Wat betekenen Cradle-to-Cradle en andere duurzaamheidstools voor MIP

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat betekenen Cradle-to-Cradle en andere duurzaamheidstools voor MIP"

Transcriptie

1 EINDRAPPORT Wat betekenen Cradle-to-Cradle en andere duurzaamheidstools voor MIP Studie uitgevoerd in opdracht van MIP (Milieu- en energietechnologie innovatie Platform) Juni 2010

2 Auteurs(s): Peter Stouthuysen (VITO) Erik Laes (VITO) Met medewerking van Sustenuto Over MIP Het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform (MIP) werd na beslissing van de Vlaamse Regering in 2005 opgestart als een competentiepool waarin de beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) samenwerkten. In deze eerste fase werden zeven onderzoeksprojecten door de MIPstuurgroep goedgekeurd waarin de focus lag op de ontwikkeling van nieuwe energie- en milieutechnologieën. Daarnaast was het MIP ook actief in het opzetten van een kenniswerkgroep rond innovatief aanbesteden (IA). Dit heeft geleid tot de oprichting van de kenniscel IA binnen IWT. Midden 2009 besliste de Vlaamse Regering MIP verder te zetten onder de naam MIP2 met als hoofdopdracht het vergroenen van de economie. Deze oproep leverde acht ontvankelijke projectvoorstellen op binnen programma 1 (onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten) en vijftien binnen programma 2 (haalbaarheidsstudies). In totaal gaf de Raad van Bestuur van VITO groen licht voor 3,7 miljoen euro aan steun waartegenover 3,9 miljoen euro inbreng vanuit de bedrijven staat. Met deze dertien goedgekeurde projecten tracht MIP een aantal experimenten op te zetten die Vlaanderen op weg helpen naar die noodzakelijke duurzame economie. Meer info via Alle rechten, waaronder het auteursrecht, op de informatie vermeld in dit document berusten bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek NV ( VITO ), Boeretang 200, BE-2400 Mol, RPR Turnhout BTW BE De informatie zoals verstrekt in dit document is vertrouwelijke informatie van VITO. Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van VITO mag dit document niet worden gereproduceerd of verspreid worden noch geheel of gedeeltelijk gebruikt worden voor het instellen van claims, voor het voeren van gerechtelijke procedures, voor reclame of antireclame en ten behoeve van werving in meer algemene zin aangewend worden

3 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport INHOUD Inhoud 3 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport Doelstelling C2C wat is het en waar komt het vandaan (titel?) Kader Cradle to cradle concept en toepassingen Het Cradle to Cradle certificatie systeem 11 Hoofdstuk 2 het C2C-concept, het certificaat en andere productevaluatiebenaderingen: mogelijkheden voor de beoordeling en opvolging van MIP onderzoeksprojecten Inleiding De plaats op het transitiepad Transities en transitiemanagement C2C en de evaluatiekaders op het transitiepad SWOT analyses van C2C-concept en het certificatieproces SWOT analyse van het C2C concept SWOT analyse van de C2C -criteria SWOT analyse van andere relevante analysemethoden of tools Levenscyclusanalyse (LCA) Exergetische Levenscyclusanalyse-analyse LIDS wiel IWT DTO Conclusie en aanbevelingen 41 3

4 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport HOOFDSTUK 1 DOELSTELLING EN SCOPE VAN DIT RAPPORT 1.1 Doelstelling Deze handleiding geeft MIP en IWT een gedetailleerde kijk op concept Cradle-to-Cradle (C2C) en bevat een uitgewerkt voorstel om het aan te wenden voor de evaluatie en opvolging van MIP onderzoeksprojecten rond duurzame producten en processen. Het uitgangspunt is dat het C2C-concept een zeer nuttige bijdrage kan leveren in de transitie naar een duurzame maatschappij en het vergroenen van de Vlaamse economie (zie missie van MIP). Echter, gezien het revolutionaire en utopische karakter leidt het concept ook tot controverse en zijn er twijfels over de praktische implementatie ervan. Deze handleiding tracht een overzicht te geven van de belangrijkste kritieken en onderzoekt hoe een verzoening van het hoge ambitieniveau van het concept met de realiteit van de huidige omgevingsfactoren mogelijk is. Met behulp van de transitietheorie situeren we ook de rol die C2C-concept binnen de transitie naar een duurzame samenleving en groene economie kan innemen. Ook trachten we de rol die het C2C-certificaat het enige C2C-geïnspireerde evaluatie kader en andere vaak gebruikte eco-effeciëntie benaderingen en evaluatiemethodes zoals LCA hierin te kaderen. Deze situering laat toe om de specifieke kenmerken en eigenschappen van vaak door elkaar gebruikte concepten met betrekking tot duurzame productontwikkeling beter te beoordelen. Vervolgens worden via een SWOT analyse de belangrijkste inhoudelijke kritieken van het C2C-concept en het certificaat in kaart gebracht en vergeleken met de ecoefficiëntie geïnspireerde benaderingen.

5 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport 1.2 C2C wat is het en waar komt het vandaan (titel?) Kader De wereld verandert snel! Onze wereld is er niet op achteruitgegaan. Zeker wanneer de lens op het westen wordt gericht. Veel meer welvaart, sta gewoon eens stil bij hoe het 30, 50 of een kleine 100 jaar terug was. Graag zouden we zeggen, en ook veel meer welzijn, maar daar ontbreekt de brede toepassing van alternatieve statistieken dan het BNP ( vb.. De laatste 40 jaar is men evenwel tot het besef gekomen dat deze welvaart met passende munt wordt betaald. Een verarmd zuiden, sociale uitbuiting, een ongecontroleerde roofbouw op de natuur. Allemaal disconto s mocht een BWP (Bruto Welzijns Product) als standaard referentie genomen worden. Het zijn de plotse rampen en schandalen die de pers halen en in het geheugen van iedereen blijven hangen. De explosie van de pesticidenfabriek in Bhopal (1984), de olieramp met de tanker in Alaska (Exxon Valdez, 1989) en recent nog de olieramp in de Golf van Mexico (2010). Evenwel is er ook een stijgend besef van de langetermijneffecten met het broeikaseffect als bekendste voorbeeld.de impacten nemen een onrustwekkende schaalgrootte aan. The Arctic Climate Impact Assessment 1 voorspelt dat de helft van alle ijs weg is tegen het eind van deze eeuw. In 1965 was het Amazonewoud slechts voor 1% ontgonnen, in 2025 zal een kwart weg zijn. Neem daarbij een exponentiële bevolkingsgroei 2 en de uitdagingen zijn gekend. Gelukkig is er een groeiend bewustzijn. Het is niet de eerste maal dat de boog gespannen wordt voor een betere wereld. In 1972 met The Limits to Growth van de Club van Rome, in 1976 met de OECD Guidelines for Multinational Enterprises, in 1987 met Our Common Future van de Brundtland Commission waar de term duurzame ontwikkeling voor het eerst officieel in het internationale beleidsdiscours gelanceerd wordt, in 1992 met de UN World Summit in Rio waar een globale duurzaamheidsagenda wordt opgesteld. Economische, sociale en milieuwetgevingen werden uitgebouwd, krachtig op nationale en regionale schaal, doorgaans niet bindend op internationale schaal. De bijdrages aan duurzame ontwikkeling komen van alle kanten. Internationale labels zoals FSC (duurzaam hout) ontstaan om de consument te gidsen bij de keuze van producten. De financiële markten richten aparte beursindices op (Dow Jones Sustainable World Indexes in 1999, FTSE4GOOD in 2001). Sectoren (textiel, diamant, soja, palmolie, ) gaan samenwerking aan met NGO s voor het opstellen van good conduct guidelines. Pro-actieve ondernemers en bedrijven verenigen zich in nieuwe platformen (World Business Council on Sustainable Development & CSR Europe, beide opgericht in 1995). Zijn al deze concrete bijdragen voldoende of eerder een doekje voor het bloeden? Zeker wat de inspanningen op milieuvlak betreft zien we op vele domeinen (bodem, lucht, water, ) een duidelijke verbetering op lokaal vlak (in het westen) en een achteruitgang op globaal vlak (broeikaseffect). Dat het ook anders kan op globaal vlak tonen de resolute beleidskeuzes om zure regen en het groeiende ozongat een halt toe te roepen. Collectieve actie kan, doch meestal pas wanneer de nood hoog is. Alhoewel de gemiddelde levensverwachting almaar stijgt heeft de mens een beperkte houdbaarheidsdatum. Dit vormt een beperking op de trustee functie die de mens 1 Een vier jaar durende studie uitgevoerd door honderden wetenschappers en voorgesteld in 2004 om een objectief perspectief te geven inzake effecten van klimaatverandering 2 van 3,3 miljard in 1965 naar verwacht 7,8 miljard in 2025 en 9 miljard in

6 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport opneemt ten opzichte van de wereld. De visie reikt algemeen niet verder dan het eigen leven, voor sommigen niet verder dan de eigen loopbaan of niet verder dan de volgende budgetperiode. Het blijkt moeilijk hiermee te breken in de huidige sociaaleconomische structuur. Voorbeelden van oude culturen (zoals de indianen - waarbij een groot deel van de cultuuroverdracht gaat over het respect voor de wereld waarin ze leven) zijn ook niet zomaar overdraagbaar maar tonen wel de verantwoordelijkheid van de opvoeding/scholing/maatschappelijk debat. De snelheid waarmee de wereld verandert blijft echter in schril contrast staan met de snelheid waarmee het bewustzijn inzake gevolgen hieromtrent verandert. Meer dan jaar is er nodig om de houding te zien veranderen van initieel defensief (kostenreductie afval, opvolgen wetgeving) naar meewerkend (preventief handelen, managementaanpak) tot een pro-actieve aanpak (productverantwoordelijkheid, levenscyclusanalyse, eco-efficiëntie). Maar zelfs met deze eco-efficiënte aanpak is succes niet verzekerd door het rebound-effect. Een wagen die zijn uitstoot met 10, 30 of 50% verminderen creëert nog steeds uitstoot, en bij toename van vervoer met 20, 40 of 60%, is de totale uitstoot van het hele wagenparkmeer dan voordien ondanks de eco-efficiënte aanpak. Eco-efficiëntie verandert niet noodzakelijk het proces of het product. Een dieselmotor met roetfilter blijft een verbrandingsmotor met (veel minder) uitstoot. Men komt op alle fronten stilaan tot de overtuiging dat de eco-efficiënte inspanningen zinvol maar onvoldoende zijn. Van efficiëntie naar effectiviteit In The Creative Economy: Challenges and opportunities for the DC Regions schetst Flanders DC (2006) 3 grote fasen in de ontwikkeling van de economie (lijkt mij een mengeling van beschrijving (eerste 2 fasen) en wensdenken (fase 3) wordt het als dusdanig voorgesteld?). Een factorgedreven economie waarbij instituties worden opgebouwd zonder rekening te houden met impacts op mens en milieu. In de efficiëntiegedreven economie is het menselijk kapitaal opgeleid, zijn er werkende financiële markten en productiesystemen. De grote trend in deze fase is efficiëntie brengen in het productie-apparaat en in een verlengde daarvan ook voor wat betreft de impacts op mens en milieu. Concepten zoals het voorkomen van afval en uitstoot, ecoefficiëntie worden verder ontwikkeld. Alles grijpt plaats in een lineair denken waarbij de keten zich langzamerhand wel uitbreidt tot een volledige cyclus van het product. In de derde fase wordt de economie gedreven door innovatie waarbij strategiëen zich verder ontwikkelen via partnerships en samenwerking om tegemoet te komen aan de maatschappelijke uitdagingen. Dit vormt de overgang van een efficiëntie-gedreven economie naar een effectiviteitsgedreven economie waarbij concepten zoals gesloten kringloopdenken verder worden ontwikkeld. Producten worden niet meer gekocht vanuit een bezits functie maar omwille van het gebruik dat het product verleent. Innovatie vraagt ook zeer diverse oplossingen in functie van plaats en type gebruik. Ontwikkeling is pro-actief in plaats van re-actief. Producenten nemen daarbij de centrale verantwoordelijkheid op voor hun product en dienst. Het mag duidelijk zijn dat de overgang van efficiëntie naar effectiviteit niet zomaar een kleine stap betreft maar in essentie een herdenken en herontwikkelen is van het economisch en maatschappelijk systeem.

