Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) Onderwijscontent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) Onderwijscontent"

Transcriptie

1 Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) Onderwijscontent Versie 2.0: juli 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIFV. Brandweeracademie Postbus HA Arnhem T F info@nifv.nl BRANDWEERACADEMIE PAGINA 1 VAN 24

2 Voorwoord Voor u ligt de reader Eenvoudige decontaminatie. Deze reader is samengesteld omdat de lesstof manschap A OGS onvoldoende duidelijk is voor dit onderwerp. Het gevolg hiervan is dat er veel vragen en opmerkingen vanuit het werkveld bij zowel Nbbe als de Brandweeracademie worden neergelegd. Deze reader beoogt duidelijkheid te verschaffen en kan ter vervanging of aanvulling op de lesstof over dit onderwerp worden gebruikt. Uitgangspunten zijn: De beschreven procedures zijn richtlijnen; net als bij elke procedure kunnen praktijksituaties het mogelijk of noodzakelijk maken om af te wijken. Te denken valt aan veranderende weersomstandigheden, explosie(gevaar), detectie en identificatie van gevaarlijke stof(fen) en tijdsverloop. Na risico-inschatting van experts en besluiten van leidinggevenden, kan een afwijkende aanpak en/of de keuze voor zwaardere of lichtere maatregelen geschikter blijken. De term ontsmetting wordt vervangen door decontaminatie of deco. Immers de pakken worden niet ontsmet zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in een ziekenhuis. In deze reader zal de term deco(ntaminatie) gebruikt worden. Alleen de term ontsmettingsplaats blijft gehandhaafd, in alle andere terminologie wordt ontsmetting vervangen door deco. Er wordt onderscheid gemaakt in de deco van hulpverleners en deco van slachtoffers; deze reader is gericht op klein OGS en gaat uit in principe uit van deco van maximaal 4 personen. Bv. 1 of 2 slachtoffers en 1 ploeg hulpverleners. Eenvoudige deco van hulpverleners is, onafhankelijk van het type beschermende kleding, een bruikbare en soms noodzakelijke procedure die toegepast kan worden na het uitvoeren van vuil werk. Dit betekent dat de hulpverlener vuil wordt bij de klus en deco een arbeidshygiënische maatregel is. Te denken valt aan contact met asbest, een bijtende stof, mest, etc. Als deco plaatsvindt na een incident op een bedrijfsterrein is het aan te bevelen de lokaal aanwezige (verplichte)voorzieningen zoals nooddouches, calamiteitenplaatsen en/of doucheruimten voor personeel te gebruiken. De inrichting van het werkveld kan hierop aangepast worden. De reader bevat diverse opties voor het uitvoeren van de deco omdat veiligheidsregio s de uitvoering op verschillende manieren hebben ingevuld. Door de opties te beschrijven zijn manschappen op de hoogte van de mogelijkheden, hebben veiligheidsregio s keuzemogelijkheden maar is het bij een examen wel duidelijk wat deelnemers moeten laten zien. Het is daarbij aan te bevelen dat een instructeur vooraf aan een examen uitlegt welke keuzes gemaakt zijn en volgens welke procedure de deelnemers zijn opgeleid. De inhoud van deze reader is afgestemd met een aantal deskundigen uit het veld, de vakgroep OGS van het Netwerk Repressie, een aantal regionale opleidingsinstituten, de adviesgroep V&J CBRNe Steunpuntregio's en het Nbbe. Brandweer Enschede heeft haar medewerking verleend bij het maken van de foto s in deze reader. Nb. in 2012 wordt de Leidraad Decontaminatie herzien en gewerkt aan een nieuwe visie op OGS. Eventuele gevolgen zullen verwerkt worden in de lesstof en deze reader. De Brandweeracademie BRANDWEERACADEMIE PAGINA 2 VAN 24

3 Inhoud 1 Uitgangspunten 4 2 Inrichting decoveld Procedure opbouw Hot-warm-cold zone Middelen in het decoveld 7 3 Deco-methoden Nood-deco Droge eenvoudige deco Natte eenvoudige deco Opruimen Registratie 14 4 Uitvoering natte eenvoudige deco hulpverleners 15 5 Slachtofferbehandeling 19 Lijst met afkortingen en begrippen 22 Bijlage: Voorbeeld registratieformulier 24 BRANDWEERACADEMIE PAGINA 3 VAN 24

4 1 Uitgangspunten Slachtoffers, personeel (ook van andere hulpverleningsdiensten) en derden moeten na fysiek contact met bepaalde gevaarlijke stoffen worden gedecontamineerd of in ieder geval op besmetting worden gecontroleerd. Of hiervoor een decontaminatieprocedure of decoprocedure wordt opgestart, is een beslissing van de bevelvoerder of OvD (meestal op advies van de AGS). Eenvoudige deco wordt toegepast door de basiseenheden van de brandweer; dit kan alleen met het personeel, materieel en middelen van de TS of aangevuld met die van een HV. Voor specialistische eenheden, vooral het gaspakkenpeloton, zijn meer uitgebreide procedures van toepassing; deze maken GEEN onderdeel uit van deze reader die zich beperkt tot klein OGS. De maximale capaciteit van eenvoudige deco bestaat in principe uit deco van 1 of 2 slachtoffers en 1 ploeg brandweerpersoneel (dus maximaal 4 personen) en eventueel een kleine hoeveelheid middelen. Bij kleine OGS-incidenten treedt de bevelvoerder van de TS op als inzetleider van de hele inzet inclusief de deco. Formeel is de bevelvoerder dan ook de ontsmettingsleider 1 of decoleider. Onder zijn leiding wordt het decoveld opgebouwd en worden de deco en de besmettingscontrole uitgevoerd. De decoleider heeft een controlerende taak voor: het gebruik van ademlucht en ademluchtregistratie (registratie van begindruk en bijhouden van inzettijd, uitgevoerd door een plotter, dit is meestal de chauffeur) het adequaat decontamineren de besmettingscontrole de (eventuele) opvang van was/spoelwater het opbergen van vervuilde kleding en middelen in afsluitbare zakken en/of vaten (voorzien van labels met aard en omvang van de besmetting incl de stofnaam) de aanwezigheid van voldoende middelen registratie van ingezet personeel en middelen (invullen formulieren) de verzorging van ingezet personeel. Doel van decontaminatie: primair: blootstelling, en daarmee (extra) gezondheidsschade, beperken, dwz: o zorgen dat de hulpverlener zelf niet besmet raakt maar de gevaarlijke stof alleen op beschermende kleding/middelen komt. Tijdens deco moet een veilige situatie voor de hulpverlener gecreëerd worden. Voorbeelden zijn: bluskleding laten uitdampen, afspoelen of uittrekken wegwerpoverall uittrekken zonder in contact te komen met de stof chemiepak of gaspak veilig uittrekken, meestal na afspoelen of meer uitgebreide deco o slachtoffer zodanig decontamineren dat: de gevaarlijke stof zo min mogelijk schade aanricht veilige behandeling door het ambulancepersoneel kan plaatsvinden inwendige besmetting door inademing of opname via de huid voorkomen bron concentreren: verspreiding voorkomen op lichaam en in omgeving. 1 Bij specialistische of grotere inzetten is de functie ontsmettingsleider meestal een aparte functie, eventueel met aanvullende opleiding. 2 Volgens de procedure wordt deze voorlopige opstellijn geplaatst na de zgn. eerste verkenning. Bij een onbekende situatie geeft de bevelvoerder opdracht om op een veilige afstand van 500, 100 of 25 meter BRANDWEERACADEMIE PAGINA 4 VAN 24

5 2 Inrichting decoveld Het decoveld is de sluis tussen (mogelijk) besmet gebied en de opstelplaats. Het decoveld voor eenvoudige deco bestaat uit 3 plaatsen: 1. de ontsmettingsplaats (deco- of wasplaats): hier wordt de gevaarlijke stof zo nodig verwijderd van het pak en/of de ingezette middelen. Ook als het nodig is om een slachtoffer verder te decontamineren (dus meer dan alleen kleding verwijderen) gebeurt dit op de ontsmettingsplaats (zie hiervoor het hoofdstuk Slachtofferbehandeling). 2. de uitkleedplaats: hier wordt het gebruikte pak (de bovenlaag) uitgetrokken en veilig achtergelaten volgens de afgesproken werkprocedure. 3. de herstelplaats (de voormalige aankleedplaats): hier wordt schone uitrusting die niet meer nodig is (zoals adembeschermingsapparatuur) achtergelaten en de uitrusting weer compleet gemaakt (meestal uitruklaarzen en/of handschoenen). Ook vindt hier registratie van ingezet personeel plaats. Toelichting De term Aankleedplaats (die voorheen gebruikt werd) kan verwarrend werken omdat de term aankleden en aankleedprocedure gebruikt worden voor het gereedmaken van hulpverleners vooraf aan de inzet. Echter na deco wordt ook gesproken over een Aankleedplaats. Met ingang van deze reader wordt de plaats die gebruikt wordt voor het aankleden na de inzet de Herstelplaats genoemd. 2.1 Procedure opbouw We beschrijven eerst de procedure voor het opbouwen van het decoveld omdat deze opbouw stapsgewijs gaat en zo duidelijk maakt hoe een en ander tot stand komt. Vervolgens wordt verder uitgelegd welke middelen nodig zijn en hoe de zone-indeling eruit ziet. Ook de zone-indeling komt namelijk stapsgewijs tot stand. De helpers bouwen het decoveld op. Zij dragen hierbij volledig uitruktenue, maar aanvullende bescherming (zoals adembeschermingsapparatuur) is niet nodig omdat de opbouw plaatsvindt in schoon gebied. Zij plaatsen de voorlopige opstellijn 2 op aangeven van de bevelvoerder. Het is belangrijk dat de bevelvoerder voldoende ruimte neemt voor het opbouwen van het veld; een richtlijn is minimaal 10 meter tussen de voorlopige opstellijn en de opstelplaats c.q. materieel. De helpers mogen de bevelvoerder erop attenderen als zij inschatten onvoldoende ruimte te hebben. 2 Volgens de procedure wordt deze voorlopige opstellijn geplaatst na de zgn. eerste verkenning. Bij een onbekende situatie geeft de bevelvoerder opdracht om op een veilige afstand van 500, 100 of 25 meter bovenwinds van het incident (afhankelijk van de situatie) te stoppen. Vanaf deze voorlopige opstelplaats start de eerste verkenning van het incident. Op basis van de informatie uit deze verkenning bepaalt de bevelvoerder een veilige locatie voor de voorlopige opstellijn en de definitieve opstelplaats. Vanaf deze lijn wordt het ontsmettingsveld opgebouwd terug in de richting van de opstelplaats. Overigens kan de bevelvoerder besluiten om obv verkregen gegevens direct op te stellen op de definitieve opstelplaats en direct de voorlopige opstellijn op 25 meter te plaatsen. Zie hiervoor het hoofdstuk De procedure OGS en de lesstof Bevelvoerder Gevaarlijke stoffen. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 5 VAN 24

