Zitting van 29 mei 2000

Transcriptie

1 UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 29 mei 2000 Aanwezig : N. De Cuyper, burgemeester-voorzitter, O. Bossuyt, P. Vanthournout, U. Adam, A. Eeckloo, W. Mestdagh, schepenen, S. Deroo, G. Decloedt, R. Vanneste, J. Scharlaeken, G. Haesaert, W. Blomme, I. Becelaere, W. Baert, G. Desimpelaere, A. Verhelst, P. Dedeyne, B. Naeyaert, R. Dewulf, M. Van Hecke, H. Landuyt, E. De Ketelaere, C. Gryson, D. Douifi, D. Goegebeur, leden en L. Vandamme, secretaris. CULTUUR - SUBSIDIEREGLEMENT VOOR SOCIO- CULTURELE VERENIGINGEN. De gemeenteraad, Overwegende dat er dringend een nieuw reglement dient te komen voor het regelen van de subsidies voor socio-culturele verenigingen Gelet op het positief advies uitgebracht door de Culturele Raad dd. 2 mei 2000 ; Gelet op de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt, Gelet op het decreet van 28/1/1974 betreffende het Cultuurpact, inzonderheid artikel 9 Gelet op het decreet van 24 juli 1991 houdende de organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk cultuurbeleid; Gelet op het decreet van 24 juli 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van de Nederlandstalige Culturele Centra die het cultureel leven in de Vlaamse Gemeenschap bevorderen; Gelet op de nieuwe gemeentewet ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; BESLUIT: met eenparigheid tot de goedkeuring van het reglement voor het regelen van de subsidies voor socio-culturele verenigingen als volgt De heer Dedeyne neemt niet deel aan deze beraadslaging en stemming. Deze regeling gaat in vanaf de datum van het gemeenteraadsbesluit en vervangt alle voorgaande reglementeringen voor socio-culturele verenigingen uitgezonderd het reglement voor projectsubsidiëring van 20 december 1999, Deel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Binnen de perken van het begrotingskrediet worden toelagen verleend aan verenigingen, lid van de stedelijke culturele raad, werkzaam op het gebied van het socio-culturele leven. De toelagen worden toegekend op basis van een puntensysteem. De toelagen worden toegekend na advies van de stedelijke culturele raad.

2 Artikel 2 De verenigingen krijgen in de loop van de maand september hun aanvraagdossier toegezonden. In de loop van de maand oktober (precieze datum nader te bepalen in de begeleidende brief van de zending) dient het dossier volledig ingevuld aan het stadsbestuur terugbezorgd te worden. De uitbetaling van de toelage vindt dan plaats in de maand december. Artikel 3 De verenigingen worden betoelaagd voor de activiteit die ze ontplooid hebben in het voorbije werkjaar. Een werkjaar loopt van september (van het vorige jaar) tot augustus (van het jaar waarin de toelage wordt uitgekeerd). Artikel 4 Een nieuwe organisatie kan voor het eerste werkjaar betoelaagd worden als ze bij het indienen van een subsidieaanvraag voor het daaropvolgende jaar een verdere werking bewijst door het inleveren van een jaarplan. Artikel 5 Het uitrekenen van de subsidieverdeling gebeurt door de voorzitter van de stedelijke culturele raad, de schepen van cultuurbeleid en de cultuurfunctionaris. Ze mogen zich hierin laten bijstaan door de administratieve diensten (van cultuur). Zij worden verder aangeduid als de toelagecommissie. Deel 2: Het puntensysteem Artikel 6 De verenigingen lid van de stedelijke culturele raad worden betoelaagd op basis van een puntensysteem. 50 % van het in de begroting voorziene bedrag wordt voorzien als basistoelage voor alle culturele verenigingen. 18 % van het begrotingsbedrag wordt voorzien als toelage ter ondersteuning van de jeugdwerking 16% van het begrotingsbedrag wordt voorzien als toelage voor de extra-werkingskosten van sommige verenigingen 16 % van het begrotingsbedrag wordt voorzien als toelage voor de actieve kunstbeoefening met een open karakter. A. Basistoelage Artikel 7 Het toelagebedrag van de basistoelage bedraagt 50 % van de globale te verdelen som zoals voorzien in de begroting. A.1 Forfaitair gedeelte Artikel 8 Elke vereniging, lid van de culturele raad, die in de te betoelagen periode een werking heeft ontplooid, krijgt een forfaitair bedrag dat gelijk is aan 0,5 % van het te verdelen bedrag bedoeld in artikel 7. Dat forfaitair bedrag wordt beperkt tot maximaal frank. Een vereniging heeft een werking ontplooid als ze bestaat uit ten minste 5 leden en in het te betoelagen werkjaar ten minste 1 activiteit en 4 bestuursvergaderingen heeft belegd. A.2 Variabel gedeelte Artikel 9 Het resterende bedrag van de basistoelage verminderd met de forfaits wordt verdeeld onder de verenigingen op basis van een puntenschaal.