7 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport Dergelijke innovaties vragen leiderschap om het ondernemerschap te schakelen naar een nieuw niveau. Een overgang van een efficiëntie-economie naar een hoogwaardige innovatie-economie. Dit verandert niet alleen de economie op zich, maar ook de wijze waarop bedrijven gemanaged worden. We krijgen innovatie in het bestuur van ondernemingen, steden, regio s. Ecover bouwt de holistische reflex in via een concept manager, Alpro introduceert een sustainable Balanced Scorecard, Gent en Antwerpen bouwen duurzaamheid als horizontale doelstelling in het beleid van de stad, de MVO 3 Resolutie van het Europees Parlement (2007) lanceert een oproep aan nationale, regionale en lokale overheden voor het invoeren van een duurzaam aankoopbeleid 4, in Vlaanderen ontstaat Plan C als netwerk inzake duurzaam materialenbeheer, internationale standaarden evolueren in hun focus en gaan van een thematische aanpak, kwaliteit (ISO9000, 1988), milieu (ISO14001, 1996), sociaal (SA8000, 1997) tot het integrerend karakter van duurzaamheid (ISO26000, verwacht in 2010). Management krijgt een meer integrerend karakter tot en met de rapportering toe (volgens de Global Reporting Initiative Guidelines, ontstaan in 1997). Andere systemen, ander management, nieuw ondernemerschap, nieuwe producten en diensten. Verschuivingen in productie, consumptie... in de maatschappij De overgang van een efficiëntie-economie naar een innovatie-economie die gedreven wordt door maatschappelijke vragen en uitdagingen is een echt paradigma dat niet zomaar plaatsvindt. Dat dit niet zomaar plaatsgrijpt heeft te maken met lock-in systemen van infrastructuur, bestaande technologiëen die wijd verspreid en ingebed zijn en noodzakelijke transities die moeten gemaakt worden op het niveau van denken en doen. We staan pas aan de start van de effectiviteits-economie. De kenmerken ervan vormen nog niet de grote gemene deler van de huidige economie. Wel zijn er duidelijk zichtbare initiatieven en acties die de trends voor de toekomst bepalen. Die trends leiden tot tal van verschuivingen in de maatschappij. Er vindt een verschuiving plaats van het lineaire herstellen en voorkomen, naar het gelijktijdig integreren, versterken en vergroten van de drie p s, people, planet en profit 3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 4 Nederland neemt de handschoen op en heeft de ambitie tegen 2010 voor 100% duurzaamheidscriteria in te bouwen bij nationale aankopen en voor 50% bij provinciale aankopen 7

8 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport naar cyclisch denken, de zogenaamde closed-loop (gesloten cirkel). Hierbij wordt een product zodanig gemaakt, dat het kan worden hergebruikt en geen (onafbreekbaar) afval veroorzaakt. Dit is het principe van de wieg tot wieg ( cradle to cradle ) van producten, processen en systemen. Zodoende wordt een nieuw perspectief voor verantwoordelijkheid voor ondernemingen gecreëerd, namelijk de product verantwoordelijkheid. Dit betekent, dat zodra producten geleverd zijn (aan de consument) deze niet uit beeld verdwijnen, maar terug gaan komen in de productieketen. Re-manufacturing, zoals bv. Xerox doet met haar kopieermachines, zal steeds verder ontwikkeld worden. Dit zal dan ook gevolgen hebben voor de wijze van bv. labelling van producten of productieprocessen. Ook aan de vraagzijde verandert daarmee iets. Dit betekent dat het concept van consumeren, zoals we dat nu kennen in de zin van aankopen, eigenaar worden en dan weer wegdoen van een product, zal wijzigen. Er vindt een verschuiving plaats van een bezitscultuur naar een gebruikscultuur. In termen van de cyclische processen betekent dit dat het huren of gebruik voor een bepaalde tijd, van producten meer ingang gaat vinden, zoals autodelen of leasing van gebruiksgoederen (meubilair, vloerbedekking in gebouwen, enz). Dat betekent dat bedrijven niet meer een product verkopen, maar juist een dienst met full service gaan leveren. Het gaat aldus om duurzame productie én consumptie en geïntegreerd productbeleid. Ook het maatschappelijke proces en de systemen worden in vraag gesteld. Deze systeeminnovatie zal zowel op technisch, organisatorisch, bestuurlijk als sociaal niveau plaatsgrijpen. Innovatie kent niet alleen een versnelling, maar ook de aard en het doel van de innovatie zullen veranderen. Het gaat niet meer om concurrentie van gelijksoortige producten in dezelfde markten. Het gaat om creëren; om het ontwikkelen van nieuwe concepten, diensten en systemen en product en resource efficiency. Dit betekent dat er steeds meer inter- en multidisciplinair gewerkt gaat worden en dat zelfs nieuwe disciplines en kennisgebieden gaan ontstaan. Het samenbrengen van inzichten en kennis van verschillende disciplines, bv. van ingenieurs, biologen, chemici of architecten, creëert geheel nieuwe inzichten.

9 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport Cradle to cradle concept en toepassingen Dit alles vraagt een nieuwe manier van ondernemen, waar anders wordt aangekeken tegen bedrijfsconcepten. Dit betekent concreet het combineren van verschillende technologieën voor het ontwikkelen van compleet nieuwe producten, diensten of systemen. De natuur kan hierbij het voorbeeld geven. De natuur produceert in overvloed en diversiteit en niets gaat verloren. Alles heeft een functie voor andere levende organismen. Net zoals de natuur een gesloten biologisch metabolisme vormt is het ook de uitdaging dit te creëren voor alle gebruiksvoorwerpen 5. Deze benadering vormt in de eerste plaats de basis voor een nieuw business model Cradle to Cradle. In het Cradle to Cradle concept wordt een onderneming zodanig georganiseerd dat de uitkomst zowel voor de onderneming, als de omgeving, als de maatschappij goed is. Sinds 1987 werkt de door Prof. Michael Braungart opgerichte Environmental Protection Encouragement Agency (EPEA), stapgewijs aan de ontwikkeling van de principes van het Cradle to Cradle Design TM. De definiëring van materialen en producten en hun optimalisatie door Cradle to Cradle creëert een nieuwe dimensie van product kwaliteit, gebaseerd op materialen die als voedingsstoffen fungeren voor ofwel biologische ofwel technische systemen. Deze benadering omvat het gebruik van milieuveilige en gezonde materialen, het ontwerp voor materiaal hergebruik zoals recyclage en compostering, de ondersteuning van de productie via een duurzame energietoevoer en watergebruik en toegepaste strategiëen voor maatschappelijke verantwoordelijkheid. Cradle to Cradle ontwerpen stelt elke stof die in het product voorkomt in vraag naar functie en veiligheid. Kliksystemen vervangen lijmstoffen om een product gemakkelijk als lego tot zijn bouwstukken terug te brengen. Stoffen met mogelijke hinder voor mens en natuur worden vervangen. Elk traject start met een grondige screening die de ganse keten van leveranciers betrekt. Het is in die zin een strategie om te komen tot product- en procesinnovatie. Hoe het product wordt gemaakt, hoe het op de markt wordt gebracht, dit alles behoort tot het ontwerp. Tot en met de terugname na gebruik en het zinvol hergebruik. Net zoals in de natuur wordt wat gemaakt en verbruikt wordt verbonden met elkaar tot een kringloop. Het sluiten van de biologische en technologische kringlopen verandert grondig de logistiek. Het wordt niet meer alleen distributie van product tot gebruiker maar ook het installeren van omgekeerde trajecten wat reverse logistics wordt genoemd. Een product hoeft na gebruik niet noodzakelijk tot bij de initiële producent te komen. Het product kan een (bio-)chip bevatten met informatie over de samenstelling waardoor huidige afvalinzamelaars toekomstige materiaalbeheerders worden. Het is eenvoudig af te leiden dat dit spontaan leidt tot innovaties. Eco-effectieve producten zijn van bij de start juist ontworpen en creëren baten op verschillende vlakken: minder grondstof(kosten), afval wordt voedsel voor nieuwe producten, waardevollere en meer gegeerde producten met een sterkere positie in het milieu en op de markt. Het is niet moeilijk om te zien dat de toekomst zich zo ontwikkelt. De context is er, stijgende grondstof- en energieprijzen, druk op het milieu, meer besef door consumenten, de voorbeelden zijn er in realiteit en ambitie. De uitdaging van de 21e eeuw is veel effectiever te zijn en producten zo te ontwerpen dat ze van begin tot eind veilig en herbruikbaar zijn. Basis van Cradle to Cradle concept: een biologisch en technologisch metabolisme Cradle to Cradle is gebaseerd op het idee dat men materialen niet mag verloren laten gaan na gebruik voor producten. Men moet hun status behouden voor de volgende 5 Chemicus Michael Braungart en architect William McDonough zijn de grondleggers van Cradle to Cradle, een overkoepelend concept van eco-effectiviteit. 9

