisson et al., 2007). Hierbij wordt gebruik gemaakt van herhaalde imaginaire exposure aan de traumatische gebeurtenissen en exposure in vivo aan situaties die in het dagelijks leven vermeden worden (Vandereycken, Hoogduin & Emmelkamp, 2008). Bij herhaalde imaginaire exposure aan de traumatische gebeurtenis wordt in gedachte terug gegaan naar het moment van het trauma en wordt getracht de affectieve sensaties die tijdens het trauma werden ervaren boven te halen. Dit gebeurt in kleine stappen waarbij de cliënt hardop vertelt over de ervaring, zodat steeds delen van de trauma herinnering levendig worden gemaakt. Het herhaald vertellen over het trauma werkt bij de uitdoving van de angst en leidt tot verwerking en opslaan van het trauma in het lange-termijn geheugen (Bisson et al., 2007). Bij exposure in vivo wordt de cliënt, in real-life, geconfronteerd met situaties die normaal lastig zijn voor de cliënt. Zo kan de cliënt bijvoorbeeld geconfronteerd worden met de locatie waar een trauma plaatsvond. (Vandereycken, Hoogduin & Emmelkamp, 2008). 4

5 Zowel herhaalde imaginaire exposure als exposure in vivo maken gebruik van het extinctie mechanisme (Bouton, 1993). Extinctie is het uitdoven van een associatie tussen stimuli die gevormd is aan de hand van klassieke conditionering. Als een stimulus herhaald wordt aangeboden (CS) zonder dat het aangeleerde gevolg (US) optreedt, dan zal de aangeleerde associatie uitdoven en plaatsmaken voor een nieuw geheugenspoor (CS-noUS) (Bouton, 1993). Bij de imaginaire exposure techniek die gebruikt wordt in TF-CGT wordt voortdurend aan de angstopwekkende stimulus gedacht (de traumagebeurtenis; CS), waarbij in het begin de aangeleerde gevolgen op de stimulus ook zullen voorkomen (e.g. angst en stress; US). Echter zal het denken aan de traumagebeurtenis na verloop van tijd niet meer voorkomen in combinatie met de aangeleerde angstgevoelens, omdat de CS-US associatie niet meer wordt ervaren en de nieuwe CS-noUS associatie domineert. Bij exposure in vivo zal de herhaalde exposure aan trauma gerelateerde stimuli (CS) zorgen voor een afzwakking van de angst (US) die met deze stimuli worden geassocieerd en zal na verloop van tijd ook weer de CS-noUS associatie domineren over de CS-US associatie. Echter is terugval van PTSS symptomen na behandeling met TF-CGT relatief hoog (Vandereycken, Hoogduin & Emmelkamp, 2008). Deze terugval kan verklaard worden door het feit dat er verschillende processen bestaan die, na het succesvol optreden van extinctie, ervoor zorgen dat het extinctie-proces ongedaan wordt gemaakt. Het aanmaken van een nieuwe geheugen-associatie (CSnoUS) zorgt niet voor de verwijdering van de oude angst-associatie (CS-US), maar voor (tijdelijke) onderdrukking van deze associatie (Bouton, 1993). Dit betekent dat de oude CS-US associatie niet geheel uit het geheugen verwijderd wordt. Het is nog steeds mogelijk deze weer actief te maken door middel van drie verschillende processen: reinstatement, renewal en spontaneous recovery (Bouton, 2002). Reinstatement kan optreden als de US, na extinctie van de CS-US associatie, op zichzelf wordt getoond, zonder dat hier een CS aan vooraf ging (Rescorla & Heth, 1975). Denk aan de eerder beschreven bel-schok associatie. Na extinctie van deze assocatie kan deze mogelijk weer actief worden door het opnieuw aanbieden van een schok, zonder dat de bel hieraan vooraf gaat. Een vernieuwing van de context na extinctie kan renewal veroorzaken. Als iemand in setting A is geconditioneerd en in setting B exctinctie heeft geleerd, kan renewal optreden bij terugkeer naar setting A (Bouton & Bolles, 1979). Spontaneous recovery beschrijft het proces van spontaan herstel, waarbij na verloop van tijd de uitgedoofde CS-US associatie vanzelf weer herstelt (Baum, 1988). Deze processen zorgen mogelijk weer voor heracquisitie van de aangeleerde angst-associatie. Heracquisitie van een associatie die met behulp van extinctie was uitgedoofd gaat sneller dan het totaal nieuw aanleren van een angstassociatie. Dit suggereert dat de door extinctie uitgedoofde associatie nooit helemaal uit het geheugen is verdwenen, maar slechts tijdelijk is onderdrukt en met behulp van de beschreven processen later opgehaald kan worden (Napier, Macrae & Kehou, 1992). Bij PTSS behandeling is het het beste om het 5

6 originele angstgeheugen aan te passen, in plaats van deze te onderdrukken met een nieuwe associatie die gevoelig is voor disruptie. Daarom zijn behandelmethodes die gebruik maken van extinctie niet ideaal voor PTSS behandeling, de kern van het angstgeheugen wordt namelijk niet aangepakt, maar verdrongen. Het is echter ook mogelijk om de originele kern van het angstgeheugen aan te passen, in plaats van slechts te verdringen. Naast het tijdelijk onderdrukken van een angstgeheugen door middel van extinctie bestaat er ook een proces dat ingrijpt op het originele angstgeheugen en hiermee het originele geheugen direct beïnvloedt. Müller en Pilzecker (1900, aangehaald in Hernandez & Abel, 2008) toonden meer dan een eeuw geleden al aan dat het verbale geheugen onderbroken kon worden als, na acquisitie van geleerd materiaal, nieuw materiaal te snel aan het geheugen werd aangeboden. Zij stelde dat nieuwe herinneringen tijd nodig hebben om te consolideren. Het brein heeft tijd nodig om nieuwe herinneringen in het neurale stelsel te verharden, zodat deze bestand zijn tegen disruptie. Lang werd gedacht dat consolidatie slechts eenmaal voorkwam en dat een herinnering daarmee permanent opgeslagen werd (Hernandez & Abel, 2008). Echter is gebleken dat herinneringen die na opslag weer worden opgehaald (gereactiveerd), in een labiele staat terecht komen. Misanin, Miller en Lewis (1968) vonden dat ratten met een aangeleerde angst-associatie amnesie vertoonden na het toedienen van een schok, vlak na reactivatie van de angst-associatie. Hiermee suggereerden zij dat herinneringen, mits gereactiveerd, in een labiele staat komen waarin deze aanpasbaar zijn. Om herinneringen weer uit een labiele staat te laten komen en in het geheugen te stabiliseren is opnieuw een consolidatieproces nodig, waarbij de herinnering met behulp van proteïne synthese weer stabiliseert, de zogenaamde reconsolidatie (Nader, Schafe & Le Doux, 2000). Herinneringen kunnen vanuit neurologisch oogpunt gezien worden als verbindingen tussen specifieke synapsen in het geheugen. Het aanmaken van een nieuwe herinnering zorgt voor de aanmaak van een nieuwe verbinding tussen synapsen. Het frequent stimuleren van een verbinding maakt het mogelijk deze verbinding te versterken en het uitblijven van stimulatie kan zorgen voor verzwakking van een verbinding. Hierdoor zal een herinnering respectievelijk meer of minder prominent in het geheugen aanwezig zijn. De stimulatie van een verbinding komt voort uit sensorische ervaringen en zorgt voor langetermijnpotentiëring; door het gelijktijdig activeren van het presynaptische en postsynaptische neuron van een synaps wordt de doeltreffendheid van de synaps tijdelijk verhoogd. De verhoging van doeltreffendheid kan zorgen voor een sterkere verbinding tussen synapsen en in het geval van het aanpassen van geheugen sporen (reconsolideren) kan dit zorgen voor een aanpassing van bepaalde herinneringen of geheugens die te maken hebben met de sensorische input die vergaard werd (McGaugh, 2000). Wanneer een herinnering in een labiele fase verkeert is deze dus vatbaar voor aanpassingen. Er kan nieuwe informatie aan de herinnering toegevoegd worden, of oude, niet meer 6

