Versie 3.0 maart e helft 2009 Carbon Footprint

Transcriptie

1 Versie 3.0 maart e helft 2009 Carbon Footprint

2 Inhoud Directieverklaring 2 Organisatie 3 Carbon Footprint 7 Quickwins 13 Reductiedoelstellingen 14 Voortgang ten opzichte van referentiejaar 17 Berekeningsmodellen 19 Annex I CO2-Emissions 20 1.

3 Directieverklaring Gebr. De Koning realiseert duurzame bedrijfsvoering door een bewustwordingsproces rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het eerste Carbon Footprint rapport dat we hebben opgesteld, beschrijft de volledige CO2-inventarisatie over het jaar Dit is echter het begin van een bewustwordingsproces rondom de huidige CO2- uitstoot. Voor Gebr. De Koning liggen er veel mooie kansen in de bijdrage die we kunnen leveren voor onze opdrachtgevers in het kader van productontwikkeling en business development; hiermee kunnen we tevens een significante bijdrage leveren aan de CO2-reductie binnen onze sector. Als organisatie vinden wij het van belang een bijdrage te leveren aan deze maatschappelijke discussie. Dit doen we vanuit onze eigen organisatie Gebr. De Koning. Gebr. De Koning heeft in eigen beheer groot materieel draaien, waarmee zij al innoverende CO2-reductie programma s opstart. De grootste CO2-reductie creëren we door het aanpassen van ons inkoopbeleid en anders om te gaan met woon werk -en werk-werk verkeer, door bijvoorbeeld het carpoolen en het gebruik van schonere auto s. Daarnaast letten we op het energieverbruik in onze vestiging: bijvoorbeeld toepassen groene stroom en het efficiënt gebruik van papier en gas en alternatieve brandstoffen. Duurzaamheid is voor Gebr. De Koning geen nieuw fenomeen; we zijn al een aantal jaren bezig, enerzijds met de duurzaamheid van de eigen organisatie en anderzijds om duurzame producten in de markt aan te bieden. Op deze manier willen we een bijdrage leveren aan de bewustwording om op een zorgvuldige wijze met het milieu om te gaan. ProRail heeft door het invoeren van de CO2-prestatieladder dit proces versneld. Voor ons is het een uitdaging om duurzaamheid en dus ook CO2-reductie meetbaar te maken. Wat levert het op en wat mag het kosten? Wat mag duurzaamheid uiteindelijk kosten en weegt het dan nog op wat het aan CO2-reductie oplevert? De eerste inzichten in ons huidige CO2-uitstoot zijn nu verkregen vanuit een inventarisatie, die vanuit de CO2- prestatieladder is gedaan. De resultaten zijn te vinden in dit rapport. Binnen de afwegingen die we in de organisatie maken zoals kosten, efficiëntie en veiligheid, is duurzaamheid een aspect dat erbij is gekomen. Het gaat uiteindelijk om een balans tussen deze onderwerpen. Verbeter de wereld, begin bij jezelf en neem daarin je eigen verantwoordelijkheid. Als iedereen daar bewust mee bezig is, wordt het maatschappelijk draagvlak vergroot en zul je zien dat men bereid is te investeren in de industrie waar de grote rendementen zijn te behalen. De eerste stappen om duurzaamheid te kwantificeren zijn gezet: de Carbon Footprint van onze CO2-uitstoot en de middelen om deze meetbaar te reduceren. Daarnaast zijn we actief in het opstarten en deelnemen van CO2 reducerende projecten Directieverklaring Directie Gebr. De Koning B.V. 2.

4 Organisatie Onze organisatie zal haar broeikasgasemissies consolideren door één van de volgende benaderingen: de controle-aanpak of eigen aandeel-aanpak. In een controle-aanpak zullen alle GHG-emissies van installaties van de organisatie waarover het financiële of operationele controle draagt, worden verantwoord.