3 Artikel 10 Per lid van de vereniging wordt 1 punt toegekend. Het aantal leden moet bewezen worden door een lijst die naam, voornaam en adres vermeld. Bij voorkeur dient de lijst geattesteerd door een koepelorganisatie. De waarheidsgetrouwheid van de ledenlijst mag aan de hand van steekproeven nagegaan worden. Verenigingen waarvan het lidmaatschap automatisch gekoppeld wordt aan het lidmaatschap van een andere organisatie (zoals vakbond, mutualiteit,.) komen hiervoor niet in aanmerking. Artikel 11 Elke vereniging dient een gedetailleerd chronologisch overzicht van alle activiteiten te geven. Zij dienen ook de code van de in te vullen onder dewelke ze deze activiteit geregistreerd wensen te zien. Het staat de toelagecommissie vrij om een activiteit in een andere categorie in te delen. Aan elke activiteit wordt dan een score toegekend: 1. Zelf georganiseerde voorstellingen / avonden / voordrachten: extern - publieksgericht 1.1 Tentoonstellingen (eigen creaties) Tentoonstellingen (samenwerking) Voorstellingen met professionele gezelschappen of groepen Eigen optredens en voorstellingen (per voorstelling) binnen Torhout buiten Torhout Cursussen of informatieavonden (vormend) Per dag of per daggedeelte van minimum twee uur * Wedstrijden (zelf georganiseerd) Als vereniging bijwonen van activiteiten en manifestaties met een cultureel doel 2.1. Kunstenvoorstellingen (theater, muziek, cinefiele voorstellingen) Voordrachten 5 De punten voor categorie twee kunnen slechts toegekend worden indien bij de aanvraag een attest van de organisator van de activiteit is bijgevoegd waarin deze verklaard dat de vereniging met ten minste tien leden aan de activiteit heeft deelgenomen en met indien beschikbaar- de toegangskaarten bijgevoegd. 3. Eigen activiteiten zelf georganiseerd: intern- verenigingsgericht 3.1 Repetities Ontspanningsavonden Uitstappen (ontspannend) eendaags meerdaags Uitstappen (cultureel)* eendaags meerdaags Andere ledenvergaderingen ** Bestuursvergaderingen (maximum 12 per jaar) 5 * De vereniging dient zelf de culturele meerwaarde te bewijzen. ** Bij de aanvraag te specificeren om welke vergadering het gaat. 4. Publicaties 4.1. Tijdschrift van de vereniging met eigen bijdragen 90 minimum 4 p. A5 en drie edities en 50 exemplaren 4.2. Uitgifte van boeken 100