7 relevante informatie kan worden verworpen, ook wel memory updating genoemd (Nader et al., 2000; Kindt, Soeter & Vervliet, 2009). Dit is dan ook de kern van het nut van reconsolidatie; het is mogelijk een originele herinnering dusdanig aan te passen dat deze minder prominent aanwezig zal zijn of zelfs geheel uit het geheugen zal verdwijnen. Memory updating is alleen mogelijk als er nieuwe informatie beschikbaar is om te leren, die eventueel relevant is voor het updaten van een herinnering, de zogenaamde prediction error, een voorwaarde voor reconsolidatie. Dit wordt gezien als het verschil tussen een verwachting over wat er gaat gebeuren in een situatie en wat er werkelijk gebeurt in de situatie (Sevenster, Beckers & Kindt, 2012). Aan de hand van gereactiveerde herinneringen, welke trachten te voorspellen wat er gaat gebeuren op basis van voorgaande ervaringen in dezelfde situatie, wordt een verwachting over de uitkomst van een situatie gevormd. Als de uitkomst van deze situatie vervolgens niet voldoet aan deze verwachting, dan zal er nieuwe informatie geleerd worden en zal de herinnering door middel van reconsolidatie worden bijgewerkt. Zodra de situatie precies loopt zoals de gereactiveerde herinnering voorspelt en er dus geen nieuwe informatie aanwezig is, kan er niks nieuws geleerd worden en komt het geheugenspoor ook niet in de labiele fase terecht. Het valt in dat geval niet aan te passen en reconsolidatie vindt dan niet plaats (Sevenster et al., 2012). Voor de behandeling van PTSS bestaan dus al methodes die gebruik maken van het extinctieproces. Echter zijn er nog geen methodes die gebruik maken van het verstoren van het reconsolidatieproces. Verstoring van het reconsolidatie-proces heeft een gunstigere uitkomst dan extinctie, aangezien verstoring zorgt voor permanente verwijdering of aanpassing van het originele geheugenspoor. Extinctie zorgt slechts voor (tijdelijke) onderdrukking van het originele geheugenspoor. Ook kan deze onderdrukking redelijk makkelijk, met behulp van verschillende processen, ongedaan worden gemaakt. Daarom is het nuttig om te kijken naar de mogelijkheden die reconsolidatie disruptie met zich meebrengt. De klinische implicaties van het verstoren van het reconsolidatie-proces bij posttraumatische stress-stoornis worden dan ook in deze paper besproken. Verwacht wordt dat de originele trauma herinnering aanpasbaar is met behulp van reconsolidatie disruptie. Als blijkt dat een trauma herinnering aanpasbaar is doormiddel van reconsolidatie disruptie zal dit zorgen voor nieuwe behandelstrategieën voor PTSS. Verstoring van het Reconsolidatie-proces bij Angstgeheugens Het reconsolidatie-proces, de proteïne synthese afhankelijke restabilisatie van een opgehaalde herinnering, maakt het mogelijk om de herinnering aan te passen (Nader et al., 2000). Het is mogelijk het reconsolidatie-proces te verstoren en dit kan als gevolg hebben dat een herinnering uit het geheugen wordt gewist (Kindt et al., 2009). Kort na het reactiveren kan de reconsolidatie van een 7

8 herinnering worden beïnvloed door neurobiologische manipulatie (Tronson & Taylor, 2007, aangehaald in Kindt et al., 2009) Er zijn twee effecten van neurobiologische manipulatie, een direct effect op proteïne synthesese (Nader et al., 2000) of de manipulatie van het vrijkomen van neurotransmitters (McGaugh, 2004). Een direct effect op proteïne synthesese kan bereikt worden met behulp van de anitbiotica anisomysin. In een toonaangevend onderzoek van Nader et al. (2000) vonden zij een veel belovend resultaat met onderzoek bij ratten, waarbij gevonden werd dat aangeleerde angst herinneringen verwijderd konden worden na toediening van anisomysin, vlak na reactivatie van de angst herinnering. Ratten kregen een angst-associatie aangeleerd door middel van klassieke conditionering (toon; CS voetschok; US). Hierdoor bevroren de ratten tijdelijk na het horen van de toon, omdat ze in angst op de voetschok wachtte. Na heractivatie van de angst-associatie, 24 uur later, kregen de ratten anisomysin toegediend. Dit resulteerde in significant geheugenverlies met betrekking tot de aangeleerde angst-associatie in vergelijking met een controlegroep, zowel 1 dag als 14 dagen na het aanleren van de angst-associatie. Wel was een korte reactivatie van de angst-associatie voor het toedienen van anisomysin van belang. Zonder deze reactivatie bleef de angst-associatie intact. Aan de reactivatie van het angstgeheugen zitten voorwaarden verbonden zoals bijvoorbeeld de eerder besproken prediction error. Er moet dus nieuwe informatie aanwezig zijn waardoor er een mogelijkheid bestaat om het geheugenspoor te updaten met nieuwe kennis. Maar er moet weer niet teveel informatie beschikbaar zijn. Dan gaat het reconsolidatie proces namelijk over in een extinctie proces waarbij een nieuwe associatie wordt geleerd die de originele angst-associatie zal onderdrukken. Ook als een geheugenspoor te lang gereactiveerd wordt zal extinctie optreden in plaats van reconsolidatie. Pedreira en Maldonado (2003) noemen dit de reminder duration. Als een stimulus kort wordt aangeboden (reactivatie) zal reconsolidatie mogelijk zijn. Echter, des te langer de stimulus wordt aangeboden, des te kleiner de kans op reconsolidatie wordt en des te groter de kans op extinctie wordt. Het geheugen heeft dan meer tijd om een nieuwe herinnering en associatie bij de situatie te maken (CS-noUS). Het is dus van belang dat het geheugenspoor precies goed gereactiveerd wordt, zodat het optimaal beschikbaar is voor reconsolidatie. Reconsolidatie met behulp van anisomysin is niet geschikt voor humaan gebruik, aangezien het de hersencel direct dood. Dus is er onderzoek gedaan naar middelen die als vervanger voor anisomysin konden dienen en wel geschikt waren voor humaan gebruik. Hieruit kwam naar voren dat β-blokkers, zoals bijvoorbeeld propranolol, effectief het reconsolidatie-proces bij mensen konden verstoren. β- blokkers hebben namelijk een indirect effect op de proteïne synthese. Debiec en LeDoux (2006) deden dieronderzoek op ratten, met propranolol als β-blokker, en vonden dat de systhematische en directe toediening (in de amygdala, het deel van het brein dat emotie koppelt aan sensorische informatie) van 8