10 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport productie. Het onderscheidt zich van klassieke recycleerbaarheid waar de intentie voor recyclage ontwerp start na gebruik van het product en dus te laat. Cradle to Cradle onderscheidt 2 typen van producten: ze kunnen op een veilige manier geïntroduceerd worden als consumptieproducten in biologische systemen of als dienst-producten in technische systemen voor toekomstige producten. De materialen zouden in 1 van de 2 omschreven metabolismes moeten passen, zoals hieronder aangetoond. Consumptieproducten zijn bijvoorbeeld voedsel, afbreekbare vezels, cosmetische producten, wasproducten, remblokken of vergelijkbare producten. Deze zijn ontworpen op een manier waarbij afbraakdeeltjes vanwege bijvoorbeeld vertering, het slijten of verdunnen in lucht, water of aarde gedurende hun gebruik ondersteuning kunnen bieden voor biologische systemen. Biologische nutriënten worden geabsorbeerd en verder verwerkt door organismen en het ecosysteem in het algemeen. Na gebruik in industriële producten of processen, worden biologische nutriënten teruggegeven aan het milieu als voedsel voor ecologische processen. Biologische grondstoffen zoals planten kunnen door de land- of bosbouw, of tuinieren hernieuwd worden voor volgende generaties van consumptieproducten. Dienst-producten zijn bijvoorbeeld elektronische apparaten, auto s, tapijten, enz. Ze zijn stabiel tijdens gebruik en worden ontmanteld tot technische nutriënten nadat ze hun toepassing hebben voltooid. Vernieuwde technische nutriënten zijn qua samenstelling gedefinieerd en dienen als een reservoir voor de productie van de volgende generatie dienst-producten. Het traceren van dienst-producten en hun inzameling voor hergebruik als technisch nutriënt, wordt gewaarborgd op basis van hun commerciële opname in een dienst concept. De dienst (bijvoorbeeld u kijkt TV voor een bepaalde tijd) wordt geleverd naar de gebruiker terwijl de materialen van het apparaat van het dienstverlenende apparaat (bijvoorbeeld TV toestel) eigendom blijven van de producerende zijde. Terwijl de natuur de cyclus van het biologisch metabolisme beheert, is Intelligent Materials Pooling een beheersysteem voor technologische nutriënten in het technisch metabolisme. Intelligent Materials Pooling is een gezamenlijke, business-to-business benadering. De partners van de Intelligent Materials Pooling zijn akkoord om toegang te delen tot een gemeenschappelijke aanvoer van specifiek high-tech, kwalitatief hoogwaardig materiaal, pooling informatie en koopkracht voor het genereren van een gezond systeem van gesloten materiaalkringlopen. Net zoals partners kennis en informatie delen, ontwikkelen zij ook een gemeenschappelijk engagement om de gezondste en meest kwalitatieve middelen te gebruiken in hun producten. Samen

11 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport vormen ze een op waarde gebaseerd bedrijfsleven gericht op het verwijderen van het begrip afval uit de productie Het Cradle to Cradle certificatie systeem In 2005 is McDonough Braungart Design Chemisty (MBDC) gestart met het uitreiken van C2C-certificaten aan producten die ontwikkeld zijn volgens de Cradle to Cradle Design principes ( 2010). Ook EPEA (Environmental Protection Encouragement Agency, opgericht door Braungart) heeft een licentie voor het uitvoeren van certificaties en het gebruik van het logo. William McDonough en Michael Braungart hebben de intellectuele rechten verbonden aan Cradle to Cradle. In 2010 zijn ondertussen al meer dan 300 producten C2C-gecertificeerd waarvan het grootste deel in de Verenigde Staten. In Europa zijn vooral producten uit Nederland gecertificeerd. Slechts één Belgisch product, Under-Cover Composite (lichtarmatuur) van Under-Cover BVBA, heeft een C2C -certificaat. Een tachtigtal gecertificeerde producten worden toegepast binnen de bouwsector. Het betreft hier een breed gamma aan bouwproducten gaande van beton, isolatiemateriaal tot vloerbedekking. De lijst van gecertificeerde producten is terug te vinden op Figuur 1: Logo van het C2C-certificaat (goud) Toepassingsgebied en reikwijdte Het cerficiatieprogramma is van toepassing op materialen, onderdelen en eindproducten. Er is geen verdere afbakening met betrekking tot functionaliteit of eindgebruiker. Wel wordt er bijzonder aandacht gegeven aan bepaalde productklasses (vb. VOS 6 emissie standaards zijn enkel van toepassing op binnenhuisproducten, voor verven en coatings zijn de herbruikbaarheidscriteria van toepassing op de ondergrond in plaats van het product zelf, ). In geval van technische producten en bij een goed gedefinieerde ketenbewaking kunnen bepaalde noodzakelijke hoogwaardige, maar potentieel toxische stoffen (vb. cadmium, zilver, enz.) toegelaten worden ( 2010). 6 VOS: Vluchtige Organische Solventen 11

12 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport Het certificaat kent vier niveau s: basic, silver, gold en platinum waarbij een platinum gecertificeerd product het beste en een basic het minste voldoet aan de C2C-principes. Dit laat toe om verbetertrajecten uit te zetten voor producten die zich al in de filosofie hebben ingeschreven maar nog niet volledig kunnen voldoen aan alle ecoeffectiviteitsdoelstellingen. Tot 2010 zijn enkel basic, silver en gold certificaten uitgereikt en heeft voorlopig nog geen product voldaan aan de criteria voor het behalen van een platinum certificaat. Het Certificatie Handelsmerk kan gebruikt worden door bedrijven voor Cradle to Cradle gecertificeerde producten voor commerciële doeleinden. Vanaf het silver certificatie niveau wordt het materiaal/product ook opgenomen in de Material ConneXion Cradle to Cradle Database wat een samenwerking is met de Material ConneXion Database. In 2007 hebben MBDC, EPEA en Material ConneXion hiertoe een samenwerkingsverband opgericht. De Material ConneXion Database is een databank die onder andere producenten, designers en architecten informatie verstrekt over nieuwe en innovatieve materialen. Hoewel de databank enkel toegankelijk is mits betaling is het een eerste stap in het vrijmaken van de materiaalkennis van Cradle-to-Cradle producten. Tot hiervoor was deze informatie enkel ter beschikking van MBDC en EPEA zelf. In het kader van deze studie was het echter niet mogelijk om na te gaan wat de specifieke aard is van de informatie die ter beschikking wordt gesteld in deze database. Criteria Het certificatieproces is gebaseerd op 5 Cradle to Cradle evaluatie modules: 1. Materialen evaluatie: impact op mens en milieu 2. Hergebruik/herbruikbaarheid van de materialen 3. Gebruik van current solar income gebaseerde energie 4. Watergebruik en afvoer 5. Sociale verantwoordelijkheid Voor elk van deze modules zijn specifieke criteria ontwikkeld. Om een basic certificaat te behalen moet voldaan zijn aan een basisset van criteria binnen de eerste drie modules (zie Figuur 2). Bij het voldoen aan bijkomende criteria of een strengere invulling van eenzelfde criteria (vb. er zijn verschillende niveau s gedefinieerd voor de herbruikbaarheid van de materialen) stijgt het Cradle-to-cradle gehalte van het product en kan een hoger gerangschikt (van Silver tot Platinum) certificaat behaald worden. Het begeleidende document voor de interpretatie van de criteria is te downloaden via volgende weblink:

13 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport Figuur 2: Cradle to cradle certification CM criteria voor de vier verschillende certificatieniveau s: basic, silver, gold en platinum (bron: ) Zeer veel belang wordt gehecht aan de materiaalsamenstelling. Zo moeten alle ingrediënten van het product geïdentificeerd worden tot op het 100 ppm niveau. Voor sommige ingrediënten zoals toxische zware metalen moet de samenstelling zelfs tot op elk niveau gekend zijn. De ingrediënten worden achtereenvolgens gekenmerkt voor eco-toxicologische risico s op het vlak van effecten op organismen (acute toxiciteit, carcinogeniteit, ) en gedrag in ecologische systemen (watertoxiciteit, bioaccumulatie, ). De blootstelling van organismen aan deze ingrediënten wordt ook in kaart gebracht. Alle ingrediënten worden op basis van hun risico- en blootstellingsgedrag gescoord volgens de ABC-X methode (zie Figuur 3). A,B,C en X zijn vier categorieën waarbinnen alle ingrediënten ingedeeld worden. Categorie A en B bevatten de groene ingrediënten die geen of weinig risico vormen in deze toepassing. Categorie C bevat de ingrediënten met een matig risico. Zij worden ook gele componenten genoemd en mogen toegepast worden zolang er geen groen alternatief beschikbaar is. De X of de rode componenten zijn gevaarlijke en risicovolle ingrediënten die binnen het toepassingsmodaliteiten van het product niet geaccepteerd kunnen worden. Voor deze rode ingrediënten moet een strategie ontwikkeld worden om het gebruik ervan in deze toepassing uit te faseren. 13

14 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport OPTIMAL OPTIMIZING TOLERABLE NOT ACCEPTABLE NOT CHARACTERIZED Figuur 3: Indeling in één van de vier ABC-X categorieën. Via deze ABC-X benadering wil het certificaat ertoe aanzetten om producten continu te verbeteren. Zo kunnen producten die rode ingrediënten (niet accepteerbaar) bevatten toch een certificaat verkrijgen als zij een strategie ontwikkelen om deze ingrediënten uit te faseren en te vervangen door gele of groene componenten. Omdat een certificaat één jaar geldig is, wordt op relatief korte termijn geëvalueerd of er een verbetering is en of er eventueel de mogelijkheid is om een hoogwaardiger certificaat te behalen. Braungart en McDonough hebben op die manier hun concept van ecoeffectiviteit willen vertalen in hun certificatieproces. De strategie is niet om de aanwezigheid van schadelijke componenten te beperken maar wel om ze te bannen en te vervangen door milieu- en mensvriendelijke componenten. Hiertoe hebben zij ook een databank van groene materialen aangelegd die bedrijven kan begeleiden in het zoeken naar de goede alternatieven voor schadelijke componenten. De tweede module beschrijft de criteria voor de herbruikbaarheid van de materialen. De aanvrager moet aantonen dat zijn product tot de technische of biologische cyclus behoort (of beide indien eenvoudig te scheiden) of dat er een strategie is ontwikkeld om dit te realiseren. Ook worden producten geëvalueerd op hun nutrient reutilization score. Dit is een gecombineerde score die zowel de recycleerbaarheid/composteerbaarheid van de componenten als het gebruik van gerecycleerde/snel hernieuwbare componenten in rekening neemt. In deze score wordt ook het design voor recycling mee geëvalueerd. Componenten kunnen reeds als recycleerbaar worden beoordeeld op basis van hun inherente kwaliteiten ook als er nog geen infrastructuur voor het terugwinnen ervan beschikbaar is. Enkel voor het behalen van een gold of platinum label is het vereist om over een uitgewerkt plan te beschikken voor de materiaalterugwinning en de onder andere daaraan verbonden logistieke infrastructuur. Enkel voor het platinum label moet dit plan ook al in praktijk toegepast zijn. Het C2C-principe use of current solar income wordt geëvalueerd in module 3.0 Energy. De aanvrager moet hier aantonen dat hij voor de productie en/of assemblage van zijn product kennis heeft over de aangewende energiebronnen (basic level), een strategie ontwikkeld voor het gebruik van current solar income (silver level) of er voor meer dan 50% effectief gebruik van maakt (gold en platinum level). De efficiëntie en de hoeveelheid van het energiegebruik tijdens de product en/of assemblage maar ook

