AANVRAAGFORMULIER Vaste standplaats

Transcriptie

1 AANVRAAGFORMULIER Vaste standplaats Stadsbeheer Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving Registratie Gemeente Almere (uitsluitend voor intern gebruik) Dossiernr. SBA: Datum ontvangst: 1. Aanvrager Stadhuisplein 1 Postbus AE Almere Telefoon Fax (036) info@almere.nl Natuurlijk persoon de heer mevrouw Naam + Voorletters BSN nummer (Correspondentie) adres Postcode Plaats of Rechtspersoon (bedrijfsnaam) Dossiernr. Kamer v Koophandel Dossiernr. HBD (Correspondentie) adres Postcode Plaats Contactpersoon gemachtigde de heer mevrouw Naam + Voorletters 2. Contactgegevens met betrekking tot deze vergunningaanvraag Contactpersoon aanvraag/gemachtigde de heer mevrouw Naam + Voorletters Telefoon privé Telefoon werk privé Mobiel Faxnummer werk 3. Standplaats Locatie Tijdsduur onbepaalde tijd van t/m Dag(en) ma di wo do vr za zo Soort producten (branche) Soort verkoopmiddel voor locatie Stadscentrum zie toelichting

2 Afmetingen verkoopmiddel m (lengte) m (breedte) m (hoogte) 2/8 Op welke wijze maakt u gebruik van stroomvoorziening? 4. Bijlagen Bij deze aanvraag moeten de volgende bijlagen worden gevoegd: 1. Kopie van een geldig bewijs van registratie HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) 2. Kopie van een geldig legitimatiebewijs 3. Foto van uw verkoopmiddel 4. Situatietekening van de locatie 5. Indien van toepassing: een schriftelijke verklaring van de eigenaar van deze locatie Bij het ontbreken van één of meer van deze stukken wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. 5. Ondertekening Datum Handtekening aanvrager (De ondertekenaar verklaart hiermee kennis te hebben genomen van de toelichting bij dit formulier en tevens dit formulier naar waarheid te hebben ingevuld) 6. Versturen van de aanvraag Controleer of u het aanvraagformulier volledig heeft ingevuld en ondertekend en of de gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd. Stuur de aanvraag vervolgens naar het volgende adres: Gemeente Almere Stadsbeheer afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving team Vergunningen Postbus AE ALMERE