9 propranolol zorgde voor het verstoren van het reconsolidatie-proces van angst-conditionering. Debiec en LeDoux leerden de ratten angst-associatie (toon; CS voetschok; US) aan en dienden vervolgens 24 uur later, na reactivatie, propranolol toe. 48 uur na de reactivatie en toediening werd aangetoond dat de ratten een significant verminderde herinnering hadden van de associatie, in vergelijking met een controle groep. Buiten het feit dat dit onderzoek gebruik maakt van propranolol, wat de generaliseerbaarheid naar humaan onderzoek ten goede komt, wordt de propranolol ook systhematisch toegediend. Bij humaan onderzoek zal dit ook gebeuren, aangezien directe toediening in de amygdala bij humaan onderzoek niet mogelijk is. De onderzoeksopzet van Debiec en LeDoux komt dus het dichts in de buurt bij een opzet die mogelijk zou zijn voor humaan onderzoek en is derhalve dus een uitermate effectief onderzoek om voorspellingen op te baseren. De eerder besproken onderzoeken naar het verstoren van het reconsolidatie-proces bij dieren, waaruit veelbelovende resultaten naar voren kwamen, leidde tot humaan onderzoek naar aanpassingen van angstgeheugens met behulp van β-blokkers. Soeter en Kindt (2009) vonden, in een dubbel-blind placebo gecontroleerd onderzoek, dat orale toediening van propranolol bij mensen angst uitingen van een aangeleerde angst-associatie verwijderden, 24 uur na toediening. Zestig proefpersonen werd, op dag 1, een angst-associatie aangeleerd door middel van klassieke conditionering (spinnenplaatjes; CS schok; US). Met behulp van een luide toon, die 500 ms voor het toedienen van de schok werd afgespeeld, kon de startle respons gemeten worden. Een startle respons is de mate waarin een deelnemer zijn ogen dicht knijpt als verdedigingsmechanisme bij onverwachte gebeurtenissen en kan geassocieerd worden met de amygdala en de uiting van negatief affect (Davis, 2006). Deelnemers leerden dat ze bij een specifiek spinnenplaatje (CS1) een schok konden verwachten en bij een ander spinnenplaatje geen schok konden verwachten (CS2). Reactivatie van de angstassociatie, op dag 2, werd gedaan met behulp van het tonen van het CS1 spinnenplaatje zonder een schok als gevolg. Toediening van propranolol (40 mg) of placebo gebeurde 90 minuten voor de reactivatie. Ter controle kreeg een derde groep ook propranolol toegediend zonder reactivatie. Op dag 3 werd de startle respons gemeten na het tonen van de CS1 en CS2. Hieruit kwam naar voren dat de startle respons bij de propranolol conditie significant kleiner was dan de startle respons bij de placebo conditie. Ook was opvallend dat de angstrespons bij de propranolol groep zonder reactivatie nog wel aanwezig was, net als bij de placebo groep. Dit suggereert dat reactivatie van de angst-associatie essentieel is voor de effectiviteit van reconsolidatie disruptie met behulp van propranolol en dat er dus niet enkel een pil effect is van de propranolol op de angst. Uit vervolgonderzoek bleek dat het angst wissende effect een maand later nog steeds houdbaar was (Soeter & Kindt, 2010). Ook werd in dit onderzoek de assumptie voor het bestaan van twee soorten angstgeheugens bevestigd; het declaratieve en het amygdala-afhankelijke 9

10 angstgeheugen. De kennis over de aangeleerde angst-associatie bestond namelijk nog wel in het declaratieve geheugen maar zorgde, bij tonen van de angst stimulus, niet meer voor een emotionele angst respons via het amygdala angstgeheugen. Het lijkt dus dat het originele, emotionele angstgeheugen wordt aangepast, de kern van de assumptie dat reconsolidatie disruptie wellicht effectiever is dan extinctie (waarbij het originele angstgeheugen intact blijft) bij het behandelen van angststoornissen. Verder stelde Soeter en Kindt vast (2011a) dat propranolol toediening niet voor een afname van de algemene functionele angstreacties op gevaarlijke situaties zorgt. Deelnemers werd op dag 1 twee angst-associaties aangeleerd doormiddel van klassieke conditionering; spinnenplaatjesschok en pistoolplaatjes-schok. Reactivatie op dag 2 werd alleen met de spin associatie gedaan, zonder dat daarop een schok volgde. Toediening van propranolol (40 mg) of placebo gebeurde 90 minuten voor de reactivatie. Op dag 3 bleek, met behulp van startle respons meting, dat de angst voor de spinnenplaatjes significant lager was dan de angst voor de pistool plaatjes. Hiermee concludeerden zij dat andere aangeleerde angstreacties wel intact blijven na reconsolidatie. Algemene angst verlagende effecten van propranolol inname konden hiermee worden uitgesloten. Tevens stelden zij vast dat propranolol toediening zorgt voor een gegeneraliseerde afname van een angstreactie op plaatjes met hetzelfde angstige onderwerp. Deelnemers kregen bij het aanleren van de angst-associatie per angstige categorie twee verschillende plaatjes (twee spinnen- en twee pistoolplaatjes) te zien. Op de reactivatie dag werd slechts een van de twee spinnenplaatjes aangeboden. Echter bleek uit de resultaten dat de angst voor beide spinnenplaatjes weg was na reactivatie en dat de angst voor beide pistoolplaatjes nog intact was (Soeter & Kindt, 2011a). Zij toonden dus aan dat stimuli, gerelateerd aan de aangeleerde angst-associatie, ook vatbaar waren voor reconsolidatie disruptie en suggereren daarmee dat reconsolidatie disruptie voor een gerichte maar binnen de associatie gegeneraliseerde angstverwijdering zorgt. Ook werd in ander onderzoek het effect aangetoond van propranolol toediening ná de reactivatie van de angst-associatie. De propranolol heeft geen algemene effecten op de reactivatie (Soeter & Kindt, 2012a). Tenslotte vonden Soeter en Kindt (2012b) nog dat niet alleen autonomische angstreacties (zoals startle respons metingen), maar ook subjectieve angstreacties afnamen als gevolg van behandeling met propranolol. Dit is van belang voor PTSS behandeling, het is tenslotte de essentie van een succesvolle behandeling; niet alleen de autonoom gemeten angst moet verdwijnen, maar ook het subjectieve gevoel van angst. Uit dier- en humaan onderzoek blijkt dus dat verstoring van het reconsolidatie-proces bij angstgeheugens mogelijk is. Aangeleerde angst-associaties kunnen bij mensen met behulp van propranolol blijvend gewist worden. Er wordt geopperd dat er verschillende angstgeheugens meespelen in het proces en dat reconsolidatie inderdaad het originele angstgeheugen aanpakt. Verder wordt aangetoond dat reconsolidatie zorgt voor een gegeneraliseerde verwijdering van angst en dat 10

11 het niet de angstreacties op algemene gevaarlijke situaties in de weg zit. Ook wordt duidelijk dat voorwaarde afhankelijke reactivatie essentieel is voor de werking van propranolol. Ook voor het optreden van reconsolidatie zijn bepaalde grenswaarden waarmee rekening gehouden moet worden, zogenaamde boundary conditions. De heftigheid waarmee een trauma herinnering in het geheugen consolideert tijdens een zeer stressvolle ervaring kan namelijk effect hebben op hoe moeilijk het is om de herinnering in zijn geheel te reactiveren en vatbaar te maken voor reconsolidatie. In de volgende paragraaf wordt hier dieper op ingegaan. Grenswaarden voor Reactivatie van Trauma Herinneringen Sterkere herinneringen, welke langduriger in het geheugen aanwezig zijn en met meer intensiteit zijn gevormd, zijn meer resistent voor verstoring van het reconsolidatie-proces dan zwakkere herinneringen (Suzuki et al., 2004). Suzuki et al. (2004) leerden muizen door middel van angst-conditionering angst voor schokken aan. Muizen zaten in een kooitje met elektrische vloer en kregen na 148 seconde één of drie schokken. De variatie in aantal schokken werd gebruikt om de intensiteit van de herinnering te manipuleren. Muizen leerden zo een angst voor trainingslocatie aan. Reactivatie gebeurde door herblootstelling aan de trainingslocatie en hiervoor werd anisomysin toegediend. Het bleek dat de muizen die drie schokken hadden ontvangen niet vatbaar waren voor verstoring van het reconsolidatie-proces. Muizen die één schok hadden ontvangen waren wel vatbaar voor verstoring. Verder bleek dat een langere herblootstelling (10 minuten in plaats van 3 of 5 minuten) aan de trainingslocatie wel effect had bij reconsolidatie blokkering, dit suggereert dat sterkere herinneringen een langere blootstelling aan een angst-stimulus nodig hebben om reconsolidatie disruptie effectief plaats te laten vinden. Tenslotte werd nog gevonden dat leeftijd van een herinnering mogelijk ook van invloed is bij het verstoren van het reconsolidatie-proces. Muizen werden herblootgesteld aan de trainingslocatie na één, drie of acht weken. Na één en drie weken trad er wel verstoring van het reconsolidatie-proces op. Na acht weken was hier geen sprake van. Maar acht weken oude herinneringen bleken wel weer gevoelig voor disruptie van reconsolidatie bij langdurige herblootstelling (Suzuki et al., 2004). 1 Echter vonden Wang, Oliveira Alvares en Nader (2009) dit niet. Wel vonden zij, net als Sukuzi et al., dat ratten met een sterker angstgeheugen minder vatbaar waren voor reconsolidatie dan ratten 1 Langdurige herblootstelling in het onderzoek van Suzuki et al. (2004) is uiteraard minder lang dan de tijd voor herblootstelling die Pedreira en Maldonado (2003) voor het optreden van extinctie suggereren (10 minuten vs. 60 minuten). 11

