HYSTERESIS. Vakoverschrijdend Practicum. 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur. Prof. dr. Gaston Van Den Berge

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HYSTERESIS. Vakoverschrijdend Practicum. 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur. Prof. dr. Gaston Van Den Berge"

Transcriptie

1 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur Vakoverschrijdend Practicum Prof. dr. Gaston Van Den Berge HYSTERESIS Practicumopstelling nr. 1 woensdag 01 december 2004 Kenny Van Heuverswijn 151 Koen Verdegem 152 Werktuigkunde-Elektrotechniek Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. dr. Gaston Van Den Berge

2 1. Doel Experimenteel opmeten van een aantal ferromagnetische eigenschappen van een ijzersoort, zoals zijn maagdelijke magnetisatiekromme, relatieve permeabiliteit en zijn hysteresislus. 2. Inleiding op hysteresis IJzer, kobalt, dysprosium en nikkel zijn enkele voorbeelden van sterk ferromagnetische materialen. Ferromagnetisch is afkomstig van het Latijnse woord ferrum voor ijzer. Het natuurkundige verschijnsel dat twee voorwerpen elkaar, afhankelijk van de onderlinge oriëntatie, aantrekken of afstoten wordt magnetisme genoemd. Voorwerpen die dit verschijnsel sterk vertonen, noemt men magneten. Van ferromagnetische materialen kan men sterke magneten maken. Ferromagnetische materialen bestaan uit kristallen en grenzen tussenbeide. Deze grenzen worden duidelijk zichtbaar onder kleine vergroting met een microscoop of zelfs met het blote oog indien men het metaal eerst polijst en daarna etst in een zuur. In een dergelijk ferromagnetisch materiaal zijn de atomen gerangschikt volgens een vast driedimensionaal patroon. Dit patroon wordt het kristalrooster genoemd. Bijvoorbeeld, bij ijzer is dit patroon een kubus: op elke hoek van de kubus bevindt zich een atoom. Een kristal van een ferromagnetisch materiaal is nog verder opgedeeld in verscheidene kleinere gebiedjes, Weissgebiedjes genaamd. Deze Weissgebiedjes hebben een volume van ongeveer tot 10-8 m 3 (dit komt overeen met ongeveer tot atomen) en zijn van elkaar gescheiden door Blochwanden. Dit zijn virtuele wanden en zij bepalen het omslaggebied tussen de verschillende magnetische momenten. De permanente magnetische momenten van elk Weissgebiedje hebben allemaal dezelfde richting: ze zijn onder 45 of evenwijdig met de Blochwand van het beschouwde Weissgebiedje georiënteerd. In Figuur 1 is de opbouw van een staaltje ferromagnetisch materiaal weergegeven: de Weissgebiedjes, de Blochwanden en de magnetische momenten van de Weissgebiedjes (weergegeven met de pijlen). Figuur 1: Weissgebiedjes, Blochwanden en magnetische momenten voor magnetistatie (links) en na magnetisatie (rechts) Aangezien er enorm veel Weissgebiedjes zijn en de magnetische momenten initieel allemaal in willekeurige richting liggen, is het netto magnetisch moment van een maagdelijk staal ferromagnetisch materiaal gelijk aan nul. De macroscopische inductie van het kristal is dus nul. Dit stemt overeen met een minimale potentiële energie. De oorzaak van het feit dat in elk Weissgebiedje de magnetische momenten dezelfde richting en zin hebben, heeft te maken met interactiekrachten tussen naburige elektronen die hun elektronenspin parallel richten. In de kwantummechanica wordt dit verder besproken. 1

3 De ferromagnetische eigenschappen van een materiaal vervallen bij een bepaalde temperatuur, de Curietemperatuur genaamd. Als we ferromagnetische materialen boven deze temperatuur brengen, bezitten deze geen permanent magneetveld meer rond zich omdat het ontrichtend effect van de warmte groter is dan het richtende effect van een eventueel extern magnetisch veld. De momenten gaan zich willekeurig richten en het materiaal wordt paramagnetisch. De Curietemperatuur is genoemd naar Pierre Curie ( ). Deze Curietemperatuur is moeilijk exact te meten. Ten eerste verdwijnt het permanente magneetveld rond het materiaal slechts geleidelijk. Bovendien is de Curietemperatuur sterk afhankelijk van kleine verontreinigingen in het materiaal. In onderstaande tabel kan je de Curietemperatuur van enkele ferromagnetische materialen vinden: Tabel 1: Curietemperartuur van een aantal ferromagnetische materialen Materiaal Curietemperatuur (K) Materiaal Curietemperatuur (K) Fe 1043 MnOFe 2 O Co 1388 FeOFe 2 O Ni 627 NiOFe 2 O Gd 292 CuOFe 2 O Dy 88 MgOFe 2 O MnAs 318 Y 3 Fe 5 O MnBi 670 CrO MnSb 587 EuO 77 Indien men bij een ferromagnetisch materiaal, zoals ijzer, een magnetisch veld aanlegt, gaat het geïnduceerde veld vergroten doordat de Blochwanden verschuiven. De Weissgebiedjes waarvan de magnetische momenten dezelfde richting en zin hebben als het extern aangelegde magnetisch veld worden groter en de Weissgebiedjes die niet dezelfde richting en zin hebben als het extern aangelegde magnetisch veld worden kleiner. We kunnen dus zeggen dat de magnetische momenten worden gericht in de richting van het extern magnetisch veld. In Figuur 2 is de magnetisatie van ferromagnetische materialen geïllustreerd. Uiterst links ziet u de situatie wanneer geen extern magnetisch veld is aangelegd, in het midden wanneer een zwak magnetisch veld is aangelegd en rechts wanneer een sterk magnetisch veld is aangelegd. Zoals je kunt zien vergroten de Weissgebiedjes met dezelfde zin en richting als het extern aangelegd magnetisch veld. Dit ten koste van Weissgebiedjes met niet dezelfde zin en richting. Figuur 2: Magnetisatie van ferromagnetische materialen Als men de functie uittekent met de magnetisatie M in functie van het extern aangelegde magnetisch veld H, dan zijn er verschillende gebieden te onderscheiden. Bij een zwak aangelegd magnetische veld bewegen de Blochwanden zich omkeerbaar. Dit betekent dat de Blochwanden naar hun oorspronkelijke plaats terugkeren als er geen extern magnetisch veld meer is. Bij een groter extern magnetisch veld verplaatsen de Blochwanden zich onomkeerbaar. Hierbij verplaatsen de Blochwanden zich niet continu, maar in sprongen en 2