5 Rapporterende organisatie De rapporterende organisatie Gebr. De Koning B.V. is een zelfstandige GWW MKB aannemer op de Nederlandse markt. Voor deze rapportage is het volledige opererende deel van Gebr. De Koning B.V. in ogenschouw genomen. Gebr. De Koning B.V. is een bedrijf met een lange historie. In 1900 was de voorloper van van Gebr. De Koning opgericht. Het bedrijf maakt sinds die tijd een gestage groei door. Er is altijd veel geïnvesteerd in eigen materieel, wat geresulteerd heeft in een groot machinepark en een ruime hoeveelheid damwand. Gebr. De Koning is een betrouwbare, solide en pragmatische GWW aannemer die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Gebr. De Koning voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Gebr. De Koning bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt uitvoeren van haar projecten. Van ontwerp tot beheer en onderhoud. Organisatie Verantwoordelijk persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is directeur de heer D. J. Teeuw. Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van Gebr. De Koning B.V. zijn in het kader van het CO2(kooldioxide)-bewustzijn daar neergelegd waar de invloed van de organisatie merkbaar aanwezig is. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Gebr. De Koning B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat De Koning Beheer B.V. met de volgende groepsmaatschappijen: De Koning Materieel B.V. Papendrecht Nederland De Koning Constructies B.V. Papendrecht Nederland Gebr. De Koning B.V. Papendrecht Nederland De onder genoemde maatschappij valt niet onder de groepsconcern, maar is onlosmakelijk verbonden aan Gebr. De Koning B.V. Zij beheert al het grootmaterieel dat Gebr De Koning hanteert binnen haar projecten. B.V. voorheen Aannemingsbedrijf C. de Koning en Zonen Papendrecht Nederland B.V. voorheen Aannemingsbedrijf C. de Koning en Zonen De Koning Beheer B.V. De Koning Materieel B.V. Gebr. De Koning B.V. De Koning Constructies B.V. 4.

6 Organisatie Vestigingen & v.o.f. De betreffende activiteiten worden gevoerd vanuit de volgende vestigingen: Nanengat 1 Papendrecht Nanengat 3a Papendrecht Rietgorsweg 9a Papendrecht In de periode 2004 tot 2007 nam Gebr. De Koning B.V. deel aan enige vennootschappen onder firma. De activiteiten welke Gebr. De Koning B.V. ontplooide ten behoeve van deze vennootschappen vallen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO2-bewustzijn. De betreffende activiteiten zijn uitgevoerd middels de capaciteit en middelen die aanwezig waren binnen de vestigingen. Derhalve vallen emissies welke binnen de vennootschappen aan de activiteiten van Gebr. De Koning B.V. zijn toe te schrijven, binnen de emissiewaarden welke toe te schrijven zijn aan de vestigingsactiviteiten. Tot het begin van het kalenderjaar 2007 nam Gebr. De Koning B.V. deel aan de volgende vennootschappen: Combinatie Colijn- Gebr. De Koning v.o.f. Papendrecht Nederland; Combinatie Gebr. De Koning - Van Spijker Bouw v.o.f. Papendrecht Nederland 2005 ISO Verklaring Hierbij verklaart Gebr. De Koning B.V. dat deze rapportage voor het CO2-bewustzijns Certificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO14064 versie maart

7 Carbon Footprint Het data-verzamelsysteem is benodigd om data van activiteiten te verkrijgen. Dit zijn de kwantitatieve metingen van de activiteiten die broeikasgas genereren. Het is belangrijk om de relevante bron te identificeren en te registeren. Niet alleen ten behoeve van accuraatheid en volledigheid, ook om een nieuwe rapportage te kunnen maken voor de opvolgende periodes. Onze data is verkregen uit onze eigen administratie of met behulp van onze leveranciers. Alle getoonde data is onafhankelijk onderbouwd.

