Universiteit Gent Faculteit Pedagogische en Psychologische Wetenschappen Academiejaar e examenperiode PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PSYCHOPATHIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit Gent Faculteit Pedagogische en Psychologische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 1 e examenperiode PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PSYCHOPATHIE"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Pedagogische en Psychologische Wetenschappen Academiejaar e examenperiode PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PSYCHOPATHIE KAN ER EEN ONDERSCHEID GEMAAKT WORDEN OP BASIS VAN INTERPERSOONLIJKE KENMERKEN? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie Optie Klinische Psychologie door Séverine Van de Perre Promotor: Prof. dr. P. Verhaeghe Begeleiding: Jochem Willemsen 1

2 Ondergetekende, Séverine Van de Perre, geeft toelating / geen toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden. Handtekening, 2

3 DANKWOORD Deze masterproef is het kroonstuk van mijn opleiding Klinische Psychologie. Uiteraard ben ik een aantal mensen een woord van dank verschuldigd want zonder hun hulp was het veel moeilijker geweest. Allereerst wil ik mijn begeleider J. Willemsen bedanken voor zijn tijd, uitleg en de snelle feedback. Zijn hulp was onontbeerlijk om deze masterproef tot een goed einde te brengen. Een woord van dank gaat ook uit naar Prof. F. Declercq. Zijn hulp en kennis voor het schrijven van casus Alex die in deze masterproef wordt uiteengezet- waren hierbij een grote bijdrage. Vervolgens wil ik mijn ouders bedanken omdat zij mij de mogelijkheid hebben gegeven om te studeren en mij steeds hebben aangemoedigd wanneer het moeilijker ging. Als laatste wil ik tenslotte mijn vriend bedanken die mij steeds heeft gesteund en mijn masterproef heeft nagelezen. 3

4 INLEIDING Hij zal je uitkiezen, je ontwapenen met zijn woorden, en je beheersen met zijn aanwezigheid. Hij zal je verrukken met zijn geestigheden en zijn plannen. Hij zal je op een aangename tijd trakteren, maar je zult altijd de rekening gepresenteerd krijgen. Hij zal je toelachen en om de tuin leiden, en hij zal je angst aanjagen met zijn ogen. En als hij met je klaar is, en hij zal met je klaarkomen, dan zal hij je in de steek laten, beroofd van je onschuld en je trots. Je zult veel ongelukkiger achterblijven, maar niet veel wijzer, en lange tijd zul je je afvragen wat er gebeurd is en wat je verkeerd hebt gedaan (Uit een opstel Een psychopaat in de gevangenis, geciteerd uit Hare 2003a, p. 33). Wanneer men het heeft over psychopaten denken velen aan gruwelijke en gewetenloze seriemoordenaars. Dat is het beeld dat de media ons vaak verkeerdelijk- voor ogen houdt. Er zijn ook heel wat films verschenen over psychopaten, denken we maar aan Hannibal Lecter en Jack The Ripper. Strookt het beeld dat ze ons voor ogen houden van de prototypische psychopaat met de realiteit? De laatste decennia is er veelvuldig onderzoek naar deze stoornis verricht. De literatuur omtrent het psychopathieconcept is dan ook enorm gegroeid (Boelaert 2008; Hare, 2003a). In hoofdstuk 1 zal ik één van de eerste en belangrijkste pioniers op het gebied van psychopathie bespreken, namelijk Hervey Cleckley. Zijn beschrijving van het klinisch profiel van de prototypische psychopaat komt hier aan bod. De kennis over de psychopathische persoonlijkheidsstoornis is onontbeerlijk aangezien velen beroepshalve in aanraking komen met dergelijke personen. Denken we hierbij aan psychologen in een penitentiaire/forensische context maar ook in het klinisch werkveld kan men met deze personen te maken hebben. Hare en collega s (1991) hebben een grote bijdrage geleverd aan de forensische setting. In 1991 ontwikkelden zij namelijk de PCL-R, wat als dé gouden standaard wordt beschouwd om psychopathie te meten. De PCL-R heeft eveneens een hoge predictieve validiteit, wat het een nuttig instrument maakt in zowel klinische en zeker in forensische settings (Hare, 2002). De PCL-R zal bijgevolg in deze thesis de nodige aandacht krijgen. Er volgt eveneens een bespreking van de 4 facetten (interpersoonlijk, affectief, levensstijl, antisociaal gedrag) volgens de items van de PCL- R, de validiteit, betrouwbaarheid en de factorstructuur van de PCL-R komt aan bod 4

5 alsook de incidentie van psychopathie (Cooke & Michie, 2001, Hare, 1991, 2002, 2003b, 2006; Hemphill et al., 1998; Neumann et al., 2005). Slechts 1 % van de bevolking voldoet aan de diagnose van psychopathie (Hemphill, Hare & Wong, 1998). Velen zullen hieromtrent zeer verbaasd zijn aangezien zij via de media een verkeerd beeld krijgen omtrent de incidentie van psychopathie. De leek die niet gekend is met het psychopathiebegrip zal er meestal vanuit gaan dat psychopathie en criminaliteit twee begrippen zijn die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Maar criminaliteit is geen noodzakelijk kenmerk van psychopathie (Campbell & Elison, 2005). Hare, de autoriteit op het gebied van psychopathie, erkende dat subcriminele psychopaten op verscheidene plaatsen in onze samenleving functioneren: een toppoliticus, een militair, een professor of een befaamd zakenman (Hare, 1999). Om Lykken te citeren: Some psychopaths, however, are at least superficially socialized, some have learned the rules and do generally obey them. Especially if they are talented or privileged, they may do well in school, hold a job, succeed in a profession (Lykken, zoals geciteerd in Campbell en Elison, 2005, p.98). Dit dient men goed in het achterhoofd te houden en wijst erop dat psychopaten geen homogene groep vormen. In deze thesis zal de subcriminele psychopaat niet verder besproken worden, maar zal verder worden ingegaan op het primair en secundair subtype. Theoretische en klinische ervaring wijzen er namelijk op dat psychopaten van elkaar verschillen in hun levensstijl, op gedragsmatig en interpersoonlijk vlak. Psychopaten vormen met andere woorden geen homogene maar wel een heterogene groep. Dat wil zeggen dat er sprake is van subtypes: de primaire en secundaire psychopaat (Karpman, 1941; Poythress & Skeem, 2005; Skeem et al., 2003; Hervé, 2007). Er heersen heel wat theorieën omtrent de conceptualisatie en etiologie van deze subtypes. De theorieën van Karpman, Lykken, Porter, Mealey en Blackburn krijgen de nodige aandacht in hoofdstuk 2. Karpman (1948) bijvoorbeeld karakteriseert de primaire (idiopathische) psychopaat als emotieloos, berekend, manipulatief en bedrieglijk. De secundaire (pseudo-) psychopaat heeft in tegenstelling tot de primaire psychopaat een geweten, maar deze is ernstig verstoord (Skeem et al., 2003). Secundaire psychopaten delen enkele gemeenschappelijke kenmerken met primaire psychopaten maar in tegenstelling tot de primaire psychopaat heeft het secundair 5

6 subtype ook last van een onderliggende pathologie of neurotische conflicten. Hoe groter de onderliggende pathologie is, hoe impulsiever ze zich gedragen (Hervé, 2007). Bij secundaire psychopathie is de onderliggende pathologie in feite van primair belang en is de eigenlijke psychopathie van secundair belang (Hervé, 2007). The idiopathic psychopath is hard to the core, the symptomatic psychopath is tough on the outside and soft on the inside (Alexander en Healey, geciteerd in Hervé, 2007, p. 433). Waarin verschillen primaire en secundaire psychopaten van elkaar? Op deze vraag bestaat er geen eenduidig antwoord. Primaire psychopaten worden bijvoorbeeld gekarakteriseerd door meer affectieve tekorten (PCL-R factor 1) en minder door impulsiviteit (PCL-R factor 2) in plaats van secundaire psychopaten (Skeem et al. 2003; Skeem et al., 2007). De secundaire psychopaat wordt gelabeld als een agressieve psychopaat (hoge score op agressiviteit, impulsiviteit en angst), dit ligt in de lijn met de bevindingen dat dit subtype vaak betrokken is in geweld en meer reactieve agressie vertoont. Terwijl de primaire psychopaat meer instrumentele agressie gebruikt en daden in koelen bloede zal plegen (Hicks et al., 2004). Hier wordt al een eerste fabel die de media ons voorhoudt rechtgezet: niet alle psychopaten zijn koele, bloeddorstige moordenaars! Men houdt ons ook voor dat psychopaten gewetenloos zijn en angst of schaamte niet in hun woordenboek staan geschreven. Ook dit zal ik ontkrachten in hoofdstuk 2, waarin zal blijken dat de secundaire psychopaat in tegenstelling tot de primaire, wel degelijk menselijke emoties zoals angst, schuld en schaamte kan voelen (Poythress & Skeem, 2005). In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan in het onderscheid tussen de primaire en secundaire psychopaat en worden de belangrijkste dimensies die deze subtypes onderscheiden op een rijtje gezet. Eveneens komt in dit hoofdstuk de casus van Alex aan bod. Alex is een meesteroplichter en gediagnosticeerd als psychopaat. Niet alleen wil ik met deze casus de kloof tussen theorie en praktijk overbruggen maar ook het beeld van de prototypische psychopaat, zoals Ted Bundy, Jeffrey Dahmer en Charles Manson, doorbreken. Naast deze types heb je namelijk ook the snakes in suits, waaronder Alex. Is Alex een primaire of een secundaire psychopaat? Aan de hand van de theorieën omtrent primaire en secundaire psychopathie zal ik hierop trachten een antwoord te formuleren. 6