6 Opstelplaats Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) Vanaf de voorlopige opstellijn starten de helpers met de inrichting van de ontsmettingsplaats, uitkleedplaats en herstelplaats, in deze volgorde en terug richting de opstelplaats. De werkvolgorde is van de bron/het gevaar af; op deze manier is de plaats die het eerst nodig is ook het eerst gereed. Als de helpers klaar zijn met de opbouw, plaatsen zij de definitieve opstellijn tussen de herstelplaats en de uitkleedplaats. De voorlopige opstellijn blijft liggen. Het plaatsen van de definitieve opstellijn mogen de helpers op eigen initiatief doen; er is geen toestemming van de bevelvoerder nodig. De helpers melden aan de bevelvoerder dat de definitieve opstellijn geplaatst is (en dat betekent dus ook dat het decoveld klaar is voor gebruik). De afspraak is dat vanaf dat moment extra beschermende middelen (in elk geval adembescherming) gebruikt worden bij het passeren van de definitieve opstellijn. Bij de inrichting van het veld houden de helpers rekening met de locatie van de middelen in relatie tot de looprichting in het veld. Zo heeft de inzetploeg eerst een bak nodig om de gebruikte spullen in te leggen en is het handig om de verpakkingsmiddelen voor de gebruikte spullen (afsluitbare zakken of bakken) zo dicht mogelijk bij de definitieve opstellijn te plaatsen (zie verder paragraaf Middelen in decoveld). min. 10 meter wind cold zone warm zone hot zone H U Herstelplaats Uitkleedplaats Ontsmettingsplaats O min. 25 meter looprichting voor deco bron definitieve opstellijn voorlopige opstellijn Figuur 1: Schematische voorstelling eenvoudig decoveld na opbouw én plaatsen definitieve opstellijn. 2.2 Hot-warm-cold zone Het gebied aan de bovenwindse zijde van de definitieve opstellijn is het schone, veilige gebied en wordt de cold zone genoemd; hierin ligt de herstelplaats. De cold zone wordt meestal groen-gekleurd in plaatjes omdat deze kleur geassocieerd wordt met veilig. Het gebied tussen de definitieve opstellijn en de voorlopige opstellijn wordt de warm zone genoemd; hierin liggen de uitkleedplaats en ontsmettingsplaats. De warm zone wordt meestal oranje-gekleurd (of paars in de multidisciplinaire Leidraad Decontaminatie). In dit gebied kan geen besmetting door direct contact met de bron plaatsvinden omdat de bron zelf hier niet aanwezig is. Er kan hier wel sprake zijn van een secundaire besmetting (een besmetting via-via). Bedoeld wordt dat een hulpverlener wel in contact kan komen met een mogelijk besmet slachtoffer of een pak van een collega maar nooit in direct contact met de bron, de oorzaak van het incident. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 6 VAN 24

7 Primaire besmetting, direct contact met de bron is alleen mogelijk in de hot zone. De hot zone is het gebied waar de bron zich bevindt, waar het mogelijk is om besmet te raken, het incident heeft plaatsgevonden en er effecten zijn voor de omgeving. Dit is het gebied benedenwinds van de voorlopige opstellijn. Dit gebied wordt meestal rood-gekleurd omdat deze kleur geassocieerd wordt met gevaar. Anderzijds nemen we hier wel een veiligheidsmarge in acht omdat we op minimaal 25 meter afstand bovenwinds van het incident blijven met de voorlopige opstellijn. Het gebied tussen het incident en de voorlopige opstellijn is dus in principe niet besmet maar kan besmet raken door het optreden van de hulpverleners bv. omdat zij besmet raken bij de inzet en teruglopen naar de opstellijn. Ook kunnen de omstandigheden van het incident zorgen voor besmetting van dat gebied, bv. omdat een stof naar je toe kan kruipen als het nagenoeg windstil is. Daarom is iemand die de opstellijn passeert en de hot zone betreedt niet meteen besmet ; om besmet te raken is uitdrukkelijk contact met de stof nodig. Kortom: ná het opbouwen van het decoveld vormt de voorlopige opstellijn de scheiding tussen de hot zone en de warm zone; tijdens de opbouw van het veld bestaat er nog geen warm zone en hoort datzelfde gebied nog tot de cold zone. De definitieve opstellijn vormt de scheiding tussen de warm zone en de cold zone; afgesproken is dat bij het passeren van de definitieve opstellijn gebruik gemaakt wordt van aanvullende beschermingsmiddelen. 2.3 Middelen in het decoveld De decoprocedure en de middelen die daarbij gebruikt worden zijn per veiligheidsregio verschillend. Ook kan de decoprocedure afhankelijk zijn van de situatie; zo kan bij een incident op een bedrijfsterrein gebruik gemaakt worden van de aanwezige voorzieningen zoals nooddouches, calamiteitenplaatsen en/of doucheruimten voor personeel. Ook kan er voor gekozen worden om het waswater wel of juist niet op te vangen. De AGS zal adviseren over de te volgen procedure en de inrichting van het werkveld. In de onderstaande paragrafen wordt steeds de meest uitgebreide vorm besproken. Het is belangrijk om na te gaan wat de decoprocedure in de veiligheidsregio is en welke van onderstaande middelen daadwerkelijk gebruikt worden Ontsmettingsplaats Op de ontsmettingsplaats zijn de volgende middelen aanwezig: 1. Een bak voor middelen die in de hot zone zijn geweest/gebruikt, zoals explosiegevaarmeter, zaklamp, afdichtingsmiddelen, etc. 2. Middelen die nodig zijn voor deco, afhankelijk van de door de AGS geadviseerde decoprocedure, bv: a. bak met ontsmettingsmiddel en een borstel of b. middelen die nodig zijn voor een droge deco (handdoeken, ventilator) 3. Een opvangbassin/bad waarin het waswater wordt opgevangen: dit kan een snel op te blazen badje zijn. Vaak wordt gebruik gemaakt van een aantal zuigslangen die aan elkaar gekoppeld worden tot een ronde slang ; hierin wordt een waterdicht zeil gedrapeerd die vervolgens onder de slang wordt vastgelegd. Zorg dat het bad voldoende groot is, dus ruimte biedt aan 2 personen die o.a. met gespreide armen moeten kunnen ronddraaien én het was/spoelwater kan opvangen. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 7 VAN 24

8 bak bak doek cont Opstelplaats Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) 4. Een hoge-druk-straal Handdoeken Uitkleedplaats Op de uitkleedplaats zijn de volgende middelen aanwezig: 1. Middelen voor besmettingscontrole (op advies van de AGS). 2. Een uitkleedzeil per hulpverlener. 3. Een grote bak of plastic zak voor het verpakken van de gebruikte pakken en/of middelen. 4. Een hoge-druk-straal (op druk). 3 De uitkleedplaats is het werkveld van de helpers; zij dragen aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen (adembescherming en chemiehandschoenen) en kunnen daarom in dit gebied veilig werken Herstelplaats (voorheen Aankleedplaats) De herstelplaats (de voormalige aankleedplaats na deco) is bij een eenvoudige deco meestal niet eenduidig aangegeven. Onder herstelplaats verstaan we het gebied aan de veilige, bovenwindse zijde van de opstellijn. Hier kan de hulpverlener zijn ademlucht afkoppelen en achterlaten. Ook zijn de uitruklaarzen, handschoenen en persoonlijke bezittingen van de hulpverlener hier te vinden. Het is aan te bevelen om hiervoor een gebied af te bakenen, wellicht niet uit veiligheidsoverwegingen maar in het kader van orde en netheid. Een voordeel van een kleine zone aan de veilige zijde van de opstellijn is dat hulpverleners de ruimte hebben om hun uitrusting weer compleet te maken. Ook kan hier de registratie van de inzet plaatsvinden (ihkv de Arbowet in het persoonsdossier). Het is aan te bevelen om in dit gebied flesjes drinkwater beschikbaar te hebben. min. 10 meter cold zone warm zone hot zone wind Uitruklaarzen Persoonlijke bezittingen Drinkwater Registratie H zak/ bak zak/ bak uitkleedzeil uitkleedzeil U O opvang bad min. 25 meter looprichting voor deco bron definitieve opstellijn hogedruk-straal voorlopige opstellijn Figuur 2: Schematische voorstelling volledig ingericht eenvoudig decoveld. 3 De hoge-druk-straal ligt afhankelijk van de regionale procedure op de ontsmettingsplaats óf op de uitkleedplaats, er ligt dus 1 hoge-druk-straal in het ontsmettingsveld. Zie bij procedure natte, eenvoudige deco voor nadere uitleg. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 8 VAN 24