8 Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO2-emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk ver voer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties.; Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte; Carbon Footprint Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer Deze Carbon Footprint -analyse omvat de CO2-uitstoot (één van de zes broeikasgassen) van Gebr. De Koning B.V., betreffende scope 1, 2 en 3, in het eerste helft van De CO2-uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO2 prestatieladder. Gerapporteerde periode De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor Gebr. De Koning B.V. loopt van 1 januari tot en met 31 december. De gerapporteerde periode is van januari tot juni van het kalenderjaar

9 0 Scope I: Directe CO2-emissie De totale directe emissie van CO2 over scope I in de eerste helft van 2009 is gemeten en berekend als kg CO2. Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Een deel van deze emissie, te weten kg CO2 (31%), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark.! " # $ % & ' ( & ) & * +, -.. / Stationaire verbrandingsapparatuur De overige kg CO2 (69%) van de uitstoot wordt veroorzaakt door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur. Hiervan is kg CO2 toe te schrijven aan verwarming van de bedrijfspanden van Gebr. De Koning De resterende kg CO2 is voor rekening van gebruikte aggregaten en groot materieel. Lekkage van koelgassen Er is geen lekkage van koelsystemen gerapporteerd bij onderhoud aan de systemen. Koel- en vriessystemen ten behoeve van opslag en transportabele airco-units worden als gesloten systeem beschouwd en hebben derhalve geen CO2-veroorzakende uitstoot " # $ % & ' & 5 6 & * Carbon Footprint CO2-emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen Gebr. De Koning alleen bij afval plaatsgevonden. Deze is meegenomen in Scope III. Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten. 8.

10 : Scope II: Indirecte CO2-emissie De totale indirecte emissie van CO2 over scope II in het eerste helft van 2009 is gemeten en berekend als kg CO2. Elektriciteitsgebruik Het grootste aandeel ( kg CO2, 99,5%) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De significante bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt mede veroorzaakt door het grijze label dat de ingekochte elektriciteit draagt. Vliegreizen voor zakelijke doeleinden C < = < < < > < < B < = < < < > < < A < = < < < > < < = < < < > < <? < = < < < > < < ; < = < < < > < < Z [ \ ] ^ ` ^ a ^ b c d e f f g D E F G H I J H K L E M N J F H O E H F P H Q R S T U H V V? < < W? A X > Y < B? X A B > A < Carbon Footprint Uit grondige controle in de boekhouding van Gebr. De Koning zijn geen gedeclareerde of zakelijke vliegreizen in het eerste helft van 2009 geconstateerd. Er is dan ook geen CO2 toe te kennen aan dit onderdeel. Privéauto s voor zakelijk verkeer De overige 247,80 kg CO2 (0,5%) komt voor rekening van het gebruik van privé auto s voor zakelijk verkeer. CO2-emissie van verbranding biomassa Z [ \ ] ^ i j k l ^ m n ^ b o p q < < hh ; < < h D E F G H I J H K L E M N J F H O E H F P H Q De verbranding van biomassa heeft binnen Gebr. De Koning alleen bij afval plaatsgevonden. Deze is meegenomen in Scope III. Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten. 9.

11 Invloed van meetonnauwkeurigheden Uit het voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van het eigen wagenpark en stationaire verbranding ( kg CO2 58%) en elektriciteitsgebruik ( kg CO2 5%). Het is dan ook van belang om deze uitstoot nauwkeurig vast te leggen. Scope I De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn berekend aan de hand van het verbruikte brandstof dat wordt bijgehouden in de administratie van Gebr. De Koning. Verder houdt Gebr. De Koning een gedetailleerde kilometerregistratie bij en heeft inzicht in de type voertuigen en brandstof gebruik. w x y z { w x y z { w x y z { u v t r s t r t De meetgegevens van het brandstofgebruik van stationaire verbrandingsapparatuur ten behoeve van verwarming komen van gasmeters van de leverancier. Bulk brandstoffen worden bij de leveranciers opgevraagd. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Scope II De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Carbon Footprint De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. Er waren geen meetgegevens van het vliegverkeer. Algemeen In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO2-emissie naar scope 3. CO2-compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO2-emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO2-emissie. CO2-initatieven In 2008 is Gebr. De Koning begonnen met de inventarisatie van energie besparingen en haar mogelijke rol in bestaande als het opstarten van eigen initiatieven ten behoeve van CO2 reductie en energie besparing. Deze iniatieven hebben het doel om Gebr. De Koning te positioneren als een duurzame GWW aannemer op de Nederlandse markt. Haar afwegingen in de deelname van deze initatieven staan in belans met de economische, sociale en ecologische verantwoordelijkheden die de onderneming bijdraagt aan de maatschappij. Gebr. De Koning is in 2008 gestart met een intern onderzoek voor een eigen initatief om CO2 te reduceren bij het gebruik van groot materieel en aggegraten. 10.