7 In hoofdstuk 4 zal de onderzoeksvraag beantwoord worden. Er wordt nagegaan of primaire en secundaire psychopaten kunnen onderscheiden worden op basis van hun interpersoonlijke kenmerken: leugenachtig gedrag, grandioosheid, manipulatief gedrag en hun oppervlakkige charme. In dit hoofdstuk zal de interpersoonlijke theorie van Blackburn (1998) de nodige aandacht krijgen omdat deze goed het onderscheid maakt tussen de primaire en secundaire psychopaat op basis van hun interpersoonlijk gedrag. Bij de bespreking van leugenachtig gedrag wordt er niet alleen de klemtoon gelegd op verbale indicatoren maar eveneens op de non-verbale indicatoren die wijzen op een bedrieglijke interpersoonlijke stijl. Eveneens bij het aanwenden van manipulatieve technieken kan er gekeken worden naar het non-verbale gedrag van de psychopaat. Studies omtrent de verschillen in interpersoonlijk gedrag bij de primaire en secundaire psychopaat zijn eerder schaars maar met deze thesis wordt gepoogd om het onderscheid duidelijker te maken. In het besluit zal duidelijk worden of dit al dan niet een geslaagde poging is geweest. De relevantie van mijn onderzoeksvraag voor de klinische en forensische maar voornamelijk de politionele setting wordt eveneens duidelijk. Het is heel belangrijk om psychopaten als een heterogene groep te beschouwen en eveneens om hun verschillen in interpersoonlijke gedragingen niet over het hoofd te zien. Daarbij dient zowel de verbale als non-verbale gedragingen in acht worden genomen. Vooral de detectie van non-verbale indicatoren van liegen kunnen bijvoorbeeld tijdens een politioneel interview zeer belangrijk zijn. Psychopaten weten met hun charmant voorkomen en vlot spreken anderen in mum van tijd te misleiden, maar men moet verder kijken dan de verhalen die men ten berde brengt. Hun non-verbaal gedrag verraadt vaak hun ware intenties. 7

8 Hoofdstuk 1 1. PSYCHOPATHIE 1.1 Wat is psychopathie? Cleckley Psychopathie wordt gezien als een persoonlijkheidsstoornis waarbij er sprake is van een antisociale, impulsieve levensstijl en een kille egocentrische en manipulerende omgang met anderen (Hare, 2006). Eén van de eerste en belangrijkste pioniers op het gebied van psychopathie is Cleckley. Zijn werk The Mask of Sanity (1976) heeft de grondslag gelegd voor het begrip psychopathie zoals wij dat nu kennen. Zijn boek vormt het klinisch raamwerk voor veel van het onderzoek naar psychopathie (Hare, 2003b). Cleckley (1941) benadrukte dat iemand met de diagnose van psychopathie volledige mentaal gezond en competent is en bijgevolg kunnen ze ook volledig verantwoordelijk worden gesteld voor hun gepleegde daden. De prototypische psychopaat omschreven door Cleckley (1976), vertoont geen schuldgevoel maar legt de schuld bij anderen, het zijn anderen die hulp moeten zoeken, niet hij! Psychopaten zijn met hun sluw en charmant voorkomen, meesters in het misleiden. Ze charmeren vaak hun potentiële slachtoffers, zeggen dingen die ze graag horen, waardoor de mensen denken dat ze een warm en goed hart hebben, maar niets is minder waar (Cleckley, 1976). Ze doen zich voor als eerlijk maar al snel zal blijken dat ze kunnen liegen als de besten. Personen met psychopathie houden geen enkele rekening met de gevoelens van anderen, ze hechten zelfs geen enkel belang aan vriendschap (Cleckley, 1976). De psychopaat is eveneens sterk egocentrisch, wat hem moeilijk in staat stelt om liefde te voelen voor een persoon. De enige vorm van liefde die ze kennen en kunnen tonen, is eigenliefde. Naast de onmogelijkheid om liefde te voelen voor anderen vertoont de psychopaat ook een algemene affectarmoede. Hij 8

9 kan perfect hevig enthousiast reageren of een traantje wegpinken wanneer dat gewenst is, maar dit alles is slechts schijn (Cleckley, 1976). Het inzicht in bepaalde dingen is bij psychopaten eveneens zwaar verstoord. Dat wil zeggen dat hij niet de capaciteit bezit om zichzelf te percipiëren zoals anderen dat doen. Ze hebben geen besef wat anderen voelen of denken. In interpersoonlijke relaties is het vooral het onverantwoordelijk gedrag van psychopaten dat opvallend is. Hoe goed men hen ook tracht te helpen, de psychopaat zal geen enkel teken van appreciatie tonen voor wat anderen voor hem gedaan hebben (Cleckley, 1976). Suïcide komt zelden voor bij psychopaten. Ondanks het gedragspatroon van het overboord gooien en vernietigen van kansen en de tegenslagen die men daardoor kan ondervinden, zien we dat deze personen niet geneigd zijn om de finale stap te zetten en over te gaan tot zelfmoord (Cleckley, 1976). Op gedragsmatig vlak beschrijft hij hen als onverantwoordelijk en steeds op zoek naar spanning en opwinding en geneigdheid naar een antisociale levensstijl. Aan de toekomst denken ze niet veel, maar ze leven eerder van dag tot dag (Cleckley, 1976). Kortom, Cleckley (1976) beschrijft psychopaten als zijnde individuen die oppervlakkige emoties vertonen, gebrek hebben aan schuldgevoelens en aan empathie en meester zijn in het liegen. Het grote pluspunt van zijn werk is dat hij gebruik heeft gemaakt van 15 gevalstudies die hij in zijn boek uitvoerig heeft uiteengezet. Verder geeft hij de lezer een beschrijving van het klinisch profiel van psychopaten, bij welk type personen psychopathie kan voorkomen en een vergelijking met andere stoornissen (Hare, 2003a). Cleckley geeft tussen zijn beeldende klinische beschrijvingen eveneens zijn eigen bespiegelingen over het gedrag van de psychopaat en de mogelijke betekenis erachter (Hare, 2003a). De psychopaat is niet bekend met de elementaire feiten of gegevens van wat men persoonlijke waarden zou kunnen noemen en is in het geheel niet in staat zulke zaken te begrijpen. ( ) Schoonheid en lelijkheid, behalve in een zeer oppervlakkige betekenis, goedheid, slechtheid en liefde, afgrijzen en humor 9

10 hebben geen werkelijke betekenis en kunnen hem niet roeren. Verder mist hij het onvermogen om te zien dat anderen geroerd zijn. Het is alsof hij ondanks zijn scherpe intelligentie kleurenblind is voor dit aspect van het menselijke bestaan (Cleckley, 1976, p. 90). Op basis van zijn gevalstudies maakte Cleckley zijn klinische beschrijving van psychopathie. Hij stelde een lijst samen van 16 persoonlijkheidskenmerken die de psychopaat karakteriseren (Boelaert, 2008). Tabel 1: De 16 kenmerken van psychopathie volgens Cleckley (Hare, 2002). 1. Oppervlakkige charme en goede 9. Egocentrisch zijn en de onmogelijkheid intelligentie om liefde te tonen 2. Afwezigheid van wanen en andere 10. Gebrek aan belangrijke affectieve signalen van irrationeel denken reacties 3. Afwezigheid van zenuwachtigheid 11. Specifiek verlies van inzicht of psychoneurotische manifestaties 4. Onbetrouwbaarheid 12. Onverantwoordelijkheid in interpersoonlijke relaties 5. Leugenachtig gedrag 13. Neiging tot onaangenaam gedrag dat soms gepaard gaat met alcoholgebruik 6. Afwezigheid van wroeging of 14. Suïcide zelden gepleegd spijtgevoelens 7. Antisociaal gedrag 15. Onpersoonlijk, triviaal en gebrekkig geïntegreerd seksleven 8. Leert niet uit ervaringen 16. Kan geen lange termijn doelstellingen houden Hare In 1941 publiceerde Hervey Cleckley het boek The Mask of Sanity waarin hij 16 criteria voor de psychopathische persoonlijkheid gaf. Hare en collega s baseerden zich op het werk van Cleckley en ze ontwikkelden een checklist waarmee psychopaten goed kunnen worden herkend (Hare, 2003b). Vanaf dan was de 10