12 met een minder sterk angstgeheugen. Hierbij werd sterkte van angstgeheugen ook gemanipuleerd met het aantal schokken dat werd toegediend (1 vs. 10 schokken). Maar verder toonden zij aan, in tegenstelling tot Suzuki et al., dat sterkere angstgeheugens na 7 dagen nog geen reconsolidatie konden vertonen, maar na 30 en 60 dagen wel, zonder hulp van langdurigere blootstelling tijdens reactivatie. Een herinnering die sterker is dan normaal is dus volgens beide onderzoeken moeilijker vatbaar voor reconsolidatie. Echter, als de herinnering langere tijd in het geheugen aanwezig is, lijkt deze moeilijker vatbaar voor reconsolidatie volgens Suzuki et al., terwijl Wang et al. het tegenovergestelde vonden. Beiden vonden dat het uiteindelijk mogelijk is om een oudere herinnering te reactiveren, alleen Suzuki et al. hadden hier langere blootstelling aan de reactivatie cue voor nodig. Deze onderzoeken samen impliceren een interactie tussen de leeftijd van een geheugenspoor ten tijde van reactivatie en de sterkte van het geheugenspoor, en dat deze interactie de gevoeligheid van het geheugenspoor voor reconsolidatie bepaald. Verder blijkt ook uit onderzoek bij ratten dat een geheugenspoor dat gevormd wordt onder stressvolle omstandigheden minder vatbaar is voor reconsolidatie (Bustos et al., 2009). Niet alleen de kracht waarmee een geheugenspoor wordt geconsolideerd, maar ook de omstandigheden waarin dit gebeurt spelen een rol bij de mate van volhardendheid van een geheugenspoor. Uit verschillende dieronderzoeken komt dus naar voren dat angstgeheugens die heftiger en onder stressvolle omstandigheden zijn geconsolideerd minder vatbaar zijn voor reconsolidatie. In het licht van PTSS behandeling zou dit betekenen dat het lastiger is om een trauma geheugen te reactiveren. Aangezien deze op een heftige manier en in stressvolle omstandigheden zijn gevormd (Yehuda & LeDoux, 2007). De algehele consensus wat betreft reconsolidatie is echter dat het altijd, rekening houdend met bepaalde boundary conditions, mogelijk is. Alleen het geheugenspoor zo reactiveren dat het volledig vatbaar is voor aanpassing zal bij PTSS behandeling waarschijnlijk een grotere uitdaging zijn. Soeter en Kindt (2012a) toonden, in humaan onderzoek, aan dat versterkte angstherinneringen ook vatbaar zijn voor reconsolidatie. Het versterken van een angstgeheugen werd gedaan met behulp van yohimbine HCl, een receptor die het noradrenergieke systeem stimuleert en daarmee het aanmaken van emotionele herinneringen en het uiten van angst gerichte emotionele expressie versterkt. Op dag 1 werd, 30 minuten voor de acquisitie van twee verschillende angstassociaties, yohimbine HCl toegediend, zodat deze associaties heftiger werden ervaren dan een angstassociatie die normaal in een experimentele setting wordt geconditioneerd. Een van die twee angstassociaties werd op dag 2 gereactiveerd in combinatie met propranolol inname. Op dag 3 toonden zij aan dat propranolol inname, zowel voor als na reactivatie, nog steeds zorgde voor een selectieve verwijdering van de angst-associatie die gereactiveerd was. Ondanks de verhoogde activiteit van het noradrenergieke systeem. 12

13 In dier onderzoek is dus aangetoond dat een sterker geheugenspoor minder snel vatbaar is voor reconsolidatie, maar dat het niet onmogelijk is (Suzuki et al., 2004; Wang et al., 2009; Bustos et al., 2009). Dit wordt in humaan onderzoek verder aangetoond, een sterker angstgeheugenspoor is nog steeds vatbaar is voor reconsolidatie (Soeter & Kindt, 2012a). Verder is er tegenstrijd in de gevonden resultaten met betrekking tot de leeftijd van een geheugenspoor. Wang et al. (2009) vonden dat een oud geheugenspoor makkelijker vatbaar is voor reconsolidatie, terwijl Suzuki et al. (2004) juist vonden dat dit lastiger was. Een uitgesleten geheugenspoor zal waarschijnlijk minder vatbaar zijn voor het aanleren van iets nieuws, maar dit zal niet onmogelijk zijn. Het reactiveren van een trauma herinnering van een PTSS patiënt is dus zeker mogelijk. Er moet wel rekening gehouden worden met de sterkte van het geheugenspoor en de leeftijd van het geheugenspoor, maar aanpassing of verwijdering van een traumatisch geheugenspoor is zeker mogelijk, mits deze op een goede manier wordt gereactiveerd. Er zijn al onderzoeken uitgevoerd die trachten de trauma geheugensporen van PTSS patiënten te reactiveren en aan te passen met behulp van reconsolidatie. Deze worden in de volgende paragraaf besproken. Reconsolidatie Disruptie bij Behandeling van PTSS Ondanks het vele onderzoek dat is gedaan naar de verstoring van het reconsolidatie-proces bij angstgeheugens is er weinig onderzoek gedaan naar verstoring van trauma geheugens bij proefpersonen met PTSS. Een onderzoek opzetten waarbij gezonde proefpersonen een angstassociatie aanleren is makkelijker dan het werven van proefpersonen met PTSS. Desondanks is het, voor de wetenschappelijke integriteit en maatschappelijke generaliseerbaarheid, van groot belang dat deze groep onderzocht wordt. Brunet et al. (2008) hebben twee onderzoeken met PTSS patiënten uitgevoerd. Zij lieten, in een dubbel-blind placebo gecontroleerd onderzoek, 19 proefpersonen, waarbij PTSS gediagnostiseerd was aan de hand van een standaard DSM-IV interview, hun trauma herbeleven door middel van een 20 minuten durende sessie waarin gevraagd werd om het trauma zo gedetailleerd mogelijk, in scriptvorm, uit te schrijven. Gevraagd werd naar de gebeurtenissen voorafgaand aan het trauma en naar de ervaringen tijdens het trauma, de gevoelens hierbij en de beelden die ze zich nog herinnerden. Van deze scripts maakten de onderzoekbegeleiders versies van ongeveer 30 seconde, om te gebruiken als test stimulus. Na het schrijven van de scripts kregen de deelnemers eerst 40 mg propranolol of placebo aangeboden. Waren de lichamelijke condities stabiel na inname, dan kregen de deelnemers weer 60 mg propranolol of placebo aangeboden. Met behulp van fysiologisch respons werd de mate van angst gemeten: hartslag, skin conductance en de activiteit van de frons-spier werden gedurende 13