4 5. Samenwerking met andere Torhoutse culturele verenigingen Per activiteit uit categorie 1 waarbij samengewerkt wordt met een andere Torhoutse culturele vereniging 20 Het bedrag voorzien in artikel 9 wordt evenredig verdeeld volgens het aantal punten bekomen op basis van artikel 10 & 11. B. Ondersteuning van de jeugdwerking Artikel 12 Het toelagebedrag voor ondersteuning jeugdwerking bedraagt 18 % van de globale te verdelen som zoals voorzien in de begroting Artikel 13 Elke vereniging, lid van de culturele raad, die inspanningen levert om jeugdigen en jongeren in hun werking te betrekken, kan in aanmerking komen voor deze betoelaging. Onder jeugdigen en jongeren wordt begrepen jonge mensen van 6 tot 24 jaar. Artikel Per lid in de leeftijdscategorie van 6 tot 24 jaar krijgt de vereniging 1 punt toegekend. De vereniging dient bij haar aanvraag een ledenlijst met een overzicht van alle leden in kwestie te voegen. Deze lijst bevat alle leden met naam, geboortedatum en adres. Indien mogelijk dient deze lijst geviseerd te zijn door een overkoepelende vereniging. Is dat niet mogelijk dan behoudt het stadsbestuur zich het recht voor om de lijst op haar juistheid te controleren door steekproeven Per activiteit die expliciet gericht is op het werken met jongeren worden eveneens punten toegekend. De vereniging dient voor die activiteiten die ze betoelaagd wilt zien, te staven dat het om activiteiten gaat die expliciet op jongeren zijn gericht. Dit kan door in bijlage de nodige bewijsstukken te voorzien als daar zijn: uitnodigingen, verslagen, krantenknipsels, e.d. Voor elke socio-culturele activiteit expliciet gericht op jongeren krijgt een vereniging 3 punten als het gaat om een receptief gebeuren en 6 punten als het gaat om een actief gebeuren. De vereniging categoriseert zelf de betrokken activiteit als receptief of actief. Onder receptief dient men te verstaan dat bij het grootste deel van de activiteit in kwestie de jongere iets aangeboden krijgt: b.v. bijwonen van een voordracht, een film, een muziek- of theatervoorstelling. Bij een actief gebeuren wordt de jongere geacht zelf creatief uit de hoek te komen: zelf acteren, een voordracht geven, musiceren. Het stadsbestuur behoudt het recht om een activiteit in een andere categorie te classificeren. Dat gebeurt bij beslissing van de toelagecommissie Verenigingen die met jongeren naar het brede publiek toestappen, krijgen per vertoning extra punten. Daarvoor moeten ten minste 2/3 van de deelnemers aan die vertoning jonger zijn dan 25 jaar. Is dat het geval dan kan de vereniging per vertoning 24 extra punten bekomen. Om voor deze punten in aanmerking te komen, moet de vereniging een lijst van alle deelnemers aan de vertoning kunnen voorleggen met leeftijd van deelnemers en stukken die deze lijst staven en ook het aantal vertoningen staven (b.v. programmaboekje,.) Verenigingen die jongeren in hun bestuur opnemen, krijgen per bestuurslid jonger dan 25 jaar 2 bijkomende punten. Een lijst van alle bestuursleden en hun leeftijd dient voorgelegd en zo mogelijk gestaafd Verenigingen die voor het educatieve aspect van hun jongerenwerking een beroep doen, op betaalde professionele krachten krijgen mits bewijsvoering 5 punten extra indien deze tussenkomst

5 eenmalig was, 30 punten indien de tussenkomst beperkt was in duur en 60 punten indien de overeenkomst gesloten is voor de duur van een volledig cultureel werkjaar. Dit moet met de nodige documenten gestaafd worden. Artikel 15 De som voorzien in artikel 1 wordt evenredig verdeeld onder de verenigingen die punten hebben bekomen. Eén vereniging kan evenwel niet meer bekomen dan 1/3 de van de te verdelen som. C. Ondersteuning van extra-werkingskosten Artikel 16 Het toelage bedrag voor ondersteuning extra-werkingskosten bedraagt 16 % van de globale te verdelen som zoals voorzien in de begroting. Artikel 17 Elke vereniging lid van de stedelijke culturele raad kan de extra-werkingskosten in aanmerking brengen voor betoelaging. Enkel die werkingskosten die te maken hebben met de normale werking van de vereniging kunnen hiervoor in aanmerking komen. Hieronder wordt verstaan: 1 kosten in verband met de huur van gebouwen of zalen en de huur van materiaal nodig voor het realiseren van bepaalde activiteiten. 2 kosten voor energie (elektriciteit, verwarming, water) in de gebouwen die voor de activiteiten gebruikt worden. 3 investeringen die verenigingen hebben gedaan in het kader van hun werking bv. aankoop hout voor bouw van decors, aankoop instrumenten, aankoop partituren of draaiboeken, aanmaak van kostuums, Deze opsomming is niet exhaustief Onkosten gemaakt naar aanleiding van activiteiten gericht op winstbejag (fuiven, verkoopacties, ) en feesten, traktaties e.d,. evenals de gewone werkingskosten als administratie, postzegels, taksen, vervoerskosten en kilometervergoedingen komen niet in aanmerking. Komen evenmin in aanmerking: kosten die een vereniging maakt bij het inrichten van lokalen of het bouwen en/of verbouwen van lokalen. Artikel 18 De werkingskosten die de vereniging ter betoelaging wenst in te brengen dienen gestaafd met voor eensluidend verklaarde kopieën van de oorspronkelijke factuur en/of ontvangstbewijzen. De facturatie dient daarbij te gebeuren op naam van de vereniging zelf.. Facturen op namen van leden van de vereniging worden niet weerhouden Bij voorkeur maakt de factuur zelf duidelijk waar voor het geleverde materiaal dienstig was maar waar nodig dient de vereniging zelf duidelijk te maken waartoe het gefactureerde gediend heeft. De toelagecommissie kan bepaalde facturen weigeren wegens niet overeenstemmende met de bepalingen in artikel twee of wegens onduidelijkheid qua doel. Artikel 19 De som voorzien in artikel 1 wordt evenredig verdeeld volgens de ingebrachte kosten. Eén vereniging kan evenwel niet meer bekomen dan 1/2 de van de te verdelen som en de toelage mag nooit meer bedragen dan 66% van de totale bewezen uitgaven.