11 Hare Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R; Hare, 1991) en zijn varianten (Screening Version, Youth-Version & P-Scan) een feit (Hare & Neumann, 2006). Gegevens worden verzameld door middel van een semi-gestructureerd interview met de betrokkene in kwestie en het doornemen van het persoonlijke dossier. De PCL-R is een klinische schaal bestaande uit 20 items die gescoord wordt door een deskundige en vooral gebruikt word in onderzoek, de klinische en forensische setting (Hare & Neumann, 2006). Elk van deze items van de PCL-R worden gescoord aan de hand van een driepuntenschaal (0, 1, 2) (Hare, 1991; Hare & Neumann, 2006). Is een bepaald kenmerk aanwezig dan worden twee punten toegekend op dat kenmerk. Is een kenmerk aanwezig maar niet heel erg duidelijk dan wordt één punt toegekend op dat kenmerk en tenslotte, is het kenmerk niet aanwezig dan worden nul punten toegekend. De PCL-R zal een score opleveren (0-40) die aangeeft in hoeverre de persoon volgens de beoordelaar overeenkomt met de prototypische psychopaat (Hare, 2002; Hare & Neumann, 2006). Hare en Neumann (2006) stellen dat in Noord-Amerika een kritische waarde van 30 wordt gebruikt om iemand als psychopaat te classificeren. Waarbij personen met een score hoger dan 30 beschouwd worden als psychopaten. A. Bespreking van de 4 facetten volgens de items van de PCL-R 1. Interpersoonlijk Psychopaten weten met hun charmant en glad voorkomen anderen in een mum van tijd te vleien. Ze stellen zich vriendelijk op, slaan gemakkelijk een praatje, ze laten met andere woorden bij de eerste ontmoeting zeer vaak een positieve indruk na (Cleckley, 1976). Maar sommigen vinden hun voorkomen te glad en oppervlakkig waardoor het onoprecht lijkt (Hare, 2003a). In het contact stellen ze zich op een vlotte en charmante manier op wat hen tot aangename gesprekspartners maakt. Ze laten uitschijnen dat ze van alle markten thuis zijn en proberen op die manier anderen te imponeren. Hier merken we zeer vaak een pseudo-intellectuele manier van praten, men hanteert bijvoorbeeld juridisch of psychiatrisch jargon om indruk te maken (Hare, 2002). De sterke egocentriciteit is ook 11

12 zeer kenmerkend voor psychopaten (Cleckley, 1976). Ze hebben een opgeblazen beeld van hun bekwaamheden en eigenwaarde. Daardoor komen psychopaten vaak over als eigenzinnige en arrogante personen die niets liever doen dan opscheppen over zichzelf (Hare, 2002). Ze lijken zich evenmin bezwaard te voelen voor, of gevoelig te zijn voor, hun huidige problemen met de wet. Ze zijn er zelfs van overtuigd dat de situatie waarin ze zijn terecht gekomen te wijten is aan pech, onbetrouwbare vrienden of een incompetent rechtssysteem. Vaak zal men merken dat psychopaten eveneens graag het gesprek domineren en af toe lijkt het alsof ze een persconferentie geven. (Hare, 2002). Men praat graag over zichzelf en sommigen spreken zelfs met trots over hun verwezenlijkingen op crimineel vlak. Maar zeer vaak staan die grootse verhalen in schril contrast met de werkelijkheid. Het loont dikwijls om de onderzochte tijdens het interview zelf het gesprek te laten leiden. Op die manier kunnen we de ware ik van die persoon beter observeren (Boelaert, 2008). Leugens zijn in vele gevallen hét visitekaartje van de psychopaat (Boelaert, 2008). Men is in staat uitgebreide verhalen over hun verleden te verzinnen, zelfs al weten ze dat hun verhaal gemakkelijk te doorzien is en kan worden geverifieerd. Het liegen is in feite een tweede natuur geworden. Ze voelen zich zelden ongemakkelijk of uit het lood geslagen wanneer ze op een leugen worden betrapt (Hare, 2002). Het lijkt als het ware of het hen niet raakt, ze veranderen gewoonweg hun verhaal opnieuw of wringen zich in allerlei bochten totdat ze opnieuw op hun pootjes terechtkomen (Boelaert, 2008). Psychopaten lijken ook trots te zijn op hun vermogen tot liegen en steken dat niet onder stoelen of banken. Veel waarnemers krijgen de indruk dat psychopaten zich niet bewust zijn dat ze liegen, het is alsof de woorden een eigen leven gaan leiden (Hare, 2003a). Gezien hun gladheid en het gemak waarmee psychopaten liegen is het niet verwonderlijk dat ze met succes bedriegen, beliegen, misleiden, oplichten en manipuleren. Vaak beschrijven ze zichzelf openlijk als oplichters of fraudeurs (Hare, 2002). 2. Affectief Hun gebrekkig empathisch vermogen stelt hen in staat om zowel vriend als vijand zonder enige wroeging te belazeren. Veel van de trekken die psychopaten typeren 12

13 (egocentrisme, gebrek aan berouw, oppervlakkige emoties en leugenachtig gedrag) zijn nauw verbonden aan het gebrek aan empathie (Hare, 2003a). Anderen worden louter beschouwd als te manipuleren objecten in functie van hun eigen bevrediging (Boelaert, 2008). Dit typeert hun gebrekkig empathisch vermogen. Ze kunnen zich op affectief niveau klaarblijkelijk niet inleven wat de ander voelt of denkt. Daardoor laten de gevoelens van anderen hen koud (Hare, 2003a; Boelaert, 2008). De rechten en het leed van familieleden laten hen even koud als die van vreemden (Hare, 2003a, p. 61). Door dit gebrek aan empathie zijn psychopaten in staat om feiten te plegen die anderen afschuwelijk en verbijsterd vinden. Ze kunnen hun slachtoffer bijvoorbeeld op een vreselijke wijze verminken en het nadien in geuren en kleuren navertellen tot in het kleinste detail zonder enige emotie te tonen. In tegenstelling tot wat de media ons verkeerdelijk voorstelt, pleegt een minderheid van de psychopaten dit soort misdaden (Hare, 2003a). Psychopaten hebben eveneens een gebrek aan berouw en schuldgevoel. De gevolgen voor hun slachtoffers laten hen koud, enkel de consequenties voor zichzelf baren hen zorgen (Boelaert, 2008). Dit gebrek aan schuldgevoelens gaat vaak gepaard met het rationaliseren van hun gedrag en geen persoonlijke verantwoordelijkheid te willen nemen voor hun daden (Boelaert 2008; Hare, 2003a). Ze hebben gewoonlijk wel altijd één of ander excuus voorhanden. Als ze hun verantwoordelijkheid al opnemen dan is dit zeer oppervlakkig (Boelaert, 2008). Zo gaf een man toe dat hij zijn slachtoffer voor een grote som geld had opgelicht, maar dat ze er zeker niet armer door zal zijn geworden aangezien het een welgestelde dame was. Gewetenloosheid vormt het centrale kenmerk van psychopaten (Hare, 2003a). Psychopaten lijken aan een soort emotionele armoede te lijden. Het scala en de dieptes van hun gevoelens lijken immers beperkt (Hare, 2003a). De gevoelsuitingen komen eerder dramatisch, kortdurend en onecht over (Boelaert, 2008). Het ene moment kunnen ze een dramatische (maar oppervlakkige) vertoning opvoeren, terwijl ze de andere moment bijzonder koud en ongeëmotioneerd overkomen. Zorgvuldige waarnemers zullen zich niet van de indruk ontdoen dat ze toneelspelen (Hare, 2003a). Krokodillentranen kunnen rijkelijk vloeien maar worden even snel ingewisseld door een ander gedrag wanneer het gewenste resultaat uitblijft (Boelaert, 2008). De psychologen 13