12 Scope III: Indirecte overige CO2-emissie Een volledige scope 3-emissieinventaris valt momenteel nog buiten de prestatieladder. Naar verwachting komt hier de komende tijd verandering in. Vooruitlopend hierop heeft Gebr. De Koning, op basis van de huidige inzichten, een scope 3-inventaris gemaakt. De betreffende gegevens zijn als bijlage bij het rapport opgenomen. De CO2-emissie welke is toe te wijzen aan scope 3-bronnen is voor het referentiejaar 2008 geanalyseerd op basis van ketenanalyses van de belangrijkste twee primaire ketens van activiteiten van Gebr. De Koning. Het betreft hier de ketens van activiteiten van projecten en van onderhoud. De analyses zijn meegeleverd bij de rapportage over kalenderjaar Ÿ ž œ ª «} } } } } ~ } } ƒ } } } } ~ } } ƒ } } } } } ~ } } } } } } ~ } } } } } } } ~ } } } } } } ~ } } } } } } } ~ } } } } } } ~ } } } ~ } } ˆ Š Œ Ž Š Ž Š } } ƒ } ~ } } ~ } ƒ š š š ~ } ± ² ³ µ Carbon Footprint In dit rapport zijn alleen de onderzochte CO2-emissies opgenomen die gelijk zijn aan de rapportage van het referentiejaar. De gemete periode is de eerste helft van CO2-emissie van Afval Na stationaire verbranding is afval de grootste CO2 deel van de carbon footprint kg vertegenwoordig 91,2% van scope III. CO2-emissie van Papier gebruik ˆ Š Œ Ž Š Ž kg CO2 (0,6%) komt voor rekening van het gebruik van papier. CO2-emissie van Woon-werk 32,069 kg CO2 (8,1%) komt voor rekening van het Woon-werk. Verklaring van weggelaten CO2-bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten. 11.