9 2.3.4 Werkvolgorde Foto van mogelijk eenvoudig ontsmettingsveld. In de praktijk kan bij een eenvoudige deco de uiteindelijke uitkleedplaats vooraf aan de inzet gebruikt worden voor het gereedmaken van de hulpverleners. 4 Dit is alleen belangrijk als er pakken gebruikt worden die beschadigd kunnen raken door bv. slepen of schuren over een harde ondergrond. Ook kan het handig zijn als de ondergrond bv. nat of vies is. Het is dan aan te bevelen om een aankleedzeil te gebruiken. Voor het aan- en uitkleden kan hetzelfde zeil gebruikt worden als maar 1 ploeg wordt ingezet. Na het vertrek van de inzetploeg (dus na het passeren van de voorlopige opstellijn) wordt het decoveld verder opgebouwd door de helpers. Daarmee wordt de plaats waar de 4 Bij incidenten waarbij meerdere ploegen in pak worden ingezet is dit niet wenselijk omdat de ingezette en nog in te zetten ploegen dan gebruik maken van dezelfde plaats en door elkaar gaan lopen; dit is onoverzichtelijk voor de leidinggevenden. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 9 VAN 24

10 Opstelplaats Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) hulpverleners zich aankleden, de uiteindelijke uitkleedplaats. Zie voor verduidelijking figuur 3 en vergelijk deze met figuur 2. min. 10 meter cold zone wind hot zone Toekomstige Herstelplaats H aankleedzeil aankleedzeil Toekomstige Ontsmettingsplaats O min. 25 meter looprichting voor inzet bron Aankleedplaats Toekomstige Uitkleedplaats U voorlopige opstellijn Figuur 3: Schematische voorstelling gebruik werkveld bij aankleden/ gereedmaken hulpverleners. In deze fase is de definitieve opstellijn nog niet geplaatst, de plaatsen O, U en H nog niet gemarkeerd en bestaat er nog geen warm zone. De werkvolgorde is dan als volgt: 1. De helpers plaatsen de voorlopige opstellijn en markeren hiermee de hot zone; in deze fase is er alleen sprake van een hot en een cold zone. 2. De helpers bepalen (iom de bevelvoerder) de plaats waar de uitkleedplaats gaat komen (dus voldoende ruimte overlaten voor de ontsmettingsplaats). 3. De helpers plaatsen zeilen (aan/uitkleed) die gebruikt kunnen worden voor het aankleden en later voor het uitkleden. 4. De helpers helpen de inzetploeg bij het aankleden en laten deze gereed melden. 5. Na opdracht van de bevelvoerder passeert de inzetploeg de voorlopige opstellijn; tot dit moment is de situatie zoals weergegeven in figuur De helpers bouwen het decoveld op in de volgorde ontsmettingsplaats, uitkleedplaats, herstelplaats. 7. De helpers plaatsen de definitieve opstellijn en markeren hiermee de warm zone; op dit moment is de situatie zoals weergegeven in figuur 2 ontstaan. 8. De helpers melden aan de bevelvoerder dat de definitieve opstellijn geplaatst is. Als een veiligheidsregio gekozen heeft voor een minder uitgebreide decoprocedure zullen de stappen 2 en 3 komen te vervallen. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 10 VAN 24

11 3 Deco-methoden Als we spreken over een eenvoudige deco wordt al snel gedacht aan een zogenaamde natte procedure, waar water bij gebruikt wordt. Echter we kennen ook een droge procedure. De decoprocedure is vooral afhankelijk van het risico van de stof voor de mens en de stofeigenschappen, zoals oplosbaarheid in water. Bij een gas of damp volstaat waarschijnlijk het uitdampen of ventileren van de kleding, terwijl bij een stroperige vloeistof meer nodig is. Met het uittrekken van besmette kleding is het grootste gedeelte van de besmetting al verdwenen. Zeep kan gebruikt worden om een stof beter op te lossen in water. Bij stankstoffen worden vaak chloorhoudende ontsmettingsmiddelen, zoals bleekwater, gebruikt. In onderstaande paragrafen gaat het vooral om de methoden die gebruikt kunnen worden voor hulpverleners en slachtoffers. Daar waar het nodig is om onderscheid te maken wordt dat beschreven; in andere gevallen worden beide doelgroepen bedoeld. 3.1 Nood-deco Een nood-deco wordt uitgevoerd als een persoon snel moet worden geholpen (bv. uitvoeren van levensreddende handelingen) en er geen tijd is voor (een volledige) deco. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand onwel is geworden, gewond is geraakt of als beschermende kleding ernstig beschadigd is geraakt. Een nood-deco kan bestaan uit: 1. droge nood-deco: het direct verwijderen van de bovenlaag kleding; de kleding wordt bij voorkeur geopend via de normale sluiting, zoals ritssluiting maar als dat niet kan, wordt het opengeknipt of -gesneden. De persoon wordt daarna zo veilig mogelijk uit de kleding geholpen/gehaald. 2. natte nood-deco: het snel afspoelen met een hoge-druk-straal 3. of een combinatie hiervan. De wijze waarop en de snelheid waarmee de nood-deco moet plaatsvinden is vooral afhankelijk van het bewustzijnsniveau van de persoon en de hoeveelheid beschikbare ademlucht in het geval van een hulpverlener. Vervolgens kan de persoon overgedragen worden aan het ambulancepersoneel. Als nog geen ambulancepersoneel aanwezig is zullen de helpers levensreddende handelingen verrichten. De nood-deco wordt uitgevoerd door hulpverleners met adembescherming en chemiehandschoenen, ook kan gebruik gemaakt worden van een wegwerpoverall; dit kunnen de helpers zijn maar in het geval van een slachtoffer kan de nood-deco ook uitgevoerd worden door de inzetploeg. De nood-deco kan plaatsvinden als het decoveld al ingericht is, maar ook eerder. Bij een nood-deco van hulpverleners kan de OvD overwegen de incidentbestrijding af te laten handelen door een andere eenheid. Het is aan te bevelen om bij het opstarten van de nood-deco direct op te schalen. 3.2 Droge eenvoudige deco Bij droge eenvoudige deco zijn drie mogelijkheden: 1. Uittrekken van de bovenlaag kleding: bij een ernstige besmetting kan er voor gekozen worden om eerst een laag kleding te verwijderen of uit te trekken. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 11 VAN 24

12 Bij slachtoffers: dit gebeurt aan de benedenwindse zijde van de voorlopige opstellijn, dus nog net in de hot zone. De besmette kleding blijft achter in de hot zone en wordt zo mogelijk daar apart verpakt en gelabeld. Bij hulpverleners: dit gebeurt in de warm zone, de besmette of vervuilde kleding blijft achter op de uitkleedplaats en wordt daar verpakt en gelabeld. 2. Uitdampen/ventileren: bij contact met een gas of damp (cq. stoffen met een hoge dampspanning) is het vaak voldoende om kleding te laten uitdampen. Bij slachtoffers: slachtoffers hebben geen adembescherming waardoor zij wel last kunnen hebben van het inademen van stoffen. Uiteraard kan kleding alsnog verwijderd worden. Bij hulpverleners: het gladde chemie/gaspak zal nauwelijks stof opnemen omdat een gas of damp slecht hecht aan het oppervlak. Bij bluskleding is dat anders omdat de structuur van het pak groffer en meer open is. In zo n geval kan gebruik gemaakt worden van een overdrukventilator om het gas of de damp weg te blazen. Nb. Let wel op de blaas -richting! 3. Afborstelen/opdeppen: besmetting met een vaste stof of stroperige vloeistof kan worden afgeborsteld of afgeveegd (bv. met een handdoek). Ook hier geldt dat het belangrijk is om op te letten waar de besmetting blijft, zeker bij het afborstelen van een fijn poeder. Bij slachtoffers: het is aan te raden om het slachtoffer adembescherming (P3, mondkapje) en oogbescherming te geven. Een droge deco kan altijd opgevolgd worden door een natte deco; hierbij adviseert de AGS. 3.3 Natte eenvoudige deco Natte eenvoudige deco kan toegepast worden voor een inzetploeg in verschillende typen beschermende kleding. Het kan gebruikt worden na een optreden bij een asbestbrand en richt zich dan op de deco van uitrukkleding en adembeschermingsmiddelen. Eigenlijk verstaan we hier onder het wassen met veel (liefst lauw) water. Afhankelijk van de besmetting kan dit aangevuld worden met het afborstelen met een zachte borstel met ontsmettingsmiddel (vaak zeep). Het kan toegepast worden bij licht vervuilde gaspakken of na een inzet in chemiepak. Bij de uitleg en beschrijving van de werkvolgorde gaan we uit van chemiepakken en spreken we over pakdragers. Een pakdrager kan dus ook een bluspak of gaspak dragen. Bij het gebruik van een meer exotisch of agressief ontsmettingsmiddel is het aan te bevelen om dit klaar te laten maken door of onder toezicht van de AGS. De AGS beoordeelt of het nodig is om hierbij aanvullende persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Er zijn verschillende mogelijkheden in de procedure: A. Het waswater wordt opgevangen in een opvangbad B. Het waswater wordt niet opgevangen. Over het opvangen van het waswater, methode A, bestaat veel discussie. Omdat de concentratie van een gevaarlijke stof in het water heel laag zal zijn, is het meestal niet nodig om het water op te vangen voor de bescherming van het milieu. Een groot voordeel van methode B is dat deze veel sneller is maar het nadeel is dat het water naar alle kanten weg kan lopen; zeker als het werkterrein afloopt richting de opstelplaats kan BRANDWEERACADEMIE PAGINA 12 VAN 24