15 Hoofdstuk 1 Doelstelling en scope van dit rapport tijdens het doolopen van de kringloop of de gebruiksfase van het geproduceerde goed vormen echter geen onderdeel van deze evaluatie. Om een silver tot platinum label te halen moet de aanvrager ook aantonen dat er aandacht besteedt wordt aan de bescherming van de waterkwaliteit van het water gebruikt in het productieproces. Om hieraan te voldoen moet hij water stewardship guidelines uitwerken of opnemen. Er worden echter geen specifieke extralegale eisen gesteld aan waterverbruik en lozingsnormen. Een bedrijf dat een silver of hoger label wil behalen moet ook aantonen dat het acties neemt in het kader van sociaal verantwoord ondernemen. 15

16 HOOFDSTUK 2 HET C2C-CONCEPT, HET CERTIFICAAT EN ANDERE PRODUCT- EVALUATIEBENADERINGEN: MOGELIJKHEDEN VOOR DE BEOORDELING EN OPVOLGING VAN MIP ONDERZOEKSPROJECTEN 2.1 Inleiding Het MIP is ervan overtuigd dat het inspirerende en ambitieuze C2C-concept en bij uitbreiding het eco-effectiviteitsdenken een belangrijke bijdrage kan leveren tot de duurzame ontwikkeling van de Vlaamse economie. Het kan de politieke en economische wereld inspireren en enthousiasmeren om mee te werken aan de duurzame ontwikkeling vanuit onze regio. Echter door het hoge, bijna utopische, ambitieniveau is een praktische implementatie (nog) niet altijd haalbaar of kan het zelfs leiden tot een al dan niet tijdelijke een verhoging van de milieu-impact (vb. energie-intensieve materiaalkringlopen die geen gebruik kunnen maken van current solar based energie. Er is dus een vertaalslag nodig om het C2C-concept toepasbaar te maken op onderzoeksprojecten die ook succesvol kunnen zijn binnen een huidige realiteit om op die manier een evenwicht te vinden tussen een ambitieuze langetermijnvisie en een realistisch korte termijn resultaat. Om deze vertaalslag naar een MIP evaluatiekader te onderbouwen worden in dit hoofdstuk het C2C-concept, het hierop gebaseerde evaluatie kader en andere eco-efficiëntie geïnspireerde evaluatiekaders geanalyseerd. Deze laatste zijn: - Levenscyclusanalyse: methode voor de integrale milieu-impact van producten en processen tijdens hun levenscyclus. - LiDS: Eco-design strategie voor producten gebaseerd op de levenscyclusbenadering. - IWT-DTO: evaluatiemethode voor onderzoeksprojecten die gericht zijn op het halen van ecologische doelstellingen. Er is dus gekozen om zowel een productevaluatiemethode, een productdesignmethode als een projectevaluatiemethode op te nemen in de analyse om vanuit verschillende invalshoeken inspiratie te verzamelen. De analyse bevat een situering van het C2C-concept en de bovenvermelde evaluatiemethodieken op een transitiepad naar een groene economie Dit om een beter inzicht te verkrijgen in welke specifieke rol zij in dit transitie vervullen maar ook niet vervullen. Aanvullend is via SWOT 7 - analyses getracht om de sterktes en zwaktes van het C2C-concept en het certificaat in kaart te brengen als aanzet voor het opzetten van dit MIP-evaluatie- en opvolgingskader. Er wordt nagegaan in welke mate de eventuele zwaktes kunnen opgevangen worden door de sterktes van de eco-efficiëntie geïnspireerde benaderingen. 7 Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats

17 Hoofdstuk 2 het C2C-concept, het certificaat en andere product-evaluatiebenaderingen: mogelijkheden voor de beoordeling en opvolging van MIP onderzoeksprojecten 2.2 De plaats op het transitiepad Transities en transitiemanagement Een transitie definiëren wij (op basis van wetenschappelijke state of the art) als een ingrijpende omslag van een bestaand systeem en op lange termijn. Een transitie doorloopt een aantal fasen. In de voor-ontwikkelingsfase groeit het besef dat een huidig systeem niet meer voldoet. Nieuwe ideeën ontstaan en in niche-omgevingen worden op basis van nieuwe ideeën experimenten opgestart. Omwille van meer maatschappelijke steun komt men in een take-off fase waarbij de experimenten beginnen te leiden tot ontwikkelingen die zichzelf versterken. In deze versnellingsfase vindt er een structurele omslag plaats. Ten slotte komt men terecht in (dynamisch) stabiel nieuw systeem: de stabilisatiefase. Deze opvolging van fases wordt visueel voorgesteld als een S-curve (zie Figuur 4). Transitiemanagement gaat ervan uit dat met deze kennis over transities in het verleden ook gewenste transities kunnen gerealiseerd worden. Op zijn minst biedt het transitiedenken een handig werk- en denkkader. Over het concept van transities bestaat veel (wetenschappelijke) literatuur, in de vito-werkwijze wordt het concept gecondenseerd tot een denk- en werkkader met 5 elementen: Systeemanalyse: -wat is het systeem dat een transitie moet ondergaan, welke zijn de relevante spelers en stromen, welke zijn de trends, krachten die op het systeem inwerken? Visievorming: vanuit een oogpunt van duurzame ontwikkeling, hoe ziet de gewenste toekomst van het systeem eruit, welke concrete beelden kunnen we ons voorstellen over 30 à 50 jaar? Strategiebepaling: welke zijn de te volgen paden die kunnen leiden naar het visionair vooropgesteld systeem; welke zijn de te hanteren strategieën? Experimenten: welke concrete initiatieven kunnen we nu opzetten om aan te tonen dat/uit te proberen of nieuwe systemen daadwerkelijk mogelijk zijn en op economisch, ecologisch en sociaal vlak voldoen aan de principes van duurzame ontwikkeling? Opvolgen: aan de hand van (kwantitatieve en kwalitatieve) indicatoren: gaan we effectief in de richting van de vooropgestelde systemen, dragen we bij tot de vereiste systeemomslag(en)? Deze 5 elementen kunnen we ook positioneren ten opzichte van de S-curve:

18 Figuur 4: Transitiecurve met de 5 transitie-elementen: systeemanalyse, visievorming, strategiebepaling, experimenten en opvolgen C2C en de evaluatiekaders op het transitiepad. Als we het C2C-concept, het certificaat, de eco-efficiëntie geïnspireerde evaluatiekaders en de MIP-projecten binnen de theorie van transitiedenken plaatsen merken we dat er merkelijke verschillen zijn in de rol die zij hierin spelen. Het C2C-concept reikt zowel een ambitieuze visie (de impact op onze producten en processen moeten radicaal positief zijn op mens en milieu) als een aantal scenario s (de drie ontwerpprincipes: afval = voedsel, gebruik de huidige invallende zonne-energie, wees divers) aan. Het C2C-concept helpt ons om het abstracte begrip duurzame samenleving te helpen concretiseren. Eco-efficiëntie is een strategie om tot een groenere economie te komen. Het komt neer op het verminderen van milieu-impacten geleverd door menselijke activiteiten, zonder de (socio-)economische waarde ervan te laten dalen 8. Het verschil met het C2C-concept is dat er geen concreet einddoel is. Eco-efficiëntie werkt vooral reactief, de maatregelen worden afgeleid en afgewogen ten opzichte van de huidige status. De C2C principes hebben als doel te komen tot een gewenste stand van zaken en zijn dus pro-actief. De insteek van de C2C-strategie en een eco-efficiëntie strategie is dus verschillend maar dit hoeft natuurlijk niet uit te sluiten dat zij soms tot gelijkaardige maatregelen resulteren. Veel (niet alle) van de C2C geïnspireerde maatregelen zijn dus al langer bekend (product-dienst systemen, kringloopdenken, etc.) waardoor de indruk bestaat 8 Verfaillie H.A., Bidwell R., measuring eco-efficiency a guide to company performance, World Business Council for Sustainable Development

19 Hoofdstuk 2 het C2C-concept, het certificaat en andere product-evaluatiebenaderingen: mogelijkheden voor de beoordeling en opvolging van MIP onderzoeksprojecten dat C2C maar een nieuwe vlag is voor een oude lading. Door er met een transitiebril naar te kijken, komt het verschil in benadering duidelijker naar voren. Binnen het transitieverhaal kunnen we een levenscylusanalyse beschouwen als een tool om de status van het huidige systeem te analyseren. Binnen het ecoefficiëntiedenken neemt het dan ook een belangrijke plaats in. Het stelt ons in staat is die aspecten van een product (maar ook proces, gebouw, activiteit, ) te identificeren waar nog de meeste eco-efficiëntiewinst te boeken is en hoe er dus gereageerd moet worden. Omdat in een C2C-benadering vergeleken wordt met een gewenste en niet met een bestaande situatie is een levenscylusanalyse minder bruikbaar als beslissingsondersteunende tool. Toch blijft een levenscyclusanalyse een interessante tool om van een C2C-geïnspireerde oplossing de uiteindelijke milieuwinst door te rekenen. Ecodesign tools zoals LiDS zijn gebaseerd op een levenscyclusbenadering van producten en geven aan welke strategische beslissingen moeten genomen worden om ecoefficiënte producten te ontwikkelen. C2C-gecertificeerde producten kunnen we beschouwen als experimenten in dit transitieverhaal. Zij worden nu, op beperkte schaal, ontwikkeld maar schrijven zich wel in, in de lange termijn visie van eco-effectief handelen. De criteria van het C2Ccertificaat kan je zien als een opvolgingstool voor deze experimenten: er wordt geëvalueerd in welke mate producten zich inschrijven in de C2C-visie. In dit kader kan je IWT-DTO en MIP innovatie projecten ook beschouwen als experimenten in een transitie naar een duurzame economie. Het IWT-DTO programma is meer geïnspireerd door een eco-efficiëntiebenadering. Het MIP volgt meer het C2Cpad.

20 2.3 SWOT analyses van C2C-concept en het certificatieproces SWOT analyse van het C2C concept Sterktes Als sterktes wordt uiteraard het positieve en ambitieuze karakter van de boodschap gezien. Er wordt een positief antwoord gesuggereerd op één van de cruciale vragen van vandaag: Kunnen we duurzame ontwikkeling en het gegeven van een consumptiemaatschappij met elkaar verzoenen?. Door het concept toe te lichten in één vlot leesbaar referentiewerk 9, met verwijzingen naar talloze inspirerende voorbeelden zijn de bedenkers Braungart en McDonough er in geslaagd een verhaal te brengen dat tegelijkertijd zeer ambitieus is én een brede doelgroep (bedrijven, beleidsmakers, consumenten) aanspreekt. Een belangrijke sterkte van het concept is het hoge ambitieniveau, namelijk producten en processen zo ontwikkeling dat ze een positieve bijdrage leveren aan het milieu rondom hen. Het zet zich hierbij af tegen de gangbare negatieve benadering van het minimaliseren van onze impact. De strategieën om deze ambitie waar te maken: kringloopdenken, gebruik van hernieuwbare energie, inzetten op diversiteit, afstemmen op lokale behoeften, e.a. zijn echter niet nieuw maar worden in een concreet toepassingskader bij een breder publiek bekend gemaakt. Opportuniteiten Cradle-to-cradle, kortweg C2C, is er op korte tijd in geslaagd om een aspect van het duurzaamheidsdenken te vertalen naar een concept dat ook door de politiek en het bedrijfsleven enthousiast wordt onthaald. Het bredere concept van eco-effectiviteit is ook toepasbaar op verschillende niveaus: materialen, producten, gebouwen, wijken, zelfs hele provincies (zie Nederlands Limburg). In het kader van de beoordeling en de opvolging van MIP-projecten kunnen de drie C2C-ontwerpprincipes de leidraad zijn: 1) Waste equals food: biologische en technologische voedingsstoffen mogen hergebruikt worden als voedingstoffen voor natuurlijke en/of menselijk productieprocessen. Deze voedingsstoffen moeten bijgevolg ook veilig zijn voor mens en milieu. 2) Use of current solar income: Het gebruik van hernieuwbare energiebronnen 3) Celebrate diversity: het promoten en combineren van biologische, culturele en conceptuele verscheidenheid. Zwaktes De C2C-principes zijn goed uitgewerkt naar duurzaam materialenbeheer toe maar is dat minder voor de andere noodzakelijke transities om tot een duurzame samenleving te komen. Het ondoordacht toepassen van het concept zelfs leiden tot een verschuiving van milieuproblemen. Zo is is het aandeel van producten (ontginning, productie, verwijdering) en het transport ervan, volgens Mc Kay 10, samen goed voor bijna één derde van de energiebehoefte in de UK (60 kwh/d/p op een totaal van 195 kwh/d/p). In een model waarin consumeren wordt aangemoedigd kan verwacht worden dat dit aandeel niet zal verminderen, zelfs eerder toenemen. Braungart en McDonough argumenteren dat er voldoende current solar income gebaseerde energie beschikbaar 9 Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things (2002) 10 David MacKay, Sustainable Energy without the hot air (2008),

21 Hoofdstuk 2 het C2C-concept, het certificaat en andere product-evaluatiebenaderingen: mogelijkheden voor de beoordeling en opvolging van MIP onderzoeksprojecten is om aan onze energiebehoefte te voldoen. De zonne-enerige die invalt op de aarde is tot 9000maal meer dan de energie die we verbruiken. Het is dus een zaak om deze overvloed aan energie zo effectief mogelijk aan te wenden. McKay 8 stelt echter dat met de huidige en realistisch te verwachten technologische ontwikkelingen het voor de UK zelfs theoretisch (dus zonder economische of politieke belemmeringen) onmogelijk is om enkel met de eigen current solar based income energie in zijn behoeften te voorzien. Energiebesparende maatregelen lijken dus nog lange tijd blijvend noodzakelijk. Het is echter te vrezen dat het opzetten van hoogwaardige materiaalkringlopen met zijn specifieke logistieke behoeften zal leiden tot een toename van de product gerelateerde energievraag. Ook het logistieke verhaal van de gesloten kringloopbenadering is algemeen onderbelicht in het boek. Het mobiliteitsvraagstuk wordt niet aangekaart. Het is niet duidelijk hoe op een eco-effectieve manier de logistiek van de kringlopen kan worden georganiseerd: Hoe kunnen afvalstromen zo worden geleid dat ze precies in de juiste hoeveelheid, op het juiste moment en op de juiste plaats als voedsel voor andere processen kunnen dienen, met een gering beroep op transport en energie. Ook is er geen strategie uitgewerkt om de vermenging tussen C2C en niet-c2c producten te vermijden. Door de boodschap op een eenvoudige manier te brengen, slaat de C2C-concept weliswaar aan bij een breed publiek maar wordt soms voorbijgegaan aan een complexe realiteit. De problematiek rond energie en logistiek is hoger al geschetst maar ook volgende aspecten worden onderbelicht: - Een effectieve technologische cyclus kan waarschijnlijk alleen goed functioneren binnen product-dienstbenadering. Het is nog niet duidelijk tot op welk niveau de consument in dit verhaal wenst mee te stappen. - C2C zoekt als duurzaamheidstrategie vooral technologische oplossingen. Wat met maatschappelijke en economische benaderingen? De boodschap kan simplistisch geïnterpreteerd worden als: er was niets mis met onze manier van leven, de techniek was er gewoonweg nog niet voldoende op aangepast. - Het gebruik van biologische en technologische cycli zal in de praktijk ook van geval tot geval moeten bekeken en uitge - Eco-effectiviteit zet zich af tegen het eco-efficiëntie denken maar in praktijk worden echter veelal dezelfde strategische keuzes gemaakt: denken in kringlopen, stimuleren van product-dienstsystemen, stimuleren van hergebruik, gebruik van hernieuwbare energie,... Hoewel er duidelijke verschillen zijn in de eco-effectiviteit- (pro-actief, doelgericht, lange termijn) en de eco-efficiëntiebenadering (re-actief, vergelijkend met huidige status, korte termijn aanpak) lijkt hier toch een kans gemist om in het kader van een transitieproces naar een duurzaam materialenbeheer beide benaderingen te verzoenen. Bedreigingen Uit wetenschappelijke hoek is er kritiek op C2C omwille van de hierboven vernoemde zwaktes. Deze kritiek kan remmend werken op de verdere opname van het concept. De huidige benadering van milieuproblemen is zowel in bedrijven als op beleidsniveau gebaseerd op de eco-efficiëntiebenadering. Het is onduidelijk hoe hier een drastische wending kan genomen worden naar Naast het C2C-concept bestaat er ook het C2C-certificaat en de daaraan verbonden consultancy activiteiten. Zowel het certificaat als de consultancy activiteiten zijn nog in handen van Braungart en McDonough. Hoewel als reden hiervoor de kwaliteitsgarantie wordt aangegeven bestaat de perceptie dat het concept aanwenden om hun consultancy business te ondersteunen. Bovendien kan er ook inhoudelijke kritiek

22 gegeven worden op het certificatiesysteem dat niet transparant is. Deze kritiek straalt af op het concept. Een verantwoorde toepassing van het C2C concept op productontwikkeling vereist ook transities op andere terreinen: product-dienstsystemen logistiek netwerk voor C2C producten, energievoorziening, e.a. In het kader van de beoordeling en de opvolging van MIP-projecten zal daarom een uitsluitende C2C-benadering vermoedelijk onvoldoende zijn. In een overgangsfase zullen ook traditionelere ecoefficiëntiebenaderingen (vb. efficiënt energieverbruik) noodzakelijk blijven om een trade-off van het ene milieu-compartiment naar het andere te vermijden. Figuur 5: SWOT C2C-concept

23 Hoofdstuk 2 het C2C-concept, het certificaat en andere product-evaluatiebenaderingen: mogelijkheden voor de beoordeling en opvolging van MIP onderzoeksprojecten SWOT analyse van de C2C -criteria De volledige SWOT-analyse van het C2C-certificaat is terug te vinden in Figuur 6. Hieronder worden de belangrijkste conclusies opgelijst. Sterktes De sterkte van het C2C-certificaat is dat het het eerste productcertificaat is dat vertrekt vanuit eco-effectiviteitsdoelstellingen. Producenten worden op die manier gestimuleerd om goede producten te ontwikkelingen en niet minder slechte. Naast de eigenlijke productkarakteristieken wordt immers ook de strategie voor om verbeteringen aan te brengen opgenomen in de eigenlijke evaluatie en het opvolgingstraject (certificaten worden voor een periode van één jaar toegekend). Producenten worden op die manier gestimuleerd om aan blijvende innovatie te doen om zo stapsgewijs tot milieu- en mensvriendelijke producten te komen. De materiaalevaluatie is zeer gedetailleerd uitgewerkt en wordt gecombineerd met een risico-analyse. Het certificaat vertaalt het eco-effectiviteitsdenken in eenvoudig hanteerbare criteria voor productontwikkelaars. Opportuniteiten Het certificaat werkt als enige met criteria die gebaseerd zijn op eco-effectiviteit met criteria voor toxiciteit, design voor hergebruik, gebruik van hernieuwbare energie bij productie, watergebruik bij productie. Deze kunnen vertaald worden naar doelstellingen voor MIP onderzoeksprojecten. Ook de trapsgewijze benadering (basic tot platinum) kan een inspiratiebron zijn om differentiatie in de beoordeling voor onderzoeksprojecten te introduceren. Het openstellen van het certificatiesysteem naar niet-commerciële organisaties en/of overheden kan leiden tot een grotere waardering van het label én het concept. Er worden in die richting stappen ondernomen door de founding fathers. Zwaktes Als we vanuit een levenscyclusbenadering kijken naar de geselecteerde criteria merken we dat een aantal aspecten, die kunnen leiden tot een negatieve impact op het milieu, niet zijn opgenomen in de lijst van criteria. De belangrijkste zijn: - Milieu-impact van het productieproces: o Impact op water (basic, silver level) o Impact op lucht o Energieverbruik (enkel het gebruik van duurzame energie wordt geëvalueerd de TRIAS energetica wordt niet gevolgd ondanks het gebrek aan voldoende beschikbare current solar income ) o Hinder aspecten (geur, geluid, ) o Afval - Milieu-impact van het voortraject van de ingrediënten van het product o Vb. Impact van mijnactiviteiten voor het ontginnen van ertsen (enkel voor houtcomponenten is deze evaluatie vereist vanaf het gold label) - Milieu-impact tijdens het doorlopen van de kringloop: o Impact van de logistieke activiteiten die noodzakelijk zijn om de kringlopen te sluiten o Milieu-impact van de recyclageprocessen (analoog aan productieproces) - Milieu-impact tijdens gebruiksfase van het product: o Verbruik van energie, water of andere hulpbronnen tijdens het gebruik van het product.