4 keren niet naar hun oorspronkelijke positie terug als er geen extern magnetisch veld meer is. Het verspringen van de Blochwanden gaat door tot alle gebiedjes met een andere richting en zin als het extern aangelegde magnetisch veld verdwenen zijn. In deze situatie staan alle magnetische momenten onder 45 met de Blochwand en is de magnetisatie gelijk aan M s / 2 waar M s de magnetisatie is van een enkel Weissgebiedje. Deze magnetisatie treedt op bij het kniepunt van de magnetisatiekromme van het kristal. Indien men de magnetische momenten nog verder wil richten, moeten deze gedraaid worden tot ze loodrecht met de Blochwand staan. Men moet het extern aangelegd magnetisch veld nog vergroten. Het polikristallijn kristal is dan één enkel Weissgebied geworden en verdere toenamen van het magnetisch veld is zonder effect. Het kristal is dan verzadigd en de Blochwanden zijn verdwenen. De magnetisatiewaarde M s is bereikt en wordt dan behouden. De maagdelijke magnetisatiekromme zet het magnetisch veld B, in het materiaal dat men magnetiseert, uit in functie van het extern aangelegde magnetisch veld H. B is hierbij afhankelijk van het uitwendig aangelegde veld H en van de aard van de materie volgens: 0 ( ) B= µ H+ M (1) Bij ferromagnetische materialen is M véél groter dan H en dus valt de B,H-kromme in de praktijk samen met de M,H-kromme. µ 0 staat voor de magnetische permeabiliteit van het vacuüm: 7 N µ 0 = 4π 10 2 (2) A De magnetische permeabiliteit µ van een middenstof wordt gedefinieerd als: B µ = µ 0 µ r = (3) H De relatieve permeabiliteit van de onderzochte stof wordt dus gegeven door: µ = r B H µ De magnetische permeabiliteit is een maat voor de gemakkelijkheid waarmee een materiaal zich laat magnetiseren. In Figuur 3 is een voorbeeld van een maagdelijk magnetisatiekromme in blauw weergegeven. 0 (4) Figuur 3: B in functie van H 3

5 Als we langzaam het extern aangelegde magnetisch veld verminderen tot dit nul is en we B in functie van H tekenen, dan is deze kromme niet dezelfde als de maagdelijke magnetisatiekromme zoals aangegeven in Figuur 3. De maagdelijke magnetisatiekromme is dus niet reversibel. Bij vermindering van het extern aangelegde magnetisch veld, daalt B bij dalende H via de kromme CD en niet volgens de blauwe maagdelijke magnetisatiekromme. In punt D is H = 0 en er blijft nog een zekere remanente inductie B r over. Het materiaal zal op dit moment fungeren als magneet. Als we nu H in tegengestelde zin doen werken en opnieuw vergroten daalt B verder tot hij nul wordt voor een bepaalde veldsterkte H die het coërcitieve veld H c wordt genoemd (punt E op Figuur 3). Bij verder dalende H (maar eigenlijk vergroten van de veldsterkte in omgekeerde zin als in het begin) bereikt B een negatieve topwaarde (punt F op Figuur 3). Door het veld H daarna weer te verminderen, om te keren in tegengestelde zin en weer te doen vermeerderen, bekomt men het tweede deel (FGHCkromme) van de lus. De kromme CDEFGHC wordt de hysteresislus genoemd. Het hysteresiseffect zorgt dat er energie verloren gaat bij het doorlopen van de hysteresislus: er wordt meer energie door de bron geleverd dan er wordt teruggeleverd. Het energieverlies voor de bron komt als warmte vrij in het materiaal en bedraagt: HdB (4) hysteresislus De hysteresislus kan kort samengevat worden in onderstaand schema: 3. Meetopstelling Om de ferromagnetische eigenschappen van een ijzersoort te bepalen, zoals de maagdelijke magnetisatiekromme, relatieve permeabiliteit en hysteresislus, maken we gebruik van een Rowland ring. Deze ring werd uitgevonden door Henry Augustus Rowland ( ). Henry Rowland -zie foto rechts- was professor fysica aan de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore vanaf Hij is onder andere bekend voor het accuraat bepalen van de waarde van de Ohm en het Figuur 4: Henry Rowland 4

6 mechanische equivalent van warmte. Hij deed ook heel belangrijk werk over elektrische energie en wordt de vader van de moderne spectroscopie genoemd. De Rowland ring is een toroïde en bestaat uit een ijzeren, of ander ferromagnetisch materiaal, ring met N windingen die strak rond de ijzeren ring zijn gewonden. Deze windingen worden de primaire spoel genoemd. Onze Rowland ring heeft 659 windingen. Op de Rowland ring wordt nog een tweede spoel gewonden, de secundaire spoel. Onze secundaire spoel heeft 75 windingen. Op Figuur 5 kan je dit onderdeel van de opstelling in detail zien. Figuur 5: Rowland ring We hebben 5 instrumenten nodig: voeding met regelbare stroomsterkte, een integrerende fluxmeter, een regelbare weerstand, een Rowland ring met secundaire spoel en een ompoolschakelaar. Hieronder ziet u het schakelingdiagram van de proefopstelling: Figuur 6: Schakelingdiagram Op onderstaande foto kan je onze practicumopstelling met de aanduiding van de elementen zien: Regelbare weerstand Voeding Integrerende fluxmeter Ompoolschakelaar IJzeren toroïde met primaire en secundaire windingen 5