14 30 seconde gemeten en vergeleken met een 30 seconde durende baseline meting die van tevoren was afgenomen. Uit de resultaten bleek een significant verschil tussen propranolol en placebo conditie voor hartslag en skin conductance, maar niet voor frons-spier activiteit. Propranolol conditie deelnemers hadden op de test meting een lagere hartslag en minder huidgeleiding dan placebo conditie deelnemers. Hieruit concludeerden Brunet et al. (2008) dat er minder angst gevoeld werd bij de placebo conditie, in vergelijking met de placebo conditie. Echter blijkt uit meerdere onderzoeken van Soeter en Kindt (2009; 2010; 2011a) dat skin conductance waarschijnlijk in verband staat met het declaratieve geheugen in de hippocampus, in plaats van met het meer emotie regulerende geheugen in de amygdala. Een echte vermindering van emotionele angst wordt daarom waarschijnlijk ook niet door Brunet et al. (2008) aangetoond. Verder is in het onderzoek weinig controle uitgevoerd om uit te zoeken of de gevonden verschillen wel echt veroorzaakt zijn door de propranolol inname in plaats van andere meespelende factoren. Zo had bijvoorbeeld een controle groep die propranolol in nam zonder reactivatie van het trauma geheugen non-specifieke effecten van propranolol kunnen uitsluiten. Vervolgens voerden Brunet et al. (2011) een dubbel-blind, placebo gecontroleerd vervolgonderzoek uit, onder 67 deelnemers met PTSS, waarin niet één keer werd gereactiveerd met propranolol inname, maar zes keer in zes weken. In dit onderzoek werden PTSS symptomen, uitgevraagd met behulp van een vragenlijst, opgenomen als maat waarin PTSS werd gemeten. Na elk reactivatie-inname moment werden de PTSS symptomen van de deelnemers uitgevraagd. Na het eerste reactivatie-inname moment werd geen significante daling gevonden in PTSS symptomen tussen de propranolol en placebo conditie. Als vervolgens gekeken werd naar PTSS symptomen na zes reactivatie-inname momenten werd er wel een significante daling van PTSS symptomen gevonden tussen de placebo en controle conditie, 45% daling in de placebo conditie tegenover 7% daling in de controle conditie. Gemiddeld vertoonden 76% (vs. 8% in de placebo conditie) van deelnemers in de propranolol conditie bij de follow-up (6 maanden na het onderzoek) te weinig PTSS symptomen om nog aan de DSM-IV criteria voor PTSS te voldoen. Dit onderzoek is een goede toevoeging op Brunet (2008) omdat het methodologisch sterker is en aantoont dat het mogelijk is om goede behandelresultaten te verkrijgen als een patiënt in meerdere sessies wordt behandeld. Ook laat dit zien dat de resultaten persistent zijn over tijd. Echter is in dit onderzoek ook geen controle uitgevoerd om te kijken of het effect wel echt door propranolol toediening kwam. Ook is het mogelijk dat de waargenomen vermindering in PTSS symptomen veroorzaakt is door extinctie. Het kan zijn dat de zes sessies ervoor zorgde dat het trauma geheugen werd onderdrukt door een nieuw aangemaakt geheugen waarin de trauma gebeurtenissen, door gewenning aan het denken aan het trauma, niet meer gekoppeld worden aan affectieve angst gevoelens. Dit nieuwe geheugen zou dan gevoelig zijn 14

15 voor reinstatement, renewal en spontaneous recovery. In een vervolgstudie zou deze mogelijke oorzaak onderzocht kunnen worden door het toevoegen van een placebo reactivatie conditie. Gevonden is dat het bij PTSS behandeling, met behulp van reconsolidatie disruptie, mogelijk beter is als een patiënt meerdere behandel sessies ondergaat. Mogelijk wordt de trauma herinnering hiermee in delen aangepakt en zal deze per sessie beter en meer totaal reactiveren, zodat reconsolidatie beter mogelijk is. Wel wordt er vanuit gegaan dat behandeling met een enkele sessie mogelijk is. De effectiviteit van de reconsolidatie staat of valt namelijk met de reactivatie. Als het trauma geheugen in een keer, in zijn totaliteit, gereactiveerd wordt dan zou het ook volledig aanpasbaar en dus verwijderbaar moeten zijn. De hardnekkigheid en leeftijd van een trauma herinnering maken dit echter lastig. Meer vervolgonderzoek naar manieren om een trauma geheugen zo goed mogelijk te reactiveren wordt dan ook aangeraden. Wel kan met zekerheid gesteld worden dat reconsolidatie, mocht dit nou in één of meerdere sessies gebeuren, een betere behandelmethode voor PTSS zou zijn dan behandelmethodes die gebruik maken van extinctie. Als iemand met PTSS met behulp van reconsolidatie succesvol behandeld is zal het originele trauma geheugen namelijk echt uit het geheugen verwijderd zijn, in plaats van slechts tijdelijk onderdrukt. Conclusies en Discussie Trauma herinneringen worden gevormd onder stressvolle omstandigheden en overconsolideren in het geheugen, waardoor er een hoge negatieve affectieve waarde aan wordt toegekend. Deze herinneringen zijn voor een PTSS patiënt moeilijk om te verwerken en worden het liefst vermeden. Behandeling van PTSS is tegenwoordig vooral gebaseerd op extinctie. Dit proces verwijdert echter niet de originele trauma herinnering, maar onderdrukt deze slechts tijdelijk. Het is dus beter om een behandelmethode te ontwikkelen die de trauma herinnering bij de kern aanpakt. Het verstoren van het reconsolidatie-proces van een trauma herinnering is een goede optie. Trauma herinneringen zijn lastig, maar niet onmogelijk, te reactiveren. Reactivatie is een noodzaak voor aanpassing of verwijdering van een trauma herinnering. Zodra een geheugenspoor is gereactiveerd moet het gereconsolideerd worden in het geheugen. Tijdens deze reconsolidatie is het vatbaar voor aanpassing of verwijdering. Verwijdering van een trauma herinnering is dus mogelijk, mits het geheugenspoor volledig wordt gereactiveerd, zodat het in zijn geheel vatbaar is voor verwijdering doormiddel van het verstoren van het reconsolidatie-proces. In deze paper werd eerst ingegaan op verstoring van het reconsolidatie-proces bij angstgeheugens in het algemeen. Ook werd gekeken naar de grenswaarden voor het reactiveren van een trauma herinnering. Tenslotte zijn onderzoeken naar reconsolidatie disruptie bij PTSS patiënten besproken. Dit alles met het aantonen 15

16 van de klinische implicaties van het verstoren van het reconsolidatie-proces bij PTSS patiënten als uiteindelijk doel. Uit besproken onderzoek is gebleken is dat reconsolidatie effectief is bij het aanpassen en verwijderen van originele angstgeheugens met behulp van het verstoren van het reconsolidatie-proces door β-blokkers, zowel in dier onderzoek als humaan onderzoek. Aangezien een trauma herinnering van een PTSS patiënt een soort angstgeheugen is, zijn de prospecties voor mogelijkheid tot verwijdering voorspoedig. Verder wordt verondersteld dat trauma herinneringen, gevormd onder stressvolle omstandigheden, beter bestand zijn tegen reconsolidatie dan normale herinneringen. Herinneringen die al langere tijd zijn opgeslagen zijn ook beter bestand tegen reconsolidatie. De grenswaarden die bereikt moeten worden voor het optreden van reconsolidatie bij een trauma herinnering zijn dan ook hoger dan de grenswaarden van een normale herinnering. De positieve resultaten van reconsolidatie disruptie met β-blokkers zijn wel zodanig vaak, en op verschillende manieren, gerepliceerd dat aangenomen kan worden dat dit mechanisme zo goed als bewezen is. Het is dus zeker mogelijk een trauma herinnering te reconsolideren, alleen zal het in zijn totaliteit reactiveren van de trauma herinnering meer moeite kosten dan bij een normale herinnering of angst-associatie die is aangeleerd in een experimentele omgeving. In een onderzoek naar aanpassing van trauma herinneringen met behulp van reconsolidatie disruptie werden positieve resultaten gevonden. Maar het onderzoek was methodologisch zwak. Het was niet zeker of de emotie die gevoeld wordt bij angst echt verminderd was en er was te weinig controle op de non-specifieke effecten van propranolol. Wel werd, in een methodologisch sterker vervolgonderzoek, gevonden dat propranolol toediening na reactivatie van trauma herinneringen, mits er meerdere sessies werden doorlopen, effectief was bij het verminderen van PTSS symptomen. Bij elkaar genomen blijkt het dus mogelijk om trauma herinneringen aan te passen of te verwijderen met behulp van reconsolidatie disruptie. De klinische implicaties van de verstoring van het reconsolidatie-proces bij PTSS zijn dus, mits er aan bepaalde voorwaardes wordt voldaan, zoals verwacht, positief te noemen. Ook is duidelijk geworden dat PTSS behandelingen die gebruik maken van reconsolidatie effectiever zijn dan de huidige PTSS behandelingen, die gebruik maken van extinctie. Een trauma geheugen wordt met reconsolidatie verwijderd uit het geheugen, in plaats van tijdelijk onderdrukt (wat bij extinctie het geval is). De mogelijkheid om een trauma herinnering te verwijderen staat of valt dus bij de totaliteit van de reactivatie. Dit zal dan ook gelijk het lastigste onderdeel zijn van een behandeling die gebruik maakt van reconsolidatie disruptie. Het is gebruikelijk voor PTSS patiënten om hun trauma herinneringen te vermijden. Deze herinneringen worden weggestopt en zo min mogelijk aan gedacht. 16