14 J.H. Johns en H.C. Quay (1962) waren van mening dat psychopaten wel de woorden kennen maar niet de muziek. Om een voorbeeld te geven: psychopaten kunnen zeggen dat ze spijt hebben en kunnen op cognitief niveau ook spijt herkennen maar het lijkt alsof die spijt niet echt ervaren wordt. Ze leren enkel het woord spijt gebruiken zodat het hen voordelen zou opleveren (Boelaert, 2008). De emoties van psychopaten hebben zo weinig diepgang dat men meer spreekt van proto-emoties: primitieve reacties op primaire behoeften (Hare, 2003a). Ten slotte lijken psychopaten niet in staat de zijn angst en vrees te ervaren, twee belangrijke emotionele reacties die de voornaamste bron van het geweten vormen. Bij psychopaten is de associatie tussen het verboden daden en angst vrij zwak en de dreiging van straf schrikt hen geenszins af (Hare, 2003a). 3. Levensstijl Psychopaten zijn personen wiens gedrag over het algemeen impulsief, ondoordacht en zonder reflectie of overleg gebeurt. Gewoonlijk doen ze dingen in een opwelling die helemaal niet doordacht zijn. Het is onwaarschijnlijk dat ze veel tijd besteden aan het afwegen van de voor- en nadelen van hun gedragingen (Hare, 2002). Die impulsieve handelingen komen vaak voort uit het doel dat een rol speelt in de meeste gedragingen van de psychopaat, namelijk het bereiken van onmiddellijke bevrediging. Psychopaten leven van dag tot dag en dragen het motto carpe diem hoog in het vaandel. Ze denken zelden over de toekomst en maken zich daar ook geen zorgen over (Boelaert, 2008). Vaak zullen psychopaten het nalaten verplichtingen tegenover verbintenissen met anderen na te komen. Ze vertonen geen verantwoordelijkheidsgevoel of loyaliteit ten opzichte van andere personen. Het onverantwoordelijk zijn kan zich op verschillende manieren uiten: schulden hebben en deze niet betalen, werkverzuim, enzovoort (Hare, 2002). Psychopaten hebben ook steeds een continue behoefte aan opwinding en nieuwe prikkels (Hare, 2003a; Cleckley, 1976). De ene psychopaat gebruikt talloze drugs om steeds opnieuw nieuwe ervaringen te beleven, de andere verandert continue van baan, maar beiden gaan steeds op zoek naar een nieuwe kick Vaak rapporteren psychopaten dat ze een bepaald misdrijf hebben gepleegd louter voor de kick (Hare, 2003a). 14

15 Aangezien psychopaten steeds op zoek zijn naar opwindende prikkels hebben ze het onvermogen om routine en eentonigheid te verdragen. Ze raken met andere woorden snel verveeld en zullen niet naar behoren functioneren in activiteiten die saai en monotoon zijn (Hare, 2003a). Typisch voor de prototypische psychopaat is eveneens een parasitaire levensstijl (Boelaert, 2008). Hun financiële afhankelijkheid van anderen maakt doelbewust deel uit van hun levensstijl (Hare, 2002). Normaal betaald werk zal hij het liefst vermijden, ook al is hij perfect in staat om arbeid te verrichten, in plaats daarvan laat hij zich liever onderhouden door anderen (Boelaert, 2008). Hierbij hanteert hij verscheidene tactieken, hij doet zich voor als hulpeloos of iemand die sympathie en steun verdient. Ze vallen voortdurend terug op de hulp van vrienden, familie, gezinsleden of sociale bijstand. Soms gebruiken ze hierbij intimidatie en dwang of buiten ze de zwakte van hun slachtoffer uit (Hare, 2002). 4. Antisociaal gedrag Psychopaten zijn zoals vermeld zeer impulsief ze doen dingen in een opwelling- maar ze hebben ook grote moeite om hun gedrag in bepaalde situaties onder controle te houden. Op krenkingen of beledigingen zullen psychopaten zeer vaak agressief reageren, terwijl de meeste van ons dergelijke reactie kunnen onderdrukken. Ook al willen we af en toe agressief reageren, toch doen we het niet altijd. Bij psychopaten ontbreekt die mogelijkheid. Als gevolg daarvan zijn psychopaten vaak heethoofden, ze nemen gemakkelijk aanstoot en worden snel boos en agressief over benulligheden (Hare, 2003a). De meeste psychopaten vertonen reeds op jonge leeftijd ernstige gedragsproblemen zoals liegen, bedriegen, diefstal, vandalisme, brandstichting, alcoholgebruik, weglopen van huis, misbruik van middelen en voortijdige seksualiteit (Hare, 2002; Hare, 2003a). Veel kinderen vertonen op één of ander moment wel enkele van deze gedragingen. Het verschil is dat bij de psychopaat zulk gedrag veel ernstiger is en omvangrijker is. De media meldt zeer vaak dat getuigen en buren als reactie op een vreselijke misdaad volkomen verrast zijn: Ik kan gewoon niet geloven dat hij tot zoiets in staat was, er was niets wat erop wees dat hij dat zou doen (Hare, 2003a, p. 87). Dergelijke reacties 15

16 zijn nog maar eens het bewijs voor de macht van psychopaten om anderen te imponeren en te misleiden en ook het feit dat ze helemaal niets van hun jeugdjaren afweten (Hare, 2003a). De gedragsproblemen die op jonge leeftijd ontstonden, zullen persisteren tijdens de adolescentiefase (Boelaert, 2008). De continuïteit van het zelfzuchtige, antisociale gedrag is verbijsterend. Omwille van deze continuïteit is het vroeg optreden van antisociale gedragingen een goede indicator voor gedragsproblemen en criminaliteit in de volwassenheid (Hare, 2003a). Voorbeelden van dergelijke antisociale handelingen zijn: moord, doodslag, verkrachting, fraude, (roof)overval, ernstige mishandeling, (auto)diefstal, ontvoering, fraude, brandstichting, handel in drugs, verkeersmisdrijven en ontvluchting uit gesloten inrichtingen (Boelaert, 2008). Dergelijk gedrag leidt zowel tot processen-verbaal als veroordelingen. Niet alle psychopaten zullen in de gevangenis belanden, denken we hierbij bijvoorbeeld aan de succesvolle psychopaten. Ze vertonen gedragingen die niet altijd strikt illegaal zijn, maar toch een inbreuk vormen op de sociale normen en rechten van anderen (Boelaert, 2008) Incidentie van psychopathie Uit onderzoek van Hemphill, Hare & Wong (1998) is gebleken dat ongeveer 1 % van de bevolking, gebruik makende van de PCL-R, voldoet aan de diagnose van psychopathie. Het is dus zeker niet iets dat haast niet voorkomt. Uit verschillende studies blijkt ook dat psychopathie meer voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. Hoewel er vrouwen zijn die voldoen aan de criteria van psychopathie en een klinische score van 30 of meer behalen op de PCL-R, ligt het aantal vrouwelijke psychopaten beduidend lager dan mannelijke psychopaten (Salekin, Rogers & Sewell, 1997; Grann, 2000; Warren et al., 2003; Hare, 2003a) PCL-R en factorstructuur De Psychopathy Checklist Revised van Hare (1991) is een beoordelingsschaal om psychopathie te meten in een mannelijke forensische populatie. Zowel de gedragsvariabelen als persoonlijkheidskenmerken die gebaseerd zijn op het algemeen 16

17 aanvaard concept van psychopathie, worden aan de hand van deze schaal gemeten (Hare, 2002). Er bestaat evidentie dat de PCL-R een unidimensioneel construct meet (Hare, 2002). De homogeniteit van het instrument werd aangetoond door Cronbach s α (.85) en de gemiddelde inter-itemcorrelatie (.22) (Hare et al., 1990). De PCL-R bevat twee gecorreleerde factoren die elk een verschillend patroon van intercorrelaties vertonen met andere variabelen (Hare, 2002). Factor 1 wordt ook wel als de kern van het syndroom geduid en bevat de interpersoonlijke en affectieve kenmerken van de stoornis, de tweede factor heeft betrekking op sociaal deviante gedragingen (Boelaert, 2008; Hare, 2002). Uit een exploratorische factoranalyse van de items uit de PCL-R kwamen Harpur en collega s tot een twee-factorenstructuur. Factor 1 ( egoïstisch, ongevoelig en zonder wroeging gebruik maken van anderen ) beschrijft een constellatie van acht persoonlijkheidseigenschappen (1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 16), die volgens de meeste onderzoekers de kern vormen van psychopathie en het best aansluit bij Cleckley s conceptualisatie van psychopathie. Factor 2 ( sociale deviant gedrag of chronisch onstabiel en antisociaal gedrag ), bestaat uit negen items (3, 9, 10, 12, 13, 14, 15 18, 19), die gedragskenmerken bevatten die horen bij een antisociale levensstijl. Item 11 en 17 laden op geen van beide factoren hoger dan.40 maar worden wel gezien als kenmerken van de prototypische psychopaat (Hare, 2002, 2003b; Hare et al., 2007). De PCL-R second edition beschrijft het concept psychopathie nog steeds in termen van twee dimensies (factor 1 en factor 2) maar ze maken de opsplitsing naar 4 engere facetten: het interpersoonlijke (PCL-R items 1, 2, 4, 5), het affectieve (PCL-R items 6, 7, 8, 16), de levensstijl (PCL-R items 3, 9, 13, 14, 15) en het antisociaal gedrag (PCL-R items 10, 12, 18, 19, 20) (Boelaert, 2008). 17