MIP2, Cradle to Cradle en het certificatieproces

MIP2, Cradle to Cradle en het certificatieproces MIP2, Cradle to Cradle en het certificatieproces Themagroepvergaderingen MIP2 - Mechelen Doel van dit project Cradle to cradle is een belangrijke inspiratiebron voor MIP2 Een handleiding voor MIP2 om met

Nadere informatie

Cradle-to-Cradle ook voor Vlaanderen? Themagroepvergaderingen MIP2 - Antwerpen 25/03/2010

Cradle-to-Cradle ook voor Vlaanderen? Themagroepvergaderingen MIP2 - Antwerpen 25/03/2010 Cradle-to-Cradle ook voor Vlaanderen? Themagroepvergaderingen MIP2 - Antwerpen Doel van deze studie Cradle to cradle is een belangrijke inspiratiebron voor MIP2 Een handleiding voor MIP2 om met het concept

Nadere informatie

Biedt Cradle to cradle een alternatief voor BBT?

Biedt Cradle to cradle een alternatief voor BBT? Biedt Cradle to cradle een alternatief voor BBT? Karl Vrancken Projectenmanager VITO 5de Vlaams Milieucongres Gent -21 oktober 2008 1 Neen, maar 2 Hoe bereiken we duurzaamheid? Wat is cradle to cradle?

Nadere informatie

Zet Cradle to Cradle de nieuwe krijtlijnen uit voor duurzame producten?

Zet Cradle to Cradle de nieuwe krijtlijnen uit voor duurzame producten? 26/03/2010 Zet Cradle to Cradle de nieuwe krijtlijnen uit voor duurzame producten? Dr. Karl Vrancken projectenmanager - VITO VITO Unit transitie energie en milieu» Energie en emissie modellering en monitoring»

Nadere informatie

Wordt Cradle to Cradle de volgende duurzaamheidsstrategie?

Wordt Cradle to Cradle de volgende duurzaamheidsstrategie? 14/07/2009 Wordt Cradle to Cradle de volgende duurzaamheidsstrategie? Dr. Karl Vrancken projectenmanager - VITO VITO s activiteiten Aardobservatie Energie Materialen Scheiding & conversie Analyse Technologie

Nadere informatie

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop. www.armstrong.nl/plafonds www.armstrong-plafonds.be

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop. www.armstrong.nl/plafonds www.armstrong-plafonds.be SILVER Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop www.armstrong.nl/plafonds www.armstrong-plafonds.be Cradle to Cradle - de ingeslagen weg Cradle to Cradle is een innovatief concept waarbij productieprocessen

Nadere informatie

Cradle to Cradle. 1 Inhoud... 1. 2 Cradle to Cradle als nieuwe industriële revolutie... 1. 2.1 Van eco-efficiëntie naar eco-effectiviteit...

Cradle to Cradle. 1 Inhoud... 1. 2 Cradle to Cradle als nieuwe industriële revolutie... 1. 2.1 Van eco-efficiëntie naar eco-effectiviteit... 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Cradle to Cradle als nieuwe industriële revolutie... 1 2.1 Van eco-efficiëntie naar eco-effectiviteit... 2 2.2 Naar gesloten materiaalkringlopen... 3 3 De basisregels van Cradle

Nadere informatie

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren, Vrijdag 10 september 2010 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Comité van de Regio s Resource Efficient Europa Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau,

Nadere informatie

Cradle to Cradle - duurzaamheid staat voorop SILVER. Plafond&Wand SYSTEMEN.

Cradle to Cradle - duurzaamheid staat voorop SILVER. Plafond&Wand SYSTEMEN. Plafond&Wand SYSTEMEN Samen van idee tot werkelijkheid SILVER Cradle to Cradle - duurzaamheid staat voorop www.armstrong.nl/plafonds www.armstrong-plafonds.be Cradle to Cradle - de ingeslagen weg Cradle

Nadere informatie

Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Vrijdag 16 april 2010 Bezoek Deceuninck (Hooglede-Gits) - duurzaam materialenbeheer Geachte aanwezigen, Dames en heren,

Nadere informatie

1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV

1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV 1 VERPAKKEN IN EEN CIRCULAIRE Copyright 2017 ECONOMIE KIDV door de VNV en het KIDV 13 maart 2017 platform voor experts professionalisering van het verpakkingsvak profiel versterken binnen het bedrijfsleven

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Alles van waarde beschermen en behouden

Alles van waarde beschermen en behouden Alles van waarde beschermen en behouden Rond 2050 wonen er zo n 9 miljard mensen op onze aarde. De vraag naar water, mais, olie en metaal zal dan ook drastisch toenemen. Onze aarde is niet onuitputtelijk,

Nadere informatie

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop.

SILVER. Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop. SILVER Cradle to Cradle Duurzaamheid staat voorop www.armstrong-plafonds.nl www.armstrongplafonds.be Cradle to Cradle - de ingeslagen weg Cradle to Cradle is een innovatief concept waarbij productieprocessen

Nadere informatie

1. Hoe kan ik, als aankoper, Cradle to Cradle producten stimuleren?

1. Hoe kan ik, als aankoper, Cradle to Cradle producten stimuleren? keuze marktsegment Leidraad Cradle to Cradle in overheidsopdrachten Ecolabels zijn handig om duurzame producten te onderscheiden van minder duurzame alternatieven. Het gebruik van ecolabels in publieke

Nadere informatie

Duurzame bedrijventerreinen

Duurzame bedrijventerreinen Duurzame bedrijventerreinen Duurzaamheid: meer dan enkel energie Duurzaam bedrijventerrein Energie, water, afval, sociale aspecten, samenwerkingen, Wordt ingewikkelde oefening Gegevens? Project SIS (Sustainable

Nadere informatie

Duurzaam Inkopen in onderwijs. Betty de Keizer De Keizer Kennismakelaar

Duurzaam Inkopen in onderwijs. Betty de Keizer De Keizer Kennismakelaar Duurzaam Inkopen in onderwijs Betty de Keizer De Keizer Kennismakelaar Duurzaam inkopen, inleiding Duurzaam inkopen in onderwijs Spelers in het veld en hun rol Suggesties voor aanpak Informatiebronnen

Nadere informatie

Product Sustainability Indicator

Product Sustainability Indicator Product Sustainability Indicator Waarom een scorecard? Duurzaam bouwen is al lang geen trend meer. De vraag naar duurzame gebouwen groeit en daarmee de vraag naar duurzame producten. Maar wat is een duurzaam

Nadere informatie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact

Nadere informatie

CONTOUREN VAN EEN BOUWSECTOR VAN DE TOEKOMST DIE VOLUIT KIEST VOOR RESOURCE EFFICIENCY.

CONTOUREN VAN EEN BOUWSECTOR VAN DE TOEKOMST DIE VOLUIT KIEST VOOR RESOURCE EFFICIENCY. CONTOUREN VAN EEN BOUWSECTOR VAN DE TOEKOMST DIE VOLUIT KIEST VOOR RESOURCE EFFICIENCY. WAT IS RESOURCE EFFICIENCY IN DE TOEKOMST? = VISIE BELANGRIJKE AANKNOPINGSPUNTEN: Visie opgesteld ikv Transitieproces

Nadere informatie

Alles van waarde beschermen en behouden

Alles van waarde beschermen en behouden Alles van waarde beschermen en behouden Rond 2050 wonen er zo n 9 miljard mensen op onze aarde. De vraag naar water, mais, olie en metaal zal dan ook drastisch toenemen. Onze aarde is niet onuitputtelijk,

Nadere informatie

Van Afval Af. transitie-agenda naar een circulaire economie. Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl

Van Afval Af. transitie-agenda naar een circulaire economie. Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl Van Afval Af transitie-agenda naar een circulaire economie NVRD themadag Roel van Raak(DRIFT) vanraak@drift.eur.nl Aanleiding en doel van Van Afval Af Verpakkingenakkoord Circulaire Economie Schuivende

Nadere informatie

Definitie. Wat is Duurzaamheid?

Definitie. Wat is Duurzaamheid? Duurzaamheid Definitie Wat is Duurzaamheid? Waarom is duurzaamheid belangrijk? Bevolkingsgroei 7naar 9Miljard Waarom is duurzaamheid belangrijk? Grondstofschaarste Waarom is duurzaamheid belangrijk? Ontbossing

Nadere informatie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie

Ecodesign. Leen Van Aken. Groep Design & Technologie Ecodesign Leen Van Aken Groep Design & Technologie Wat is ecodesign? Eco - design Ecologisch > esthetisch, ergonomisch, economisch, functioneel, Levenscyclus > ontwerp, productie, distributie, gebruik

Nadere informatie

Total Respect Management Cyclus

Total Respect Management Cyclus Total Respect Management Cyclus Leer excellent leiding te geven en onderneem op een duurzame manier, met excellente resultaten als gevolg Hoe komt het dat bedrijven zoals Torfs, Colruyt, Umicore of Apple

Nadere informatie

Circulair Inkopen Utrecht op weg naar duurzame markttransformatie

Circulair Inkopen Utrecht op weg naar duurzame markttransformatie Circulair Inkopen Utrecht op weg naar duurzame markttransformatie Opdrachtgevers: - Provincie Utrecht - Gemeente Utrecht - Gemeente Amersfoort Middag/avond over biobased aanbesteden Centre of Expertise

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Manifest Circulair Onderwijs

Manifest Circulair Onderwijs Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed

Nadere informatie

Rol van kunststoffen in de groene economie. 17 nov 2010 Kristof Debrabandere

Rol van kunststoffen in de groene economie. 17 nov 2010 Kristof Debrabandere Rol van kunststoffen in de groene economie 17 nov 2010 Kristof Debrabandere Overzicht Kunststoffen in een duurzame economie. Het wat en het hoe. Conclusies: algemeen en concreet. Huidig model is fundamenteel

Nadere informatie

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen 3/12/13 Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen Mieke Houwen Horizon 2020 : klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen Agenda n Horizon 2020 algemeen n

Nadere informatie

inspireren en innoveren in MVO

inspireren en innoveren in MVO inspireren en innoveren in MVO Inleiding Gert Van Eeckhout Beleidsondersteuner MVO - Departement WSE Wat is MVO? Waarom MVO? Beleidslijnen Vlaamse overheid MVO? een proces waarbij ondernemingen vrijwillig

Nadere informatie

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN MVO Vlaanderen Naam van uw begeleider Agenda Voorstelling & toelichting Wat is duurzaamheid? Waarom deze stuurgroep? Start met de Sustatool! Waarden En nu? 1 Wie bent u? Voorstelling:

Nadere informatie

EEN DUIM VOOR DELEN. ik deel INFOFICHE. daar wordt iedereen beter van

EEN DUIM VOOR DELEN. ik deel INFOFICHE. daar wordt iedereen beter van daar wordt iedereen beter van EEN DUIM VOOR DELEN INFOFICHE 1 1.1 DEFINITIE Delen is een vorm van consuminderen (minder verbruiken) en consumanderen (anders verbruiken). Bij delen ligt het accent op gebruiken

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

Bedrijfsrapport <naam bedrijf>

Bedrijfsrapport <naam bedrijf> Bedrijfsrapport Brancheverduurzamingsplannen Introductie Met behulp van de Webtool Brancheverduurzamingsplannen van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) heeft uw bedrijf

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen De Meeuw Nederland Industrieweg 8 Postbus 18 5688 ZG Oirschot T +31 (0)499 57 20 24 F +31 (0)499 57 46 05 info@demeeuw.com www.demeeuw.com De Meeuw en MVO Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord

Nadere informatie

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Klimaat voor Verandering

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Klimaat voor Verandering Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Klimaat voor Verandering Amsterdam, 26 januari 2016 1 Inhoud Introductie 3 Zij waren er bij! 4 Circulaire economie 5 Waarom circulair? 6 Nederland Circulair! 7

Nadere informatie

Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden

Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden STUDIEDAG Projectmatig werken in lokale overheden LEUVEN 27 oktober 2011 Projectmatig werken in de lokale sector Katlijn Perneel, Partner, ParFinis Projectmatig 2 - werken voor lokale overheden 1 Inhoud

Nadere informatie

Symposium Groene ICT en duurzaamheid januari 2014

Symposium Groene ICT en duurzaamheid januari 2014 Missie Visie ICT groeit, ongecontroleerd, in een ijzingwekkend tempo. In hetzelfde tempo groeit onze afhankelijkheid, ongecontroleerd. Dit levert een enorm spanningsveld waarvan weinig mensen zich bewust

Nadere informatie

Duurzaamheidsverslag. Belgische voedingsindustrie Een samenvatting FEVIA-DUURZAAMHEID.BE

Duurzaamheidsverslag. Belgische voedingsindustrie Een samenvatting FEVIA-DUURZAAMHEID.BE Duurzaamheidsverslag Belgische voedingsindustrie 2014 Een samenvatting FEVIA-DUURZAAMHEID.BE 2 Een essentiële dialoog met de stakeholders Een verslag met een gestructureerde methodologie Het verslag 2014

Nadere informatie

AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER

AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER SAMENVATTING Weet je dat de meeste van onze dagelijkse activiteiten, inclusief voedsel, kleding en reizen, een hoog waterverbruik betekenen en daarmee

Nadere informatie

De kansen voor de Circulaire Economie - met oog op recycling - Ton Bastein

De kansen voor de Circulaire Economie - met oog op recycling - Ton Bastein De kansen voor de - met oog op recycling - The Limits to growth Verscheen in 1972 Uitgangspunt: Één wereld Overshoot Exponentiële groei Actie (o.a.): Systeemveranderingen Resource efficiency Recycle Vervangen/Substitutie

Nadere informatie

Activiteiten. Duurzaam ondernemen. Cradle to Cradle: tapijttegels worden opnieuw tapijttegels. R. Ramlotstraat 89 B-9200 Dendermonde.

Activiteiten. Duurzaam ondernemen. Cradle to Cradle: tapijttegels worden opnieuw tapijttegels. R. Ramlotstraat 89 B-9200 Dendermonde. Cradle to Cradle: tapijttegels worden opnieuw tapijttegels Activiteiten Adres De geschiedenis van DESSO begon toen in 1930 een Belgische fabrikant in het Nederlandse Oss geweven tapijten ging maken. Momenteel

Nadere informatie

Circulaire Economie in de bouwsector. Veerle Labeeuw (Team Vlaams Materialenprogramma, OVAM) Jiska Verhulst (Directeur Plan C vzw) 15 maart 2016

Circulaire Economie in de bouwsector. Veerle Labeeuw (Team Vlaams Materialenprogramma, OVAM) Jiska Verhulst (Directeur Plan C vzw) 15 maart 2016 Circulaire Economie in de bouwsector Veerle Labeeuw (Team Vlaams Materialenprogramma, OVAM) Jiska Verhulst (Directeur Plan C vzw) 15 maart 2016 WIE? Sinds 2012 Historiek van afvalbeleid naar Kleine regio,

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Cradle to Cradle implementatie bij DESSO. Stef Kranendijk CEO DESSO Group

Cradle to Cradle implementatie bij DESSO. Stef Kranendijk CEO DESSO Group Cradle to Cradle implementatie bij DESSO Stef Kranendijk CEO DESSO Group DESSO is leidend in tapijttegels en kunstgrasvelden DESSO Group Business Overview Tapijt 80% Business tapijt 50% Hotel, Marine &

Nadere informatie

GLASS UNLIMITED. AGC en Cradle to Cradle: een duurzame combinatie

GLASS UNLIMITED. AGC en Cradle to Cradle: een duurzame combinatie GLASS UNLIMITED AGC en Cradle to Cradle: een duurzame combinatie AGC en C2C: een duurzame combinatie Through C2C certification, AGC helps to inspire and lead in the positive transformation of the building

Nadere informatie

Cleantech Markt Nederland 2008

Cleantech Markt Nederland 2008 Cleantech Markt Nederland 2008 Baken Adviesgroep November 2008 Laurens van Graafeiland 06 285 65 175 1 Definitie en drivers van cleantech 1.1. Inleiding Cleantech is een nieuwe markt. Sinds 2000 heeft

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

CALL#4 SNELHEID IN DE ENERGIE- TRANSITIE

CALL#4 SNELHEID IN DE ENERGIE- TRANSITIE CALL#4 SNELHEID IN DE ENERGIE- TRANSITIE Circular Art Lab Limburg (CALL) legt maatschappelijke opgaven via open oproepen ( calls ) voor aan geëngageerde makers en denkers. Zij worden uitgenodigd kansen

Nadere informatie

Eén ambitie, 4 federaties. Het Waalse agroalimentaire systeem laten evolueren naar meer duurzaamheid om het een welvarende toekomst te verzekeren

Eén ambitie, 4 federaties. Het Waalse agroalimentaire systeem laten evolueren naar meer duurzaamheid om het een welvarende toekomst te verzekeren Eén ambitie, 4 federaties Het Waalse agroalimentaire systeem laten evolueren naar meer duurzaamheid om het een welvarende toekomst te verzekeren Het Waalse agroalimentaire systeem Het Waalse agroalimentaire

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN BOUWWERVEN IN CIRCULAIRE ECONOMIE HERFST 2017 Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie Bouwsector Isabelle SOBOTKA 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N N Presentatie

Nadere informatie

Circulaire Economie en Duurzaamheid. In een circulaire economie behouden producten hun waarde en ontstaan geen afvalstoffen

Circulaire Economie en Duurzaamheid. In een circulaire economie behouden producten hun waarde en ontstaan geen afvalstoffen Circulaire Economie en Duurzaamheid In een circulaire economie behouden producten hun waarde en ontstaan geen afvalstoffen Componenten van Duurzaamheid LANG- DUURIG- HEID GEZONDE LEEF- OMGEVING MILIEU

Nadere informatie

Een toelichting op Circular IQ

Een toelichting op Circular IQ Een toelichting op Circular IQ Vereniging Circulair Friesland Roy Vercoulen & Claire Teurlings Founders Circular IQ 14 Februari 2017 Een slim interactief platform dat duurzaamheidsinformatie verandert

Nadere informatie

Duurzaamheid in het beroep C

Duurzaamheid in het beroep C Keuzedeel mbo Duurzaamheid in het beroep C gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0030 Penvoerder: Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving Gevalideerd door: Sectorkamer techniek en gebouwde

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Dare to be BL ACK. It s so easy to go green

Dare to be BL ACK. It s so easy to go green Dare to be BL ACK It s so easy to go green U heeft durf en doorzettingsvermogen nodig om echt andere keuzes te maken. En daarbij helpen we u graag een handje. Met één simpele handeling kunt u in een paar

Nadere informatie

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma. Kunststof & Rubber in de Ondergrondse Infrastructuur

Startbijeenkomst keten innovatieprogramma. Kunststof & Rubber in de Ondergrondse Infrastructuur Startbijeenkomst keten innovatieprogramma Kunststof & Rubber in de Ondergrondse Infrastructuur Utrecht, 21 oktober 2015 Inhoud Introductie 3 Zij waren er bij! 4 Circulaire economie 5 RACE programma 6 Sectoranalyse

Nadere informatie

Manifest Circulair Onderwijs

Manifest Circulair Onderwijs Manifest Circulair Onderwijs de rol van onderwijs in verantwoord innoveren 2 Waarom urgentie De jeugd heeft de toekomst. Wij maken de toekomst. Wij brengen kinderen en jong volwassenen het gedachtengoed

Nadere informatie

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? 8 Ondernemers voor Ondernemers Jaarverslag 2014 9 Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? Missie De missie van de vzw Ondernemers voor Ondernemers (opgericht in 2000) is het bevorderen van duurzame

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW

OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW ISOLATIEMATERIALEN: HOE KIEZEN? LENTE 2018 Conclusies en perspectieven Liesbet TEMMERMAN CERAA vzw Conclusies & perspectieven 1ste criterium bij keuze bouwmateriaal of -product:

Nadere informatie

Vlaams beleid rond de bio-economie

Vlaams beleid rond de bio-economie Vlaams beleid rond de bio-economie Inhoud Hoe het begon Visie, strategie en actieplan Rol van de Interdepartementale werkgroep (IWG) SCAR-aanbevelingen Hoe het begon Februari 2012: Europese strategie en

Nadere informatie

Duurzaamheid in het beroep B

Duurzaamheid in het beroep B Keuzedeel mbo Duurzaamheid in het beroep B behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur

Nadere informatie

SANITAIR PAPIER > SATINO > VAN HOUTUM

SANITAIR PAPIER > SATINO > VAN HOUTUM SANITAIR PAPIER > SATINO > VAN HOUTUM PAPIER > PAPIER > PAPIER > PAPIER > PAPIER > PAPIER Wie aan duurzaamheid denkt, denkt misschien niet direct aan papieren handdoekjes en toiletpapier. In breder perspecfief

Nadere informatie

Versterken van RRI: welke innovatieve beleidspraktijken en structuren zijn nodig?