13 Quickwins Gebr. De Koning heeft niet eerder een Carbon Footprint Analyse laten uitvoeren. De CO2-uitstoot voor 2008 komt op een totaal van ,58 kg. Hiervan hebben de scope 1-emissies een aandeel van 65%. De aandelen van scope 2 en scope 3 emissies komen op respectievelijk 4 % en 31%. Het meten van de uitstoot is een eerste noodzakelijke stap richting verbetering. De Carbon Footprint van Gebr. De Koning wordt gedomineerd door het gebruik van brandstof voor transport. In scope 1 ( kg) is kg aan transport gerelateerd. De volgende stap is het identificeren van de quick wins. Dit zijn de bronnen waar Gebr. De Koning het vermogen heeft invloed uit te oefenen en waar snel resultaten kunnen worden bereikt. De quick wins komen voort uit de analyse van 2008, uit observaties en uit interviews. Het uitvoeren van deze quick wins leidt niet alleen tot een lagere uitstoot van CO2, het is tevens een signaal aan de werknemers dat Gebr. De Koning stappen wil nemen om de CO2-uitstoot te verlagen. Het zal bijdragen aan de veranderende mindset bij de medewerkers. 1. Betrokkenheid medewerkers De betrokkenheid van medewerkers bij duurzame ontwikkeling werkt twee kanten op: 3. Afstemming van planningen Op bouwlocaties wordt er gebruik gemaakt van een container. Na afloop van de werkzaamheden wordt deze teruggebracht naar een centrale opslag. Door planningen op elkaar af te stemmen, kan het nuttig blijken de container niet eerst naar de centrale opslag te laten transporteren, maar naar een andere bouwlocatie. Dit reduceert de transportkilometers. Gerelateerd hieraan kunnen vervoerskilometers van toeleveranciers en/of eigen medewerkers worden teruggebracht door toeleveranciers van materieel de levering direct af te laten leveren op de bouwlocatie en niet eerst bij een locatie van Gebr. De Koning. Een vergelijkbare stap wordt gemaakt indien de afvalverwerker bij grote hoeveelheden afval op een bouwlocatie wordt gevraagd dit direct van de bouwlocatie af te komen halen. In zo n geval zou tussentijdse opslag in Papendrecht tot meer transportkilometers leiden. 4. Brandstofadditieven Het is mogelijk met brandstofadditieven motoren efficiënter te laten lopen en de vervuiling te laten verminderen. Een goed voorbeeld hiervan is AdBlue. Hierdoor wordt de CO2-uitstoot teruggedrongen. De effectiviteit van dergelijke additieven is bekend en deze worden in de markt gebruikt. 5. Groene stroom Carbon Footprint De betrokken medewerker is bepalend voor het draagvlak van duurzame ontwikkeling. De medewerker zal de eigen werkzaamheden bewust duurzaam inrichten en hiermee significante verbeteringen bereiken. Daarnaast zullen initiatieven zich van binnenuit moeten ontwikkelen. De medewerker is degene die de bedrijfsprocessen het beste kent en de verbeteringen kan aanwijzen Het overschakelen naar groene stroom is een eenvoudige actie die direct een significante reductie in CO2 betekent. Gebr. De Koning is op dit moment in onderhandeling voor een contract voor groene stroom. Ook de uitstraling en daarmee de slagingskans voor duurzame projecten is beter wanneer medewerkers zich betrokken voelen bij de duurzame ontwikkeling van de organisatie. 2. Betrokkenheid toeleveranciers Door in samenspraak met toeleveranciers, maar ook met de opdrachtgever, naar processen te kijken zijn procesverbeteringen bereikbaar. Gebr. De Koning wil de dialoog aangaan met alle ketenpartners om de verbeterpunten te identificeren en initiatieven op te zetten om deze verbeterpunten om te zetten in een positieve duurzame bijdrage. 12.

14 Reductie doelstellingen De Rijksoverheid ondersteunt bedrijven met subsidies bij hun CO2-vermindering. De regeling voor Energie Investeringsaftrek (EIA) is zo n subsidie: bedrijven kunnen voor investeringen in energiezuinige en/of duurzame energie fiscale vergoedingen krijgen. Daarnaast zijn er energiesubsidies voor ontwikkelingsprojecten, waaronder de Unieke Kansen Regeling (UKR).

15 Reductie doelstellingen Terugdringen van CO2-emissie is van wezenlijk belang voor de beheersing van klimaatveranderingen, zorg voor een leefbare omgeving en zorg voor de CO2 emissie van eigen en ingekochte activiteiten. Zij staat voor duurzaam bouwen, recycling van materialen en energiezuinig ontwerpen en bouwen. Gebr. De Koning is geruime tijd bezig met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In 2008 is vooral gewerkt aan de bewustwoording van de uitstoot van CO2 door eigen bedrijfsactiviteiten. Gebr. De Koning is bij duurzaamheid en CO2 emissie gericht geweest op de markt. Gebr. De Koning zet zich in actief in voor een betere leefomgeving. Voor water, lucht en bodem. Op basis van de Carbon Footprint-analyse is een aantal Quick en Long wins geformuleerd die de voorgenoemde reductiedoelstellingen vormen. Deze worden hierna puntgewijs beschreven. Totale CO2 emissie Gebr. De Koning B.V. Jaar e helft 2009 Totaal kg scope I , ,44 Totaal kg scope II , ,94 Totaal kg scope III , ,64 Totaal in Kg , ,02 Aandachtspunten uit gemeten referentiejaar Scope I.I Eigen wagenpark CO2 in kg ,29 Percentage van de totale CF 17,07% Scope I.II Stationaire verbranding CO2 in kg ,22 Percentage van de totale CF 47,69% Scope II.II Elektra CO2 in kg ,83 Percentage van de totale CF 3,65% Reductie doelstellingen Scope III.I Afval CO2 in kg ,56 Percentage van de totale CF 29,25% 14.