6 D. Ondersteuning Actieve kunstbeoefening met open karakter Artikel 20 Het toelagebedrag voor ondersteuning actieve kunstbeoefening met open karakter bedraagt 16 % van de globale te verdelen som zoals voorzien in de begroting. Artikel 21 Elke vereniging, lid van de stedelijke culturele raad, die activiteiten ontplooit die omschreven kunnen worden als actieve kunstbeoefening met een open karakter kan aanspraak maken op een betoelaging in dit stelsel. Actieve kunstbeoefening met een open karakter betekent dat de activiteiten gericht zijn op producties naar het grote publiek toe en dat de activiteiten zelf betrekking hebben op kunstenproducties. Artikel 22 Een vereniging voor actieve kunstbeoefening lid van de stedelijke culturele raad, kan de volgende punten bekomen: Deelname aan een tornooi: Provinciaal tornooi: 30 punten Nationaal tornooi; 60 punten Klassering via een tornooi: Voor een klassement: hoogste reeks 200 punten andere reeksen 50 punten Eerste plaats behaald op een tornooi (of festival) voor een tornooi met provinciaal karakter 100 punten Voor een tornooi met nationaal karakter 200 punten Per productie: Voor een productie met minder dan 10 spelende leden: 100 punten Voor een productie vanaf 10 spelende leden: 200 punten Per vertoning binnen de grenzen van de stad Torhout 15 punten per vertoning 22.5 Per repetitie: 5 punten Artikel 23 De vereniging wordt geacht de nodige bewijsstukken bij de aanvraag te voegen teneinde de door hen aangevraagde punten te verantwoorden. De toelagecommissie kan beslissen bepaalde items niet te weerhouden. Artikel 24 De som voorzien in artikel 1 wordt evenredig verdeeld volgens de punten die de verenigingen hebben bekomen. Eén vereniging kan evenwel niet meer bekomen dan 40 % van de te verdelen som. Deel 3 Aanvullende bepalingen Artikel 25

7 Het stadsbestuur behoudt zich het recht voor de meegedeelde gegevens te controleren. Het verstrekken van onjuiste gegevens kunnen aanleiding geven tot het weigeren van of het terugvorderen door het stadsbestuur van de gehele of een gedeelte van de toegekende toelage. De betrokken vereniging wordt ook voor de periode van 3 jaar van verdere subsidiëring uitgesloten. Artikel 26 De toelagecommissie zal elke vereniging waarvan de aangifte gewijzigd werd, hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. Iedere vereniging heeft het recht om tegen een beslissing van de toelagecommissie in beroep te gaan. Dit gebeurt schriftelijk en gemotiveerd ten aanzien van het stadsbestuur in een periode tot 14 dagen na postdatum van de verwittigingsbrief. Het stadsbestuur zal dan dit beroep ter advisering voorleggen aan het bestuur van de culturele raad (waar de leden van de toelagecommissie niet aanwezig zijn). Zo nodig kan dit bestuur beslissen de betrokken vereniging te horen. Uiteindelijk zal het stadsbestuur op basis van het advies van het bestuur van de culturele raad een besluit nemen. Artikel 27 Bij wijze van overgangsmaatregel waarborgt het stadsbestuur elke vereniging die recht heeft op een toelage hetzelfde bedrag als bij de vorige betoelaging, dit voor het eerste te subsidiëren jaar ( ). De toe te wijzen bedragen worden hieraan verhoudingsgewijs aangepast Artikel 28 Dit besluit wordt na 1 proefjaar door de culturele raad aan een kritisch onderzoek onderworpen en geadviseerd. Na het advies wordt dit reglement definitief van kracht. Artikel 29 Door dit reglement vervallen alle toepassing van de voorgaande subsidiereglementen met betrekking tot cultuur met uitzondering van het reglement inzake projectsubsidie, goedgekeurd op 20 december Artikel 30 Dit besluit treedt in werking op 1 juni De betoelaging van het werkjaar 1999/2000 valt reeds onder dit reglement. de secretaris, (get.) L. Vandamme de secretaris, Aldus vastgesteld in zitting, datum als boven. Namens de raad, Voor eensluidend afschrift, de burgemeester, (get.) N. De Cuyper de burgemeester,