18 Tabel 2: Items van de PCL-R (per factor) (Hare, 2002). Factor 1 Interpersoonlijk & Affectief Factor 2 Levensstijl & Antisociaal gedrag 1. welbespraaktheid/ oppervlakkige 3. behoefte aan stimulatie/ sensatie charme 2. groot gevoel van zelfwaarde 9. parasitaire levensstijl 4. pathologisch liegen 10. slechte gedragscontrole 5. manipulatief 12. op vroege leeftijd gedragsproblemen 6. gebrek aan schuld/ berouw 13. gebrek aan realistische, lange termijn doelen 7. oppervlakkig affect 14. impulsiviteit 8. kil/ gebrek aan empathie 15. onverantwoordelijk 16. geen verantwoording nemen voor acties 18. jeugdcriminaliteit 20. veelsoortige criminaliteit 19. schending voorwaarden bij voorwaardelijke beoordeling Meer recent onderzoek (Cooke & Michie, 2001) veronderstelt dat de PCL-R eerder onderbouwd is door drie factoren in plaats van twee factoren. Namelijk de volgende: een arrogante en een onbetrouwbare interpersoonlijke levensstijl (Factor 1), gebrekkige affectieve ervaringen (Factor 2) en impulsief en onverantwoordelijk gedrag (Factor 3). Hare heeft in de PCL-R ook volgende items opgenomen: veelsoortige criminaliteit, schending van voorwaarden bij voorwaardelijke veroordelingen en jeugdcriminaliteit. Als de items uit de PCL-R, die betrekking hebben op crimineel en deviant gedrag weggelaten worden, blijven boven genoemde drie factoren over (Cooke et al, 2004). Een recente confirmatorische factoranalyse van een grote set van data wijst erop dat een vier-factormodel (18 items) het best fit met de data: interpersoonlijke kenmerken (Factor 1) (glad en charmant voorkomen, groot gevoel van eigenwaarde, pathologisch liegen, manipulatief gedrag); affectieve kenmerken (Factor 2) (gebrek aan berouw of schuldgevoel, ontbreken van emotionele diepgang, gebrek aan empathie, gebrek aan opnemen van verantwoordelijkheid voor eigen daden); levensstijl (Factor 3) (nood aan stimulatie, parasitaire levensstijl, gebrek aan realistische lange termijn doelstellingen, impulsiviteit, onverantwoordelijkheid); en het antisociale aspect (Factor 4) (gebrekkige gedragscontrole, vroege gedragsproblemen, jeugdcriminaliteit, veelsoortige 18

19 criminaliteit, schending van voorwaarden bij voorwaardelijke veroordeling) (Hare, 2006). De twee andere items (promiscue seksueel gedrag en veel korte termijn relaties) laadden niet op één van de factoren maar droegen wel bij tot de totale PCL-R score (Hare, 2006). Zoals te merken valt, komen de eerste drie factoren overeen met de factoren zoals vooropgesteld door Cooke en Michie (2001). De extra vierde factor bevat volgens Hare 5 PCL-R items die antisociaal of crimineel gedrag weerspiegelen (Neumann et al., 2005) PCL-R: betrouwbaarheid De PCL-R heeft een hoge betrouwbaarheid wanneer het afgenomen wordt door ervaren en getrainde onderzoekers of psychologen. Bij totaalscores, die het gemiddelde waren van twee beoordelingen, werden coëfficiënten van.91 en.93 gevonden (Hare, 2002). Onderzoek naar de generaliseerbaarheid van de PCL-R, als maatstaf voor de betrouwbaarheid, leverde bij een steekproef van 475 gedetineerden een generaliseerbaarheidscoëfficiënt van.82 op (Hare, 2002). Ondanks het feit dat de PCL- R een goede cross-culturele generaliseerbaarheid heeft, blijken er toch een aantal etnische en culturele verschillen in de manier waarop de kenmerken van psychopathie gemanifesteerd zijn (Hare, 2006) PCL-R: validiteit In verscheidene studies is de diagnose psychopathie duidelijk gerelateerd aan het zich niet houden aan een voorwaardelijke invrijheidsstelling of het mislukken van een proefverlof uit de gevangenis (Hare, 2002). De PCL-R diagnose psychopathie is eveneens een krachtige voorspeller van gewelddadig recidive en een redelijke voorspeller van algemeen recidive (Hare, 1999). Uit een recente meta-analyse van Hemphill en collega s blijkt dat in het 1 e jaar na vrijlating uit de gevangenis, psychopaten 3 keer meer kans hebben om te hervallen en 4 keer meer kans hebben om in hun gewelddadig gedrag te hervallen in vergelijking met andere overtreders (Hare, 1999). Een hoge score van de PCL-R hangt samen met meer 19

20 kans op het plegen van geweld (Hare, 2002). Uit een onderzoek van Harris en collega s (1991) bleek dat 77% van de psychopaten en 21 % van de niet-psychopaten opnieuw een misdrijf met geweld pleegden. Als besluit kunnen we stellen dat de predictieve validiteit van de PCL-R hoog is. 20

21 Hoofdstuk 2 2. PSYCHOPATHIE EN SUBTYPES 2.1 Verschillende inzichten Er heersen tal van theorieën over de conceptualisatie van psychopathie, meer bepaald over de conceptualisatie van primaire en secundaire psychopathie. De eerste theorieën beginnen bij Karpman (1941) en zijn tijdsgenoot Cleckley (1976). Hoewel Cleckley beweerde dat psychopaten gekenmerkt worden door een gebrek aan angst, suggereerde Karpman (1941) dat enkel primaire psychopaten een gebrek hebben aan angst (en andere hoog menselijke emoties), terwijl secundaire psychopaten intense angst kunnen ervaren, die geassocieerd is met een onderliggend conflict en karakterneurose. Hare daarentegen beschouwt psychopathie als een unitair construct, hij maakt geen onderscheid tussen subtypes van psychopathie (Skeem et al., 2007). Hij geeft een algemene beschrijving over wat psychopaten eigenlijk zijn. Volgens Hare (2003a) kan je psychopaten zien als gewetensloze individuen, spijt en wroeging staan niet in hun woordenboek geschreven. Ze lijken hun antisociale impulsen te kunnen inhiberen wanneer dit past in hun opzet. Het zijn vlotte praters en weten zich vaak in de meest benarde situaties te redden dankzij hun verbale vaardigheden. Ondanks hun verbale vloeiendheid bezitten hun woorden vaak geen enkele emotionele betekenis (Hare, 2003a). Dit werd door Cleckley (1941) benoemd als semantische afasie. Karpman Karpman s (1941, 1948) onderscheid tussen primaire en secundaire psychopathie was de aanzet voor opeenvolgende theorieën over de subtypes van psychopathie. Met andere woorden, de PCL-R identificeert een heterogene groep van psychopaten in plaats van een homogene groep (Skeem et al., 2007). Het werk van Karpman is gebaseerd op klinische observaties. Primaire en secundaire psychopathie zijn fenotypisch gelijk: kenmerkend voor beide vormen van psychopathie is het bedriegen, liegen, het oplichten van en geen rekening houden met anderen, het gebrek aan schuldgevoelens en het 21