Versterken van RRI: welke innovatieve beleidspraktijken en structuren zijn nodig? WP5 Versterken van RRI: welke innovatieve beleidspraktijken en structuren zijn nodig? Dr. Anne Snick EWI KVAB KBS Focus op RRI 6 september 2016 R&I is Responsible... maar waarvoor? DOEL van RRI = antwoorden

Nadere informatie

Duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen en Europa

Duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen en Europa Vrijdag 4 februari 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Symposium C2C in de Belgische bouwwereld - Gyproc Duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen en Europa

Nadere informatie

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business Mastermind groep Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business In turbulente tijden staat uw business voortdurend

Nadere informatie

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink

Publieke waarde creëren. Daniël van Geest en Peter Teesink Publieke waarde creëren Daniël van Geest en Peter Teesink Een kortere versie van onderstaand artikel verscheen eerder in het magazine Vensters Open 2. Het is geschreven door Peter Teesink, gemeentesecretaris

Nadere informatie

Cradle to Cradle van idee naar praktijk. Sebas Veldhuisen, Johan Gijsman Doetinchem, 3 februari 2010

Cradle to Cradle van idee naar praktijk. Sebas Veldhuisen, Johan Gijsman Doetinchem, 3 februari 2010 Cradle to Cradle van idee naar praktijk Grondleggers 2 William McDonough en Michael Braungart VPRO Documentaire: Afval = Voedsel Positieve boodschap Schaarste grondstoffen, van probleem naar oplossing

Nadere informatie

De Transitie naar een Circulaire Economie in Flevoland: Kansen voor People, Planet en Profit. Jacqueline Cramer Ambassadeur Circulaire Economie

De Transitie naar een Circulaire Economie in Flevoland: Kansen voor People, Planet en Profit. Jacqueline Cramer Ambassadeur Circulaire Economie De Transitie naar een Circulaire Economie in Flevoland: Kansen voor People, Planet en Profit Jacqueline Cramer Ambassadeur Circulaire Economie PEOPLE People, Planet, Profit (PPP) Van een lineaire naar

Nadere informatie

GESCHIEDENIS 1898: 1959: 1989: 1995: 1999: 2007: 2009: 2010:

GESCHIEDENIS 1898: 1959: 1989: 1995: 1999: 2007: 2009: 2010: Kijk! dit doen wij. IDENTITY-KIT GESCHIEDENIS 1898: Start Drukkerij Wils - Wiels 1959: Oprichting vennootschap Drukkerij Ignace Wils pvba 1989: omvorming vennootschap naar Drukkerij Ignace Wils nv 1995:

Nadere informatie

Instrument om een duurzame (woon)wijk te ontwikkelen

Instrument om een duurzame (woon)wijk te ontwikkelen voor de duurzame (her)ontwikkeling van woongebieden in Vlaanderen versie 1.0 Departement Kanselarij en Bestuur Team Duurzame Ontwikkeling Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Beleidsvoorbereiding

Nadere informatie

Experience Tracker is de eerste praktische tool op dit vlak in Vlaanderen en vermoedelijk ook in Europa. Deze tool zal zorgen dat:

Experience Tracker is de eerste praktische tool op dit vlak in Vlaanderen en vermoedelijk ook in Europa. Deze tool zal zorgen dat: De opportuniteit In de huidige productmaatschappij hebben consumenten doorgaans de keuze uit een ruim assortiment producten om een bepaalde behoefte te bevredigen. Bijgevolg is het product op zich niet

Nadere informatie

DOE MEE GREEN DEAL CIRCULAIR AANKOPEN: IETS VOOR JOUW ORGANISATIE? OVAM VLAANDEREN CIRCULAIR

DOE MEE  GREEN DEAL CIRCULAIR AANKOPEN: IETS VOOR JOUW ORGANISATIE? OVAM VLAANDEREN CIRCULAIR VLAANDEREN CIRCULAIR GREEN DEAL CIRCULAIR AANKOPEN: IETS VOOR JOUW ORGANISATIE? DOE MEE www.circulair-aankopen.vlaanderen Deze publicatie wordt gefinancierd door OVAM IN HET KORT Vlaanderen wil tegen 2050

Nadere informatie

Training Creatief denken

Training Creatief denken Training Creatief denken Creatief denken: een oplossing voor elk probleem Creatief denken is vandaag de dag een must. De markt verandert razendsnel en als je niet innovatief bent, loop je achter de feiten

Nadere informatie

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse Internationale Marketing H4 Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse Executive summary Een samenvatting voor het management 1 à 2 pagina s belangrijkste

Nadere informatie

I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO.

I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO. MVO Beleid Inhoudsopgave I. Inleiding.. II. Opbouw van dit beleidsstuk.. 1. Motieven MVO.. People.1. Goed werkgeverschap... Maatschappelijke betrokkenheid.... Eerlijk zakendoen.. Planet.1. Duurzame mobiliteit...

Nadere informatie

Duurzaamheid in het beroep B

Duurzaamheid in het beroep B Keuzedeel mbo Duurzaamheid in het beroep B gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0029 Penvoerder: Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving Gevalideerd door: Sectorkamer techniek en gebouwde

Nadere informatie

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS 740-2015 ADVIES over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.)

Nadere informatie

De uitdagingen voor een transitie naar duurzaam materialenbeheer

De uitdagingen voor een transitie naar duurzaam materialenbeheer De uitdagingen voor een transitie naar duurzaam materialenbeheer Dr. Maarten Dubois Manager Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer (SuMMa) KU Leuven 29 maart 2015 SteunpuntDuurzaam Materialenbeheer(SuMMa)

Nadere informatie

Een herstellende bijdrage leveren aan milieu en maatschappij. - met de natuur als mentor -

Een herstellende bijdrage leveren aan milieu en maatschappij. - met de natuur als mentor - Een herstellende bijdrage leveren aan milieu en maatschappij - met de natuur als mentor - KIVI 23 september 2014 Inclusief en circulair innoveren en co-creëren door te inspireren Geanne van Arkel Sustainable

Nadere informatie

Bio-economie en circulaire economie

Bio-economie en circulaire economie Bio-economie en circulaire economie Dirk Van Gijseghem, Departement LV Dimitri Strijbos, Vlaanderen Circulair EWI-focus 24 22 maart 2017 1. Bio-economie en Circulaire economie 2. Europees beleid 3. Vlaams

Nadere informatie

Afdeling Inkoop Januari 2017

Afdeling Inkoop Januari 2017 Maatschappelijk Verantwoord Inkopen MVI-beleid in de praktijk Afdeling Inkoop Januari 2017 MVI-beleid Doel Waarom MVI-beleid? Als netbeheerder willen wij in de transitie naar een duurzame samenleving onze

Nadere informatie

De canon van (duurzaam) ondernemen. Duurzaamheid: van bedreiging naar kansen voor het bedrijfsleven. Waarom duurzaam? Stelling 1

De canon van (duurzaam) ondernemen. Duurzaamheid: van bedreiging naar kansen voor het bedrijfsleven. Waarom duurzaam? Stelling 1 De canon van (duurzaam) ondernemen Duurzaamheid: van bedreiging naar kansen voor het bedrijfsleven VNO - NCW congres Food, Feed and Fuel 9 november 2010 Herstel 2010 -? ISO 26000 Guidelines Social responsibility

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Rapportage. 25 September 2018

Rapportage. 25 September 2018 Rapportage 25 September 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Positionering advies 3 1.2 Algemeen 3 1.3 Leeswijzer 4 2. Nulsituatie en positiebepaling 4 2.1 Werkwijze 4 2.2 Nulsituatie 5 2.3 Ambitieniveau

Nadere informatie

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID ONZE VERANTWOORDELIJKHEID CORPORATE RESPONSIBILITY POLICY I Inhoud Voorwoord 1 Waardering medewerkers 2 Ketenverantwoordelijkheid 3 Behoud van natuurlijke hulpbronnen 4 Maatschappelijke betrokkenheid

Nadere informatie

Duurzaamheidsdialoog. Strategisch richten en inrichten van duurzaamheid

Duurzaamheidsdialoog. Strategisch richten en inrichten van duurzaamheid Duurzaamheidsdialoog Strategisch richten en inrichten van duurzaamheid Duurzaamheid U kunt waarschijnlijk bijna alle woorden relateren aan uw organisatie. Maar welke zijn echt relevant en significant?

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

Duurzaamheidsanalyse, Hoe groen is groen?

Duurzaamheidsanalyse, Hoe groen is groen? Duurzaamheidsanalyse, Hoe groen is groen? Docentendag CBBE, Sustainable Transition & Sustainability Analysis in de Biobased Economy, 4 februari 2015 Dr ir Jerke W. de Vries w w w. h o g e s c h o o l v

Nadere informatie

onderzoek in transitie?

onderzoek in transitie? Transitieonderzoek: onderzoek in transitie? Erik Paredis (UGent) Yves De Weerdt (VITO) Frank Nevens (VITO) Opstartworkshop INTRAP 31 mei 2012, Leuven www.steunpunttrado.be Opbouw 1. De uitdagingen waarvoor

Nadere informatie

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017 Verpakken in de circulaire economie Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017 2 Copyright 2016 KIDV 8 november 2016 3 Copyright 2017 KIDV 12-4-2017 Verpakkingen In Europa openen we ongeveer 7 verpakkingen

Nadere informatie

Duurzaamheidsmetingen

Duurzaamheidsmetingen Duurzaamheidsmetingen 21 april SUSPRO³ werkgroep eco-innovatie Saskia Walraedt Projectleider Eco²Chem en Vlarip Agenda Inleiding Waarom duurzaamheid meten Types meetmethodes Wat meten Hoe meten Voorstelling

Nadere informatie

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA Fair Tourism BELEIDSNOTA Grant Agreement No.: 2014-1-UK01-KA200-000057 Inleiding Toerisme is de derde belangrijkste economische sector in de EU. Hoewel toerisme een positieve impact heeft op economische

Nadere informatie

Licht als dienst: LAAS, Pay per lux, Philips Lighting Capital en circulaire verlichting.

Licht als dienst: LAAS, Pay per lux, Philips Lighting Capital en circulaire verlichting. Licht als dienst: LAAS, Pay per lux, Philips Lighting Capital en circulaire verlichting. Jody Paulus Key Accountmanager Philips Lighting Belux 14-02-2017 1 De klant Ik ben niet geïnteresseerd in het product

Nadere informatie

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei managing people meeting aspirations Natuurlijke groei geloof Wij hebben een gemeenschappelijke visie pagina - managing people, meeting aspirations Vandaag verhoogt CPM de prestaties op elk niveau van uw

Nadere informatie