Handleiding Monitoring NSL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Monitoring NSL"

Transcriptie

1 Handleiding Monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Datum April 2013 Versie

2 Handleiding Monitoring NSL april 2013 Colofon Titel Subtitel Handleiding monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Versie en datum Versie: Datum: april 2013 Hoewel dit rapport met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Rijkswaterstaat Leefomgeving geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Pagina 2 van 144

3 Handleiding Monitoring NSL april 2013 Inhoud 1 INLEIDING VOORWOORD OPBOUW HANDLEIDING AANGEBRACHTE WIJZIGINGEN IN DE HANDLEIDING ACHTERGROND NATIONAAL SAMENWERKINGSPROGRAMMA LUCHTKWALITEIT (NSL) MONITORING VAN HET NSL MONITORINGSTOOL OPZET MONITORINGSTOOL TAKEN NSL-COÖRDINATOR AFSTEMMING KNELPUNTEN EN MAATREGELEN (NIEUWE) PROJECTEN VERKEER Wat wanneer actualiseren - voortgangsformulieren Wat wanneer actualiseren - verkeersgegevens TIJDSCHEMA VEEHOUDERIJEN EN MONITORING NSL MONITORING UITSTOOT FIJN STOF DOOR VEEHOUDERIJEN TOELICHTING OP DE INVOERVELDEN INVOERVELDEN VOOR TOEVOEGEN OF BEWERKEN REKENPUNTEN FORMULIER VOORTGANG MAATREGELEN TOELICHTING BIJ VOORTGANGSFORMULIER ACTUALISEREN IN DE MONITORINGSTOOL MOGELIJKHEDEN OM IN DE MONITORINGSTOOL TE ACTUALISEREN RECHTEN EN BEVOEGDHEDEN WIJZIGEN IN DE KAART Actualiseren verkeersintensiteiten in de kaart Actualiseren rekenpunten en overdrachtslijnen in de kaart BESTANDEN EXPORTEREN UIT DE MONITORINGSTOOL Exporteren op basis van wijzigingsrechten Exporteren op basis van vrije keuze BESTANDEN ACTUALISEREN IN DE MONITORINGSTOOL FOUTMELDINGEN Uitlezen gevalideerde bestanden Foutcodes Time-out bij ex- en importeren bestanden ONDERBOUWEN EN ACCORDEREN GEGEVENS ONDERBOUWEN Verkeersgegevens Projecten Maatregelen Toetspunten ACCORDEREN Pagina 3 van 144

4 7 ACTUALISEREN VOORTGANGSFORMULIEREN PROJECTEN EN MAATREGELEN DOEL VOORTGANGSFORMULIER WIJZIGEN VOORTGANGSFORMULIEREN INHOUD VAN DE VOORTGANGSFORMULIEREN WERKWIJZE VOORTGANGSFORMULIEREN MAATREGELEN BIJ VEEHOUDERIJEN VERKEERS- EN OMGEVINGSKENMERKEN OVERWEGINGEN BIJ ACTUALISATIE ACTUALISATIE VERKEERSMODELLEN Input voor de modelgegevens VORMEN VAN ACTUALISATIE ONDERBOUWING VERKEERSMODELLEN KOPPELEN VERKEERSMODEL BESTANDEN MONITORINGSTOOL OVERDRAGEN OF VERWIJDEREN VAN WEGVAKKEN, OVERDRACHTSLIJNEN EN REKENPUNTEN Verwijderen van wegvakken, overdrachtslijnen en rekenpunten Overdracht van wegen aan andere wegbeheerder EIGENSCHAPPENTABELLEN INVOERBESTANDEN MONITORINGSTOOL UNIFORM UITWISSELINGSFORMAAT CSV-BESTANDEN OPENEN IN EXCEL WEGVAKKENBESTAND Uitleg kolommen wegvakkenbestand Aanvullende opmerkingen wegvakkenbestand Stagnatiefactoren Links en rechts Dynamische maximum snelheid REKENPUNTENBESTAND Uitleg kolommen rekenpuntenbestand REKENPUNTEN VS TOETSPUNTEN Grond rekenpunt SAMENHANG WEGVAKKENBESTAND - REKENPUNTENBESTAND SRM1-wegen enkelvoudige rijbaan SRM1-wegen gescheiden rijbanen SRM2-wegen Aandachtspunten uitvoeren berekening op rekenpunten MAATREGELGEBIEDEN CSV-BESTANDEN ACTUALISEREN OPENEN CSV-BESTAND NIET-GEOGRAFISCHE INFORMATIE WEGVAK WIJZIGEN NIET-GEOGRAFISCHE INFORMATIE REKENPUNT WIJZIGEN WIJZIGING GEOGRAFISCHE INFORMATIE REKENPUNTEN Ligging rekenpunt wijzigen Nieuw rekenpunt aanmaken GEOGRAFISCHE INFORMATIE WEGVAK WIJZIGEN WEGVAK VERWIJDEREN REKENPUNT OF OVERDRACHTSLIJN VERWIJDEREN WEGVAKKEN AAN ANDERE WEGBEHEERDER OVERDRAGEN MAATREGELGEBIEDEN Pagina 4 van 144

5 11 SHAPE-BESTANDEN ACTUALISEREN GIS-BESTANDEN WIJZIGEN NIET-GEOGRAFISCHE INFORMATIE WEGVAK WIJZIGEN NIET-GEOGRAFISCHE INFORMATIE REKENPUNT WIJZIGEN GEOGRAFISCHE INFORMATIE WEGVAKKENBESTAND Positie / ligging wegvak wijzigen Nieuw wegvak invoegen WIJZIGEN GEOGRAFISCHE INFORMATIE REKENPUNTEN Positie / ligging rekenpunt wijzigen Nieuwe rekenpunten invoegen WEGVAK VERWIJDEREN REKENPUNT OF OVERDRACHTSLIJN VERWIJDEREN WEGVAKKEN AAN ANDERE WEGBEHEERDER OVERDRAGEN MAATREGELGEBIEDEN Maatregelgebieden afbeelden Kenmerken maatregelgebied wijzigen Wijzigen geometrie maatregelgebied Toevoegen nieuw maatregelgebied CONTROLE INVOERGEGEVENS IN DE KAART NIEUWE EXPORT GEGEVENSBESTANDEN PROEFBEREKENING NSL-REKENTOOL REKENRESULTATEN ANALYSE REKENRESULTATEN In de kaart In csv-bestanden In shape-bestanden COMMUNICATIE RESULTATEN AFSLUITING VAN DE MONITORINGSRONDE BIJLAGEN Bijlage 1 Begrippenlijst Bijlage 2 Voortgangsformulieren Bijlage 3 Formaat bestanden Monitoringstool Bijlage 3.1 Formaat wegvakkenbestand Bijlage 3.2 Formaat Rekenpuntenbestand Bijlage 3.3 Formaat Resultatenbestand Bijlage 3.4 Formaat Maatregelgebiedenbestand Bijlage 4 Toelichting parameters Bijlage 4.1 Wegtypen Bijlage 4.2 Bomenfactor Bijlage 4.3 Voertuigcategorieën Bijlage 4.4 Snelheid en stagnatiefactor Bijlage 4.5 Tunnelfactor Bijlage 5 Tijdschema Monitoring Pagina 5 van 144

6 Handleiding Monitoring NSL mei Inleiding 1.1 Voorwoord Dit document vormt een handleiding voor lokale en regionale overheden voor de uitvoering van de monitoringsactiviteiten van het Nationaal samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een samenwerkingsprogramma van de rijksoverheid en de decentrale overheden om te zorgen dat Nederland overal tijdig aan de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide zal voldoen. Om te waarborgen dat de luchtkwaliteitsnormen aan de hand van het NSL in 2011 en 2015 inderdaad zijn gehaald, wordt het programma gedurende de looptijd van het NSL gemonitoord. Voor een beschrijving van de monitoringstaken van de verschillende betrokken overheden kunt u het document met procesafspraken op de website van Kenniscentrum InfoMil raadplegen. 1.2 Opbouw Handleiding In hoofdstuk 2 worden de achtergronden gegeven van de monitoring NSL. Hoofdstuk 3 beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de NSL-coördinator. Hoofdstuk 4 beschrijft de monitoring uitstoot fijn stof door veehouderijen. Hoofdstuk 5 beschrijft het actualiseren in de Monitoringstool. Hoofdstuk 6 gaat in op het onderbouwen en accorderen van de gegevens. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op het actualiseren van de voortgangsformulieren voor projecten en maatregelen. Hoofdstuk 8 gaat in op de verkeers- en omgevingskenmerken in de Monitoringstool. In hoofdstuk 9 zijn de eigenschappen van de verschillende bestanden uit de Monitoringstool beschreven. In hoofdstuk 10 resp. 11 wordt uitleg gegeven over het werken met csv-bestanden en shape-bestanden. Controlemogelijkheden van invoerbestanden zijn beschreven in hoofdstuk 12. De stappen na het beschikbaar komen van de rekenresultaten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 13. In hoofdstuk 14 zijn diverse bijlagen opgenomen en vindt u een begrippenlijst, toelichting op de bestandsformaten, toelichting op de parameters en het tijdschema van de monitoring. 1.3 Aangebrachte wijzigingen in de handleiding De belangrijkste wijzigingen die in de handleiding versie zijn aangebracht: Hoofdstuk 4 is gewijzigd: het monitoren van veehouderijen verloopt in de monitoring 2013 op een andere wijze dan in De Monitoringstool wordt op dit punt gewijzigd, de handleiding wordt op dit punt nog aangevuld. Paragraaf 5.5 is gewijzigd: het actualiseringsproces verloopt in de Monitoringstool 2013 op andere wijze ten opzichte van eerdere versies van de Monitoringstool. Paragraaf 5.6 over foutmeldingen is toegevoegd. In deze paragraaf vindt u uitleg over mogelijke foutmeldingen die op kunnen treden tijdens het actualisatieproces. Daarnaast is uitleg opgenomen over foutmeldingen die naar aanleiding van de validatie van de bestanden worden gegeven. U kunt hier terug vinden waarom deze meldingen gegeven worden en wat de meldingen betekenen. Paragraaf 8.5 is toegevoegd met daarin uitleg over het koppelen van het verkeersmodel aan de bestanden van de Monitoringstool. Paragraaf is toegevoegd met daarin uitleg over links en rechts van de tekenrichting van de weg in de invoerbestanden. Paragraaf 9.7 is toegevoegd met daarin een toelichting op maatregelgebieden en bijbehorend bestand. Paragraaf 10.9 en paragraaf 11.9 is toegevoegd met daarin uitleg over het actualiseren van maatregelgebieden. Hoofdstuk 14 Bijlagen: aan de handleiding zijn een aantal bijlagen toegevoegd met daarin uitleg over begrippen, parameters en de bestandsformaten. Paragraaf geeft informatie over de toevoeging van kolommen voor dynamische maximum snelheden. Pagina 6 van 144

7 2 Achtergrond 2.1 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Nederland heeft gebruik gemaakt van de derogatie-mogelijkheid van de EU om te kunnen voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. De onderbouwing van het derogatieverzoek is gestoeld op het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een samenwerkingsprogramma van de rijksoverheid en de decentrale overheden in de gebieden waar de normen voor de luchtkwaliteit worden overschreden. Het laat zien dat Nederland nu en de komende jaren voortvarend werkt aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Het NSL heeft twee hoofddoelen: het verbeteren van de luchtkwaliteit ten behoeve van de volksgezondheid; het bieden van ruimte voor en bijdragen aan de onderbouwing van ruimtelijke projecten. Aan de hand van het NSL laat Nederland zien dat voor het einde van de derogatie termijnen aan de grenswaarden voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) wordt voldaan. In de overschrijdingsgebieden werken de rijksoverheid en provinciale en gemeentelijke overheden samen in gebiedsgerichte programma s om de luchtkwaliteit verbeteren. Zo zorgen ze ervoor dat alsnog tijdig aan de grenswaarden wordt voldaan. Het NSL is een bundeling van alle programma s en alle maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, rekening houdend met de effecten van noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen. 2.2 Monitoring van het NSL Het NSL kan zijn functie bij de onderbouwing van projecten op het punt van luchtkwaliteit alleen vervullen, als ook tijdens de uitvoering van het programma duidelijk is dat het uitgangspunt, dat overal tijdig de grenswaarden worden gehaald, van kracht blijft. De monitoring is dan ook een wezenlijk onderdeel van het NSL en voor het bereiken van de doelstellingen. In de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) zijn de hoofdlijnen van de monitoring van het NSL vastgelegd. Zo dient de voortgang van de uitvoering van in het NSL opgenomen luchtkwaliteitsbeheersende maatregelen en van de uitvoering van de IBM-projecten te worden bijgehouden en moet de ontwikkeling van de luchtkwaliteit worden gevolgd. Via de trendmatige ontwikkeling van de achtergrondconcentraties zal ook de omvang van het geheel van NIBM-projecten in beeld worden gebracht. Elk jaar zal op deze punten de stand van zaken worden bepaald. Op deze wijze zullen zowel de voortgang van de acties die in positieve en negatieve zin van invloed zijn op de luchtkwaliteit, als het resultaat daarvan in termen van de verwachte ontwikkeling van de luchtkwaliteit, in beeld worden gebracht. 2.3 Monitoringstool Voor het bijhouden van de voortgang van de uitvoering van de IBM-projecten en de maatregelen is een eenduidige werkwijze ontwikkeld, die in alle NSL-regio s wordt toegepast. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande regionale en lokale gegevensbronnen. Met deze gegevens kan aan de hand van het monitoringsinstrument voor het NSL, de Monitoringstool, tot op lokaal niveau een volledig beeld worden berekend van de luchtkwaliteit over het afgelopen jaar en voor de zichtjaren 2011 (vanaf Monitoringsronde 2013 geen zichtjaar meer), 2015 en De benodigde gegevens komen van de jaarlijkse update van de GCN-kaarten, waarin de meest recente inzichten rond de ontwikkeling van de luchtkwaliteit zijn meegenomen en de gegevens van de IBM projecten, de lokale maatregelen en de verkeersgegevens. Naast (en voor) het bepalen van de luchtkwaliteit wordt in de Monitoringstool de voortgang van de in het NSL opgenomen IBM-projecten en maatregelen geregistreerd. Voor de in het NSL Pagina 7 van 144

8 opgenomen projecten en maatregelen bestaat de mogelijkheid 1 om deze door andere te vervangen en om nieuwe maatregelen en projecten toe te voegen. In de Monitoringstool moeten deze wijzigingen worden bijgehouden. 2.4 Opzet Monitoringstool De Monitoringstool vormt een centraal onderdeel in het proces van de Monitoring van het NSL en bestaat uit verschillende onderdelen. De Monitoringstool bestaat uit een website, een achterliggende centrale database en een daaraan gekoppelde rekenkern. In onderstaand figuur is op schematische wijze weergegeven wat de Monitoringstool omvat. Schiphol & Veehouderijen (IenM) Generieke invoer bv. emissiefactoren, meteo, achtergrondconcentraties (IenM) Lokale invoergegevens voortgang projecten/maatregelen en actualisatie verkeerscijfers (Lokale overheden, IenM) Rekentool - Binnenstedelijke wegen (SRM1) - Buitenstedelijke wegen (SRM2) Monitoring database - Actualisatie gegevens (restricted) - Inzien gegevens (openbaar) = (reken)resultaten = monitoringstool Monitoringsrapportage - voortgang projecten en maatregelen - zicht op knelpunten en wijzigingen in invoergegevens die van invloed zijn op knelpunten (generiek, lokaal) Figuur 1. Schematische weergave van de NSL Monitoringtool Invoergegevens: In de witte blokken staat welke invoergegevens door wie ingevoerd worden. De invoergegevens bestaan uit twee type gegevens: het eerste betreft de gegevens die door het Ministerie worden vastgesteld. Dit zijn wettelijk voorgeschreven gegevens en betreffen de generieke gegevens voor heel Nederland, bijvoorbeeld de emissiefactoren, meteorologische gegevens en de grootschalige achtergrondconcentraties. Het tweede type invoergegevens betreft de gegevens afkomstig van (lokale) overheden. Dit zijn bijvoorbeeld kenmerken van wegen, verkeerscijfers, de maatregeleffecten en de ligging van reken- en toetspunten. De wegbeheerders zijn verantwoordelijk voor de aanlevering en de kwaliteit en volledigheid van de lokale invoergegevens. De gegevens worden jaarlijks geactualiseerd. Wat niet wordt aangepast blijft vigerend. Website De website vormt het portaal voor het wijzigen en inzien van gegevens. Het wijzigen van gegevens is alleen mogelijk via een afgesloten deel van de website. Het inzien van een belangrijk deel van de invoergegevens, de voortgang van projecten en maatregelen en de rekenresultaten is na de jaarlijkse (bestuurlijke) vaststelling voor iedereen mogelijk via het openbare deel van de website. Het instrument wordt beschikbaar gesteld op 1 Artikel 5.12, twaalfde lid, van de Wet milieubeheer Pagina 8 van 144

9 Het instrument dat tot en met monitoringsronde 2011 is gebruikt, blijft beschikbaar op De gegevens die gebruikt zijn bij de vaststelling van het NSL in 2009 zijn alleen via dit instrument te exporteren of in te zien via bijbehorende kaartviewer. Monitoring database De invoergegevens worden door de wegbeheerders geïmporteerd via de website en komen dan vervolgens in een database terecht. Deze database vormt in feite het hart van de Monitoringstool. In de centrale database wordt het grootste deel van de gegevens bewaard, inclusief de jaarlijkse geactualiseerde gegevens. Rekentool De rekentool is het rekenkundige hart van de Monitoringtool waarmee alle berekeningen worden uitgevoerd. Met de rekentool is het ook voor iedereen mogelijk om (afzonderlijk) eigen berekeningen te doen conform de uitgangspunten van de NSL Monitoring. De versies van de Rekentool rekenen conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit zoals die van kracht was aan het begin van betreffend jaar. Zie voor verdere informatie over de rekentool de betreffende pagina op de website van Kenniscentrum InfoMil. Resultaten, analyse en rapportage Na de jaarlijkse actualisatie van gegevens gebruikt Bureau Monitoring een bevroren kopie van de database voor het opstellen van de monitoringsrapportage. De rekenresultaten worden in het monitoringsproces niet specifiek gecontroleerd of beoordeeld. Het Bureau Monitoring is verantwoordelijk voor het samenvoegen van de rekenresultaten in voortgangsrapportage van de Monitoring. Het deel over rekenresultaten en het instrumentarium wordt door het RIVM uitgevoerd. Kenniscentrum InfoMil vult dat aan met het deel dat is gebaseerd op de voortgangsformulieren van projecten en maatregelen. De monitoringsrapportage wordt afgestemd met de NSL-partners. Pagina 9 van 144

10 3 Taken NSL-coördinator De NSL-coördinator is de vaste schakel tussen het Bureau Monitoring en de betreffende overheidsinstantie. Zo kan worden geborgd, dat de informatiestroom tussen het Bureau Monitoring en de NSL-partners goed verloopt. Bureau Monitoring gaat uit van één aanspreekpunt per NSL partner, de NSL-coördinator, die per bereikbaar zal zijn via het adres (bijv. Geef het adres van de NSL-coördinator en bijbehorende contactpersoon per door aan Bureau Monitoring via 3.1 Afstemming Voor het goed laten verlopen van het monitoringsproces is de bijdrage van een aantal disciplines binnen een overheid nodig. Zo is de gecoördineerde input nodig van de afdelingen milieu, verkeer, ruimtelijke ordening en gemeentewerken. Het is van belang te onderkennen dat in de uitvoering van het NSL veel zaken met elkaar samenhangen en dat nauwe samenwerking tussen deze werkvelden vereist is. De stand van zaken rond de luchtkwaliteit is een wezenlijke factor voor het (kunnen) doorvoeren van infrastructurele en ruimtelijke ordeningstrajecten en voor het bepalen dat de luchtkwaliteit binnen de NSL normen blijft, is input van bovengenoemde afdelingen nodig, die op hun beurt moeten worden voorzien van voor hun relevante informatie. De NSL-coördinator heeft hierin een wezenlijke taak. Afstemming moet ook plaatsvinden tussen overheden. Het is van groot belang om tijdig belangrijke zaken af te stemmen met wegbeheerders in uw directe omgeving indien er sprake is van wijzigingen. Het betreft bijvoorbeeld het afstemmen van verkeersintensiteiten op gezamenlijke kruisingen van wegen, het verstrekken van informatie over wijzigingen in uw eigen gegevens die gevolgen kunnen hebben voor anderen, en het indienen van wijzigingsverzoeken aan andere wegbeheerders. Door tijdig af te stemmen blijft er voldoende tijd over voor de betrokken wegbeheerders om eventueel actie te ondernemen. 3.2 Knelpunten en maatregelen Vanaf het vrijkomen van de resultaten van de monitoringsronde (1 juli), kan de NSL-coördinator een eerste analyse maken van de stand van zaken: is er sprake van knelpunten, gaat het om nieuwe of hardnekkige oude knelpunten, die om nieuwe maatregelen vragen? Is duidelijk wie de bronhouder is van de knelpunt(en) of dient hierover met andere partners overeenstemming te komen. Waarover dienen regionale partners te worden ingelicht? Is de voortgang van de uitvoering van de projecten en met name de maatregelen conform de planning? Op basis van deze analyse kan vanaf juli een ambtelijk traject worden ingezet om nieuwe maatregelen te formuleren en het bestuur te informeren over de noodzaak van bestuurlijke vaststelling van nieuwe maatregelen. Onderdeel van dit traject is het informeren en afstemmen met de regionale partners. Dit is het geval tussen gemeentes en provincies, regionale diensten van RWS en (aangrenzende) gemeentes. Het ligt voor de hand om de reeds bestaande RSL-overlegstructuren hiervoor te gebruiken. Dit afstemmingsmoment moet bij voorkeur al in juli plaatsvinden, zodat voldoende ruimte blijft bestaan voor de bestuurlijke trajecten. Thema s voor afstemming zijn de afspraken over wie de knelpunthouder(s) is/zijn, informeren over de voortgang van grensoverschrijdende projecten en maatregelen en over nieuwe projecten. De Overleggroep Monitoring, waarin de overheden zitting hebben, is de plaats waar onoverkomelijke problemen (hardnekkige (nieuwe) knelpunten, knelpuntactiehouders, ingebracht kunnen worden. Intern overleg is tussentijds noodzakelijk om realistische oplossingsrichtingen in de vorm van nieuwe maatregelen te concretiseren. Daarbij is het advies om de inbreng van alle disciplines (verkeer, milieu, ruimtelijke ordening) te verkrijgen. Pagina 10 van 144

11 De afstemmingsoverleggen leiden idealiter tot een notitie (15 oktober) waarmee de NSLcoördinator, tezamen met de Monitoringsrapportage (1 oktober) het bestuur informeert. Daarmee kan het bestuurlijk traject (ter goedkeuring van nieuwe maatregelen) een aanvang krijgen en kunnen de nieuwe maatregelen uiteindelijk formeel worden gemeld bij het Ministerie. 3.3 (Nieuwe) Projecten Naast de analyse van de monitoringsresultaten moeten nieuwe IBM-projecten in de volgende fase worden betrokken. Deze moeten formeel binnen het NSL worden vastgesteld en goedgekeurd. Dit traject maakt geen deel uit van de monitoringsfase, het resultaat (een nieuw project met daaraan gekoppelde maatregelen) komt echter wel in de Monitoringstool terecht. Voor meer informatie over de te volgen procedure, zie de website van Infomil. Bij voorkeur moet de NSL-coördinator vóór 1 november een duidelijk beeld van de voortgang van bestaande projecten hebben, zodat het een up-to-date projectenlijst op die datum aan de eigen verkeersafdeling en die van de regionale NSL-partners kan leveren. De projectenlijst is ook van belang voor de regionale partners, zo hebben bijvoorbeeld de provincies soms projectgegevens nodig van de gemeenten om hun voortgangsformulieren in te vullen. De NSL-coördinator moet hiervoor de informatie van ruimtelijke ordening en gemeentewerken verzamelen. Met deze informatie kan dan de verkeersafdeling de verkeersgegevens aanpassen. 3.4 Verkeer Voor het invoeren van de verkeersgegevens en wegkenmerken zijn niet alleen projectgegevens noodzakelijk. De afdeling verkeer betrekt met name de tellingen en modelaanpassingen uit haar eigen beheer. Bovendien is afstemming met aangrenzende wegbeheerders noodzakelijk, vanwege de onderlinge beïnvloeding van de modellen. Afstemming van de verkeersmodellen tussen de regionale partners moet rond 1 maart plaatsvinden, zodat de modellen zonodig kunnen worden bijgesteld. Intern moet de NSL-coördinator de informatie-uitwisseling over de weg- en omgevingskenmerken stroomlijnen. Deze gegevens zijn vaak niet aanwezig bij de afdeling verkeer. Het gaat hier bijvoorbeeld om veranderingen in bomenfactoren, gevelafstanden, schermen en toepasbaarheidsbeginsel gebieden. Als eind maart de verkeersmodellen door de verschillende partijen zijn geactualiseerd kan de NSL-coördinator een laatste afstemmingsoverleg tussen de partners plannen. Het gaat dan om de vragen of er geen grote inconsistenties zijn (bij de aanknopingspunten), of grote IBMprojecten elkaar onderling sterk beïnvloeden en, vanzelfsprekend, waar mogelijk knelpunten ontstaan. De definitieve verkeersgegevens kunnen nu worden vastgesteld. Het is daarbij goed nogmaals stil te staan bij het feit, dat de bronhouders verantwoordelijk zijn voor de aangeleverde gegevens en dat een onderbouwing van de ingediende gegevens daarin een belangrijk uitgangspunt is. Pagina 11 van 144

12 3.4.1 Wat wanneer actualiseren - voortgangsformulieren Onderstaand schema laat u zien wanneer en hoe uitgebreid u de voortgangsformulieren dient te actualiseren. Zie hoofdstuk 7 voor een nadere toelichting op inhoud en werkwijze. Pagina 12 van 144

13 3.4.2 Wat wanneer actualiseren - verkeersgegevens Onderstaand schema laat u zien wanneer en hoe uitgebreid u de verkeersgegevens dient te actualiseren. Zie hoofdstuk 8 voor een nadere toelichting op inhoud en werkwijze. [1] U stemt dit af met uw buurgemeenten en de bronbeheerders. [2] Enkele voorbeelden van significante wijzigingen worden op de volgende pagina toegelicht. [3] Uitleg over handmatige invoer via CSV of de kaart, zie paragraaf 5.3 en hoofdstuk 10. [4] Uitleg over geautomatiseerd invoeren/actualiseren via shape, zie hoofdstuk 11. [5] Uitleg over de mate van actualisatie/onderbouwing, zie paragraaf 8.3 en 8.4. [6] Als het verkeersmodel is gewijzigd, controleer dan of alle (wijzigingen van de) NSLprojecten en -maatregelen hierin meegenomen zijn. Pagina 13 van 144

14 Voorbeelden niet significante of significante wijzigingen: Op een inbreidingslocatie wordt een nieuw winkelpand met daarboven twee appartementen gerealiseerd. De winkel is aan een drukke straat gelegen en zal weinig klanten met auto aantrekken. Voor de bevoorrading zal drie keer per week een vrachtwagen langskomen. De appartementen zorgen voor 12 extra verkeersbewegingen. Dit is géén significante wijziging van de verkeersintensiteit. Als gevolg van een uitbreiding van het winkelcentrum worden in de Hoofdstraat 3800 extra vervoersbewegingen verwacht, waarvan 4% vrachtverkeer. Dit noemen we een significante wijziging van de verkeersintensiteit. Per situatie dient het bevoegd gezag zelf af te wegen of er sprake is van een significante wijziging. Dit is ondermeer afhankelijk van de lokale situatie. 3.5 Tijdschema Het leidende tijdsschema van de monitoring NSL wordt op de website van Kenniscentrum InfoMil beschreven onder: NSL - Monitoring en rapportage. Voor een uitgebreide beschrijving kunt u ook het document met procesafspraken raadplegen, welke ook op de website van Kenniscentrum InfoMil te vinden is. Pagina 14 van 144

15 4 Veehouderijen en Monitoring NSL 4.1 Monitoring uitstoot fijn stof door veehouderijen De monitoring van de veehouderijen vindt, vanaf de Monitoringsronde 2013, plaats door gebruik te maken van de Monitoringstool. De lokale veehouderijgegevens in de Monitoringstool 2013 zijn een exacte kopie van de gegevens die gebruikt zijn in de Monitoringsronde U dient na te gaan of de gegevens nog steeds in overeenstemming zijn met de vergunning of melding. Van u wordt verwacht de in de Monitoringstool aanwezige invoergegevens te controleren en indien nodig te actualiseren Het bijwerken van de voortgangsformulieren voor het monitoren van de voortgang van de maatregelen kan nog niet in de Monitoringstool plaatsvinden. Het versturen van de formulieren gaat per . In paragraaf 4.3 is beschreven op welke wijze de gegevens aangepast en toegevoegd kunnen worden. Het voortgangsformulier is beschreven in paragraaf 4.4 en 4.5. Dit deel van de handleiding verwijst waar mogelijk naar handleidingen en instructies die op de website van Kenniscentrum InfoMil te vinden zijn, zoals de handreiking fijn stof bij veehouderijen, invoerinstructie ISL3a en invoerinstructie voor V-Stacks vergunning. 4.2 Toelichting op de invoervelden De toelichting op de invoervelden is in de tabellen 4.1 t/m 4.7 opgenomen. In deze tabellen is voor elk invoerveld en van elke invoer het volgende beschreven: Onder eigenschap is het gevraagde gegeven opgenomen. Als een invoerveld verplicht is, dan is dit met een asterisk aangeduid. Onder Domein zijn de gevraagde gegevens aangegeven en tevens welke bijzonderheden voor de invoergegevens gelden. Eventuele beperkingen zijn hier ook beschreven, bijvoorbeeld dat er een maximum geldt voor het aantal invoertekens of dat alleen het gebruik van positieve gehele getallen toegestaan is. Onder Omschrijving is een nadere omschrijving opgenomen van de gevraagde informatie die gevraagd. Voor elk invoerscherm is een aparte tabel gemaakt. Verder geeft tabel 4.5 een beknopt overzicht van de RAV-categorieën. Tabel 4.6 geeft per (RAV) code een korte beschrijving van te treffen additionele emissiebeperkende technieken. Pagina 15 van 144

16 Tabel 4.1 Veehouderijen actualiseren / Veehouderijgegevens toevoegen Eigenschap Domein Omschrijving Id nr Sleutelwaarde Een identificatienummer dat voor elke veehouderij binnen het systeem van de NSL Monitoring uniek is. Jurisdictie * Te selecteren De gemeente of provincie waarbinnen de veehouderij is gelegen en die als bevoegd gezag fungeert. Bedrijfsnaam * / adres Datum vergunning Max 50 tekens Standaardisatie datum notatie De naam en het adres van het bedrijf. De datum van afgifte van de huidige milieuvergunning. Opties Keuzeopties Mogelijkheid tot bewerken of verwijderen van veehouderijgegevens. Tabel 4.2 Gebouw toevoegen of bewerken Eigenschap Domein Omschrijving Id Sleutel Een unieke identificatie van een gebouw binnen het systeem van NSL Monitoring. X of Y * Puntgeometrie De geometrie is een punt dat de locatie van het gebouw aangeeft. De locatie van dit punt is gelijk aan de werkwijze in ISL3a. De coördinaat is uitgedrukt in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting. Breedte * Lengte * Hoogte * Oriëntatie * Positief geheel getal Domein: Positief geheel getal Domein: Positief geheel getal Domein: Positief geheel getal Domein: De gebouw-(stal)coördinaten moeten vallen binnen de gemeentegrenzen. Breedte van het gebouw uitgedrukt in meters. Lengte van het gebouw uitgedrukt in meters. Hoogte van het gebouw uitgedrukt in meters. De richting van het gebouw uitgedrukt in graden. De werkwijze waarop de richting moet worden bepaald is beschreven in de invoerinstructie ISL3a op de website van InfoMil, onder de gemiddelde gebouwhoogte. * verplicht veld Pagina 16 van 144

17 Tabel 4.3 Emissiebron toevoegen of bewerken Eigenschap Domein Omschrijving Id Sleutel Een unieke identificatie van een emissiebron binnen het systeem van NSL Monitoring. X of Y * Puntgeometrie De geometrie is een punt dat de locatie van het gebouw aangeeft. De locatie van dit punt is gelijk aan de werkwijze in ISL3a. De coördinaat is uitgedrukt in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting. De coördinaten van de emissiebron moeten vallen binnen de coördinaten van het gebouw. Hoogte (m) * Diameter (m) * Uittredesnelheid (m/s) * Positief geheel getal Domein: Decimaal toegestaan Positief geheel getal Domein: 0-10 Decimaal toegestaan. Standaardwaarde: 0,50 Positief geheel getal Decimaal toegestaan. Toegestane standaardwaarde: 0.1 tot 15 De hoogte waar de emissie vrij komt, uitgedrukt in meters. De diameter van de emissiebron uitgedrukt in meters. De snelheid waarmee de emissie vrij komt, uitgedrukt in m/s. Pagina 17 van 144

18 Tabel 4.4 Staltype Eigenschap Domein Omschrijving Code * RAV-nummer (enkele keuzeopties) Het RAV-nummer (Regeling ammoniak en veehouderij) waarmee de bijbehorende emissiefactor wordt bepaald. Info * N.v.t. Indien deze optie wordt aangeklikt, verschijnt een nadere beschrijving van de diercategorie en het huisvestingssysteem die bij de gekozen RAV-code hoort. Aantal dieren * Numeriek Het aantal dieren dat wordt gehouden bij de emissiebron (in het gebouw). Emissiefactor N.v.t. Geef de emissiefactor (gram/dier/jaar) weer behorend bij de gekozen RAV-code. Additionele techniek BWL-code (enkele keuzeopties) Betreft de keuzemogelijkheid om een additionele techniek te kunnen selecteren. Een nadere beschrijving van de letters en nummers, behorende bij de gekozen additionele techniek, zie paragraaf 4.6 en in de RAV-codelijst. Reductiefactor N.v.t. De reductiefactor die is toegekend aan de additionele techniek. Tabel 4.5 De RAV-categorieën benoemd Categorie Omschrijving A B C D E F G H Rundvee Schapen Geiten Varkens Kippen Kalkoenen Eenden Pelsdieren * verplicht veld Pagina 18 van 144

19 Tabel 4.6 Overzicht codes voor de nageschakelde technieken Code Categorie HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN E 7 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof E 7.1 oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL ) E 7.2 ionisatiesysteem met negatieve coronadraden; 49% emissiereductie fijn stof (BWL ) E 7.3 waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL V1) E 7.4 droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL ) E 7.5 ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL ) E 7.6 warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL ) E 7.7 warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL ) HOOFDCATEGORIE F: KALKOENEN F 6 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof F 6.1 oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL ) F 6.2 waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL V1) F 6.3 droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL ) F 6.4 ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL ) F 6.5 warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL ) F 6.6 warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL ) HOOFDCATEGORIE G: EENDEN G 4 additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof G 4.1 waterluchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof (BWL V1) G 4.2 droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof (BWL ) G 4.3 ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL ) G 4.4 warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof (BWL ) G 4.5 warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof (BWL ) Deze tabel is opgemaakt op basis van de RAV-lijst die als bijlage in de Regeling ammoniak en veehouderij is opgenomen. Aanvullende informatie over de RAV-codes is terug te lezen op de website van InfoMil. De emissiefactoren fijn stof voor de veehouderij zijn gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid. Deze zijn voor het laatst geactualiseerd in maart De emissiefactoren zijn per diercategorie en huisvestingssysteem weergegeven, overeenkomstig het systeem van bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij. Pagina 19 van 144

20 Tabel 4.7 Rekenpunt toevoegen of bewerken Eigenschap Domein Omschrijving Id Sleutel Een unieke identificatie van een rekenpunt gelegen bij een TBO (te beschermen object) binnen het systeem van NSL Monitoring. X of Y * Puntgeometrie De geometrie is een punt dat de locatie van het rekenpunt aangeeft. De locatie van deze punt is gelijk aan de werkwijze in ISL3a. Type rekenpunt Vaste set met selectiemogelijkheden Hier kan worden aangegeven of het rekenpunt ligt ter plaatse van: - een burgerwoning - de eigen bedrijfswoning - de bedrijfswoning van derden - overig De categorie overig is bestemd voor elk rekenpunt dat niet onder te brengen is onder de voorgaande beschrijvingen. Zoals een sportcomplex of een ander te beschermen object * verplicht veld 4.3 Invoervelden voor toevoegen of bewerken rekenpunten In deze paragraaf staat de toelichting op welke wijze de gegevens in de Monitoringstool kunnen worden ingevuld. Voor het wijzigen van gegevens met betrekking tot veehouderijen heeft u wijzigingsrechten nodig. Meer informatie over het aanvragen van rechten staan in paragraaf 5.2 van deze handleiding. Pagina 20 van 144