22 vertonen van antisociaal gedrag (Poythress & Skeem, 2005; Karpman, 1948). Het verschil tussen de twee subtypes zit hem elders. De twee subtypes moeten onderscheiden worden op basis van hun etiologie en de motivatie van hun gedrag (Skeem et al., 2003). Bij primaire psychopathie merken we een affectief tekort, wat aangeboren is (erfelijke factor). Terwijl er bij de secundaire psychopathie een affectieve verstoring aanwezig is, gebaseerd op een vroeger sociaal leren (omgevingsfactor) (Poythress & Skeem, 2005). Secundaire psychopathie wordt door Karpman (1941) ook benoemd als een neurotische stoornis met antisociaal gedrag. De vijandigheid en ongevoeligheid van secundaire psychopaten kan begrepen worden als een emotionele aanpassing aan bijvoorbeeld kinderlijk misbruik, verwerping door de ouders, enzovoort (Skeem et al., 2007). In tegenstelling tot de primaire psychopaat die berekend, egoïstisch en onverschillig is, vertoont de secundaire psychopaat wel menselijke emoties zoals empathie, schuld of de wens om geaccepteerd te worden door anderen (Poythress & Skeem, 2005). Het geweten bij primaire psychopaten is afwezig, de secundaire psychopaten daarentegen bezitten wel een geweten, maar het functioneren ervan is verstoord door de intrusie van een sterke vijandigheid. We spreken hier eerder van een verstoord geweten (Skeem et al., 2003). De secundaire psychopaat is een heethoofd en eveneens de meest impulsieve van de twee subtypes (Skeem et al., 2003). De primaire psychopaat daarentegen is minder impulsief, hij plant bedachtzaam en heel nauwgezet zijn acties die hij onderneemt. Hij pleegt meer instrumentele delicten, in koelen bloede, met een bepaald doel in hoofd. De secundaire psychopaat pleegt vanwege die grote impulsiviteit een delict meestal in een reactie op uitdaging of bedreiging en laat zich ook vaak leiden door wraak- en haatgevoelens (Skeem et al., 2003). Centraal in de theorie van Karpman over het onderscheid tussen de twee subtypes van psychopathie staat de trek angst (Skeem et al., 2007). Net zoals Karpman, is Cleckley ervan overtuigd dat de primaire psychopaat gekenmerkt wordt door een uitgesproken gebrek aan angst. Terwijl de secundaire psychopaat vaak gekenmerkt worden door een neurotisch karakter en een zeer intense angst. De veronderstelling dat we psychopaten kunnen indelen in een hoog angstige 22

23 groep (secundaire psychopaat) en laag angstige groep (primaire psychopaat) geniet aanzienlijke empirische steun (Skeem et al., 2007). De PCL-R bevat geen directe meting van angst en de PCL-R scores zijn ook niet gecorreleerd met metingen van angst. Zodoende, de PCL-R identificeert geen hoog en laag angstige groepen van psychopaten (Skeem et al., 2007). Lykken Lykken (1995) maakt een onderscheid tussen twee types van ernstige antisociale aandoeningen: psychopathie en sociopathie. Hij veronderstelt dat psychopathie een biologische verworven stoornis is, geworteld in een gebrekkige angstrespons. Doorheen de ontwikkeling zijn psychopaten relatief ongevoelig voor angstconditionering, slagen ze er niet in om te leren van straf en ontwikkelen ze tot zelfbevredigende volwassenen met weinig of geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van hun daden (Hervé, 2007). Sociopathie omschrijft hij als een omgevingsgebaseerde adaptatie waarin antisociale gedragingen en attitudes nodig zijn om te overleven. Sociopaten zijn opgegroeid in achtergestelde milieus en voelen zich verstoten door het grootste deel van de samenleving, daardoor worden ze aangetrokken door antisociale groepen. Zij zullen net zoals de psychopaten weinig bezorgd zijn omtrent de gevolgen van hun acties (Hervé, 2007). David Lykken (1995) heeft voortgebouwd op de theorie van Karpman door zijn theorie te koppelen aan de Reward Sensitivity Theory van Gray (Gray, 1988; Poythress & Skeem, 2005). De twee centrale componenten van het model van Gray zijn het BIS systeem (Behavioral Inhibition System) en het BAS systeem (Behavioral Activation System) (Poythress & Skeem, 2005). Het BIS systeem is gevoelig voor signalen van straf, nieuwe dingen en het uitblijven van een beloning. Het BAS systeem daarentegen is gevoelig voor signalen van beloning en het niet gestraft worden (Ross et al., 2007). Het BIS systeem reguleert de gevoeligheid voor aversieve stimuli en is geassocieerd met angst. Het BAS systeem reguleert op zijn beurt de motivatie van een persoon om naar een doel te bewegen en is geassocieerd met impulsiviteit (Ross et al., 2007; Skeem et al., 2003). 23

24 Iemand met een grotere gevoeligheid voor het BAS systeem heeft een grotere vatbaarheid voor het ervaren van positieve gevoelens bij een mogelijke beloning. Het BAS systeem wordt door Gray in verband gebracht met een positieve stemming, ook wel Positief Affect genoemd (Skeem et al., 2003). De primaire psychopaten bezitten een onderactief BIS systeem, ze falen erin om anticipatorische angst te voelen, wat de meeste mensen inhibeert om een gedrag te stellen dat niet beloond of bestraft zal worden (Poythress & Skeem, 2005; Skeem et al., 2007). Secundaire psychopaten bezitten een overactief BAS systeem wat hen vaak tot impulsieve gedragingen en stressvolle situaties brengt. Wanneer men geconfronteerd wordt met beloningen die hen sterk genoeg aantrekken om hun angsten te overwinnen, zal men weinig vermijdingsgedrag vertonen (Poythress & Skeem, 2005; Skeem et al., 2007). Deze conceptualisatie is consistent met de bevinding van Karpman, namelijk dat secundaire (niet de primaire) psychopaten een negatief affect ervaren en vrij impulsief zijn (Poythress & Skeem, 2005). Kort samengevat, primaire psychopathie is dus differentieel geassocieerd met het BIS construct (relatief niet gecorreleerd met het BAS) en secundaire psychopathie is significant en differentieel geassocieerd met het BAS construct (Newman et al., 2005). Porter Net zoals Karpman, onderscheidt Stephen Porter (1996) de twee subtypes van psychopathie op basis van een verschillende etiologische oorsprong. Primaire (fundamentele, idiopathische) psychopathie wordt gekenmerkt door een congenitaal affectief gebrek, een gebrek aan empathie en aan een geweten. Primaire psychopathie beschouwt hij als een genotype dat gekenmerkt wordt door diepgewortelde deviante biologische processen, waarschijnlijk binnen het limbische systeem, wat elke emotionele ontwikkeling verhindert. Porter ziet deze fundamentele (primaire) psychopathie als een biologisch verworven stoornis (Hervé, 2007). Secundaire psychopathie beschouwt Porter als een fenotype met niet zozeer een aanleg voor psychopathie maar voor een posttraumatische stressreactie dat geactiveerd wordt in de kindertijd door één of andere traumatische gebeurtenis (Hervé, 2007). 24

25 Met andere woorden secundaire (pseudo-) psychopathie wordt gekarakteriseerd door een verworven omgevingsgebaseerde- affectieve verstoring. Die affectieve verstoring is vaak het gevolg van vroege traumatische ervaringen of fysiek/seksueel misbruik (Blackburn, et al., 2008; Skeem et al., 2003). Volgens Porter is psychopathie eerder een dissociatieve stoornis dan een neurose (Poythress & Skeem, 2005). A specific environmental insult (extreme physical or sexual abuse, or abandonment) leads to disillusionment and interferes with this individual s ability to form (or it formed, to sustain) significant interpersonal attachments based on positive affect. Although born with the capacity for empathic responding and positive attachments with others, this individual copes with trauma by dissociating, turning off, or deactivating his or her emotions. Thus the individual acquires features of psychopathy (i.e. shallow affect) and develops a lifestyle centered on self-promotion and self-interst (Poythress & Skeem, 2005, p. 174). Extreem seksueel misbruik of in de steek worden gelaten, zijn voorbeelden van gebeurtenissen die kunnen leiden tot ontgoocheling in en het niet meer vertrouwen van anderen en dat kan interfereren met de mogelijkheid van het individu om een goede hechting aan te gaan, gebaseerd op een positief affect (Skeem et al., 2003). De studies gebaseerd op de attachmenttheorie tonen aan dat, als de oorspronkelijke hechting voldoende veilig is, het subject een stevige basis heeft om een eventueel accidenteel trauma te verwerken. Een individu gaat met het trauma om door middel van dissociatie, dat wil zeggen, het individu schakelt zichzelf uit, is psychisch weg, het is bijvoorbeeld alsof hij/zij niet misbruikt wordt (Paul Verhaeghe, 2005). Uit een onderzoek blijkt dat kindermisbruik positief en direct geassocieerd is met psychopathie (PCL-R Totaalscore) en de dissociatieve symptomen mediëren gedeeltelijk deze relatie. Kindermisbruik is positief en direct geassocieerd met gedragskenmerken van psychopathie, zoals impulsief en onverantwoordelijk gedrag. Deze associatie was gedeeltelijk gemedieerd door dissociatieve ervaringen. Kindermisbruik was niet gerelateerd aan interpersoonlijke kenmerken van psychopathie zoals een arrogant en bedrieglijk gedrag (Poythress & Skeem, 2005). Ook al zijn deze resultaten consistent met de theorie van Porter, toch is er nog meer toekomstig onderzoek nodig om vaste conclusies te kunnen trekken. De effecten uit 25