7 De primaire spoel, die tot doel heeft de metalen kern te magnetiseren, is via de schakelaar en de regelbare weerstand verbonden met de stroombron en de secundaire spoel, die tot doel heeft de fluxverandering in de metalen kern om te zetten in een stroomverandering in de spoel, is verbonden met de integrerende fluxmeter. We plaatsen de fluxmeter op stand ON. De fluxmeter staat dan stand-by en warmt op. Vooraleer de voeding aan te schakelen, sluiten we de primaire spoel van de toroïde kort zodat de ijzeren ring niet voorgemagnetiseerd wordt door te grote aanvangsstromen bij het aanzetten van de voeding, een stroomstoot zou de ring kunnen magnetiseren. Na het aanzetten van de voeding regelen we de uitgangsspanning op 30V en draaien de regelknop voor de stroom maximaal. We stellen de regelbare waarstand zo in dat de maximale stroomsterkte in de schakeling maximaal 1,5 Ampère bedraagt. Nu bezitten we een proefopstelling waarmee we zowel de maagdelijke magnetisatiekromme als hysteresislus kunnen bepalen. 4. Maagdelijke magnetisatiekromme Het doel is de maagdelijke magnetisatiekromme van een ferromagnetisch materiaal te bepalen (in ons geval ijzer). 4.1 Werkwijze We maken de meetopstelling zoals in paragraaf 3 beschreven. We stellen de stroom in op 10 ma. De regeling van de stroom door de primaire spoel doen we voortaan door de voedingsspanning te veranderen omdat daar een fijnregelknop voor is, deze is er niet voor het veranderen van de stroom. Een verandering in spanning V brengt een verandering in stroom I met zich mee. We verwijderen daarna de kortsluitdraad bij de toroïde omdat de voeding al aanstaat en we niet meer hoeven te vrezen voor grote aanvangsstromen die de ijzeren kern kunnen voormagnetiseren. We stellen vervolgens de fluxmeter in stand INT zodat we de drift van de fluxmeter kunnen bijregelen met de daartoe bestemde knop (diegene waar drift onder staat). We regelen nu de fluxmeter op minimale drift en stellen de fluxmeter terug stand-by (ON-stand) om onnodige berekeningen met de fluxmeter te vermijden. We polen de stroom met de ompoolschakelaar een 10-tal maal om zodat de metalen ring zich in een stabiele, reproduceerbare hysteresiscyclus bevindt. We plaatsen de kiesschakelaar van de fluxmeter nu op stand INT (en regelen zonodig de drift bij) en polen de stroom in de primaire winding om met de ompoolschakelaar. We noteren de waarde die we aflezen op de fluxmeter. Deze waarde is de fluxverandering die optreedt door het ompolen en correspondeert met de overgang van de ene top van de hysteresiskromme op 10 ma naar de andere top. De fluxverandering staat in mwb (milliweber). We zetten het toestel op de stand die meest nauwkeurig is (naargelang het meetbereik, respectievelijk 0 tot 200mWb, 0 tot 20mWb en 0 tot 2mWb). We resetten de fluxmeter. We doen deze meting nog 2 maal op dezelfde wijze en berekenen het gemiddelde van de 3 metingen. Na deze meting stellen we de schakelaar van de fluxmeter terug op ON en drijven de stroom op tot 20 ma door de voedingsspanning te verhogen. De fluxmeter blijft in stand ON terwijl we de stroomzin een 10-tal maal ompolen zodat de ijzeren kern zich opnieuw in een reproduceerbare, stabiele hysteresiscurve bevindt. We plaatsen de fluxmeter in stand ON en polen de stroom opnieuw om. We lezen de fluxverandering af. We resetten de fluxmeter en herhalen nog tweemaal de berekeningswijze. Opnieuw berekenen we het gemiddelde. Deze meetwijze herhalen we voor verschillende stroomsterktes: we drijven de stroomsterkte in stappen van 10mA op tot 100mA, daarna in stappen van 50mA tot 800 en tenslotte in stappen van 100mA tot de maximale stroomsterkte van 1,5A. Bij elke stroomsterkte meten we de fluxverandering die gepaard gaat met het ompolen een drietal maal. Telkens berekenen we het gemiddelde van de drie gevonden waarden. 6

8 Aan het einde van de metingen plaatsen we de fluxmeter in de ON-stand en brengen de bronspanning tot 0 Volt zodat ook de stroom 0 A is. 4.2 Meetresultaten en berekeningen We gaan nu concreet de normale magnetisatiekromme bepalen. We beschikken over een aantal initiële gegevens: aantal windingen primaire spoel (N) = 659 aantal windingen secundaire spoel (n) = 75 diameter hartlijn toroïde = 0,13m diameter toroïde = 0,01m µ 0 = 4 π 10-7 N/A 2 N De magnetische veldsterkte H in de primaire spoel bedraagt: H = I l (hierbij staat N voor het aantal windingen van de primaire spoel, l voor de lengte van de toroïde en I voor de stroomsterkte die door de spoel gaat) De secundaire spoel bezit n windingen en hierdoor gaat een magnetische flux Ф met grootte: Φ= n B A (hierbij staat n voor het aantal windingen van de secundaire spoel, A voor de oppervlakte van de dwarse doorsnede van de ijzeren ring en B de magnetische inductie van de ijzeren ring) Bij een wijziging van de stroom I door de primaire winding met een bedrag I wordt de magnetische veldsterkte alsook de magnetische inductie met een bedrag B en de magnetische flux in de secundaire spoel met een bedrag Ф: Φ= n A B We gaan eerst aantal omrekenfactoren bepalen die we nodig hebben bij verdere berekeningen: omrekenfactoren bepalen waarde eenheid primaire windingen (N) 659 secundaire windingen (n) 75 diameter hartlijn 13 cm diameter doorsnede 1 cm dwarse doorsnede spoel 8E-05 m^2 1/nA = 169,77 1/(m^2) lengte primaire spoel 0,4084 m N/l = 1613,6 aantal windingen /m We meten de fluxverandering als we van een ene top naar een ander top. Om de flux correct te kunnen voorstellen moeten we dus telkens de helft van de gemeten fluxwaarde bij de corresponderende stroomsterkte plaatsen. 7