21 1 Om Handleiding Monitoring NSL april 2013 Stap 1: starten te kunnen starten met het monitoringsproces moet u zijn ingelogd (1) en moet u klikken op de optie veehouderijen onder actualiseren (2). 1 2 Stap 2: veehouderij invoegen of wijzigen In het volgende scherm verschijnt een overzicht met daarin alle veehouderijgegevens zoals die op dit moment bij Bureau Monitoring bekend zijn. In dit invoerscherm kunt u invoergegevens toevoegen (3) en bewerken of verwijderen (4). 3 4 Pagina 21 van 144

22 Stap 3: veehouderijgegevens toevoegen of wijzigen Indien u de optie veehouderij toevoegen of bewerken aanklikt, verschijnt het onderstaande scherm. Na het invullen van de gegevens in het bovenste veld, slaat u deze op (5). 5 Pas nadat de gegevens uit het bovenste veld zijn ingevuld en opgeslagen in de database, kunt u de gegevens in de onderstaande velden (Gebouwen (stallen) en Rekenpunten) toevoegen of bewerken. Dit is alleen van toepassing bij het toevoegen van een nieuwe veehouderij. Pagina 22 van 144

23 Stap 4: Opgeven nieuwe stallen en rekenpunten In de volgende stap voert u nieuwe gebouwen (= stallen) en rekenpunten toe. De betreffende knoppen verschijnen in hetzelfde scherm (6). 6 Stap 5 Algemeen: keuzes omtrent invoer De invoergegevens komen overeen met die voor een luchtkwaliteitsberekening met behulp van ISL3a. In de handreiking fijn stof bij veehouderijen is beschreven op welke wijze u de gegevens invoert. Op basis van deze gegevens is te herleiden met welke keuzes een veehouderij het beste is te modelleren. De invoerinstructie ISL3a en de handleiding V-stacks geven nadere detailinformatie omtrent de invoer. Het betreft dan bijvoorbeeld de wijze waarop de oriëntatie van het gebouw (= de stal) moet worden bepaald. Pagina 23 van 144

24 Stap 5A: invoeren gebouwgegevens In deze velden geeft u de dimensies van het gebouw op. Het betreft de invoergegevens die voor een ISL3a-berekening nodig zijn. Voor een toelichting, zie ook de invoerinstructies ISL3a. De geometrie (x- en y- coördinaten) kiest u binnen de eigen jurisdictie. Een gebouw toevoegen buiten de eigen jurisdictie is niet mogelijk. Pagina 24 van 144

25 Stap 5B: Emissiebron toevoegen Nadat de gebouwdimensies zijn opgeslagen, kunnen een of meer emissiebronnen aan het gebouw worden gekoppeld. De benodigde knop wordt zichtbaar nadat de gebouwdimensies zijn opgeslagen. 7 Pagina 25 van 144

26 Stap 5C: Emissiebron bewerken Nadat het aanklikken van de knop Emissiebron toevoegen kunt u de algemene emissiekarakteristieken van de bron invoeren (zie onderstaande figuur). Indien deze zijn ingevoerd en opgeslagen, verschijnt de mogelijkheid om met behulp van de RAV-codes 2 (aangeduid als Code ) en aantallen dieren de emissiesterkte van de stal te definiëren. Per RAV-code kan een rij worden toegevoegd. Ook is het mogelijk om op te geven of er een additionele techniek is getroffen. In tabel 4.6 is een toelichting op de codes voor de additionele technieken opgenomen. De emissie- en reductiefactor verschijnen eveneens, ter controle, in beeld. 2 Voor elk soort dier en elk stalsysteem is een code gedefinieerd. Dit wordt de RAV-code genoemd. De RAV-codes zijn afkomstig van de bijlage bij de wettelijke Regeling ammoniak en veehouderijen. Pagina 26 van 144

27 Stap 6: rekenpunt toevoegen Nadat de dimensies van de stal en hun bronsterkte zijn gedefinieerd, voegt u de rekenpunten toe. Deze mogelijkheid is te benaderen vanuit het scherm dat onder stap 4 is genoemd. Dit scherm benadert u door terug te gaan naar het beginscherm en te kiezen voor het wijzigen van de veehouderijgegevens van de betreffende veehouderij. Van het rekenpunt geeft u de (Rijksdriehoeks)coördinaten (X en Y) op. Net als de definitie van het type rekenpunt. Er kan een keuze gemaakt worden uit Burgerwoning, Bedrijfswoning op terrein eigen veehouderij, Bedrijfswoning van naastgelegen inrichtingen en Overig. De categorie Overig heeft betrekking op alle overige rekenpunten, die niet te duiden zijn onder een van de eerste drie typen. De geometrie (x- en y- coördinaten) van de rekenpunten moet worden gekozen binnen de eigen jurisdictie. Een keuze buiten de eigen jurisdictie heeft een foutmelding tot gevolg. Pagina 27 van 144

28 4.4 Formulier voortgang maatregelen De gemeenten die de voortgang van maatregelen dienen te melden, kunnen dit met onderstaand formulier doen. In paragraaf 4.5 is de toelichting bij het voortgangsformulier opgenomen. 1. Gemeente: 2. Aantal knelpuntveehouderijen binnen uw gemeente op basis van NSL monitoringsronde Voortgang aanpak fijn stof bij veehouderijen Fasen: Aantal veehouderijen: 1. Probleemanalyse en selectie maatregelen 2. Lopende vergunningprocedure 3. Vergunning verleend 4. Maatregelen gerealiseerd Geen (zie onder) Reden van geen voortgang: 4. Planning aanpak overschrijdingen Jaar waarin er overschrijdingen zijn/worden weggenomen: Aantal veehouderijen: Voor Na 2014 Onbekend 5. Gerealiseerde maatregelen Type maatregel: Aantal veehouderijen: a. oliefilmsysteem met drukleidingen b. ionisatiesysteem met negatieve coronadraden c. water luchtwassysteem d. gecombineerd luchtwassysteem e. enkelvoudig luchtwassysteem (biologisch of chemisch) f. ionisatiefilter Pagina 28 van 144

29 5. Gerealiseerde maatregelen (vervolg) g. warmtewisselaar h. mestnadroogsysteem i. aanpassen emissiepunt j. gebiedsgerichte aanpak k. overig, namelijk 6.Maatregelen bij veehouderijen die geen knelpuntbedrijf zijn op basis van NSL monitoringsronde 2012 a. Zijn er emissiereducerende maatregelen getroffen bij veehouderijen die momenteel geen knelpuntbedrijf zijn. b. zo ja, om hoeveel bedrijven gaat het? ja nee 7. Opmerkingen 8. Referentie 4.5 Toelichting bij voortgangsformulier Het formulier is bestemd voor gemeenten, waar tijdens de monitoring in 2012 een overschrijding is geconstateerd bij woningen in de directe omgeving van veehouderijen. Op dit formulier kunnen gemeenten de voortgang in de aanpak van de overschrijdingen aangeven. De informatie in de formulieren wordt verwerkt in de jaarlijkse monitoringsrapportage. Toelichting per onderdeel van het formulier: 1. Gemeente Naam van de gemeente. 2. Aantal knelpuntveehouderijen binnen uw gebied Hier vult u het aantal veehouderijen in waarvoor geldt: - deze veehouderijen zijn onderzocht tijdens de NSL Monitoringsronde in 2012, - bij een of meer toetspunten bij deze veehouderijen is een normoverschrijding geconstateerd. Op 3 oktober 2012 is aan elke gemeente een verzonden met daarin de rekenresultaten van de NSL monitoring. Pagina 29 van 144

30 Uit dit overzicht is terug te halen welke veehouderijen een overschrijding kenden in Dit formulier moet worden ingevuld voor de bedrijven die in deze mailing zijn genoemd. Op verzoek kunnen de rekenresultaten nogmaals verzonden worden. Het is denkbaar dat er bij de gemeente meer veehouderijen bekend zijn waar sprake is van (potentiële) normoverschrijding. Het verzoek is om deze veehouderijen niet mee te nemen in het voortgangsformulier. In de berekeningen van de komende NSL monitoringsronde kunnen deze extra veehouderijen wel worden meegenomen. De aanpak van de knelpunten die uit de komende monitoringsronde naar voren komen kan dan worden aangegeven in de voortgangsformulieren voor de NSL Monitoring in Voortgang aanpak fijn stof bij veehouderijen Fasen Beschrijving van de fase waarin de aanpak van het knelpunt zich bevindt. 1. Probleemanalyse en selectie maatregelen De gemeenten en/of het bedrijf voeren detailberekeningen uit om zicht te krijgen op de precieze omvang van het knelpunt en aangrijpingspunten/effecten voor maatregelen. Het bedrijf is bezig met het opstellen van een plan/vergunningaanvraag 2. Lopende vergunningprocedure Er is een vergunningaanvraag ingediend. In de vergunningaanvraag zijn maatregelen opgenomen waarmee de normoverschrijding wordt aangepakt. 3. Vergunning verleend De definitieve vergunning is verleend. 4. Maatregelen gerealiseerd Bij het bedrijf is de maatregel gerealiseerd. Geen Ook als er geen voortgang is te melden willen we dit graag weten. Aantal veehouderijen Hier kan het totaal aantal knelpuntveehouderijen worden verdeeld over de genoemde fasen. Het totaal van alle fasen moet gelijk zijn aan het aantal dat is ingevuld bij vraag Planning aanpak overschrijdingen Jaar waarin de overschrijdingen zijn/worden weggenomen Beschrijving van het jaar waarin de overschrijdingen naar verwachting zijn weggenomen. Dit kan het jaar zijn waarin de vereiste maatregelen zijn gerealiseerd. De overschrijding kan bijvoorbeeld ook zijn weggenomen als uit de nadere probleemanalyse blijkt dat, op basis van de meest recente inzichten en gegevens, geen sprake (meer) is van een normoverschrijding. Er worden vijf categorieën onderscheiden: Voor Na 2014 Onbekend Aantal veehouderijen Hier kan het totaal aantal knelpuntveehouderijen worden verdeeld over de genoemde categorieën van realisatiejaren. NB Het totaal van alle categorieën moet gelijk zijn aan het aantal dat is ingevuld bij vraag Gerealiseerde maatregelen Type maatregel Pagina 30 van 144

31 Maatregelen die zijn gerealiseerd bij de verschillende bedrijven. De volgende maatregelen worden onderscheiden: a) oliefilmsysteem met drukleidingen De emissie van fijn stof (PM10) wordt beperkt door middel van het aanbrengen van een oliefilm op het strooisel en de inrichting van de stal. Hiervoor is in de stal een leidingensysteem aangebracht met nozzles waarmee iedere dag een vaste hoeveelheid olie wordt verspreid. De olie voorkomt dat het in het strooisel en op de inrichting aanwezige stof (opnieuw) in de lucht wordt gebracht. b) ionisatiesysteem met negatieve coronadraden De emissie van fijn stof (PM10) wordt beperkt door middel van het geven van een negatieve lading aan de stofdeeltjes in de stal. Hiervoor wordt in de stal een ionisatiesysteem met coronadraden aangebracht dat negatieve ionen verspreid. Door de negatieve lading slaan de stofdeeltjes neer op geaarde materialen in de stal. c) water luchtwassysteem De emissie van fijnstof (PM10) wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een luchtwassysteem. Het systeem bestaat uit een filterelement van het type dwarsstroom. Het betreft een kolom met vulmateriaal, waarover continu water wordt gesproeid. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt een deel van het fijnstof (PM10) opgevangen in het water, waarna dit zich ophoopt in de waterfase en/of bezinkt in de wateropvangbak d) gecombineerd luchtwassysteem De fijnstofemissie (PM10) wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een gecombineerd luchtwassysteem. Dit is een installatie die is opgebouwd uit twee filterwanden van het type dwarsstroom. De filterwanden betreffen achtereenvolgens een gecombineerde biologische/chemische wasstap (eerste filterwand ) en een discontinu bevochtigd biofilter (tweede filterwand). e) enkelvoudig luchtwasssysteem (biologisch of chemisch) De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een chemisch of biologisch luchtwassysteem. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof, waarna de gereinigde ventilatielucht het systeem verlaat. f) ionisatiefilter De emissie van fijnstof (PM10) wordt beperkt door de ventilatielucht door een horizontaal kanaal te blazen met achtereenvolgens een roterend grofstoffilter en een ionisatie-unit. Elke ventilator is voorzien van één systeem; het systeem wordt nageschakeld direct achter de ventilator. Het systeem functioneert volautomatisch. g) warmtewisselaar De wisselaar zorgt ervoor dat er warme ventilatielucht vanuit de stal verse lucht opwarmt. De opgewarmde verse ventilatielucht wordt in de stal uitgeblazen. Voor menging van de warme lucht met de aanwezige stallucht kan per diercategorie en huisvestingsysteem een andere techniek worden toegepast. In het condensatievocht dat zich vormt op de pakketten in de wisselaar blijft stof achter. Samen met aanhechting van stof aan de wanden van de kanalen resulteert dit in een reductie van de emissie van fijnstof. h) mestnadroogsysteem Diverse systemen voor het drogen van mest. i) aanpassen emissiepunt Het verplaatsen en/of verhogen van een emissiepunt. j) overig Alle maatregelen die niet vallen onder a t/m i, graag ook een nadere beschrijving van de maatregel invullen. Aantal veehouderijen Hier kan per maatregel worden aangegeven bij hoeveel knelpuntveehouderijen deze maatregel is gerealiseerd. Het totaal moet gelijk zijn aan het aantal dat is ingevuld bij fase 4 in vraag Maatregelen bij veehouderijen die geen knelpuntbedrijf zijn op basis van NSL monitoringsronde 2012 De intentie achter deze vraag is, om een beeld te krijgen van het aantal veehouderijen waar op basis van de NSL monitoringsronde 2012 geen sprake is van een overschrijding, maar waar wel emissiereducerende maatregelen zijn getroffen. Het gaat daarbij alleen om veehouderijen die in de inzoomacties (2010) of de NSL monitoringsronde 2011 een knelpunt waren, maar nu niet meer. Pagina 31 van 144

32 7. Opmerkingen Relevante opmerkingen over de vergunningsprocessen, de maatregelen, de bedrijven, etc. 8. Referentie Referentie naar relevante documentatie over beleid van de eigen overheid m.b.t. landbouw en fijnstof. Zo mogelijk verwijzen naar openbare documenten. Het is ook mogelijk hier een contactpersoon + contactgegevens op te nemen. Pagina 32 van 144

33 5 Actualiseren in de Monitoringstool 5.1 Mogelijkheden om in de Monitoringstool te actualiseren Het schema in hoofdstuk 3 laat u zien wanneer en hoe uitgebreid u de gegevens dient te actualiseren. Als actualiseren in de Monitoringstool noodzakelijk is, kunt u dit op verschillende manieren doen, afhankelijk van het feit of er veel of weinig aanpassingen nodig zijn. Indien bijvoorbeeld de verkeersintensiteit voor slechts enkele wegvakken gewijzigd moet worden, kan een gemeente ervoor kiezen om de gegevens in de kaart te wijzigen (paragraaf 5.3). Indien meerdere gegevens gewijzigd moeten worden, is het zinvol om gegevens uit de Monitoringstool te exporten en deze te wijzigen en deze vervolgens later weer te importen, zie voor verdere uitleg paragraaf 5.4 en Rechten en bevoegdheden In de Monitoringstool is onderscheid gemaakt tussen het bevoegd gezag en individuele inlogaccounts van gebruikers bij deze bevoegde gezagen. De invoergegevens hebben altijd één verantwoordelijke eigenaar: het bevoegd gezag, ook wel de wegbeheerder genoemd. Dit zijn de verschillende gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en waterschappen. Er kunnen echter wel meerdere gebruikers gekoppeld zijn aan een bevoegd gezag. Zodoende kan bijvoorbeeld een gemeente ervoor kiezen om bijvoorbeeld ook een milieudienst rechten te geven om de data van de gemeente aan te passen. Accorderen kan alleen door de wegbeheerder gedaan worden, tenzij deze schriftelijk toestemming heeft gegeven aan een andere partij om dat te doen. Een verzoek om een inlogaccount kunt u doen via Inloggen Registreren als nieuwe gebruiker. Alleen verzoeken van medewerkers van overheden nemen wij in behandeling. Bureau Monitoring zal een verzoek ter beoordeling voorleggen aan de NSL-coördinator van de overheid waaruit het verzoek komt. Een verzoek om wijzigingsrechten kunt u, als u reeds beschikt over een inlogaccount en ingelogd bent, doen op de pagina mijn account. Bureau Monitoring zal dit verzoek ter beoordeling voorleggen aan de NSL-coördinator van het bevoegd gezag waarvoor wijzigingsrechten zijn aangevraagd. Dat gebeurt ook als meerdere personen/inlog-accounts wijzigingsrechten aanvragen voor gegevens van één overheid. Het accorderen van de gegevens kan slechts door één persoon/ inlog-account met accorderingsrechten gedaan worden. Dit is bij voorkeur de NSL-coördinator. Het accorderen heeft betrekking op alle gegevens. Na het accorderen zijn alle wijzigingsrechten voor betreffende overheid ingetrokken en is het niet meer mogelijk om gegevens te wijzigen. De Monitoringstool heeft een extra selectiemogelijkheid bij het exporteren: een optie om alleen die gegevens te exporteren waarvoor de ingelogde gebruiker wijzigingsrechten heeft. Deze functie voorkomt dat u onbedoeld gegevens mist waarvan u wel beheerder bent. 5.3 Wijzigen in de kaart De Monitoringstool is voorzien van een kaart waarin de wegen, rekenpunten en maatregelgebieden te zien zijn. De werking en functionaliteiten van deze kaart zijn beschreven in een handleiding kaart monitoring NSL. De kaart met de huidige gegevens in de Monitoringstool voor de huidige monitoringsronde kunt u vinden op Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk links boven); Selecteer in het menu Filter de juiste monitoringsronde en het jaar waarvoor u de gegevens wilt wijzigen. In de rechter kolom vindt u de filtermogelijkheden voor de kaarten van de verschillende monitoringsrondes. De kaarten van reeds afgeronde monitoringsronden zijn openbaar, de kaart van de lopende monitoringsronde is afgeschermd en alleen te zien/openen in het gedeelte van de website achter de inlog. Pagina 33 van 144

34 5.3.1 Actualiseren verkeersintensiteiten in de kaart Indien slechts enkele wegvakken gewijzigd hoeven te worden, kan het bevoegd gezag er voor kiezen om de gegevens in de Kaart NSL van de lopende monitoringsronde te wijzigen. Gegevens in de kaart wijzigen kan alleen als u wijzigingsrechten voor betreffende wegbeheerder heeft. Voor de huidige monitoringsronde zijn gegevens nodig van het afgelopen jaar en de zichtjaren 2015 en Wijzigingen die u doorvoert in het ene jaar zijn niet automatisch doorgevoerd in de andere jaren. U kunt de wegvakken actualiseren in de Monitoringstool door de volgende stappen te volgen: Ga naar de website Klik op de knop Inloggen ; Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk links boven); Selecteer door middel van het filter de lopende monitoringsronde en het jaar waarvoor u wijzigingen aan wilt brengen; Vink in het filter wegvakken tonen aan; Zoom in op het gebied (d.m.v. selectie jurisdictie in de lijst van het filter of d.m.v. het vergrootglas); Selecteer in het menu links op de kaart selecteren ; Selecteer het gedeelte van de weg waarvoor u de verkeersgegevens wilt wijzigen - het geselecteerde weggedeelte wordt rood; Onderin het venster verschijnen de wegsegmenten; Klik op het segment dat u aan wilt passen - het eigenschappenvenster wordt geopend; Scroll naar beneden aan de rechterkant van het scherm en klik op bewerken ; Pas vervolgens de eigenschappen aan die u wilt wijzigen; Indien de wijzigingen van toepassing zijn voor de zichtjaren 2015 en 2020 kunt u een vinkje zetten bij andere jaren bij het jaar/ de jaren waarop de wijzigingen van toepassing is. Klik vervolgens onderaan op opslaan Actualiseren rekenpunten en overdrachtslijnen in de kaart In het geval er slechts enkele rekenpunten gewijzigd moeten worden, kan het bevoegd gezag dit in de kaart NSL doen. Nieuwe rekenpunten kunt u als volgt plaaten: Ga naar de website Klik op de knop Inloggen ; Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk boven); Selecteer door middel van het filter de lopende monitoringsronde en het jaar waarvoor u wijzigingen aan wilt brengen; Vink in het filter wegvakken tonen en rekenpunten tonen aan; Zoom in op het gebied (d.m.v. selectie in de lijst van het filter of d.m.v. het vergrootglas); Selecteer in het menu links op de kaart nieuw rekenpunt toevoegen ; Plaats vervolgens het nieuwe rekenpunt op de kaart. Pagina 34 van 144

35 Onderin het scherm verschijnen de kenmerken van dit rekenpunt, vul de gegevens aan; Indien het nieuwe rekenpunt ook voor de zichtjaren 2015 en 2020 moet worden opgeslagen, kunt u het vinkje bij beide jaren aanzetten door op het hokje voor het desbetreffende jaar te klikken; Klik vervolgens onderaan op opslaan. De eigenschappen van rekenpunten kunnen ook in de kaart worden gewijzigd. Ga naar de website Klik op de knop Inloggen ; Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk boven); Selecteer door middel van het filter de lopende monitoringsronde en het jaar waarvoor u wijzigingen aan wilt brengen; Vink in het filter wegvakken tonen en rekenpunten tonen aan; Zoom in op het gebied (d.m.v. selectie in de lijst van het filter of d.m.v. het vergrootglas); Selecteer in het menu links op de kaart selecteren ; Selecteer het rekenpunt dat u wilt wijzigen; Onderin het venster wordt het eigenschappenvenster geopend; Scroll naar beneden aan de rechterkant van het scherm en klik op bewerken ; Pas vervolgens de eigenschappen aan die u wilt wijzigen; Geef een goed gemotiveerde onderbouwing indien het vinkje bij NSL wordt uitgezet; Indien de wijziging(en) ook van toepassing is/zijn voor de zichtjaren 2015 en 2020 kunt u een vinkje bij deze jaren zetten bij jaar ; Klik vervolgens onderaan op opslaan. Overdrachtslijnen kunnen op onderstaande wijze worden toegevoegd: Ga naar de website Klik op de knop Inloggen ; Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk boven); Selecteer door middel van het filter de lopende monitoringsronde en het jaar waarvoor u wijzigingen aan wilt brengen; Vink in het filter ook wegvakken tonen, overdrachtslijnen tonen en rekenpunten tonen aan; Zoom in op het gebied (d.m.v. selectie in de lijst van het filter of d.m.v. het vergrootglas); Selecteer in het menu links op de kaart selecteren ; Selecteer het rekenpunt, waarvan u de overdrachtslijn wilt wijzigen; Onderin het venster wordt het eigenschappenvenster geopend; Scroll naar beneden aan de rechterkant van het scherm en klik op bewerken ; Pas vervolgens de eigenschappen aan die u wilt wijzigen; Indien u een overdrachtslijn wilt toevoegen, klikt u op voeg overdrachtslijn toe. Bovenin het scherm verschijnt de melding: Kies een wegvak op de kaart ; Sluit deze melding door op het kruisje te klikken of op door op sluiten te klikken. Pagina 35 van 144

36 Selecteer vervolgens op de kaart het wegvak waar de overdrachtslijn aan gekoppeld moet worden. Dit doet u door het oranje bolletje wat op het scherm verschijnt wanneer u met de muis beweegt op het desbetreffende wegvak te plaatsen; Vul vervolgens de juiste gegevens in bij wegtype en bomenfactor ; Klik vervolgens onderaan op opslaan. Overdrachtslijnen kunnen ook verwijderd worden in de kaart. U volgt dan onderstaande stappen: Ga naar de website Klik op de knop Inloggen ; Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL (in de blauwe balk boven); Selecteer door middel van het filter de lopende monitoringsronde en het jaar waarvoor u wijzigingen aan wilt brengen; Vink in het filter ook wegvakken tonen, overdrachtslijnen tonen en rekenpunten tonen aan; Zoom in op het gebied (d.m.v. selectie in de lijst van het filter of d.m.v. het vergrootglas); Selecteer in het menu links op de kaart selecteren ; Selecteer de overdrachtslijn die u wil verwijderen; Kies vervolgens bovenaan in het scherm voor 'kenmerken overdrachtslijnen' Onderin het venster wordt het eigenschappenvenster geopend; Selecteer de overdrachtslijn die u wilt verwijderen; Klik vervolgens onderaan in het scherm op 'verwijderen'; 5.4 Bestanden exporteren uit de Monitoringstool De database van de Monitoringstool bevat, naast de door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu bekendgemaakte generieke invoergegevens (achtergrondconcentraties etc.) en ruimtelijke informatie (bijv. Nationaal WegenBestand), tevens actuele lokale informatie over wegen en de omgeving. Via de site kunnen bestanden geëxporteerd worden door: Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Klik op Monitoring NSL in de blauwe bovenbalk; Selecteer Exporteren aan de linkerkant van het scherm; Selecteer Weggegevens & resultaten. Hiermee exporteert u de benodigde gegevens voor de actualisatie van gegevens voor de huidige monitoringsronde en/of het uitvoeren van een berekening met de NSL-Rekentool. Pagina 36 van 144

37 In dit scherm kunt u vervolgens een keuze maken voor de manier waarop u de gegevens wilt exporteren: Exporteren op basis van wijzigingsrechten Exporteren op basis van vrije keuze Indien u kiest voor exporteren op basis van uw wijzigingsrechten, worden alleen die gegevens geëxporteerd waarvoor u de rechten heeft om deze te actualiseren. Indien u kiest voor Exporteren op basis van vrije keuze, kunt u zelf een selectie maken van de gegevens die u wilt exporerten Exporteren op basis van wijzigingsrechten Selectie bronjaar van gegevens selectie NSL-gegevens U kunt kiezen uit welke monitoringsronde en uit welk zichtjaar u gegevens wilt exporteren. U kunt, afhankelijk van de monitoringsronde die u selecteert, kiezen uit het afgelopen jaar en de zichtjaren 2011, 2015 en Pagina 37 van 144

38 Selectie gewenste gegevens Met de knoppen kunt u kiezen welke gegevens u exporteert: Wegvakken: bevat de diverse kenmerken van een wegvak (bijv. verkeersintensiteiten, wegtype etc.); Rekenpunten: bevat informatie over de rekenpunten (bijv. ligging) en de overdracht (van welke wegvakken worden bijdragen meegenomen in de berekening, plus enkele bijbehorende kenmerken); Maatregelen: bevat de kenmerken van maatregelgebieden voor schonere bussen en milieuzones. Resultaten: bevat de rekenresultaten van de gekozen monitoringsronde. Om een berekening uit te kunnen voeren zijn zowel de gegevens wegvakken als rekenpunten nodig. Indien er maatregelgebieden aanwezig zijn, heeft u deze u deze ook nodig om een berekening te maken conform de monitoring NSL. Of een maatregelgebied aanwezig is in uw gebied is eenvoudig te zien in de kaart, zie daarvoor de handleiding kaart monitoring NSL. Als u op een knop drukt, begint de Monitoringstool met het verzamelen van de gevraagde gegevens. Dit zal enige tijd duren, afhankelijk van de gemaakte selectie. Let op: Tijdens het klaarzetten van de exportbestanden kan het voorkomen dat uw internetbrowser een foutmelding geeft. Zie hiervoor paragraaf Zodra de gegevens verzameld zijn, verschijnt de tekst Export gereed met daaronder een hyperlink waarmee u het bestand kunt downloaden. Pagina 38 van 144

39 Het bestand bevat zowel de csv- als shape-bestanden en opent automatisch als het programma Winzip op uw computer is geïnstalleerd. Druk op de knop Extract/uitpakken en sla de bestanden op uw computer op. Let op: wanneer u de geëxporteerde gegevens niet opslaat en deze later weer nodig heeft, moet u bovenstaande handelingen opnieuw uitvoeren. De geëxporteerde gegevens kunt u nu, als wegbeheerder, naar eigen inzicht actualiseren of wijzigen, binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat (zie hoofdstuk 9 Eigenschappentabellen invoerbestanden Monitoringstool) Exporteren op basis van vrije keuze Selectie bronjaar van gegevens selectie NSL-gegevens Ieder jaar vindt een monitoringsronde plaats. Ieder jaar wordt een nieuwe dataset, met gegevens voor het afgelopen jaar en voor de zichtjaren 2011, 2015 en 2020, aangeleverd en vastgesteld. Vanaf monitoringsronde 2013 wordt er voor het zichtjaar 2011 geen nieuwe dataset aangeleverd en vastgesteld. U kunt kiezen uit welke monitoringsronde u gegevens wilt exporteren. Vervolgens kiest u het type jurisdictie waarvan u de gegevens wilt exporteren. Let op: hoe groter het gebied dat u selecteert, des te meer gegevens u zult exporteren, wat resulteert in een langere wachttijd. Pagina 39 van 144

40 Selectie Weggegevens & resultaten exporteren In dit menu kiest u van welk zichtjaar, uit de al eerder gekozen monitoringsronde, u de weggegevens wilt exporteren. U kunt kiezen uit het afgelopen jaar en de zichtjaren 2011 (vanaf monitoringsronde 2013 is 2011 geen zichtjaar meer), 2015 en De wegvakgegevens zullen in de meeste gevallen per zichtjaar verschillen. In de monitoringsronden hebben de overheden voor toekomstige jaren rekening gehouden met bijvoorbeeld verkeersgroei en de ontwikkeling van nieuwe projecten in de loop der tijd. Selectie van jurisdictie (gebied) Vervolgens kiest u de jurisdictie van het gebied waarvan u de gegevens wilt exporteren. Selectie weggegevens In dit menu kiest u van welk type wegen u gegevens wilt exporteren, SRM1- of SRM2-wegen. Voor het kunnen uitvoeren van een berekening, bijv. ter controle van uw geactualiseerde bestanden, is het altijd nodig dat in het wegvakken bestand altijd alle SRM2-wegvakken binnen straal van 5 km zijn opgenomen. Laat het vinkje daarom altijd aan staan. In het wegvakkenbestand zijn wegen opgenomen waarvan u geen wegbeheerder bent en die u dus ook niet mag/kunt wijzigen. Let op: de Monitoringstool plaatst alle geëxporteerde gegevens van de aangevinkte wegen in één bestand. Pagina 40 van 144

41 Selectie gewenste gegevens Met de knoppen kunt u kiezen welke gegevens u exporteert: Wegvakken: bevat de diverse kenmerken van een wegvak (bijv. verkeersintensiteiten, wegtype etc.); Rekenpunten: bevat informatie over de rekenpunten (bijv. ligging) en de overdracht (van welke wegvakken worden bijdragen meegenomen in de berekening, plus enkele bijbehorende kenmerken); Resultaten: bevat de rekenresultaten van de gekozen monitoringsronde; Maatregelen: bevat voor een bepaald gebied de effecten van maatregelen die verdisconteerd worden in de berekening 3. Om een berekening uit te kunnen voeren zijn zowel de gegevens wegvakken als rekenpunten nodig. Indien er maatregelen in het geselecteerde gebied voorkomen, kunt u ook een berekening maken met de maatregelen. Als u op een knop drukt, begint de Monitoringstool met het verzamelen van de gevraagde gegevens. Dit zal enige tijd duren, afhankelijk van de gemaakte selectie. Zodra dit gereed is, verschijnt een hyperlink in het scherm. Door hier op te klikken kunt u de gegevens downloaden. Het bestand bevat zowel de csv- als shape-bestanden en opent automatisch als het programma Winzip op uw computer is geïnstalleerd. Druk op de knop Extract/uitpakken en sla de bestanden op uw computer op. 3 Het gaat hierbij om effecten van maatregelen waarvoor het niet mogelijk is om deze effecten mee te nemen in de verkeersgegevens. Pagina 41 van 144

42 Let op: wanneer u de geëxporteerde gegevens niet opslaat en deze later weer nodig heeft, moet u bovenstaande handelingen opnieuw uitvoeren. De geëxporteerde gegevens kunt u nu, als wegbeheerder, naar eigen inzicht actualiseren of wijzigen, binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat (zie hoofdstuk 9 Eigenschappentabellen invoerbestanden Monitoringstool). 5.5 Bestanden actualiseren in de Monitoringstool Nadat u de invoerbestanden (csv of shape) heeft geactualiseerd met de nieuwste gegevens (zie hoofdstuk 10 en 11), kunt u deze importeren in de Monitoringstool. Bij het actualiseren overschrijft u de (oude) gegevens die zijn opgenomen in (de database van) de Monitoringstool voor het geselecteerde (zicht-)jaar van de huidige monitoringsronde. Let op: documenteer welke wijzigingen u heeft doorgevoerd en wat de (versie van de) bron van uw gegevens is geweest. Via de site bestanden actualiseren: Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen Klik op Monitoring NSL in de blauwe bovenbalk; Kies in het linker menu Actualiseren. Selecteer weggegevens; Pagina 42 van 144

43 Selecteer het jaar waarop het invoerbestand betrekking heeft. Het actualisatiescherm opent vervolgens, waarin u de juiste bestanden kunt selecteren. Voeg de juiste bestanden toe door op Selecteer bestanden te klikken. Uw verkenner opent automatisch, u kunt daar de bestanden selecteren die u wilt koppelen. U kunt met [shift] en [control] zowel het wegvakkenbestand als het rekenpuntenbestand en het maatregelenbestand (indien van toepassing) gelijktijdig selecteren. Let op: om te kunnen actualiseren moet u altijd zowel het wegvakkenbestand en het rekenpuntenbestand in hetzelfde formaat (csv of shape) koppelen. Nadat u de bestanden heeft geselecteerd, start de Monitoringstool met het valideren van de bestanden. Onder Status kunt u volgen welke handelingen de Monitoringstool uitvoert. Indien de bestanden gecontroleerd zijn, verandert de mededeling onder Status in: kan gevalideerd worden als rekenpunten, wegvakken of maatregelen. Dit betekent dat de bestanden in het juiste formaat zijn aangeboden en u verder kan met het actualiseren. Pagina 43 van 144

44 Onder Opties kunt u ervoor kiezen om de door u gekoppelde bestanden te verwijderen. Let op: als u bestanden verwijderd en u wilt gaan actualiseren; er moet altijd zowel een wegvakkenbestand als een rekenpuntenbestand zijn gekoppeld. Zolang dit niet het geval is, kunt u niet op de knop Selecteer bestanden klikken en dus ook niet actualiseren. Nadat de juiste bestanden gekoppeld zijn, kunt u aangeven hoe u het actualisatieproces wilt laten verlopen. Onderaan de pagina, onder het kopje Proces kunt u ervoor kiezen op welke manier u het verlopen van het proces wilt volgen. U kunt een vinkje zetten bij Pauzeren na afronding. De taak verloopt dan niet automatisch. U kunt ook aangeven of u na afronding van het actualiseren en valideren een wilt ontvangen wanneer de taak afgerond is. Het vinkje bij Notificatie en na afronding staat standaard aan. Mocht u geen willen ontvangen na afronding van de taak, dan kunt u de notificatie uit zetten door op het vinkje te klikken. Klik op Actualiseren om de bestanden te importeren. Het scherm Mijn taken opent zich waar u kunt volgen wat de status is van de door u opgestarte taken. Onder Status is te volgen wat de Monitoringstool aan het doen is. Afhankelijk van de grootte van het bestand kan het uitvoeren van de taak enige tijd duren, de status blijft dan op Running staan. U hoeft het scherm niet open te laten staan, de Monitoringstool voert de taak op de eigen server uit. Mocht u ervoor kiezen om het scherm open te laten staan, dan kunt u op F5 drukken om het scherm te vernieuwen. Pagina 44 van 144

45 Als u ervoor heeft gekozen om een notificatie te ontvangen nadat de taak is afgerond, ontvangt u een zodra de taak is afgerond met daarin informatie over de taak en een link naar Mijn taken. U hoeft het scherm in de tussentijd niet open te laten staan, de Monitoringstool voert de taak uit en u ontvangt bericht zodra de taak is afgerond. Als u ervoor heeft gekozen om de taak niet automatisch te laten verlopen, maar te laten pauzeren na afronding van de validatie van de bestanden, verandert de status van de taak na afronding van de validatie in Paused. U vindt in dit geval onder het kopje resultaten een overzicht van eventueel gevonden fouten in het proces-overzicht. In paragraaf vindt u een overzicht van foutmeldingen en een toelichting. De monitoringstool biedt u de mogelijkheid om de gevalideerde invoerbestanden te exporten. Daarin is per regel aangegeven wat de eventuele fout is. U kunt de gevalideerde invoerbestanden herkennen aan de naam. De naam is dan naam van het aangeboden invoerbestand met aan het eind de toevoeging _validated. U kunt er dan voor kiezen om de taak te hervatten of te verwijderen door op 1 van deze keuzes te klikken. Indien u er voor kiest om de taak te verwijderen, stopt de actualisatie. U kunt de bestanden wijzigen en deze vervolgens weer opnieuw importeren. Indien u ervoor kiest om de taak te hervatten, gaat de Monitoringstool verder met het importeren van de invoergegevens. Als de taak voltooid is, de status staat nu op Completed, ontvangt u een als u voor deze optie gekozen hebt. In deze is een link naar Mijn taken opgenomen. Pagina 45 van 144