3 Toelichting bij dit aanvraagformulier 3/8 Algemeen Locatie 1. Omdat voor vaste standplaatsen geen aangewezen locaties gelden, kan de aanvrager zelf met een voorstel voor een bepaalde locatie komen. Deze locatie zal o.a. worden getoetst aan openbare ordeaspecten, zoals overlast, verkeersveiligheid en het uiterlijk aanzien van de omgeving. In het Stadscentrum en de overige gebieden van Almere, wordt rekening gehouden met een evenredige brancheverdeling. 2. Om marktvorming te voorkomen, wordt per dag en per locatie slechts één standplaatsvergunning verstrekt 3. Voor het Stadscentrum gelden de regels zoals opgenomen in de Nota ruimtelijke kwaliteit. Dit zijn door burgemeester en wethouders op 8 september 2009 vastgestelde nadere regels ten aanzien van het gebruik van de openbare ruimte in het stadshart van Almere. In het Stadscentrum kan een vaste standplaats alleen worden ingenomen op de locaties die zijn genoemd in de Nota ruimtelijke kwaliteit. Door het beperkt aantal locaties die zijn opgenomen in deze Nota, kan het zijn dat de door u aangegeven locatie al reeds vergeven is. U kunt hier (alvorens een aanvraag in te dienen) telefonisch naar informeren. De Nota ruimtelijke kwaliteit kunt u vinden op de website van de gemeente Almere 4. Geen standplaats kan worden ingenomen: a) in het voetgangersdomein (bijv. winkelstraten); b) in gebieden die nog in ontwikkeling zijn, zoals de gebieden die worden beheerd door de Dienst Stedelijke Ontwikkeling en het nieuwe centrum van Almere Stad, en bedrijfsterreinen 1 ; c) op of rond het Almeerderstrand en het Zilverstrand; d) op locaties waar op dat moment de reguliere weekmarkt wordt gehouden. Indien alsnog wordt besloten om in deze gebieden standplaatsen toe te staan, dan zal hiervan middels een openbare kennisgeving mededeling worden gedaan. Gegadigden kunnen vervolgens binnen een hiertoe gestelde termijn een vergunningaanvraag indienen. De aanvragen worden getoetst aan de in deze bijlage opgenomen criteria. Bij gelijke geschiktheid vindt een loting plaats. 5. Bij het uitgeven van standplaatslocaties spelen economische motieven geen rol, tenzij uit onderzoek blijkt dat een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. 6. Na de dagexploitatie dient de standplaatslocatie te worden ontruimd. Het verkoopmiddel Uiterlijk aanzien Naast de wettelijke eisen, die aan de verkoopinrichting worden gesteld, wordt het verkoopmiddel ook getoetst aan het criterium "het uiterlijk aanzien van de gemeente". Hierbij kan advies worden ingewonnen bij de welstandscommissie. In ieder geval dient het verkoopmiddel (rijtechnisch) in een goede staat van onderhoud te verkeren en mag het omgevingsbeeld er niet door worden verstoord. Mobiel karakter Een verkoopmiddel dient mobiel te zijn om als standplaats te kunnen worden aangemerkt. Daarnaast volgt het mobiele karakter van een standplaats ook uit de plaatsing in de openbare ruimte an sich en het feit dat deze altijd een min of meer tijdelijk karakter heeft. 1 Voor de terminologie en de gebiedsbegrenzing is aansluiting gezocht bij het programma Almere in kaart

4 Een verkoopmiddel is voldoende mobiel als het een verkoopwagen of een zgn. marktkraam is. Een verkoopwagen wordt gedefinieerd als een van wielen en banden voorziene, onmiddellijk verrijdbare wagen, bestemd voor detailhandelverkoop (verrijdbare aanhangwagens daaronder begrepen). Een kiosk of een ander bouwwerk is niet toegestaan. 4/8 Maximale afmetingen van de standplaats De vereiste mobiliteit van een verkoopmiddel heeft tot gevolg dat een verkoopmiddel niet al te groot mag zijn. Als regel geldt dat een verkoopmiddel niet groter mag zijn dan 8 m 2. Daarnaast kan maximaal de helft van deze grootte als uitstallingsruimte worden gebruikt. Met nadruk wordt aangegeven, dat het hier gaat om het maximaal toegestane. De uiteindelijke afmetingen van de standplaats zijn altijd afhankelijk van de ruimte, die de standplaatslocatie hiervoor biedt. Voor het Stadscentrum gelden de afmetingen zoals bepaald in de Nota ruimtelijke kwaliteit. Nutsvoorzieningen Indien ter plekke gemeentelijke nutsvoorzieningen aanwezig zijn, dan kan hier tegen vergoeding gebruik van worden gemaakt. In alle andere gevallen dient de vergunninghouder zelf voor zijn nutsvoorzieningen te zorgen. Opgemerkt wordt dat aansluiting op nutsvoorzieningen geen afbreuk mag doen aan de mobiliteit van het middel en derhalve geschiedt op eigen risico van de aanvrager. Aansluiting op nutsvoorzieningen geschiedt overigens ook voor rekening van de aanvrager, evenals de verdere inrichting van de standplaats. Ten aanzien van bekabeling e.d. geldt het volgende: 1. De lengte van een kabel/snoer van de elektriciteitsaansluiting tot het middel, waarmee standplaats wordt ingenomen, mag niet langer zijn dan 25 m. NEN Kabels, leidingen, e.d. op de standplaatslocatie dienen zorgvuldig te worden afgedekt met rubberen matten of met gelijkwaardige alternatieven. 3. Het is niet toegestaan om kabels, leidingen, e.d. aan lichtmasten te hangen. 4. Het is niet toegestaan om een kabels, leidingen, e.d. over de weg te hangen. Afval 2 Bij standplaatsen, waar etens- en drinkwaren ter onmiddellijke consumptie worden aangeboden, dient door de vergunninghouder een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp met een minimuminhoud van 120 liter per 4 meter verkoopruimte bij zijn standplaats te worden geplaatst. De vergunninghouder dient er voor te zorgen, dat het voorwerp van een zodanige constructie is, dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd. Uiterlijk een uur na het beëindigen van de activiteiten op de standplaatslocatie dient de vergunninghouder er voor te zorgen dat in de nabijheid van de standplaats achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die standplaats afkomstig, wordt opgeruimd. Geluid Het is niet toegestaan op de standplaats gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur. Wet milieubeheer Op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer vallen standplaatsen (over het algemeen) onder de werking van het activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Hierin zijn voorschriften opgenomen ter bescherming van het milieu, waaraan de exploitant dient te voldoen, onder andere ten aanzien van afval(water), geluid en lucht. Burgemeester en wethouders kunnen aan deze bepalingen nadere eisen stellen. 2 Deze bepaling is mede gebaseerd op artikel 28 van de Afvalstoffenverordening Almere 2004