17 Ook worden cues die de herinnering op kunnen brengen vermeden. Door het vermijden van de trauma herinnering wordt deze niet goed verwerkt. Het is dus mogelijk dat PTSS patiënten tijdens een reconsolidatie behandeling niet aan de trauma herinnering durven te denken. Vermijding tijdens de behandeling zal dan zorgen voor het niet totaal reactiveren van de trauma herinnering. Dit zorgt er vervolgens weer voor dat de herinnering niet geheel labiel wordt en niet in zijn totaliteit vatbaar is voor verwijdering. Het is dan ook noodzaak om vermijding te voorkomen. Vervolgonderzoek naar een manier waarop dit mogelijk gemaakt kan worden zal uitgevoerd moeten worden. Wel zou het mogelijk kunnen zijn om het trauma geheugen in delen te reactiveren en aan te passen. Een behandeling die meerdere sessies beslaat zal daar waarschijnlijk effectief voor zijn. Echter geeft een zo kort mogelijke behandeling natuurlijk de voorkeur. Des te effectiever een trauma herinnering gereactiveerd kan worden, des te minder behandelsessies er nodig zullen zijn. Naast vermijden van een trauma herinnering is het ook mogelijk dat er dissociatie optreedt bij een PTSS patiënt, als deze aan de herinnering moet denken tijdens de behandeling. De herinnering wordt dan als het ware buiten het bewustzijn geplaatst en zal niet meer vatbaar zijn voor reactivatie. Het is lastig om een dissociatieve patiënt weer bewust aan de trauma herinnering te laten denken, daar kan ook op ethnisch gebied vraagtekens bij worden gezet. Als de patiënt teveel pijn ondervindt bij het ophalen van de trauma herinnering zal hier eerst aan gewerkt moeten worden, voordat deze klaar is voor reconsolidatie. Het is dus duidelijk dat behandeling van PTSS mogelijk is door middel van het verstoren van het reconsolidatie-proces. Er is echter nog wel, longitudinaal, vervolgonderzoek nodig met proefpersonen die gediagnostiseerd zijn met PTSS. Hierdoor worden onderzoeksresultaten beter generaliseerbaar en kunnen hardere conclusies getrokken worden in de wetenschap, in vergelijking met dier en gezond humaan onderzoek. Ook zal vervolgonderzoek naar verschillende manieren van reconsolidatie disruptie (e.g. andere soorten middelen) bijdragen aan een completer beeld van de mogelijkheden die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe behandelmethodes voor PTSS. En zoals eerder aangegeven zal vervolgonderzoek naar het zo goed mogelijk reactiveren van het trauma geheugen en het verkomen van vermijding en dissociatie ook goed van pas komen bij het verkrijgen van een beter beeld van de klinische implicaties van het verstoren van het reconsolidatieproces bij PTSS patiënten. 17

18 Literatuurlijst Baum, M. (1988). Spontaneous recovery from the effects of flooding (exposure) in animals. Behaviour research and therapy, 26(2), Bisson, J. I., Ehlers, A., Matthews, R., Pilling, S., Richards, D., & Turner, S. (2007). Psychological treatments for chronic post-traumatic stress disorder Systematic review and metaanalysis. The British journal of psychiatry, 190(2), Bos, M. G., Beckers, T., & Kindt, M. (2012). The effects of noradrenergic blockade on extinction in humans. Biological psychology, 89(3), Bouton, M. E. (1993). Context, time, and memory retrieval in the interference paradigms of Pavlovian learning. Psychological bulletin, 114(1), 80. Bouton, M. E. (2002). Context, ambiguity, and unlearning: sources of relapse after behavioral extinction. Biological psychiatry, 52(10), Bouton, M. E., & Bolles, R. C. (1979). Contextual control of the extinction of conditioned fear. Learning and Motivation, 10(4), Brunet, A., Orr S. P., Tremblay J., Robertson K., Nader K., Pitman R. K. (2008). Effect of post-retrieval propranolol on psychophysiologic responding during subsequent script-driven traumatic imagery in post-traumatic stress disorder. J. Psychiatr. Res. 42, Brunet, A., Poundja, J., Tremblay, J., Bui, É., Thomas, É., Orr, S. P.,... & Pitman, R. K. (2011). Trauma reactivation under the influence of propranolol decreases posttraumatic stress symptoms and disorder: 3 open-label trials. Journal of clinical psychopharmacology, 31(4), Bustos, S. G., Giachero, M., Maldonado, H., & Molina, V. A. (2009). Previous stress attenuates the susceptibility to Midazolam's disruptive effect on fear memory reconsolidation: influence of pre-reactivation D-cycloserine administration. Neuropsychopharmacology, 35(5), Davis, M. (2006). Neural systems involved in fear and anxiety measured with fear-potentiated startle. American Psychologist, 61(8), 741. Debiec, J. A. C. E., & LeDoux, J. E. (2006). Noradrenergic signaling in the amygdala contributes to the reconsolidation of fear memory: treatment implications for PTSD. Annals of the New York Academy of Sciences, 1071, Ehlers, A., & Clark, D. M. (2000). A cognitive model of posttraumatic stress disorder. Behaviour research and therapy, 38(4), Geracioti, T. D., Baker, D. G., Ekhator, N. N., West, S. A., Hill, K. K., Bruce, A. B.,... & Kasckow, J. W. (2001). CSF norepinephrine concentrations in posttraumatic stress disorder. American Journal of Psychiatry, 158(8), Hernandez, P. J., & Abel, T. (2008). The role of protein synthesis in memory consolidation: progress amid decades of debate. Neurobiology of learning and memory, 89(3), Kamphuis, J. H., & Emmelkamp, P. M. (1998). Crime-Related Trauma:: Psychological Distress in Victims of Bankrobbery. Journal of Anxiety Disorders,12(3), Kindt, M., Soeter, M., & Vervliet, B. (2009). Beyond extinction: erasing human fear responses and preventing the return of fear. Nature neuroscience, 12(3), Kessler, R. C., Sonnega, A., Bromet, E., Hughes, M., & Nelson, C. B. (1995). Posttraumatic stress disorder in the National Comorbidity Survey. Archives of general psychiatry, 52(12), McGaugh, J. L. (2000). Memory--a century of consolidation. Science, 287(5451),

Is angstgeheugen uitwisbaar? Nieuwe inzichten in angstreducerende technieken

Is angstgeheugen uitwisbaar? Nieuwe inzichten in angstreducerende technieken Is angstgeheugen uitwisbaar? Nieuwe inzichten in angstreducerende technieken Dieuwke Sevenster Merel Kindt Marieke Soeter Angstgeheugen Evolutionair robuust mechanisme Het bereidt individu voor op snel

Nadere informatie

Fear Memory Uncovered: Prediction Error as the Key to Memory Plasticity D. Sevenster

Fear Memory Uncovered: Prediction Error as the Key to Memory Plasticity D. Sevenster Fear Memory Uncovered: Prediction Error as the Key to Memory Plasticity D. Sevenster Samenvatting Angststoornissen zijn een van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. Hoewel de meest gangbare

Nadere informatie

Challenging Emotional Memory M.G.N. Bos

Challenging Emotional Memory M.G.N. Bos Challenging Emotional Memory M.G.N. Bos 144 De geboorte van je kind, je trouwdag, maar ook het verlies van een geliefde en fysieke mishandeling zijn enkele voorbeelden van emotionele ervaringen die iedereen

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Erasing fear from memory Soeter, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Erasing fear from memory Soeter, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Erasing fear from memory Soeter, M. Link to publication Citation for published version (APA): Soeter, A. C. (2012). Erasing fear from memory Amsterdam General rights

Nadere informatie

Een geheugen vrij van angst: reconsolidatieblokkering van het. angstgeheugen. Kim Veenendaal. Universiteit van Amsterdam

Een geheugen vrij van angst: reconsolidatieblokkering van het. angstgeheugen. Kim Veenendaal. Universiteit van Amsterdam Een geheugen vrij van angst: reconsolidatieblokkering van het angstgeheugen Kim Veenendaal Universiteit van Amsterdam Student: Kim Veenendaal Studentnummer: 5700884 Docent: Dieuwke Sevenster Eindproduct:

Nadere informatie

Het doorbreken van de angst associatie en het voorkomen. van de terugkeer van angst.