13 dit ongewenst zijn. Het grootste nadeel van methode A is dat het opbouwen van een decoveld met opvangbad meer tijd kost maar het grote voordeel is dat het werkveld schoner en droger blijft. Het is belangrijk dat de veiligheidsregio hierin een keuze maakt. In deze reader gaan we uit van methode A. Een andere keuze is welke persoon / functionaris de hoge-druk-straal hanteert, de helpers of de inzetploeg: 1. De inzetploeg spoelt elkaar af: de hoge-druk-straal ligt direct naast het opvangbad gereed en de inzetploeg spoelt elkaar af, borstelen en spoelen weer af. 2. Eén van de helpers spoelt de inzetploeg af: de hoge-druk-straal ligt op de uitkleedplaats en wordt door 1 van de helpers bediend. NB: in figuur 2 is de hoge-druk-straal op de scheiding van beide plaatsen getekend en in de uitleg (paragraaf 2.3 en 2.4) is deze straal 2x genoemd. Zoals gezegd is in het decoveld 1 hoge-druk-straal beschikbaar en het is afhankelijk van de regionale procedure op welke plaats deze ligt. Het is belangrijk dat binnen de veiligheidsregio wordt vastgesteld volgens welke procedures gewerkt wordt. Voordelen van methode 1 zijn dat het water direct bij het opvangbad gebruikt wordt en niet vanaf een grotere afstand gespoten wordt. Deze methode wordt ook door gaspakdragers gebruikt. Nadeel is dat de inzetploeg de straalpijp kan besmetten, maar als zij hun handen voldoende wassen bij aankomst in het decoveld, is de verwachting dat de besmetting niet ernstig zal zijn. Voordelen van methode 2 zijn dat de straalpijp schoon blijft en het uitvoeren van de decoprocedure minder inspannend is voor de inzetploeg. Nadeel is dat het water over een grotere afstand verplaatst wordt. Overigens mag de helper zich verplaatsen over de uitkleedplaats, hij is immers beschermd met adembeschermingsapparatuur. De helper kan zo dicht mogelijk bij het opvangbad gaan staan en zo over een korte afstand spuiten. Hij moet wel proberen te voorkomen dat hij in contact komt met de eventuele besmetting en zelf besmet raakt. Bewustzijn van risico s is hierbij belangrijk. Direct fysiek contact met een gevaarlijke stof kan risico s opleveren maar wegspetterend waswater op een bluspak is uiteraard geen besmetting. 3.4 Opruimen Na afloop van de inzet moet het decoveld worden opgeruimd, het spoel/waswater worden afgevoerd en de gebruikte middelen verpakt, verzameld en afgevoerd. Het opruimen gebeurt op advies van de AGS. In de praktijk kan voor het opruimen van het decoveld een andere eenheid gealarmeerd worden. Belangrijk is dat gebruik wordt gemaakt van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen; meestal volstaat bluskleding, adembescherming en chemiehandschoenen. Ook kan gekozen worden voor wegwerpoveralls. De gebruikte middelen (inclusief de pakken en zeilen) moeten verpakt worden (bv. in afgesloten plastic zakken of overmaatse vaten) en voorzien van labels of formulieren met daarop de volgende gegevens: a. naam en soort stof b. relevante incidentgegevens c. gebruikte deco-methode d. inzet-/blootstellingstijd BRANDWEERACADEMIE PAGINA 13 VAN 24

14 e. korpsnaam f. datum. Voor het opgevangen waswater wordt zo nodig eerst een controle of neutralisatie uitgevoerd en daarna bepaald hoe het afgevoerd kan worden. In veel gevallen is de concentratie van de gevaarlijke stof in het waswater erg laag en kan het water weggespoeld worden. 3.5 Registratie Na afloop worden de gegevens van het ingezette personeel genoteerd op een registratieformulier decontaminatie (zie bijlage). Het gaat om: a. persoonsgegevens b. naam en soort stof c. relevante incidentgegevens d. gebruikte beschermende kleding en het paknummer e. gebruikte deco-methode f. inzet-/blootstellingstijd g. korpsnaam h. datum. De registratie wordt uitgevoerd onder leiding van de decoleider, meestal de bevelvoerder. De bevelvoerder of OvD zorgt ervoor dat het formulier wordt opgenomen in het persoonsdossier. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 14 VAN 24

15 4 Uitvoering natte eenvoudige deco hulpverleners Opmerking: De beschreven werkvolgorde is de meest uitgebreide methode bij de decontaminatie van 1 ploeg hulpverleners. Na het opbouwen van het decoveld en het plaatsen van de definitieve opstellijn blijven de helpers aan de bovenwindse zijde van de opstellijn wachten op het bericht dat de inzetploeg terugkomt voor deco. Dat is voor de helpers het sein om ademlucht aan te koppelen, chemiehandschoenen aan te trekken (in die volgorde ivm mogelijk beschadigen van de handschoenen) en naar de uitkleedplaats te gaan (enigszins afhankelijk van de lengte van de aanvalsweg en dus de terugtocht van de inzetploeg). De uitkleedplaats is het werkgebied van de helpers. De helpers wachten op de uitkleedplaats en staan standby om in te grijpen als dat nodig is (foto 1). Foto 1: Helpers gereed op U. De inzetploeg komt terug bij de voorlopige opstellijn en betreedt na toestemming van de bevelvoerder de ontsmettingsplaats (= start deco). Op de ontsmettingsplaats plaatsen de hulpverleners de middelen die zij bij zich hebben in de daarvoor bestemde bak (foto 2). Als handschoenen besmet zijn geraakt bij de inzet proberen de pakdragers de middelen met een niet-besmette handschoen in de bak te plaatsen. 5 Vervolgens wassen zij hun handschoenen in de bak met ontsmettingsmiddel (foto 3). Evt. kunnen zij de opdracht krijgen om, vooraf aan hun eigen deco, eerst middelen te decontamineren (mits zij voldoende ademlucht hebben). Ook is het mogelijk dat de inzetploeg eerst een slachtoffer moet decontamineren. Bij methode 1 pakt 1 van de pakdragers (P1) de straalpijp, spoelt zijn collega (P2) af van boven naar onder. Hierbij moet de pakdrager P2 zijn armen gestrekt opzij houden, zich steeds een kwartslag draaien en eventuele plooien uittrekken. Vervolgens, geeft P1 de straalpijp aan P2 en wordt vervolgens afgespoeld door zijn collega (foto 4). 5 In het algemeen geldt dat pakdragers moeten voorkomen dat evt. opgelopen besmetting zich verder verspreidt. Dus als één van beiden besmet is geraakt, kan de ander de middelen in de bak doen. Of als de linkerhandschoen besmet is geraakt kan de rechterhand hiervoor gebruikt worden. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 15 VAN 24

16 Foto 2: Middelen in bak Foto 3: Handschoenen wassen Foto 4: Afspoelen collega Bij methode 2 spoelt 1 van de helpers de pakdragers 1 voor 1, van boven naar onder af (foto 5). De pakdrager die afgespoeld wordt, handelt zoals voor P2 hierboven beschreven. Foto 5: Afspoelen door helper Foto 6: Afborstelen collega Bij beide methodes borstelen de pakdragers elkaar af (foto 6). Het is in principe niet nodig om het hele pak te wassen. Het gaat erom dat de rits van het pak van boven naar beneden en de besmette delen worden ingeborsteld met ontsmettingsmiddel. Daarbij moet de onderkant van de laarzen niet worden vergeten. Overigens is dit niet altijd noodzakelijk, volg hierbij het advies van de AGS op. Vervolgens worden de pakdragers weer afgespoeld, zoals boven beschreven. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 16 VAN 24

17 Foto 7: Afdrogen rits Foto 8: Afspoelen laarzen Als de pakdragers nog in het opvangbad staan pakken zij een handdoek, waarmee zij hun eigen handschoenen afdrogen en minimaal de rits van het pak van hun collega (foto 7). Vervolgens leggen ze de handdoek op de grond, laten de onderkant van hun laarzen 1-voor-1 afspoelen (let erop dat het spoelwater in het opvangbad komt en niet er naast) en zetten de laarzen op de handdoek (foto 8). In de meeste veiligheidsregio s wordt geen gebruik gemaakt van handdoeken bij de natte eenvoudige deco. De pakdragers vegen hun laarzen af en lopen door naar de uitkleedplaats. De AGS kan adviseren om na de deco een besmettingscontrole uit te voeren. Dit wordt op de uitkleedplaats uitgevoerd door de helpers (foto 9). De besmettingscontrole moet uitgevoerd worden op een deel van het pak dat besmet was geraakt, bv. de onderkant van de laarzen. De besmettingscontrole is afhankelijk van het type stof. Mogelijkheden zijn: visueel, met ph-indicatorpapier (voor zuren en logen) of met een besmettingsmonitor (dosistempometer met besmettingssonde) bij radioactieve stoffen. Foto 9: Besmettingscontrole Foto 10: Uitstappen uit pak BRANDWEERACADEMIE PAGINA 17 VAN 24