16 Kwantitatieve beschreven doelstellingen Quick wins Abonnement op grijze stroom omzetten naar CO2 neutrale Groene stroom. Dit levert een CO2 reductie op van 4% tot 5% op de huidige CF. Wijziging van de inkoop van traditioneel gas naar biogas. Dit levert een CO2-reductie op van 1% tot 1,5% op de huidige CF. Metaal recycling. Dit levert een CO2 reductie op van 26% op de huidige CF. Hout recycling. Dit levert een CO2 reductie op van 3% op de huidige CF. Longs wins Eigen auto s bij vervanging naar elektrisch of LPG. Dit levert een CO2-reductie op van 10% tot 15% op de huidige CF. Gebruik van Adblue in de brandingproces binnen aggregaten voor brandstof en NOx besparing. Dit levert een CO2 -reductie op van 4% tot 5% op de huidige CF. Gebruik van Biogas (methaan) als brandstof voor aggregaten en groot materieel. Dit levert een CO2- reductie op van 30% tot 40% op de huidige CF. Binnen 5 jaar Reductie over scope onderdeel Scope I 8% Scope II 23% Scope III 15% Reductiedoelstellingen Binnen 10 jaar Reductie over scope onderdeel Scope I 16% Scope II 46% Scope III 29% Doelstelling welke zijn opgesteld in het referentie jaar 2008 CO2 reductie doelstelling binnen 5 jaar Scope 1 0,60 Kg Scope 2 0,10 Kg Scope 3 0,56 Kg Doelstelling 10,64 Kg CO2 per productie uur CO2 reductie doelstelling binnen 10 jaar Scope 1 Scope 2 Scope 3 Doelstelling 1,20 Kg 0,20 Kg 1,12 Kg 9,38 Kg CO2 per productie uur 15.

17 Voortgang ISO :2006 is een specificatie met richtlijnen voor kwantificering en verslag-legging van broeikasgas-emissies en -verwijdering op bedrijfsniveau. De betrokkenheid van medewerkers bij duurzame ontwikkeling is bepalend voor het draagvlak, daarbij ontwikkelen initiatieven zich van binnenuit.

18 Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Door Gebr. De Koning B.V. zijn de eerste metingen in het kader van de ISO norm uitgevoerd over het kalenderjaar Dit is tevens ook het referentiejaar. Dit rapport van het eerste helft van 2009 geldt derhalve niet als referentiejaar op basis waarvan de CO2-emissie toe- of afname wordt vastgesteld. Aanpassingen aan historisch jaar Er is geen sprake van aanpassingen aan het historisch jaar. Normalisering meetresultaten De omvang van CO2-emissie heeft een duidelijke correlatie met de omvang van de activiteiten welke door Gebr. De Koning B.V. zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in het referentiejaar en de gerapporteerde periode, is derhalve een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor Gebr. De Koning is omvang van bedrijfsactiviteiten te meten aan de hand van de gerealiseerde productieuren. Op basis van de productie uren zijn de gerapporteerde meetresultaten genormaliseerd. In het eerste helft van 2009 zijn door Gebr. De Koning B.V productie uren gerealiseerd. Resultaat Gebr. De Koning heeft binnen haar bedrijfsproces en activiteiten een vertaling gemaakt van productieuren naar CO2- emissie. Een productie uur van Gebr. De Koning in het jaar 2008 creerde 11,90 kg CO2. Een productie uur van Gebr. De Koning in het eerste helft van 2009 creerde 14,84 kg CO2. CO2 verhoging van 19,81 % ten opzichte van het referentie jaar 2008 Voortgang 17.

19 Berekeningsmodellen Kwantificeringsmethodes De kwantificering van grondstoffen naar CO2-emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volume-eenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruikgemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Door de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Ten opzichte van het historische jaar zijn er geen veranderingen in de kwantificeringsmethodes. Voortgang 18.

20 Gebr. De Koning B.V. Nanengat 1 Papendrecht