46 In Mijn taken kunt u op de taak klikken. U krijgt vervolgens een overzicht te zien van de taak die is uitgevoerd. Onder het kopje Invoerbestanden ziet u welke bestanden u heeft geselecteerd en op welk moment deze op de server van de Monitoringstool zijn opgeslagen. Onder het kopje Resultaten vindt u een proces-overzicht waarin meldingen over de door u gekoppelde bestanden worden weergegeven. Voor een overzicht van de meldingen zie paragraaf Daarnaast vindt u de gevalideerde bestanden die u heeft gekoppeld. Invoerregels waarbij een fout is geconstateerd worden bij het importeren genegeerd. U kunt in de linkerkolom van de tabellen ook terug vinden wanneer de taak gestart, opgeslagen en uitgevoerd is. Herhaal het importeren voor alle (zicht-)jaren. 5.6 Foutmeldingen Bij het importeren van bestanden in de Monitoringstool voert deze een aantal controles uit. Deze hebben als doel dat in (de database van) de Monitoringstool alleen gegevens staan die van het juiste type zijn die binnen de gestelde ranges vallen. Deze gegevens moeten zonder problemen gebruikt kunnen worden bij het uitvoeren van berekeningen van de luchtkwaliteit. Als de Monitoringstool bij het importeren een fout vindt of tegen een probleem aanloopt, verschijnt een melding. Als u heeft ingesteld dat het import-proces pauzeert na de validatie van de invoerbestanden, kunt u na validatie van de bestanden bekijken of de Monitoringstool meldingen heeft met betrekking tot de bestanden. Klik op de taak die gepauzeerd is, vervolgens vindt u onder resultaten een proces-overzicht met daarin een overzicht van eventueel gevonden fouten. De monitoringstool biedt ook de mogelijkheid om de gevalideerde invoerbestanden te exporten. Daarin is per regel aangegeven wat de eventuele fout is. U kunt de gevalideerde invoerbestanden herkennen aan de naam. De naam is dan naam van aangeboden invoerbestand met aan het eind de toevoeging _validated. Pagina 46 van 144

47 Pagina 47 van 144

48 Als u heeft ingesteld dat de actualisatie zonder pauzeren verloopt, kunt u de gevalideerde invoerbestanden inzien nadat het import-proces is afgerond Uitlezen gevalideerde bestanden De gevalideerde invoerbestanden kunt u openen en/of opslaan door op de naam van een betreffend bestand te klikken. U vouwt de taak weer in door linksboven in het scherm op een datum onder het kopje Taakgeschiedenis te klikken. In het gevalideerde invoerbestand zijn een tweetal zaken toegevoegd: In de rijen is per kolom een waarschuwing ( W: = warning) of foutmelding ( E: = error) toegevoegd. Er zijn een aantal kolommen toegevoegd: o Correct: waarde t = true de regel bevat geen fouten. Wel zult u nog vaak waarschuwingen zien over ontbrekende waarden in niet-verplichte velden. waarde f = false de regel bevat één of meerdere fouten of ontbrekende waarden in verplichte velden. Deze regel kan daarom niet geïmporteerd worden. o Fatale errors: in deze kolom staan de fouten in betreffende rij die fataal zijn voor het uitvoeren van een berekening. Betreffende rij is/wordt niet geïmporteerd in de Monitoringstool. o Errors: in deze kolom staan de fouten in betreffende rij die wel is waar een berekening niet in de weg staan, maar wel een fout in de Monitoringstool tot gevolg hebben. Betreffende rij is/wordt niet geïmporteerd in de Monitoringstool. o Waarschuwingen: in deze kolom staan de fouten in betreffende rij die het uitvoeren van een berekening of het importeren in de Monitoringstool niet in de weg staan. Vaak betreft het niet-ingevulde waarden in niet-verplichte kolommen. o informatie: in deze kolom staat aanvullende informatie die u kan helpen bij het verhelpen van de fouten. Pagina 48 van 144

49 Let op: Rijen in het invoerbestand waarin fouten (errors) zijn gesignaleerd, zijn/worden niet geïmporteerd; deze zijn genegeerd. Wij adviseren u om eerst de bestanden te corrigeren en deze vervolgens opnieuw aan te bieden aan de Monitoringstool zie daarvoor ook hoofdstuk Foutcodes Wij raden u aan om uw invoerbestanden ter controle door te rekenen met de NSL-Rekentool. De Rekentool voert nog aanvullende controles uit door het combineren van het wegvak- en rekenpuntenbestand. De aanvullende controles geven informatie over: - onjuist gekoppelde rekenpunten - niet gekoppelde SRM1-wegvakken Pagina 49 van 144

50 Dit type fouten vindt u niet vermeldt in de gevalideerde bestanden, wel door middel van foutcodes in het resultaatbestand van de berekening. Daarin is dan een kolom opgenomen met de naam errorcode. In deze kolom is een getal weergegeven. Het betreft dan een van de volgende getallen: code 0: geen fout code 5: segment waarnaar het rekenpunt verwijst is niet gevonden code 6: snelheidstype van het segment is niet correct code 7: onduidelijkheid of het een SRM1- of SRM2-rekenpunt betreft, omdat het rekenpunt koppelingen heeft met verschillende soorten segmenten (SRM1 en SRM2); of de kolom wegtype bevat in het rekenpuntenbestand een waarde uit het SRM1-bereik en in het segmentenbestand een waarde uit het SRM2-bereik code 8: de rekenkern voor SRM2-berekeningen (VLW) berekent hier om onbekende redenen negatieve concentraties Time-out bij ex- en importeren bestanden Sommige taken in, of opdrachten aan de Monitoringstool kosten enige tijd. Bijvoorbeeld het exporteren of importen van bestanden uit/in de Monitoringstool. Terwijl de Monitoringstool de taak uitvoert, is uw internet-browser (bijv. Internet Explorer) mogelijk aan het wachten op respons vanaf de website van de Monitoringstool. Als deze reactie lang(er) op zich laat wachten, kan uw internet-browser een foutmelding geven. Het betreft dan een time-out -melding. Voorbeelden meldingen: Error message: Timeout while reading response from Server Gateway Timeout Timeout reading response header See your system administrator for further information. Iedere internet-browser heeft een instelling met betrekking tot de maximale wachttijd op respons van een website. Het betreft hier een instelling van de eigen browser en niet van de website van de Monitoringstool. Dat betekent dat het oplossen van deze foutmelding in handen is van de systeembeheerder. U kunt aan uw systeembeheerder vragen om de instellingen met betrekking tot de maximale wachttijd te wijzigen. Advies: vraag uw systeembeheerder om een wachttijd van tenminste 10 minuten in te stellen. In de Monitoringstool 2013 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die dit probleem moeten voorkomen bij het importeren en verwerken van bestanden. Nadat u de bestanden heeft aangeboden, gaat de Monitoringstool deze eerst zo snel mogelijk importeren en op haar eigen server zetten. Daarna gaat de Monitoringstool de bestanden valideren en verwerken. U heeft daaraan voorafgaand ingesteld hoe u geïnformeerd wil worden zie par Uw internetbrowser wacht nu niet op een reactie van de Monitoringstool en zal daarom ook geen time-outmelding geven. Pagina 50 van 144

51 6 Onderbouwen en accorderen 6.1 Gegevens onderbouwen Transparantie over de bron en kwaliteit van gegevens die overheden aanleveren in de Monitoringstool tbv monitoring NSL maakt de uitkomst sterker. Daarom moeten overheden een onderbouwing aanleveren waarin beschreven staat wat de basis is van de aangeleverde gegevens in de Monitoringstool. De onderbouwingen presenteren de uitgangspunten van de actuele dataset in de Monitoringstool. Onderstaand vindt u een onderdelenlijst van een goede onderbouwingsrapportage(s), te gebruiken als handvat bij het opstellen daarvan. De omvang van de onderbouwing is afhankelijk van de grootte van uw wegenbestand en de beschikbaarheid van een verkeersmodel. Voor gemeenten zonder verkeersmodel en met slechts een klein aantal wegen in de Monitoringstool kan de onderbouwing beknopt zijn. U kunt de onderbouwing opnemen in de Monitoringstool in het verplichte veld waar u uw invoergegevens accordeert. In het bedoelde veld kunt u: 1. de onderbouwing beschikbaar stellen door een referentie naar de internetlocatie (hyperlink) te vermelden waar de onderbouwing te vinden is; 2. de titel en publicatiedatum van een refentiedocument noemen, inclusief contactgegevens waar deze is op te vragen; 3. aangeven dat deze niet beschikbaar. Optie 1 heeft de sterke voorkeur omdat deze de onderbouwing eenvoudig beschikbaar maakt voor het publiek, zodra de Monitoringstool openbaar is Verkeersgegevens Met eigen verkeersmodel Naam en versie van het gebruikte model. Actualiteit: datum en basisjaren van het gebruikte verkeersmodel. Type model: spits-model of daggemiddeld-model. Beschijf welke methodiek en aannames zijn gebruikt om tot weekdaggemiddelde intensiteiten te komen. Modaliteit model: auto-model of multi-modaal. Beschrijf welke methodiek en aannames zijn gebruikt om de wagenparksamenstelling te bepalen. Stagnatie: beschijf de methodiek die is gebruikt om de stagnatie te bepalen. Bronnen en gebruik van telgegevens van het gepasseerde jaar. Uitgangspunten verkeersmodel, zoals: o gekozen economisch (groei)scenario o aangenomen aantal verkeersbewegingen per type bestemming (woning, winkel, kantoor, etc.) o aantal inwoners o aantal werkplekken (evt. onderverdeeld naar branche) o autobezit o OV-kenmerken o netwerken voor fiets, auto en OV o parkeerbeleid o overige Zonder eigen verkeersmodel Bron(nen) en datum/actualiteit van invoergegevens MT. Bronnen en gebruik van telgegevens t.b.v. invoergegevens over het gepasseerde jaar. Gebruikte methode voor bepaling van de invoergegvens van de verschillende zichtjaren. Met en zonder eigen verkeersmodel Gebruikte methode en werkwijze voor het bepalen van: wegtype bomenfactor snelheidstype Pagina 51 van 144

52 6.1.2 Projecten Lijst met projecten die verwerkt zijn in het verkeersmodel cq de invoergegevens, en daarbij aangeven of betreffende projecten wel/niet in het NSL staan. (aangenomen) karakteristieken/parameters van de projecten waarmee deze zijn verwerkt in het verkeersmodel cq de invoergegevens van de MT. Bijvoorbeeld het aangenomen aantal vervoersbewegingen per woning of werkplek Maatregelen Lijst met maatregelen die verwerkt zijn in de invoergegevens en wel/niet in het NSL staat (aangenomen) karakteristieken/parameters van de maatregelen waarmee deze zijn verwerkt in het verkeersmodel cq invoergegevens MT. Bijvoorbeeld de afname van het personenverkeer als percentage of absolute aantallen als gevolg van betreffende maatregel, of de gekozen afname van de stagnatie door betreffende maatregel. Referentie naar (landelijk) onderzoek/onderbouwing van het (aangenomen) effect van een maatregel Toetspunten Toelichting of verwijzing naar eigen (vastgesteld) beleid/interpretatie mbt toetspunten, toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium. Toelichting/motivatie per situatie waarbij met een beroep op het toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium een toetspunt is omgezet in een rekenpunt, inclusief toelichting bij de ligging van het nieuwe toetspunt. 6.2 Accorderen Nadat u de gegevens in de Monitoringstool heeft geactualiseerd en gecontroleerd (zie hoofdstuk 12 Controle invoergegevens) kunt u aangeven dat deze naar uw inzicht juist en definitief zijn, door deze te accorderen. Een bevoegd gezag kan alleen haar eigen verkeersgegevens en voortgangsformulieren accorderen. Een milieudienst is nooit formeel wegbeheerder en kan geen verkeersgegevens accorderen, tenzij zij daarvoor schriftelijk gemachtigd is door de betreffende wegbeheerder. Een milieudienst kan voortgangsformulieren accorderen die op haar naam staan. Bij het accorderen van de voortgangsformulieren staat een lijst van alle projecten respectievelijk maatregelennamen en nummers waarvoor de betreffende inlogaccount accorderingsrechten heeft. In het specifieke geval van een milieudienst staan daar dus alleen die formulieren waarvan zij eigenaar is. De accordering blijft in handen van het formele bevoegde gezag, omdat zij ook de bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen voor de verkeersgegevens en voortgangsformulieren. Slechts één persoon / inlog-account krijgt accordeerrechten, bij voorkeur de NSL-coördinator, zie ook par In de kolom Status is de accordeer-status van de onderdelen te zien en kan degene met rechten om te accorderen ieder betreffend onderdeel accorderen of de accordering opheffen. Via de site de gegevens accorderen: Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen Klik op Monitoring NSL in de blauwe bovenbalk; Kies in het linker menu Accorderen. Selecteer de jurisdictie en klik op verder. Pagina 52 van 144

53 In het scherm opent nu een overzicht met alle gegevens die geaccordeert kunnen worden. Voordat u kunt beginnen met het accorderen, moet eerst een onderbouwing van de weg- en verkeersgegevens in het kader worden gegeven. Klik vervolgens op opslaan. U kunt nu de weggegevens, projecten en maatregelen accorderen door op accorderen te klikken onder status. Pagina 53 van 144

54 7 Actualiseren voortgangsformulieren projecten en maatregelen 7.1 Doel voortgangsformulier Het doel van het voortgangsformulier is: Inventarisatie van de voortgang in de uitvoering van projecten en maatregelen uit het NSL; Controleren en aanvullen van de beschrijving van de projecten en maatregelen in de voortgangsformulieren; Aangeven of deze in de aangeleverde verkeers- en wegkenmerken voor specifieke zichtjaren van de monitoringstool zijn verwerkt; Wijzigen en aanvullen van (ontbrekende) gegevens van bestaande projecten en maatregelen (versnelde uitvoering, vertraagde uitvoering, gewijzigde uitvoering). Het voortgangsformulier is dus enerzijds een administratieve tool op basis waarvan maatregelen en projecten kunnen worden gemonitoord. Anderzijds zijn de gegevens van belang om inzicht te krijgen in hoeverre de effecten van de maatregelen en projecten tot uiting komen in de ontwikkeling van de luchtkwaliteit. Het voortgangsformulier gaat niet in detail in op de wijze waarop projecten en maatregelen zijn verwerkt in aangeleverde verkeers- en wegkenmerken. Uitgangspunt daarin is dat de wegbeheerder verantwoordelijk is voor de gegevens en verantwoording kan afleggen voor de geactualiseerde verkeers- en wegkenmerkgegevens. De financiële informatie die een rol speelt bij de uitvoering van maatregelen, maakt geen deel uit van de monitoringstaken. Financiële informatie moet worden geleverd via de SISA rapportage in de financiële verantwoording. Eventueel kunnen de provincies nog aanvullende eisen stellen in de subsidieverordening. Pagina 54 van 144

55 7.2 Wijzigen voortgangsformulieren Onderstaand schema laat u zien wanneer en hoe uitgebreid u de voortgangsformulieren dient te actualiseren. 7.3 Inhoud van de voortgangsformulieren Voor IBM projecten en maatregelen zijn afzonderlijke voortgangsformulieren opgesteld. De formulieren zijn online toegankelijk: Log in via klik op Monitoring NSL in de blauwe balk bovenaan het scherm; Kies onder Actualiseren in het menu aan de linkerkant voor Voortgang projecten of voortgang maatregelen ; Selecteer het jurisdictietype en vervolgens de jurisdictie en klik op verder; Een overzicht van alle projecten of alle maatregelen wordt getoond; Klik op het project of de maatregel om het voortgangsformulier bij te werken. De digitale voortgangsformulieren zijn oorspronkelijk gevuld op basis van de voor het NSL aangeleverde gegevens (jaar 2009). Het betreft hier een omschrijving van de maatregelen en Pagina 55 van 144

56 projecten zoals weergegeven in het NSL (kabinetsstandpunt Bijlage). Aan de hand van deze gegevens kan de gemeente controleren of de gegevens gewijzigd zijn en vervolgens kunnen deze gegevens online worden aangepast. Voor ieder vervolgjaar is een apart blad opgenomen. U selecteert deze door links bovenaan in het voortgangsformulier het juiste jaar te selecteren. Is een project/ maatregel niet veranderd, dan hoeft u slechts enkele invulvelden in te vullen. De andere velden zijn gevuld met de informatie uit het voorgaande jaar en blijven van toepassing. Het Voortgangsformulier projecten komt in belangrijke mate overeen met de NSL bijlage. In het eerste deel van het formulier wordt gevraagd of er aanpassingen zijn in het project, welke wijzigingen dit zijn en wat de stand van zaken is van het project. Het eerste deel van het formulier moet jaarlijks worden gecontroleerd en geactualiseerd. Daarbij wordt onder meer aangegeven of de effecten in de aangeleverde verkeersdata in de monitoringstool voor elk rekenjaar zijn verwerkt. In het blad van 2009 staat hier, net als bij maatregelen, nvt ingevuld omdat dit niet altijd duidelijk uit de bijlage van NSL blijkt. In elk monitoringsjaar wordt gevraagd expliciet aan te geven of de effecten zijn verwerkt in het blad van het betreffende jaar. Zijn er inderdaad wijzigingen in het project dan wordt gevraagd ook het tweede deel van het formulier in te vullen. Hierin wordt nadere informatie over de wijziging gevraagd en kunt u aangeven welke besluiten hieraan ten grondslag liggen. Optioneel kan voor een project een verwijzing naar een ander project worden vermeld (optie Link met nr/id/ib), dat qua uitvoering en effecten met het andere project te maken heeft. Het Voortgangsformulier maatregelen heeft een vrijwel identieke uitvoering als die voor projecten. Ook hier dient het eerste deel van het voortgangsformulier jaarlijks gecontroleerd en geactualiseerd worden. Bij wijzigingen van maatregelen dient ook het tweede deel van het formulier te worden aangepast. Een groot aantal van de in het NSL opgevoerde maatregelen is van generieke aard met geen of niet te kwantificeren effecten op de aan te leveren verkeers- en wegkenmerkgegevens en behoeft derhalve geen expliciete verwerking in de aan te leveren verkeersgegevens. Het betreft hier bijvoorbeeld maatregelprojecten in de vorm van onderzoek, gedragsverandering, walstroom-voorzieningen voor schepen of andere maatregelen, die geen effect hebben op het verkeer. Dit kan onder het kopje Type maatregel, Detaillering maatregel en het Soort effect verder worden beschreven. Op de vraag of de effecten zijn verwerkt in de aangeleverde verkeersdata is het antwoord bij dit soort maatregelen: Nee. Voor de maatregelen waarvoor het effect op verkeers- en wegkenmerken wel te kwantificeren zijn (bijvoorbeeld schermen, dynamisch verkeersmanagement, snelheidsbeperkingen) moet per relevant zichtjaar worden ingevuld of de effecten (ja/nee) zijn verwerkt in de gegevens. Met een zichtjaar wordt het jaar waarin de geraamde effecten zijn te verwachten bedoeld. Voor maatregelen, die geen invloed hebben op verkeersgegevens of wegkenmerken, bijvoorbeeld walstroom, veehouderijen en industriële bronnen, kunnen de opgegeven effecten als absoluut effect in het betreffende maatregelgebied worden doorgerekend. De (uitvoering van) deze maatregelen wordt gemonitoord met het voortgangsformulier. Tip: Voor de verwerking van de effecten van maatregelen zou, voor zover geen sprake is van knelpunten, kunnen worden volstaan met het effectloos opvoeren van dergelijke maatregelen en daarmee het weergeven van een worst case situatie, immers de (positieve) effecten ervan worden niet meegerekend in de nieuwe situatie. Let op: Voor het doorvoeren van significante wijzigingen in of het toevoegen van projecten of maatregelen is een meldingsprocedure ingericht. Voor meer informatie zie onder het kopje NSL-meldingen. 7.4 Werkwijze voortgangsformulieren De formulieren zijn online toegankelijk via nadat u heeft ingelogt op Monitoring NSL en zijn vindbaar onder Projecten & maatregelen. Pagina 56 van 144

57 Aanpassingen van projecten of maatregelen kunt u online aanpassen in het tabblad van het betreffende monitoringsjaar en later accorderen in het daarvoor gemaakte scherm, zie par Status van de informatie Ieder voortgangsformulier heeft bladen/pagina s voor de verschillende jaren. Het blad `2009` bevat de informatie die overgenomen is uit het Kabinetsbesluit NSL. In het blad 20xx staat de stand van zaken zoals die bekend was tijdens de monitoringsronde in 20xx De status van de informatie in de bladen van voorgaande jaren staat op`vastgesteld`. Deze informatie kunt u als gebruiker niet meer aanpassen. Selectie van een project of maatregel De selectie van een project of maatregel begint met het kiezen van het jurisdictie type waarvoor u wegbeheerder bent: een gemeente, milieudienst, provincie, waterschap of Rijkswaterstaat. Vervolgens selecteert u de jurisdictie. Onderin het scherm verschijnt een lijst met projecten of maatregelen. U kunt een project of maatregel selecteren door op de naam te klikken. Vervolgens wordt het voortgangsformulier zichtbaar. Actualiseren van een project of maatregel Bij de start van elke monitoringsronde wordt een nieuw blad aangemaakt voor het betreffende jaar. De informatie uit het blad van het voorgaande jaar wordt overgenomen en de status van de informatie in dit nieuwe jaar wordt op `concept` gezet. Dit houdt in dat u naar believen wijzigingen kunt aanbrengen en de wijzigingen daarna kunt opslaan met de knop `Opslaan wijzigingen. Let op: pas als u op de knop Opslaan heeft gedrukt, worden uw wijzigingen daadwerkelijk in de database verwerkt. Om te voorkomen dat gewijzigde gegevens onverhoopt verloren gaan krijgt u, als u van project of maatregel wisselt, steeds de waarschuwing of u uw eventuele wijzigingen wel heeft opgeslagen. Soorten gegevens en toelichting De meeste gegevens kunt u invullen in tekstvakken. Voor sommige gegevens zijn voorkeuzelijsten samengesteld waaruit u de meest geschikte waarde kunt selecteren. Een nadere toelichting op elke van de gegeven krijgt u door met de muis op het beeldscherm over het gegevenslabel te bewegen. In een zogenaamde tool-tip verschijnt de toelichting. De toelichting is eveneens opgenomen in Bijlage Maatregelen bij veehouderijen De gekozen werkwijze rond veehouderijen wordt beschreven in hoofdstuk 4 Monitoring uitstoot fijn stof door veehouderijen. Pagina 57 van 144

58 8 Verkeers- en omgevingskenmerken 8.1 Overwegingen bij actualisatie Onderstaand schema laat u zien wanneer en hoe uitgebreidt u de verkeersgegevens dient te actualiseren. [1] U stemt dit af met uw buurgemeenten en de bronbeheerders. [2] Enkele voorbeelden van significante wijzigingen worden onder dit schema toegelicht. [3] Uitleg over handmatige invoer via CSV of viewer, zie paragraaf 5.3 hoofdstuk 10. [4] Uitleg over geautomatiseerd invoeren/actualiseren via shape, zie hoofdstuk 11. [5] Uitleg over de mate van actualisatie/onderbouwing, zie paragraaf 8.3 en 8.4. [6] Als het verkeersmodel is gewijzigd, controleer dan of alle (wijzigingen van de) NSLprojecten en -maatregelen hierin meegenomen zijn. Pagina 58 van 144

59 Voorbeelden niet significante of significante wijzigingen: Op een inbreidingslocatie wordt een nieuw winkelpand met daarboven twee appartementen gerealiseerd. De winkel is aan een drukke straat gelegen en zal weinig klanten met auto aantrekken. Voor de bevoorrading zal drie keer per week een vrachtwagen langskomen. De appartementen zorgen voor 12 extra verkeersbewegingen. Dit is géén significante wijziging van de verkeersintensiteit. Als gevolg van een uitbreiding van het winkelcentrum worden in de Hoofdstraat 3800 extra vervoersbewegingen verwacht, waarvan 4% vrachtverkeer. Dit noemen we een significante wijziging van de verkeersintensiteit. Per situatie dient het bevoegd gezag zelf af te wegen of er sprake is van een significante wijziging. Dit is ondermeer afhankelijk van de lokale situatie. 8.2 Actualisatie verkeersmodellen Bij de berekening van de luchtkwaliteit hangt veel af van de (kwaliteit van de) gebruikte verkeersgegevens. Deze gegevens zijn afkomstig uit de verkeersmodellen die de wegbeheerders gebruiken. Een van de monitoringsvragen is in hoeverre in de modellen rekening is gehouden met de (geplande) status van projecten en maatregelen. Dit splitst zich op in: Een jaarlijkse actualisatie van de verkeersmodellen over het afgelopen jaar, waarin de effecten van (nieuwe) maatregelen en projecten zijn verwerkt; De NSL zichtjaren / toetsjaren (2011; 2015; 2020), waarbij ervan wordt uitgegaan dat voor deze jaren de geprognosticeerde verkeersgegevens een beeld geven in overeenstemming met de planning van projecten en maatregelen Input voor de modelgegevens De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn gegevens. Zij dienen de gegevens in de monitoringstool zelf aan te passen en te accorderen. De effecten van projecten en maatregelen worden voor het voorgaande jaar (2011) en de zichtjaren (2015 en 2020) verwerkt in de verkeersgegevens die ingevoerd worden in de Monitoringstool. Uitgangspunt hiervoor is de IBM-projectenlijst en de maatregelen uit de Monitoringstool, aangevuld met de nieuwe en/of gewijzigde projecten en maatregelen. In de invoergegevens voor de berekeningen met de Monitoringstool wordt alleen rekening gehouden met de wijzigingen of aanvullingen wanneer: de formele procedures die vereist zijn om de projecten en maatregelen in het NSL aan te passen (melding aan en instemming van de minister van IenM conform artikel 5.12, twaalfde lid Wm) zijn afgerond (of tenminste in gang zijn gezet), of de formele ruimtelijke besluitvorming over de gewijzigde of nieuwe projecten in gang is gezet. Het gaat daarbij dus niet alleen om infrastructurele (verkeers)projecten, maar ook om bouwprojecten. In verband met het tijdig kunnen realiseren van de wijzigingen in de modellen moeten deze gegevens rond 1 november bij de verkeersafdeling liggen. De Monitoringstool kan deze rol vervullen. De voortgangsformulieren kunt u in de periode tussen het vrijkomen ervan (1 juli) en de deadline voor het aanpassen van de verkeersgegevens in de Monitoringstool (1 mei) exporteren en bijwerken. De export-bestanden kunnen worden gebruikt voor wijzigingen in de verkeersgegevens. De geactualiseerde verkeersgegevens kunt u daarna in de Monitoringstool overnemen. 8.3 Vormen van actualisatie In principe kan de actualisatie van een verkeersmodel, in volgorde van volledigheid en grondigheid op tenminste 3 manieren gebeuren: a. Actualisatie van het netwerk (het fysieke wegennet) en van de Herkomst- Bestemmingstabellen (de aan het netwerk gekoppelde verkeersbronnen, die bepalen op welke wijze het wegennetwerk met verkeer wordt gevuld), gevoegd bij; b. Actualisatie van verkeersgegevens aan de hand van uitgevoerde tellingen (niet netwerk en H-B-tabellen). Pagina 59 van 144

60 c. Een generieke schaling van de verkeerinstensiteiten, bijv. 3% verhoging. De wegbeheerders baseren de geactualiseerde gegevens op tellingen van afgelopen jaren. Tussen de afzonderlijke wegbeheerders bestaat enige variatie over de wijze (intensiteit / frequentie / verkeerssamenstelling) en uitvoeringsmomenten van de tellingen. Globaal gesproken zullen de marges gering zijn en is er sprake van een vrij stabiele situatie, ofschoon op lokaal niveau grotere verschillen mogelijk zijn. Afstemming tussen afzonderlijke wegbeheerders is dus gewenst. In de huidige praktijk stellen de grote wegbeheerders (RWS, grote gemeentes), dat voor de jaarlijkse actualisatie van de verkeersgegevens over het afgelopen jaar op basis van expert judgement wordt nagegaan of modelactualisatie (waaronder zonodig aanpassing van netwerken en H-B tabellen) noodzakelijk is. Daarbij wordt in ogenschouw genomen of sprake is van redelijkerwijs te verwachten relevante ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Het belang van een grondige actualisatie van de verkeersmodellen, heeft vooral betrekking op IBM projecten/maatregelen en met name diegene die in gebieden liggen met (dreigende) knelpunten. Discrepanties Een grondige actualisatie van de verkeersmodellen (inclusief netwerk en/of H-B tabellen) voor bepaalde projecten kan soms enige jaren op zich laten wachten. In een dergelijk geval zijn (delen van) de effecten niet verwerkt in de aangeleverde data ten behoeve van de monitoring en daarmee heeft een appellant mogelijk een steekhoudend argument bij de rechter. Voorbeelden hiervan kunnen zijn een grote nieuwbouwwijk met over meerdere jaren gefaseerde oplevering of een groot infrastructureel werk met over meerdere jaren gefaseerde oplevering. Mogelijke oplossing Het faseringsprobleem kan op de volgende manieren worden aangepakt: 1) Fasering opnemen in het verkeersmodel. 2) Interpoleren: in het basisjaar zit het project niet in het model, in (bijvoorbeeld) 2020 is het volledig opgenomen. Voor de tussenliggende jaren wordt een verkeersintensiteit bepaald op basis van interpolatie. 3) Bij de start van een project wordt direct het hele project volledig in het verkeersmodel opgenomen. In principe is daarmee een worst case situatie voor de omgeving weergegeven. Dit kan dan ook knelpunten veroorzaken, die in de werkelijkheid niet bestaan. 4) Pas bij de afronding het project volledig in het verkeersmodel opnemen. Daarmee is sprake van een onderschatting van de effecten in de beginjaren van het project. 5) De fasering gedeeltelijk buiten het verkeersmodel om regelen. In het verkeersmodel zijn wel alle wegen uit het project opgenomen, maar er is geen verkeer (netwerk aangepast, H-B tabellen niet). De wegbeheerder laat het verkeersmodel in de Monitoringstool inlezen en past vervolgens handmatig de intensiteiten, overeenkomstig de fasering, aan op de nieuwe en aansluitende, bestaande wegen. 6) De fasering geheel buiten het verkeersmodel om regelen. In het verkeersmodel is het project niet opgenomen. Gelijktijdig met het aanleveren van het verkeersmodel levert de wegbeheerder overeenkomstig de fasering separaat de nieuwe wegen en bijbehorende gegevens aan. De wegbeheerder past handmatig in de Monitoringstool de intensiteiten aan van de aansluitende, bestaande wegen. Vanzelfsprekend moeten de genoemde varianten 5 en 6 nauwkeurig worden gedocumenteerd. 8.4 Onderbouwing verkeersmodellen Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie. Pagina 60 van 144

61 8.5 Koppelen verkeersmodel bestanden monitoringstool Veel overheden beschikken over een verkeersmodel en willen dat gebruiken om de verkeersgegevens in de Monitoringstool te actualiseren. In veel gevallen blijkt dan dat de ligging en segmentering van de wegvakken in de Monitoringstool afwijkt van die in het verkeersmodel. De achtergrond van dit verschil is gelegen in de historie van beide instrumenten. De basis van het wegennet in de Monitoringstool is het Nationaal WegenBestand (NWB), versie 801 uit De basis van verkeersmodellen is divers en vaak niet het NWB. Om het actualisren van de verkeersgegevens in de Monitoringstool toch (relatief) eenvoudig te laten verlopen zijn er grofweg 2 mogelijkheden: 1. een koppeltabel maken op basis van segment_id; waaruit blijkt welk wegvak in de Monitoringstool correspondeert met welk wegvak in het verkeersmodel; 2. het wegennet in de Monitoringstool vervangen door het wegennet uit het verkeersmodel. Vervolgens is actualisatie van de Monitoringstool eenvoudig(er) te realiseren door het (automatisch) aanmaken van koppelingen op basis van geometrie. Ad 1) Koppeltabel maken In een koppeltabel is aangegeven welke wegvakken in de Monitoringstool en het verkeersmodel corresponderen. Het maken van koppeltabellen kan op meerdere manieren. Automatisering is deels mogelijk met functionaliteiten binnen GIS of daartoe ontworpen software. De koppeling wordt dan vaak aangemaakt op basis van (bij benadering) gelijke geometrie. Handmatige controle van met name de meer complexe situaties blijft nodig. De invoerbestanden van de Monitoringstool bieden sinds 2013 de mogelijkheid om de koppeling te bewaren. Hierdoor kunt u de koppelingen opnieuw gebruiken in volgende monitoringsrondes of voor andere doeleinden zoals scenario s doorrekenen. In de bestanden is een lege kolom opgenomen waarin u het ID van het corresponderende wegvak of rekenpunt in het verkeersmodel kunt opnemen. In het wegvakkenbestand is dat de kolom opm_segm en in het rekenpuntenbestand de kolom opmerking. In geval van aanpassing van het wegennet (nieuwe weg of wegverlegging) waarbij wegvakken nieuwe ID s krijgen, zal een aanpassing van de koppeltabel nodig zijn. Ad 2) Wegennet vervangen Het maken van een koppeltabel is eenvoudig als de geometrie van de wegvakken in de Monitoringstool gelijk is aan de geometrie in het verkeersmodel. Als de geometriën 100% overeenkomen kan een GIS-applicatie makkelijk en foutloos een koppeling maken. Het gelijk maken van de geometriën vraagt om aanpassing van het wegennet in òf de Monitoringstool òf het verkeersmodel. Alleen de eerste mogelijkheid wordt hier verder besproken. Het verwijderen van wegvakken is eenvoudig, echter: Het nieuwe wegvakkenbestand moet aan het gestelde formaat voldoen Een verkeersmodel levert vaak niet alle informatie die gevraagd wordt in het wegvakken- en rekenpuntenbestand; denk aan milieu- en omgevingsfactoren (bomenfactor, snelheidstype, wegtype, etc.) De afstand tussen wegvakken en rekenpunten is een belangrijke parameter. Door alleen de wegen te verplaatsen, verandert deze afstand. Het meeschuiven van de rekenpunten is niet eenvoudig Tussen SRM1-wegvakken en rekenpunten zijn overdrachtslijnen noodzakelijk. Deze zijn gebaseerd op het ID van het wegvak. Een nieuw/verschoven wegvak krijgt een nieuw ID, waardoor de overdrachtslijn verbroken is. Het aanmaken van nieuwe overdrachtslijnen is niet eenvoudig te automatiseren en vormt daarom (waarschijnlijk) eenmalig veel werk. Het vervangen van het wegennet in de Monitoringstool is (eenmalig) veel werk en vraagt om de nodige zorgvuldigheid. Dit is ook afhankelijk van de beschikbare informatie in het verkeers(milieu)model. Pagina 61 van 144

62 8.6 Overdragen of verwijderen van wegvakken, overdrachtslijnen en rekenpunten Verwijderen van wegvakken, overdrachtslijnen en rekenpunten In het geval u tegelijkertijd rekenpunten, de bijbehorende overdrachtslijnen en wegvakken wilt verwijderen, volgt u de hieronder beschreven stappen. Als u een rekenpunt of wegvak verwijdert, zijn ook meteen de bijbehorende overdrachtslijnen verwijderd. exporteer de wegvakken- en rekenpuntenbestanden (voor het afgelopen jaar en de zichtjaren) waarin de te verwijderen wegen/rekenpunten zitten; Wegvakken verwijderen verwijder, als u verder gelijkertijd geen andere gegevens wilt actualiseren, alle regels in het wegvakkenbestand van de wegvakken die u niet wilt verwijderen of wijzigen; voer bij de te verwijderen wegvakken in de kolom actie de waarde d in (delete); De overdrachtslijnen die naar betreffende wegvakken verwezen worden gelijktijdig met de wegvakken verwijderd. Overdrachtslijnen verwijderen Als u wel de overdrachtslijnen, maar niet de rekenpunten zelf wilt verwijderen: voer in het rekenpuntenbestand in de regels bij de te verwijderen overdrachtslijnen in de kolom actie de waarde d in (delete); verander of verwijder verder niets in de betreffende regel(s). Het wegvak (segment_id) waaraan de overdrachtlijn gekoppeld is, moet (nog) wel in de Monitoringstool voor komen. Rekenpunten verwijderen voer bij de te verwijderen rekenpunten in de kolom actie de waarde d in (delete); verwijder (csv-bestand) het ingevulde segment-id of vul waarde 0 (nul, shape-bestand) in de kolom segment_id ; De overdrachtslijnen tussen SRM1-wegvakken en betreffende rekenpunten worden gelijktijdig met de rekenpunten verwijderd. herhaal bovenstaande stappen voor alle wegvak- en rekenpuntenbestanden van het afgelopen jaar en de verschillende zichtjaren (2011, 2015 en 2020); importeer vervolgens de wegvak- en rekenpuntenbestanden in de Monitoringstool; Ook als u alleen wegvakken, alleen overdrachtslijnen of rekenpunten wilt verwijderen moet gelijktijdig u een bijbehorend (evt. ongewijzigd) rekenpuntenbestand resp. wegvakkenbestand importeren; maak daarna een nieuwe export van wegvakken en rekenpunten obv wijzigingsrechten uit de huidige monitoringsronde; controleer of de over te dragen wegvakken/rekenpunten niet meer voorkomen in die bestanden. Als de wegvakken en rekenpunten niet meer in de bestanden voorkomen, is het verwijderen succesvol verlopen. Let op: Als er sprake is van het overdragen van wegvakken aan een andere beheerder, volg dan de stappen die zijn beschreven in de volgende paragraaf. Pagina 62 van 144

63 8.6.2 Overdracht van wegen aan andere wegbeheerder Wegen kunnen in de praktijk wisselen van beheerder/eigenaar. Dat betekent ook dat een andere partij de gegevens behorend bij de weg in de Monitoringstool moet actualiseren. Alleen de wegbeheerder zoals die in de Monitoringstool bekend is, mag gegevens actualiseren. Werkwijze overdracht: De oude wegbeheerder: exporteert de wegvakken- en rekenpuntenbestanden (voor alle zichtjaren) waarin de over te dragen wegen en rekenpunten zitten; verwijdert alle regels in de beide bestanden die geen betrekking op de over te dragen wegvakken en rekenpunten hebben; maakt een kopie van deze opgeschoonde bestanden; de ene kopie is voor hemzelf om de wegvakken en rekenpunten te verwijderen, de andere kopie is voor de nieuwe wegbeheerder om de wegvakken en rekenpunten weer te importeren. De oude wegbeheerder: voert in zijn kopie van de rekenpuntenbestanden bij de over te dragen rekenpunten in de kolom actie de waarde d in (delete); verwijdert (csv-bestand) in zijn kopie van de rekenpuntenbestanden het ingevulde segment-id of vult waarde 0 (nul, shape-bestand) in de kolom segment_id in bij de de over te dragen rekenpunten; voert in zijn kopie in de wegvakkenbestanden bij de over te dragen wegvakken in de kolom actie de waarde d in (delete); herhaalt dit voor alle wegvak- en rekenpuntenbestanden van het afgelopen jaar en de zichtjaren 2015 en importeert de wegvak- en rekenpuntenbestanden in de Monitoringstool; maakt daarna een nieuwe export van wegvakken en rekenpunten obv wijzigingsrechten uit de huidige monitoringsronde; controleert of de over te dragen wegvakken/rekenpunten niet meer voorkomen in die bestanden. Als dat niet het geval, is het verwijderen succesvol verlopen. De oude wegbeheerder stuurt de andere kopie met daarin de over te dragen wegvakken en rekenpunten naar de nieuwe wegheerder. Beide bestanden zijn nodig, evenals het gelijktijdig importeren van beide bestanden per jaar. Als dat niet gebeurt, kan de monitoringstool de overdrachtslijnen niet importeren en gaan deze verloren. De nieuwe wegbeheerder: voert bij de over te dragen rekenpunten in de rekenpuntenbestanden in de kolommen 'overheidid' en 'overheid' het 'id' en de naam van nieuwe wegbeheerder in voert in de kolom actie de waarde i in (insert); herhaalt de bovenstaande acties voor de wegvakken in de wegvakkenbestanden. herhaalt dit voor alle wegvak- en rekenpuntenbestanden van het afgelopen jaar en de zichtjaren 2015 en importeert de wegvak- en rekenpuntenbestanden (gelijktijdig!) in de Monitoringstool; maakt daarna een nieuwe export van wegvakken en rekenpunten obv wijzigingsrechten uit de huidige monitoringsronde; controleert of de overgedragen wegvakken/rekenpunten onderdeel zijn van die bestanden. De oude wegbeheerder voert zijn acties zo spoedig mogelijk uit als de Monitoringstool open staat voor actualisatie. Hij informeert de nieuwe wegbeheerder zodra zijn acties succesvol zijn afgerond en stuurt de kopiën mee. De oude wegbeheerder moet eerst de rekenpunten verwijderen alvorens de nieuwe wegbeheerder ze kan toevoegen. Hetzelfde geldt voor de wegvakken. De Monitoringstool accepteert geen (nieuwe) wegen of rekenpunten als op die plaats nog de oude wegen of rekenpunten liggen. Pagina 63 van 144

64 9 Eigenschappentabellen invoerbestanden Monitoringstool 9.1 Uniform uitwisselingsformaat Voor het invoeren van gegevens in de Monitoringstool en om een (proef-)berekening te doen met de NSL-Rekentool zijn invoerbestanden nodig die voldoen aan het uniforme uitwisselingsformaat. Er zijn drie typen invoerbestanden: wegvakkenbestanden, rekenpuntenbestanden en maatregelbestanden. De geëxporteerde invoerbestanden van de Monitoringstool voldoen automatisch aan het uniforme uitwisselingsformaat. Let op: De gegevens van een wegvakken-, rekenpunten- of maatregelbestand gelden altijd voor een bepaald zichtjaar van de Monitoring (2010, 2011, 2015 of 2020). Wanneer u de invoergegevens van de Monitoringstool aanpast, dient u daarom altijd na te gaan of u de aanpassing in de invoerbestanden van meerdere jaren moet doen. Extra aandacht is vereist als u geëxporteerde invoerbestanden wilt bewerken of nieuwe invoerbestanden maakt; deze moeten (blijven) voldoen aan het uniforme uitwisselingsformaat. Voldoet een invoerbestand niet aan het uitwisselingsformaat, dan krijgt u bij het importeren een foutmelding en wordt het import-proces of de berekening afgebroken. De samenhang tussen de wegvakbestanden en rekenpuntenbestanden is eveneens van groot belang. In veel gevallen is het nodig om tussen het wegvakkenbestand en rekenpuntenbestand koppelingen te leggen. De gebruiker moet deze koppelingen (overdrachtslijnen) zelf in het rekenpuntenbestand definiëren. Paragraaf 9.5 geeft hier een nadere toelichting op. 9.2 Csv-bestanden openen in Excel Bij het openen van een csv-bestand in Excel kan het decimaalteken en scheidingsteken voor duizendtallen soms onjuist ingesteld zijn, waardoor in de velden vreemde waarden verschijnen. Pas in dat geval de instellingen van Excel als volgt aan (beschrijving voor Excel 2003, in nieuwere versies vergelijkbare werkwijze): Open Excel; Ga naar 'Opties' in het menu 'Extra'; Kies het tabblad 'Internationaal' en haal daar het vinkje weg bij 'Scheidingstekens van het systeem gebruiken'; Vervolgens in hetzelfde scherm het decimaalteken in een punt veranderen en het scheidingsteken voor duizendtallen in een komma; Sluit Excel helemaal af. Gooi het bestand, in geval u dit al geopend heeft, weg; dit bestand is corrupt geworden; Exporteer het desbetreffende bestand opnieuw uit de Monitoringstool; Open het nieuwe bestand in Excel. Als u nu het csv-bestand nogmaals opent in Excel, staan de tekens goed. Eventueel kunt u de gewijzigde instellingen later weer terugzetten. Een alternatief is het gebruik van het dbf bestand, onderdeel van de GIS-bestanden, te openen met Excel. Dan is het niet nodig om instellingen van Excel aan te passen. De geometrie -kolom is dan leeg, zodat wijziging van de ligging van het wegvak of rekenpunt niet mogelijk is. Pagina 64 van 144

65 9.3 Wegvakkenbestand Uitleg kolommen wegvakkenbestand Wanneer u een wegvakkenbestand heeft geëxporteerd en geopend, geeft elke rij in dat bestand de kenmerken van één wegvak weer. Elk kenmerk van het wegvak staat in een aparte kolom van die betreffende rij. Elk wegvak bevat 44 kolommen met gegevens: Een wegvakkenbestand moet de betreffende 44 kolommen met de precieze naamgeving op de juiste plek (kolom) bevatten. Een wegvakkenbestand mag beginnen met een willekeurig aantal regels (rijen) met algemene informatie over de berekeningen en de invoergegevens, bijvoorbeeld over het gekozen jaar of geselecteerde wegen. Elke rij gaat over een SRM1-wegvak of over een SRM2-wegvak. Dit betekent dat voor een SRM1-wegvak alle SRM1-kenmerken moeten zijn ingevuld. Hetzelfde geldt uiteraard voor een SRM2-wegvak en de SRM2-kenmerken. Daarnaast zijn er een aantal kenmerken die altijd ingevuld moeten worden, ongeacht het type wegvak. In de volgende tabel is elk kenmerk van een wegvak toegelicht. De beschrijving hanteert de kolomaanduiding zoals die zichtbaar zijn in een csv-bestand geopend in Excel. Zie ook Bijlage 3.1 Formaat wegvakkenbestand voor een afbeelding van het formaat. Pagina 65 van 144

66

67 Handleiding Monitoring NSL mei Naam Omschrijving en vereisten Opmerkingen en aandachtspunten A segment_id > Gehele waarden groter dan 0 invullen (bijv ). > Als het een nieuw wegvak betreft, incl. geometrie, zal > Verplicht in te vullen met een uniek nummer de Monitoringstool het wegvak evt. hernummeren als > In combinatie met de geometrie en hoogte wordt segment_id gebruikt voor identificatie van het wegvak. het opgegeven nummer al gebruikt wordt voor een al B nwb_weg_id > Dit is het identificatienummer van het wegvak zoals opgenomen in het Nationaal Wegenbestand (NWB). bestaand wegvak in de Monitoringstool. Dat gebeurt > Als het wegvak op basis van de ligging bekend is in het Nationaal Wegenbestand (NWB) worden deze gegevens gebruikt. Dit gegeven is niet aan te passen. dan gelijktijdig ook in het rekenpuntenbestand zodat de aangemaakte overdrachtslijnen intact blijven. C nwb_versie > Dit is het versienummer van het NWB uitgedrukt in jjmm (jaar in één of twee cijfers, maand in twee cijfers). > Advies: geef nieuwe/gewijzigde wegvakken een > Als het wegvak op basis van de ligging bekend is in het Nationaal Wegenbestand (NWB) worden deze gegevens gebruikt. Dit gegeven is niet aan te passen. unieke, sprekende naam, zodat deze eenvoudig terug te vinden zijn in het bestand D begin_pos > Startpunt van het wegvak geprojecteerd op het NWB-wegvak. Als begin_pos < end_pos : segment heeft dezelfde digitaliseerrichting als in het NWB, anders is digitaliseerrichting tegengesteld. > Als gebruik wordt gemaakt van geëxporteerde bestanden van de Monitoringstool adviseren wij om > Als het wegvak op basis van de ligging bekend is in het Nationaal Wegenbestand (NWB) worden deze gegevens gebruikt. Dit gegeven is niet aan te passen. de kenmerken segment_id en overheid_id niet te wijzigen / hernummeren. E end_pos > Eindpunt van het wegvak geprojecteerd op het NWB wegvak. Als begin_pos < end_pos : segment heeft dezelfde digitaliseerrichting als in het NWB, anders is digitaliseerrichting tegengesteld. > Op basis van de wijzigingsrechten en de ligging van het wegvak bepaalt de Monitoringstool de naam van > Als het wegvak op basis van de ligging bekend is in het Nationaal Wegenbestand (NWB) worden deze gegevens gebruikt. Dit gegeven is niet aan te passen. de overheid en jurisdictiecode (overheid_id). Deze werkwijze voorkomt dat overheden in elkaars F overheid_id > Jurisdictiecode van betreffende overheid cq wegbeheerder. gebieden wegvakken kunnen wijzigen of aanmaken. > Verplicht in te vullen, reeds ingevulde waarden niet aanpasbaar. G overheid > naam overheid cq wegbeheerder. > Niet verplicht in te vullen, reeds ingevulde naam niet aanpasbaar want deze wordt afgeleid uit overheid_id. H straatnaam > Straatnaam > Niet verplicht in te vullen. I straatnr > Wegnummer > Niet verplicht in te vullen. J wegbeheer > Wegbeheerder, afkortingen: G = gemeente, P = provincie, R = rijk, W = waterschap en T = privaat > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Dit gegeven wordt gebruikt voor presentatie in de kaart. K hoogte > Gemiddelde hoogte van het wegvak t.o.v. omringend maaiveld. > Accuraat invullen voor SRM2-wegvakken want het > Geheel getal tussen -30 en 30 meter; in de berekening wordt conform de Rbl de hoogte afgekapt op -6 en +6 meter gegeven wordt gebruikt in SRM2-berekeningen. in geval van lagere resp. hogere opgeven waarden. > Voor SRM1-berekeningen wordt dit gegeven niet > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. gebruikt maar moet wel ingevuld worden. > In combinatie met de geometrie en segment_id wordt de hoogte gebruikt voor identificatie van het wegvak. > Zie beschrijving in bijlage II van de Rbl > Voor sommige vormen (dijk, talud, etc.) gelden correcties op de in te voeren hoogte, zie bijlage II van de Rbl L x > X-coördinaat (rijksdriehoek-coördinaten) van het zwaartepunt van het wegvak > Niet verplicht in te vullen. De waarde wordt door de Monitoringstool bepaald uit de ligging zoals gegeven in kolom geometrie (kolom AQ). Pagina 67 van 144

68 M y > Y-coördinaat (rijksdriehoek-coördinaten) van het zwaartepunt van het wegvak > Niet verplicht in te vullen. De waarde wordt door de Monitoringstool bepaald uit de ligging zoals gegeven in kolom geometrie (kolom AQ). N Wegtype > Geeft aan welk wegtype het betreffende wegvak is. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Voor SRM2-wegen kiest u uit de waarden 92, 93, 94: 92 = weg van het onderliggende wegennet met een breed profiel 93 = (snel)weg van het hoofdwegennet met een breed profiel 94 = (snel)weg van het hoofdwegennet met een breed profiel en toepassing van strikte handhaving op de snelheid Breed profiel = toepassingsbereik SRM2: afstand tussen wegrand en bebouwing is groter dan 3x de hoogte van de bebouwing. > Voor SRM1-wegen kan gekozen worden uit de waarden 0, 1, 2, 3, 4. Zie opmerkingen hiernaast. > Voor SRM1-wegvakken is het wegtype zoals ingevuld in het rekenpuntenbestand leidend voor het uitvoeren van de SRM1-berekening. De geëxporteerde bestanden bevatten voor SRM1-wegen daarom de waarde 0. Het doorvoeren van wijzigingen in deze kolom, heeft geen effect voor de rekenresultaten bij SRM1-wegen. Voor een omschrijving van de SRM1-wegtypen, zie par en Bijlage 4.1. > Het kan voorkomen dat een gemeentelijke weg een dusdanig breed wegprofiel heeft dat het onder de reikwijdte van SRM2 valt. Voor die situaties is wegtype 92 beschikbaar. > Strikte handhaving betekent snelwegen waar trajectcontroles gelden. De emissiefactoren behorende bij situaties met strikte handhaving verschillen ten opzichte van de normale verkeerssituatie op een snelweg. O snelheid > Deze parameter representeert welk snelheidstype een SRM1-wegvak heeft. De tool gebruikt aan de hand van het ingevoerde type de corresponderende emissiefactoren in de berekening. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2- wegvakken. > Vul in geval van een SRM2-wegvak de waarde b in. > U kiest voor SRM1-wegvakken uit de waarden b, c, d, of e (in kleine letters): b = buitenweg algemeen. Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/h, gemiddeld ca. 0,2 stops per afgelegde km. c = normaal stadsverkeer. Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde km. d = stagnerend stadsverkeer. Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde km. e = stadsverkeer met minder congestie. Stadsverkeer met een relatief groter aandeel free-flow rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1,5 stop per afgelegde km. > Alhoewel het snelheidsaanduidingen voor SRM1- wegvakken betreffen moet er ook een waarde (b) ingevuld zijn als het om een SRM2-wegvak gaat. > Het gehanteerde snelheidstype heeft betrekking op de normale verkeerssituatie van het wegvak. Het kan voorkomen dat gedurende een bepaalde, beperkte, periode van de dag stagnatie voorkomt. Deze situatie met beperkte stagnatie kan de gebruiker specificeren door in de kolommen AF/AH/AJ/AL aan te geven welk percentage van het verkeer te maken heeft met stagnatie. Zie omschrijving van de kolommen AF/AH/AJ/AL. De verouderde waarde a wordt vanaf 2012 niet langer geaccepteerd door de Monitoringstool. Pagina 68 van 144

69 P tun_factor > Voor zowel SRM1 als SRM2 de aanduiding dat het wegvak in een tunnel ligt of grenst aan een tunnelmond en welke tunnelfactor er daarom geldt voor het betreffende wegvak. > De tunnelfactor geeft de emissies die vrijkomen in de tunnel, toegekend aan het aansluitende wegvak, weer. > Wanneer het wegvak in een tunnel ligt, geldt de waarde 0. > Wanneer het wegvak niet op een tunnel aansluit of daarin ligt, geldt de waarde 1. > Wanneer het wegvak wel op een tunnel aansluit maar er niet in ligt, geldt een waarde groter dan 1 (zie aandachtspunt hiernaast). > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Q boom_factor > Beschrijft in welke mate er bomen langs een SRM1-wegvak aanwezig zijn. > De keuze bestaat uit de waarden 1 / 1.25 / 1.5. > Voor een omschrijving van de bomenfactor, zie paragraaf > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Vul bij SRM2-wegvakken altijd de waarde 1 in. Bij SRM1 kunt u volstaan met de waarde 1 of de waarde uit (leidende) rekenpuntenbestand invullen. Dat heeft alleen een administratieve waarde. R maxsnelh_p > De wettelijke maximumsnelheid (in km/u) die geldt voor personenauto s op het betreffende SRM2-wegvak. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarde 0 en 130. > In geval van dynamische maximum snelheden vult u hier de lage maximum snelheid in, die betrekking heeft op de kolommen AF (Stagf_lv) en AG (Int_lv). De hoge maximum snelheid en bijbehorende intensiteit vult u in de kolommen AN (Snelheid_dy) en AO (Int_dy) in. S maxsnelh_v > De wettelijke maximumsnelheid (in km/u) die geldt voor vrachtauto s op het betreffende SMR2-wegvak. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarde 0 en 80 T a_rand_l > De afstand tussen de wegas van het wegvak en de rand van de linkerkant van het wegvak (in meters). > Met ingang van 2012 niet meer verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. > Waarde 0. Evt. tot op 1 decimaal nauwkeurig. U a_gevel_l > De afstand tussen de wegas van het wegvak en de gevel aan de linkerkant van het wegvak (in meters). > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. U bepaalt de waarde voor een wegvak dat aan een tunnel grenst aan de hand van de formules 1.12 a en 1.12 b van bijlage 1 van de Rbl zie Bijlage 4.5. > De bomenfactor wordt alleen gebruikt in SRM1- berekeningen, maar moet ook voor SRM2-wegvakken ingevuld zijn. > Voor SRM1-wegvakken is de bomenfactor zoals ingevuld in het rekenpuntenbestand bepalend voor de uitgevoerde SRM1-berekening. De geëxporteerde bestanden bevatten voor SRM1-wegen daarom de factor 1. > Het wijzigingen in deze kolom Q, heeft geen effect voor de rekenresultaten bij SRM1-en SRM2 wegen. > Aan de hand van de ingevoerde waarde kiest de tool de emissiefactor van een bepaalde SRM2- snelheidscategorie: 80 = categorie 80 km/u > = categorie 100 km/u > = categorie 120 km/u > = categorie 130 km/u >De maximumsnelheid wordt alleen gebruikt in SRM2- berekeningen, maar moet ook voor SRM1-wegvakken altijd een waarde 0 ingevuld zijn. De ingevulde waarde heeft geen invloed op de SRM1-berekening. > Zie omschrijving kolom R. > De ingevoerde waarde heeft geen effect op het rekenresultaat. Pagina 69 van 144

70 V bebdicht_l > Bebouwingsfractie aan de linkerkant van het wegvak. > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. W a_toepas_l > De afstand tussen de wegas van het wegvak en het rekenpunt met inachtneming van het toepasbaarheidbeginsel aan de linkerkant van de weg (in meters). > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. > U kunt gebruik maken van het toepasbaarheidsbeginsel door het rekenpunt buiten de toepasbaarheidsafstand te plaatsen. X a_scherm_l > Geeft aan of er een (geluids)scherm langs de linkerkant van een SRM2-wegvak aanwezig is en welke afstand (in meters) er is tussen de wegas en het scherm. > Niet verplicht in te vullen. Alleen als er een scherm aan de linkerkant van het wegvak is. > Waarden groter dan 0 invullen, tot op 1 decimaal nauwkeurig, of leeg laten. > Alleen schermen tot een afstand van 50 meter hebben effect in berekening Y s_hoogte_l > Geeft aan wat de hoogte van het (geluids)scherm langs de linkerkant van een SRM2-wegvak (in meters). > Niet verplicht in te vullen. Alleen als er een scherm aan de linkerkant van het wegvak is. > Waarden groter dan 0 invullen, tot op 1 decimaal nauwkeurig, of leeg laten. > De max rekenhoogte van een scherm is 6 meter. Hogere waarden worden in de berekening behandeld als een scherm van 6 meter, conform de Rbl. Z a_rand_r > De afstand tussen as en rand, als bij T maar aan de rechterkant van het wegvak. > Met ingang van 2012 niet meer verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. > Waarde 0. Evt. tot op 1 decimaal nauwkeurig. AA a_gevel_r > De afstand tot de gevel als bij U maar aan de rechterkant van het wegvak. > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. AB bebdicht_r > Bebouwingsfractie als bij V maar aan de rechterkant van het wegvak. > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. AC a_toepas_r > Afstand incl. toepasbaarheidsbeginsel, als bij W maar aan de rechterkant van het wegvak. > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit gegeven niet in berekeningen. AD a_scherm_r > Afstand tot een (geluids)scherm langs de rechterkant van een SRM2-wegvak. > Niet verplicht in te vullen. Alleen als er een scherm aan de rechterkant van het wegvak is. > Waarden groter dan 0 invullen, tot op 1 decimaal nauwkeurig, of leeg laten. > Alleen schermen tot een afstand van 50 meter hebben effect in berekening AE s_hoogte_r > Schermhoogte als bij Y maar aan de rechterkant van het wegvak. > Niet verplicht in te vullen. Alleen als er een scherm aan de rechterkant van het wegvak is. > Waarden groter dan 0 invullen, tot op 1 decimaal nauwkeurig, of leeg laten. > De max rekenhoogte van een scherm is 6 meter. Hogere waarden worden in de berekening behandeld als een scherm van 6 meter, conform de Rbl. AF stagf_lv > Hier geeft u aan of een bepaald deel van de verkeersintensiteit van licht verkeer op het wegvak te maken heeft met stagnatie of files. Bijvoorbeeld omdat er gedurende een bepaalde, beperkte, periode van de dag stagnatie voorkomt. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Een waarde tussen 0 en 1 invullen: > Gebruiken als een geluidsscherm langs de linkerkant van een SRM2-wegvak aanwezig is. > Is er geen geluidsscherm aan de linkerkant van de SRM2-weg aanwezig, dan geen waarde invullen. > Zie beschrijving in bijlage II van de Rbl > Gebruiken als een geluidsscherm langs de linkerkant van een SRM2-wegvak aanwezig is. > Is er geen geluidsscherm langs de linkerkant aanwezig, dan geen waarde invullen. > Zie beschrijving in bijlage II van de Rbl > De ingevoerde waarde heeft geen effect op het rekenresultaat. > Zie opmerkingen bij kolom X > Zie beschrijving in bijlage II van de Rbl > Zie opmerkingen bij kolom Y > Zie beschrijving in bijlage II van de Rbl > Het betreft de etmaalgemiddelde fractie van de verkeersintensiteit van licht verkeer dat stagneert. > Wanneer in kolom O de gemiddelde verkeerssituatie Pagina 70 van 144

71 = 0: bij geen stagnatie / files; > 0: bij stagnatie / files. > De opgegeven stagnatie heeft betrekking op de voertuigen uit kolom AG (Int_lv); niet op die uit kolom AO (Int_dy) > Zie verder Bijlage 4.4 AG int_lv > Verkeersintensiteit licht verkeer: het aantal lichte motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde). > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarden invullen ( 0). > In geval van dynamische maximum snelheden: vul hier het aantal motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde) in dat met de lage snelheid (kolom R) rijdt. Het deel van de motorvoertuigen dat met de hoge snelheid rijdt, vult u in kolom AO (Int_dy) in. AH stagf_mv > Hier geeft u aan of een bepaald deel van de verkeersintensiteit van middelzwaar verkeer op het wegvak te maken heeft met stagnatie of files. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Een waarde tussen 0 en 1 invullen: = 0: bij geen stagnatie / files; > 0: bij stagnatie / files. AI int_mv > Verkeersintensiteit middelzwaar verkeer: het aantal middelzware motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde). > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarden invullen ( 0). AJ stagf_zv > Hier geeft u aan of een bepaald deel van de verkeersintensiteit van zwaar verkeer op het wegvak te maken heeft met stagnatie of files. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Een waarde tussen 0 en 1 invullen: = 0: bij geen stagnatie / files; > 0: bij stagnatie / files AK int_zv > Verkeersintensiteit zwaar verkeer: het aantal zware motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde). > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarden invullen ( 0). AL stagf_bv > Hier geeft u aan of een bepaald deel van de verkeersintensiteit van bussen op het wegvak te maken heeft met stagnatie of files. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. Een waarde tussen 0 en 1 invullen: = 0: bij geen stagnatie / files; > 0: bij stagnatie / files AM int_bv > Verkeersintensiteit bussen: het aantal bussen per etmaal (weekdaggemiddelde). > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarden invullen ( 0). AN snelheid_dy > De dynamische (maximale) snelheid (in km/u) die geldt voor personenauto s op het betreffende SRM2-wegvak. > niet verplicht in te vullen; alleen bij betreffende SRM2-wegvakken gebruiken. van een SRM1-wegvak als stagnerend is gekwalificeerd, voert u in deze kolom AF een waarde 0 in. > Deze parameter is een verdere verfijning van de opgegeven snelheid in kolom O. > Zie verder Bijlage 4.4 > Zie tabel 1 in Bijlage 4.3 > Zie opmerkingen bij kolom R (Maxsnelh_p) Zie opmerkingen bij AF Zie tabel 1 in Bijlage 4.3 Zie opmerkingen bij AF Zie tabel 1 in Bijlage 4.3 Zie opmerkingen bij AF Zie tabel 1 in Bijlage 4.3 >Heeft allen effect op SRM2-wegvakken >Zie opmerkingen bij kolom R en AF, en par Pagina 71 van 144

72 > Gehele waarde 0 en 130 > in deze kolom vult u de hoge maximum snelheid in van de dynamische maximum snelheden. Deze heeft betrekking op de motorvoertuigen zoals opgegeven in kolom AO (Int_dy). AO int_dy > Verkeersintensiteit licht verkeer: het aantal lichte motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde) dat met de hoge (dynamische) maximale snelheid rijdt. > De totale intensiteit lichte motorvoertuigen op een wegvak met dynamische maximum snelheden is de som van kolom AG en AO. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > Gehele waarden invullen ( 0). AP opm_segm > Tekstveld voor opmerkingen bij het wegsegment. > Het veld kunt u ook gebruiken om een koppeling te leggen met bijv. een verkeersmodel. U kunt in dit veld dan aangeven, d.m.v. ID of naam, met welk wegvak in het verkeersmodel een wegvak in het wegvakkenbestand van de Monitoringstool correspondeert AQ geomet_wkt > In dit veld beschrijft u de geometrie van een wegvak in een CSV-bestand conform het Well-known-Tekst format. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > In combinatie met de hoogte en segment_id wordt geomet_wkt gebruikt voor identificatie van het wegvak. AR actie Dit gegeven is alleen van belang voor het uitvoeren van de monitoring, niet voor het uitvoeren van een berekening met de NSL-Rekentool. > Verplicht in te vullen voor SRM1- en SRM2-wegvakken. > In te vullen waarden i, c, u of d. >Heeft allen effect op SRM2-wegvakken >Zie ook de opmerking bij kolom AG en par > Zie ook par. 8.5 voor informatie over het koppelen van een verkeersmodel aan bestanden van de Monitoringstool. > Het wegvakkenbestand in GIS-formaat (.dbf) bevat géén kolom met geometrie omdat deze informatie in de.shp bestanden is vastgelegd. > Wijziging van de ligging van een wegvak kunt u het beste met een GIS-programma doen. i=insert/ c=create, als u een nieuw wegvak aanmaakt u= update, als u de gegevens van het wegvak wijzigt d = delete, als u het wegvak wilt verwijderen Pagina 72 van 144

73 Handleiding Monitoring NSL mei Aanvullende opmerkingen wegvakkenbestand Segment_ID In kolom A geeft u de wegvakidentificatie op (segment_id). Dit is in ieder geval nodig wanneer er een koppeling (een zogenaamde overdrachtslijn) nodig is tussen het (SRM1-)wegvak en een rekenpunt. Om bij een rekenpunt de concentraties vanwege een SRM1-weg te kunnen berekenen, zijn een aantal omgevingskenmerken nodig voor de berekening van de concentratiebijdrage. De Monitoringstool moet weten welke omgevingskenmerken horen bij het rekenpunt. Dit komt tot stand d.m.v. een koppeling (overdrachtslijn). In onderstaande figuur zijn de overdrachtslijnen zichtbaar gemaakt. Overdrachtlijnen zijn virtuele lijnen ten behoeve van de berekening; het zijn geen zelfstandige items met eigen kenmerken zoals wegvakken en rekenpunten. Wanneer een overdrachtslijn nodig is, moet u altijd een segment_id in kolom A van het wegvakkenbestand invoeren. Voor SRM2-wegen zijn dergelijke overdrachtslijnen niet nodig. Zie paragraaf voor een nadere toelichting op dit soort overdrachtslijnen. Wegvak A Punt 1 overdrachtsllijnen Punt 2 Wegvak B Voorbeeld overdrachtslijnen: wegvak A met rekenpunt 1 / wegvak B met rekenpunt 2 Pagina 73 van 144

74 9.3.3 Stagnatiefactoren Onderstaande tabel kunt u als hulpmiddel gebruiken voor het bepalen van de stagnatiefactor voor stedelijke wegen: zie de beschrijving van de kolommen AF, AH, AJ, AL in de tabel met kernmerken van het wegvakkenbestand, par Daarbij zij opgemerkt dat de genoemde percentages behoren bij die situaties op stadswegen wanneer deze zich op alle werkdagen (maandag t/m vrijdag) voordoen. Als stagnerend verkeer slechts op enkele dagen in de week voorkomt, dan moet de gebruiker daar zelf een afwijkend percentage voor schatten. Tabel 2 Stagnatiefractie stedelijke wegen Omschrijving situatie Percentage stagnerend verkeer Geen stagnatie 0% Stagnatie gedurende een klein deel van de ochtend- of 7% avondspits (< dan 1 uur) Stagnatie gedurende een klein deel van de ochtend- en 15% avondspits (< dan 2x 1 uur) Stagnatie gedurende een groot deel van de ochtend- of 15% avondspits (bijna 2 uur) Stagnatie gedurende de gehele ochtend- of avondspits 20% (> 2 uur) Stagnatie gedurende een groot deel van de ochtend- en 30% avondspits (bijna 2x 2 uur) Stagnatie gedurende de gehele ochtend- en avondspits 40% (> 2x 2 uur) Zie voor een meer uitgebreide beschrijving de informatie in Bijlage Links en rechts In de namen/titels van de kolommen in de rekenpunten- en wegvakkenbestanden is onderscheid gemaakt tussen links en rechts. Dit is links of rechts ten opzichte van de digitaliseringsrichting of tekenrichting van de weg. Dit hoeft niet gelijk te zijn aan de rijrichting, maar kan wel. Rekenpunten: als het bestaande rekenpunten betreft langs een bestaande weg (bestaand = al aanwezig in de Monitoringstool) kunt u in de kaart van de Monitoringstool zien aan welke zijde van de weg het rekenpunt ligt. Met de locator in de kaart kunt u rekenpunten zoeken op basis van hun ID zie de handleiding Kaart NSL. Wegvakken: wat links en rechts is van een wegvak, wordt bepaald door de digitaliseer- of tekenrichting. In de bestanden is informatie over de digitaliseerrichting opgenomen, maar deze is niet heel eenvoudig uit te lezen. CSV In de kolom geomet_wkt is de digitaliseerrichting uit te lezen aan de hand van de volgorde van de coördinaten. De eerste coördinaat is het beginpunt, de laatste het eindpunt; de tussenliggende coördinaten zijn de buigpunten (bochten) in het wegvak. Een linestring kan meerdere coördinaten bevatten; deze zijn gescheiden door een komma (X1 Y1,X2 Y2, etc.). Wij raden u aan om de richting die volgt uit de coördinaten te schetsen, waarna duidelijk wordt wat links en rechts is. De kaart van de Monitoringstool kan ook behulpzaam zijn bij de oriëntatie. Wegvakken kunt u net als rekenpunten opzoeken met de locator op basis van hun ID. Coördinaten: in het gebruikte coördinatenstelsel binnen de Monitoringstool ligt het nul-punt in Parijs (X Y = 0 0). Dat betekent: lage X-coördinaten liggen in het westen, hoge in het oosten; lage Y-coördinaten liggen in het zuiden, hoge in het noorden. Voorbeeld 1: LINESTRING ( , , , ) Pagina 74 van 144

75 De eerste X-coördinaat: ; de laatste: de laatste is hoger, dat is richting het oosten. De eerste Y-coördinaat: ; de laatste: de laatste is hoger, dat is richting het noorden. Conclusie: de digitaliseerrichting is van ongeveer zuid-west naar noord-oost. Links is dan alles ten noord-westen van de weg; rechts is alles ten zuid-oosten van de weg. Door betreffend wegvak in de kaart van de Monitoringstool op zoeken, krijgt u een beter beeld. Voorbeeld 2: LINESTRING( , ) De eerste X-coördinaat: ; de laatste: de laatste is hoger, dat is richting het oosten. De eerste Y-coördinaat: ; de laatste: de waarden zijn nagenoeg gelijk, dat is horizontaal. Conclusie: de digitaliseerrichting is van ongeveer west naar oost. Links is dan alles ten noorden van de weg; rechts is alles ten zuiden van de weg. GIS In een GIS-applicatie is het ook mogelijk om de digitaliseerrichting zichtbaar te maken. Hieronder de beschrijving voor ArcGIS v10. Open de kaartlaag van de wegvakken Start de editor (1) Activeer de edit-tool (2) Selecteer een wegvak (3) Klik op de knop Edit vertices (4) Het selecteerde wegvak is nu zichtbaar met tekens (blokjes) op het beginpunt, buigpunten en eindpunt. Het rode blokje geeft het eindpunt aan. In onderstaande figuur: de digitaliseerrichting is van ongeveer noord naar zuid. Links is dan alles ten oosten van de weg; rechts is alles ten westen van de weg Dynamische maximum snelheid Per 1 september 2012 is de standaard maximale snelheid op het hoofdwegennet verhoogd naar 130 kilometer per uur. Alleen op wegen waar 130 kilometer per uur niet mogelijk is, vanwege het milieu of de verkeersveiligheid, blijft een eerdere lagere maximumsnelheid gelden. Op sommige trajecten is een dynamisch snelheidsregime ingevoerd: de maximumsnelheid is 130 kilometer per uur tijdens dagdelen dat dit mogelijk is en lager tijdens de overige dagdelen. Het rekenen met dynamische snelheden op het hoofdwegennet is sinds de monitoringsronde 2013 op een standaard manier beschikbaar in de Monitoringstool. Op verzoek van RWS is in de Monitoringstool de mogelijkheid ingebouwd. De totale intensiteit lichte motorvoertuigen op een wegvak met dynamische maximum snelheden is de som van int_lv en int_dy. Pagina 75 van 144

76 9.4 Rekenpuntenbestand Het rekenpuntenbestand bevat informatie over de rekenpunten, bijv. ligging, en over de overdrachtslijnen. De overdrachtslijnen geven aan van welk wegvak de bijdrage berekent wordt. Een rekenpunt kan overdrachtslijnen naar meerdere wegvakken hebben en daarom vaker voorkomen in het rekenpuntenbestand. In dit bestand moet de combinatie van 'segment_id' en 'receptorid' uniek zijn, daaraan herkent de Monitoringstool de combinatie. Let op: als u een eigenschap van het rekenpunt wilt veranderen, bijv. de ligging, moet u dat veranderen in alle regels waarin het rekenpunt voorkomt, telkens in combinatie met een ander segment_id. Het rekenpuntenbestand bestaat uit 18 kolommen met gegevens. Voor elk rekenpunt gelden deze 18 kenmerken. Een rekenpuntenbestand moet de betreffende 18 kolommen met de precieze naam/ titel bevatten. Sommige kolommen mogen leeg blijven (o.a. afhankelijk van het type rekenpunt). Verder mag een rekenpuntenbestand beginnen met een willekeurig aantal regels (rijen) met algemene informatie over de berekeningen en de invoergegevens. De randvoorwaarden van elk kenmerk staan in onderstaande paragrafen beschreven. Ook is aangegeven waar elk kenmerk toe dient Uitleg kolommen rekenpuntenbestand Onderstaande beschrijving hanteert de kolomaanduiding aan de hand van het geopende bestand in MS Excel. Zie Bijlage 3.2 voor een afbeelding van het formaat. Pagina 76 van 144

77 Handleiding Monitoring NSL mei Naam Omschrijving en vereisten Opmerkingen en aandachtspunten A segment_id > Dit is het identificatienummer van het SRM1-wegvak waarvan de Monitoringstool de bijdragen op het rekenpunt berekent. Hiermee legt u dus een koppeling tussen het rekenpunt en het SRM1-wegvak (zie afbeelding hiernaast). > Voorbeeldoverdrachtslijnen: wegvak A met rekenpunt 1 / wegvak B met rekenpunt 2 > Bij toetspunten van SRM1-wegvakken is een overdrachtslijn verplicht. Als segment_id leeg wordt gelaten, berekend de Monitoringstool alleen de bijdrage van de omliggende SRM2-wegvakken. Wegvak A > Het betreffende SRM1-wegvak moet opgenomen zijn in het wegvakkenbestand dat de tool inleest, danwel bekend zijn in de monitoringstool. Punt 1 > Bij SRM2-rekenpunten is geen koppeling met een wegvak nodig en vult u daarom geen waarde in. > Voor een nadere uitleg over de overdrachtslijnen, zie paragraaf 9.6 > Dit veld wordt in combinatie met receptor_id en geometrie gebruikt voor identificatie van overdrachtslijnen overdrachtsllijnen Punt 2 Wegvak B B receptor_id > Identificatienummer van een rekenpunt. > Als het een nieuw rekenpunt betreft zal de Monitoringstool het > Verplicht in te vullen bij toetspunten van SRM1- en SRM2-wegvakken. rekenpunt eventueel hernummeren als het opgegegeven nummer > Dit veld wordt in combinatie met geometrie gebruikt voor identificatie van rekenpunten en in combinatie met segment_id en geometrie voor identificatie van overdrachtslijnen. al gebruikt wordt voor een bestaand rekenpunt in de Monitoringstool. > Bij een nieuw rekenpunt mag u zelf een willekeurig identificatienummer geven tussen de waarden (32 bit). > Aangezien een rekenpunt meerdere overdrachtslijnen kan hebben kan receptor_id meerdere keren in het rekenpuntenbestand voorkomen. De combinatie receptor_id en segment_id dient wel uniek te zijn. > Advies: geef ook een sprekende, unieke naam op zodat u het rekenpunt makkelijk terug kunt vinden C overheid_id > Jurisdictiecode van betreffende overheid cq wegbeheerder die eigenaar van het rekenpunt is. > Op basis van de wijzigingsrechten en de ligging van het rekenpunt > Verplicht in te vullen, reeds ingevulde waarden niet aanpasbaar. bepaalt de Monitoringstool de naam van de overheid en jurisdictiecode D overheid > naam overheid cq wegbeheerder. (overheid_id). Deze werkwijze voorkomt dat overheden in > Niet verplicht in te vullen, reeds ingevulde naam niet aanpasbaar want deze wordt afgeleid uit overheid_id. elkaars gebieden rekenpunten kunnen wijzigen of aanmaken. E nummer > Vrij veld om rekenpunten een eigen nummer ter identificatie te kunnen geven > Niet verplicht in te vullen. Mag een willekeurig geheel getal bevatten. F naam > In de Monitoringsronde is in dit veld een naam gegeven aan het rekenpunt. Daarin is de straatnaam en gemeente gehanteerd van de hemelsbreed dichtstbijzijnde straat. > Niet verplicht in te vullen. Mag willekeurige tekst bevatten. G x > X-coördinaat (rijksdriehoek-coördinaten) van rekenpunt. > Bij het toevoegen van een nieuw wordt gebruik gemaakt van de Pagina 77 van 144

78 > Niet verplicht in te vullen. De waarde wordt door de monitoringstool bepaald uit de ligging zoals gegeven in kolom geometrie (kolom Q). H y > Y-coördinaat (rijksdriehoek-coördinaten) van rekenpunt. > Niet verplicht in te vullen. De waarde wordt door de monitoringstool bepaald uit de ligging zoals gegeven in kolom gemoetrie (kolom Q). I type > Hier kan aangegeven worden wat voor type beoordelingspunt het is. Waarden: = niet gedefinieerd; 1 = school; 2 = kinderdagverblijf; 3 = bejaardentehuis; 4 = verzorgingstehuis; 5 = verpleegtehuis; 6 = anders/onbekend > Niet verplicht in te vullen. De tool gebruikt dit niet in berekeningen. J aant_pers > Hier kunt u het aantal blootgestelden op het rekenpunt aangeven. > Niet verplicht in te vullen. De tool gebruikt dit niet in berekeningen. K nsl > Dit veld geeft aan of het rekenpunt een formeel NSL-toetspunt is of niet. Dit gegeven is alleen van belang voor het uitvoeren van de monitoring, niet voor het uitvoeren van een berekening met de NSL-Rekentool. > Verplicht in te vullen. > Te kiezen waarden: t of f (true resp. false). L grond > Waarde laat zien op welke grond dit punt is gekwalificeerd als rekenpunt ipv NSL-toetspunt > Waarden: als kolom K = true: 0 = NSL-toetspunt; als kolom K = false: 1 = toepasbaarheidsbeginsel, 2 = blootstellingscriterium, 3 = overige schrijf een toelichting in kolom P. > Verplicht in te vullen M afstand > Dit gegeven betreft de loodrechte afstand tot het dichtstbijzijnde wegvak. > Niet verplicht in te vullen. De Monitoringstool gebruikt dit niet in berekeningen, maar berekent zelf de afstand aan de hand van de geometrische gegevens in het wegvakken- en rekenpuntenbestand. N wegtype > Hier is aangegeven welk wegtype het in kolom A bedoelde wegvak ter plaatse van het rekenpunt heeft. > Verplicht in te vullen bij toetspunten van SRM1- en SRM2-wegvakken. > In te vullen waarden: 1, 2, 3, 4 voor SRM1-wegvakken en 92, 93 en 94 voor SRM2-wegvakken. 1 = aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan drie maal de hoogte van de bebouwing, maar groter is dan 1,5 x de hoogte van de bebouwing (brede streetcanyon) 2 = aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de weg, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 1,5 x de hoogte van de bebouwing 3 = aan één zijde min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 3 x de hoogte van de bebouwing 4 = basistype, wegen in een stedelijke omgeving anders dan type 1, 2, 3 geometrie zoals opgegeven in kolom Q. > Bij het toevoegen van een nieuw wordt gebruik gemaakt van de geometrie zoals opgegeven in kolom Q. > true = NSL-rekenpunt: een punt waarop de luchtkwaliteit beoordeeld moet worden conform Rbl. Deze punten vormen het resultaat van de monitoring NSL en zijn de basis voor de monitoringsrapportage NSL en de EU-rapportage luchtkwaliteit > false = ander soort rekenpunt, bijv. blootstelling. > Alle NSL toetspunten (veld in K = true) krijgen standaard waarde 0 > voor meer informatie over het toepasbaarheidsbeginsel en het blootstellingcriterium: zie > Het opgegeven wegtype in het rekenpuntenbestand is voor SRM1- weg bepalend voor de berekening, en niet de waarde zoals opgegeven in het wegvakkenbestand. Bij SRM2-wegvakken is het wegtype zoals opgegeven in het wegvakkenbestand wél bepalend. > Als een andere waarde dan 1, 2, 3 of 4 is ingevuld negeert de Monitoringstool de overdrachtslijn en berekent geen SRM1- bijdrage op basis van deze combinatie segment_id en receptor_id. > Zie ook par. Bijlage 4.1 Pagina 78 van 144

79 O boom_fact > Hier geeft u aan welke bomenfactor het in kolom A bedoelde wegvak ter plaatse van het rekenpunt heeft. > Verplicht in te vullen bij een berekening van een punt behorend bij een SRM1- en SRM2-wegvak. > In te vullen waarden: 1, 1.25, 1.5 voor SRM1-wegvak; waarde: 1 voor SRM2-wegvak. 1 = hier en daar bomen of in het geheel niet; 1.25 = één of meer rijen bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter met openingen tussen de kronen; 1.5 = de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde gedeelte van de straatbreedte. > De in het rekenpuntenbestand opgegeven waarde is bepalend voor de factor waarmee de tool rekent, en niet de waarde zoals opgegeven in het wegvakkenbestand. > U kiest een bomenfactor hoger dan 1 indien er langs de gehele weg, aan tenminste één zijde bomen aanwezig zijn binnen 30 meter van de wegas, en met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter. > U moet altijd een waarde invullen, ook als het om een SRM2- wegvak gaat (waarde: 1), alhoewel de Monitoringstool de bomenfactor alleen in SRM1-berekeningen gebruikt. > Zie ook par. Bijlage 4.2 P opmerking > Tekstveld voor opmerkingen bij het rekenpunt, bijv. een toelichting bij kolom A. > Het veld kunt u ook gebruiken om een koppeling te leggen met bijv. een verkeersmodel. U kunt in dit veld dan aangeven, d.m.v. ID of naam, met welk punt in het verkeersmodel het rekenpunt in het rekenpuntenbestand van de Monitoringstool correspondeert Q geomet_wkt > In dit veld beschrijft u de geometrie van het rekenpunt conform het Well-known-Text format: POINT(xcoördinaat spatie y-coördinaat), bijvoorbeeld: POINT( ), waarbij de coördinaten als volgens rijksdriehoekstelsel zijn gedefinieerd. > Verplicht in te vullen. > Dit veld wordt in combinatie met receptor_id gebruikt voor identificatie van rekenpunten en in combinatie met receptor_id en segment_id voor identificatie van overdrachtslijnen R actie > Dit gegeven is alleen van belang voor het uitvoeren van de monitoring, niet voor het uitvoeren van een berekening met de NSL-Rekentool. > Verplicht een waarde invullen bij SRM1- en SRM2-rekenpunten; in te vullen waarden: i, c, u of d. > Zie ook par. 8.5 voor informatie over het koppelen van een verkeersmodel aan bestanden van de Monitoringstool. > Het wegvakkenbestand in GIS-formaat (.dbf) bevat géén kolom met geometrie omdat deze informatie in de.shp bestanden is vastgelegd. i =insert/ c=create, als u een nieuw rekenpunt aanmaakt u= update, als u de gegevens van het rekenpunt wijzigt d = delete, als u het rekenpunt wilt verwijderen Pagina 79 van 144

80

81 9.5 Rekenpunten vs toetspunten Rekenpunten kunnen NSL-toetspunten zijn, maar zijn dat niet automatisch. Het aanpassen van deze status van rekenpunten kan in het rekenpuntenbestand, kolom NSL, zie paragraaf Toetspunten liggen op plaatsen waar conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (Rbl) de luchtkwaliteit bepaald moet worden: op 10 meter van de wegrand; dichterbij de wegrand als de gevel dichterbij staat; representatief voor tenminste 100 meter wegvak. Rekenpunten liggen op plaatsen waar u de luchtkwaliteit wilt berekenen, zonder dat daarvoor wettelijke noodzaak bestaat, bijv.: blootstelling bepaling bij gevoelige bestemmingen; concentratieverloop berekenen bij toenemende afstand van de bron. U kunt gebruik maken van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) om te zien waar u rekenpunten of toetspunten neer moet leggen. De BAG bevat gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente. Daarnaast kunt u ook gebruik maken van luchtfoto s. Het is dan wel van belang dat de ligging van het wegennet in de Monitoringstool overeenkomt met dat in het BAG. Als u bij het beoordelen van de ligging van een toetspunt tot de conclusie komt dat het toepasbaarheidsbeginsel of blootstellingscriterium van toepassing is, verzoeken wij u dringend om: de status van het toetspunt te wijzigen naar rekenpunt, maar het rekenpunt niet te verwijderen; een nieuw toetspunt aan te maken op de locatie waar naar uw inzicht toetsing plaats moet vinden; in het veld grond in het rekenpuntenbestand de juiste grond voor uw keuze in te vullen. In het opmerkingenveld in het rekenpuntenbestand kunt u uw motivatie noteren om de status te wijzigen en kunt u de grond daarvan nader toelichten. U kunt ook alle wijzigingen en motiveringen in een notitie schrijven en die publiek beschikbaar stellen. Zie ook de toelichting in paragraaf Grond rekenpunt Sinds de Monitoringsronde 2011 is de kolom grond in het rekenpuntenbestand toegevoegd. Deze beschrijft het argument waarom u een rekenpunt niet als NSL-toetspunt wilt aanmerken. De reden kan zijn dat volgens u het toepasbaarheidsbeginsel of blootstellingscriterium van toepassing is. Belangrijk Vanaf de Monitoringsronde 2012 is de kolom grond verplicht gesteld. Toepasbaarheidsbeginsel: volgens artikel 5.19 lid 2 Wet milieubeheer (locaties waar de luchtkwaliteit niet hoeft te worden beoordeeld omdat de EU-richtlijn daar niet van toepassing is; toegankelijkheid voor publiek speelt een grote rol) Blootstellingscriterium: volgens art. 22 Regeling beoordeling luchtkwaliteit (punten waarvoor de blootstelling niet significant is). Meer informatie over het toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium vindt u op de website van InfoMil. 9.6 Samenhang wegvakkenbestand - rekenpuntenbestand De Monitoringstool vereist, evenals een berekening met de NSL-Rekentool, gelijktijdig zowel een wegvakkenbestand als een rekenpuntenbestand. Pagina 81 van 144

82 In het wegvakkenbestand zijn de kenmerken opgenomen die de emissies van de bron bepalen. In het rekenpuntenbestand is aangegeven: op welke plek de concentraties berekend moeten worden (x- en y-coördinaat, geometrie), of er een koppeling/overdrachtslijn is tussen een SRM1-wegvak en een rekenpunt en zo ja, welke overdrachtkenmerken aanwezig zijn (bomenfactor, wegtype). Dit laatste aspect is nodig om ervoor te zorgen dat de Monitoringstool op een bepaald rekenpunt de bijdrage van het beoogde wegvak meeneemt. Of dergelijke overdrachtslijnen nodig zijn, hangt af van het wegtype (SRM1 of SRM2) van de weg. Hieronder vindt u meer informatie over het belang van het leggen van overdrachtslijnen, aan de hand van een aantal voorbeelden SRM1-wegen enkelvoudige rijbaan Om de concentraties vanwege een SRM1-weg te kunnen bepalen zijn een aantal omgevingskenmerken. De Monitoringstool moet weten welke omgevingskenmerken horen bij het rekenpunt. Dit komt tot stand d.m.v. een koppeling. In onderstaande figuren zijn de (virtuele) overdrachtslijnen te zien als lijnen. De lijnen zijn geen elementen zoals wegvakken en rekenpunten, maar geven een koppeling weer tussen wegvak en rekenpunt. Overdrachtslijnen: Wegvak Rekenpunt A met 1 B met 2 Punt 1 Wegvak A overdrachtsllijnen Punt 2 Wegvak B Schematisch bovenaanzicht enkele rijbaan Als tussen het rekenpunt 1 en wegvak A geen verbindingslijn is gemaakt, weet de Monitoringstool/NSL-Rekentool niet of het moet uitgaan van de kenmerken van wegvak A of wegvak B. Er moet dus een koppeling zijn om dit te kunnen vastleggen. De koppeling komt tot stand door in het rekenpuntenbestand in kolom A het wegvak (segment id = wegvak A) te benoemen in de rij van rekenpunt 1. Zie het volgende voorbeeld. NB. wegvakken hebben een nummer, geen letter. Deze letter is ingevuld om het voorbeeld duidelijk te laten zijn. Voorbeeld aanpassing invoergegevens Pagina 82 van 144

83 9.6.2 SRM1-wegen gescheiden rijbanen Bovenstaande opmerkingen gelden ook voor SRM1-wegen met gescheiden rijbanen, maar er is nog wel de bijzonderheid dat dan voor één rekenpunt twee overdrachtslijnen nodig zijn. In de berekening van de luchtkwaliteit bij een rekenpunt zijn immers beide rijbanen betrokken. Onderstaande figuur illustreert dit. Overdrachtslijnen: Wegvak Rekenpunt A 1 C 1 B 2 D 2 Punt 1 Wegvak A Wegvak C overdrachtsllijnen overdrachtslijnen Punt 2 Wegvak B Wegvak D Schematisch bovenaanzicht SRM1-wegvakken en rekenpunten (gescheiden rijbanen) Rekenpunt 1 houdt rekening met de bijdragen vanwege wegvak A en C. Het rekenpunt moet daarom weten dat het gebruik maakt van de kenmerken van deze beide wegvakken. De gebruiker legt daarom 2 overdrachtslijnen in het rekenpuntenbestand. Zie het volgende voorbeeld. NB. wegvakken hebben een nummer, geen letter. Deze letter is ingevuld om het voorbeeld duidelijk te laten zijn. Voorbeeld aanpassing invoergegevens gescheiden rijbanen Pagina 83 van 144

84 9.6.3 SRM2-wegen De rekenmethodiek van SRM2 is geheel anders dan die van SRM1. Bij SRM2 kijkt een rekenpunt als het ware welke SRM2-wegvakken in de omgeving (een straal van 5 kilometer) aanwezig zijn en welke bijdragen die leveren op dat rekenpunt. Schematisch bovenaanzicht SRM2-wegvakken en rekenpunten Vanwege deze werkwijze is bij het uitvoeren van een SRM2 berekening alleen de locatie van het rekenpunt van belang. Wanneer u op een bepaald rekenpunt de invloed vanwege de SRM2- wegen wil weten, hoeft u daarvoor in het rekenpuntenbestand geen overdrachtslijn en bijbehorende kenmerken te definieren tussen dat punt en de SRM2-wegen in de omgeving. Het aanmaken van (nieuw) rekenpunt volstaat. Uiteraard moeten de wegvakgegevens van de SRM2-wegen wel in het wegvakkenbestand zijn opgenomen Aandachtspunten uitvoeren berekening op rekenpunten Unieke overdrachtslijnen Door het leggen van overdrachtslijnen, controleert de NSL-Rekentool welke wegbijdragen er voor het betreffende rekenpunt moeten worden meegenomen. Overdrachtslijnen tussen rekenpunten en wegvakken moeten daarom uniek zijn, anders zou de bijdrage van een weg op het rekenpunt meerdere keren worden meegenomen. Een koppeling tussen een bepaald wegvak en een bepaald rekenpunt mag daarom maar één keer voorkomen in het rekenpuntenbestand. Bij onderstaand voorbeeld horen bijvoorbeeld de volgende overdrachtslijnen: Overdrachtslijnen: Wegvak Rekenpunt Opmerking A 1 A 2 C 1 C 2 B 3 B 4 D 3 D 4 B 3 FOUT/DUBBEL Punt 1 Punt 3 Wegvak A Wegvak C Punt 2 Punt 4 Wegvak B Wegvak D Overdrachtslijnen wegvakken rekenpunten Pagina 84 van 144

85 Overigens zal de tool in bovenstaand geval ook de bijdragen van SRM2-wegen (indien aanwezig) op de rekenpunten cumuleren. Daarvoor hoeft de tool immers geen koppeling te leggen in het rekenpuntenbestand. Gevolgen niet leggen van een koppeling Wanneer er in het rekenpuntenbestand geen koppeling is opgegeven tussen een rekenpunt en wegvak, dan berekent de tool op dat punt alleen concentraties vanwege SRM2-wegen. Overdrachtslijnen: Wegvak Rekenpunt In dit geval berekent de tool op de vier rekenpunten concentraties Vanwege de SRM2-wegen in de omgeving, en niet vanwege de SRM1- wegvakken A, B, C en D. Wegvak A Punt 1 Punt 3 Wegvak B Wegvak C Punt 2 Punt 4 Wegvak D Ontbreken koppeling met SRM1-wegvakken Maximale rekenafstand De Rbl2007 geeft een afbakening van het rekenbereik van SRM1. Voor de wegtypen 2 en 3 bedraagt de maximale rekenafstand 30 meter. Voor de wegtypen 1 en 4 bedraagt de maximale rekenafstand 60 meter. Zie voor wegtypen Bijlage 4.1. In de Monitoringstool/NSL-Rekentool geeft de gebruiker geen afstand meer op, maar hij/zij legt het rekenpunt op een bepaalde plek neer en maakt een overdrachtslijn aan. Aan de hand daarvan bepaalt de tool de afstand tussen wegas en rekenpunt. Als de afstanden groter zijn dan de hierboven genoemde, gebruikt de tool de maximale rekenafstand. Na de controle van de invoerbestanden krijgt u een waarschuwing die aangeeft dat de maximale rekenafstand is overschreden. Het importeren en berekenen kan wel plaatsvinden. Bij de berekening wordt de concentratie bepaald aan de hand van de bijdragen van - de SRM1-wegvakken die dmv een overdrachtslijn gekoppeld zijn aan het rekenpunten, die wél binnen de maximale afstand liggen; - de SRM1-wegvakken die dmv een overdrachtslijn gekoppeld zijn aan het rekenpunten, maar die buiten de maximale afstand liggen hierbij wordt gerekend met de maximale afstand, wat een kleine overschatting van de bijdrage kan betekenen; - de eventueel omliggende SRM2-wegvakken. Onderstaand voorbeeld illustreert dit: Pagina 85 van 144

86 Overdrachtslijnen: Wegvak Rekenpunt Afstand A 1 55 B 1 65 C 2 75 Punt 1 Wegvak A Wegvak B Punt 2 Wegvak C Maximale rekenafstand Rekenpunt 1 neemt de bijdragen van wegvak A en eventuele SRM2-wegvakken mee, maar niet die van wegvak B. Rekenpunt 2 neemt alleen de bijdragen van eventuele SRM2-wegvakken mee. In het rekenpuntenbestand kan de gebruiker wel een afstand invullen in kolom M, maar dit gegeven speelt geen rol in de berekening. Het programma geeft ook geen foutmelding als de afstand te groot is, maar het levert wel een rekenresultaat. Het is daarom belangrijk om van te voren goed te controleren waar u een rekenpunt neerlegt, zie par In het resultaatbestand is deze kolom ook opgenomen en gevuld met de afstand waarmee gerekend is. Controle koppeling rekenpunten en wegvak Nadat u de rekenpunten en wegvakken in de Monitoringstool heeft geïmporteerd kunt u de overdrachtslijnen en afstanden controleren. Dit kan in de kaart van de Monitoringstool of door de bestanden opnieuw te exporteren. De evt. ontbrekende, niet verplichte gegevens zijn dan door de Monitoringstool berekend en toegevoegd aan het bestand. Het aanmaken van de rekenpuntenbestanden vraagt om een zorgvuldige werkwijze. Eventueel kan de gebruiker ervoor kiezen om het rekenpunt een naam te geven zodat een koppeling herkenbaar / controleerbaar is. Het ordenen van het rekenpuntenbestand op basis van het receptor_id kan ook verduidelijking geven. Zie onderstaand voorbeeld. In geval u een nieuw wegvak en/of rekenpunt heeft toegevoegd, zal de Monitoringstool bij het importeren nagaan of het wegvak_id en het receptor_id uniek zijn. Als dat niet het geval is, geeft de Monitoringstool een nieuwe, unieke _id. Als u vervolgens een export van deze bestanden maakt, vindt u het wegvak of het rekenpunt niet terug onder het _id dat u ze had gegeven. U kunt dit deels ondervangen door de wegvakken en rekenpunten een unieke, sprekende naam/omschrijving te geven. Deze wijzigt de Monitoringstool niet en dit kenmerk leent zich ook goed om rekenpunten of wegvakken terug te vinden. Voorbeeld controle rekenpuntenbestand Pagina 86 van 144

87 Wegvak Rekenpunt A 1 A 2 A 3 Is koppeling gewenst? C 1 C 2 B 3 B 4 D 3 D 4 Wegvak A Punt 1?? Punt 3 Wegvak C Punt 2 Punt 4 Wegvak B Wegvak D Controle koppeling rekenpunten wegvak 9.7 Maatregelgebieden Effecten van maatregelen die ingrijpen op de gemiddelde emissie van een bepaald type voertuig zijn niet te verwerken in het segmenten- of rekenpuntenbestand. Het betreft maatregelen zoals milieuzone s, groene aanbesteding van het OV of stimulering van elektrische voertuigen. Om deze effecten mee te nemen in de berekening kunt u een maatregelbestand aanmaken. Voorbeelden van maatregelgebieden kunt u inzien in en exporteren uit de Monitoringstool. Het exporteren gaat op dezelfde wijze als het exporteren van segmenten- of rekenpuntenbestanden, zie par Bij de berekening van de luchtkwaliteit in het kader van de monitoring NSL zijn de aanwezige maatregelgebieden onderdeel van de berekening geweest. Let op: om in lijn met de monitoring te rekenen moet u, indien aanwezig, de maatregelgebieden ook aanbieden aan de NSL-Rekentool bij een eigen berekening. Uitleg kolommen maatregelbestand De omschrijving en randvoorwaarden van elk kenmerk staan in de onderstaande tabel weergegeven. Onderstaande beschrijving hanteert de kolomaanduiding aan de hand van het geopende csv-bestand in MS Excel. Zie Bijlage 3.4 voor een afbeelding van het formaat. Pagina 87 van 144

88 Naam Omschrijving en vereisten Opmerkingen en aandachtspunten A Maatr_id > Numerieke aanduiding van het maatregelgebied. > Als gebruik wordt gemaakt van geëxporteerde > Verplicht in te vullen; waarden groter dan nul invoeren bestanden van de Monitoringstool én de ligging van het wegvak niet gewijzigd hoeft te worden adviseren wij om deze kenmerken niet te wijzigen / hernummeren. B Naam > Aanduiding of omschrijving van het maatregelgebied. > Verplicht in te vullen; maximaal 80 karakters, zowel letters als cijfers zijn toegestaan > Tekstveld waarin de gebruiker zelf een eigen naam kan invoeren C Overheid > Jurisdictiecode van betreffende overheid cq wegbeheerder. > Verplicht in te vullen. D Categorie > Numerieke duiding van het soort maatregel. Er zijn drie keuzemogelijkheden: 1 = elektrisch rijden; 3 = milieuzone; 6 = groen aanbesteden OV. > Verplicht in te vullen. E Stof > De stof waarop de maatregel een effect heeft. > De keuzemogelijkheden zijn nox, no2, pm10 en pm2.5 > Verplicht in te vullen. F Factor > Schalingsfactor voor de emissie. De emissie afkomstig van de voertuigen van het betreffende voertuigtype (zie kolom I) binnen dit gebied wordt met deze schalingsfactor vermenigvuldigd. > Deze kolom moet (eigen) waarden bevatten, tenzij gebruik wordt gemaakt van vastgestelde generieke schalingsfactoren. > Jurisdictiecode van de eigenaar van het maatregelgebied; de maatregel heeft invloed op alle wegen, ook die van andere overheden, die binnen het gebied vallen > De notatie van de stoffen is hoofdlettergevoelig, gebruik alleen kleine letters > Met behulp van de bussenknop kan een schalingsfactor worden bepaald (zie ook website InfoMil). G Generiek > Voor de maatregelcategorie milieuzone zijn landelijk generieke schalingsfactoren bepaald. In deze kolom is aangegeven of deze generieke schalingsfactor voor het maatregelgebied is gehanteerd, danwel een eigen schalingsfactor is opgegeven. Daarbij geldt t = true: het betreft generieke schalingsfactoren; f = false : eigen waarden. > Verplicht in te vullen. > In csv-bestand: t = true, f = false In GIS: 0 = false, 1 = true > Pagina 88 van 144

89 Naam Omschrijving en vereisten Opmerkingen en aandachtspunten H Voertuig > Type voertuig waar de maatregel effect op heeft. Per regel kan voor een enkel type voertuig een effect worden opgegeven. Daarbij geldt: l = licht motorvoertuig, m = middelzwaar motorvoertuig, z = zwaar motorvoertuig, b = bus. > Verplicht in te vullen. I Snelheid > Het snelheidstype een SRM1-wegvak waarop de schalingsfactor betrekking heeft. Het effect van een maatregel kan afhankelijk zijn van het snelheidstype. > Maatregelgebieden hebben alleen effect op SRM1- wegen. > Verplicht in te vullen. > De verouderde waarde a wordt vanaf monitoringsronde > U kiest uit de waarden b, c, d, of e (in kleine letters): 2012 niet langer geaccepteerd in de Monitoringstool en NSL-Rekentool, u dient een van de andere b = buitenweg algemeen. Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/h, snelheidstypes in te vullen. gemiddeld ca. 0,2 stops per afgelegde km. c = normaal stadsverkeer. Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde km. d = stagnerend stadsverkeer. Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde km. e = stadsverkeer met minder congestie. Stadsverkeer met een relatief groter aandeel free-flow rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1,5 stop per afgelegde km. J Actie > Dit gegeven is alleen van belang voor het uitvoeren van de monitoring, niet voor het uitvoeren van een berekening met de NSL-Rekentool. > Verplicht in te vullen. > In te vullen waarden i, c, u of d. K Geomet_wkt > In dit veld beschrijft u de geometrie van een wegvak in een CSV-bestand conform het Well-known-Tekst formaat. > Gebruik in GIS een vlak van het type mulitpolygon om de omvang van het maatregelgebied aan te geven. > Verplicht in te vullen. Het gebruikte format in CSV is een multipolygon. De wijze waarop deze wordt ingevuld moet exact voldoen aan de juiste format. Een spatie teveel of te weinig levert bij de verdere verwerking van het bestand al een foutmelding op. Pagina 89 van 144

90

91 Handleiding Monitoring NSL mei Opmerkingen bij maatregelbestanden In een maatregelbestand geeft u per voertuigcategorie, per snelheidstype en per stof aan welke schalingsfactor toegepast moet worden bij de berekening. De schalingsfactor heeft betrekking op de emissie van betreffende voertuigcategorie, niet op de eindconcentratie. Daarom kunt u factoren opvoeren voor zowel NOx als NO2. Bij NO2 betreft het dan de directe fractie NO2 in het NOx-mengsel. Bij overlappende maatregelgebieden die aangrijpen op dezelfde voertuigcategorie zal de NSL- Rekentool de hoogste schalingsfactor gebruiken. Bijvoorbeeld: 2 maatregelgebieden voor schoon OV overlappen elkaar gedeeltelijk. Maatregelgebied 1 heeft voor NOx (voertuigcategorie b; snelheidstype c) een schalingsfactor van 0,75; maatregelgebied 2 heeft voor NOx (voertuigcategorie b; snelheidstype c)een schalingsfactor van 0,90. De NSL-Rekentool zal in het overlappende gebied rekenen met de waarde 0,90. Advies: voor locaties waar bussen uit meerdere OV-consessies rijden, maken betreffende bevoegde gezagen gezamenlijk één (separaat) maatregelgebied met een gewogen gemiddelde schalingsfactor. De werkwijze voor het wijzigen of toevoegen van maatregelgebieden is beschreven in paragraaf 10.9 voor csv-bestanden en in paragraaf 11.9 voor GIS-bestanden. Pagina 91 van 144

92 10 CSV-bestanden actualiseren In de hoofdstuk 9 is aangegeven aan welke vereisten de benodigde invoerbestanden moeten voldoen. Binnen deze eisen kunt u de gegevens in de geëxporteerde bestanden wijzigen. In dit hoofdstuk zijn enkele voorbeeldsituaties uitgewerkt van aanpassingen in csv-bestanden Openen CSV-bestand Bij het openen van een csv-bestand in Excel kan het decimaalteken en scheidingsteken voor duizendtallen soms onjuist ingesteld zijn, waardoor in de velden vreemde waarden verschijnen. Pas in dat geval de instellingen van Excel als volgt aan (beschrijving voor Excel 2003, in nieuwere versies vergelijkbare werkwijze): Open Excel; Ga naar 'Opties' in het menu 'Extra'; Kies het tabblad 'Internationaal' en haal daar het vinkje weg bij 'Scheidingstekens van het systeem gebruiken'; Vervolgens in hetzelfde scherm het decimaalteken in een punt veranderen en het scheidingsteken voor duizendtallen in een komma; Sluit Excel helemaal af. Gooi het bestand dat u heeft geopend weg, dit bestand is corrupt geworden; Exporteer het desbetreffende bestand opnieuw uit de Monitoringstool; Open het nieuwe bestand in Excel. Als u nu het csv-bestand nogmaals opent in Excel, staan de tekens goed. Eventueel kunt u de gewijzigde instellingen later weer terugzetten. Een alternatief is het gebruik van het dbf bestand, onderdeel van de GIS-bestanden, te openen met Excel. Dan is het niet nodig om instellingen van Excel aan te passen. De geometry -kolom is dan leeg, zodat wijziging van de ligging van het wegvak of rekenpunt niet mogelijk is Niet-geografische informatie wegvak wijzigen De niet-geografische informatie van een wegvak kunt u wijzigen door het stratenbestand te openen met bijvoorbeeld excel, en de gegevens in de betreffende cellen te veranderen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om verkeerskundige en omgevingskenmerken. 1. Open een wegvakkenbestand in CSV (of dbf-formaat), bijvoorbeeld wegvakken_2011_export_obv_wijzigingsrechten_011012_0.csv 2. Identificeer welk wegvak u wilt aanpassen. Elke rij in het excel-bestand geeft de kenmerken van één wegvak weer. - Elke rij (wegvak) moet 44 kolommen bevatten. - Wanneer u een geëxporteerd bestand gebruikt, wijzig dan de kolomnamen niet. - Elke rij gaat over een SRM1-wegvak of over een SRM2-wegvak. - Niet alle kolommen hoeven gevuld te worden. Dit hangt o.a. af van het type weg. Daarnaast zijn sommige kenmerken in het wegvakkenbestand opgenomen, maar moeten ze in het rekenpuntenbestand worden ingevuld om effect te hebben in de berekening. - Het uniforme uitwisselingsformaat (hoofdstuk 9) beschrijft de randvoorwaarden waaraan de wijzigingen van de kenmerken moet voldoen. Kolomnamen niet wijzigen Pagina 92 van 144

93 3. Wijzig naar gelang uw (nieuwe) inzichten, maar binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat de kenmerken in de betreffende cellen. 4. Vul in de laatste kolom (AR) als actie u in (update). 5. Sla het bestand op Niet-geografische informatie rekenpunt wijzigen De niet-geografische informatie van een rekenpunt kunt u wijzigen door het rekenpuntenbestand te openen met bijvoorbeeld excel, en de gegevens in de betreffende cellen te veranderen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om kenmerken die de overdracht bepalen (bijv. wegtype, bomenfactor etc.). 1. Open een rekenpuntenbestand in CSV (of dbf-formaat), bijvoorbeeld rekenpunten_overdrachtslijnen_2011_export_obv_wijzigingsrechten_032901_0.csv 2. Identificeer welk rekenpunt u wilt aanpassen. Elke rij in het excel-bestand geeft de kenmerken van één rekenpunt weer. - Elke rij (rekenpunt) moet 18 kolommen bevatten. - Wanneer u een geëxporteerd bestand gebruikt, wijzig dan de kolomnamen niet. - Niet alle kolommen hoeven gevuld te worden. Daarnaast hebben wijzigingen van bepaalde kenmerken geen invloed op de berekening (die kenmerken moeten in het wegvakkenbestand worden aangepast). Kolomnamen niet wijzigen 3. Wijzig naar gelang uw (nieuwe) inzichten, maar binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat (zie hoofdstuk 9) de kenmerken in de betreffende cellen. Let op: het kan voorkomen dat één rekenpunt meerdere keren in het rekenpuntenbestand voorkomt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij gescheiden rijbanen. Wijzigingen van kenmerken van een dergelijk rekenpunt moet u dan op alle plekken in het bestand doorvoeren. 4. Vul in de laatste kolom (R) als actie u in (update). 5. Sla het bestand op Wijziging geografische informatie rekenpunten Ligging rekenpunt wijzigen Soms doet zich een situatie voor waarin het nodig is om de ligging van een bestaand rekenpunt te wijzigen. Bijvoorbeeld als: blijkt dat een rekenpunt niet op de juiste plek blijkt te liggen, bijvoorbeeld vanwege een invoerfout in de monitoringsronde, Pagina 93 van 144

94 u voor een ander doeleinde de luchtkwaliteit wilt toetsen, bijvoorbeeld op een gevoelige bestemming in plaats van de wettelijke toetsafstand langs het wegvak. In strikte zin kunt u rekenpunten niet verplaatsten, wat ook voor wegsegmenten geldt. Het verplaatsen van rekenpunten betekent dat u het rekenpunt verwijdert en vervolgens een nieuw rekenpunt plaatst. Zie voor een beschrijving voor het verwijderen van een rekenpunt paragraaf Voor het toevoegen van een rekenpunt zie paragraaf Ervan uitgaande dat alleen de ligging van het rekenpunt verandert en niet de overdrachtslijnen, kunt u het segment_id, het wegtype en de bomenfactor voor het nieuwe rekenpunt overnemen van het te verwijderen rekenpunt Nieuw rekenpunt aanmaken Bij het aanmaken van een nieuw rekenpunt moet u de geometrie opgeven. Omdat het over een enkel punt gaat is deze geometrie van beperkte omvang. Deze handeling kunt u daarom vrij gemakkelijk met een CSV-bestand in een spreadsheetprogramma doen (vergelijkbaar met het verplaatsen van een rekenpunt) zolang u de benodigde locatie (X/Y-coördinaten) weet. 1. Open een geëxporteerd rekenpuntenbestand in bijvoorbeeld Excel. 2. Voeg een nieuwe regel (rij) in voor het nieuw rekenpunt. 3. Als u op het rekenpunt een SRM1-berekening wilt uitvoeren, geef dan in kolom A het segment_id op van betreffend SRM1-wegvak. Er wordt dan een overdrachtslijn/koppeling gelegd tussen het rekenpunt en het SRM-1 wegvak. 4. Geef eventueel een nieuw identificatienummer op in kolom B. De Monitoringstool zal dit nummer bij het importeren een andere, uniek nummer geven. Dit veld mag u daarom ook leeglaten. 5. Vul in ieder geval de kolommen K, L, N, O, Q en R in (zie voor details over de kolommen paragraaf 9.4): Kolom K: een t of een f. Hier geeft u aan of het rekenpunten een NSL-toetspunt (t) is of niet (f). Kolom L: als kolom K = t (true): vul dan een 0 = NSL-toetspunt in; als kolom K = f (false), vul dan ook de motivatie in: 1 = toepasbaarheidsbeginsel, 2 = blootstellingscriterium, 3 = overige schrijf een toelichting in kolom P. Kolom N: als het een rekenpunt van een SRM1-wegvak betreft, geeft u hier het wegtype (1, 2, 3, 4) op dat geldt voor het wegvak waarmee gekoppeld is (wegvaknummer in kolom A). De tool gebruikt dit gegeven in de SRM1-berekening en correct invullen is noodzakelijk. Vul optioneel voor een rekenpunt van een SRM2- wegvak het wegtype 92, 93 of 94 in. Kolom O: als het een rekenpunt van een SRM1-wegvak betreft, geeft u hier de bomenfactor op die geldt voor het wegvak waarmee gekoppeld is (wegvaknummer in kolom A). De tool gebruikt dit gegeven dus in de SRM1-berekening en u moet dit correct invullen. Een rekenpunt van een SRM2-wegvak hoeft deze informatie niet te bevatten. Kolom Q: geef de geometrie op van het rekenpunt. Dit gebeurt in het zogenaamde Well Known Text format. Voor een rekenpunt is dit POINT(x- coördinaat spatie y- coördinaat), bijvoorbeeld: POINT( ) De gebruiker bepaalt de positie middels het rijksdriehoekcoördinatenstelsel. Let op of het rekenpunt binnen het rekenbereik (maximale rekenafstand) van SRM1 ligt (zie par ). Kolom R: vul een c of een i in. 6. Optioneel kunt ook de andere kolommen invullen. Dit is niet verplicht, maar is aan te raden als dat bijvoorbeeld de herkenbaarheid van het rekenpunt vergroot. Pagina 94 van 144

95 Koppeling tbv SRM1 berekening Advies: receptor_id leeglaten Verplicht in te vullen kenmerken voor receptoren van SRM1-wegen Geometrie van het nieuwe punt Overig in te vullen kolommen 7. Sla het gewijzigde bestand op. Geef een unieke naam op waaruit de wijziging blijkt Geografische informatie wegvak wijzigen In strikte zin kunt u de ligging of hoogte van wegvakken niet wijzigen. Het verplaatsen van wegvakken betekent dat u het wegvak verwijdert (zie paragraaf 10.6) en vervolgens een nieuw rekenpunt aanmaakt. Geografische informatie aan wegvakken toevoegen, nodig bij het aanmaken van een nieuw wegvak, is lastig in een csv-bestand. Wij raden u aan om dit met behulp van een GISprogramma te doen. Zie een toelichting daarop in hoofdstuk Wegvak verwijderen Wegvakken kunt u verwijderen door in de regel van betreffend wegvak een 'd' in te vullen in kolom actie. U herkent wegvakken aan hun 'segment_id'. Dit nummer kunt u zo nodig achterhalen in de kaartviewer van de Monitoringstool. Laat alle gegevens van het betreffende wegvak in de regel staan. Als het een SRM1-wegvak betrof, is gelijktijdig met het wegvak ook de overdrachtslijn (indien aanwezig) naar een bijbehorend rekenpunt verwijderd Rekenpunt of overdrachtslijn verwijderen Overdrachtslijnen en rekenpunten kunt u verwijderen door in de kolom actie een 'd' in te vullen in het rekenpuntenbestand. Overdrachtslijn verwijderen: vul d in de kolom actie in; waarde in kolom segment_id laten staan; Rekenpunt verwijderen: vul d in de kolom actie in; waarde in kolom segment_id verwijderen. Als u een rekenpunt verwijdert, worden ook de bijbehorende overdrachtslijnen verwijderd. Een rekenpunt verwijderen is ook mogelijk als het SRM1-wegvak waaraan de overdrachtslijn gekoppeld was, niet in het wegvakkenbestand of de Monitoringstool voor komt. De overdrachtslijn is namelijk verwijderd toen het wegvak verwijderd werd. In paragraaf is een stappenplan weergegeven hoe u wegvakken en rekenpunten (gelijktijdig) kunt verwijderen Wegvakken aan andere wegbeheerder overdragen Als u bepaalde wegvakken wilt overdragen aan een andere wegbeheerder is het zaak dit in de juiste volgorde te doen. De oude en nieuwe wegbeheerder spreken af wanneer zij gaan importeren: de oude wegbeheerder moet eerst de wegvakken en rekenpunten verwijderen alvorens de nieuwe wegbeheerder ze kan toevoegen. De Monitoringstool accepteert geen (nieuwe) wegen of rekenpunten als op die plaats nog de oude wegen liggen. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de te volgen acties ook paragraaf Pagina 95 van 144

96 10.9 Maatregelgebieden De informatie van een maatregelgebied kunt u verkennen en wijzigen door het maatregelbestand te openen met bijvoorbeeld Excel, en de gegevens in de betreffende cellen te veranderen. Bijvoorbeeld om de schalingsfactor aan te passen of een nieuw maatregelgebied toe te voegen voor een bepaalde voertuigcategorie. 1. Exporteer een maatregelgebied uit de Monitoringstool en sla het op uw eigen computer op, zie par Open een maatregelbestand in CSV, bijvoorbeeld maatregelen_2015_plaatsnaam_jurisdictie_monitoringsronde.csv 2. Identificeer welk maatregelgebied u wilt aanpassen. Elke rij in het excel-bestand geeft de kenmerken van één voertuigcategorie per (SRM1-)snelheidstype weer. - Elke rij moet 11 kolommen bevatten. - Wanneer u een geëxporteerd bestand gebruikt, wijzig dan de kolomnamen niet. - In paragraaf 9.7 zijn de randvoorwaarden beschreven waaraan de wijzigingen van de kenmerken moet voldoen. 3. Wijzig naar gelang uw (nieuwe) inzichten, maar binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat de kenmerken in de betreffende cellen. 4. Sla het bestand op met een logische / sprekende naam als CSV bestand. Nieuw maatregelgebied aanmaken Maatregelgebieden hebben vaak een complexe vorm. Het beschrijven van een complexe vorm in het csv-bestand is lastig in een spreadsheetprogramma zoals Excel. Wij adviseren u om voor het aamaken van een nieuw maatregelgebied ee GIS-pakket te gebruiken. Een eenvoudige vorm, bijv. een driehoek of vierkant zou u nog wel in Excel kunnen aanmaken. Het aanmaken van een nieuw maatregelgebied dat dezelfde geometrie heeft als een reeds bestaand maatregelgebied gaat wel eenvoudig in Excel. In de kolom geomet_wkt geeft u de coördinaten weer van de hoekpunten. Let op de juiste notatie, deze is zeer gevoelig voor fouten. Pagina 96 van 144

97 11 Shape-bestanden actualiseren 11.1 GIS-bestanden De geëxporteerde bestanden van de Monitoringstool zijn beschikbaar in CSV-formaat en in GISformaat. Wanneer u met GIS gaat werken, heeft u voor zowel de wegvakken als de rekenpunten drie bestanden nodig. Deze drie bestanden hebben de extensies:.shp bevat informatie over de ligging van de objecten (wegvakken/rekenpunten).dbf bevat de eigenschappen (attributen) van de wegvakken / rekenpunten.shx bevat voor elk object de index van het.shp-bestand Wanneer u gegevens uit de Monitoringstool exporteerd, beschikt u over al deze drie bestanden. Afhankelijk van de gegevens die u wilt wijzigen of toevoegen kunt u bestanden bewerken in een GIS-programma, of in een database/spreadsheet programma. Wanneer u bijvoorbeeld alleen de niet-geografische kenmerken van wegvakken of rekenpunten wilt wijzigen kunt u gebruik maken van een programma als Excel. Wanneer u (grote hoeveelheden) geografische informatie wilt wijzigen, is het advies om dit in een GIS-programma te doen Wijzigen niet-geografische informatie wegvak De niet-geografische eigenschappen van de wegvakken treft u aan in het bestand met de extensie.dbf (databaseformat). Het wijzigen van eigenschappen kunt u het beste met een GISprogramma doen; het is ook mogelijk om hier bijvoorbeeld Excel te gebruiken. Excel Eventueel kunt u de gegevens van een.dbf-bestand wijzigen in bijvoorbeeld Excel. Dit doet u door eerst Excel te openen, en met bestand openen (bestandstypen = alle bestanden ) het betreffende.dbf-bestand te selecteren. Het wijzigen van de niet-geografische gegevens via Excel gebeurt op dezelfde manier als omschreven in paragraaf GIS-programma De voorkeursmanier om wegkenmerken te wijzigen is via een GIS-programma, zoals bijvoorbeeld ArcGIS. Een voordeel daarvan is dat u gemakkelijker wijzigingen voor meerdere punten kunt doorvoeren, en dat u uw handelingen beter (visueel) kunt controleren. GISprogramma s kennen vele mogelijkheden. In deze paragraaf worden een aantal voorbeelden behandeld. Wegvakkenbestand afbeelden - Klik bij Layers (1) op de rechtermuisknop en klik op Add data (2). 1 2 Pagina 97 van 144

98 - Kies een wegvakkenbestand met de extensie.shp ; bijvoorbeeld wegvakken_jaar_plaatsnaam_wegbeheerders.shp. - De kaart met wegvakken wordt nu in het tekenblad getekend (1). 1 - Door in te zoomen kunt u de situatie beter bekijken. - Wanneer u de informatie-modus gebruikt (1), kunt u op een wegvak klikken om de wegvakgegevens te bekijken. Deze verschijnen in een pop-up (2). 1 2 Pagina 98 van 144

99 Kenmerken wegvakken wijzigen - Door middel van diverse selectiemogelijkheden (1) kunt u de te wijzigen wegvakken selecteren op bijv. ligging of kenmerk (bijv. straatnaam). - Klik op Editor (2) en vervolgens op Start Editting als u de wegkenmerken wilt wijzigen Klik op de rechter muisknop bij de geselecteerde kaartlaag (1) en kies voor open attribute table (2). 1 2 Pagina 99 van 144

100 - De tabel met wegkenmerken (attributen) verschijnt nu (1). - U kunt ervoor kiezen om alleen de geselecteerde wegvakken te laten presenteren (klik op knop bij 2) of te zoeken (ctrl F) op naam / nummer etc. in de tabel. 1 2 In de tabel geeft elke rij de kenmerken van één wegvak weer. Elke rij gaat over een SRM1- wegvak of over een SRM2-wegvak: - Elk kenmerk van het wegvak staat in een aparte kolom van die betreffende rij. - Een wegvak bevat 44 kenmerken. - Van een SRM1-wegvak moeten alle SRM1-kenmerken zijn ingevuld. Hetzelfde geldt uiteraard voor een SRM2-wegvak en de SRM2-kenmerken. - Daarnaast zijn er een aantal kenmerken die altijd ingevuld moeten worden, ongeacht het type wegvak. U kunt de betreffende kenmerken van de wegvakken wijzigen door in het GIS-programma naar de betreffende cel in de tabel te gaan en uw nieuwe gegevens in te voeren. U moet dan wel start editting hebben aangeklikt (zie hierboven). Sla u wijzigingen op voordat u afsluit! Het wijzigen van de wegkenmerken doet u conform de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat. In hoofdstuk 9 staat het formaat beschreven en wordt elk kenmerk van een wegvak toegelicht. Let op: Voor de Monitoringsronde geldt: Wijzigingen van het wegvak worden alleen goed in de Monitoringstool opgenomen als het kenmerk actie van het wegvak adequaat is ingevuld (de laatste kolom). In dit geval een u (update) omdat het niet om geografische kenmerken gaat (of om nieuwe / te verwijderen wegvakken). Het kenmerk hoogte behoort tot de geografische kenmerken van een wegvak Wijzigen niet-geografische informatie rekenpunt De niet-geografische eigenschappen van de rekenpunten treft u aan in het bestand met de extensie.dbf (databaseformat). U kunt de gegevens van een.dbf-bestand wijzigen in een GIS-programma of eventueel in Excel (paragraaf 10.3). Pagina 100 van 144

101 Het wijzigen van de kenmerken van de rekenpunten in GIS, gebeurt op een zelfde manier als de wegvakken (paragraaaf 11.2). Een voordeel van het werken met GIS is dat u gemakkelijker wijzigingen voor meerdere punten kunt doorvoeren en dat u uw handelingen beter (visueel) kunt controleren. GIS-programma s kennen vele mogelijkheden. In deze paragraaf worden slechts een aantal werkwijzen behandeld. Rekenpuntenbestand afbeelden - Klik bij Layers (1) op de rechtermuisknop. - Klik op Add data (2). - Kies een rekenpuntenbestand met de extensie.shp ; bijvoorbeeld rekenpunt_overdracht_jaar_plaatsnaam_wegbeheerders.shp De kaart met de rekenpunten wordt nu getekend in het tekenblad (1). - Om een beter overzicht te krijgen van de situatie, kunt u naast de rekenpunten ook een kaartlaag met de wegvakken tekenen (idem als hierboven: rechtermuisknop bij Layers, Add data, kies een wegvakkenbestand.). 1 Pagina 101 van 144

102 - Door in te zoomen kunt u de situatie beter bekijken (1). - Wanneer u de informatie-modus gebruikt (2), kunt u op een rekenpunt klikken om de gegevens van de rekenpunten te bekijken. Deze verschijnen in een pop-up (3) Kenmerken rekenpunten wijzigen - Door middel van diverse selectiemogelijkheden (1) kunt u de te wijzigen rekenpunten selecteren op bijv. ligging of kenmerk (bijv. straatnaam). - Klik op Editor (2) en vervolgens op Start Editting als u de kenmerken wilt wijzigen Klik op de rechter muisknop bij de geselecteerde kaartlaag (1) (rekenpunten) en kies voor open attribute table (2). 1 2 Pagina 102 van 144

103 - De tabel met kenmerken (attributen) van alle rekenpunten verschijnt nu (1). - U kunt er voor kiezen om alleen de geselecteerde wegvakken te laten presenteren (knop bij 2) of te zoeken (ctrl F) op naam / nummer etc. in de tabel Elke rij beschrijft de kenmerken van een rekenpunt. - Elk rekenpunt bevat 18 kolommen met gegevens. Voor elk rekenpunt gelden deze 18 kenmerken. Zie voor een nadere uitleg hoofdstuk 9. - U kunt nu de betreffende kenmerken van de rekenpunten wijzigen door in de tabel naar de betreffende cel te gaan en uw nieuwe gegevens in te voeren. U moet dan wel start editting hebben aangeklikt (zie hierboven). - Sla u wijzigingen op voordat u afsluit! Het wijzigen van de kenmerken van een rekenpunt doet u conform de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformat (zie beschrijving in hoofdstuk 9). Let op: Voor de Monitoringsronde geldt: Wijzigingen van het rekenpunt worden alleen goed in de Monitoringstool opgenomen als het kenmerk actie van het rekenpunt adequaat is ingevuld (de laatste kolom). In dit geval een u (update) omdat het niet om geografische kenmerken gaat (of een nieuw / te verwijderen wegvakken). Pagina 103 van 144

104 11.4 Wijzigen geografische informatie wegvakkenbestand Wanneer u een wegvak wilt verplaatsen of een nieuw wegvak wilt toevoegen, houdt dan rekening met de werkwijze van de database van de Monitoringstool. Als u een wegvakkenbestand importeert in de Monitoringstool, dan voert deze een aantal checks uit, o.a. om te kijken of een bepaald wegvak al aanwezig is in de database van de Monitoringstool. Een wegvak met een bepaald identificatienummer (segment_id) en een bepaalde ligging (incl. hoogte), moet namelijk uniek zijn en mag daarom maar één keer in de database aanwezig zijn (voor een bepaald zichtjaar). Bij het importeren van een (bewerkt) wegvakkenbestand beschouwt de Monitoringstool een wegvak als nieuw zodra: van een bestaand wegvak de ligging gewijzigd is; van een bestaand wegvak de hoogte gewijzigd is; een geheel nieuw wegvak in het bestand is opgenomen, inclusief wegbeheerder, geometrie en hoogte. Zie paragraaf 9.3 voor de verplichte velden. Acties Monitoringstool: Van een nieuw wegvak hernummert de Monitoringstool automatisch het segment_id. De door u opgegeven waarden van het segment_id worden overschreven door nieuwe waarden. Tijdens het importeren hernummert de Monitoringstool tegelijkertijd het segment_id van het nieuwe wegvak dat is opgegeven in het rekenpuntenbestand. Zodoende blijft een gemaakte koppeling/overdrachtslijn in stand. Bij het wijzigen van de ligging of hoogte vult u als actie een i in omdat de database dit beschouwt als het aanmaken van een geheel nieuw wegvak. De meeste GIS-programma s bevatten verschillende soorten gereedschappen om de ligging van de objecten te wijzigen. In deze handleiding wordt slechts beperkt beschreven hoe dit kan gebeuren Positie / ligging wegvak wijzigen In strikte zin kunt u de ligging of hoogte van wegvakken niet wijzigen. Het verplaatsen van wegvakken betekent dat u het wegvak verwijdert (door in kolom actie en d in te vullen) en vervolgens een nieuw rekenpunt aanmaakt zie paragraaf Zolang u geen opdracht heeft gegeven om het oorspronkelijke wegvak te verwijderen, treedt dubbeling van de bron op. Het is handig om zowel de kaartlaag wegvakken als de rekenpunten af te beelden. Dan is direct inzichtelijk hoe de relatie met de rekenpunten verandert als een wegvak verplaatst wordt. Let op: verplaatsing van het wegvak zal ook gevolgen hebben voor de locatie van de rekenpunten ten opzichte van dit wegvak. Controleer of deze accuraat is. Let daarbij op de wettelijk verplichte rekenafstanden en de maximale rekenafstanden vanwege het rekenbereik van SRM1. Geef het nieuwe wegvak zelf een segment_id mee en vul dat ook in het rekenpuntenbestand in bij rekenpunten/overdrachtslijnen die aan het nieuwe wegvak gekoppeld moeten worden. Pagina 104 van 144

105 Nieuw wegvak invoegen De wegen in de wegvakkenbestanden van de Monitoringstool zijn gebaseerd op het Nationaal Wegenbestand (versie 801). Voor een bepaalde locatie of een toekomstig jaar, bijvoorbeeld vanwege nieuwbouw, kan een straat ontbreken. Er moet dan een nieuwe straat / wegvak worden aangemaakt 4 en opgenomen in een bestaand wegvakkenbestand. Let op: de geëxporteerde wegvakkenbestanden kunnen per zichtjaar verschillende informatie bevatten. Wanneer u voor meerdere jaren een nieuwe weg wilt toevoegen, moet u onderstaande handelingen voor elk jaar herhalen. - Open een wegvakkenbestand waarin u een nieuwe weg wilt toevoegen. - Zorg ervoor dat u de (weg)kenmerken kunt editten ( Editor, Start Editting ) (1). - Er verschijnt een menu create features. - Klik in het menu op: wegvakken_jaar_plaatsnaam_wegbeheerders (2). - Klik in het menu op het type tekeninstrument (voor een weg meestal line ) (3). - Ga in het tekenblad naar de locatie waar de nieuwe weg begint en klik op de rechtermuisknop (4). - Beweeg de cursur naar het volgende punt. Bij een enkele muisklik wordt er een vormpunt (5) aangemaakt. - Met een dubbele muisklik op het eindpunt eindigt u het tekenen van de weg (6) Het is met GIS ook mogelijk om op basis van andere GIS-bestanden, zoals bijvoorbeeld de TOP10-vector, geheel nieuwe wegvakkenbestanden te maken. De werkwijze daarvoor wordt in deze handleiding niet behandeld. Pagina 105 van 144

106 - Na het tekenen is het wegvak al geselecteerd (mocht dat niet het geval zijn, selecteerd deze dan alsnog m.b.v. het selectiepijltje (1)). - Klik na het tekenen op attributes (2). U ziet nu een tabel attributes van het nieuwe (geselecteerde) wegvak. - In de tabel kunt u nu de kenmerken van het wegvak invullen conform het uniforme uitwisselingsformaat (zie hoofdstuk 9). - Zet in de tabel de actie van dit wegvak op i of c zodat het nieuwe wegvak ook opgenomen wordt in de Monitoringstool. - Sla de wijzigingen op. 1 2 Let op: - Na het importeren worden de segment_id s van nieuwe wegvakken hernummerd in de database van de Monitoringstool. De door u opgegeven wegvaknummers worden overschreven. - Tijdens het importeren hernummert de Monitoringstool tegelijkertijd het segment_id van het nieuwe wegvak dat is opgegeven in het rekenpuntenbestand. Zodoende blijft een gelegde koppeling / overdrachtslijn in stand Wijzigen geografische informatie rekenpunten De meeste GIS-programma s bevatten verschillende soorten gereedschappen om de ligging van objecten te wijzigen. In deze handleiding worden slechts een beperkt aantal manieren beschreven hoe dit kan gebeuren. Het is handig om zowel de kaartlaag wegvakken als de rekenpunten af te beelden. Dan is direct inzichtelijk hoe de relatie tussen het rekenpunt en wegvak is Positie / ligging rekenpunt wijzigen In strikte zin kunt u rekenpunten, net als wegvakken niet verplaatsten. Het verplaatsen van rekenpunten betekent dat u het rekenpunt verwijdert en vervolgens een nieuw rekenpunt plaatst. Zie voor een beschrijving voor het verwijderen van een rekenpunt paragraaf Voor het toevoegen van een rekenpunt zie paragraaf Ervan uitgaande dat alleen de ligging Pagina 106 van 144

107 van het rekenpunt verandert en niet de overdrachtslijnen, kunt u het segment_id, het wegtype en de bomenfactor voor het nieuwe rekenpunt overnemen van het te verwijderen rekenpunt Nieuwe rekenpunten invoegen Losse punten - Klik op Editor en start editting (1). - Selecteer in de pop-up create features rekenpunten (2) en point (3). - Wanneer u de cursur naar het tekenvak beweegt, kunt op de gewenste plek een rekenpunt neerleggen door op de muis te klikken (4). U kunt dit meerdere keren herhalen. - Selecteer de rekenpunten en geef ze kenmerken via de attributes tabel (5). - Geef daarbij een sprekend / herkenbaar identificatienummer op (receptor_id) Pagina 107 van 144

108 Nieuwe punten m.b.v. een afstandslijn - Klik op editor en selecteer start editing (1). - Selecteer de weg(en) waarlangs u de nieuwe rekenpunten wilt leggen (2). - Selecteer onder editor (1) het gereedschap copy parallel (3). - Vul in de pop-up de afstand tot de weg in, waarop u het rekenpunt wilt leggen. - Er wordt nu een parallelle lijn getekend ten opzichte van de geselecteerde weg(en) conform de opgegeven afstand Klik op create features (1). - Selecteer in de pop-up create features rekenpunten (2) en point (3). - Wanneer u de cursur naar het tekenvak beweegt, kunt op de gewenste plek op de parallelle lijnen een rekenpunt neerleggen door op de muis te klikken (4). U kunt dit meerdere keren herhalen. - Geef de nieuwe rekenpunten kenmerken m.b.v. de attributes tabel (5). - Geef daarbij een sprekend / herkenbaar identificatienummer op (receptor_id) Selecteer de parallelle lijn(en) en verwijder deze met de delete knop op het toetsenbord (dit is namelijk een nieuw wegvak). - Sla de wijzigingen op. Let op: Zet in de tabel met attributen/kenmerken van de nieuwe rekenpunten de actie op i of c, zodat deze wijziging ook verwerkt wordt in de Monitoringstool. Pagina 108 van 144

109 11.6 Wegvak verwijderen Een wegvak verwijderen doet u door de informatie in het wegvakkenbestand te wijzigen. Bij het betreffende wegvak (in het dbf-bestand) vult u in de laatste kolom actie een 'd'. Alle overige gegevens worden dan genegeerd maar moeten wel binnen de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformaat ingevuld zijn. Als het een SRM1-wegvak betrof, is gelijktijdig met het wegvak ook de overdrachtslijn (indien aanwezig) naar een bijbehorend rekenpunt verwijderd. U kunt de actie op d zetten in: GIS; zie paragraaf 11.2 over wijziging niet-geografische kenmerken wegvakken; Excel; zie paragraaf 10.2 over wijziging niet-geografische kenmerken wegvakken Rekenpunt of overdrachtslijn verwijderen Overdrachtslijnen en rekenpunten kunt u verwijderen door in de kolom actie een 'd' in te vullen in het rekenpuntenbestand. Overdrachtslijn verwijderen: vul d in de kolom actie in; waarde in kolom segment_id laten staan; Rekenpunt verwijderen: vul d in de kolom actie in; als waarde in kolom segment_id 0 (nul) invoeren. Als u een rekenpunt verwijdert, worden ook de bijbehorende overdrachtslijnen verwijderd. Een rekenpunt verwijderen is ook mogelijk als het SRM1-wegvak waaraan de overdrachtslijn gekoppeld was, niet in het wegvakkenbestand of de Monitoringstool voor komt. De overdrachtslijn is namelijk verwijderd toen het wegvak verwijderd werd. In paragraaf is een stappenplan weergegeven hoe u wegvakken en rekenpunten (gelijktijdig) kunt verwijderen. U kunt de actie op d zetten in: GIS; zie paragraaf 11.3 over wijziging niet-geografische kenmerken rekenpunten; Excel; zie paragraaf 10.3 over wijziging niet-geografische kenmerken rekenpunten Wegvakken aan andere wegbeheerder overdragen Als u bepaalde wegvakken wilt overdragen aan een andere wegbeheerder is het zaak dit in de juiste volgorde te doen. De oude en nieuwe wegbeheerder spreken af wanneer zij gaan importeren: de oude wegbeheerder moet eerst de wegvakken en rekenpunten verwijderen alvorens de nieuwe wegbeheerder ze kan toevoegen. De Monitoringstool accepteert geen (nieuwe) wegen of rekenpunten als op die plaats nog de oude wegen liggen. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de te volgen acties ook paragraaf Pagina 109 van 144

110 11.9 Maatregelgebieden De maatregelbestanden kunnen per zichtjaar verschillende schalingsfactoren en maatregelgebieden bevatten. Wanneer u in meerdere zichtjaren een wijziging of toevoeging wilt doorvoeren, moet u onderstaande handelingen voor elk jaar herhalen of betreffend maatregelgebied kopiëren naar de bestanden van die zichtjaren. Als u een maatregelbestand importeert in de Rekentool/Monitoringstool, dan voert deze een aantal checks uit, o.a. om te kijken of de maatregelgebieden al aanwezig zijn in de database van de Monitoringstool. Een maatregelgebied met een bepaald identificatienummer (maatr_id), een overheids-id (jurisdictiecode) en met een bepaalde omvang (geometrie), moet namelijk uniek zijn en mag daarom maar één keer in de database aanwezig zijn (voor een bepaald zichtjaar). Bij het importeren van een (bewerkt) maatregelbestand beschouwt de Monitoringstool een maatregelgebied als nieuw zodra: van een bestaand maatregelgebied de omvang/geometrie gewijzigd is; van een bestaand maatregelgebied de overheid (eigenaar) gewijzigd is; een geheel nieuw maatregelgebied in het bestand is opgenomen en dit gegevens van geometrie heeft meegekregen. Acties Rekentool/Monitoringstool: > Van een nieuw maatregelgebied hernummert de Rekentool/Monitoringstool automatisch het maatr_id als deze geen unieke waarde blijkt te hebben. De door u opgegeven waarde van het maatr_id wordt overschreven door een nieuwe waarde. Het is handig om zowel de kaartlaag maatregelen als de wegvakken af te beelden. Dan is direct inzichtelijk op welke wegen het maatregelgebied effect heeft. Pagina 110 van 144

111 Maatregelgebieden afbeelden - Klik bij Layers (1) op de rechtermuisknop. - Klik op Add data (2). - Kies een maatregelbestand met de extensie.shp ; bijvoorbeeld maatregelen_2015_plaatsnaam_xxx_jaartal.shp De kaart met de maatregelen wordt nu getekend in het tekenblad (1). - Advies: open ook de kaartlaag met wegvakken, ter oriëntatie (idem als hierboven: rechtermuisknop bij Layers, Add data, kies een wegvakkenbestand). 1 Pagina 111 van 144

112 - Wanneer u de informatie-modus gebruikt (2), kunt u op een rekenpunt klikken om de gegevens van de rekenpunten te bekijken. Deze verschijnen in een pop-up (3) Kenmerken maatregelgebied wijzigen - Door middel van diverse selectiemogelijkheden (1) kunt u de te wijzigen rekenpunten selecteren op bijv. ligging of kenmerk (bijv. straatnaam). - Klik op Editor (2) en vervolgens op Start Editting als u de kenmerken wilt wijzigen. 1 2 Pagina 112 van 144

113 - Klik op de rechter muisknop bij de geselecteerde kaartlaag (1) (maatregelen) en kies voor open attribute table (2) De tabel met kenmerken (attributen) van alle rekenpunten verschijnt nu (1). - U kunt er voor kiezen om alleen de geselecteerde wegvakken te laten presenteren (2) of te zoeken (ctrl F) op naam / nummer etc. in de tabel Elke rij beschrijft de kenmerken van een maatregelgebied voor één stof, één voertuigcategorie en één snelheidstype. - Elk rekenpunt bevat 12 kolommen met gegevens. Voor elk rekenpunt gelden deze 12 kenmerken. Zie voor een nadere uitleg paragraaf U kunt nu de betreffende kenmerken van de rekenpunten wijzigen door in de tabel naar de betreffende cel te gaan en uw nieuwe gegevens in te voeren. U moet dan wel start editting hebben aangeklikt (zie nr 3). - Sla uw wijzigingen op voordat u afsluit! Pagina 113 van 144

114 Het wijzigen van de kenmerken van een rekenpunt doet u conform de randvoorwaarden van het uniforme uitwisselingsformat (zie beschrijving in paragraaf 9.7) Wijzigen geometrie maatregelgebied - Open de kaartlaag maatregelen en wegvakken, zie hiervoor onder Maatregelgebieden afbeelden ) - Zorg ervoor dat u geometrische kenmerken kunt editten ( Editor, Start Editting ) (1). - Klik op de Edit-tool zodat u de te bewerken weg kunt selecteren (2). - Klik met de cursor op het maatregelgebied dat u wilt aanpassen (3). - Een icoontje voor het wisselen van de geselecteerde kaartlaag verschijnt (4). Selecteer in het bijbehorende drop-down-menu (5) de kaartlaag die u wilt wijzigen. Let op: u ziet meerdere kaartlagen met dezelfde naam. Zoals hiervoor onder Maatregelgebieden afbeelden ook te zien was, bevat een maatregelgebied per stof, per voertuigcategorie en per snelheidstype een regel. Iedere regel heeft zijn eigen omvang/geometrie. De regels binnen één maatregelgebied, herkenbaar aan hun maatr_id, hebben in de regel dezelfde omvang. - Kies een type gereedschap in de edit-werkbalk (6) om een maatregelgebied te bewerken, zoals bijvoorbeeld Edit vertices (7) Pagina 114 van 144

115 - Met Edit vertices (1) kunt u bijvoorbeeld u de vormpunten (2) van een maatregelgebied verleggen. Door op de knop Scatch properties (3) te klikken kunt u in de tabel die verschijnt de vormpunten ook verplaatsen op basis van coördinaten Voer de wijziging in geometrie door in alle kaartlagen van betreffende maatregel. - Sla het bestand op. De gewijzigde geografische informatie is nu opgeslagen in de GISbestanden Toevoegen nieuw maatregelgebied Wij adviseren u om bij het aanmaken van een nieuw maatregelgebied als uitgangspunt een bestaand maatregelgebied te nemen. In zo n bestand zijn alle kolommen aangemaakt en voorzien van de juiste definities. Zo nodig kunt u een maatregelbestand van een andere overheid als uitgangspunt nemen en na het toevoegen van u maatregel(en) de maatregel van die andere overheid verwijderen uit uw bestand. - Open een maatregelenbestand waarin u een nieuwe maatregel wilt toevoegen. - Zorg ervoor dat u de kenmerken kunt editten ( Editor, Start Editting ) (1, 2). - Er verschijnt een menu create features. - Klik in het menu op: maatregelen_jaar_plaatsnaam_monitoringstool (3). - Klik in het menu Construction tools op het type tekeninstrument Polygon (4). - Ga in het tekenblad en klik de locatie waar u een vormpunt van het maatregelgebied wilt plaatsen. - Beweeg de cursor naar de locatie van een volgend vormpunt. Bij een enkele muisklik wordt er een vormpunt aangemaakt. Door dubbelklikken sluit u de figuur af. Pagina 115 van 144

116 Ga de attributentabel om de kenmerken van het nieuw toegevoegde gebied vast te leggen. Let op: dat kan alleen als de Edit -modus aan staan, zie 2 e stap in deze opsomming. Eventueel kunt u ook rijen in de attributentabel verwijderen als u een maatregelbestand van een andere overheid heeft gebruikt als sjabloon. Om het maatregelgebied op meerdere stoffen, voertuigcategorieën en snelheidstypen van invloed te laten zijn, kunt u de nieuw aangemaakte regel behorend bij het nieuwe gebied kopiëren en de kenmerken daarna wijzigen. - Open de attributentabel, zie onder Kenmerken maatregelgebied wijzigen en zorgt dat de de Edit -modus aan staat, zie hiervoor. - Verwijderen: klik op het blokje vooraan de regel die u wilt verwijderen of kopiëren. De betreffende regel is nu geselecteerd. Druk op de rechter muisknop en kies de gewenste actie. - Kopiëren: selecteer in de kolom Shape de juiste polygon. De laatst aangemaakte staat onderaan. Druk op de rechter muisknop en kies voor copy. Ga in een lege regel in de cel in kolom Shape staan, druk op de rechter muisknop en kies voor paste. - De nieuwe regel krijgt nu een nummer ( FID ). Vul de overige kolommen in, evt. door waarden uit andere regels te kopieëren. - Sla het bestand op. Het nieuwe maatregelgebied is nu opgeslagen in de GISmaatregelbestand. Pagina 116 van 144

117 12 Controle invoergegevens Zodra het importeren van bestanden succesvol is verlopen, zijn de gegevens in de database van de huidige monitoringsronde in de Monitoringstool overschreven. Na de stap importeren raden wij u aan om te controleren of de gegevens in de huidge monitoringsronde juist zijn. U kunt daarbij controleren of het importeren correct is verlopen; daarnaast kunt u mogelijk onjuiste gegevens in uw invoerbestanden opsporen In de kaart De Kaart NSL van de huidige monitoringsronde laat na het importeren direct de nieuwe gegevens zien. De kaart kent verschillende mogelijkheden om gegevens te presenteren en is daarmee geschikt om bijv. de bomenfactor of het wegtype visueel te controleren. Zeker gegevens die weergegeven worden in categorieën (zoals snelheidstype, wegbeheerder, bomenfactor, status rekenpunt etc.) en de aanwezigheid van de juiste koppelingen/overdrachtlijnen tussen rekenpunten en wegvakken kunt u eenvoudig visueel controleren in de kaart. De rekenresultaten zijn na het importeren van gegevens niet direct beschikbaar. De weergave- en selectiemogelijkheden van de kaart zijn beschreven in de handleiding Kaart Monitoring NSL. Naar de Kaart NSL Ga naar de site Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen Selecteer Kaart NSL (links in de blauwe balk). In de rechterkolom van de verschenen pagina kunt u met behulp van het filter een selectie maken van de gegevens die getoond moeten worden. De kaart van de huidige monitoringsronde is alleen beschikbaar achter het wachtwoord en toont de huidige gegevens in de database voor deze monitoringsronde. Wijzig evt. gevonden fouten in de kaart zie ook paragraaf of in de invoerbestanden en importeer deze opnieuw. Pagina 117 van 144