18 Vervolgens worden de pakdragers door de helpers geholpen met uitkleden. Dit gebeurt volgens de uitkleedprocedure als die bestaat voor het type pak wat gebruikt is. Bij het uitkleden zorgen de pakdragers en de helpers er samen voor dat het pak op het uitkleedzeil achterblijft, dat de helper alleen de buitenkant en de pakdrager alleen de binnenkant van het pak aanraakt. De pakdrager stapt vervolgens over de opstellijn, bij voorkeur direct vanuit het pak (foto 10) en anders in zo min mogelijk stappen zonder natte sokken te krijgen. De helper vouwt het pak in het uitkleedzeil en plaatst het geheel in een bak (evt. overmaats vat) of grote vuilniszak (foto 11). Hij doet vervolgens zijn chemiehandschoenen daarbij in. Hierbij zorgt de helper ervoor dat de buitenkant van de verpakking schoon blijft; die mag hij niet aanraken met het zeil, het pak of zijn chemiehandschoenen. De helper hoeft de verpakking niet af te sluiten, deze handeling hoort bij het opruimen van het decoveld. Vervolgens stapt de helper over de opstellijn. Zowel de pakdragers als helpers koppelen hun ademlucht af en laten de apparatuur achter op de herstelplaats. Zij zorgen dat ze voldoende drinken en dat hun inzet geregistreerd wordt (zie paragraaf Registratie ). Foto 11: Gebruikt pak in bak BRANDWEERACADEMIE PAGINA 18 VAN 24

19 Opstelplaats Reader Eenvoudige deco(ntaminatie) 5 Slachtofferbehandeling Bij het behandelen van besmette slachtoffers is het belangrijkste uitgangspunt een goede, snelle en veilige hulpverlening aan deze besmette slachtoffers. Adequate samenwerking van specifiek brandweer, GHOR, de medische keten en de politie is absoluut noodzakelijk. Alle noodzakelijke maatregelen moeten hierop gericht zijn. Het decontamineren van een slachtoffer gebeurt altijd in overleg met het ambulancepersoneel. Afhankelijk van de toestand van het slachtoffer kan gebruik gemaakt worden van een redplank of brancard. Kleding verwijderen bij voorlopige opstellijn Bij deco van een slachtoffer wordt meestal de bovenlaag kleding verwijderd en afhankelijk van de mate van besmetting alle kleding. Dit gebeurt in de hot zone, zo dicht mogelijk bij en benedenwinds van de voorlopige opstellijn. Let hierbij op dat: vuile kleding niet over het hoofd van het slachtoffer wordt getrokken (zo mogelijk kleding openknippen en vervolgens afpellen) vastzittende kleding (door bevriezing of verbranding) niet losgetrokken wordt. Een slachtoffer dat bij bewustzijn is kan helpen bij het ontkleden. Let daarbij op dat de huid van het slachtoffer niet onnodig besmet raakt. Als het slachtoffer buiten bewustzijn is kan ervoor gekozen worden om de kleding los te knippen en van het slachtoffer af te laten vallen. De persoonlijke bezittingen van het slachtoffer kunnen in een aparte afsluitbare en gelabelde zak worden opgeborgen. min. 10 meter wind cold zone warm zone hot zone H U Herstelplaats Uitkleedplaats Ontsmettingsplaats O S O min. 25 meter looprichting voor deco bron definitieve opstellijn voorlopige opstellijn Figuur 5: Schematische voorstelling decoveld met plaats SO net in de hot zone voor het ontkleden van het slachtoffer, direct gevolgd door overdracht/verplaatsen naar warm zone voor verdere deco, triage of behandeling. Natte deco Een natte deco van een slachtoffer dat buiten bewustzijn is, is een lastige klus. Een goede mogelijkheid is om een redplank of schepbrancard eventueel op een verhoging (bv. op kratten) in het opvangbad te plaatsen en het slachtoffer in de schepbrancard te wassen. Het waswater loopt via de gaten in de brancard weg in het opvangbad. Het is aan te bevelen om dit te oefenen binnen het korps. Het is belangrijk dat het slachtoffer niet onnodig besmet raakt door de natte deco van de hulpverleners. Dus zorg ervoor dat het slachtoffer is overgedragen naar de cold zone BRANDWEERACADEMIE PAGINA 19 VAN 24

20 voordat de hulpverleners beginnen met hun deco, tenzij dat niet anders kan (bv. door de beperkte hoeveelheid ademlucht). Een andere optie is kiezen voor voldoende afstand. Bij overdracht van het slachtoffer moet extra aandacht zijn voor evt. niet verwijderde besmette kleding. Let bij natte deco ook op het mogelijk onderkoeld raken van het slachtoffer; dit wordt vaak onderschat. Probeer het slachtoffer in overleg met het ambulancepersoneel te beschermen tegen onderkoeling. Denk hierbij aan een beschutte wachtplaats. Het afdekken van een slachtoffer met een deken of folie kan meer schade aanrichten doordat de gevaarlijke stof dan meer intrekt in de huid; overleg dit altijd eerst met het ambulancepersoneel. Als een slachtoffer praktisch gezien niet voldoende gedecontamineerd kan worden, of als de contaminatie niet meetbaar is, kan er gekozen worden om standaard tien minuten te wassen. Mocht een slachtoffer daarna nog een gevaar voor de hulpverleners vormen, kan een slachtoffer eventueel ingepakt worden en zo naar een ziekenhuis vervoerd worden om daar verder ontsmet te worden (als dat mogelijk is). Poederbesmetting Als een slachtoffer besmet is met een fijn poeder, is het aan te raden om het slachtoffer adembescherming (P3, mondkapje) en oogbescherming te geven na eerst de neus te hebben gesnoten. Zeker voordat begonnen wordt met het uittrekken van kleding of het afvegen van het poeder. In warm zone Na het verwijderen van de kleding van het slachtoffer zijn er verschillende mogelijkheden: a) Op advies van de AGS of op verzoek van het ambulancepersoneel wordt het slachtoffer verder gedecontamineerd. Te denken valt aan droge deco, natte deco, ventileren (zie hoofdstuk Deco-methoden); dit gebeurt op de ontsmettingsplaats. b) Er is of ontstaat een levensbedreigende situatie voor het slachtoffer en levensreddende handelingen door ambulancepersoneel krijgen voorrang op de verdere deco. De werkvolgorde is dan als volgt: 1. De kleding van het slachtoffer is al verwijderd voordat hij/zij werd overgedragen naar de warm zone. Afhankelijk van de besmetting kan het nodig zijn om een nood-deco uit te voeren zodat het ambulancepersoneel het slachtoffer veilig kan behandelen. 2. Het ambulancepersoneel voert levensreddende handelingen uit na triage; dit gebeurt in de warm zone en het ambulancepersoneel draagt (vooraf afgesproken) persoonlijke beschermingsmiddelen. 3. Een tweede ploeg van de brandweer vervolgt zo nodig de decoprocedure voor het slachtoffer in de warm zone. 4. Het slachtoffer wordt overgedragen aan een 'schoon' ambulanceteam. De AGS adviseert en de OvD-B bepaalt de beschermingsmaatregelen die het ambulancepersoneel moet treffen in de warm zone, d.w.z. bij het passeren van de definitieve opstellijn. BRANDWEERACADEMIE PAGINA 20 VAN 24

21 EHBO Als er nog geen ambulance aanwezig is, is het de taak van de brandweer om levensreddende handelingen uit te voeren. Naast de standaard EHBO-koffer is volgens het standaardbestek van de TS een oogspoelmiddel en het neutraliseermiddel Diphoterine aanwezig. Maak bij toepassing hiervan gebruik van de gebruiksinstructie (bij voorkeur eerst in een oefening). BRANDWEERACADEMIE PAGINA 21 VAN 24

22 Lijst met afkortingen en begrippen Afkortingen AGS Adviseur gevaarlijke stoffen BOGO Brandweeropleidingen Gelderland Overijssel BON Brandweeropleidingen Noord bv deco decontaminatie H herstelplaats HV hulpverleningsvoertuig Nbbe Nederlands bureau brandweerexamens O ontsmettingsplaats OGS ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen OvD officier van dienst P1 pakdrager 1 P2 pakdrager 2 PBM persoonlijke beschermingsmiddelen TS tankautospuit U uitkleedplaats Begrippen besmet(ting) chemiehandschoenen cold zone decoveld hot zone opstelplaats vervuild Ontstaat door het onbedoeld in contact komen met een gevaarlijke stof. Hierbij is (nood)deco nodig. Chemicaliënbestendige handschoenen; in dit document wordt de verkorte term gebruikt analoog aan chemiepak. De cold zone ligt aan de bovenwindse zijde van de definitieve opstellijn; hier zijn geen beschermingsmaatregelen nodig. In deze zone mogen alle hulpverleners komen, zonder gebruik van beschermingsmiddelen. De herstelplaats van het decoveld en de opstelplaats van materieel liggen in de cold zone. Het decoveld is de sluis tussen het (mogelijk) besmette gebied en de opstelplaats. Bij een eenvoudige deco bestaat dit veld uit de ontsmettingsplaats, uitkleedplaats en herstelplaats. De hot zone is het gebied direct om de bron. In de hot zone zijn schadelijke effecten voor de gezondheid mogelijk en bestaat er kans op primaire besmetting (door direct contact met de bron). In de hot zone mag alleen brandweerpersoneel komen met passende beschermingsmaatregelen. De brandweer bepaalt de beschermingsmaatregelen die voor dit gebied nodig zijn. De opstelplaats is de plaats waar de brandweer bij aankomst het materieel opstelt en waar het personeel voorbereidingen voor de inzet treft. De opstelplaats bevindt zich aan de veilige (bovenwindse) zijde van de definitieve opstellijn. Ontstaat door het gebruik van (beschermende) middelen en kleding waarbij contact met gevaarlijke stoffen geoorloofd is. Hierbij is deco niet perse noodzakelijk (bv. wegwerppakken). BRANDWEERACADEMIE PAGINA 22 VAN 24

23 warm zone De warm zone is het gebied tussen de hot zone en de cold zone. De ontsmettingsplaats en de uitkleedplaats liggen in de warm zone. In dit gebied kan geen besmetting door direct contact met een gevaarlijke stof plaatsvinden omdat de bron niet aanwezig is. Er kan hier alleen sprake zijn van een secundaire besmetting (een besmetting via-via). Bedoeld wordt dat een hulpverlener wel in contact kan komen met een mogelijk besmet slachtoffer of een pak van een collega maar nooit in direct contact met de bron, de oorzaak van het incident. Ook in de warm zone zijn passende beschermingsmaatregelen nodig. In de warm zone mag bijvoorbeeld ambulancepersoneel eerst levensreddende handelingen verrichten. De aanvullende beschermingsmaatregelen worden bepaald door de OvD (op advies van de AGS). Aan de bovenwindse zijde van het incident loopt de warm zone van de grens van de hot zone (de voorlopige opstellijn) tot aan de opstellijn. De definitieve opstellijn is daarmee de scheidslijn tussen de warm en cold zone. Literatuurlijst Lesstof manschap A OGS Lesstof bevelvoerder OGS Reader AGS Toelichting ontsmetting BOGO Toelichting ontsmetting BON Visie OGS Decontaminatie BRANDWEERACADEMIE PAGINA 23 VAN 24

24 Bijlage: Voorbeeld registratieformulier BRANDWEERACADEMIE PAGINA 24 VAN 24

OGS ontsmetting. (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO)

OGS ontsmetting. (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO) OGS ontsmetting (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO) Landelijke les en leerstof is aangepast in deze presentatie worden de verschillen tussen oude en nieuwe situatie weergegeven. Tevens wordt een

Nadere informatie

Van OGS naar IBGS versie 1: 2017

Van OGS naar IBGS versie 1: 2017 Van OGS naar IBGS: de verschillen en gevolgen op een rij Implementeren van de visie IBGS vraagt om het maken van keuzes. Onderstaande tabel laat zien hoe namen, termen, procedures, functies, etc. worden

Nadere informatie

Decontaminatie. Irene van der Woude

Decontaminatie. Irene van der Woude Decontaminatie Irene van der Woude Wat is contaminatie? Contaminatie (besmetting) betekent dat er een hoeveelheid van de ontsnapte stof(fen) is achtergebleven op mensen of materieel. Mogelijk gevaar voor:

Nadere informatie

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Oefenkaart Lesstof Overige bronnen 222A Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Bevelvoerder, tekstboek OGS Inleiding Deze achtergrondinformatie gaat over

Nadere informatie

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN Bevelvoerder OGS Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

Nadere informatie

Protocol Decontaminatie. Irene van der Woude

Protocol Decontaminatie. Irene van der Woude Protocol Decontaminatie Irene van der Woude Inhoud Geschiedenis Protocol: Wat is (de)contaminatie (ont/besmetting)? Hoe kun je worden besmet? Waarom moet er (ter plekke) worden ontsmet? Hoe kan een besmetting

Nadere informatie

Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers?

Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers? Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers? Jetty Middelkoop AGS BAA Waarom heeft I-SZW aandacht voor de brandweer? Melding uit Rotterdam Rijnmond over onverantwoord omgaan met asbest door de

Nadere informatie

stroomschema Inzet brand Gedragsregels inzet rook Situatie 2: Bevuild door rook en/of roetdelen na 1 e fase zonder ademlucht Vervolg inzet

stroomschema Inzet brand Gedragsregels inzet rook Situatie 2: Bevuild door rook en/of roetdelen na 1 e fase zonder ademlucht Vervolg inzet Inzet waarbij rook en/of asbest vrijkomt. 1 Inzet brand Basis gedragsregels apart bijgevoegd in bijlage. Gedragsregels inzet rook Moment waarop bijv. toestel wordt gewisseld of begin van de nazorgfase.

Nadere informatie

GEVAARLIJKE STOFFEN: BESCHERMING EN ONTSMETTING. Jacco Veldhuyzen AIOS-SEH MCA CLO 21 februari 2013

GEVAARLIJKE STOFFEN: BESCHERMING EN ONTSMETTING. Jacco Veldhuyzen AIOS-SEH MCA CLO 21 februari 2013 GEVAARLIJKE STOFFEN: BESCHERMING EN ONTSMETTING Jacco Veldhuyzen AIOS-SEH MCA CLO 21 februari 2013 INCIDENTEN KOMEN VOOR INHOUD Leerpunten Besmetting met gevaarlijke stoffen Ontsmetten (video) Persoonlijke

Nadere informatie

Gaspakdrager Werkboek

Gaspakdrager Werkboek Gaspakdrager Werkboek Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

Nadere informatie

Inzetprocedure O.G.S.

Inzetprocedure O.G.S. Inzetprocedure O.G.S. PBO Cursus Sergeant 2010 Hoofdstuk 9 O/Lt. Filip Van Acker Brandweer Zelzate Filip.vanacker@brandweervlaanderen.be 0475/58.95.58 Waarom een procedure? Ongevallen met Gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS)

Specialisten van de VRU. Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS) Specialisten van de VRU Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS) Utrecht is een knooppunt van vitale transportroutes over de weg, het spoor en het water, waarover ook grote volumes gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

2e druk, 5e oplage, juni Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

2e druk, 5e oplage, juni Instituut Fysieke Veiligheid ISBN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

Nadere informatie

Resultaten Workshop IBGS

Resultaten Workshop IBGS De meeste aandacht ging duidelijk uit naar het vuilwerkpak; daarover maakt men zich de meeste zorgen, zie tabel Veel discussie over inzet bedrijfsbrandweer buiten terrein: variërend van laat het over aan

Nadere informatie

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm # Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm Rust, ruimte & overzicht 2 Uitrukken 1 Controle MS 2 Bericht 3 Bovenwinds aanrijden 4 Veilig aanrijden 5 Berichtgeving 6 Commando s 3 OGS melding 1 GEVI-nummer 2 Stofnaam

Nadere informatie

Opleiding Gaspakdragers

Opleiding Gaspakdragers Opleiding Gaspakdragers Adjudant Rony De Donder Brandweer Dendermonde Programma Hoofdstuk 5. Beginfase van de interventie: inrichting van het ontsmettingsveld en de aankleedplaats Hoofdstuk 6. Werken op

Nadere informatie

Protocol decontaminatie eerste uur Noord-Nederland

Protocol decontaminatie eerste uur Noord-Nederland Protocol decontaminatie eerste uur Noord-Nederland Aan: Projectteam CBRN preparatie Noord-Nederland Van: Marc Ruijten, Martin Eggens Datum: 1 februari 2011 Betreft: plan van aanpak voor rood-wit protocol

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

VAKMANSCHAP. Nieuwsbrief SPECIAL VAN OGS NAAR IBGS. Implementatie visie

VAKMANSCHAP. Nieuwsbrief SPECIAL VAN OGS NAAR IBGS. Implementatie visie Special april 2017 Nieuwsbrief VAKMANSCHAP SPECIAL VAN OGS NAAR IBGS Met deze nieuwsbrief informeren wij je over de ontwikkelingen en resultaten van projecten die binnen het thema Vakmanschap vallen of

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie gaspakdrager werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Nadere informatie

Procedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013

Procedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013 Procedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013 Procedure afzetlint Inhoud Doelstelling 2 Doelgroep 2 Vaststelling en beheer 2 Algemeen 3 Functie 3 Soorten afzetlint 3 A. Rood-Wit 3 B. Rood-Geel-Reflecterend

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

Protocol Decontaminatie. Operationele uitvoering van kleinschalige chemische besmettingen

Protocol Decontaminatie. Operationele uitvoering van kleinschalige chemische besmettingen Protocol Decontaminatie Operationele uitvoering van kleinschalige chemische besmettingen Werkgroep Irene van der Woude Koen Gerritse Gerard A. Pouw Sven Hamelink Theo Vullers Iwan Custers Henk Jans Henk

Nadere informatie

Gevaren van rookgassen brandweerpersoneel

Gevaren van rookgassen brandweerpersoneel Gevaren van rookgassen brandweerpersoneel Een samenwerkings project: Met medewerking van: 29-11-2010 1 29-11-2010 2 Risico s Gezondheid brandweerlieden Het is bekend dat as en rook gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Bijlage : Te gebruiken documenten bij een gaspakinzet

Bijlage : Te gebruiken documenten bij een gaspakinzet Bijlage : Te gebruiken documenten bij een gaspakinzet Leerdoel : Kennismaking met de te gebruiken documenten bij een gaspakinzet. Opzet: Een uniform documentgebruik in de ganse provincie, zodat suprazonale

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement n. Functie manschap A Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub n Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Bevelvoerder Handleiding voor docenten en instructeurs

Bevelvoerder Handleiding voor docenten en instructeurs Bevelvoerder Handleiding voor docenten en Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Manschap a Persoonlijke bescherming

Manschap a Persoonlijke bescherming Manschap a Persoonlijke bescherming Het IFV bedankt iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de inhoud van dit tekstboek Persoonlijke bescherming. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Doc. no. : G-428 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 Status : FINAL Revisie : B Onderwerp : ONTSMETTING VAN PERSONEN Datum :

Doc. no. : G-428 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 Status : FINAL Revisie : B Onderwerp : ONTSMETTING VAN PERSONEN Datum : Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 6 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 BESCHRIJVING PROCEDURE 3.1 Taken 3.1.1 Coördinerend Stralingsdeskundige (CSD) van de NAM 3.1.2 Begeleidend Stralingsdeskundige (BeSD) van de

Nadere informatie

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR)

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR) WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER (< 250 BAR) Het werken met een hogedrukreiniger brengt een hoge lichamelijke belasting met zich mee. Deze wordt veroorzaakt door de trillingen van de lans en door het opvangen

Nadere informatie

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015 Erratum Manschap a Levensreddend handelen Versie: 1.0, 31 december 2015 Inleiding Op 1 januari 2016 is versie 3 van het Landelijke protocol levensreddend handelen door de brandweer (LPLHB 3.0) gepubliceerd.

Nadere informatie

Vesta. Inzetprocedure gevaarlijke stoffen. Vesta. basisregels. niveau sergeant module gevaarlijke stoffen

Vesta. Inzetprocedure gevaarlijke stoffen. Vesta. basisregels. niveau sergeant module gevaarlijke stoffen niveau sergeant module gevaarlijke stoffen Inzetprocedure gevaarlijke stoffen De brandweeropleidingen 2010 2012 APB olt P. Deboel 1 basisregels resultaat inzet > risico ingezet personeel steeds ploegen

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte

Specialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Specialisten van de VRU Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Nederland gaat de lucht in. Figuurlijk althans. De druk op de beschikbare ruimte wordt steeds groter en dus wordt er steeds hoger

Nadere informatie

Verkenner gevaarlijke stoffen TB

Verkenner gevaarlijke stoffen TB Verkenner gevaarlijke stoffen TB In deze publicatie is in hoofdstuk 6 gebruik gemaakt van beeldmateriaal van Dräger. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Inzetten van de gaspakdrager

Inzetten van de gaspakdrager DOEL VAN DE FICHE Aangeven hoe men op een georganiseerde en risicobeheersende manier interventies kan doen met gaspakdragers. WAT Organisatie van de inzet van gaspakdragers. WANNEER Inzetten van de gaspakdrager

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen 1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17

Nadere informatie

Optreden bij NBC-incidenten. informatie voor de brandweer

Optreden bij NBC-incidenten. informatie voor de brandweer Optreden bij NBC-incidenten informatie voor de brandweer Een NBC-scenario Op een koopzondag zijn veel mensen rustig aan het winkelen in een overdekt winkelcentrum. Plotseling gebeurt er iets op de eerste

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke

Nadere informatie

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : Bijlage IX R 1 : In droge toestand ontplofbaar AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : R 2 : Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen) Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen

Nadere informatie

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen en S-zinnen Inhoud Pag. -zinnen... 2 Gecombineerde -zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen (aanduiding bijzondere gevaren, isk-zinnen) -nummer Gevarenaanduiding 1 2 3 4 5

Nadere informatie

Klasse xxx Manschappen / Ploeg: Brandweer ABWC

Klasse xxx Manschappen / Ploeg: Brandweer ABWC Klasse xxx Manschappen 111 + 112 / 113 +114 Ploeg: Brandweer ABWC -10 2 6 8-10 2 6 8 K G Algemeen TICHTIG Communicatie e manschap 1. kan opdrachten van de bevelvoerder correct interpreteren. e manschap

Nadere informatie

Arbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten

Arbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten Arbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten Bijlage 6 Redding uit besloten ruimte 1. BHV en redding uit besloten ruimten 1.1 De rol van de BHV bij hulpverlening in besloten ruimten Werkzaamheden in

Nadere informatie

Procedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen

Procedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen Procedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen Versie: 1.0, januari 2009 Versiebeheer Versie Versienr Auteur Opmerkingen 0.01 H. Scholing Op basis van: Handboek OGS, Hulpverleningsregio Haaglanden,

Nadere informatie

Bevelvoerder Handleiding Leerwerkplekbegeleider

Bevelvoerder Handleiding Leerwerkplekbegeleider Bevelvoerder Handleiding Leerwerkplekbegeleider Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BRANDWEERDUIKER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BRANDWEERDUIKER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BRANDWEERDUIKER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 16 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

maart 2008 BENZEEN VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

maart 2008 BENZEEN VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! maart 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Voor werkzaamheden aan gesloten installaties en systemen zijn,

Nadere informatie

Handboek Schadebeperking bij repressief optreden

Handboek Schadebeperking bij repressief optreden Handboek Schadebeperking bij repressief optreden 1e druk, 4e oplage, april 2008 Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Een aantal foto's in deze module is afkomstig van Jeroen Jazet, Ger van Leeuwen

Nadere informatie

1. RISK & SAFETY ZINNEN

1. RISK & SAFETY ZINNEN 1. RISK & SAFETY ZINNEN Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen R-zinnen geven bijzondere gevaren (Risks) aan. S-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen (Safety) aan. De zinnen zijn

Nadere informatie

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Beperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Ongeval met gevaarlijke stoffen bij stationaire Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkt OGS en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief

Nadere informatie

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen Vervoersmiddel De transporteur/chauffeur zorgt ervoor dat het vervoermiddel grondig gereinigd en ontsmet is na het laatste gebruik voordat op een varkensbedrijf

Nadere informatie

BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ

BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ CBRNe Multi CBRNe meerdaagse op 16 en 17 oktober 2012 te Ossendrecht Wil & Dick Onderwerpen Landelijke organisatie OGS Diverse piketten brandweer Meetapparatuur brandweer

Nadere informatie

A WAY OF LIVING NORM/LSA. Standaards voor professionals, wees alert!

A WAY OF LIVING NORM/LSA. Standaards voor professionals, wees alert! V G W M A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Voor werkzaamheden aan geopende installaties en systemen zijn, in verband met de risico s van het vrijkomen van

Nadere informatie

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

Bijlage 11. Voertuigspecificaties Bijlage 11 Voertuigspecificaties Inhoud Inleiding... 3 Benaming voertuigen... 3 Zeeuwse TS... 4 Slagkracht bij brand... 5 Inzetdiepte... 5 Tankinhoud... 5 Waterwinning... 6 Slagkracht bij HV... 6 Slagkracht

Nadere informatie

licht ontvlambaar licht ontvlambaar

licht ontvlambaar licht ontvlambaar Tipkaart 22.5 1,2-dichloorethaan (C2H4Cl2) Algemene gegevens CAS nr: 107-06-2 EU-etikettering: R-zinnen: 45-11-22-36/37/38 S-zinnen: : 53-45 licht ontvlambaar zeer giftig CLP(EU-GHS): Signaalwoord: GEVAAR

Nadere informatie

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen RISK & SAFETY ZINNEN Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen Laatste update: 11 maart 2003 Volgens het 'Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen', behorende bij

Nadere informatie

Veiligheidsaanbevelingen (P)

Veiligheidsaanbevelingen (P) Veiligheidsaanbevelingen (P) P101 P102 P103 P201 P202 P210 P211 P220 P221 P222 P223 P230 P231 P231+P232 P232 P233 P234 P235 P235+P410 P240 Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket

Nadere informatie

HSE guidelines. april 2017 BENZEEN

HSE guidelines. april 2017 BENZEEN HSE guidelines H april 2017 BENZEEN Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een risico dat gevaarlijke stoffen vrijkomen.

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 6 september 2007 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE

HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE Werkversie, november 2013 Logo Ambulancezorg Nederland Logo Brandweer Nederland Logo GHOR Nederland Logo Nationale Politie Logo Veiligheidsberaad HANDREIKING

Nadere informatie

HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE. Werkversie, november 2013

HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE. Werkversie, november 2013 HANDREIKING KLEINSCHALIGE CHEMISCHE DECONTAMINATIE Werkversie, november 2013 Werkgroep: Sjoerd Bloemsma Sandra van der Burg Gertn van Yperen Irene van der Woude Eindredactie: Caren Mertens Wim ten Wolde

Nadere informatie

P-zinnen. Omschrijving. P-Nummer

P-zinnen. Omschrijving. P-Nummer P-Nummer P101 P102 P103 P201 P202 P210 P211 P220 P221 P222 Omschrijving Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden. Buiten het bereik van kinderen houden. Alvorens

Nadere informatie

Brandweerzone Vlaams-Brabant West Dienst Logistiek. nota l Aan: CPBW. Procedure decontaminatie interventiekledij CC:

Brandweerzone Vlaams-Brabant West Dienst Logistiek. nota l Aan: CPBW. Procedure decontaminatie interventiekledij CC: Brandweerzone Vlaams-Brabant West Dienst Logistiek nota l 16.12.2016 Aan: CPBW Procedure decontaminatie interventiekledij CC: Onze referentie Bijlagen: Uw contactpersoon: Maj. Koen Roesems T: 02 / 451.49.54

Nadere informatie

Werk veilig of werk niet

Werk veilig of werk niet H2 NORM/LSA HSEQ Werk veilig of werk niet Werkzaamheden mogen pas beginnen na toestemming van GDF SUEZ. Lees de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de daarin omschreven beheersmaatregelen daadwerkelijk

Nadere informatie

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER

WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER WERKEN MET DE HOGEDRUKREINIGER Het werken met de hogedrukreiniger brengt een hoge lichamelijke belasting met zich mee. Deze wordt veroorzaakt door de trillingen van de lans, door het opvangen van de terugslagkracht

Nadere informatie

Wijzigingsbijlage Manschap a

Wijzigingsbijlage Manschap a Wijzigingsbijlage Manschap a Dit document maakt inzichtelijk welke wijzigingen zijn doorgevoerd in de 2e druk (2013) ten opzichte van de 1e druk van de lesmethode behorende bij de leergang Manschap a.

Nadere informatie

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Nadere informatie

mei 2008 VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Voor werkzaamheden aan geopende installaties en systemen zijn,

Nadere informatie

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering DATUM: 20.03.2009 Wettelijk verplichte gevaarsetikettering In bepaalde gevallen verplicht de wet fabrikanten om gevaarsinformatie te verstrekken (gevaarssymbolen en de bijbehorende risico- en veiligheidszinnen)

Nadere informatie

Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen. Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009

Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen. Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009 Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009 Beleid / uitgangspunten préhospitaal Veiligheid van hulpverleners

Nadere informatie

Voertuigbediener Handleiding voor docenten en instructeurs

Voertuigbediener Handleiding voor docenten en instructeurs Voertuigbediener Handleiding voor docenten en Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige

Nadere informatie

Handleiding voor het hanteren en verpakken van karkassen OPTIE A: Risico s

Handleiding voor het hanteren en verpakken van karkassen OPTIE A: Risico s Handleiding voor het hanteren en verpakken van karkassen Risico s Risico's bij het hanteren en verpakken van kadavers zijn laag, mits de vinder goede voorzorgsmaatregels neemt. In het bijzonder dient de

Nadere informatie

Bevelvoerder Werkboek

Bevelvoerder Werkboek Bevelvoerder Werkboek Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,

Nadere informatie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Als je de tuin, de erfbeplanting of een kavel moet gaan bespuiten met een of ander gewasbeschermingsmiddel, moet je ook jezelf beschermen. De middelen zijn erg giftig

Nadere informatie

Informatiemateriaal NORM/LSA

Informatiemateriaal NORM/LSA H2 Informatiemateriaal NORM/LSA HSEQ Werk veilig of werk niet Werkzaamheden mogen pas beginnen na toestemming van Noordgastransport. Lees de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de daarin omschreven

Nadere informatie

Algemeen. Voorzorgsmaatregelen in verband met preventie

Algemeen. Voorzorgsmaatregelen in verband met preventie Overzicht P-zinnen P-zin Algemeen P101 Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden. P102 Buiten het bereik van kinderen houden. P103 Alvorens te gebruiken, het

Nadere informatie

Manschap a Oriëntatie

Manschap a Oriëntatie Manschap a Oriëntatie Het IFV bedankt iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de inhoud van dit tekstboek Oriëntatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Leidraad Kernongevallenbestrijding

Leidraad Kernongevallenbestrijding Leidraad Kernongevallenbestrijding In deze paragraaf worden enige algemene operationele uitgangspunten beschreven die voor alle betrokken (operationele) diensten van belang zijn. Het gaat hier om de te

Nadere informatie

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt.

NB: Dit voorstel is op 28 augustus 2008 besproken in het overleg van de pilotregio s. De uitkomsten van dit overleg zijn in de notitie verwerkt. Herziening Leerwerkplekopdrachten Manschap a Aanleiding voor de herziening In de pilot die in vier regio s (Den Haag, Zuid-Holland-Zuid, Zuid-Oost Noord-Brabant en Twente) is uitgevoerd naar het werkend

Nadere informatie

Als de rook om je hoofd is verdwenen Marc Ruijten, CrisisTox Consult

Als de rook om je hoofd is verdwenen Marc Ruijten, CrisisTox Consult Als de rook om je hoofd is verdwenen Marc Ruijten, CrisisTox Consult Onderwerpen van vanmiddag Chemische incidenten exotisch of alledaags Voorbereiding van uw SEH - Herkenning - Opvang en behandeling Toxidromen:

Nadere informatie

VGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert!

VGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert! VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan gesloten installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een

Nadere informatie

BRANDWEER Lesstof voor OPPERVLAKTEREDDER.

BRANDWEER Lesstof voor OPPERVLAKTEREDDER. BRANDWEER Lesstof voor OPPERVLAKTEREDDER. A.Schrikenberg, 2012-2 Inleiding. Waterongevallen gebeuren. In veel gevallen is het de taak van een duikteam om hierbij hulp te verlenen. Er zijn ook situaties

Nadere informatie

Behandeling van wonden en letsels

Behandeling van wonden en letsels Module 4 Behandeling van wonden en letsels Als u deze module gevolgd hebt, weet u: - Wat u moet doen bij mogelijk inwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij uitwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij

Nadere informatie

Erratum Verkenner Gevaarlijke Stoffen. Versie: 2 februari 2015

Erratum Verkenner Gevaarlijke Stoffen. Versie: 2 februari 2015 Erratum Verkenner Gevaarlijke Stoffen Versie: 2 februari 2015 Tekstboek In de 1 e druk, 1 e oplage van de leergang Verkenner gevaarlijke stoffen (juli 2012) zijn een aantal onjuistheden geconstateerd.

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 4 oktober 2007 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

IDENTITEIT ONBEKEND. omgaan met potentieel zeer gevaarlijke stoffen in het laboratorium Jeroen van der Meer

IDENTITEIT ONBEKEND. omgaan met potentieel zeer gevaarlijke stoffen in het laboratorium Jeroen van der Meer IDENTITEIT ONBEKEND omgaan met potentieel zeer gevaarlijke stoffen in het laboratorium Jeroen van der Meer EVEN VOORSTELLEN Jeroen van der Meer Opleiding: HBO Analytische Chemie in 2006 Belangrijkste expertise:

Nadere informatie

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen lekkage tankwagen Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen Melding Op 21 mei, om 14.05 uur, krijgt u als bevelvoerder de melding dat een voorbijrijdende auto een explosie heeft gehoord en roodbruine dampen ziet

Nadere informatie

Zeer licht ontvlambaar

Zeer licht ontvlambaar Blauwzuurgas (HCN) Algemene gegevens CAS nr: 74-90-8 EU-etikettering: R-zinnen: 12-26-50/53 S-zinnen: (1/2), 7/9-16-36/37-38-45-60-61 Zeer licht ontvlambaar Zeer giftig Milieugevaarlijk CLP (EU-GHS): Signaalwoord:

Nadere informatie

Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) Toetswijzer deel l voor de kandidaat. Versie: 1.0 Datum: 19 juli 2018

Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) Toetswijzer deel l voor de kandidaat. Versie: 1.0 Datum: 19 juli 2018 Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) Toetswijzer deel l voor de kandidaat Versie: 1.0 Datum: 19 juli 2018 Instituut Fysieke Veiligheid GHOR Academie Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg

Nadere informatie

Instructies ontkleuren en verven LADY LXRY HAAR.

Instructies ontkleuren en verven LADY LXRY HAAR. Instructies ontkleuren en verven LADY LXRY HAAR. Let er op dat u geen garantie hebt als u het haar beschadigd door het ontkleuren en/of verven. Lees altijd de instructies goed door en draag oude kleding

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op straalpijpvoering

Een nieuwe kijk op straalpijpvoering Een nieuwe kijk op straalpijpvoering Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of

Nadere informatie

WAT TE DOEN BIJ CALAMITEITEN OF NOODSITUATIES?

WAT TE DOEN BIJ CALAMITEITEN OF NOODSITUATIES? 15 oktober 2013 WAT TE DOEN BIJ CALAMITEITEN OF NOODSITUATIES? 1. BRAND 2. BRAND OP EEN COLLEGAWINWERKTUIG 3. EXPLOSIEGEVAAR 4. ONGEVAL / LETSEL 5. DRENKELING 6. VERONTREINGING VAN OPPERVLAKTEWATER 7.

Nadere informatie

OTO plan CBRN Noord-Nederland

OTO plan CBRN Noord-Nederland OTO plan CBRN Noord-Nederland Aan: Projectteam CBRN preparatie Noord-Nederland Van: Marc Ruijten, Martin Eggens Versie: 2.5, definitief Datum: 10 maart 2011 Betreft: OTO plan CBRN 1 Opbouw van het OTO

Nadere informatie

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie verkenner (gevaarlijke stoffen) werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende

Nadere informatie

Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken

Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken Betekenis P-zinnen Algemeen P101 P102 P103 Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden Buiten het bereik van kinderen houden Alvorens te gebruiken, het etiket

Nadere informatie

Decontaminatieprocedure met transitroute SC-531B

Decontaminatieprocedure met transitroute SC-531B blad 1 van 5 INHOUD 1. VOORWOORD... 2 2. DECONTAMINATIEPROCEDURE MET TRANSITROUTE... 2 2.1 Situatieschets:... 2 2.2 Omschrijving... 3 3. BETREDEN:... 3 3.1 Schone compartiment van de decontaminatie-unit:...

Nadere informatie

Manschap Bedrijfsbrandweer. Overzicht lesplan:

Manschap Bedrijfsbrandweer. Overzicht lesplan: Overzicht lesplan: Lesdag 1, dagdeel 1 Introductie, uitleg programma, structuur, leerwerkplek opdrachten, toetskaart en examens. Theorie industriële brandbestrijding: Wet- en regelgeving Soorten industrie

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 AFGELEIDE TOELATING Gelet op de aanvraag d.d. 2 mei 2014 (20145258 AB) van Certis Europe BV Postbus 1180 3600

Nadere informatie

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety. - en S-zinnen -zinnen zijn internationaal gestandaardiseerde risicobeschrijvingen die (indien van toepassing) dienen te worden aangebracht op verpakkingen van stoffen die bepaalde risico s met zich meebrengen.

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : IEC 151 Grensinspectiepost voor de invoer van levende dieren of dierlijke producten of aan een dergelijke

Nadere informatie