9 verandering in flux (in mwb) flux (in mwb) I (ma) meting 1 meting 2 meting 3 gem. gem. /2 I (A) H (A/m) B (T) 10 0,019 0,015 0,019 0,018 0,0088 0,010 16,14 0, ,042 0,036 0,039 0,039 0,020 0,020 32,27 0, ,062 0,063 0,061 0,062 0,031 0,030 48,41 0, ,092 0,094 0,091 0,092 0,046 0,040 64,54 0, ,134 0,130 0,132 0,132 0,0660 0,050 80,68 0, ,201 0,202 0,200 0,201 0,101 0,060 96,82 0, ,264 0,260 0,263 0,262 0,131 0, ,95 0, ,317 0,318 0,319 0,318 0,159 0, ,09 0, ,413 0,409 0,410 0,411 0,205 0, ,22 0, ,636 0,637 0,635 0,636 0,318 0, ,36 0, ,65 2,61 2,61 2,62 1,31 0, ,04 0, ,93 4,90 4,91 4,91 2,46 0, ,72 0, ,31 7,28 7,27 7,29 3,64 0, ,40 0, ,93 8,91 8,90 8,91 4,46 0, ,08 0, ,42 10,43 10,42 10,42 5,212 0, ,76 0, ,49 11,48 11,48 11,48 5,742 0, ,43 0, ,44 12,43 12,42 12,43 6,215 0, ,11 1, ,13 13,11 13,10 13,11 6,557 0, ,79 1, ,78 13,77 13,77 13,77 6,887 0, ,47 1, ,23 14,22 14,22 14,22 7,112 0, ,15 1, ,69 14,72 14,71 14,71 7,353 0, ,83 1, ,11 15,09 15,09 15,10 7,548 0, ,51 1, ,38 15,37 15,39 15,38 7,690 0, ,19 1, ,70 15,70 15,71 15,70 7,852 0, ,87 1, ,18 16,15 16,16 16,16 8,082 0, ,23 1, ,58 16,58 16,58 16,58 8,290 1, ,59 1, ,89 16,86 16,88 16,88 8,438 1, ,94 1, ,14 17,18 17,17 17,16 8,582 1, ,30 1, ,39 17,38 17,38 17,38 8,692 1, ,66 1, ,59 17,61 17,60 17,60 8,800 1, ,02 1, ,77 17,77 17,78 17,77 8,887 1, ,38 1,51 We hebben met de metingen een grafiek gemaakt met de gemeten fluxwaarden in functie van de stroom I (Ф,I-grafiek): 10,0000 9,0000 fluxverandering (mwb) 8,0000 7,0000 6,0000 5,0000 4,0000 3,0000 2,0000 1,0000 0,0000 0,000 0,500 1,000 1,500 2,000 stroom sterkte (m A) Grafiek 1: Ф in functie van I (magnetisatiekromme) 8

10 1, ,40000 Magnetische inductie (T) 1, , , , , , , , , , ,00 Magnetische veldsterkte (A/m) Grafiek 2: B in functie van H De magnetische inductie B van de ijzeren ring bedraagt: B= µ 0µ rh dus µ r = B /(µ 0 H) (hierbij staat µ r voor de relatieve permeabiliteit van de ijzeren ring). 1400, , ,00 µr (N/A²) 800,00 600,00 400,00 200,00 0,00 0,00 500, , , , , ,00 Magnetische veldsterkte (A/m) Grafiek 3: relatieve permeabiliteit µ r (=B/(µ 0 *H)) in functie van H Uit de grafiek hierboven (µ r in functie van H) halen we de maximale waarde van µ r, (µ r ) max = 1246 N/A², en de µ ri -waarde, µ ri = 69N/A². De µ ri -waarde is de initiële relatieve permeabiliteit, de relatieve permebiliteit van het materiaal zonder uitwendig veld. De geschatte µ ri waarde is groter dan 1, wat overeenkomt met paramagnetisch gedrag, maar de waarde is veel groter dan 1. 9

11 Bij de hoogste H-waarde is de waarde van µ r = 496,01 N/A². De waarde neemt af (zie de tabel hieronder) vanaf een H-waarde van 564,76 A/m. Deze afname komt overeen met een steeds kleinere toename van B bij eenzelfde toename van H (B = µ 0 µ r H) en bijgevolg een steeds kleinere toename van M (M=B/µ 0 ) voor eenzelfde H-toename. Bij de grootste H-waarde zitten we dus in het gebied waar de magnetische momenten zich loodrecht op de Blochwanden gaan oriënteren, parallel met het uitwendige veld. Bij de hoogste H-waarde bevindt het materiaal zich in het gebied waar de magnetisatie naar zijn saturatiewaarde streeft. flux (in mwb) gem. /2 I (A) H (A/m) B (T) µr (N/A²) M (A/m) µ0*h (N/A*m) µ0*m 0,0088 0,010 16,14 0, , ,34 0, ,0015 0,020 0,020 32,27 0, , ,35 0, , ,031 0,030 48,41 0, , ,94 0, , ,046 0,040 64,54 0, , ,88 0, , ,0660 0,050 80,68 0, , ,26 0, , ,101 0,060 96,82 0, , ,04 0, , ,131 0, ,95 0, , ,95 0, , ,159 0, ,09 0, , ,09 0, , ,205 0, ,22 0, , ,49 0, , ,318 0, ,36 0, , ,18 0, , ,31 0, ,04 0, , ,49 0, , ,46 0, ,72 0, , ,17 0, , ,64 0, ,40 0, , ,79 0, , ,46 0, ,08 0, , ,99 0, , ,212 0, ,76 0, , ,65 0, , ,742 0, ,43 0, , ,95 0, , ,215 0, ,11 1, , ,88 0, , ,557 0, ,79 1, , ,30 0, , ,887 0, ,47 1, , ,62 0, , ,112 0, ,15 1,21 992, ,98 0, , ,353 0, ,83 1,25 947, ,92 0, , ,548 0, ,51 1,28 902, ,42 0, , ,690 0, ,19 1,31 858, ,87 0, , ,852 0, ,87 1,33 821, ,21 0, , ,082 0, ,23 1,37 751, ,04 0, , ,290 1, ,59 1,41 694, ,82 0, , ,438 1, ,94 1,43 642, ,90 0, , ,582 1, ,30 1,46 598, ,50 0, , ,692 1, ,66 1,48 559, ,94 0, , ,800 1, ,02 1,49 526, ,22 0, , ,887 1, ,38 1,51 496, ,45 0, , Uit de tabel hierboven kunnen we opmaken dat µ 0 *H te verwaarlozen is t.o.v. µ 0 *M. Deze term mogen we dan ook weglaten bij het berekenen van B. De benadering B µ 0 *M is dus een goede benadering voor B = µ 0 *(H+M) (volgt ook uit de tabel als de waarden voor B vergeleken worden met de waarden voor µ 0 *M van de laatste kolom. Als we in een grafiek de M-waarden uitzetten in functie van H zoals hieronder gedaan is, dan kunnen we een ruwe schatting maken voor M s, de magnetisatie van één enkel Weissgebiedje. We vinden deze ruwe schatting door een waarde te schatten voor M als H naar oneindig gaat, een limietwaarde voor M op oneindig. We vinden zo M s A/M. Dit is de saturatiewaarde. 10