Het doorbreken van de angst associatie en het voorkomen. van de terugkeer van angst. Het doorbreken van de angst associatie en het voorkomen van de terugkeer van angst. Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Klinische Psychologie Auteur:

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Effting, M. (2011). Plasticity of fear memory: a search for relapse prevention Amsterdam

Citation for published version (APA): Effting, M. (2011). Plasticity of fear memory: a search for relapse prevention Amsterdam UvA-DARE (Digital Academic Repository) Plasticity of fear memory: a search for relapse prevention Effting, M. Link to publication Citation for published version (APA): Effting, M. (2011). Plasticity of

Nadere informatie

Het Aanmoedigen van Uitdoving De Facilitatie van D-cycloserine op Extinctie

Het Aanmoedigen van Uitdoving De Facilitatie van D-cycloserine op Extinctie Lotte Dolfing Studentnr: 10060626 Begeleidster: Dieuwke Sevenster Universiteit van Amsterdam 09-06-2014 Het Aanmoedigen van Uitdoving De Facilitatie van D-cycloserine op Extinctie Inhoudsopgave Abstract

Nadere informatie

Angst elimineren. Welke methode om angst permanent te elimineren werkt het best? Eline Bol Universiteit van Amsterdam.

Angst elimineren. Welke methode om angst permanent te elimineren werkt het best? Eline Bol Universiteit van Amsterdam. Angst elimineren Welke methode om angst permanent te elimineren werkt het best? Eline Bol Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Studentnummer: 10018239 Begeleider: R. M. Visser Datum: 20-05-2013 Aantal

Nadere informatie

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren PTSS - diagnostiek en behandeling drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren Opbouw Diagnose PTSS Prevalentiecijfers PTSS en arbeid Preventie van PTSS Behandeling

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

POST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS

POST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS POST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS Inleiding Schokkende gebeurtenissen zoals ongelukken, lichamelijk of seksueel geweld, huiselijk geweld, incest, natuurrampen en oorlogsgeweld kunnen wonden en kwetsingen

Nadere informatie

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug. ANGST Zit het in een klein hoekje? Dr. Miriam Lommen Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.nl Wie is er NOOIT bang? Heb ik een angststoornis? Volgens

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19153 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Claessens, Sanne Title: Programming the brain : towards intervention strategies

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Slaap heeft een fundamentele en complexe rol in ons dagelijks functioneren. Zo draagt deze bij aan het verminderen van de intensiteit van een onaangename emotionele ervaring tot

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

E M D R een inleiding

E M D R een inleiding E M D R een inleiding Lucinda Meihuizen GZ-psycholoog Zorgpartners Midden-Holland lucinda.meihuizen@zorgpartners.nl Wietske Soeteman GZ-psycholoog Pro Persona w.soeteman@propersona.nl Wat haal je uit deze

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 185 Substance P and the Neurokinin 1 Receptor: from behavior to bioanalysis Affectieve stoornissen zoals angst en depressie zijn aandoeningen die een grote

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Dr. D.C. Cath, GGZ Drenthe

Dr. D.C. Cath, GGZ Drenthe Behandeling van angststoornissennieuwe wegen Danielle Cath Outcome farmacotherapie angststoornissen Bepaald niet optimaal! Belangrijk om nieuwe wegen te zoeken???.% weigert om te starten met farmacotherapie

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Exposure en inhibitie: Een nieuwe visie op werkzame principes en behandelaanpak. Dirk Hermans KU Leuven

Exposure en inhibitie: Een nieuwe visie op werkzame principes en behandelaanpak. Dirk Hermans KU Leuven Exposure en inhibitie: Een nieuwe visie op werkzame principes en behandelaanpak Dirk Hermans KU Leuven Casus Miet - Sinds 10 jaar allerlei dwangrituelen - Erg bang voor contact met stof, benzine, verf

Nadere informatie

EMDR: werkgeheugenbelasting bij negatief-emotionele herinneringen

EMDR: werkgeheugenbelasting bij negatief-emotionele herinneringen EMDR: werkgeheugenbelasting bij negatief-emotionele herinneringen Bacheloronderzoek klinische psychologie Mei 2012 Eye Movement Deprocessing and Recall (EMDR) is een therapievorm waarbij met het maken

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Posttraumatische-stressstoornis en NET therapie. Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige

Posttraumatische-stressstoornis en NET therapie. Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Posttraumatische-stressstoornis en NET therapie Sabina Brinkman, verpleegkundig specialist i.o Khady Sagna, sociaal psychiatrisch verpleegkundige Even voorstellen Arq Psychotrauma Expert Groep is een groep

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De menselijke hersenen bestaan uit ongeveer 100 miljard zenuwcellen (neuronen). Neuronen zijn de basis elementen die bijvoorbeeld gedrag en geheugen mogelijk maken. Neuronen hebben

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Nieuwe inzichten in de werking en toepassing van exposure. Marleen Rijkeboer & Erik ten Broeke

Nieuwe inzichten in de werking en toepassing van exposure. Marleen Rijkeboer & Erik ten Broeke Nieuwe inzichten in de werking en toepassing van exposure Marleen Rijkeboer & Erik ten Broeke Het kan beter. Exposure is een effectieve behandeling van angststoornissen, maar Ongeveer de helft van de patiënten

Nadere informatie

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de

Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt op enig punt

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Dr. D. Cath, GGZ Drenthe/UMCG/UU

Dr. D. Cath, GGZ Drenthe/UMCG/UU ANGST en PSYCHOSE Oranjewoud 10 maart 2017 Danielle Cath, opleider psychiatrie GGz Drenthe Vakgroep KP UU, RGOC Groningen Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

Invloed van het Angstacquisitie-Extinctietraining Interval op de Mate van Angst

Invloed van het Angstacquisitie-Extinctietraining Interval op de Mate van Angst Invloed van het Angstacquisitie-Extinctietraining Interval op de Mate van Angst Michelle Toby Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 6336108/ 10002620 Begeleid door: Femke Buwalda Aantal woorden abstract:

Nadere informatie

EMDR EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING REINA MARCHAND, ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST DE TWENTSE ZORGCENTRA

EMDR EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING REINA MARCHAND, ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST DE TWENTSE ZORGCENTRA EMDR EYE MOVEMENT DESENSITIZATION AND REPROCESSING REINA MARCHAND, ORTHOPEDAGOOG-GENERALIST DE TWENTSE ZORGCENTRA 2 EMDR WAT IS EMDR? EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing, en is

Nadere informatie

Dutch summary/ Samenvatting

Dutch summary/ Samenvatting Dutch summary/ Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt

Nadere informatie

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Posttraumatische stressstoornis na uitzending Posttraumatische stressstoornis na uitzending Factsheet Inleiding Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking (ongeveer 80%) krijgt ooit te maken met één of meer potentieel traumatische gebeurtenissen.

Nadere informatie

uitdoving effecten van cue exposure therapie naar situaties en omgevingen uit het leven van de ex-roker. Dat wil zeggen, in de therapiekamer ervaart

uitdoving effecten van cue exposure therapie naar situaties en omgevingen uit het leven van de ex-roker. Dat wil zeggen, in de therapiekamer ervaart Samenvatting Stoppen met roken is helemaal niet moeilijk en vele rokers stoppen dan ook zeer regelmatig met hun slechte gewoonte. Het volhouden nadat men eenmaal gestopt is, blijkt echter veel moeilijker.

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Slaap & Geheugen: gedragsmatige en moleculaire consequenties van slaapdeprivatie Mensen slapen gemiddeld zo n 6 tot 8 uur per dag. Dit komt neer op een kwart tot een derde van

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie

EMDR. Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie EMDR Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is EMDR? Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van

Nadere informatie

Hoorcollege 3: Angststoornissen

Hoorcollege 3: Angststoornissen Hoorcollege 3: Angststoornissen Hoofdstuk 4. Angst is heel belangrijk. Zonder angst zouden we nauwelijks overleven en extreme angstreactie is op gepaste momenten alleen maar goed. Ons lichaam is optimaal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Veerkracht en PTSS-behandeling

Veerkracht en PTSS-behandeling Veerkracht en PTSS-behandeling Prof. Dr. Agnes van Minnen Angstpoli GGz Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen 29 mei 2008 COGIS-Symposium Trauma en Veerkracht Behandeling PTSS Wat is effectief? Meest

Nadere informatie

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Het verlichte brein als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Postdoctoral Research Fellow Institute of Psychiatry King s College London De grootte van het risico hangt samen met de mate van gebruik,

Nadere informatie

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen

GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen Samenvatting *('5$*67+(5$3,(LQ92*(/9/8&+7 Wegbereiders Gedragstherapie Pavlov Watson Skinner Belangrijke Gedragstherapeuten Wolpe Emmelkamp Beck GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data. Paul Emmelkamp

Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data. Paul Emmelkamp Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data Ingrid Wigard Thomas Ehring Paul Emmelkamp Achtergrond Samenwerking PsyQ met Universiteit

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Bij acute stress maakt ons lichaam stresshormonen aan. Van het stress hormoon cortisol is inmiddels bekend dat het invloed heeft op het functioneren van ons geheugen. Wanneer je

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

3MDR Een innovatieve, hoog intensieve traumagerichte psychotherapie. Top Referent Traumacentrum Dorien de Groot & Rick de Haart

3MDR Een innovatieve, hoog intensieve traumagerichte psychotherapie. Top Referent Traumacentrum Dorien de Groot & Rick de Haart 3MDR Een innovatieve, hoog intensieve traumagerichte psychotherapie Top Referent Traumacentrum Dorien de Groot & Rick de Haart Congres met het oog op de toekomst 15 maart 2018 Theoretische achtergrond

Nadere informatie

OVERSCHRIJVEN VAN HET ANGSTGEHEUGEN. Reconsolidatie: overschrijven van het angstgeheugen. en preventie van terugkeer van angst.

OVERSCHRIJVEN VAN HET ANGSTGEHEUGEN. Reconsolidatie: overschrijven van het angstgeheugen. en preventie van terugkeer van angst. Reconsolidatie: overschrijven van het angstgeheugen en preventie van terugkeer van angst. Eline Landgraaf Universiteit van Amsterdam Collegekaartnummer: 0579475 KP UvA Supervisor: Merel Kindt Mede UvA

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Samenvatting en Conclusies

Samenvatting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 135 Het doel van dit proefschrift bestond erin om de onderliggende mechanismen van de Paniekstoornis (PS) te onderzoeken. Een PS kenmerkt zich door onverwachte en steeds terugkerende

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

hoofdstuk 2-4 hoofdstuk 2

hoofdstuk 2-4 hoofdstuk 2 Samenvatting Het doel van het onderzoek, zoals beschreven in dit proefschrift, is het identificeren van fysiologische parameters voor het meten van stress bij vleesvarkens. Stress, veroorzaakt door de

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring Wat is EMDR Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 173 174 De drijfveer tot beheersing: Hoe affect en motivatie cognitieve controle beïnvloeden Helpen emoties in een situatie die vraagt om mentale inspanning? Dat is de centrale vraag die dit proefschrift

Nadere informatie

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington In Nederland wordt het aantal patiënten met dementie geschat op meer

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

Angst voor de tandarts: een uitdaging; ook voor de assistent. Updatedag 2 8 juni Erik Vermaire. - Tandarts-angstbegeleiding NWZ

Angst voor de tandarts: een uitdaging; ook voor de assistent. Updatedag 2 8 juni Erik Vermaire. - Tandarts-angstbegeleiding NWZ Angst voor de tandarts: een uitdaging; ook voor de assistent Updatedag 2 8 juni 2018 Erik Vermaire tandarts-angstbegeleiding en onderzoeker TNO Erik Vermaire - Tandarts-angstbegeleiding NWZ - Tandarts-onderzoeker

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Workshop NET: Narratieve Exposure Therapie. Ruud Jongedijk & Gerdie Eiting

Workshop NET: Narratieve Exposure Therapie. Ruud Jongedijk & Gerdie Eiting Workshop NET: Narratieve Exposure Therapie Ruud Jongedijk & Gerdie Eiting Wie werkt er met: Imaginaire Exposure? EMDR? CGT voor PTSS? BEPP? NET? Overige? Ruud Jongedijk - Narratieve Exposure Therapie -

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

E book Angst. Praktijk Meta Bosheuvel 5 5683 AS Best info@praktijkmeta.nl

E book Angst. Praktijk Meta Bosheuvel 5 5683 AS Best info@praktijkmeta.nl E book Angst Praktijk Meta Bosheuvel 5 5683 AS Best info@praktijkmeta.nl E-Book Angst Waarom zijn wij bang? Wat is precies de functie van angst? We hebben er allemaal bijna dagelijks mee te maken, maar

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

De rol van mental imagery bij het ontstaan van PTSS en het effect van. Imagery Rescripting in de behandeling van PTSS

De rol van mental imagery bij het ontstaan van PTSS en het effect van. Imagery Rescripting in de behandeling van PTSS De rol van mental imagery bij het ontstaan van PTSS en het effect van Imagery Rescripting in de behandeling van PTSS Ilse Pearl Chin Studentnummer: 0341290 Bachelorthese Klinische Psychologie: eindversie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis

Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Toepassing van mindfulness in het ziekenhuis Een pleidooi voor kortdurende interventies met duurzaam effect Willem Fonteijn Medische Psychologie Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Een vorm van cognitieve

Nadere informatie

Volwassenen met licht traumatisch hoofd / hersenletsel

Volwassenen met licht traumatisch hoofd / hersenletsel Volwassenen met licht traumatisch hoofd / hersenletsel Neurologie alle aandacht U heeft een licht traumatisch hoofd-/hersenletsel door een ongeval of een klap tegen uw hoofd. Deze folder beschrijft de

Nadere informatie

Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM)

Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM) Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM) Eigenlijk > Marcella Woud Center for the Study and Treatment of Mental Health, Ruhr Universiteit Bochum Behavioural Science Institute,

Nadere informatie

Symposium Angststoornissen en? Den Haag, 10 oktober 2014. Chantal Dommanschet Klinisch psycholoog psychotherapeut PsyQ Angststoornissen Den Haag

Symposium Angststoornissen en? Den Haag, 10 oktober 2014. Chantal Dommanschet Klinisch psycholoog psychotherapeut PsyQ Angststoornissen Den Haag Symposium Angststoornissen en? Den Haag, 10 oktober 2014 Chantal Dommanschet Klinisch psycholoog psychotherapeut PsyQ Angststoornissen Den Haag Inleiding Videofragment ERP Theoretisch kader Rollenspellen

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel. Volwassen

Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel. Volwassen Licht traumatisch hoofd-/ hersenletsel Volwassen Inhoud Licht traumatisch hoofd-/hersenletsel... 3 Verschijnselen eerste 24 uur... 3 Verschijnselen eerste dagen... 3 Wat u wél en niet mag doen... 4 Eerste

Nadere informatie