26 laatst genoemde studies zijn eveneens klein en de metingen van kindermisbruik zijn gebaseerd op retrospectieve vragenlijsten, wat kan zorgen voor een recall bias (Poythress & Skeem, 2005). Andere studies tonen aan dat trauma s in de kindertijd belangrijk zijn voor het ontwikkelen van psychopathie in de volwassenheid (Forth & Burke, 1998). Uit resultaten van Harris, Rice en Lalumiere blijkt dat een inadequate en antisociale opvoeding van de ouders gerelateerd is aan psychopathie in de volwassenheid (Hervé, 2007). Steadman en collega s (2000) stellen vast dat volwassen psychopaten met een verleden van seksueel kindermisbruik een groter risico hebben om later gewelddadig gedrag te vertonen in tegenstelling tot zij zonder dergelijk verleden. Mealey Mealey (1995) ontwierp een sociobiologische evolutionaire theorie over primaire (idiopathische) en secundaire (pseudo) sociopathie (of psychopathie) (Hervé, 2007). Primaire psychopaten hebben een bepaald (aangeboren) temperament, een arousalpatroon dat hen vatbaar maakt voor het niet adequaat reageren op cues uit de omgeving die belangrijk zijn voor de sociale omgang en een morele ontwikkeling. Het gedrag dat ze stellen is afgestemd op een voorafgaande kosten-batenanalyse, waarbij ze geen rekening houden met de mogelijke emotionele reacties van anderen (Hervé, 2007; Skeem et al., 2003). Het intellect van de primaire psychopaat is onaangetast en ze hebben doorgaans een normale cognitieve ontwikkeling, maar er is een gebrek aan emotionele diepgang. Bijgevolg zijn hun cognities louter instrumenteel en dienen ze enkel hun eigen noden (Hervé, 2007). De secundaire psychopaat heeft een normale cognitieve en emotionele ontwikkeling, maar vaak zijn ze door hun moeilijke kindertijd sociaal en academisch achtergesteld in vergelijking met leeftijdsgenoten (Hervé, 2007). Omdat primaire psychopaten een bepaald genetisch mechanisme hebben, wat hen ertoe leidt om dergelijk listig gedrag te stellen, vormen zij een kleine niet te veranderen groep. Secundaire psychopaten daarentegen hebben een bepaald mechanisme dat minder genetisch beïnvloedt is, de invloed van de omgevingsfactoren speelt de grootste rol. Ze vormen een veranderlijke groep van psychopaten, omwille van de rol van die sterke omgevingscomponent (Skeem et al., 2003). 26

27 Secundaire psychopaten ervaren sociale emoties maar ze volgen een bepaalde levensstijl wat vaak antisociaal gedrag met zich meebrengt, maar men gedraagt zich daarom niet noodzakelijk emotieloos (Skeem et al., 2003). Hun antisociaal gedrag vloeit voornamelijk voort uit bepaalde levenservaringen of door bepaalde omgevingsfactoren (bv. een lage sociaal economische status, familiegeweld,... ). Het ondervinden van deze nadelen zal ervoor zorgen dat men zich zal aansluiten bij groepen waarbij men zich niet benadeeld maar evenwaardig voelt. Ze zullen vaak kiezen voor een groep bestaande uit antisociale leeftijdsgenoten waarin ze succes kunnen boeken en zich kunnen bewijzen (Hervé, 2007; Skeem et al., 2003). Mealey speculeerde dat wanneer de primaire psychopaat hoog scoort op de PCL-R factor 1 (interpersoonlijke, affectieve factor) en wisselend op PCL-R factor 2 (levensstijl, antisociaal gedrag), de secundaire psychopaat enkel hoog zal scoren op PCL-R factor 2. Dit veronderstelt dat de secundaire psychopaat eerder een antisociale dan een psychopathische persoonlijkheid vertoont (Hervé, 2007; Mealey, 1995). Mealey veronderstelt dan secundaire psychopaten vaak uit lagere sociale klassen komen, terwijl psychopaten uit hogere sociale klassen eerder primaire psychopaten zijn. Als besluit stelt Mealey dat het verminderen van de sociale stratificatie, een vroege interventie en sociale steun bij risicokinderen een belangrijke vorm van preventie is bij secundaire psychopathie (Skeem et al., 2003). Blackburn Volgens Blackburn (1998) is het belangrijkste verschil tussen primaire en secundaire psychopaten gelegen in de terugtrekkingsgraad. Blackburn omschreef de secundaire pscyhopaten als overwegend borderline persoonlijkheden (Poythress & Skeem, 2005). Op basis van een clusteranalyse van MMPI profielen van forensische patiënten, beschrijft Blackburn een 4 factoren structuur van mentaal gestoorde misdadigers. Waaronder twee factoren gelabeld worden als primaire en secundaire psychopaten (Poythress & Skeem, 2005). Het belangrijkste onderscheid tussen deze twee subtypes betreft de mate van het stellen van een teruggetrokken gedrag. Beide subtypes delen verscheidene trekken van Belligerence (vijandigheid, agressiviteit, impulsief gedrag). De primaire psychopaat is eerder dominant, extravert, zelfzeker en heeft weinig angstgevoelens. In tegenstelling 27

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN Beheersing van emoties en gedrag Rechten van anderen Conflict met maatschappelijke normen en waarden Indeling Gedragsstoornissen in DSM 5 Oppositioneel-Opstandige Stoornis

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een duurzaam patroon van egocentrisme, impulsiviteit en agressiviteit.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/54850 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Zwaanswijk, W. Title: Psychopathy in 3D : using three dimensions to model psychopathic

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Schema Therapie bij patiënten met een hoge mate van psychopathie. Wiley-Blackwell. Teun Bus GZ-psycholoog/Psychotherapeut

Schema Therapie bij patiënten met een hoge mate van psychopathie. Wiley-Blackwell. Teun Bus GZ-psycholoog/Psychotherapeut ANTISOCIALE PROBLEMATIEK: ER IS MEER MOGELIJK DAN U DENKT s Hertogenbosch -Rosmalen 4 december 2015 Schema Therapie bij patiënten met een hoge mate van psychopathie Wiley-Blackwell Teun Bus GZ-psycholoog/Psychotherapeut

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Screening Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 20 INLEIDING De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ, een dimensionale

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014 Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische stoornissen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische sen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,

Nadere informatie

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek

Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Het verband tussen de PCL-R Score, Index-Delict, en Incidenten in de TBSkliniek Kim Broeders (ANR:737406) Begeleider: J.J. Sijtsema Datum: 23-12-2013 Bachelorthesis Forensische Psychologie, Tilburg University

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF

3/12/2009 PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN. ITEMS PCL-R (Hare, 2001) PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN DIMENSIONEEL PERSPECTIEF PSYCHOPATISCHE TREKKEN BIJ JONGEREN: EEN MIEKE DECUYPER UNIVERSITEIT GENT PSYCHOPATHIE BIJ VOLWASSENEN Definiërende kenmerken PSYCHOPATHIE: - gedragsmatig: impulsief, vaak risico s nemen, betrokken in

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Minor Jeugdhulp Specialist. Les 37: Seksueel misbruik

Minor Jeugdhulp Specialist. Les 37: Seksueel misbruik Minor Jeugdhulp Specialist Les 37: Seksueel misbruik Doelen Student heeft een beeld van het ontstaan van seksueel misbruik. Student heeft beeld in stand houdende factoren seksueel misbruik Student heeft

Nadere informatie

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012

MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 Moeilijke mensen, ze zijn overal. In je huis, in je buurt, op je

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral development and juvenile sex offending van Vugt, E.S. Link to publication Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and

Nadere informatie

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit DAPP-BQ Standaard Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 4589-17 Datum 05.11.2014 DAPP-BQ Inleiding 2 / 21 INLEIDING De DAPP-BQ is een dimensionale vragenlijst voor persoonlijkheidsstoornissen.

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling 2. Gevolgen van kindermishandeling voor kind en omgeving De emotionele, lichamelijke en intellectuele ontwikkeling van een kind berust op genetische mogelijkheden

Nadere informatie

Borderline, waar ligt de grens?

Borderline, waar ligt de grens? Borderline, waar ligt de grens? Themadag georganiseerd door Friese werkgroep Labyrinth-In Perspectief 23 november 2002 Programma 10.00 10.15 10.20 11.00 11.15 11.45 12.15 13.00 14.00 15.00 Ontvangst met

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

De JES studie: effecten van huiselijk geweld op de ontwikkeling van kinderen.