12 M (A/m) H (A/m) 5. Hysteresislus Het doel is de hysteresislus op te meten van een ferromagnetisch materiaal, in ons geval ijzer. 5.1 Werkwijze We gaan verder met dezelfde opstelling die we gebruikt hebben voor de bepaling van de maagdelijke magnetisatiekromme. We stellen de stroom door de primaire windingen in op 1,5A, gebruik makend van de knop om de voedingsspanning te regelen. Om later in de proef handig gebruik te kunnen maken van de fijnregeling voor de voedingsspanning maken we eerst zoveel mogelijk gebruik van de grofregeling om de voedingsspanning in te stellen zodat we voor kleinere stroomwaarden gemakkelijk kunnen bijregelen met de fijnregeling. We zorgen ervoor dat de fluxmeter in stand-by stand staat (ON) en polen de stroom een 30-tal maal om, om zeker te zijn dat we met een stabiele, reproduceerbare hysteresislus te maken hebben. We plaatsen de fluxmeter op stand INT en regelen de drift bij tot deze nul is om een zo optimaal mogelijk meetresultaat te bereiken. De maximaal ingestelde stroom correspondeert met de top van de hysteresislus. We zorgen ervoor dat de fluxmeter op nul staat door te resetten. We verminderen trapsgewijze de voedingsspanning: vanaf 1,5A (hoogste punt hysteresislus) in stappen van 100mA tot 0,5A en dan verder in stappen van 50mA tot 50mA. Bij elke stroomvermindering lezen we op de fluxmeter de fluxverandering af. Om een zo correct mogelijk resultaat te realiseren, lezen we zo vlug mogelijk na een juist ingestelde stroomsterkte de fluxverandering af omdat de fluxverandering blijft stijgen door de drift. Lang wachten met aflezen zou hierdoor tot incorrecte resultaten leiden. De ene persoon stelt de stroom in en geeft de andere persoon zo vlug mogelijk een signaal als de juiste stroom is ingesteld zodat deze persoon meteen de fluxverandering op de fluxmeter kan aflezen. Na een aflezing wordt de fluxmeter op nul gezet en kan men verder gaan met de stroomvermindering. Eenmaal we bij 50mA komen, moeten we de stroomrichting ompolen (hierbij wordt ook de fluxverandering genoteerd). Op deze manier bekomen we het eerste punt met negatieve abscis (-50mA). Daarna vergroten we opnieuw de stroomsterkte door de voedingsspanning te verhogen. We werken trapsgewijs tot -0,5A in stappen van 50mA en verder tot -1,5A in stappen van 100mA. Zo bekomen we het laagste punt van de hysteresislus. Wegens symmetrie voeren we de metingen om de tweede tak van lus te bekomen niet uit. We plaatsen de fluxmeter opnieuw in stand-by (ON-stand) en brengen de voedingsspanning en de stroomsterkte op 0. 11

13 5.2 Meetresultaten en berekeningen In onderstaande tabel kan u de ingestelde stromen en de corresponderende fluxveranderingen aflezen: I (ma) fluxverandering (mwb) flux (mwb) I (A) flux (Wb) H (A/m) B (T) ,032 8,79 1,500 8,79E-03 2,42E+03 1, ,047 8,76 1,400 8,76E-03 2,26E+03 1, ,040 8,72 1,300 8,72E-03 2,10E+03 1, ,050 8,68 1,200 8,68E-03 1,94E+03 1, ,051 8,63 1,100 8,63E-03 1,77E+03 1, ,063 8,57 1,000 8,57E-03 1,61E+03 1, ,065 8,51 0,900 8,51E-03 1,45E+03 1, ,086 8,45 0,800 8,45E-03 1,29E+03 1, ,104 8,36 0,700 8,36E-03 1,13E+03 1, ,134 8,26 0,600 8,26E-03 9,68E+02 1, ,086 8,12 0,500 8,12E-03 8,07E+02 1, ,090 8,04 0,450 8,04E-03 7,26E+02 1, ,108 7,95 0,400 7,95E-03 6,45E+02 1, ,137 7,84 0,350 7,84E-03 5,65E+02 1, ,161 7,70 0,300 7,70E-03 4,84E+02 1, ,200 7,54 0,250 7,54E-03 4,03E+02 1, ,234 7,34 0,200 7,34E-03 3,23E+02 1, ,320 7,11 0,150 7,11E-03 2,42E+02 1, ,344 6,79 0,100 6,79E-03 1,61E+02 1, ,05 6,44 0,050 6,44E-03 8,07E+01 1, ,09 5,39-0,050 5,39E-03-8,07E+01 0, ,72 4,30-0,100 4,30E-03-1,61E+02 0, ,43 1,58-0,150 1,58E-03-2,42E+02 0, ,95-0,85-0,200-8,48E-04-3,23E+02-0, ,23-2,80-0,250-2,80E-03-4,03E+02-0, ,91-4,03-0,300-4,03E-03-4,84E+02-0, ,63-4,94-0,350-4,94E-03-5,65E+02-0, ,53-5,57-0,400-5,57E-03-6,45E+02-0, ,37-6,10-0,450-6,10E-03-7,26E+02-1, ,59-6,47-0,500-6,47E-03-8,07E+02-1, ,45-7,06-0,600-7,06E-03-9,68E+02-1, ,31-7,51-0,700-7,51E-03-1,13E+03-1, ,26-7,82-0,800-7,82E-03-1,29E+03-1, ,174-8,08-0,900-8,08E-03-1,45E+03-1, ,133-8,25-1,000-8,25E-03-1,61E+03-1, ,124-8,38-1,100-8,38E-03-1,77E+03-1, ,113-8,51-1,200-8,51E-03-1,94E+03-1, ,089-8,62-1,300-8,62E-03-2,10E+03-1, ,084-8,71-1,400-8,71E-03-2,26E+03-1, ,79-1,500-8,79E-03-2,42E+03-1,49 som 17,589 Als we alle gemeten fluxveranderingen optellen bekomen we een totale Ф van 17,589mWb. Als we deze waarde meten met de fluxverandering vastgesteld bij de metingen in deel 1 bij I = 1,5 A om de maagdelijke magnetisatiekromme te bepalen ( Ф = 17,773mWb), zien we dat we heel dicht in de buurt zijn en de berekeningen voldoende nauwkeurig zijn. Het verschil bedraagt slechts 1%. 12