5 Op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer dient een melding te worden ingediend. Voor het indienen van de melding kunt het formulier downloaden via onderwerp wetgeving en handhaving, activiteitenbesluit. 5/8 Voor de goede orde wijzen wij u er op dat u pas van de vergunning gebruik kunt maken, nadat u aan bovengenoemde meldingsplicht heeft voldaan Brandveiligheid Standplaatsen dienen te voldoen aan de brandveiligheidseisen. Dit geld zowel voor de plek waar de standplaats wordt ingenomen als de inrichting van de standplaats. Bakken en braden Standplaatsen die zijn ingericht op bakken en braden en waarbij gebruik wordt gemaakt van voorzieningen werkend op brandbare gassen, mogen niet geplaatst worden tegenover in- en uitgangen van bouwwerken en binnen 5 meter van niet-brandwerende gevels. Voor standplaatsen, waar gebruik wordt gemaakt van bak- en braadapparatuur in de open lucht, gelden daarnaast de volgende voorschriften: De apparatuur dient te worden opgesteld in de buitenlucht op een afstand van ten minste 2 meter ten opzichte van bebouwing, beplanting en overige objecten. Indien dit, om wat voor reden dan ook, niet mogelijk is, is het niet toegestaan om met bak- en braadapparatuur te werken, maar enkel met warmhoudapparatuur. Bij bak en braad moet de ondergrond afgedekt worden, om vetvlekken en dergelijke op de bestrating te voorkomen. Luifels, afdaken, parasols en dergelijke mogen niet worden toegepast boven of in de directe nabijheid van de apparatuur. De apparatuur dient op een vlakke, liefst stenen ondergrond geplaatst te worden. Blusapparatuur Bij de verwarmingsapparatuur dient onder handbereik een blusapparaat met een inhoud van 7 kg aan geschikte blusstof aanwezig te zijn. Het blustoestel dient van een rijkskeurmerk te zijn voorzien en 1x per jaar op goede werking te zijn gecontroleerd, waarvan ten bewijze bij het blusapparaat een keuringsbewijs aanwezig dient te zijn. Gasflessen Indien gasflessen worden gebruikt, dan gelden op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur ingevolge de Wet milieubeheer, de volgende voorschriften: Gasflessen dienen zo te zijn geplaatst, dat geen (brand)gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom mogen in ieder geval in de directe omgeving van de bakplaat, frituur, oven, e.d. geen gasflessen geplaatst worden. Er mogen maximaal 4 gasflessen worden geplaatst met een totale inhoud van maximaal 115 liter. Gasflessen dienen goedgekeurd te zijn door een erkende instelling. Gasflessen dienen te worden beschermd tegen omvallen en aanrijden. De gasslang mag niet langer zijn dan 1,50 meter. De gasslangen mogen niet ouder zijn dan 2 jaar en dienen tevens van een goede aansluiting te zijn voorzien. Het reduceermiddel mag niet ouder zijn dan 5 jaar.