118 12.2 Nieuwe export gegevensbestanden Na het importeren van gegevensbestanden of het wijzigen van gegevens in de Kaart NSL van de huidige monitoringsronde zijn de gegevens in de database van de monitoring NSL direct gewijzigd. Exporteer de gegevens van de huidige monitoringsronde uit de Monitoringstool (nogmaals). Deze bestanden kunt u gebruiken om te controleren of het importeren correct is verlopen. De werkwijze voor het exporteren is gelijk aan die zoals beschreven in paragraaf 5.4, met dit verschil dat u nu bij NSL gegevens kiest voor Monitoring NSL voor de huidige monitoringsronde. Exporteer zowel de Wegvakken als de Rekenpunten en indien van toepassing ook de maatregelen. De bestanden die u heeft geëxporteerd kunt u vergelijken met de bestanden die u heeft geïmporteerd. Deze moeten inhoudelijk gelijk zijn, dan weet u zeker dat de gegevens in de Monitoringstool van de huidige monitoringsronde overeenkomen met de door u aangeboden gegevens. Let op: De Monitoringstool kan, als u nieuwe wegvakken en/of rekenpunten heeft geïmporteerd, het segment_id of rekenpunt_id aangepast hebben. Bij het importeren voert de Monitoringstool ook enkele berekeningen uit, bijv. om de afstand tussen een rekenpunt en het wegsegment te bepalen. Deze gegevens zijn dan toegevoegd in de geëxporteerde bestanden. De Monitoringstool mag, in de bestanden die u (nogmaals) heeft geëxporteerd, alleen administratieve gegevens aanpassen of gegevens toevoegen. Alle andere gegevens moeten gelijk zijn in het bestand dat u heeft geïmporteerd. Zowel spreadsheetprogramma s (bijv. Excel) als GIS-programma s hebben functionaliteiten om bestanden te vergelijken en eventuele verschillen te vinden Proefberekening NSL-Rekentool De bestanden die u kunt exporteren uit en importeren in de Monitoringstool hebben eveneens het juiste formaat voor de NSL-Rekentool. Deze bestanden kunt u, zonder dat verdere aanpassingen of bewerkingen nodig zijn, importeren in de NSL-Rekentool en laten doorrekenen. Dit kunt u doen voordat u het bestand importeert in de Monitoringstool of met het bestand dat u vervolgens ter controle weer exporteert. Uiteraard kunt u ook beide bestanden, zowel het geïmporteerde als het geëxporteerde, doorrekenen en verschillen tussen beide zoeken aan de hand van de rekenresultaten. De NSL-Rekentool is minder strikt/streng in de controle van het formaat van de invoergegevens dan de Monitoringstool. Het is daarom mogelijk dat de NSL-Rekentool uw invoerbestand accepteert (en doorrekent), terwijl u bij het importeren van datzelfde bestand in de huidige monitoringsronde tegen een foutmelding aanloopt. U kunt de rekenresultaten, berekent met uw geactualiseerde invoergegevens voor de huidige Monitoringsronde, vergelijken met de resultaten uit de vorige monitoringsronde. Verschillen grotere of kleinere vormen een aanleiding voor een extra controle van de geactualiseerde invoergegevens. Daarnaast kunt u beoordelen of de berekende concentratie lager, overeenkomstig of hoger is dan uw inschatting of vermoeden op basis van uw kennis van de lokale situatie. Afwijkingen zijn een reden voor een extra controle van de geactualiseerde invoergegevens. Pagina 118 van 144

119 Naar de NSL-Rekentool Ga naar de site Klik Rekenen (in de blauwe balk). Selecteer NSL-Rekentool in het menu in de linker kolom. Volg de aanwijzingen op de pagina voor het uitvoeren van een berekening. Pagina 119 van 144

120 13 Rekenresultaten 13.1 Analyse rekenresultaten Op uiterlijk 1 juli zijn in de Monitoringstool de rekenresultaten beschikbaar. Deze resultaten zijn in de periode 1 juli 1 oktober (uiterlijk) alleen in te zien door personen met een inlog-account voor de Monitoringstool. Zodra de monitoringsrapportage is gepubliceerd en aan de Eerste en Tweede Kamer is aangeboden, zijn de resultaten (en invoergegevens) publiek beschikbaar. Deze periode is geschikt en bedoeld voor analyse van de resultaten door de overheden. Zij kunnen hun communicatie over de monitoring NSL en de (verwachte) luchtkwaliteit voorbereiden zie paragraaf Daarnaast kunnen overheden in deze periode de eerste stappen zetten voor het nemen van aanvullende maatregelen, in geval de rekenresultaten daarvoor aanleiding geven In de kaart De kaart van de Monitoringstool biedt goede mogelijkheden om rekenresultaten te presenteren. De weergave- en selectiemogelijkheden van de kaart zijn beschreven in de bijbehorende handleiding. Naar de Kaart NSL van de huidge Monitoringsronde: Ga naar de site Klik Inloggen (rechts in de blauwe balk); Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op de knop Inloggen ; Selecteer Kaart NSL in de blauwe balk bovenin het scherm; Selecteer in het filter onder monitoringsronde de huidige monitoringsronde; De Kaart NSL voor de huidige monitoringsronde is alleen beschikbaar achter het wachtwoord en toont de huidige gegevens in de database voor (en na 1 juli ook de rekenresultaten van) de huidige monitoringsronde In csv-bestanden De werkwijze voor het exporteren van rekenresultaten is gelijk aan die zoals beschreven in paragraaf 5.4. Kies bij NSL gegevens voor Monitoring NSL voor het huidige monitoringsjaar. Exporteer de Resultaten en naar wens andere gegevens. De csv-bestanden met rekenresultaten kunt u bijv. openen met Excel en vergelijken met de resultaten van vorig jaar. Zo kunt u bijv. het resultatenbestand van 2011 uit monitoringsronde 2012 berekent met de werkelijk meteo vergelijken met het resultatenbestand 2011 uit monitoringsronde 2011 berekent met de dataset meerjarige meteo. Daarnaast kunt u een resultatenbestand verrijken door gegevens uit andere bestanden, bijv. uit Rekenpunten+overdrachtslijnen, toe te voegen. In Excel kunt u daarvoor o.a. de functie verticaal zoeken op basis van rekenpunt_id gebruiken In shape-bestanden De (shape-)bestanden met rekenresultaten kunt u inlezen in een GIS-applicatie. De werkwijze voor het exporteren van rekenresultaten is gelijk aan die zoals beschreven in paragraaf 5.4. In een GIS-applicatie kunt u zelf de legenda en categoriën definiëren en daarmee kaartbeelden maken, vergelijkbaar met de kaart van de Monitoringstool. Daarnaast kunt u in dezelfde of andere kaartlagen gegevens toevoegen cq zichtbaar maken, bijv. uit het bestand Rekenpunten Communicatie resultaten Overheden hebben de taak om milieu-informatie, waaronder luchtkwaliteit, publiek beschikbaar te stellen. In strikte zin kunnen zij volstaan met een verwijzing naar de website van de Monitoringstool. Echter, deze tool biedt niet de mogelijkheid om uw eigen toelichting, uw actieplan, uw voornemens en dergelijke te tonen. Pagina 120 van 144

121 Veel overheden maken daarom de keuze om, op basis van de resultaten in de Monitoringstool, een eigen rapportage luchtkwaliteit te maken. De mogelijkheden voor presentatie van de resultaten die GIS-applicaties bieden, kunt u daarvoor gebruiken. Voor het opstellen en publiceren van een eigen rapportage heeft u tijd van 1 juli 1 oktober (uiterlijk). In die periode zijn de rekenresultaten wel beschikbaar voor overheden, maar nog niet openbaar. Naast het opstellen van rapportage, kunt u in die periode ook stappen zetten om extra maatregelen te nemen als de monitoring daarvoor aanleiding geeft. Daarvoor kunt u dan gelijktijdig met de rapportage communiceren: resultaten, en bij nieuwe overschrijdingen meteen maatregelen of een plan van aanpak. Bij de communicatie op de website adviseren u om ook duidelijk de hyperlinken naar onderbouwingen van gegevens, bijv. verkeersgegevens en maatregel-effecten, te presenteren Afsluiting van de monitoringsronde Uiterlijk 1 oktober levert Bureau Monitoring de Monitoringsrapportage op. Bureau Monitoring zal in de Monitoringsrapportage de algemene trends en verwachtingen voor 2011/2015 analyseren en nieuwe of blijvende knelpunten signaleren. Bij deze knelpunten zal Bureau Monitoring aangeven in hoeverre dit door generieke of lokale factoren wordt veroorzaakt. Een diepgaande analyse van de lokale factoren (bijvoorbeeld waarom er plotseling een onverwachtse verkeerstoename is) zal en kan Bureau Monitoring niet uitvoeren en ligt als verantwoordelijkheid bij de lokale overheid. In de conceptfase van de monitoringsrapportage vindt samenspraak met de overleggroep monitoring NSL plaats. Deze heeft een adviserende rol in deze. Bureau Monitoring levert het definitieve monitoringsrapport op aan het ministerie van IenM. Het ministerie biedt deze vervolgens aan de Eerste en Tweede Kamer aan. Nieuwe monitoringsronde De cyclus is rond. Op basis van de nieuwe rekenresultaten kunnen de lokale en regionale overheden overgebleven (en eventuele nieuwe) knelpunten identificeren en aanvullende maatregelen opstellen, bestuurlijk vaststellen en melden bij het Ministerie. Na goedkeuring door het Ministerie zullen de nieuwe/aangepaste maatregelen in de voortgangsformulieren in de Monitoringstool ingevoerd worden door Bureau Monitoring. Pagina 121 van 144

122 14 Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Begrippenlijst Voortgangsformulieren Format wegvakkenbestand, rekenpuntenbestand, maatregelenbestand en resultatenbestand Toelichting parameters Tijdschema Monitoring NSL Pagina 122 van 144

123 Bijlage 1 Begrippenlijst Begrip/ afkorting IBM-project NIBM-project GCN-kaarten SRM1 SRM2 CAR Rbl Toelichting Projecten die in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Zie de website van InfoMil voor meer uitleg. Projecten die in niet betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Zie de website van InfoMil voor meer uitleg. Kaarten met Grootschalige Concentraties van Nederland waarin emissiebronnen uit Nederland zijn meegenomen. In de kaarten is de verspreiding van luchtverontreinigende stoffen in Nederland in kaarten weergegeven. De kaarten zijn terug te vinden op de webiste van het RIVM. Het berekenen van de luchtkwaliteit langs wegen binnen een stedelijke omgeving gebeurt volgens de standaard rekenmethode 1 (SRM1). Zie de website van InfoMil voor meer uitleg. Het berekenen van de luchtkwaliteit langs wegen in het open veld gebeurt volgens de standaard rekenmethode 2 (SRM2). Zie de website van InfoMil voor meer uitleg. CAR is een implementatie van de rekenmethode SRM1 en staat voor Calculation of Air pollution from Road traffic. Zie de website van InfoMil voor meer uitleg. Regeling beoordeling luchtkwaliteit Deze regeling beschijft hoe het meten en rekenen aan luchtkwaliteit dient te gebeuren. Ook bevat het de beschijving van de standaard rekenmethoden 1 en 2. Pagina 123 van 144

124 Bijlage 2 Voortgangsformulieren De onderstaande eigenschappen van maatregelen en projecten staan in het voortgangsformulier. In de rechtse kolom is uitgelegd welke informatie bedoeld is. Na eenmalig volledig invullen is het in de volgende jaren alleen nodig om veranderde velden in te vullen. De voortgangsformulieren zijn online te wijzigen op de website van de Monitoringstool, De velden met * verplichte velden, eenmalig invullen; ** verplichte velden, jaarlijks invullen of controleren. Tip: als u de muis-cursor boven de titel van een veld houdt, verschijnt de definitie of omschrijving. Maatregelen Jaar Maatregelnummer Naam/omschrijving * Status In het NSL opgenomen? Aanpassing ** Type wijziging ** Stand van zaken ** Hier wordt het jaar ingevuld wat is geselecteerd. Identificatienummer waaronder de maatregel is opgenomen in het NSL en/of Monitoringstool. Vul hier voor nieuwe maatregelen een nieuw, uniek nummer in. Dit nummer is groter dan Maatregelnaam 'vastgesteld': gegevens zijn geaccordeerd en niet meer wijzigbaar, 'Concept': gegevens zijn nog niet geaccordeerd en zijn wijzigbaar ja/nee (bij het toevoegen van een nieuwe maatregel staat dit veld standaard op nee) Is er iets gewijzigd t.o.v. de beschrijving in het NSL [ja/nee/nvt]. Bij wijziging de relevante invoervelden opnieuw invullen. Status van de melding. Bij 'herstel van fout in NSL' svp een toelichting geven in het vak 'Opmerkingen'. 1 Wijziging waarvoor een melding gewenst is. 2 Correctie van een fout ten opzichte van het NSL of evidente fout 3 nvt. De fase waarin deze maatregel verkeert. 1 Besluit raad (of GS of Rijk) en financiering rond 2 aanbesteding 3 uitvoering 4 afgerond 5 TB (HWN) - tracébesluit (hoofdwegennet) 6 WAB (HWN) - wegaanpassingsbesluit (hoofdwegennet) 7 onbekend Pagina 124 van 144

125 Zijn de effecten verwerkt in de aangeleverde verkeersdata in de monitoringstool voor elk rekenjaar? 2011 ** ja/nee/nvt 2015 ** ja/nee/nvt 2020 ** ja/nee/nvt Zijn de effecten van de maatregel verwerkt in de aangeleverde verkeersdata voor de genoemde jaren van de Monitoringstool? De werkelijke effecten in de data over de afgelopen jaren en prognoses van de effecten in de data van de huidige en toekomstige jaren. Standaard staat deze op nvt omdat de gegevens niet direct uit de bijlagen van het NSL blijken. Link met nr/id/ib De maatregel is gekoppeld aan of behoort bij maatregel of project. Geef hier het nummer van het gekoppelde project/maatregel. Type maatregel * Detaillering maatregel Ligging Kies een maatregeltype 1 fiets (en voetganger) 2 parkeren 3 hardware wegen 4 software wegen 5 OV 6 schone voertuigen 7 alternatieve brandstoffen 8 modal shift 9 groen 10 puntbronnen 11 informeren 12 gedrag 13 onderzoek 14 verlagen maximum snelheid 15 overdracht: (geluid)schermen 16 resultaatafspraak: tunnelmonden, grote oppervlaktebronnen 17 onbekend Geef een nauwkeurige omschrijving van de maatregel. Voor de maatregelen van Rijkswaterstaat is hier de kilometrering opgenomen. Voer hier de X- en Y-coördinaten in. Bevoegd gezag * Verantwoordelijke voor besluitvorming en realisatie. Type toonaangevend besluit * Datum toonaangevend besluit * Opmerkingen Het type besluit m.b.t. de wijziging van de maatregel (bijvoorbeeld raadsbesluit). Datum waarop de uitvoering van de maatregel of de wijziging van de maatregel bestuurlijk is vastgesteld. Opmerkingen van diverse aard bij deze maatregel die relevant zijn voor de monitoring NSL. Pagina 125 van 144

126 Planningstermijn maatregel Planningstermijn voor uitvoering van deze maatregel (bijvoorbeeld 50% in 2010 en 100% in 2015). Geplande datum realisatie ** Werkelijke datum realisatie Toelichting Datum waarop volgens planning/verwachting deze maatregel is afgerond, is geëffectueerd. Datum waarop de uitvoering van deze maatregel werkelijk is afgerond, is geëffectueerd. Dit veld biedt nuttige informatie voor de monitoring, maar is niet verplicht. Overzicht van geplande fasering in (fysieke) realisatie van de maatregel. Ruimte voor toelichting bij fase of over uitvoering. Bij tussen- of eindrapportages aan bijvoorbeeld de raad/gs graag naam van en link naar document opnemen. Kenmerk dat effect ondervindt Omschrijving van het aangrijpingspunt van deze maatregel in termen van invoerparameters van een verkeersmodel. 1 intensiteit 2 verkeerssamenstelling 3 wegkenmerken (bv wegdekhoogte) 4 doorstroming 5 emissie 6 niet verkeersgerelateerd 7 onbekend Fasering van het effect Verwachte verloop van effect op luchtkwaliteit. Pagina 126 van 144

127 Projecten Projectnummer Naam/omschrijving * Status IBM/NIBM? Aanpassing ** In het NSL? Nummer of identificatienummer waaronder het project is opgenomen in het NSL en/of Monitoringstool. Vul hier voor nieuwe projecten een nieuw, uniek IB-nummer in. Dit nummer is kleiner dan 2000 Projectnaam Vastgesteld': gegevens zijn geaccordeerd en niet meer wijzigbaar. 'Concept': gegevens zijn nog niet geaccordeerd en zijn wijzigbaar. IBM/NIBM Is er iets gewijzigd t.o.v. de beschrijving in het NSL [ja/nee/nvt]. Bij wijziging alle relevante invoervelden opnieuw invullen. ja/nee (bij het toevoegen van een nieuw project staat dit veld standaard op nee). Type wijziging ** Stand van zaken ** Status van de melding. Bij 'herstel van fout in NSL' svp een toelichting geven in het vak 'Opmerkingen'. 1 Wijziging waarvoor een melding gewenst is 2 Correctie van een fout ten opzichte van het NSL of evidente fout 3 nvt De fase waarin dit project verkeert 1 in voorbereiding 2 besluit raad (of GS of Rijk) en financiering rond 3 financiering rond 4 aanbesteding 5 uitvoering 6 afgerond 7 onbekend Omvang Project Richtjaren 2011, 2015, 2020 Omvang Project Wonen [woningen] Omvang Project Kantoor [m2 bvo] Omvang Project Bedrijfsterrein [ha] Omvang Project Infrastructuur [-] Omvang Project Overig [-] Zijn de effecten verwerkt in de aangeleverde verkeersdata in de monitoringstool voor elk rekenjaar? Zijn de effecten van het project verwerkt in de aangeleverde verkeersdata voor de genoemde jaren van de Monitoringstool? De werkelijke effecten in de data over de afgelopen jaren en prognoses van de effecten in de data van de huidige en toekomstige jaren. Standaard staat deze op nvt omdat de gegevens niet direct uit de bijlagen van het NSL blijken ** ja/nee/nvt 2015 ** ja/nee/nvt 2020 ** ja/nee/nvt Pagina 127 van 144

128 Link met nr/id/ib Dit project is gekoppeld aan of behoort bij maatregel of project. Geef hier het nummer van het gekoppelde project/maatregel. Ligging X Y X- en Y-coördinaat van het zwaartepunt van het project (in RDM-stelsel, in meter). De kilometrering van Rijkswaterstaat-projecten staat in het vak Opmerkingen. Bevoegd gezag* Type toonaangevend besluit Datum toonaangevend besluit Opmerkingen Verantwoordelijke voor besluitvorming en realisatie. Het type besluit m.b.t. de wijziging van het project (bijvoorbeeld raadsbesluit). Datum waarop de uitvoering van het project of de wijziging van het project bestuurlijk is vastgesteld. Opmerkingen van diverse aard bij dit project die relevant zijn voor de monitoring NSL. Voor de projecten van Rijkswaterstaat is hier de kilometrering opgenomen. Planningstermijn project Planningstermijn voor uitvoering van dit project (bijvoorbeeld 50% in 2010 en 100% in 2015). Geplande datum realisatie ** Werkelijke datum realisatie Toelichting Datum waarop volgens planning/verwachting dit project is afgerond, is geëffectueerd. Datum waarop de uitvoering van dit project werkelijk is afgerond, is geëffectueerd. Dit veld biedt nuttige informatie voor de monitoring, maar is niet verplicht. Overzicht van geplande fasering in (fysieke) realisatie van het project. Ruimte voor toelichting bij fase of over uitvoering. Bij tussen- of eindrapportages aan bijvoorbeeld de raad/gs graag naam van en link naar document opnemen. Kenmerk dat effect ondervindt Omschrijving van het aangrijpingspunt van dit project in termen van invoerparameters van een verkeersmodel. Selecteer hier het meest bepalende effect. 1 intensiteit 2 verkeerssamenstelling 3 wegkenmerken (bv wegdekhoogte) 4 doorstroming 5 emissie 6 niet verkeersgerelateerd 7 onbekend Fasering van het effect Verwachte verloop van de wijziging in parameters. Pagina 128 van 144

129 Handleiding Monitoring NSL mei Bijlage 3 Bijlage 3.1 Formaat bestanden Monitoringstool Formaat wegvakkenbestand Pagina 129 van 144

130 Bijlage 3.2 Formaat Rekenpuntenbestand Bijlage 3.3 Formaat Resultatenbestand Vervolg resultatenbestand op volgende pagina Pagina 130 van 144

131 Pagina 131 van 144

132 Bijlage 3.4 Formaat Maatregelgebiedenbestand Pagina 132 van 144

133 Handleiding Monitoring NSL mei Bijlage 4 Toelichting parameters In de tabellen met kenmerken van rekenpunten (par ) en wegvakken (par ) is in het kort een toelichting gegeven bij de verschillende parameters. In deze bijlage is voor een aantal parameters een meer uitgebreide toelichting opgenomen. Bijlage 4.1 Wegtypen De wegtypen voor SRM1-wegen zoals opgenomen in de invoerbestanden (rekenpuntenbestand) voor de Monitoringstool (en NSL-rekentool) komen niet overeen met de wegtypen in CARII. Het betreft de wegtypen zoals die zijn gedefinieerd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007). De volgende wegtypen worden onderscheiden: 1 aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan drie maal de hoogte van de bebouwing, maar groter is dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing. 2 aan beide zijden van de weg min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de weg, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing (street canyon). 3 aan één zijde min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van maximaal 60 meter van de wegas, waarbij de afstand tussen wegas en gevel kleiner is dan 3 maal de hoogte van de bebouwing. 4 basistype, wegen in een stedelijke omgeving anders dan type 1, 2, of Pagina 133 van 144

134 Een wegtype valt onder de definities van SRM2 als de afstand van de wegrand tot de bebouwing, minstens 3 x groter is dan de hoogte van de bebouwing. De onderverdeling in de wegtypen binnen SRM2 in de typen 92, 93 en 94 heeft niet met omgevingskenmerken te maken maar met wegkenmerken als max. snelheid, zie par H1 H2 L1 L2 L1 / H1 > 3 L2 / H2 > 3 H1, H2 = Hoogte bebouwing L1, L2 = Afstand bebouwing tot wegrand Bijlage 4.2 Bomenfactor Er kan gekozen worden uit de waarden 1, 1,25 of 1,5. Aan deze waarden is de volgende betekenis verbonden: 1 hier en daar bomen of in het geheel niet; 1,25 één of meer rijen bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter met openingen tussen de kronen; 1,5 de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde gedeelte van de straatbreedte. De keuze van de juiste bomenfactor in een SRM1 berekening is van belang. Het verschil in rekenresultaat kan langs drukke wegen (> mvt/etmaal) oplopen tot meer dan een microgram per m³ (jaargemiddeld). Een bomenfactor hoger dan 1 mag slechts worden gebruikt indien er langs het gehele wegsegment, aan tenminste één zijde bomen aanwezig zijn binnen 30 meter van de wegas, en met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter. Pagina 134 van 144

135 Bovenstaande afbeeldingen plaatjes zijn slechts ter illustratie overgenomen uit de tekst van de Rbl Ze laten niet alle situaties zien die mogelijk zijn binnen de definities. > Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk om een factor van 1,5 te gebruiken, bij een bomenrij aan één zijde van de weg waarbij de boomkruinen elkaar raken en de kroon 1/3 van de weg bedekt. De bomen moeten dan aanwezig zijn binnen 30 meter van de weg en de onderlinge afstand tussen de bomen is kleiner dan 15 meter. > Zo kunnen er ook situaties zijn waarbij de bomen op meer dan 15 meter van elkaar staan en waar de kruinen elkaar toch raken. Voor deze situaties kan worden uitgegaan van een bomenfactor van 1. In de Rbl staat immers expliciet dat een factor van meer dan 1 slechts mag worden gebruikt bij een onderlinge afstand van minder dan 15 meter. > Niet elk type boom dat aan de specificaties voldoet, heeft ook daadwerkelijk een negatief effect op de luchtkwaliteit. Zo kunnen bepaalde typen leibomen op een onderlinge afstand korter dan 15 meter worden geplaatst en zodanig, dat de kruinen van de bomen elkaar raken. Dit type boom kent echter geen duidelijke kruin, zodat het toepassen van een (hoge) bomenfactor mogelijk niet gerechtvaardigd is (zie figuur). Bijlage 4.3 Voertuigcategorieën De toelichtingen bij de kolommen AF t/m AM geven een viertal voertuigcategorieën weer. Tabel 1 geeft de definities van de genoemde categorieën. Tabel 1 Voertuigcategorieën Categorie Omschrijving Licht verkeer - Personenauto s - Bestelauto s - Motoren Middelzwaar verkeer - Vrachtwagens < 20 ton GVW - Touringcarbussen Zwaar verkeer - Vrachtwagens > 20 ton GVW - Trekkers Bussen - Openbaar vervoer autobussen, m.u.v. touringcarbussen Pagina 135 van 144

136 Bijlage 4.4 Snelheid en stagnatiefactor Ten behoeve van SRM-1 berekeningen maakt het Ministerie van Infrastructuur en Milieu emissiefactoren voor de volgende snelheidscategorieën bekend. Tabel 2 Snelheidscategoriën snelheidscategorie omschrijving b- buitenweg algemeen Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/h, gemiddeld ca. 0.2 stops per afgelegde km. c- normaal stadsverkeer Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde km. d- stagnerend stadsverkeer Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/h, gemiddeld ca. 10 stops per afgelegde km. e- stadsverkeer met minder congestie Stadsverkeer met een relatief groter aandeel free-flow rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/h, gemiddeld ca. 1.5 stop per afgelegde km In een situatie waarbij het verkeer zich gedurende een dag uniform gedraagt, kan worden volstaan met de keuze van één van bovenstaande categorieën voor een wegvak. Stagnatiefactor In de praktijk blijkt het lastig om een keuze te maken die recht doet aan de omschrijving van de hierboven genoemde snelheidscategorieën, omdat er binnen een onderzoeksgebied variatie kan zijn vanwege: - omgevingskenmerken zoals kruispunten, verkeerslichten etc. - pieken in intensiteiten in spitsperiodes. Uit de omschrijving van de categorieën blijkt dat er al een bepaalde mate van stagnatie / congestie ( stop and go-rijgedrag ) in elke snelheidscategorie verwerkt is. Tevens blijkt dat er een (relatief) groot verschil is in het aantal stops tussen de snelheidscategorieën stagnerend stadsverkeer en normaal stadsverkeer. Dit verschil is ook terug te zien in de emissiefactoren van beide snelheidscategorieën. De gemaakte keuze voor deze parameter in het rekenmodel kan daarom grote invloed hebben op de berekende concentraties. Hieronder zijn twee manieren beschreven waarop deze kenmerken betrokken kunnen worden bij het bepalen van de snelheidscategorie. Beide manieren hebben als gezamenlijk uitgangspunt dat bovengenoemde kenmerken (omgevingskenmerken en pieken) expliciet betrokken worden bij het bepalen van de snelheidscategorie per wegvak. Uitmiddeling door uit te gaan van één lange weg met een gemiddelde uniforme snelheid moet voorkomen worden, wanneer in het onderzoeksgebied variatie in snelheid te verwachten is vanwege de aanwezige omgevingskenmerken of pieken tijdens de spits. Methode I 1. Bepaal voor ieder wegvak de gemiddelde snelheid met behulp van een verkeersmodel. Neem daarbij de spitssnelheid als uitgangspunt (dit is dus een worst case inschatting). Gebruik in het verkeersmodel factoren als kruispuntvertraging en bebouwingsdichtheid bij het bepalen van de gemiddelde (spits)snelheid van het wegvak. Een kruispuntvertraging is een toeslag op de linktijd 5 die doorwerkt in de te berekenen gemiddelde snelheid; 5 Tijd die het verkeer nodig heeft om de afstand van één wegvak af te leggen. Pagina 136 van 144

137 Het verkeersmodel berekent de kruispuntvertraging zelf 6, aan de hand van opgegeven kenmerken van de wegen zoals bijvoorbeeld: Wegtype van de (kruisende) wegen (provinciaal, stedelijk, woonerf etc.). Kruisingstype (rotonde, verkeerslicht etc.). Het verkeersmodel kan ook de bebouwingsdichtheid 7 rondom de wegvakken betrekken om de linktijd 15 van het wegvak te bepalen. Er wordt dan een vertragingsfactor bepaald vanwege bebouwingstype en -dichtheid langs het wegvak. De aanwezigheid van een school of supermarkt langs een wegvak kan bijvoorbeeld het stop and go rijgedrag beïnvloeden. Op deze manier wordt het effect van omgevingskenmerken betrokken bij het bepalen van de gemiddelde snelheid op een wegvak. 2. Kies met behulp van de berekende snelheid de snelheidscategorie (zie bovenstaande tabel) voor het betreffende wegvak, volgens onderstaande indeling: - snelheid < 30 km/u Normaal stadsverkeer (c) - snelheid > 30 km/u < 50 km/u Stadsverkeer met minder congestie (e) - snelheid > 50 km/u: Buitenweg algemeen (b) In deze benadering wordt dus niet gekozen voor de categorie stagnerend stadsverkeer! 3. Bepaal het aandeel van de verkeersintensiteit dat in de snelheidscategorie stagnerend stadsverkeer valt vanwege verkeerspieken tijdens de spitsperiode(s). Dit kan in eerste instantie door middel van onderstaande tabel (3a). Verfijning kan met behulp van een verkeersmodel (3b) plaatsvinden. 3a. Bepaal door middel van onderstaande tabel 3 bij welk percentage van de totale verkeersintensiteit er sprake is van stagnerend verkeer. Tabel 3 Omschrijving situatie 8 % stagnerend verkeer Geen stagnatie 0% Stagnatie gedurende een klein deel van de ochtend- 7% of avondspits (minder dan 1 uur) Stagnatie gedurende een klein deel van de ochtend- 15% en avondspits (minder dan 2x 1 uur) Stagnatie gedurende een groot deel van de ochtend- 15% of avondspits (bijna 2 uur) Stagnatie gedurende de gehele ochtend- of 20% avondspits (meer dan 2 uur) Stagnatie gedurende een groot deel van de ochtend- 30% en avondspits (bijna 2x 2 uur) Stagnatie gedurende de gehele ochtend- en 40% avondspits (meer dan 2x 2 uur) 3b. Gebruik in een verkeersmodel een congestie-afhankelijke toedelingstechniek, om te berekenen bij welke verkeersintensiteit er congestie optreedt. Deze techniek houdt in dat het verkeersmodel de verhouding tussen de intensiteit (I) en capaciteit (C) van een wegvak gedurende de spitsperiodes berekent (I/C-verhouding). Laat het verkeersmodel de I/C -verhouding bepalen; Stel een grens in voor de I/C -verhouding, waarboven congestie optreedt. o In het algemeen kan aangenomen worden dat bij een I/C -verhouding van 70% (per spitsperiode) het verkeer langzamer rijdt dan normaal, en er dus stagnatie/congestie optreedt. 6 De berekening van een kruispuntvertraging kan per verkeersmodel verschillen. 7 De doorwerking van de bebouwingsdichtheid op de gemiddelde snelheid kan per verkeersmodel verschillen. 8 De percentages behoren bij situaties op stadswegen wanneer deze zich op alle werkdagen in de week voordoen. Pagina 137 van 144

138 Laat het verkeersmodel, aan de hand van de berekende I/C -verhouding, per spitsperiode de mate van congestie bepalen: licht, middel of zwaar. Daarbij kunnen de volgende vuistregels toegepast worden: geen congestie: 0% overbelasting congestie licht: 0-10 % overbelasting (I/C = 70-77%) 9 congestie middel: % overbelasting (I/C = %) congestie zwaar: 50 % overbelasting (I/C = > 105%) Bepaal van de gecombineerde congestiemate (zie onderstaande tabel 6) het aandeel verkeer dat stagneert: In theorie kunnen zich onderstaande combinaties van congestiemate tijdens de spitsperiodes voordoen (onderstaande tabel). Onderstaande tabel geeft per spitscombinatie een percentage van de totale verkeersintensiteit op het wegvak dat te maken heeft met stagnerend verkeer. Dit zijn de inzichten zoals ze door de gemeente Amsterdam gehanteerd worden, en kunnen als vuistregel gebruikt worden. Verfijning aan de hand van een eigen verkeersmodel is mogelijk. Tabel 4 Congestiemate ochtendspits % stagnerend verkeer Congestiemate avondspits Geen-Geen 0% Geen-Licht 7% Geen-Middel 15% Geen-Zwaar 20% Licht-Licht 15% Licht-Middel 25% Licht-Zwaar 30% Middel-Middel 30% Middel-Zwaar 35% Zwaar-Zwaar 40% Methode II 1. Gebruik in stedelijk gebied de snelheidscategorie normaal stadsverkeer 10. Verdeling in wegvakken 2. Wegen worden verdeeld in wegvakken met verschillende verkeersintensiteiten. - Wegen waar (naar verwachting) stagnatie optreedt, worden opgedeeld in wegvakken van (minimaal) 100 m. Of er stagnatie optreedt, kan bepaald worden door waarnemingen of door verkeersberekeningen (vergelijkbaar met de omschrijving bij 3b van methode 1, zie hierboven). - Bij verkeerslichten wordt over een lengte van circa 100 m gerekend met stagnatie. - In de spits kan er sprake zijn van stagnatie op een langer traject dan 100 m vóór een verkeerslicht. Hoe lang dit traject is (meerdere wegvakken) kan worden bepaald door waarnemingen of een verkeersmodel. Stagnatie in de spitsperiodes: 3. Zodra geconstateerd is dat stagnatie optreedt, wordt de mate van stagnatie bepaald. Dit kan op dezelfde manier worden bepaald zoals omschreven in stap 3 van methode I (tabel 3 of m.b.v. een verkeersmodel). 9 Genoemde I/C verhoudingen bij congestiematen, bij een I/C-grens van 70% 10 De categorie buitenweg komt in stedelijk gebied nog slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor. Voor de toekenning van de categorie stadsweg met minder congestie kan worden gedacht aan een rondweg. Pagina 138 van 144

139 Stagnatie nabij verkeerslichten 4. Stagnatie komt meestal voor bij wegvakken bij verkeerslichten, ook buiten de spitsperiodes. Wanneer het verkeer op wegvakken bij verkeerslichten buiten de spitsperiodes stagneert over een lengte van 100 meter, dan wordt als vuistregel gehanteerd dat 40% 11 van het verkeer van het wegvak stagneert: - 80% voor de rijbaan (A) voor het verkeerslicht en - 0% voor de rijbaan (B) in de andere richting - Bij een evenredige verdeling van de verkeersintensiteit over de rijrichtingen A en B, komt dit overeen met 40% van de totale verkeersintensiteit van het wegvak (zie figuur hieronder). B A 0% B 80% A Stagnatie over 100 meter lengte voor verkeerslicht (rijbaan A) = Stagnatiefactor 40% over verkeersintensiteit hele wegvak (80%rijrichting A+ 0% rijrichting B) Figuur: Schematisch bovenaanzicht kruispunt (1) Bij een kortere lengte of kortere periode zou dat percentage dus evenredig kleiner kunnen worden. Er moet dan bepaald worden over: - welke afstand rondom de verkeerslichten stagnatie optreedt; - hoeveel uur gedurende de dagperiode (tussen de spitsperiodes) stagnatie optreedt; Het vereist veel waarnemingen om dit te bepalen. Als alternatief kan er: - een globale indeling worden gemaakt op basis van de verkeersstromen die moeten worden verwerkt; - als worst case bij een wegvak voor een verkeerslicht 40% stagnatie toekennen. Combinatie 5. Indien er op een wegvak bij een verkeerslicht tevens sprake is van stagnatie vanwege het grote aanbod gedurende beide spitsperioden, dan geldt een stagnatiepercentage van 60% op het wegvak 12 : - 80% in rijrichting A: Gelijk aan de situatie bij punt 4. De spits heeft geen invloed op het verkeersaandeel dat stagneert vóór het verkeerslicht (rijbaan A): deze verkeersstroom staat toch al stil. Wel kan de wachtrij langer worden. Dan krijgt het voorliggende wegvak ook te maken met stagnatie. - 40% in rijrichting B: Komt overeen met 20% van het totale verkeer in één spitsperiode van 2 uur, afkomstig uit tabel 2. Of een ander percentage aan de hand van tabel 3. B A 100 meter 40% B 80% A = 60% A+B Stagnatie vanwege ochtend- en avondspits bij rijrichting B + Stagnatie over 100 meter lengte voor verkeerslicht rijrichting A = Stagnatiefactor 60% over verkeersintensiteit hele wegvak (A+B) Figuur: Schematisch bovenaanzicht kruispunt (2) 11 Het effect van een groene golf neemt een deel van de stagnatie weg: een reductie van 50% is een redelijke aanname. Een groene golf leidt dan tot stagnatiepercentage van 20% i.p.v. 40%. 12 Uitgaande van een evenredige verdeling van de verkeersintensiteit over de rijrichtingen A en B Pagina 139 van 144

140 Bijlage 4.5 Tunnelfactor De emissie in het wegvak, grenzend aan de uitrijrichting van een tunnel kan worden bepaald met behulp van de formulies 1.12a en 1.12b uit bijlage 1 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007). De tunnelfactor betreft feitelijk een mogelijkheid om op een wegvak een hogere (of lagere) emissie te berekenen dan normaal gesproken wordt gegenereerd. Daarrbij is er een lineair verband tussen de tunnelfactor en de emissie die berekend wordt. Een tunnelfactor van 2 geeft een dubbel zo hoge emissie, terwijl een tunnelfactor van 0,5 de emissie met 50% reduceert. Op deze wijze kan maatwerk worden geboden. De tunnelfactor Tf kan het beste als volgt worden bepaald: Tf = E tm / E Om de tunnelfactor te kunnen bepalen, moet dus eerst de totale emissie E tm worden bepaald. Dat is de emissie die op het wegdeel vrijkomt, welke binnen een afstand van 20 meter of van 50 meter van de uitrit van de tunnelbuis is gelegen. Deze laatste keuze (20 of 50 meter) is afhankelijk van het aantal rijrichtingen per tunnelbuis. De emissie E tm dient overeenkomstig de Rbl2007 op de navolgende wijze te worden bepaald: Voor een wegdeel dat direct aansluit op de uitrit van een tunnelbuis, die tenminste 100 meter lang is en waarbinnen sprake is van twee rijrichtingen, worden de emissies tot op een afstand van 20 meter van de uitrit van een tunnelbuis berekend met onderstaande formule: E tm = E + (E t * L t / #ut) * 1/20 Met: E tm = totale emissie per lengte-eenheid (µg.m-1.s -1 ) op het wegdeel binnen een afstand van 20 meter van de uitrit van een tunnelbuis. E = emissie per lengte-eenheid door verkeer op het wegdeel zelf (µg.m-1.s -1 ), zoals berekend met SRM1. E t = emissie per lengte-eenheid door het verkeer in de tunnelbuis (µg.m-1.s -1 ), zoals berekend met SRM1. L t = lengte van de tunnelbuis (m). #ut = aantal uitritten van de tunnelbuis [-]. Voor een wegdeel dat direct aansluit op de uitrit van een tunnelbuis, die tenminste 100 meter langs is en waarbinnen sprake is van één rijrichting, worden de emissies tot op een afstand van 100 meter van de uitrit van een tunnelbuis berekend met onderstaande formule: E tm = E + (E t * L t / #ut) * 1/50 Beide formules gaan uit van een uniforme verdeling van de emissies in de tunnel over het aansluitende wegdeel. Pagina 140 van 144

141 Bij het bepalen van de emissies op wegdelen die aansluiten op de inrit van een tunnelbuis of aansluiten op de uitrit van een tunnelbuis die korter is dan 100 meter, blijven de emissies door het verkeer in de tunnelbuis buiten beschouwing. Praktische werkwijze Het is niet strikt noodzakelijk om alle emissies te berekenen en op elkaar te delen. De tunnelfactor kan ook eenvoudiger worden afgeleid. Bij het bepalen van de tunnelfactor deel je feitelijk de emissie afkomstig van de tunnelmond (E tm ) door de emissie per lengte-eenheid op het wegdeel zelf (E). De emissie afkomstig van de tunnelmond wordt echter mede bepaald aan de hand van de emissie per lengte-eenheid op het wegdeel zelf (E). Indien de emissie in de tunnel per meter wegvak gelijk is aan de emissie per meter wegvak buiten de tunnel geldt voor de uitrit van de tunnel dus feitelijk: Tf = 1 + ( L t / #ut * 20) Indien sprake is van een tunnelbuis met twee rijrichtingen. Of: Tf = 1 + ( L t / #ut * 50) Indien sprake is van een tunnelbuis met een enkele rijrichting. Aanvullende informatie is te vinden in de publicatie Handreiking stedelijke tunnels en luchtkwaliteit, uitgegeven door het CROW, ISBN , d.d. september Windtunnelonderzoek Een andere manier om de tunnelbijdrage te bepalen, is door middel van windtunnelonderzoek of voldoende betrouwbare metingen. De aldus verkregen tunnelbijdrage kan in de NSL rekentool worden verwerkt door de tunnelfactor aan te passen. Het onderzoek moet dan wel zijn uitgevoerd met inachtneming van de kwaliteits- en betrouwbaarheidseisen uit de Rbl Wil het resultaat worden meegenomen in de NSL monitoring, dan dient over de opzet van het onderzoek vooraf afstemming plaats te vinden met Bureau Monitoring. Pagina 141 van 144

142 Bijlage 5 Tijdschema Monitoring Actiehouders zijn met kleur aangegeven. Deadline momenten (productlevering) zijn ingekleurd en met vette belettering aangegeven. Fase Actiehouder Wat te doen Wanneer Gegevens Bureau Openstellen van Monitoringstool, 2 jan actualisatie Monitoring inclusief nieuwe projecten/maatregelen Overheden Invullen voortgangsformulieren 2 jan 1 mei Verwerken voorbereidingsfase Controles Onderbouwing en documentatie Overheden Aanpassen verkeersgegevens weg- en 2 jan 1 mei omgevingskenmerken Verwerken voorbereidingsfase Controles Onderbouwing en documentatie Overheden Afstemmen verkeersgegevens met regionale partners. 15 jan 15 feb Uitgangspunten Nieuwe projecten / maatregelen Inconsistenties bij aanknopingspunten Beïnvloeding tussen grote projecten Overheden Uitwisseling verkeersmodellen tussen 1 mrt regionale partners Overheden Eindafstemming verkeersmodellen Inconsistenties bij aanknopingspunten 20 mrt 25 mrt Beïnvloeding tussen grote projecten Min. IenM Publicatie GCN kaarten / modellen / 15 mrt modelparameters (emissiefactoren, etc.) Overheden Controle gegevens 1 mei (projecten/maatregelen/verkeersgegev ens en weg- en omgevingskenmerken), online aanpassen of uploaden geactualiseerde gegevens in de MT, accordering gegevens Bureau Monitoring Definitieve sluiting van Monitoringstool 1 mei Rekenen en rapporteren Bureau Uitvoeren van berekeningen mei / juni Monitoring Bureau Modelresultaten van Monitoringsronde voor 1 jul Monitoring beschikbaar stellen Bureau Opstellen Monitoringsrapportage 1 jul - 1 okt Monitoring / Overleggroep Monitoring Opstellen concept rapport door BM Terugkoppeling vanuit Overleggroep Bureau Opstellen Rapportage aan EU 1 jul - 1 aug Monitoring / IenM IenM Accorderen / verzenden EU rapportage 1 okt Pagina 142 van 144

143 Fase Actiehouder Wat te doen Wanneer Besluitvorming en voorbereiding nieuwe ronde Overheden Overheden Monitoringsresultaten Interne afstemming over (identificatie) en oplossing knelpunten Afstemming over monitoringsresultaten met 1 jul 7 okt 1 jul - 1 aug regionale partners. Wie is/zijn knelpunthouder(s) Grensoverschrijdende (effecten van) projecten en maatregelen Overheden / Afstemming over monitoringsresultaten in 1 jul - 1 aug Overleggroep Monitoring Overleggroep Monitoring Hardnekkige knelpunten Wie is/zijn knelpunthouder(s) Aanpassingen in NSL Overleggroep Bepalen consequenties van monitoringsronde. 1 jul - 1 aug Monitoring Vaststellen noodzakelijke bestuurlijke afstemming Min. IenM Evaluatie montoringsronde. Najaar Overleggroep Monitoring, Bureau Mon. Vaststellen en doorvoeren procesverbeteringen in nieuwe tool Overheden Interne afstemming over voorstellen nieuwe 1 jul 7 okt maatregelen Knelpunten en oorzaken Oplossingsmogelijkheden en termijnen Overheden Afstemming voor opstellen actuele 1 jul 1 nov projectenlijst (Voortgang) IBM projecten Nieuwe IBM projecten NIBM projecten en ontwikkelingen in ruimtelijke ordening Rekenen en Bureau Verzending Monitoringsrapportage 1 okt rapporteren Monitoring Overheden Notitie bij monitoringsrapportage, informeren 15 okt bestuur Overzicht knelpunten Overzicht oplossingmogelijkheden Voorstel maatregelen Overheden Bestuurlijke vaststelling nieuwe maatregelen 15 okt 31 dec Overheden Formeel melden van vastgestelde 15 nov maatregelen Overheden Leveren projectenlijst aan verkeersgroep 1 nov (eigen en regionale partners) Overheden Voorbereiding voor levering gegevens in 1 nov 31 dec nieuwe ronde (met werkversie) Verkeersmodellen aanpassen: (IBM) projecten, tellingen, omgevingskenmerken, aanpassen netwerken, H-B tabellen Toepasbaarheidsbeginselgebieden Invloed regionale partners Voortgang projecten/ maatregelen Onderbouwing en documentatie Pagina 143 van 144

144 Pagina 144 van 144

Handleiding Monitoring NSL

Handleiding Monitoring NSL Handleiding Monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Datum mei 2012 Versie 2012.2 Handleiding Monitoring NSL mei 2012 Colofon

Nadere informatie

Handleiding Monitoring NSL

Handleiding Monitoring NSL Handleiding Monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Datum April 2014 Versie 2014.1 Handleiding Monitoring NSL april 2014

Nadere informatie

Handleiding Monitoring NSL

Handleiding Monitoring NSL Handleiding Monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Datum maart 2011 Versie 2011.1 Colofon Titel Subtitel Handleiding

Nadere informatie

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling

Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL. Ruben Beijk Joost Wesseling Modellen luchtkwaliteit en Monitoring NSL Ruben Beijk Joost Wesseling 1 Modellen luchtkwaliteit / Monitoring NSL 22 maart 2011 Inhoud 1. Modellen 2. Test/Validatie 3. Monitoring van het NSL 4. Kwaliteit

Nadere informatie

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM Monitoring NSL Werksessie Veehouderijen Hans Berkhout RIVM 1 Werksessie NSL 31 maart 2016 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 1. Doel monitoring NSL 2. Bepalen luchtkwaliteit 3. Resultaten MT2015

Nadere informatie

Handleiding Monitoring NSL

Handleiding Monitoring NSL Handleiding Monitoring NSL Werkdocument voor overheden bij de monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Datum juni 2011 Versie 2011.2 Colofon Titel Subtitel Handleiding monitoring

Nadere informatie

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 In dit document wordt, vooruitlopend op de komende NSL rapportage van 2017, een kort overzicht gegeven van de resultaten

Nadere informatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 1. Doel Werksessie 2. Problematiek 3. Bepalen luchtkwaliteit 1 Werksessie Veehouderijen 31maart 2014 (AvA_RIVM) Inleiding Doel werksessie: Uitleg toetsingskader

Nadere informatie

I informatieoverzicht melding

I informatieoverzicht melding 3 1 Schoemakerstraat 97 Postbus 5044 2600 GA Delft T (088) 798 2 222 dvsloket@rws.nl http://www.rijkswaterstaat.nl/d Contactpersoon Werenfried Spit T 088 7982 361 I informatieoverzicht melding 1. Inleiding

Nadere informatie

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar ! Bijlage inlezen nieuwe tarieven (vanaf 3.2) Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar Scipio 3.303 biedt ondersteuning om gebruikers alle tarieven van de verschillende verzekeraars in één keer

Nadere informatie

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde 3 december 2014 Inhoud Het probleem. De oplossing: NSL. Totstandkoming en werking NSL. Belangrijke peilers: Maatregelen Monitoring

Nadere informatie

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011. Samenvatting Amsterdam Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage 2011 Samenvatting Amsterdam 2 3 Stand van zaken luchtkwaliteit 2011 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) In 2015 moet Nederland

Nadere informatie

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet De Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet geeft een overzicht van de productcodes die per gemeente worden gebruikt voor de informatie-uitwisseling

Nadere informatie

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet De Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet geeft een overzicht van de productcodes die per gemeente worden gebruikt voor de informatie-uitwisseling

Nadere informatie

Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav)

Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) Rav-nummer Omschrijving huisvestingssysteem Fijnstofemissie

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie

Handleiding voor organisaties

Handleiding voor organisaties Handleiding voor organisaties Inleiding Handleiding voor organisaties Met deze handleiding kunt u als organisatie inzicht krijgen in wat er allemaal mogelijk is binnen soket. Enkele voorbeelden als vestigingen

Nadere informatie

Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018

Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018 Instructie gedetailleerd cumulatief toetsen Versie 9 oktober2018 Instructie voor het berekenen van de fijn stof concentratie met meerdere bronnen/bedrijven in de omgeving (gedetailleerd cumulatief toetsen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding rekenmodel Vee-combistof (pluimvee) (Versie: mei 2019)

Gebruikershandleiding rekenmodel Vee-combistof (pluimvee) (Versie: mei 2019) Gebruikershandleiding rekenmodel Vee-combistof (pluimvee) (Versie: mei 2019) Algemeen Bij pluimveestallen kunnen verschillende technieken worden gebruikt om de emissie van fijnstof (PM 10 ) te reduceren.

Nadere informatie

Aanleg parallelweg N248

Aanleg parallelweg N248 Aanleg parallelweg N248 Onderzoek luchtkwaliteit Definitief Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 14 juli 2014 Verantwoording Titel : Aanleg parallelweg N248 Subtitel : Onderzoek luchtkwaliteit

Nadere informatie

Online aanvragen - Gebruikershandleiding. Online aanvragen Gebruikershandleiding

Online aanvragen - Gebruikershandleiding. Online aanvragen Gebruikershandleiding Online aanvragen Gebruikershandleiding 01 / 11 Online aanvragen Gebruikershandleiding Inhoud Inloggen registreren Wachtwoord vergeten Mijn account Mijn account - Functies Het aanvraagformulier Het aanvraagformulier

Nadere informatie

Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl

Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl... 1 1. Inleiding... 1 2. Structuur... 2 3. Inloggen... 2 4. Aanmaken bedrijfsverzamelgebouw... 3 5. Aanmaken

Nadere informatie

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet

Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet Handleiding Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet De Verwijsindex Productcodes Wmo en Jeugdwet geeft een overzicht van de productcodes die per gemeente worden gebruikt voor de informatie-uitwisseling

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl

Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl Handleiding toevoegen objecten plexatutrecht.nl... 1 1. Inleiding... 1 2. Structuur... 2 3. Inloggen... 2 4. Aanmaken bedrijfsverzamelgebouw... 3 5. Aanmaken

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Inhoud Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoud Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Handleiding Inhoud Inloggen... 3 Homepage... 4 Proces - webapplicatie... 5 Status uitleg... 6 Proces aan / afmelden aansluiting... 7 Nieuwe aansluiting... 8 Status wijzigen... 10 Status log... 11 Bestanden

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

15 July 2014. Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding

15 July 2014. Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding Betaalopdrachten web applicatie gebruikers handleiding 1 Overzicht Steeds vaker komen we de term web applicatie tegen bij software ontwikkeling. Een web applicatie is een programma dat online op een webserver

Nadere informatie

Handleiding Planmonitor wonen

Handleiding Planmonitor wonen Handleiding Planmonitor wonen Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Systeemeisen 3. Toelichting per onderdeel 3.1 Opstarten en inloggen 3.2 De onderdelen van het venster 3.3 Plannen zoeken 3.3.1 (eenvoudig) zoeken

Nadere informatie

Welke NAW-gegevens kunt u via de data export in de uitstroommonitor plaatsen?

Welke NAW-gegevens kunt u via de data export in de uitstroommonitor plaatsen? Handleiding data-export uit magister naar de uitstroommonitor Met behulp van deze handleiding informeren we u over de wijze waarop u gebruik kunt maken van een zogenaamde data-export uit Magister naar

Nadere informatie

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Beheer helpdesk... 3 1.1. Settings... 3 1.2. Applicaties... 4 1.3. Prioriteiten... 5 1.4. Gebruik mailtemplates...

Nadere informatie

e-uur en UBplus Gebruikershandleiding Versie: 1.05

e-uur en UBplus Gebruikershandleiding Versie: 1.05 e-uur en UBplus Gebruikershandleiding Versie: 1.05 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 Hoe gaat het in zijn werk? 3 Wanneer kunt u aan de slag met e-uur en UBplus? 4 1. Terminologie 5 2. Gegevens binnen UBplus

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Gemeente Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn Contactpersoon: De heer J. Vermeij Apeldoorn, 18 april 2011 Uitvoerder: H. IJssel

Nadere informatie

Stappenplan publiceren van zakelijke mededeling in de Staatscourant via de GVOP applicatie

Stappenplan publiceren van zakelijke mededeling in de Staatscourant via de GVOP applicatie Stappenplan publiceren van zakelijke mededeling in de Staatscourant via de GVOP applicatie Versie: 0.1 Wijzigingsbeheer Versie Datum Omschrijving Auteur(s) 0.1 27-5-2015 Initiële versie Pieter Lammers

Nadere informatie

4.3. Fijn stof en NO 2

4.3. Fijn stof en NO 2 geurgevoelige objecten in het buitengebied, die volgens de Wgv beschermd moeten worden, is dus 8,0 Ou en voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom is deze 2,0 Ou. De geuremissie van het bedrijf

Nadere informatie

Exporteren invoergegevens

Exporteren invoergegevens Exporteren invoergegevens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu De gegevens van de Monitoringstool kunt u exporteren. Hiervoor gaat u naar de monitoringstool, kiest voor Monitoring NSL

Nadere informatie

Beschrijving webmail Enterprise Hosting

Beschrijving webmail Enterprise Hosting Beschrijving webmail Enterprise Hosting In dit document is beschreven hoe e-mail accounts te beheren zijn via Enterprise Hosting webmail. Webmail is een manier om gebruik te maken van e-mail functionaliteit

Nadere informatie

Online aanvragen - Gebruikershandleiding. Online aanvragen Gebruikershandleiding

Online aanvragen - Gebruikershandleiding. Online aanvragen Gebruikershandleiding Online aanvragen Gebruikershandleiding 01 / 11 Online aanvragen Gebruikershandleiding Inhoud Inloggen registreren Wachtwoord vergeten Mijn account Mijn account - Functies Het aanvraagformulier Het aanvraagformulier

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Mijn cliëntportaal www.arienszorgpalet.nl

Gebruikershandleiding Mijn cliëntportaal www.arienszorgpalet.nl Gebruikershandleiding Mijn cliëntportaal www.arienszorgpalet.nl Versie 1 mei 2016 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Inloggen Mijn cliëntportaal 4 Voorbeeld Mijn cliëntportaal 7 Mijn afspraken 8 Mijn dossier

Nadere informatie

Offective > CRM > Vragenlijst

Offective > CRM > Vragenlijst Offective > CRM > Vragenlijst Onder het menu item CRM is een generieke vragenlijst module beschikbaar, hier kunt u zeer uitgebreide vragenlijst(en) maken, indien gewenst met afhankelijkheden. Om te beginnen

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting voor één vestiging. Uitleg openingsschermen

Uitgebreide toelichting voor één vestiging. Uitleg openingsschermen Uitgebreide toelichting voor één vestiging Hieronder worden alle onderdelen van de RI&E uitgebreid toegelicht. Wie snel aan de slag wil, moet terugkeren naar de website en op Verkorte toelichting voor

Nadere informatie

Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online. Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven

Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online. Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven Uitzend Software Diensten B.V. UBplus Online Handleiding voor uitzendbureaus, detachering en payroll bedrijven Versie 5.0 december 2011 Inhoudsopgave UBplus Gebruik UBplusOnline per klant instellen 2 Gebruik

Nadere informatie

Per gemeente of samenwerkingsverband zijn via de decentrale beheermodule aanpassingen mogelijk op de volgende punten:

Per gemeente of samenwerkingsverband zijn via de decentrale beheermodule aanpassingen mogelijk op de volgende punten: Handleiding Decentrale Beheermodule aanvraag bijstand Inleiding De Decentrale Beheermodule aanvraag bijstand is bedoeld om gemeenten in staat te stellen de inhoud en het procesverloop van de digitale aanvraag

Nadere informatie

HANDLEIDING FLEETCALCULATOR WWW.DUTCHLEASE.NL

HANDLEIDING FLEETCALCULATOR WWW.DUTCHLEASE.NL HANDLEIDING FLEETCALCULATOR WWW.DUTCHLEASE.NL Deze handleiding geeft een beschrijving van de mogelijkheden van de webcalculator. De volgorde van de onderwerpen is gelijk aan het proces dat wordt doorlopen

Nadere informatie

Met deze handleiding kunt u in alle rust de werking van het LeadQ lead management systeem in u opnemen.

Met deze handleiding kunt u in alle rust de werking van het LeadQ lead management systeem in u opnemen. Handleiding LeadQ Lite (60 dagen Pilot) Met deze handleiding kunt u in alle rust de werking van het LeadQ lead management systeem in u opnemen. Mocht u na het lezen van deze handleiding er toch nog niet

Nadere informatie

Cliënten handleiding PwC Client Portal

Cliënten handleiding PwC Client Portal Cliënten handleiding PwC Client Portal Mei 2011 (1) 1. Portal van de cliënt Deze beschrijving gaat ervan uit dat u beschikt over inloggegevens voor de portal en over de url van de portal website. Als u

Nadere informatie

Handleiding GBO Helpdesk voor aanmelders

Handleiding GBO Helpdesk voor aanmelders Inhoud 1 Inleiding... 2 2 In- en uitloggen... 3 2.1 Webadres GBO Helpdesk... 3 2.2 Inloggen... 3 2.3 Wachtwoord wijzigen... 4 2.4 Uitloggen... 4 3 Incidenten... 5 3.1 Incident aanmelden... 5 3.2 Bijlage

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0 Gebruikershandleiding StUF Testplatform Versie 1.3.0 Documentversie: 0.7 Datum 25 november 2014 Status In gebruik Inhoudsopgave 1 INLEIDING...3 2 GEBRUIK MAKEN VAN HET STUF TESTPLATFORM...4 2.1 INLOGGEN

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren Notitie 20121559-02 Brede Maatschappelijke Voorzieningen (BMV) Molenberg Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november 2012 20121559-02 M. Souren 1 Inleiding

Nadere informatie

Snel gegevens importeren en updaten met Importeren uit Excel voor SAP Business One

Snel gegevens importeren en updaten met Importeren uit Excel voor SAP Business One Snel gegevens importeren en updaten met Importeren uit Excel voor SAP Business One Wellicht moet u regelmatig grote aantallen stamgegevens toevoegen of aanpassen, zoals zakenpartner stamgegevens of artikel

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur 8 februari 2016 RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur Effecten op luchtkwaliteit A12 Traject Duiven - Duitse

Nadere informatie

Stap 0: Voorbereiding

Stap 0: Voorbereiding Welkom, Wat fijn dat je voor NT2+ van ThiemeMeulenhoff hebt gekozen! We helpen je graag op weg! Termen: Instituut Groepen Coördinator Docent Student Een onderwijsinstelling die uit een of meerdere groepen

Nadere informatie

Handleiding Contractbeheer Rijkscontracten.nl. Gebruikersversie

Handleiding Contractbeheer Rijkscontracten.nl. Gebruikersversie Handleiding Contractbeheer Rijkscontracten.nl Gebruikersversie Contractbeheer De functionaliteit contractbeheer biedt u de mogelijkheid contracten die onder uw beheer vallen in te voeren en bij te werken.

Nadere informatie

Handleiding. Overstap VO-MBO 2015/2016

Handleiding. Overstap VO-MBO 2015/2016 Handleiding Overstap VO-MBO 2015/2016 Datum: oktober 2015 Auteur: Intergrip Beste VO Contactpersoon, Voor u ligt de handleiding overstap VO-MBO. De werkwijze in het systeem wijst zoveel mogelijk voor zich.

Nadere informatie

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Handleiding Landelijk Indicatie Protocol programma pagina 1 of 18 Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Welkom bij LIP Lip is ontstaan uit een toegevoegde module aan het kraamzorg administratie pakket van

Nadere informatie

HANDLEIDING APPLICATIE VERREKENING NEVENINKOMSTEN DECENTRALE POLITIEKE AMBTSDRAGERS (NIPA APPLICATIE) (VERSIE 1.1)

HANDLEIDING APPLICATIE VERREKENING NEVENINKOMSTEN DECENTRALE POLITIEKE AMBTSDRAGERS (NIPA APPLICATIE) (VERSIE 1.1) HANDLEIDING APPLICATIE VERREKENING NEVENINKOMSTEN DECENTRALE POLITIEKE AMBTSDRAGERS (NIPA APPLICATIE) (VERSIE 1.1) Helpdesk NIPA 038 467 487 4 Postbusverrekening@minbzk.nl Dd: 6 MAART 2014 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

Handleiding Migratie. Bronboek Professional Handleiding Migratie Bronboek Professional Laatste wijziging: 25/02/2015 Inhoudsopgave Controles en acties vooraf pag. 1 Installatie en configuratie Microsoft SQL met de Bronboek Helpdesk Tool pag. 3 Migratie

Nadere informatie

Handleiding. NDFF-invoer. voor alle NDFF-portalen en Telmee

Handleiding. NDFF-invoer. voor alle NDFF-portalen en Telmee Handleiding NDFF-invoer voor alle NDFF-portalen en Telmee Auteur: Serviceteam NDFF Versie oktober 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Vereisten voor het gebruik... 2 3. Installatie... 2 4. Voor u gaat

Nadere informatie

Central Station. CS website

Central Station. CS website Central Station CS website Versie 1.0 18-05-2007 Inhoud Inleiding...3 1 De website...4 2 Het content management systeem...5 2.1 Inloggen in het CMS... 5 2.2 Boomstructuur... 5 2.3 Maptypen... 6 2.4 Aanmaken

Nadere informatie

Uitzend Software Diensten BV. UBplusOnline. Handleiding digitale urenbriefjes voor opdrachtgevers

Uitzend Software Diensten BV. UBplusOnline. Handleiding digitale urenbriefjes voor opdrachtgevers Uitzend Software Diensten BV UBplusOnline Handleiding digitale urenbriefjes voor opdrachtgevers Versie 2.00 april 2013 Inhoudsopgave H1. Welkom bij UBplusOnline 1.1 Wat is UBplusOnline 3 1.2 Contactgegevens

Nadere informatie

Handleiding Factureren 7x24

Handleiding Factureren 7x24 Handleiding Factureren 7x24 HOME Met Factureren 7x24 kunt u online u facturen samenstellen en inboeken. U kunt de facturen printen en per post versturen, maar u kunt ze ook automatisch e-mailen, of elektronisch

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch

RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch 30 november 2015 Verantwoording Titel RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch Opdrachtgever

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Handleiding Webapplicatie Robin

Handleiding Webapplicatie Robin Handleiding Webapplicatie Robin (Versie 05) Inhoudstafel 1. Registratie van uw labo... 2 2. Persoonlijke account aanmaken... 4 3. Inloggen in uw labo account... 7 4. Wijziging labogegevens... 8 5. Inschrijven

Nadere informatie

BaSe-IT 1-7-2008 www.base-it.net. Handleiding. www.vervangerspool.nl

BaSe-IT 1-7-2008 www.base-it.net. Handleiding. www.vervangerspool.nl Handleiding www.vervangerspool.nl 1 Inhoudsopgave: 1. Login... 3 1.1 Wachtwoord en gebruikersnaam ontvangen:... 3 1.2 Nog geen wachtwoord en gebruikersnaam ontvangen:... 4 2 Overzicht gebruikers:... 4

Nadere informatie

Algemeen 1. Wat is Web-BVB? 2. Waar vind ik Web-BVB? 3. Wat is het belang van Web-BVB voor a. de gemeente en voor b. de provincie en voor c. derden?

Algemeen 1. Wat is Web-BVB? 2. Waar vind ik Web-BVB? 3. Wat is het belang van Web-BVB voor a. de gemeente en voor b. de provincie en voor c. derden? FAQ-lijst Helpdesk Web-BVB Algemeen 1. Wat is Web-BVB? 2. Waar vind ik Web-BVB? 3. Wat is het belang van Web-BVB voor a. de gemeente en voor b. de provincie en voor c. derden? Inloggen 4. Hoe logt een

Nadere informatie

Securing. World. G4S Cash portal

Securing. World. G4S Cash portal Securing Your World G4S Cash portal Handleiding G4S Cash Portal Via het G4S Cash Portal kunt u zelf online al uw contante geldzaken regelen. Dit kan op elk moment van de dag. U kunt o.a. transporten inplannen

Nadere informatie

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen Diederik Metz Tom Kierkels (Nederweert) Toetsingskader: onderscheid naar type woning In Monitoring 2013 is gemeenten gevraagd om per TBO aan te geven

Nadere informatie

Handleiding Vacatures plaatsen MaastrichtDoet.nl

Handleiding Vacatures plaatsen MaastrichtDoet.nl Handleiding Vacatures plaatsen MaastrichtDoet.nl December 2017 Voor het plaatsen van vrijwilligersvacatures op MaastrichtDoet.nl dient u eenmalig een account aan te maken. Vervolgens kunt u onbeperkt inloggen

Nadere informatie

A Davilex Online Import Sjabloon downloaden

A Davilex Online Import Sjabloon downloaden Support Note Rekeningschema importeren in Davilex Online In deze Support Note leest u hoe u een rekeningschema importeert in Davilex Online en wordt toegelicht welke voorwaarden bij de import gelden. Davilex

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 49500 21 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 19 september 2016, nr. IENM/BSK-2016/186449,

Nadere informatie

Handleiding LCC Benchmarking Tool

Handleiding LCC Benchmarking Tool Handleiding LCC Benchmarking Tool Stap1. De tool http://benchmarking.zorgenbouw.nl opent met de onderstaande pagina. Op de openingspagina voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in die u van de beheerder

Nadere informatie

HANDLEIDING SERVICEDESKPORTAL

HANDLEIDING SERVICEDESKPORTAL HANDLEIDING SERVICEDESKPORTAL SCHOUW INFORMATISERING B.V. 11-10-2018 HANDLEIDING SERVICEDESKPORTAL Schouw Informatisering B.V. behoudt zich het recht voor veranderingen in deze publicatie te allen tijde

Nadere informatie

Eindgebruikershandleiding Jira

Eindgebruikershandleiding Jira Eindgebruikershandleiding Jira Datum: 19-11-2012 Auteur: ing. N. Jonathans Versie: 2.1 Green Valley heeft als missie software te ontwikkelen waardoor de burger en het bedrijfsleven nog prettiger en makkelijker

Nadere informatie

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit Harmonisatie onderzoek 130 km/uur effecten op luchtkwaliteit 1 oktober 2014 Verantwoording Titel Harmonisatie onderzoek 130 km/uur Opdrachtgever RWS Projectleider Berend Hoekstra Auteur(s) Berend Hoekstra

Nadere informatie

Handleiding bij het gebruik van de online inventaris pesticidengebruik

Handleiding bij het gebruik van de online inventaris pesticidengebruik \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Handleiding bij het gebruik van de online

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform

Handleiding dashboard. 3WA SaaS platform Handleiding dashboard 3WA SaaS platform 151021 versie 1.0.2 Inhoud Inloggen... 3 Menu... 4 Algemeen... 5 Beginscherm... 5 Toevoegen widget aan dashboard... 5 Overige functionaliteiten bij widgets... 8

Nadere informatie

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven

Taxis Pitane Link. (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven Taxis Pitane Link (gebruikershandleiding) Censys BV - Eindhoven Inhoud Wat is Taxis Pitane Link?... 4 Inloggen in Taxis Pitane Link... 5 Wachtwoord vergeten... 6 Startscherm of hoofdmenu... 7 Helpvensters

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Search Vastgoed Portfolio

Gebruikershandleiding Search Vastgoed Portfolio Gebruikershandleiding Search Vastgoed Portfolio Inhoud Gebruikershandleiding Search Vastgoed Portfolio 1 1 Gebruikershandleiding Search Vastgoed Portfolio (SVP) 1 2 Inloggen 2 3 Openingsscherm 4 3.1 Bovenste

Nadere informatie

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey Versie: 2.0.0 Datum: 16-10-2007 www.cadac.com Inhoudsopgave 1 Methodiek... 3 2 Tekening openen... 3 3 Ruimteboek openen... 4 3.1 Nieuw ruimteboek aanmaken...

Nadere informatie

HANDLEIDING ADVIES.TEVREDEN.NL

HANDLEIDING ADVIES.TEVREDEN.NL HANDLEIDING ADVIES.TEVREDEN.NL Adfiz Freemium Pagina 1 van 14 Inhoudsopgave Inloggen Advies.tevreden.nl... 3 Wijzig uw wachtwoord... 4 Dashboard... 5 Rapportcijfers... 5 Toon resultaten van:... 5 Bekijk

Nadere informatie

Handleidingen website & pool SVNL voor organisators

Handleidingen website & pool SVNL voor organisators Handleidingen website & pool SVNL voor organisators Let op: Dit document bestaat uit twee handleidingen: Pagina 2: Handleiding voor de website voor organisators Pagina 14: Uitleg en handleiding voor de

Nadere informatie

Handboek ZooEasy Online Contacten

Handboek ZooEasy Online Contacten Handboek ZooEasy Online Contacten Datum: juni 2012 Versie: 1.04 Inhoudsopgave 1. ONDERHOUD CONTACTEN... 3 1.1. INLEIDING... 3 1.1.1. KOPPELING BASISTABELLEN... 3 1.1.2. KOPPELING ROLLEN EN AUTORISATIES...

Nadere informatie

Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers

Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers Handleiding Employ UrenOnline Opdrachtgevers Versie 1.5 mei 2013 Pagina 1 van 15 Inhoudsopgave 1. Inloggen in Employ UrenOnline 4 2. Instellingen binnen Employ UrenOnline 6 2.1 Contactpersonen 6 2.2 Projecten

Nadere informatie

HANDLEIDING TITEL. Voor OFFERTEPROGRAMMATUUR WAGENPARK. het regelen van (kleine) schadegevallen AUGUSTUS 2013

HANDLEIDING TITEL. Voor OFFERTEPROGRAMMATUUR WAGENPARK. het regelen van (kleine) schadegevallen AUGUSTUS 2013 TITEL HANDLEIDING Voor het regelen van (kleine) schadegevallen AUGUSTUS 2013 INHOUDSOPGAVE 1 MOGELIJKHEDEN 1 2 INLOGGEN 1 3 ALGEMENE LEGENDA 1 4 STAPPENPLAN: OFFERTE AANVRAGEN 2 5 OPNIEUW OPENSTELLEN AAN

Nadere informatie

Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van. Nabij Patiënt Testen. Met web applicatie Tropaz 2.0

Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van. Nabij Patiënt Testen. Met web applicatie Tropaz 2.0 Bladnr : 1/16 Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van Nabij Patiënt Testen Met web applicatie Tropaz 2.0 Trombosedienst Leiden Poortgebouw Rijnsburgerweg 10 2333 AA Leiden Telefoon:

Nadere informatie

Digitaal Aanvraag Formulier Tijdelijke Verkeersmaatregelen

Digitaal Aanvraag Formulier Tijdelijke Verkeersmaatregelen Digitaal Aanvraag Formulier Tijdelijke Verkeersmaatregelen 1 Hoofdmenu... 2 2 Nieuwe Aanvraag... 2 1 Kaart... 3 2 Locatie... 4 3 Aanvrager... 5 4 Opdrachtgever... 5 5 Tijdsbepaling... 5 6 Maatregelen...

Nadere informatie

Online ServiceDesk. www.heutink-ict.nl

Online ServiceDesk. www.heutink-ict.nl Online ServiceDesk De Online ServiceDesk, kortweg OSD, gebruikt u voor het registreren en bijhouden van service aangelegenheden. Zo kunt u de tool gebruiken voor het aanvragen van een serviceverzoek, maar

Nadere informatie

HANDLEIDING FORMULIERENDATABASE

HANDLEIDING FORMULIERENDATABASE HANDLEIDING FORMULIERENDATABASE Inlogvenster en eerste scherm Ga in uw browser naar: http://formulier.verseverf.com > U ziet het volgende scherm. Vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in: Wanneer u op de

Nadere informatie

Onderbouwingen van rekenpuntgegevens Correctieronde NSL Monitoring 2011 aangeleverd door de wegbeheerders bij de correctieronde

Onderbouwingen van rekenpuntgegevens Correctieronde NSL Monitoring 2011 aangeleverd door de wegbeheerders bij de correctieronde Onderbouwingen van rekenpuntgegevens Correctieronde NSL Monitoring 2011 aangeleverd door de wegbeheerders bij de correctieronde Aantal te wijzigen punten per jaar nr Organisatie accoord 2010 2011 2015

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

Handleiding Dutch Green Building Guide

Handleiding Dutch Green Building Guide Handleiding Dutch Green Building Guide DGBC, november 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Registreren voor een gebruikersaccount 4 2.1 Wachtwoord vergeten 5 2.2 Aanmelden voor de website 6 3 Organisatie

Nadere informatie

Handleiding autorisatie Zaken Doen DUO.nl Versie voor beheerders

Handleiding autorisatie Zaken Doen DUO.nl Versie voor beheerders Handleiding autorisatie Zaken Doen DUO.nl Versie voor beheerders DUO Versie 1.1 13 januari 2016 Inhoud 1. AUTORISATIE 3 2. AANSTELLEN BEHEERDER 4 2.1 SCHEMATISCHE WEERGAVE 4 2.2 REGISTRATIEPROCES BIJ ENTREE

Nadere informatie

Stappenplan gebruik enquêtetool

Stappenplan gebruik enquêtetool Bijlage 2 Stappenplan gebruik enquêtetool Bij patiënteninbreng bij de totstandkoming van wetenschapsagenda s 1 Inloggen De enquêtetool is bereikbaar vanaf elke computer met een internetaansluiting en uitsluitend

Nadere informatie

RWS luchtonderzoek, traject A1 Soest - Knooppunt Hoevelaken 130km/uur

RWS luchtonderzoek, traject A1 Soest - Knooppunt Hoevelaken 130km/uur RWS luchtonderzoek, traject A1 Soest - Knooppunt Hoevelaken 130km/uur 1 december 2015 RWS luchtonderzoek, traject A1 Soest - Knooppunt Hoevelaken 130km/uur Effecten op luchtkwaliteit A1 Traject tussen

Nadere informatie

Handleiding Liquid Office

Handleiding Liquid Office Handleiding Liquid Office Netbebeheerders Elektriciteit en/of Gas U heeft twee opties voor het invullen van het informatieverzoek Prestaties Facturering : - U kunt de data zelf handmatig in de Liquid Office

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Release 1.3 Gebruikershandleiding Datum: oktober 2012 All rights reserved Alle rechten zijn voorbehouden. Deze documentatie blijft eigendom van Ternair Software Solutions b.v. en is uitsluitend bedoeld

Nadere informatie