14 Om concreet de hysteresislus te plotten nemen we als ordinaat voor de topwaarde de helft van de som van alle fluxveranderingen, waarvan sprake in vorige paragraaf. Een volgend punt bekomen we door als abscis telkens de stroomsterkte van het vorig bepaalde punt min de ingestelde stroomverandering te nemen en als ordinaat de fluxwaarde van het vorige punt min de afgelezen fluxverandering bij het verminderen van de stroom te nemen. Op die manier bekomen we onderstaand Ф,I-grafiek Flux (mwb) ,5-1 -0, ,5 1 1, Stroom sterkte (A) Grafiek 4: flux Ф (mwb) in functie van stroomsterkte I (A) We gebruiken de omrekenfactoren zoals in punt 4 bepaald om de B,H-coördinaten van de dalende tak van de hysteresislus te bepalen. De dalende tak van de hysteresislus ziet er dan als volgt uit: 2 1,5 Magnetische inductie (T) 1 0, ,5-1 -1,5-2 Magnetische veldsterkte (A/m) Grafiek 5: magnetische inductie B (T) in functie van magnetische veldsterkte H (A/m) Voor de berekening van de hysteresisverliezen moeten we de mathematische vorm van de dalende tak kennen zodat we daarna wegens symmetrie-eigenschappen de stijgende tak 13

15 kunnen bepalen en zodoende de oppervlakte bepaald tussen de twee krommen kunnen bepalen. Voor de bepaling van de mathematische vorm van de dalende tak gebruiken we het fitprogramma TableCurve. Vermits de dalende tak de vorm van een tangens hyperbolicus vertoont, zullen we de meetresultaten trachten te fitten aan volgende vergelijking: ( ) Y = A TANH A X + A + A X Hierbij zullen we trachten de 4 coëfficiënten te bepalen. Met behulp van het fitprogramma bekomen we onderstaande curve: 1.5 Eqn 8001 (a,b,c,d) r^2= DF Adj r^2= FitStdErr= Fstat= a= b= c= d= e B (T) 0 0 B (T) H (A/m) Grafiek 6: dalende tak van de hystereselus De te bepalen coëfficiënten zijn volgens TableCurve: - A 0 1, A 1 0, A 2 1, A 3 9, e-05. Deze tak is dus van de vorm: 5 Y = 1, TANH (0, X + 1, ) + 9, X Als we hierin X gelijk aan nul substitueren, vinden we de remanente inductie B r. Deze is gelijk aan 0,975T. De remanente inductie is gelijk aan het magnetisme dat achterblijft als het extern magnetisch veld verdwijnt. Om de remanente inductie weg te halen is een omgekeerd magnetisch veld nodig. Om de grootte van het coërcitief veld H c te vinden substitueren we Y gelijk aan nul in bovenstaande vergelijking en lossen de vergelijking op naar X. Zo bekomen we een coërcitief veld van -326 A/m. 14

16 De andere tak van de hysteresislus vinden we via symmetrie-eigenschappen door de vorige tak te spiegelen rond zowel X-as als de Y-as. Het functievoorschrift is als volgt: 5 Y = 1, TANH ( 0, X + 1, ) 9, X Als we deze beide takken plotten met een wiskundepakket (zoals Maple), bekomen we volgende grafiek: Grafiek 7: B (T) in functie van H (A/m) Om het hysteresisverlies te berekenen, bepalen we de oppervlakte tussen deze twee krommen met behulp van de integraalrekening (uiteraard vullen we de bekomen parameters in): W + A TANH ( A X+ A ) + A X = A TANH ( A X+ A ) A X dydx We bepalen deze integraal omdat bij een stijging de veldsterkte van het extern aangelegd magnetisch veld een stijging van de magnetische inductie in het materiaal wordt waargenomen, bij daling van de veldsterkte van het extern aangelegd magnetisch veld wordt echter een kleinere daling van de magnetische inductie dan de daling van de magnetische veldsterkte waargenomen. Er is dus energieverlies, het hysteresisverlies. Uitwerken van deze integraal met behulp van een wiskundepakket zoals Maple, geeft ons een hysteresisverlies van 1635, J. Dit energieverlies komt onder de vorm van warmte vrij tijdens het doorlopen van de hysteresislus. Dit energieverlies is echter per volume eenheid, hier m 3. De massa van 15

17 de torus is 0, m 3. Het energieverlies bij doorlopen van een hysteresiscyclus is in ons geval dus gelijk aan 0, J. 6. Besluit Hysteresis wordt in een Engels woordenboek omschreven als het achterblijven van een reactie op zijn oorzaak. In ons geval was dit zo met de magnetisatie inductie van een ferromagnetisch lichaam op een extern aangelegd magnetisch veld. Ons gebruikte materiaal, ijzer, is een ferromagnetisch materiaal met een µ ri -waarde gelijk aan 69 N/A². Verder kunnen we stellen dat ijzer niet sterk ferromagnetisch is, maar een zacht ferromagnetisch materiaal is. Deze laatste conclusie komt voort uit het feit dat de aangetoonde hysteresisverliezen niet zo groot zijn in vergelijking met andere sterke ferromagnetische materialen. Hysteresisverliezen kunnen in praktijk grote gevolgen hebben: door gebruik van wisselstroom gaat bij sommige instrumenten, werktuigen of motoren met ferromagnetische materialen veel energie verloren in de vorm van warmte door. Een zacht ferromagnetisch materiaal is wenselijk bij transformatoren (bijvoorbeeld adapters) en motoren met wisselstroom. 7. Referenties Cursussen/naslagwerken: Serway, A. Raymond (2004). Physics for Scientists and Engineers. Belmont (USA): Brooks/Cole-Thomson Learning Webbronnen: Illustraties (Hysteresiscurves/Weissgebiedjes): Foto en informatie van Henry Rowland: Curietemperaturen: + practicumnota s 16

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN 20 februari 03 HYSTERESIS Practicum 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur Auteurs: WERBROUCK, Steven WILLEMS, Tom Inhoudstafel 1. Situering. 2 1.1.

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

1 Begrip magnetisatie.

1 Begrip magnetisatie. Hoofdstuk 8. 1 Begrip magnetisatie. 1.1 Verklaring van de magnetisatie Magnetisatie. De franse fysicus Pierre Weiss stelde, rond 1900, een theorie op die het magnetiseren van bepaalde stoffen moest verklaren.

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Magnetisme - magnetostatica

Magnetisme - magnetostatica Hoofdstuk 6. Magnetisme - magnetostatica 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding. Magnetostatica is de leer van de magneten in rust. Het moet niet verward worden met gravitatie, noch met elektrostatica. Gravitatiewerking:

Nadere informatie

Magnetische materialen

Magnetische materialen 1 Hoofdstuk 1: Fysische beschouwingen 1. Inleiding magnetische afstandswerking = afstandswerking tussen bewegende ladingen Om de krachtwerking tussen twee stroomvoerende geleiders te beschrijven voeren

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Glossary. Begrippenlijst magnetisme

Glossary. Begrippenlijst magnetisme Glossary Begrippenlijst magnetisme ANISOTROOP ISOTROOP Wanneer het persen van een soort magneetmateriaal in een magneetveld plaats heeft dan noemt men het magneetmateriaal voorkeursgericht en anisotroop.

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Fundamentele elektriciteit

Fundamentele elektriciteit KONNKLJKE MLTARE CHOOL Leerstoel Elektriciteit 1 oktober 2002 11 TAW Fundamentele elektriciteit Praktisch werk 6 Oplossingen 1. Twee identieke permanente magneten hebben elk een magnetisch veld van 2 T

Nadere informatie

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende Supergeleidende magneten in LHC De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende magneten te gebruiken Magnetiserende veldsterkte H, permeabiliteit, magnetische veldsterkte B De

Nadere informatie

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden Magnetisch Veld van een Stroomdraad Magneetveld omgekeerd evenredig met afstand tot draad : Constante μ 0 is de permeabiliteit van het vacuum: μ 0 = 4π x 10-7

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen Hoofdstuk 4 Magnetisme Doelstellingen 1. Weten welke magnetische grootheden bestaan en de verbanden ertussen kennen 2. Weten dat er verschillende soorten magnetisme bestaan 3. Weten wat inductie is 4.

Nadere informatie

I A (papier in) 10cm 10 cm X

I A (papier in) 10cm 10 cm X Tentamen: Fysica en Medische Fysica 2 Tijd: 15:15-18:00 uur, donderdag 28 mei 2009 Plaats: TenT blok 4 (met bijlage van formules, handrekenmachine is toegestaan) Docent: Dr. K.S.E. Eikema Puntentelling:

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat.

Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat. Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat. Bepaling van het energieverbruik en rendement van een inductiekookplaat. Een studie gerealiseerd door de studenten van

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) 10 augustus 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 a) De totale weerstand in de keten wor gegeven door de som van de weerstanden van 1 Ω, 5Ω, de parallelschakeling van 30

Nadere informatie

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10 Contents 1 Electrostatica 3 1.1 Wet van Coulomb......................... 3 1.2 Elektrische veldsterkte...................... 3 1.3 Arbeid in het electrisch veld................... 3 1.4 Beweging van lading

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek 1. Elektrostatica ladingen, velden en krachten lading fundamentele eigenschap van materie geheel veelvoud van elementaire lading = lading proton/elektron

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

E3 H3 Elektromagneten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

E3 H3 Elektromagneten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 May 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/51306 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

V 10.10.23 M.JACOBS INHAALCURSUS SLPL Paardenmarkt Antwerpen

V 10.10.23 M.JACOBS INHAALCURSUS SLPL Paardenmarkt Antwerpen Magnetisme p. 2 INHOUD 17. Magnetisme... 3 17.1. Natuurlijke en kunstmatige magneten... 3 17.2. Soorten magneten... 3 17.3. Enkele begrippen... 4 17.4. Krachtwerking van een magneet... 4 17.5. Magnetisch

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2019-II

natuurkunde vwo 2019-II Elektrische gitaar Het geluid van een elektrische gitaar wordt versterkt weergegeven via een luidspreker. Op de gitaar zijn zogenaamde elementen gemonteerd, die de mechanische trillingen van de snaren

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Wega maximumscore 3 Voor het verband tussen de temperatuur van de ster en de golflengte waarbij de stralingsintensiteit maximaal is, geldt:

Nadere informatie

Arbeid, vermogen en rendement

Arbeid, vermogen en rendement Arbeid, vermogen en rendement Formules Arbeid Arbeid is een maat van het werk dat geleverd wordt door een krachtbron om een voorwerp te verplaatsen. Als een kracht een verplaatsing tot gevolg heeft dan

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten Q2-1 Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten (10 punten) Lees de algemene instructies in de aparte enveloppe voor je met het experiment begint. Introductie Fase-overgangen

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 235 7 87 U + n Ba + Kr + 2 n of 92 0 56 36 0 235 7 87 U + n Ba + Kr + 2n één neutron links van de pijl en twee neutronen rechts van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE MAGNETISME

INHOUDSOPGAVE MAGNETISME INHOUDSOPGAVE MAGNETISME 1. HET ELEKTRISCH VELD 1 1.1 Veldlijnen rondom elektrische ladingen 1 1.2 De Elektrische veldsterkte E 2 1.3 Krachten op elektrische ladingen 3 1.3.1 Wet van Coulomb 4 1.4 Spanningspotentialen

Nadere informatie

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

1 Overzicht theorievragen

1 Overzicht theorievragen 1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging

Nadere informatie

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Inhoud De schakeling Een blokspanning van 15 V opwekken De wisselspanning omhoog transformeren Analyse van de maximale stroom door de primaire

Nadere informatie

Impedantie V I V R R Z R

Impedantie V I V R R Z R Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R

Nadere informatie

Voorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3

Voorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3 Voorkennistoets De Bewegende Aarde Voorkennis voor het basisdeel H1, H2, H3 A. wiskunde Differentiëren en primitieve bepalen W1. Wat is de afgeleide van 3x 2? a. 3x b. 6x c. x 3 d. 3x 2 e. x 2 W2. Wat

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk?

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk? Achtergrondinformatie voor de leerkracht Te gebruiken begrippen tijdens de les. Weetje!! Let op de correcte combinatie lampjes en batterijen -- 1,2 V lampjes gebruiken met de AA-batterijen van 1,5 V ---

Nadere informatie

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 27 Magnetisme Hoofdstuk 27 Magneten en Magnetische Velden Electrische Stroom Produceert Magnetisch Veld Stroom oefent kracht uit op magneet Magneetveld oefent kracht uit op een Electrische Stroom

Nadere informatie

DIAMAGNETISCHE LEVITATIE MET BISMUTH.

DIAMAGNETISCHE LEVITATIE MET BISMUTH. DIAMAGNETISCHE LEVITATIE MET BISMUTH. Dank zij de komst van sterke neodymium magneten is het mogelijk om het afstotend gedrag van sommige diamagnetische materialen zichtbaar te maken. Ofschoon er veel

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20 Labo Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator Datum van opgave:.../ / Datum van afgifte:.../ / Verslag nr. : 01 Leerling: Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Attitude & evaluatie:.../10 Theorie:.../10

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrostatica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Elektrische stroomnetwerken

Elektrische stroomnetwerken ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

1.3 Transformator Werking van een dynamo

1.3 Transformator Werking van een dynamo zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 10

jaar: 1989 nummer: 10 jaar: 1989 nummer: 10 Gegeven een cylindervomtige geleider van 1 m lengte met een diameter van 5 mm. De weerstand van de geleider is R. De draad wordt uitgerekt tot een lengte van 1,2 m terwijl het volume

Nadere informatie

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter Pajottenlandse Radio Amateurs De multimeter ON3BL 05/03/2013 Wat is een multimeter of universeelmeter? Elektronisch meetinstrument waar we de grootheden van de wet van ohm kunnen mee meten Spanning (Volt)

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 18 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding

Nadere informatie

Verhaaltje ZX ronde 3 juli 2011

Verhaaltje ZX ronde 3 juli 2011 Verhaaltje ZX ronde 3 juli 2011 Magnetisme Eén van de geheimzinnigste krachten op aarde is het magnetisme. Het is een kracht die we allemaal in dagelijkse leven tegen komen. Het is een kracht waarvan gedacht

Nadere informatie

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint warmte af. Je bespaart energie / het lint gaat

Nadere informatie

Woensdag 21 mei, uur

Woensdag 21 mei, uur I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-II Opgave Visby-lens uitkomst: n =,5 voorbeeld van een berekening: De invalshoek i 54 en de brekingshoek r 3. sin i Bij lichtbreking geldt: n. sin r sin54 0,809 Hieruit volgt dat n, 5. sin3 0,530 inzicht

Nadere informatie

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport

IJkingstoets september 2015: statistisch rapport IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van de

Nadere informatie

Voedingssysteem voor hybride magneet van 45 T

Voedingssysteem voor hybride magneet van 45 T Vermogenselektronica event 2014 Voedingssysteem voor hybride magneet van 45 T L. van Lieshout 1 Onderwerpen -45 T hybride magneet voedingssysteem Radboud Universiteit -Bestaande voeding opgeboord naar

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

ABSTRACT Zonder magnetisme zou de wereld om ons heen er heel anders uitzien. De radio zou niet werken, computers zouden niet bestaan en op zee zou je

ABSTRACT Zonder magnetisme zou de wereld om ons heen er heel anders uitzien. De radio zou niet werken, computers zouden niet bestaan en op zee zou je ABSTRACT Zonder magnetisme zou de wereld om ons heen er heel anders uitzien. De radio zou niet werken, computers zouden niet bestaan en op zee zou je verdwalen zonder kompas. Maar wat is magnetisme nu

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 2 Juli, 2010, 14:00 17:00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. 2. Werk nauwkeurig en netjes. Als ik het antwoord niet kan

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2008-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2008-I Eindexamen natuurkunde - compex havo 008-I Beoordelingsmodel Opgave Lensverwarming maximumscore 3 voorbeeld van een antwoord: De schakeling bestaat uit twee parallelle takken van twee in serie geschakelde

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETIME (3D020) 21 juni 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 Op de geleider bevindt zich een totale lading. De lengte van de geleider (een halve cirkel) is gelijk aan πr. y d ϕ R P x Voor

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Vragenlijst MAGETSME Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Antwoordeninstructie Je hebt een heel lesuur om de vragen te beantwoorden. Er zijn in totaal 19 vragen, waarvan 5 open vragen en

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie Samenvatting Introductie Wanneer er een spanning wordt aangelegd over een metaal, gaat er een stroom lopen. Deze stroom bestaat uit elektronen, elementaire deeltjes met fundamentele lading e = 1.6 10 16

Nadere informatie

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden Naam: Nr.: Groep: Klas: Datum: DEEL 6 In de vorige oefeningen heb je reeds een A-meter, die een kleine inwendige weerstand bezit, in serie leren schakelen met een gebruiker. Door de schakelstand te veranderen

Nadere informatie

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere

8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere 8 College 08/12: Magnetische velden, Wet van Ampere Enkele opmerkingen: Permanente magneten zijn overal om ons heen. Magnetisme is geassociëerd met bewegende electrische ladingen. Magnetisme: gebaseerd

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I Beoordelingsmodel Opgave Doorstralen van fruit maximumscore antwoord: 60 60 0 Co Ni + e (+ γ) of 7 8 60 60 Co Ni + β (+ γ) elektron rechts van de pijl Ni als eindproduct (mits verkregen via kloppende atoomnummers)

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tijd: 2 Juni 217, 12: 14: uur Plaats: WN zalen S67; P647; P663; S 623, S 631, S 655; M 639, M 655 Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad.

Nadere informatie

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015)

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015) Vakgroep Ingenieurswetenschappen en Architectuur Academiejaar 2014-2015 Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015) Groep 6 Cuyvers Stijn Pascal Jaron Van

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-II

natuurkunde havo 2017-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op

Nadere informatie

Werkstuk Natuurkunde Schakeling

Werkstuk Natuurkunde Schakeling Werkstuk Natuurkunde Schakeling Werkstuk door een scholier 677 woorden 23 december 2003 5,5 68 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding In dit verslag wordt bepaald welke regels er gelden voor stromen

Nadere informatie

Kleurencode van weerstanden.

Kleurencode van weerstanden. Kleurencode van weerstanden. x1 x2 x3 n t TC R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t% +/- TC 1 Kleurencode van weerstanden. R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t [%] +/- TC [ppm] x n t TC x n t TC zilver - -2 10 goud - -1 5 Zwart

Nadere informatie