6 Frituurtoestel Een frituurtoestel is thermisch zodanig beveiligd, dat de temperatuur van het bakmedium niet boven 200 C kan oplopen. Nabij een frituurtoestel is voor iedere frituurbak een passend metalen deksel aanwezig waarmee de bakken in geval van brand worden afgedekt. De brandweer kan (ter plaatse) nadere brandveiligheidseisen stellen. 6/8 Eten- en drinkwaren Bij het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken van eten- en drinkwaren dient de handelaar zich te houden aan de bepalingen, zoals genoemd in de Warenwet en/of de daaraan gerelateerde besluiten (voor info: Voedsel en Waren Autoriteit, tel ). Het is niet toegestaan alcoholhoudende dranken te verkopen. Het karakter van de vergunning De vergunninghouder dient er rekening mee te houden dat Almere een stad is, die sterk in ontwikkeling is en aan veranderingen onderhevig. De vergunninghouder dient er vanuit zijn ondernemersrisico dan ook rekening mee te houden, dat de ingenomen standplaatslocatie in de toekomst wellicht wordt gewijzigd of kan komen te vervallen. Indien er zich op dit gebied ontwikkelingen voordoen, die de vergunninghouder direct in zijn belang kunnen treffen, dan zal hij hier voortijdig over worden geïnformeerd. De gemeente Almere aanvaardt géén aansprakelijkheid voor economische schade door de vergunninghouder geleden als gevolg van deze ontwikkelingen. Een verleende vergunning is niet overdraagbaar Een vergunning is strikt persoonlijk. Het is daarom niet mogelijk de vergunning op naam van een rechtspersoon te zetten of deze over te dragen (verkopen) aan een derde. Wel wordt de mogelijkheid geboden aan een vergunninghouder om een echtgeno(o)t(e) of een samenlevingspartner bij te schrijven. Een dergelijke vaste relatie dient ten genoegen van het college te worden aangetoond, door middel van een schriftelijk bewijs, waaruit blijkt dat deze situatie minimaal 2 jaar bestaat. Reden hiervoor is dat een partner die (mede)afhankelijk is van de inkomsten, die op de standplaats worden gegenereerd, in staat moet worden gesteld de verkoop voort te zetten, om een grote terugval in inkomsten te voorkomen. De standplaats dient daadwerkelijk te worden ingenomen Indien de vergunninghouder voor langere tijd wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden geen gebruik maakt van de vergunning, dient hij dit schriftelijk aan het college mee te delen. Een standplaats moet door de vergunninghouder worden ingenomen. Omdat de vergunning strikt persoonlijk is, kan alleen de vergunninghouder de standplaats innemen. Hierdoor wordt tevens onderverhuur/doorverkoop van standplaatsen tegengegaan. Alleen in de volgende gevallen is het mogelijk voor de vergunninghouder zich te laten vervangen: 1. Bij langdurige ziekte. Hierbij dient iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college te worden overlegd. 2. Bijzondere omstandigheden. De vergunninghouder dient, onder opgaaf van reden, het college toestemming te vragen zich te laten vervangen. Vervanging is alleen mogelijk voor de resterende duur van de vergunning.

7 Het intrekken van de vergunning Een vergunning wordt door het college ingetrokken indien: gedurende een langere periode geen standplaats is ingenomen, en dus ook geen gebruik van de vergunning is gemaakt (hiermee wordt gewaarborgd dat standplaatsen ook daadwerkelijk worden ingenomen). de vergunninghouder zich niet aan de vergunningvoorschriften houdt. 7/8 Vergunningvoorschriften Aan de vergunning worden in ieder geval voorschriften verbonden met betrekking tot: - de grootte van de standplaats (binnen- en uitstalruimte); - de ruimte waarbinnen de waren uitgestald mogen worden; - het uiterlijk aanzien van de standplaats; - tijden van opbouw en ontruiming van de standplaats; - opruimen van rommel en schoon achterlaten van de locatie; - de branche; - wanneer wel of niet van de standplaats gebruik kan worden gemaakt. Het beëindigen van de standplaats Als een standplaatshouder besluit om zijn activiteiten op de standplaatslocatie te beëindigen, dan dient hij dit schriftelijk bij de gemeente aan te geven. De locatie kan vervolgens weer beschikbaar zijn om te worden uitgegeven aan een andere gegadigde. Middels een openbare kennisgeving zal hiervan mededeling worden gedaan. Gegadigden kunnen vervolgens binnen een hiertoe gestelde termijn een vergunningaanvraag indienen. Bij gelijke geschiktheid vindt een loting plaats. Mochten er op dat moment geen gegadigden zijn, dan geldt: Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Onvoorziene zaken In gevallen, waarin in deze criteria niet is voorzien, beslissen burgemeester en wethouders. Bijlagen Bij het aanvraagformulier dient u de volgende bescheiden te kunnen overleggen: een afbeelding (foto o.i.d.) van het verkoopmiddel; een kopie van het paspoort of rijbewijs; een kopie van uw bewijs van registratie van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Deze is verkrijgbaar bij het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel, Postbus LS DEN HAAG, tel , fax situatietekening op schaal van genoemde locatie; indien van toepassing: een schriftelijke verklaring van de eigenaar van genoemde locatie. Indien één of meer van deze bijlagen bij de aanvraag ontbreken, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

8 Afhandelingstermijn De afhandelingstermijn van de aanvraag bedraagt acht weken. In deze periode zal de aanvraag worden getoetst aan de hieronder vermelde criteria en zal de aanvraag ter advies worden voorgelegd aan o.a. de wijkregisseur, politie en milieu- en brandveiligheid. Daarnaast wordt de aanvraag gepubliceerd in Almere Vandaag, zodat belanghebbenden hiertegen een zienswijze kunnen inbrengen. 8/8 Leges Op grond van de Legesverordening worden, bij het in behandeling nemen van uw aanvraag tot het verstrekken van een vergunning, legeskosten in rekening gebracht. Voor 2011 worden hierbij de volgende tarieven gehanteerd: een vergunning voor maximaal één week 179,65 een vergunning voor meer dan een week, doch niet meer dan één maand 357,15 een vergunning voor meer dan een maand 819,00 Daarnaast wordt 223,40 in rekening gebracht voor het publiceren van uw vergunningaanvraag in Almere Vandaag. Precario Op grond van de Precarioverordening wordt, voor het gebruik van openbare grond, precario in rekening gebracht. Voor 2011 worden hierbij de volgende tarieven gehanteerd: Voor A-locaties: zijnde de centra van de diverse kernen van de gemeente Almere: Bij het 1 dag per week innemen van een standplaats 418,90 Bij het 2 dagen per week innemen van een standplaats 837,80 Bij het 3 dagen per week innemen van een standplaats 1.256,70 Bij het 4 dagen per week innemen van een standplaats 1.675,60 Bij het meer dan 4 dagen per week innemen van een standplaats 1.832,60 Overige locaties: * Bij het 1 dag per week innemen van een standplaats 395,00 Bij het 2 dagen per week innemen van een standplaats 790,00 Bij het 3 dagen per week innemen van een standplaats 1.185,00 Bij het 4 dagen per week innemen van een standplaats 1.580,00 Bij het meer dan 4 dagen per week innemen van een standplaats 1.715,00 op grond van bijlage I van de Precarioverordening Almere 2011