De JES studie: effecten van huiselijk geweld op de ontwikkeling van kinderen. De JES studie: effecten van huiselijk geweld op de ontwikkeling van kinderen. 1 Symposium Krachtige Kinderen in de opvang. Driebergen, 29 oktober 2012 Mirjam Wouda, kinder- en jeugdpsychiater Mutsaersstichting

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Dutch summary Chapter 7 Het concept psychopathie duidt op een complexe problematiek met patholologische afwijkingen op affectief, interpersoonlijk en gedragsmatig gebied. Psychopaten worden beschreven

Nadere informatie

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET BORDERLINE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS IN DE WERKSITUATIE Inzicht, herkennen, handelen Gemiddeld één op de

Nadere informatie

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET

TOOLKIT ROUW EN VERDRIET TOOLKIT ROUW EN VERDRIET ALS JE IEMAND DICHTBIJ VERLIEST. Rouwen: een werkwoord waarvan je de betekenis pas leert kennen als je voor het eerst iemand verliest die veel voor jou betekende. Misschien wil

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN

TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN TO PCL-R OR NOT TO PCL-R? DE PSYCHODIAGNOSTIEK VAN PSYCHOPATHIE ONDER DE LOEP GENOMEN Kasia Uzieblo Thomas More UGent 1 OVERZICHT 1. PCL-R psychopathie 2. De PCL-R in de praktijk 3. Het PCL-R stigma 4.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Hilde Niehoff. Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek

Hilde Niehoff. Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek Hilde Niehoff Behandelaanbod Trajectum Hoeve Boschoord voor cliënten met agressie problematiek 1 Behandelprogramma agressie van wetenschap naar praktijk Specialisatie agressieproblematiek De specialisatie

Nadere informatie

Terrorisme en dan verder

Terrorisme en dan verder Terrorisme en dan verder Hoe kunt u omgaan met de gevolgen van een aanslag? - Ga zo veel mogelijk door met uw normale dagelijkse activiteiten. Dat geeft u het gevoel dat u de baas bent over de situatie.

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 255-83 Datum 23.06.2015 Zelfrapportageversie 3 / 12 INTERPRETATIE De BRIEF-A is binnen het diagnostisch proces te gebruiken als onderdeel

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

Het empathiequotiënt (eq)

Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (EQ) versie voor volwassenen Hoe moet deze vragenlijst ingevuld worden? In deze vragenlijst staan een aantal stellingen opgesomd. Lees elke stelling aandachtig

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van

Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van 1 Bedwing je dwang Children s Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS) Algemene instructies Deze vragenlijst is ontwikkeld om de ernst en de aard van de symptomen van patiënten met een obsessieve-compulsieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

Dr. Greta Noordenbos, Klinische Psychologie, Universiteit Leiden

Dr. Greta Noordenbos, Klinische Psychologie, Universiteit Leiden Na een vlotgeschreven en informatief eerste hoofdstuk van Els Verheyen waarin de belangrijkste kenmerken, gevolgen en behandelingen van eetstoornissen worden behandeld, gaat Karolien Selhorst uitvoerig

Nadere informatie

Ik wil dood suïcidaliteit

Ik wil dood suïcidaliteit Ik wil dood suïcidaliteit bij jongeren Mark De Bock Anneleen Franssens Annelies Kog Klinisch psychologen en orthopedagogen, psychotherapeuten UKJA Waar of niet waar? De meeste zelfmoorden gebeuren impulsief

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Diagnostische bronnen

Diagnostische bronnen Diagnostische bronnen Testinformatie MMPI-2 Observatie Testattitude Validiteit Inhoudschalen Empirische schalen HL-schalen, suppl. Schalen Kritieke items Klinische informatie Anamnese Biografie Somatiek

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

YPI Versie 3.0. Instructie

YPI Versie 3.0. Instructie YPI Versie 3.0 Instructie Deze vragenlijst bestaat uit een aantal beweringen die gaan over hoe jij denkt en voelt over verschillende onderwerpen. Lees elke bewering goed door en bepaal hoe goed de bewering

Nadere informatie

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen

Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten

Nadere informatie

Dierenmishandeling in gezinnen

Dierenmishandeling in gezinnen Dierenmishandeling in gezinnen Prof.dr. Marie-Jose Enders-Slegers, Leerstoel Antrozoologie, Faculteit Psychologie Stichting Cirkel van Geweld, Werkgroep Dierenpleegzorg marie-jose.enders@ou.nl Link - letter

Nadere informatie

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste

Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Eerste druk, 2014 2014 Emelie van Laar isbn: 9789048434497 nur: 775 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie

Jenny Houtepen, Jelle Sijtsema & Stefan Bogaerts. Universiteit van Tilburg, B-CCENTRE

Jenny Houtepen, Jelle Sijtsema & Stefan Bogaerts. Universiteit van Tilburg, B-CCENTRE Jenny Houtepen, Jelle Sijtsema & Stefan Bogaerts Universiteit van Tilburg, B-CCENTRE DSM-IV-TR: Gedurende een periode van ten minste zes maanden recidiverende intense seksueel opwindende fantasieën, seksuele

Nadere informatie

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s) A. Ouderfactoren: gegeven het feit dat de interventies van de gezinscoach en de nazorgwerker gericht zijn op gedragsverandering van de gezinsleden, is het zinvol om de factoren te herkennen die (mede)

Nadere informatie

Voorkómen van huiselijk geweld

Voorkómen van huiselijk geweld Voorkómen van huiselijk geweld hoe profiteren we van wetenschappelijke kennis? Nico van Oosten senior adviseur Huiselijk en Seksueel Geweld Movisie There is nothing more practical than a good theory (Kurt

Nadere informatie

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef

Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en

Nadere informatie

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT) Wat is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis Kenmerken: krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden.

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis

Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis Opdracht Levensbeschouwing hechtingstoornis Opdracht door Tim 1220 woorden 23 februari 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Perspectief Micro, Meso, Macro niveau. Inleiding: Beste lezer,

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS PATIËNTENINFORMATIE ALGEMEEN Wat is een persoonlijkheidsstoornis? Ieder mens heeft een persoonlijkheid. Een persoonlijkheid is de optelsom van hoe u als persoon bent, hoe u zich

Nadere informatie

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst SIPP persoonlijkheidsvragenlijst Deze vragenlijst bestaat uit een aantal stellingen. Deze stellingen hebben betrekking op de laatste 3 maanden. Door per stelling aan te geven in hoeverre u het hier bent,

Nadere informatie

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als

Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als 1 Temperament van het kind en (adoptie)ouderschap Sara Casalin Ouders gebruiken voor het temperament van hun kind(eren) spontaan woorden als verlegen, blij, impulsief, zenuwachtig, druk, moeilijk, koppig,

Nadere informatie

Emotionele Balans. Een aantal psychologische stromingen onderscheiden tot wel acht basis of kern emoties.

Emotionele Balans. Een aantal psychologische stromingen onderscheiden tot wel acht basis of kern emoties. Emotionele Balans Werken met kern emoties in hulpverlenings en coaching processen Achtergrond informatie 1 Als het hulpverlenings proces zich richt op gevoelens, zijn het vaak niet de eigenlijke gevoelens

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

ZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF

ZELFCONTROLE OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP ZELFCONTROLE. JONGENS en MEISJES. REACTIEF en PROACTIEF ZELFCONTROLE Een sociaal cognitief interventieprogramma voor kinderen met agressief en oppositioneel gedrag Teun van Manen, De Heel Zaans Medisch Centrum SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIE PROGRAMMA blijkt

Nadere informatie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie 1445-1615 Verschillende vormen van (chronisch) suïcidaal gedrag Suicidale Phenotypen 1. reactief,

Nadere informatie

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief

De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief De samenhang tussen psychopathie en de aard van het indexdelict: instrumenteel en reactief Door: Hannah Welbedacht Datum: 21 12 2011 Klinische Forensische Psychologie UvA begeleider: Sabine van Linden

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

Methodiek EQUIP Kòrsou

Methodiek EQUIP Kòrsou De methodiek wordt in het Papiaments, Nederlands en Engels aangeboden. Naast het geven van onderwijs hebben scholen ook een opvoedende rol. Een zware taak in deze maatschappij, waar hoge eisen worden gesteld

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013 Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013 Het komt overal voor Agenda at is de persoonlijkheid anneer spreken we over een stoornis at betekent dit voor ons als arts? Persoonlijkheidstrekken

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking

Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking 1 Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking Onbestaanbaar waar. We kunnen en willen het niet geloven. Tegelijkertijd willen we helpen; maar hoe? Hoe voorkom je de impasse waarin iedereen

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie