Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid Beste zorg bij borstkanker. CZ juni 2015, definitief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016. Beste zorg bij borstkanker. CZ juni 2015, definitief"

Transcriptie

1 Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016 Beste zorg bij borstkanker CZ juni 2015, definitief

2 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling Selectieve inkoop en regiovisie Selectieve inkoop en startende centra, ZBC's en Belgische ziekenhuizen Algemeen kader selectief inkoopbeleid Categorie-indeling selectief inkoopbeleid Ontwikkelingen in kwaliteitsinformatie borstkankerzorg Aankondiging CZ om minimum volumenorm volgend jaar te verhogen naar CZ houdt balans tussen NBCA-indicatoren en volume gelijk aan vorig jaar Indicatoren en selectie Deelname aan NABON-registratie (NBCA) Aantal nieuwe patiënten en primaire operaties per behandellocatie Percentage patiënten dat besproken is in een multidisciplinair team (MDO) en bij wie een digitaal verslag beschikbaar is Tenminste twee gecertificeerde NVCO-chirurgen Tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen BI-RADS eindcategorie in radiologische verslaglegging Volledige pathologie verslaglegging Wachttijden Irradicaliteit Percentage patiënten dat radiotherapie krijgt bij lokaal uitgebreide tumor (exclusief T3N0) waarvoor ablatio mamma Schildwachtklierprocedure Samenvatting indicatoren en weging Niet meegenomen indicatoren en vervallen indicatoren Dynamisch model Volume Overige zorginhoudelijke indicatoren Doorontwikkeling Minimumnorm verhogen naar Aantal directe borstreconstructies bij DCIS en invasief mammacarcinoom Bronnen Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

3 1 Toelichting selectief inkoopbeleid CZ doet alles voor betere zorg. Het goed, betaalbaar en beschikbaar houden van de Nederlandse zorg zien wij als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Waarbij we in het bijzonder het verschil willen maken voor onze verzekerden. We geloven met heel ons hart dat het beter kan en zetten ons daarom in voor het realiseren van de best mogelijke zorg voor onze verzekerden. CZ heeft voor haar inkoopbeleid in 2016 de prestaties van vier aandoeningen getoetst: bariatrische chirurgie, borstkanker, infectieprothesiologie en schisis. In dit document vertelt CZ alles over ons selectieve inkoopmodel 2016 voor de behandeling van infectieprothesiologie. Alleen ziekenhuizen die voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ krijgen een contract voor de desbetreffende ingreep. Door selectief in te kopen probeert CZ bij (complexe) medisch specialistische zorg te sturen op spreiding en concentratie daarvan, zodat niet ieder ziekenhuis alle complexe gespecialiseerde zorg aanbiedt. Hierdoor kunnen ziekenhuizen zich toeleggen op waar ze goed in zijn en behandelingen afstoten waar andere ziekenhuizen beter in zijn. Door te sturen op kwaliteit wordt de zorg beter en houden we die betaalbaar. In dit inleidende hoofdstuk 1 leest u over de algemene ontwikkelingen in ons selectieve inkoopbeleid. Hoofdstuk 2 gaat in op de behandeling van geïnfecteerde gewrichtsprothesen. Een toelichting op het model en de gebruikte indicatoren vindt u in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 vindt u een toelichting op de wel onderzochte, maar uiteindelijk niet meegenomen normen per categorie. In hoofdstuk 5 staat hoe CZ omgaat met nieuwe prestaties en gegevens gedurende het jaar. En u leest hoe CZ het selectieve inkoopbeleid in de toekomst nog verder wil ontwikkelen. 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling Sinds het eerste initiatief van CZ in 2010 om borstkankerzorg op basis van kwaliteitsnormen selectief in te kopen is er veel gebeurd. Enerzijds heeft de ontwikkeling van normen van de beroepsgroep een versnelling doorgemaakt en anderzijds wordt de inkoop op de minimumnormen van de beroepsgroep landelijk vormgegeven op het niveau van Zorgverzekeraars Nederland. De zorgverzekeraars hebben onderling afgesproken dat er geen zorg wordt ingekocht die niet voldoet aan de minimumnormen (zie: Deze positieve ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het verder verbeteren van de kwaliteit van zorg in Nederland. Waar nodig wil CZ, bij voorkeur samen met de wetenschappelijke verenigingen, patiëntenorganisaties en andere zorgverzekeraars, blijven bouwen aan transparantie in de zorg en zorginkoop op basis van kwaliteitsinformatie. CZ kiest er bij een aantal aandoeningen voor om de lat hoger te leggen. Dit doen we alleen als we zien dat er extra kwaliteitsverbetering mogelijk en nodig is. Dit betekent dat CZ jaarlijks evalueert en opnieuw beoordeelt voor welke aandoeningen/behandelingen aanvullend selectief inkoopbeleid wenselijk is en op welke manier. Als de landelijke afspraken over de minimum kwaliteitsnormen de kwaliteitsverbeteringen voldoende stimuleren, zal CZ geen aanvullend selectief inkoopbeleid voeren. Wij blijven wel de kwaliteitsindicatoren tonen op onze website zodat deze informatie voor onze verzekerden transparant blijft. CZ ontwikkelt wel aanvullend selectief inkoopbeleid als wij concluderen dat, er bovenop de minimum kwaliteitsnormen, inhoudelijke kwaliteitsverbetering mogelijk is 3 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

4 1.2 Selectieve inkoop en regiovisie Door de opeenstapeling van normen voor verschillende aandoeningen ontstaat de noodzaak de consequenties daarvan te plaatsen in het groter geheel. Daarom kijken we of en hoe we het zorglandschap het beste kunnen ordenen. CZ vindt het belangrijk dit per regio te doen met een blik op de korte of middellange termijn (met een operationalisering uiterlijk in ). CZ is daarom bezig regiovisies te ontwikkelen waarbinnen deze huidige ontwikkelingen een plek krijgen. Deze regiovisies vormen de basis om met alle betrokken partijen in gesprek te gaan en gezamenlijk stappen te zetten in een verdere optimalisatie van de (medisch specialistische) zorg. 1.3 Selectieve inkoop en startende centra, ZBC's en Belgische ziekenhuizen Startende centra Nieuwe startende centra kunnen bij CZ vragen om een contract. Na het verstrekken van de informatie die wij nodig hebben, beoordelen wij de aanvraag. Als eerste toetst CZ of het contracteren van een nieuw centrum wenselijk of noodzakelijk is uit oogpunt van toegankelijkheid van de doelgroep. Als wij deze meerwaarde zien, doen wij daarna de kwaliteitstoets op basis van het verantwoordingsdocument. Wij hebben hiervoor o.a. antwoorden op onze vragenlijst selectieve inkoop nodig en mogelijk nog wat aanvullende informatie. Vaak kan een startend centrum (nog) niet direct voldoen aan alle gestelde criteria. In dat geval, maken we individuele afspraken met het startend centrum om (gefaseerd) te gaan voldoen aan de kwaliteitscriteria. Ook maken we afspraken over het tijdpad en mogelijk over aanvullende criteria. Uiteraard zal het centrum wel al meteen aan een aantal minimale kwaliteitscriteria moeten voldoen. Dit zijn met name een aantal proces- en structuurcriteria. Hierbij gaat het dan om een "voorlopige toelating" waarbij onder voorwaarden binnen een bepaalde tijd aan de kwaliteitseisen dient te worden voldaan. Niet gecontracteerde centra in 2015 CZ benadert voor de kwaliteitsuitvraag 2016 alleen ziekenhuizen die in 2015 een contract met ons hebben voor de behandeling van deze aandoening. Mocht u van mening zijn dat u om gegronde redenen toch in aanmerking komt voor een contract in 2016, dan kunt u contact met ons opnemen. Wij hebben dan informatie van u nodig om uw aanvraag goed te kunnen beoordelen. Een eerste toets is of CZ het wenselijk en noodzakelijk vindt om te contracteren uit oogpunt van toegankelijkheid voor de doelgroep. Als CZ die meerwaarde ziet, doen we de kwaliteitstoets op basis van het verantwoordingsdocument. Wij hebben dan onder meer antwoorden van u nodig op onze vragenlijst selectieve inkoop en wellicht nog wat aanvullende informatie. ZBC's Voor zelfstandige behandelcentra (ZBC's) geldt dat afhankelijk van de aandoening en de beschikbare kwaliteitsinformatie, wordt bepaald of deze wel of niet in het selectief inkoopbeleid worden betrokken. Belgische ziekenhuizen Een deel van de minimale kwaliteitscriteria is tevens uitgevraagd bij de door CZ gecontracteerde Belgische ziekenhuizen die vorig jaar ook voldeden aan de minimale kwaliteitseisen. De NBCA indicatoren zijn voor Belgische ziekenhuizen niet beschikbaar en daardoor niet vergelijkbaar met de Nederlandse kwaliteitsinformatie. Op basis van de beschikbare structuur- en procesindicatoren wordt gekeken of vergelijkbare normen kunnen worden gesteld waardoor deze ziekenhuizen al dan niet 4 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

5 gecontracteerd kunnen worden voor borstkankerzorg. Hierbij geldt wel dat CZ oncologiepatiënten bij voorkeur niet verwijst naar het buitenland. 1.4 Algemeen kader selectief inkoopbeleid Het selectief inkoopbeleid van CZ betreft een generiek model, in principe bedoeld voor alle zorg die zich voor selectieve inkoop leent. Het generieke model is in eerste instantie uitgewerkt voor de ziekenhuiszorg op aandoeningsniveau en is in 2015 voor het eerst toegepast in de GGZ. Voor elk van de door CZ geselecteerde aandoeningen worden de prestaties van de ziekenhuizen gewaardeerd op basis van: 1. kwaliteitsinformatie (waaronder volumenormen en andere kwaliteitsindicatoren); 2. waar beschikbaar, en toepasbaar, wachttijd informatie; 3. waar beschikbaar, en toepasbaar, patiëntervaringen. Indicatoren die niet met bestaande registraties worden uitgevraagd, maar wel cruciaal zijn voor het selectief inkoopbeleid, worden opgenomen in een vragenlijst die rechtstreeks bij het ziekenhuis wordt uitgezet. Alle scores op de gebruikte indicatoren worden geverifieerd door de ziekenhuizen in een hoor/wederhoorprocedure. Tenslotte presenteren wij de resultaten van het selectieve inkoopbeleid voor onze verzekerden. Het is cruciaal dat CZ dan van de juistheid en de volledigheid van de aangeleverde informatie uit kan gaan. Daarom wordt het ziekenhuis gevraagd om middels een bestuursverklaring te bevestigen dat de aangeleverde informatie naar waarheid is ingevuld. Dit betekent ook dat als CZ op enig moment tot de vaststelling komt dat de aangeleverde gegevens niet juist blijken te zijn, CZ hier nadere consequenties aan kan verbinden ten aanzien van de contractering van het ziekenhuis. 1.5 Categorie-indeling selectief inkoopbeleid Het bovenstaande proces leidt uiteindelijk tot een categorie-indeling. Per aandoening wordt specifiek beoordeeld op welke wijze de categorie-indeling bijdraagt aan de gewenste kwaliteitsimpuls. Voor de zorginkoop 2016 kent CZ vier mogelijke varianten: Tweedeling: categorie voldoet en categorie voldoet niet. Driedeling: categorie beste zorg, categorie goede zorg en categorie voldoet niet. Vierdeling: categorie beste zorg, categorie goede zorg, categorie kan beter en categorie voldoet niet. Vijfdeling: categorie beste zorg, categorie zeer goede zorg, categorie goede zorg, categorie kan beter en categorie voldoet niet. Voor de in dit verantwoordingsdocument betreffende aandoening (borstkanker) wordt een vijfdeling gehanteerd: Categorie 1: Beste zorg Ziekenhuizen die volgens de kwaliteitskaders van CZ voor deze zorg als beste scoren, worden als voorkeursziekenhuis bestempeld: deze 'beste' ziekenhuizen op het gebied van de gekozen aandoening, worden aanbevolen door CZ. Categorie 2: Zeer goede zorg Ziekenhuizen die volgens de kwaliteitskaders van CZ voor deze zorg als beste scoren op de kwaliteitsindicatoren en de verbetersignalen, maar niet voldoen aan de volumenorm. Categorie 3: Goede zorg 5 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

6 Ziekenhuizen die volgens de kwaliteitskaders van CZ voor deze zorg goed scoren worden als 'goed' bestempeld in de keuze-ondersteunende informatie van CZ. Categorie 4: Kan beter Ziekenhuizen waar volgens de kwaliteitskaders van CZ voor deze zorg de randvoorwaarden voor goede zorg (nog) niet optimaal zijn. Dit wordt in de keuze-ondersteunende informatie van CZ aangegeven. Categorie 5: Voldoet niet aan minimale kwaliteitsnormen van CZ Ziekenhuizen die volgens de kwaliteitskaders van CZ te ver achterblijven bij de CZ normen voor goede zorg. Deze ziekenhuizen worden door CZ niet meer voor deze zorg gecontracteerd. Ziekenhuizen die aangeven de desbetreffende behandeling niet (meer) uit te voeren, worden niet in de lijst opgenomen. 6 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

7 2 Ontwikkelingen in kwaliteitsinformatie borstkankerzorg 2.1 Aankondiging CZ om minimum volumenorm volgend jaar te verhogen naar 75 Uit recent onderzoek VIII blijkt dat de minimumgrens voor aantal operaties per ziekenhuis ligt bij 75 operaties per jaar. In dit onderzoek is de grens gelegd bij < 75 operatie, 75-99, , en >200. Bij de ziekenhuizen met minder dan 75 operaties per jaar bedroeg de 10-jaarsoverleving beduidend minder dan in de andere cohorten. Derhalve zal CZ volgend jaar de minimumnorm verhogen naar 75 operaties per jaar per ziekenhuis. 2.2 CZ houdt balans tussen NBCA-indicatoren en volume gelijk aan vorig jaar Toen CZ eind 2010 begon met het selectief inkopen van borstkankerzorg, was er beperkte kwaliteitsinformatie beschikbaar. Bij gebrek aan uitkomstindicatoren is een selectief inkoopmodel samengesteld uit volume-, structuur- en procesindicatoren. In de literatuur worden deze indicatoren onderbouwd als voorspeller (proxy) van kwaliteit van zorg. Nu lijkt met de set NBCA-indicatoren de eerste stap richting uitkomst te zijn gezet. Gezien de grote hoeveelheid betekenisvolle kwaliteitsinformatie en de goede bruikbaarheid hiervan om onderscheid tussen ziekenhuizen te maken, heeft CZ besloten om net als vorig jaar een combinatie te hanteren van volume en kwaliteitsindicatoren. Dat betekent het volgende: De minimum volumenorm van 70 operaties per jaar per behandellocatie blijft net als in 2015 ook in 2016 bepalend om voor een contract in aanmerking te komen. Met ingang van 2017 is verhoging van de volumenorm naar 75 voorzien. De volumenorm van 150 nieuwe borstkankerpatiënten per jaar per behandellocatie blijft gehanteerd worden als onderscheidend criterium tussen categorie 4 (kan beter) en categorie 3 (goede zorg) en tussen categorie 1 (beste zorg en categorie 2 (zeer goede zorg). Een deel van de kwaliteitsindicatoren (NBCA) gaat CZ gebruiken als zogenaamde verbetersignalen. 7 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

8 3 Indicatoren en selectie De ziekenhuizen worden ingedeeld in vijf categorieën. De indeling wordt bepaald door de totale 'pool' van ziekenhuizen steeds tegen het licht te houden en op één volgend te toetsen aan de hieronder genoemde indicatoren. Gevolg hiervan is dat er (bijna per definitie) bij elk criterium een aantal ziekenhuizen afvalt en dus niet meer meedingt naar een plek in de hoogste categorie: beste zorg. Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren, waarin dit beleid inhoudelijk is bediscussieerd, zijn aandachtspunten voor de vijfde update naar voren gekomen. Ook gesprekken met de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN) en de nieuwe eisen van BVN voor het borstkankerlintje hebben mede bepaald welke indicatoren volgens CZ van belang zijn bij de indeling van ziekenhuizen m.b.t. de zorg rondom borstkanker. Maar de grootste invloed hebben de beschikbare NBCA-indicatoren gehad. Een belangrijke ontwikkeling waarbij een grote stap wordt gezet in de richting van kwaliteits- en uitkomstindicatoren. Selectie van kwaliteitsindicatoren Dit jaar heeft CZ wederom geen eigen uitvraag gedaan om data over de borstkankerzorg te verzamelen. Er kon gebruik worden gemaakt van de data die via ZN, SONCOS en de NBCA beschikbaar kwamen en daarmee is een grote hoeveelheid indicatoren op ziekenhuisniveau transparant gemaakt. CZ heeft dezelfde indicatoren geselecteerd als vorig jaar die onderscheidend zijn tussen ziekenhuizen en een relatie hebben met de kwaliteit van zorg. Niet altijd is het mogelijk om per indicator al aan te geven wat deze precies zegt over de kwaliteit van de borstkankerzorg, omdat niet van alle indicatoren al normen beschikbaar zijn. Indicatoren waarvan normen bekend zijn en indicatoren die naar de mening van CZ een indicatie geven over de kwaliteit van de zorg gaat CZ gebruiken bij de selectieve inkoop Om de beste zorg te kunnen onderscheiden is uit al deze indicatoren een selectie gemaakt: Zeven randvoorwaarden en twee kwaliteitsindicatoren bepalen of het ziekenhuis voldoet aan de minimale kwaliteitsnorm van CZ. Vier kwaliteitsindicatoren (waaronder ook een volumenorm) bepalen het onderscheid tussen de categorieën beste zorg, zeer goede zorg, goede zorg en kan beter. Negen indicatoren zijn benoemd die extra aandacht verdienen van de ziekenhuizen. Deze worden in het model middels verbetersignalen weergegeven. Deze mix van verbetersignalen bepaalt het onderscheid tussen enerzijds beste zorg en zeer goede zorg en anderzijds goede zorg en kan beter. Inkoopgesprekken Per ziekenhuis brengt CZ de verbetersignalen in beeld. Bij haar inkoopgesprekken zal met de ziekenhuizen hierover verbeterafspraken gemaakt worden. Ook indicatoren waarvan de score minder goed te duiden is, maar die om een toelichting vragen zullen daarbij worden meegenomen. Ook met de radiotherapeutische centra zullen bij de contractering afspraken over wachttijden gemaakt worden. Wanneer ziekenhuizen onvoldoende verbeterpotentieel hebben kan dit in de toekomst consequenties hebben voor de contractering. Samenwerkende ziekenhuizen en ziekenhuizen met meerdere locaties 8 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

9 Sommige ziekenhuizen kennen meerdere locaties waar behandelingen plaatsvinden, of zij gaan samenwerkingsafspraken aan met andere ziekenhuizen voor bepaalde behandelingen. Als een ziekenhuis op alle locaties de behandelingen waarvoor CZ een selectief inkoopbeleid hanteert, wil blijven uitvoeren, of op de locatie(s) van de samenwerkende ziekenhuizen wil blijven uitvoeren, stelt CZ steeds dezelfde eisen aan al deze afzonderlijke locaties of samenwerkende ziekenhuizen. Deze zullen dus steeds individueel getoetst worden aan de criteria zoals vastgelegd in het verantwoordingsdocument. Alleen als sprake is van zorg verleend door steeds hetzelfde mammateam en dezelfde medisch specialisten, over de locaties heen of in de verschillende samenwerkende ziekenhuizen, kunnen de aantallen ingrepen/behandelingen getotaliseerd worden en wordt het totale ziekenhuis of de samenwerkende ziekenhuizen als één behandellocatie beoordeeld. Indien van een gefuseerd ziekenhuis geen gegevens per locatie beschikbaar zijn van de landelijke dataset, zullen we noodzakelijkerwijs één dataset presenteren. Bij de inkoopgesprekken zullen wij dan om verduidelijking van de organisatie van de zorg over de locaties heen vragen. Netwerkvorming Binnen de oncologie is CZ grote voorstander van de vorming van oncologische netwerken. De doelstellingen van deze netwerken zijn onder meer: Adequate kennisverspreiding door werkgroepen: sterkere interactie tussen (wetenschappelijk) onderzoek en patiëntenzorg bij oncologische netwerken, waardoor implementatie van bewezen nieuwe diagnostiek en behandelingen sneller plaatsvindt. Doelmatigere inzet van mens en middelen. Integratie van patiëntenperspectief binnen oncologische zorg: implementatie van gezamenlijke besluitvorming, o.a. in laatste levensfase: patiëntwens centraal stellen. De visie van CZ op netwerkvorming sluit grotendeels aan bij de visie van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) i, waarin Comprehensive Cancer Networks (CCN s) centraal staan. Het CCN is een formele entiteit waarbij partners zich committeren middels een netwerkconvenant, met bindende afspraken. De regierol binnen het CCN wordt vervuld door één van de partners binnen het netwerk en invulling hiervan is afhankelijk van de regionale situatie. Een voorwaarde om aan deze regierol invulling te kunnen geven, is het borgen van een wetenschappelijke component. Een UMC heeft onze sterke voorkeur. Tumorclusters als basis Volgens CZ kan aangesloten worden op de indeling van het IKNL, waarbij clusters van tumoren zijn gevormd op basis van lokalisatie in het lichaam, met uitzondering van de hematologische tumoren. Indeling oncologisch netwerk, het Comprehensive Cancer Network (CCN) Binnen het oncologisch netwerk wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds een coördinatie-, regie-, en kennisdeel en anderzijds een zorgdeel. Het CCN is een overkoepelend orgaan in de regio met betrekking tot kennisverzameling, -synthese en -implementatie (van richtlijnen en zorgpaden) en creëert de randvoorwaarden voor een optimale samenwerking binnen het netwerk. Tevens is het CCN verantwoordelijk voor verzameling en publicatie van de kwaliteitsinformatie van deelnemende centra. Het netwerk kent geen duidelijke geografische afkadering, maar zal bottom-up opgebouwd worden vanuit (clusters van) tumorsoorten zoals eerder beschreven. Niet ieder CCN zal alle oncologische zorg van alle tumorclusters behandelen. We gaan ervan uit dat een instelling grotendeels binnen één CCN opereert. Wel is het van belang dat instellingen met elkaar en het CCN afspraken maken over de tumorclusters waarvoor zij met het netwerk binnen het CCN samenwerken. 9 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

10 Binnen het CCN zitten CCC (Comprensive Cancer Center, die hebben de regie), ziekenhuizen met oncologisch profiel en ziekenhuizen zonder oncologisch profiel (wel nog een rol in pluis/niet pluis diagnostiek, palliatieve zorg en evt chemotherapie). De volgende uitgebreide selectie van indicatoren is hieruit ontstaan. Alle randvoorwaarden, kwaliteitsindicatoren en verbetersignalen worden hierna toegelicht. Overzicht van gebruikte indicatoren Randvoorwaarden 1. Patiënten met een primair mammacarcinoom en/of DCIS dat is opgenomen en geaccordeerd door de behandelaars in de NABON mammaregistratie, waarbij de informatie in de registratie volledig is. 2. Aanlevering van de landelijk afgesproken externe NBCA indicatoren aan CZ 3. Tenminste 70 primaire borstkankeroperaties per behandellocatie per jaar 4. Percentage patiënten dat postoperatief besproken is in een multidisciplinair team, waarvan een digitaal verslag beschikbaar is 5. Tenminste twee gecertificeerde NVCO-chirurgen 6. Tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen 7. Percentage patiënten met een BI-RADS eindcategorie in de verslaglegging Volume-indicator 1. Minimaal 150 nieuw gediagnosticeerde borstkankerpatiënten per jaar Kwaliteitsindicatoren 1. Percentage patiënten dat vóór de behandeling is besproken in een multidisciplinair team en bij wie een digitaal verslag beschikbaar is 2. Percentage patiënten bij wie er volledige pathologie verslaglegging zoals gedefinieerd is vastgelegd 3. Wachttijd tussen diagnose en eerste operatie (exclusief directe reconstructie) Verbetersignalen 1. Wachttijd tussen laatste chirurgische ingreep en start radiotherapie vijf weken 2. Wachttijd tussen eerste dag laatste chemotherapiekuur en start radiotherapie vijf weken 3. Wachttijd tussen operatie en aanvang adjuvante chemotherapie minder dan 5 weken 4. Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasieve borstkanker 5. Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasieve borstkanker (zonder neoadjuvante therapie), waarbij onbekend is of er tumorweefsel in het resectievlak aanwezig is. 6. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS 7. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS onbekend 8. Percentage patiënten dat radiotherapie krijgt bij lokaal uitgebreide borstkanker 9. Schildwachtklierprocedure pn0(i-) waarbij meer dan vijf klieren zijn verwijderd 3.1 Deelname aan NABON-registratie (NBCA) Het betreft de NBCA-indicator: deelname aan de NABON mammaregistratie. 10 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

11 De NABON-norm is dat bij meer dan 90% van de patiënten met een primair mammacarcinoom en/of DCIS is opgenomen en geaccordeerd door de behandelaars in de NABON mammaregistratie, waarbij de informatie in de registratie volledig is. Selectief inkoopbeleid CZ Een ziekenhuis dat aan de NABON-norm voor mammaregistratie van meer dan 90% voldoet en de landelijk afgesproken externe indicatoren aanlevert aan CZ, komt in categorie 1 (beste zorg), 2 (zeer goede zorg), 3 (goede zorg) of 4 (kan beter). Een ziekenhuis dat hier niet aan voldoet komt in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ). Bepalend voor randvoorwaarde 1 en 2 Data zijn afkomstig uit NBCA 3.2 Aantal nieuwe patiënten en primaire operaties per behandellocatie Alle onderzoeken over de relatie tussen borstkanker en volume werden systematisch beoordeeld. ii De conclusie van deze review is dat er een significante relatie is tussen de overleving na borstkanker en hoogvolume centra. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs voor een minimaal volume per ziekenhuis of per chirurg. Daarvoor waren de onderzoeken te verschillend. Naast het volume zijn namelijk ook andere criteria, zoals de organisatie van de borstkankerzorg en de infrastructuur van belang voor de beoordeling van borstkankercentra en hun kwaliteit. Een onderzoek van Skinner e.a. toont aan dat bij de grens van 70 operaties per jaar het sterkste volume-effect speelt: bij meer dan 70 operaties per jaar was er sprake van een 7-9% mortaliteitsreductie. iii De European guidelines for quality assurance in breast cancer screening and diagnosis" iv stelt 150 nieuw gediagnosticeerde patiënten per jaar als minimumeis aan instellingen die integrale mammazorg willen verlenen (zie kader volgende pagina). Alleen bij deze aantallen, stelt deze richtlijn, is het mogelijk om op de verschillende onderdelen van deze zorg voldoende expertise en routine op te bouwen om excellente kwaliteit te leveren. Deze richtlijn is in verschillende landen geïmplementeerd. Bijvoorbeeld in België moet vanaf 2010 elk behandelcentrum tenminste 150 nieuwe patiënten behandelen. De NVvH (Nederlandse Vereniging van Heelkunde) heeft in juni 2012 de kwaliteitscriteria voor de chirurgische behandeling van borstkanker openbaar gemaakt in versie 3.0. Bij het opstellen van de normen heeft de NVvH de behandelingen in vier categorieën ingedeeld. De behandeling van borstkanker valt in categorie III: hoogcomplexe en laagcomplexe hoogvolume chirurgische Onderstaande tekst uit Perry N. e.a. European guidelines for quality assurance in breast cancer screening and diagnosis. Update European Commission. Health & Consumer Protection Directorate-General. 9.5 Mandatory requirements Critical mass A Unit must be of sufficient size to have more than 150, newly diagnosed cases of primary breast cancer (at all ages and stages) coming under its care each year. Note: these are newly diagnosed breast cancers. They may have been diagnosed elsewhere but if they have received any prior treatment and have been transferred, for example, to receive radiotherapy, they should not be counted. All primary treatment must be carried out under the direction of the Unit (operation must be in the unit, adjuvant therapies must be directed by the unit but may have been received in other settings e.g. RT and chemotherapy). Follow up should be under the control of the Unit. The reason for recommending a minimum number is to ensure a caseload sufficient to maintain expertise for each team member and to ensure cost- effective working of the 11 Breast Selectieve Unit: the inkoop establishment CZ Borstkankerzorg of a clinic 2016 staffed by experts is expensive and must have a high through-put of patients.

12 behandelingen waarvoor geen wetenschappelijk bewijs is dat een bepaalde volumenorm tot betere kwaliteit leidt. De NVvH heeft voor deze categorie een algemene norm van tenminste 50 chirurgische behandelingen per ziekenhuis per jaar gesteld. In een artikel in Medisch Contact over borstkankerzorg wordt gesteld dat zolang er onvoldoende informatie is over kwaliteit, volumes een cruciale rol spelen. v Er zijn grote verschillen tussen ziekenhuizen wat borstkankerzorg betreft (zie ook Kwaliteit van Kankerzorg in Nederland van KWF), meer transparantie over kwaliteitsverschillen is nodig. Meer volume en een betere samenwerking kunnen de borstkankerzorg verbeteren. De auteurs van het artikel vinden net als CZ dat patiënten moeten kunnen kiezen in welk ziekenhuis ze zich zullen laten behandelen. Zij moeten dan weten waar ze de beste overlevingskansen hebben en de minste kans op gezondheidsschade door de behandelingen. Zolang deze uitkomstindicatoren nog niet gebruikt kunnen worden is volume een belangrijke indicator. Er zijn verschillende soorten borstkanker, waarvan een aantal vrij zeldzaam. Kleine ziekenhuizen zullen deze patiënten bijna nooit zien. Met kleine aantallen kan een ziekenhuis gewoon niet op alle onderdelen deze zorg voor alle patiënten goed regelen. De BVN heeft in 2013 de ondergrens verhoogd van 70 naar 100 nieuwe patiënten voor het verkrijgen van het roze lintje. Ook voor 2015 hanteert de BVN de grens van 100 nieuwe patiënten. 12 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

13 Selectief inkoopbeleid CZ In categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ) komen ziekenhuizen die minder dan 70 primaire borstkankeroperaties per jaar per behandellocatie verrichten. De minimumnorm van 50 primaire operaties, zoals de NVvH heeft gesteld, is een norm voor een gehele categorie hoogvolume zorg en is niet specifiek voor borstkanker. Inmiddels is er wetenschappelijke onderbouwing voor een minimumnorm van 75 (zie paragraaf 2.1 van dit verantwoordingsdocument), waarbij duidelijk is dat onder een bepaald volume borstkankeroperaties minder adequate infrastructuur en minder tot onvoldoende expertise in huis kan zijn om maximale behandelresultaten te behalen. Als een ziekenhuis met goede redenen omkleed kan aantonen dat ze de volumenorm voor een tumorsoort in een jaar niet gehaald heeft, maar dit in de voorafgaande jaren wel het geval was en het gemiddelde over drie jaar wel in orde was, geldt dat de volumenorm wel gehaald is. Dit is zo benoemd in het SONCOS normeringsrapport 3, CZ zal dit beleid volgen. Binnen de gecontracteerde ziekenhuizen zal onderscheid gemaakt worden tussen ziekenhuizen die wel aan de EUSOMA norm van minimaal 150 nieuw gediagnosticeerde patiënten per jaar voldoen en ziekenhuizen die er minder dan 150 per jaar behandelen. De precieze weging staat uitgewerkt in Uitgangspunt is dat als een ziekenhuis minder dan 150 nieuwe borstkankerpatiënten per jaar heeft, dit in categorie 4 (kan beter) valt. Echter in combinatie met het voldoen aan alle kwaliteitsindicatoren en verbetersignalen conform categorie 1 (beste zorg), kan een ziekenhuis met minder dan 150 nieuwe patiënten per jaar in categorie 2 (zeer goed) terecht komen. Bepalend voor randvoorwaarde 3 en volume-indicator 1 Data zijn afkomstig uit SONCOS (via NBCA) 3.3 Percentage patiënten dat besproken is in een multidisciplinair team (MDO) en bij wie een digitaal verslag beschikbaar is De behandeling van borstkanker is zeer complex en wordt ingesteld op basis van de bevindingen van chirurg, radioloog, internist-oncoloog en patholoog. Om voor elke patiënt het juiste behandelplan op te kunnen stellen, is het belangrijk dat alle bevindingen voor (pre-) en na de initiële behandeling (post) in een MDO worden besproken en dat gezamenlijk een behandelvoorstel wordt gemaakt voor de patiënt. Zowel de NABON-Nota als de richtlijn Mammacarcinoom 2012 geven aan dat er een patiëntenbespreking dient plaats te vinden door een mammateam dat minimaal bestaat uit: chirurg oncoloog; radioloog; radiotherapeut; patholoog; internist-oncoloog; mammacare-verpleegkundige of gespecialiseerd verpleegkundige of oncologieverpleegkundige. Volgens de NABON norm dient 90% van de patiënten zowel vóór de behandeling als ook ná de operatie besproken te worden in dit multidisciplinaire team én er moet een digitaal verslag van beschikbaar zijn. Selectief inkoopbeleid CZ 13 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

14 Wanneer er geen aparte bespreking van borstkankerpatiënten plaatsvindt, of als er minder dan 90% van de patiënten postoperatief besproken is in een multidisciplinair team, waarvan een digitaal verslag beschikbaar is, dan wordt niet voldaan aan deze indicator. Het ziekenhuis valt dan in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ). Om in categorie 1 (beste zorg) of 2 (zeer goede zorg) te komen dient meer dan 90% van de patiënten in het pre-mdo besproken te worden én dient daar ook een digitaal verslag van beschikbaar te zijn. Indien een ziekenhuis tussen de 80 en 90% van de patiënten in het pre-mdo bespreekt en digitaal vastlegt komt het ziekenhuis in categorie 3 (goede zorg) of 4 (kan beter). De NBCA-data hebben betrekking op patiënten met een datum eerste positieve biopt van t/m of patiënten met een datum eerste positieve biopt van t/m Indien het ziekenhuis in de hoor-wederhoorprocedure heeft aangetoond dat in de periode hierna minimaal 90% van de patiënten in het pre-mdo is besproken en er tevens een digitaal verslag van beschikbaar is, gebruikt CZ de cijfers uit de hoor-wederhoorprocedure. Op deze manier wordt de actuele werkwijze van het pre-mdo meegenomen in de categorie-indeling. Bepalend voor randvoorwaarde 4 en kwaliteitsindicator 1 Data zijn afkomstig uit NBCA en uit de CZ uitvraag Tenminste twee gecertificeerde NVCO-chirurgen De aanwezigheid van minimaal twee gecertificeerde NVCO (Nederlandse Vereniging voor Chirurgische Oncologie) chirurgen die borstkankerpatiënten behandelen en deel uitmaken van het mammateam, is nodig om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen en elkaar te kunnen adviseren. Deze zorg moet niet versnipperd zijn over teveel artsen, maar er moet sprake zijn van specialisatie in de borstkankerchirurgie. In de SONCOS-normen wordt ervan uitgegaan dat een centrum dat borstkankerpatiënten behandelt moet kunnen beschikken over tenminste twee gecertificeerde NVCO chirurgen. Selectief inkoopbeleid CZ Om in categorie 1 (beste zorg), 2 (zeer goede zorg), 3 (goede zorg) of 4 (kan beter) te komen moeten er in een ziekenhuis minimaal twee gecertificeerde NVCO chirurgen zijn die borstkankerpatiënten behandelen. Indien een ziekenhuis daar in 2014 nog niet aan heeft voldaan, maar wel kan aantonen dat er voldoende expertise in huis is of kan aangeven dat de registratie in 2014 rond is, dan kan een ziekenhuis alsnog in categorie 1, 2, 3 of 4 komen. Het ziekenhuis komt in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ) indien er minder dan twee gecertificeerde NVCO chirurgen aanwezig zijn die borstkankerpatiënten behandelen. Bepalend voor randvoorwaarde 5. Data zijn afkomstig uit SONCOS (via NBCA) 3.5 Tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen De SONCOS-normen vi vereisen bij de algemene voorwaarden dat er tenminste twee internisten met registratie in het aandachtsgebied oncologie aanwezig dienen te zijn. De aanwezigheid van minimaal twee internist-oncologen die zich bezig houden met borstkankerpatiënten binnen het behandelteam, is nodig om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen en elkaar te kunnen adviseren. 14 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

15 Om de juiste zorg te kunnen leveren dienen de internisten gecertificeerde internist-oncologen te zijn. CZ vindt tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen die borstkankerpatiënten behandelen een vereiste om borstkankerzorg in de volle breedte te kunnen aanbieden en de continuïteit te kunnen waarborgen. Indien dit aandachtsgebied over teveel oncologen is versnipperd vindt CZ dit geen optimale zorg. Selectief inkoopbeleid CZ Er dienen tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen dieborstkankerpatiënten behandelen aanwezig te zijn op de behandellocatie. Indien dit niet het geval is dan wordt het ziekenhuis in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ) ingedeeld. Hierop is in de hoorwederhoor-procedure 2015 van CZ een uitzondering toegevoegd en wordt geheel aangesloten bij de aanvulling in het SONCOS-normeringsrapport 3 van februari In dit rapport is aangegeven dat een zorginstelling die oncologische zorg levert moet tenminste beschikken over: Tenminste twee internisten met registratie in het aandachtsgebied oncologie. Aangezien een aantal zorginstellingen niet op korte termijn aan deze eis kunnen voldoen en in overleg tussen de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) uitstel is verleend om betreffende internisten de gelegenheid te geven de opleiding te voltooien voor de registratie in het aandachtsgebied oncologie. Per 1 januari 2018 dienen alle zorginstellingen te beschikken over tenminste twee internisten met registratie in het aandachtsgebied oncologie. In de tussenliggende tijd dient de zorginstelling ervoor zorg voor te dragen dat er tijdens werkdagen, ook tijdens vakanties, altijd een internist-oncoloog geconsulteerd kan worden. Bepalend voor randvoorwaarde 6 en 7. Data zijn afkomstig uit SONCOS (via NBCA) 3.6 BI-RADS eindcategorie in radiologische verslaglegging Om onduidelijkheden en vage uitspraken te voorkomen wordt het resultaat van een mammogram en aanvullende onderzoeken en een eventueel gevonden afwijking nader geclassificeerd volgens een internationale Amerikaanse score: BI-RADS (Breast Imaging Reporting and Data Systemclassification). Deze kent een score van Het betreft de NBCA-indicator: percentage patiënten met gestandaardiseerd mammaradiologieverslag bij wie een BI-RADS eindcategorie in de diagnostische fase is gemaakt. De NABON-norm is gesteld op meer dan 90%. Selectief inkoopbeleid CZ Om in categorie 1 (beste zorg), 2 (zeer goede zorg), 3 (goede zorg) of 4 (kan beter) terecht te komen dient een ziekenhuis bij meer dan 90% van de patiënten een BI-RADS eindcategorie in de mammaradiologie verslaglegging te hebben gemaakt. Bij 90% of minder valt het ziekenhuis in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitseisen van CZ). Bepalend voor randvoorwaarde 8 Data zijn afkomstig uit NBCA 3.7 Volledige pathologie verslaglegging Om expliciete uitspraken van een patholoog te krijgen op aspecten die van invloed zijn op de verdere diagnostiek en behandeling is een volledige schriftelijke verslaglegging nodig. Dit draagt bij aan de 15 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

16 kwaliteit van diagnostiek en behandeling. De NBCA norm vereist dat bij meer dan 90% van de patiënten er een volledige pathologie verslaglegging is (volgens NBCA definitie). Selectief inkoopbeleid CZ Indien een ziekenhuis bij meer dan 90% van de patiënten een volledige pathologie verslaglegging heeft dan komt het ziekenhuis in categorie 1 (beste zorg) of 2 (zeer goede zorg). Een ziekenhuis komt in categorie 3 (goede zorg) of 4 (kan beter) indien er bij 80-90% van de patiënten een volledige pathologie verslaglegging aanwezig is. Indien een ziekenhuis bij minder dan 80% van de patiënten een volledige pathologie verslaglegging heeft dan komt het ziekenhuis in categorie 5 (voldoet niet aan minimale kwaliteitsnormen van CZ). De NBCA-data hebben betrekking op patiënten met een datum eerste positieve biopt van t/m of patiënten met een datum eerste positieve biopt van t/m Indien het ziekenhuis in de hoor-wederhoorprocedure heeft aangetoond dat in de periode hierna bij meer dan 90% van de patiënten een volledige pathologie verslaglegging beschikbaar is, gebruikt CZ de cijfers uit de hoor-wederhoorprocedure. Op deze manier wordt de actuele werkwijze van de pathologie verslaglegging meegenomen in de categorie-indeling. Bepalend voor kwaliteitsindicator 2 Data zijn afkomstig uit NBCA en hoor-wederhoorprocedure 3.8 Wachttijden De NBCA rapporteert diverse wachttijdindicatoren. De volgende zullen meegenomen worden in het selectief inkoopbeleid: Wachttijd tussen diagnose (datum biopt) en eerste operatie (excl. directe reconstructie) NABON norm: Percentage patiënten dat binnen vijf weken wordt geopereerd is meer dan 90%. Wachttijd tussen laatste chirurgische ingreep en start radiotherapie indicator: Percentage patiënten dat binnen vijf weken kan starten, geen NABON norm. Wachttijd tussen eerste dag laatste chemotherapie kuur en start radiotherapie Indicator: Percentage patiënten dat binnen vijf weken kan starten, geen NABON norm. Wachttijd tussen operatie en aanvang adjuvante chemotherapie Indicator: Percentage patiënten dat binnen vijf weken kan starten, geen NABON norm. De NABON norm voor de tijd tussen de diagnostische procedure waarbij pathologische bevestiging van de tumor is verkregen en de primaire operatie is vijf weken. Deze tijd is nodig om patiënten bedenktijd te geven om de voor haar goede beslissing voor behandeling te nemen. Indien er een MRI nodig is of een directe reconstructie is deze norm soms logistiek niet haalbaar. Het beperkt houden van de wachttijd tussen verschillende behandelingen vereist een goede afstemming tussen de betrokken medisch specialisten. Wacht- en doorlooptijden weerspiegelen daarmee de kwaliteit van de logistiek van de zorgketen. Wanneer er een grote variatie is tussen ziekenhuizen kan dit iets zeggen over hoe de processen in dat ziekenhuis georganiseerd zijn. Daarbij moet worden opgemerkt dat sommige onderdelen van een behandeling die de kwaliteit van de borstkankerbehandeling beogen te verhogen, tegelijkertijd de wachttijden kunnen verlengen. Een preoperatieve MRI (Magnetic Resonance Imaging) scan of het uitvoeren van een directe reconstructie bij patiënten die een ablatieve ingreep ondergaan, zijn hier voorbeelden van. Echter wachten is een belasting voor de patiënt. Uit onderzoek van de BVN blijkt dat borstkankerpatiënten niet lang willen wachten op de eerste operatie, ook al is er medisch gezien tijd en is er soms ook tijd nodig om tot een weloverwogen 16 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

17 beslissing te komen. BVN nam als criterium voor het lintje 2014 mee dat 90% van de patiënten binnen vijf weken na PA-afname gestart moet zijn met de behandeling. Het is geen must-have criterium. Selectief inkoopbeleid CZ Wachttijd tussen diagnose en eerste operatie (excl directe reconstructie) CZ hanteert als norm dat 80% van de patiënten binnen vijf weken geopereerd is. Deze wachttijdnorm bestaat al enige tijd en hoewel nog te weinig ziekenhuizen aan de norm kunnen voldoen door een steeds zorgvuldiger en uitgebreider voortraject, meent CZ onderscheid te moeten maken tussen ziekenhuizen die hier wel en niet aan kunnen voldoen. Derhalve dient 80% van de patiënten die geen directe reconstructie krijgen, binnen 5 weken geopereerd te zijn om in categorie 1 (best zorg) of 2 (zeer goede zorg) te komen. Ziekenhuizen waarbij de wachttijd tot operatie bij minder dan 80% van de patiënten binnen 5 weken was komen in categorie 3 (goede zorg) of 4 (kan beter) terecht. Bepalend voor kwaliteitsindicator 3 De drie andere wachttijdindicatoren die meegenomen worden, zijn: Wachttijd tussen laatste chirurgische ingreep en start radiotherapie Wachttijd tussen eerste dag laatste chemotherapie kuur en start radiotherapie Wachttijd tussen operatie en aanvang adjuvante chemotherapie CZ vindt de scores op deze drie indicatoren niet altijd voldoende. De wachttijden tussen de verschillende behandeltrajecten zijn voor veel patiënten te lang. Omdat het de eerste keer is dat deze wachttijden gerapporteerd worden en er door het niet op orde zijn van een volledige registratie gegevens kunnen ontbreken, kan hierdoor het beeld vertekend worden. Indien minder dan 70% van de patiënten binnen vijf weken aan het volgende behandeltraject begonnen is, wordt dit aangemerkt als een verbetersignaal. Bepalend voor verbetersignalen 1, 2 en 3 Data zijn afkomstig uit NBCA 3.9 Irradicaliteit Het doel van borstsparende (verder: mammasparende) therapie is het verwijderen van de tumor waarbij radicaliteit moet worden nagestreefd. Bovendien is het streven om door de radicale verwijdering van tumorweefsel een zo beperkt mogelijke vormverandering van de borst te verkrijgen, een zo goed mogelijk cosmetisch resultaat en het aantal heroperaties zo laag mogelijk te houden. In de NBCA worden meerdere indicatoren over irradicaliteit gerapporteerd, waarvan CZ er vier gebruikt: Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasief mammacarcinoom (zonder neo-adjuvante therapie): dit dient minder dan 15% te zijn. Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasief mammacarcinoom (zonder neo-adjuvante therapie), waarbij onbekend is of er tumorweefsel in het resectievlak aanwezig is: dit dient 0% te zijn. De norm van de NBCA is minder dan 15%. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS: dit dient minder dan 40% te zijn. De norm van de NBCA is minder dan 30%. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS, waarbij onbekend is of er tumorweefsel in het resectievlak aanwezig is: dit dient minder dan 10% te zijn. Selectief inkoopbeleid CZ 17 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

18 Bij deze vier indicatoren kan een ziekenhuis verbetersignalen krijgen wanneer het ziekenhuis niet aan bovenstaande norm voldoet. Bepalend voor verbetersignalen 4, 5, 6 en 7 Data zijn afkomstig uit NBCA 3.10 Percentage patiënten dat radiotherapie krijgt bij lokaal uitgebreide tumor (exclusief T3N0) waarvoor ablatio mamma Naast een groot aantal chirurgische indicatoren wordt er dit jaar ook een indicator voor de vervolgbehandeling meegenomen: Percentage patiënten dat radiotherapie krijgt bij lokaal uitgebreid mammacarcinoom na borstamputatie. In de NBCA vinden we een grote spreiding, terwijl vrijwel alle patiënten hiervoor in aanmerking komen. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen mogelijk, en mogelijk wordt deze indicator niet juist of volledig geregistreerd. Omdat dit een nieuwe indicator is waar nog weinig ervaring mee is nemen we hem mee als verbetersignaal bij ziekenhuizen die onder de norm scoren. CZ legt op grond van de NBCA data de grens op 80% om ruimte voor uitzonderingen te geven. Selectief inkoopbeleid CZ Minimaal 80% van de patiënten krijgt radiotherapie bij lokaal uitgebreid mammacarcinoom waarvoor ablatio mamma. Indien een ziekenhuis dit bij minder dan 80% van de patiënten haalt krijgt het ziekenhuis een verbetersignaal. Bepalend voor verbetersignaal 8 Data zijn afkomstig uit NBCA 3.11 Schildwachtklierprocedure Het betreft de NBCA indicator: schildwachtklierprocedures bij pno(i-), meer dan 5 klieren verwijderd. De NABON-norm is minder dan 5%. Selectief inkoopbeleid CZ Indien er bij meer dan 5% van de vrouwen met een negatieve schildwachtklierprocedure meer dan 5 klieren worden verwijderd krijgt het ziekenhuis een verbetersignaal. Bepalend voor verbetersignaal 9 Data zijn afkomstig uit NBCA 18 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

19 3.12 Samenvatting indicatoren en weging Om het onderscheid in beste zorg, zeer goede zorg, goede zorg, kan beter en voldoet niet te maken heeft CZ een mix van randvoorwaarden, kwaliteitsnormen en verbetersignalen vastgesteld. De randvoorwaarden bepalen of een ziekenhuis voldoet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ en dus in aanmerking komt voor een contract voor deze zorg. Op basis van de kwaliteitsnormen (waar onder een volumenorm) en verbetersignalen wordt de categorie-indeling gevuld. De randvoorwaarden en de verbetersignalen worden hieronder nog extra toegelicht. De kwaliteitsnormen en de volumenorm zijn in de categorie-indeling zelf opgenomen. Toelichting randvoorwaarden CZ heeft een set van randvoorwaarden vastgesteld. Indien een ziekenhuis niet aan deze randvoorwaarden voldoet, komt het in categorie 5 (voldoet niet aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ) en wordt het ziekenhuis niet gecontracteerd voor borstkankerzorg. Randvoorwaarden 1. Percentage patiënten met een primair mammacarcinoom en/of DCIS dat is opgenomen en geaccordeerd door de behandelaars in de NABON mammaregistratie, waarbij de informatie in de registratie volledig is. Norm > 90% 2. Aanlevering van de landelijk afgesproken externe NBCA indicatoren aan CZ 3. Tenminste 70 primaire borstkankeroperaties per behandellocatie 4. Percentage patiënten dat postoperatief besproken is in een multidisciplinair team, waarvan een digitaal verslag beschikbaar is: norm > 90% 5. Tenminste twee gecertificeerde NVCO-chirurgen die borstkankerpatiënten behandelen 6. Tenminste twee gecertificeerde internist-oncologen die borstkankerpatiënten behandelen 7. Percentage patiënten met een BI-RADS eindcategorie in de verslaglegging: norm > 90% Voor de volledigheid worden hier de twee kwaliteitsindicatoren genoemd die ook bepalen of een ziekenhuis aan de minimale kwaliteitsnormen van CZ voldoet: 1. Minder dan 80% van de patiënten is voor de behandeling besproken in een premultidisciplinair team en hiervan is een digitaal verslag beschikbaar 2. Bij minder dan 80% van de patiënten is er een volledige pathologie verslaglegging zoals gedefinieerd door de NABON De derde kwaliteitsindicator is bepalend voor de categorie-indeling vanaf 1 t/m 4 en betreft: 3. Wachttijd tussen diagnose en eerste operatie is bij minimaal 80% van de patiënten vijf weken of korter Toelichting verbetersignalen De verbetersignalen zijn gebaseerd op acht NBCA-indicatoren en één SONCOS-indicator die dit jaar beschikbaar zijn gekomen. Deze set van negen indicatoren wordt gezamenlijk beoordeeld. Als een ziekenhuis niet aan de CZ-norm van een specifieke indicator voldoet, krijgt het ziekenhuis een verbetersignaal. Bij maximaal drie verbetersignalen komt het ziekenhuis in categorie 1 (beste zorg) of 2 (zeer goede zorg). Heeft het ziekenhuis meer dan drie verbetersignalen dan komt deze in categorie 3 (goede zorg) of 4 (kan beter). Verbetersignalen 1. Wachttijd tussen laatste chirurgische ingreep en start radiotherapie vijf weken 19 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

20 CZ verbetersignaal <70% 2. Wachttijd tussen eerste dag laatste chemotherapiekuur en start radiotherapie 5 weken CZ verbetersignaal <70% 3. Wachttijd tussen operatie en aanvang adjuvante chemotherapie minder dan 5 weken CZ verbetersignaal <70% 4. Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasieve mammacarcinoom (zonder neo-adjuvante therapie) CZ verbetersignaal > 15% 5. Irradicaliteit bij primair eerste borstsparende operatie voor invasief mammacarcinoom (zonder neo-adjuvante therapie), waarbij onbekend is of er tumorweefsel in het resectievlak aanwezig is CZ verbetersignaal bij > 0% 6. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS CZ verbetersignaal bij > 40% 7. Irradicaliteit bij eerste borstsparende operatie voor DCIS onbekend CZ verbetersignaal bij > 10 % 8. Percentage patiënten dat radiotherapie krijgt bij lokaal uitgebreide borstkanker CZ verbetersignaal bij minder dan 80% 9. Schildwachtklierprocedure pn0(i-) waarbij meer dan vijf klieren zijn verwijderd CZ verbetersignaal > 5% 20 Selectieve inkoop CZ Borstkankerzorg 2016

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016. Beste zorg bij borstkanker. Delta Lloyd 2015, definitief

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016. Beste zorg bij borstkanker. Delta Lloyd 2015, definitief Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016 Beste zorg bij borstkanker Delta Lloyd 2015, definitief Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling...

Nadere informatie

Beste zorg bij borstkanker

Beste zorg bij borstkanker Beste zorg bij borstkanker Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2017 580.179.1549 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 3 1.2 Selectieve

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 888.99.161.1427. Alles voor betere zorg. Beste zorg bij borstkanker

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 888.99.161.1427. Alles voor betere zorg. Beste zorg bij borstkanker Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 1 888.99.161.1427 Beste zorg bij borstkanker Alles voor betere zorg Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 Beste zorg bij borstkanker CZ

Nadere informatie

Selectief inkoopbeleid Borstkanker

Selectief inkoopbeleid Borstkanker Selectief inkoopbeleid Borstkanker Verantwoordingsdocu ment 2019 584.062.1826 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Kwaliteitsbeleid CZ blijft in ontwikkeling... 3 1.2 Algemeen kader selectief

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2012-2013 880.99.105.1238. Alles voor betere zorg. Borstkankerzorg

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2012-2013 880.99.105.1238. Alles voor betere zorg. Borstkankerzorg Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2012-2013 1 880.99.105.1238 Alles voor betere zorg Borstkankerzorg Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2013 Borstkankerzorg CZ 5 oktober 2012, versie 1.0 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2014 888.99.161.1339. Alles voor betere zorg. Beste zorg bij borstkanker

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2014 888.99.161.1339. Alles voor betere zorg. Beste zorg bij borstkanker Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2014 1 888.99.161.1339 Beste zorg bij borstkanker Alles voor betere zorg Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2014 Beste zorg bij borstkanker CZ

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016

Oplegger indicatorset Mammacarcinoom verslagjaar 2016 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorset Mammacarcinoom

Nadere informatie

NBCA: Een eerste stap in de goede richting

NBCA: Een eerste stap in de goede richting NABON Breast Cancer Audit NBCA: Een eerste stap in de goede richting Prof. dr. Vivianne C.G. Tjan-Heijnen, voorzitter NABON en NBCA, hoogleraar Medische Oncologie, Maastricht Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie

Beste zorg bij Mohs micrografische chirurgie

Beste zorg bij Mohs micrografische chirurgie Beste zorg bij Mohs micrografische chirurgie Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2017 580.179.1549 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling...

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Selectief inkoopbeleid Mohs Micrografische Chirurgie

Selectief inkoopbeleid Mohs Micrografische Chirurgie Selectief inkoopbeleid Mohs Micrografische Chirurgie Vera ntwoordingsdocument 2018 584.082.1726 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 3 1.2 Selectieve

Nadere informatie

Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen. Versie juli 2014

Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen. Versie juli 2014 Oncologie 2015 Handboek met indicatoren en normen voor tien oncologische aandoeningen Versie juli 2014 VGZ kiest voor kwaliteit VGZ staat voor zorg van goede medische kwaliteit, die klantvriendelijk en

Nadere informatie

Selectief inkoopbeleid Mohs micrografische chirurgie

Selectief inkoopbeleid Mohs micrografische chirurgie Selectief inkoopbeleid Mohs micrografische chirurgie Verantwoordingsdocu ment 2019 584.062.1826 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 3 1.2 Selectieve

Nadere informatie

nr Indicator Intern/extern*

nr Indicator Intern/extern* Indicatorenset NABON mammaregistratie Versie 17 januari 2013 (aangepast vanuit versies 29 juli 2011 en 17 januari 2011) nr Indicator Intern/extern* 1 Deelname aan de NABON mammaregistratie Extern 2 Gestandaardiseerde

Nadere informatie

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG. Kees van den Berg, voorzitter en patiënt

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG. Kees van den Berg, voorzitter en patiënt PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG Kees van den Berg, voorzitter en patiënt SYMPOSIUM PKS 12 JUNI J.L. Presentatie van visie PKS op de toekomst van de prostaatkankerzorg in Nederland Stip op de horizon vanuit

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

11 april Annemarie Haverhals Leider programma

11 april Annemarie Haverhals Leider programma 11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een

Nadere informatie

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG

PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG Prof. dr. Harm Kuipers 1 WAAROM NU? TIJD IS ER RIJP VOOR Zorgveld in beweging; steeds meer nadruk op specialisatie en concentratie Oncologische literatuur: 1) relatie tussen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 Beste zorg bij een langdurige infectie na heup- of knieprothese (infectieprothesiologie) 580.089.004.001.1509 Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft samen met de chirurg of verpleegkundig specialist gekozen om de behandeling

Nadere informatie

Normering Chirurgische Behandelingen

Normering Chirurgische Behandelingen Normering Chirurgische Behandelingen Versie 1.0 Januari 2011 I. Inleiding De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) is de beroepsvereniging van chirurgen in Nederland. In de NVvH participeren zeven

Nadere informatie

Handreiking Kiesgerust

Handreiking Kiesgerust Handreiking Kiesgerust Begeleiding bij het maken van een bewust keuze Quirine van Rossum, internist-oncoloog Vlietland ziekenhuis Ingeborg Mares, chirurg Vlietland ziekenhuis Jorien van den Doel, huisarts

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.

Nadere informatie

Echografie + biopsie

Echografie + biopsie Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch

Nadere informatie

580.090.004.001.1509. Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2015. Beste zorg bij schisis

580.090.004.001.1509. Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2015. Beste zorg bij schisis 580.090.004.001.1509 Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2015 Beste zorg bij schisis Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2015 Beste zorg bij schisis Delta Lloyd 8 juli, definitief Inhoud 1 Toelichting

Nadere informatie

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011 Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Stichting Egidius Zorgconcepten. De uitwerking van een concept om een betere prostaatkankerzorg te realiseren.

Stichting Egidius Zorgconcepten. De uitwerking van een concept om een betere prostaatkankerzorg te realiseren. Stichting Zorgconcepten De uitwerking van een concept om een betere prostaatkankerzorg te realiseren. Verschillende doelen ten aanzien van prostaatkankerzorg geven richting aan ambities CZ Kwaliteit van

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Visie op toekomst voor nierkankerzorg in Nederland

Visie op toekomst voor nierkankerzorg in Nederland Visie op toekomst voor nierkankerzorg in Nederland Inleiding De zorg voor nierkankerpatiënten vindt momenteel plaats in vrijwel alle ziekenhuizen. Patiëntenorganisatie Leven met blaas- of nierkanker vindt

Nadere informatie

Toetstabel Leverchirurgie vj 2018

Toetstabel Leverchirurgie vj 2018 Toetstabel Leverchirurgie vj 2018 Aard van de wijziging Criteria Toetsingskader Advies werkgroep PFN FMS V&VN ZN NVZ NFU ZKN 1, 3b, 4 Overweging ZiN Advies ZiN 2 Overweging ZiN Advies ZiN 3a, c, d en 5

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016 Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2016 Beste zorg bij orthopedische revisieoperaties bij geïnfecteerde gewrichtsprothesen (infectieprothesiologie) CZ mei 2015, definitief Inhoud 1 Toelichting

Nadere informatie

Beste zorg bij een langdurige infectie na heup- of knieprothese (infectieprothesiologie)

Beste zorg bij een langdurige infectie na heup- of knieprothese (infectieprothesiologie) Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2014 1 880.99.299.1339 Beste zorg bij een langdurige infectie na heup- of knieprothese (infectieprothesiologie) Alles voor betere zorg Verantwoordingsdocument

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016. Beste zorg bij schisis. Delta Lloyd 2015, definitief

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016. Beste zorg bij schisis. Delta Lloyd 2015, definitief Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016 Beste zorg bij schisis Delta Lloyd 2015, definitief Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid 3 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling 3 1.2 Selectieve

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland Zorginstituut Nederland Sector Zorg Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 opendata@zinl.nl Oplegger indicatorenset Leverchirurgie (DHBA)

Nadere informatie

Handboek met indicatoren en normen Heup- en knievervanging, cataract, Infectie-revisies (Heup & Knie) en Bariatrische Chirurgie.

Handboek met indicatoren en normen Heup- en knievervanging, cataract, Infectie-revisies (Heup & Knie) en Bariatrische Chirurgie. Handboek met indicatoren en normen Heup- en knievervanging, cataract, Infectie-revisies (Heup & Knie) en Bariatrische Chirurgie Versie juli 204 VGZ kiest voor kwaliteit VGZ staat voor zorg van goede medische

Nadere informatie

Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers. 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen

Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers. 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen 2. Externe verantwoording In het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen leggen

Nadere informatie

Anser-project. Martijn Busstra. Rotterdams uroloog

Anser-project. Martijn Busstra. Rotterdams uroloog Anser-project Martijn Busstra Rotterdams uroloog Ja er zijn verschillen. Hand in hand Weer trekken wij ten strijde Maar toch hetzelfde doel! Het zorglandschap in 7 jaar 2010 Santeon oprichting Prostaatcentrum

Nadere informatie

Leeswijzer mammapoli Publicatie: Leeswijzers. 1. Mammapoli

Leeswijzer mammapoli Publicatie: Leeswijzers. 1. Mammapoli Leeswijzer mammapoli Publicatie: Leeswijzers 1. Mammapoli 2. Externe verantwoording In het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen leggen zorginstellingen en zorgverleners verantwoording af over de

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016. Beste zorg bij schisis. CZ mei 2015, definitief

Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016. Beste zorg bij schisis. CZ mei 2015, definitief Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid 2016 Beste zorg bij schisis CZ mei 2015, definitief Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid 4 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling 4 1.2 Selectieve inkoop

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

VBHC; niet te lang over nadenken

VBHC; niet te lang over nadenken 17 maart 2017 VBHC; niet te lang over nadenken Annemarie Haverhals DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële) bedrijven

Nadere informatie

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van

Nadere informatie

Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie)

Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie) Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 1 880.99.115.1437 Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie) Alles voor betere zorg Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid

Nadere informatie

Oncologische netwerken. peter huijgens 2016

Oncologische netwerken. peter huijgens 2016 Oncologische netwerken peter huijgens 2016 Disclosure van belangen van spreker (potentiele) belangenverstrengeling: geen Leven Lang leven Leven met kwaliteit Er toe doen Goed sterven Multidisciplinair

Nadere informatie

Kwaliteit vanuit patiëntenperspectief

Kwaliteit vanuit patiëntenperspectief Kwaliteit vanuit patiëntenperspectief SONCOS-symposium 28 september 2016 Irene Dingemans Projectleider kwaliteit van zorg Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties disclosure Geen andere belangen

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij

Nadere informatie

Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker

Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker Neoadjuvante chemotherapie bij borstkanker Samen met uw behandelend specialist is gekozen voor neoadjuvante chemotherapie. Dit is chemotherapie voorafgaand aan een operatie. In deze folder leest u meer

Nadere informatie

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Uitvraag Bron Nr. over (jaar) hoofdstuk 1. Deelname aan Dutch Spine Surgergy Registry (DSSR) 2017 DSSR 1.4.3 2. Wachttijd tussen diagnose en aanvang

Nadere informatie

Selectief inkoopbeleid Infectieprothesiologie

Selectief inkoopbeleid Infectieprothesiologie Selectief inkoopbeleid Infectieprothesiologie Vera ntwoordingsdocument 2018 584.080.1726 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 1 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 1 1.2 Selectieve

Nadere informatie

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen voor orthopedische zorg. Versie 3.1

Kwaliteitsnormen voor orthopedische zorg. Versie 3.1 Kwaliteitsnormen voor orthopedische zorg Versie 3.1 Inhoud 1. Inleiding...3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Doel...3 1.3 Totstandkoming...3 1.4 Leeswijzer...4 1.5 Onderhoud...4 2. Algemene normen voor orthopedische

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Jaarverslag Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland. Augustus 2015

Jaarverslag Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland. Augustus 2015 Jaarverslag 2014 Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland Augustus 2015 Direct betrokken ziekenhuizen: Albert Schweitzer Ziekenhuis Bravis Ziekenhuis Erasmus MC Maasstad Ziekenhuis Sint Franciscus

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

De beste zorg voor iedereen met kanker

De beste zorg voor iedereen met kanker De beste zorg voor iedereen met kanker 3-10-2016 Daan Rooijmans, Senior manager Zorginkoop Verhaallijn presentatie CZ moet en (vooral) wil zich bezig houden met kwaliteit dat doen we al jaren op het gebied

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015. Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie) 580.091.004.001.

Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015. Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie) 580.091.004.001. Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 Beste zorg bij een maagoperatie voor gewichtsvermindering (bariatrie) 580.091.004.001.1509 Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2015 Beste

Nadere informatie

Beste zorg bij bariatrie

Beste zorg bij bariatrie Beste zorg bij bariatrie Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2017 580.179.1549 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 1 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 1 1.2 Selectieve

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van

Nadere informatie

Beste zorg bij Infectieprothesiologie

Beste zorg bij Infectieprothesiologie Beste zorg bij Infectieprothesiologie Verantwoordingsdocument Selectief inkoopbeleid 2017 580.179.1549 Inhoud 1 Toelichting selectief inkoopbeleid... 1 1.1 Selectieve inkoop blijft in ontwikkeling... 1

Nadere informatie

Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden

Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden Inleiding U kreeg de diagnose DCIS (ductaal carcinoma in situ). DCIS wordt beschouwd als een voorstadium van borstkanker. De

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie