In de methode Piramide en Schatkist zijn deze ook duidelijk terug te vinden. Bij de les is ook aangegeven om welk doel en tussendoel het gaat.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In de methode Piramide en Schatkist zijn deze ook duidelijk terug te vinden. Bij de les is ook aangegeven om welk doel en tussendoel het gaat."

Transcriptie

1 TUSSENDOELEN TAAL OPDRACHT OBSERVEREN Tussendoelen: De tussendoelen zijn voor mij helemaal helder. Ik heb hier vorig jaar veel ervaring mee opgedaan en weet daarom de gedachtegang bij de kerndoelen en tussendoelen. In de methode Piramide en Schatkist zijn deze ook duidelijk terug te vinden. Bij de les is ook aangegeven om welk doel en tussendoel het gaat. ANALYSEREN In hoeverre herken je de tussendoelen in de praktijk van je stageschool? Geef steeds concrete voorbeelden waaraan je hebt kunnen zien dat het tussendoel bij een bepaald kind bereikt is. Wissel je ervaringen met je medestudenten uit. 1. Boekoriëntatie Ze kunnen aan de hand van de omslag van een boek, de inhoud van het boek al een beetje voorspellen. De kinderen zitten in de kring, ik houd een boek vast en laat allen de kaft van het boek zien. Het boek, raad eens hoeveel ik van je hou. Ik vertel de kinderen dat ik enorm benieuwd ben waar het boek over gaat. Dan vraag ik hen of zij het al weten. De kinderen roepen door elkaar. 1 kind steekt netjes haar vinger op, zij krijgt van mij de beurt om iets te vertellen. Ze zegt dan: Ik denk dat het gaat over een groot en een klein konijn. Daarop laat ik een ander kind aan het woord, hij zegt en over blaadjes, ik zie daar blaadjes. Weer een ander, steekt haar vinger op ik zie daar hou het gaat over hartjes. 2. Verhaalbegrip Kinderen begrijpen de taal van voorleesboeken. Ze zijn in staat om conclusies te trekken naar aanleiding van een voorgelezen verhaal. Halverwege kunnen ze voorspellingen doen over het verdere verloop van het verhaal. Ik zet de kinderen met hun stoel in de kring. Ik laat de kinderen weten dat we vandaag gaan luisteren naar het verhaal van Hans en Grietje. Daarna vraag ik hen of zij het verhaal van Hans en grietje al kennen. Hierop geven de kinderen waarschijnlijk verschillende antwoorden. Daarna vertel ik de kinderen over het boek en laat hen de voorkant zien. Ik vertel dat dit boek speciaal voor hen, voor kleuters is geschreven, en dat er verschillende sprookjes in voor komen, maar wij dus gaan luisteren naar Hans en Grietje. Sommige sprookjes spelen zich ook af in het bos, waar we het vanochtend ook over hebben gehad.

2 Zo ook het sprookje van Hans en Grietje. Zullen we maar eens gaan kijken en luisteren? Ik vertel het verhaal van Hans en Grietje. Onder het vertellen stel ik de volgende vragen: Wat zal er gebeuren met de broodkruimels Wat zag Hans Wie woont er in dat huisje Wat zegt zij dan? Waarom kreeg Hans zoveel lekkers te eten? Waarom waren ze niet meer arm? De kinderen luisteren naar het verhaal De kinderen denken na over de woorden die ik hen vraag De kinderen beantwoorden mijn vragen 3. Functies van geschreven taal Kinderen weten dat geschreven taalproducten zoals briefjes, brieven, boeken en tijdschriften een communicatief doel hebben. 4. Relatie tussen gesproken en geschreven taal Kinderen weten dat gesproken woorden kunnen worden vastgelegd, op papier en met audio-visuele middelen. Ik geef aan dat we het gaan hebben over de letter M Deze zet ik op een groot vel. Ik vraag wie weet welke letter dit is. - zie je deze letter op het boek? - zie je deze letter in de titel van het boek? - wie heeft deze letter in zijn naam? Daarna laat ik een van de kinderen de letter aanwijzen op de lettermuur. Hierna geef ik de kinderen de mogelijkheid, om zelf nog woorden met de letter M te bedenken Deze schrijf ik op het vel papier met de letter M in een andere kleur. Daarbij laat ik Pompom ook nog een keer de letter roepen. Hij geeft hierbij aan dat hij ook een woord weet waar de letter M in voor komt. Hij zegt het woord mama en vraagt dan of wij een briefje willen schrijven aan de mama van Pompom. Hij wil schrijven wat hij al heeft geleerd in groep 1/2a De kinderen vertellen mij wat ze willen schrijven en zo schrijven wij samen een brief aan de mama van Pompom.

3 5. Taalbewustzijn Kinderen kunnen woorden in zinnen van elkaar onderscheiden. Ze kunnen onderscheid maken tussen de vorm en de betekenis van woorden. Ze kunnen woorden in klankgroepen verdelen zoals bij kin-der-wa-gen. Ze kunnen reageren op en spelen met bepaalde klankpatronen in woorden. Eerst door eindrijm (Pan rijmt op Jan) en later met behulp van beginrijm (Kees en Kim beginnen allebei met k). Ze kunnen fonemen als de kleinste klankeenheden in woorden onderscheiden zoals bij p-e-n. Ik zette de kinderen met hun stoel in de kring. Wanneer de kinderen in de kring zitten, begon ik met het introduceren van het boek Ik vroeg de kinderen of zij weten welk feest er aan komt. (carnaval) Wat de bedoeling is. Daarvan heb ik een woordweb gemaakt samen met de kinderen. Hierna heb ik het boek interactief voorgelezen. Toen ik klaar was met het verhaal, ben ik over gegaan op rijmen. Ik ben Tes, met carnaval ben ik een mooie... Ik loop over straat, en ik ben verkleed als... Doe maar mee, wordt een mooie... Jip is lief, maar met carnaval is hij een... Hiervan houd ik het allermeest, dat is van een gezellig... Daar gaat hij door de bocht, de super lange carnavals Alfabetisch principe Kinderen ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit klanken, dat letters met die klanken corresponderen en ze leggen de foneem-grafeemkoppeling. Met de kinderen van groep 2 heb ik tijdens de grote kring,het volgende gedaan: Vooraf had ik een boek voorgelezen. Het thema stond dit keer helemaal in het teken van dieren. Het boek ook:ik las steeds een stukje op (steeds de volgende punt), de kinderen gaven aan om welk dier het ging. Ik schreef dit woord dan op. De kinderen legden dat plaatje bij de verteltafel. Ik lijk een beetje op een ezel, maar ik heb witte en zwarte stepen. De eerste letter van mijn naam is de z. Je ziet mij ook wel eens op straat. Ik ben een... (zebra) Ik heb hele mooie vlekken op mijn huid. Ik heb een hele lange nek. Ik kan bij de hoogste blaadjes in de boom. ik ben een (giraf). Ik ben heel groot, ik woon in Afrika, ik ben grijs. Ik heb een lange snuit, en grote oren. Ik speel een beetje trompet. ik ben een... (olifant) Ik ben een vogel. Ik woon in het oerwoud. Ik heb hele mooie gekleurde veren. Soms kan ik ook praten. Ik heb hele mooie gekleurde veren. De eerste letter van mijn naam begint met een p. Ik ben een (papegaai). Ik ben zwart met wit. Ik waggel een beetje. Ik hou van de kou. Ik heb vleugels maar ik kan niet vliegen. De eerste letter van mijn naam is een p. Ik ben een (pinguïn). Ik ben een heel gevaarlijk dier. Ik heb scherpe tanden. Ik heb zwarte strepen op mijn vacht. Ik kan hard rennen. De eerste letter van mijn naam is een t. Ik ben een (tijger) Ik ben een groot dier. Ik woon in de zee. Soms spring ik uit het water de lucht in. Ik ben zwart met een beetje wit. De eerste letter van mijn naam is een o. Ik ben een (orka)

4 Ik lust heel graag bananen. Ik kan heel goed klimmen in bomen. Ik lijk een beetje op mensen. Ik heb lange slingerarmen. De eerste klank van mijn naam is een aa. Ik ben een (aap). Ik kan mij goed verstoppen. Ik heb mijn huisje altijd bij mij. Ik ben net zo langzaam als een slak. Ik kan heel groot en oud worden. De eerste klank van mijn naam is een sch. ik ben een (schildpad). Ik heb geen poten. Ik kruip over de grond. Ik ben heel lang, en dik. Ik kan een beetje gevaarlijk zijn. Ik sis. Ik leg eieren. De eerste letter van mijn naam is een s. Ik ben een (slang). Ik ben de grootste vogel die er bestaat. Ik kan niet vliegen. Ik leg hele grote eieren. De eerste letter van mijn naam is een s. Ik ben een (struisvogel) Ik woon in de woestijn. Ik kan heel goed zonder water. Ik heb twee bulten op mijn rug. De eerste letter van mijn naam is een k. Ik ben een (kameel) Ik lijk een beetje op het vorige dier, maar ik heb maar 1 bult. Ik ben een (dromedaris) 7. Functioneel schrijven en lezen Kinderen schrijven functionele teksten, zoals lijstjes, briefjes, opschriften en verhaaltjes. Aan het eind van het jaar, hadden wij een restauranthoek. Hiervoor hadden we een kaart gemaakt met een 5 tal dingen. Die waren zichtbaar met een plaatje, daarachter het woord en de prijs. Voor de ober hadden we een bestelboekje met potlood weggelegd. De oudere kinderen vonden dit geweldig en schreven zo als het ware de bestellingen op. Soms leesbaar soms niet, maar zeker functioneel. 8. Technisch lezen en schrijven, start Kinderen kennen de meeste letters, ze kunnen de letters fonetisch benoemen. In de klas had je zoals op de foto ook te zien is, een letter muur. Hier werd elke dag aandacht aan besteed. Verder hadden we kleurplaten met een letter als onderwerp en kwamen in de lessen van schatkist de letters ook nog aan bod.

5 Woordenschat Kinderen breiden gericht hun (basis)woordenschat uit. Ze verbreden hun conceptuele netwerken via observaties, onderzoek en ontdekactiviteiten. Ze leiden nieuwe woordbetekenissen af uit verhalen. Ze zijn erop gericht woorden productief te gebruiken. Ze maken onderscheid tussen betekenisaspecten van woorden. Onderwerp Uitbeelden van dieren BEGINSITUATIE Specifiek Het thema is bij de kinderen bekend. Hiervoor is al een introductie geweest en de kinderen hebben zelfs al verschillende opdrachten gedaan over en met dit thema Kinderen uit deze buurt komen waarschijnlijk niet erg veel in aanraking met dieren omdat dit bij de meeste kinderen vanuit thuis niet wordt meegegeven. Verder zijn de kinderen bekend met de letters door de lettermuur en andere activiteiten. De nieuwe leerling zal hiermee nog niet bekend zijn Het woord passen werd vorige les als moeilijk ervaren algemeen De kinderen verschillen aardig van niveau. Kinderen tonen wel veel initiatief en komen gemotiveerd over. Ze hebben een normale spanningsboog. De kinderen verschillen veel van elkaar, ook als het gaat over intelligentie Om toch alle kinderen aan te spreken, is gekozen om op zoveel mogelijke manieren alles te introduceren. Omdat de woordenschat niet optimaal is, is het noodzakelijk veel te herhalen en tastbaar te maken. WOORDENLIJST - de olifant - de bek - haren/harig - de slang - de Papegaai - de passen - veren - de krokodil - de bek - het schaap - de vogel - de eend - de zebra - verzorgen - huid - het paard - de geit - de vleugel - verzorgen - de cavia - de aap - de snavel - passen - de slak - de giraf - de veren - knuffeldier - de muis - struisvogel - groot - de vacht - het varken - antilope - de tijger - de krokodil - de schildpad - de koe - het konijn - de kip - de slurf - de leeuw - klein - huid - de pauw - het stinkdier

6 DOELEN Beheersing van de volgende woorden: Actief: - de olifant - de bek - haren/harig - de slang - de Papegaai - de passen - de krokodil - de bek - het schaap - de vogel - de eend - de zebra - het paard - de geit - de vleugel - de cavia - de aap - de snavel - passé - de slak - de giraf - de veren - de muis - struisvogel - groot - de vacht - het varken- - de tijger - de krokodil - de slurf - de schildpad - de koe - het konijn - de kip - de leeuw - klein - huid - de pauw Passief - haren/harig - knuffeldier - de passen - veren - verzorgen - huid - het stinkdier - antilope REFLECTIE VOORAF Oriëntatie op de leerstof beschrijf de theorie achter de leerstof: d.w.z. specificeer waar en wanneer in deze les je selecteert, voorbewerkt, semantiseert, inslijpt en controleert. verantwoord je keuze voor het thema geef aan welke bronnen/ methodes je gebruikt hebt Tijdens deze les specificeer ik mij bewust op het consolideren. Ik heb voor het thema dieren gekozen. Voor verdere uitleg zie hoofdstuk 1 en 2 Daarbij heb ik gebruik gemaakt van de methode Schatkist en losse opdrachten van internet. Voor verdere uitleg hierover verwijs ik ook door naar hoofdstuk 1 en 2 Oriëntatie op de leerlingen beginsituatie van de twee kinderen die je de TAK-toets afnam (verwijs naar voortoetsje) beginsituatie van de rest Het is een klein klasje (14 kinderen). Deze kinderen hebben een redelijke woordenschat, maar niet optimaal. Er wordt wel regelmatig een kringactiviteit georganiseerd. De kinderen zijn dus gewend even stil te zitten, luisteren en kijken, maar ook te reageren door eerst hun vinger op te steken De hulpjes zitten naast de juf. Van al de kinderen is er 1 net op school gekomen en zit in groep 1, de overige kinderen zitten allemaal +/- al een jaar op school en behoren tot de groep 2. De kinderen verschillen aardig van niveau. Kinderen tonen wel veel initiatief en komen gemotiveerd over. Ze hebben een normale spanningsboog.

7 Persoonlijke aandachtspunten Persoonlijke aandachtspunten (uit PSP/ Educatief contract of naar aanleiding van vorige les opgesteld) - Met weinig woorden duidelijk kunnen uitleggen (dus zo min mogelijk vertellen, maar toch alles gezegd hebben); bv. iets voordoen i.p.v. uitleggen. - Kinderen enthousiasmeren en inspireren. - Veilige spelsituatie creëren; zorgen dat kinderen zich veilig voelen zodat ze durven te spelen. - Zorgen voor structuur en duidelijkheid in de les. - Tempo in de les houden. LESBESCHRIJVING Wat doe ik? Wat doen de leerlingen? INLEIDING (introductie van de les, lesopening) tijd: voorbewerken Aanbod Zorg voor een concrete/ visuele, pakkende, uitdagende, onderwerpintroducerende opening. Sluit aan bij de context / belevingswereld van kinderen. Ik zet de kinderen met hun stoel in de kring. Dit doe ik door eerst de hulpjes naast mij te komen laten zitten en daarna groepje voor groepje in de kring te laten komen. Wanneer de kinderen in de kring zitten, vertel ik dat we al veel geleerd hebben over de dieren. Dan vertel ik dat ik een spelletje heb gevonden. Ik leg het spel uit Het spel begint met een aantal (4 oplopend tot 10) plaatjes van de dieren op de grond in de kring. De laptop staat klaar met de verschillende dierengeluiden. De kinderen krijgen een dierengeluid te horen. Dat doe ik twee keer, waarna ik de kinderen even de ruimte geef en dan vraag of ze weten welk dier dat was. Dit doe ik in de subgroepjes, zodat er gericht op de kernwoorden van die subgroep gericht kan worden. De dieren komen aan bod, waarna er iets over die dieren wordt verteld door de kinderen en aangevuld door mij. De kinderen luisteren naar mijn aanwijzingen De hulpjes komen eerst in de kring. Daarna groepje voor groepje. De kinderen nemen hun stoel mee in de kring. De kinderen tillen hun stoel op en zetten deze op een lege plaats in de kring De kinderen luisteren naar mijn verhaal en beantwoorden mijn vragen.

8 Kern Semantiseren Aan het eind consolideren tijd: Aanbod Zorg dat de kinderen actief leren en zorg dat ze intensief aan de beurt komen bij het inslijpen van de actieve en passieve woordenschat. Ik vraag of je vissen ook kan horen. Dan vertel ik de kinderen iets over mijn goudvissen. Ik vertel hoe de goudvis eruitziet, wat hij doet; happen naar lucht, vinnen bewegen Dan begin ik met het voordoen van het uitbeelden in de klas. De kinderen luisteren naar mijn verhaal en raden het beestje wat ik na doe De kinderen stellen vragen Ik doe een vis voor door middel van het lubben na te doen en mijn armen in elkaar te verstrengelen en zo een zwemmend een rondje lopen in de kring. Ik stuur de kinderen aan vragen te stellen over hetgeen wat ik op dat moment uitbeeld. - de olifant - de bek - haren/harig - de slang - de Papegaai - de passen - de krokodil - de bek - het schaap - de vogel - de eend - de zebra - het paard - de geit - de vleugel - de cavia - de aap - de snavel - passé - de slak - de giraf - de veren - de muis - struisvogel - groot - de vacht - het varken- - de tijger - de krokodil - de slurf - de schildpad - de koe - het konijn - de kip - de leeuw - klein - huid - de pauw Passief - haren/harig - knuffeldier - de passen - veren - verzorgen - huid - het stinkdier - antilope

9 Verwerking consolideren Tijd: Aanbod (Hoe ga ik na of mijn lesdoelen bereikt zijn? Wat doen de kinderen die eerder klaar zijn?) Voor dat we verder gaan, laat ik de kinderen zichzelf omkleden om naar de speelzaal te gaan. De hulpjes laat ik de schoenen en kleding uitdelen. Als de kinderen klaar zijn komen ze in de rij staan en lopen we naar de speelzaal. Daar gaan de kinderen eerst even op de bank zitten voor mijn uitleg van het spel Ik heb een aantal verschillende kaartjes met dieren erop Om de beurt mag een kind naar mij toekomen om een kaartje te kiezen. Ze mogen dit kaartje niet aan de anderen laten zien. Deze leerling beeldt nu het dier uit dat op het plaatje staat. De andere kinderen moeten raden welk dier deze leerling nadoet. Het kind dat uitbeeldt mag geen geluid maken omdat het anders natuurlijk veel te makkelijk is. Bij een aantal dieren mag er wel geluid gemaakt worden, omdat deze dieren lastig zijn met uitbeelden. Ik geef dit bij het kind aan. Als het raden ook te lang duurt, laat ik de kinderen ook een na ieder uitgebeeld dier bespreek ik met de kinderen: waaraan zag je welk dier het was? Activiteit minimumgroepje: Gemakkelijke dieren, die in de directe omgeving herkenbaar zijn (hond, aap, varken, vogel) Activiteit basisgroepje: Koe, konijn, aap, leeuw, tijger, paard, kip, geit, schaap, vogel, krokodil, olifant en de slang. Activiteit plusgroepje: Het stinkdier, aaien, giraf - de olifant - de bek - haren/harig - de slang - de Papegaai - de passen - de krokodil - de bek - het schaap - de vogel - de eend - de zebra - het paard - de geit - de vleugel - de cavia - de aap - de snavel - passé - de slak - de giraf - de veren - de muis - struisvogel - groot - de vacht - het varken- - de tijger - de krokodil - de slurf - de schildpad - de koe - het konijn - de kip

10 Afsluiting controleren Terugblik met de klas Aan het eind van de les, vraag ik welk dier ze het leukst vonden om uit te beelden en eventueel ook waarom De kinderen vertellen tijd: (overgang naar de volgende les)

11 Tussendoelen Mondelinge taal 1. Mondeling taalgebruik Kinderen spreken vrijuit. Ze gebruiken taal doelgericht in reële contexten. Ze zijn in staat hun taalgebruik non-verbaal te ondersteunen. Ze zijn bereid volgens de geldende gespreksregels te communiceren. Ze hebben een positief zelfbeeld als spreker en als luisteraar. 2. Deelname aan gesprekken Kinderen nemen actief deel aan gesprekken in kleine en grote groepen. Ze nemen initiatieven tijdens gesprekken. Ze verwoorden hun gedachten en denkvragen. Ze vervullen de rol van luisteraar en spreker. Ze waarderen elkaars ideeën en vallen elkaar niet in de rede. 3. Interactief leren Kinderen kunnen zelf leervragen stellen. Ze breiden hun kennis uit door observatie en onderzoek. Ze gebruiken complexe taalfuncties zoals redeneren, vergelijken en concluderen. Ze geven hun eigen mening. Ze luisteren naar de mening van anderen. 4. Begrijpend luisteren Kinderen kunnen hun aandacht richten en gedurende langere tijd vasthouden. Ze hebben een positieve luisterhouding. Ze begrijpen een (voorgelezen) verhaal of informatieve tekst. Ze kunnen belangrijke en minder belangrijke informatie onderscheiden. Ze kunnen voorspellingen doen en deze al luisterend bijstellen. 5. Vertellen en presenteren Kinderen kunnen een verhaal navertellen. Ze kunnen een persoonlijk verhaal vertellen. Ze rapporteren over hun observaties of ontdekactiviteiten. Ze houden rekening met de luisteraars. Ze gaan in op de reacties van luisteraars. De tussendoelen van taal, komen vaak bij andere doelen aan bod, dit is ook het geval bij de voorbeelden die ik heb gegeven.

12 6. Reflectie op communicatie Kinderen kijken terug op gesprekken. Ze leren hun taaluitingen controleren. Ze vertonen bewust taalleergedrag. Ze snappen dat je verschillende spreek- en luisterdoelen kunt hebben. Ze kennen de geldende beleefdheidsvormen voor communicatie. 7. Reflectie op taal Kinderen reflecteren op het taalgebruik in de groep. Ze leren onderscheid te maken tussen vorm en betekenis van woorden. Ze ontwikkelen een fonologisch bewustzijn. Ze ontwikkelen een fonemisch bewustzijn. INLEIDING Introductie van de les; pakkende lesopening (Dit kan ook zonder actieve rol van jou als leerkracht) Tijd: 20 minuten Het restaurant komt in de klas Om dit goed te introduceren, oefenen we het eerst in de kring (u-vorm). Daar kan ik het laten zien, benoemen, laten oefenen en het laten aanraken om zo alle kinderen aan te spreken. In het midden van de kring zet ik het fornuisje neer. Net buiten de kring het tafeltje (met kleedje en vaasje bloemen) en de stoeltjes. De kinderen luisteren naar mijn aanwijzingen De hulpjes komen eerst in de kring. Daarna groepje voor groepje. De kinderen nemen hun stoel mee in de kring. De kinderen tillen hun stoel op en zetten deze op een lege plaats in de kring Dan zet ik de kinderen met hun stoel in de kring. Dit doe ik door eerst de hulpjes naast mij te komen laten zitten en daarna groepje voor groepje in de kring te laten komen. Wanneer de kinderen in de kring zitten Daarna stel ik de vraag of ze hebben gezien wat er is verandert in de klas. Hierop reageren de kinderen. Dan stel ik de vraag wat dat zou kunnen zijn. Ik wacht het antwoord af en speel daar op in. Ik leg uit dat we omdat het thema van de kinderboekenwee k aan tafel is, een restauranthoek in de klas gaan maken. Ik vraag de kinderen wat we daar allemaal voor nodig hebben. Ik streep de voorwerpen die zij benoemen weg op mijn lijst en vul hen aan door de spullen die zij niet opnoemen zelf te benoemen. Daarna laat ik zoveel mogelijk voorwerpen zien en benoem deze. De kinderen beginnen zo met het maken van het restaurant. De kinderen reageren op mijn vraag en steken (wanneer zij het antwoord weten) hun vinger op. Zij wachten op hun beurt met vertellen

13 Kern Instructie Wat doe je in de verschillende fasen van een les? Tijd: 20 minuten Wanneer de spullen zijn verzameld en benoemd, vertel ik de kinderen dat we het even gaan spelen. Ik vraag wie er even de kok wil zijn en kies daarvoor een kind uit. Ik vertel dit kind dat hij de muts op mag zetten en de schort aan mag doen. Daarna mag hij naar het fornuis toe gaan. Dan wijs ik een ander kind aan als ober. Deze krijgt van mij een witte bloes en een stropdas. Daarna een notitieblokje als bestelboekje en een potlood. Deze mag even in de buurt van de telefoon gaan staan. Ik vraag wie er met mij uiteten wil bij restaurant de watermolen. Ook hiervoor kies ik een kind uit. Ik bel naar het restaurant en vertel de ober dat hij de telefoon mag opnemen. Ik zeg dat ik graag wil reserveren voor 2 personen en vraag of er over een uur nog plaats is. De ober kijkt dit na en geeft antwoord. Na even wachten, loop ik samen met het kind naar het restaurant. Daar staat de ober. Ik vertel de ober dat ik heb gereserveerd en dat hij ons naar de tafel kan brengen. Bij de tafel aangekomen vraag ik naar de menukaart. Deze wordt aangereikt door de ober. Ik vraag het kind wat deze wil eten drinken en bestel dit. Ik vertel daarbij aan de ober dat hij dit op moet schrijven zodat hij dit aan de kok kan geven. Hierna loopt de ober naar de kok en geeft de bestelling door. De kok maakt eten. De ober brengt eerst het drinken naar ons toe met het dienblad en daarna het eten. Wij eten en drinken het op en vragen dan om de rekening. De ober loopt naar de kassa en haalt daar de zogenaamde rekening uit. Deze brengt hij naar ons toe. Ik pak mijn portomonee en betaal daarmee. Daarna bedank ik de ober en de kok en gaan we weg. De door mij aangewezen kinderen spelen het spel mee, de andere kinderen kijken en luisteren naar het spel

14 Verwerking Hoe wordt er gewerkt aan het bereiken van de lesdoelen? Wat doen de leerlingen die eerder klaar zijn (werktempodifferentiatie en niveaudifferentiatie}? Tijd: iedere dag ongeveer 1 uur De kinderen imiteren het voorbeeld wat ik ze heb gegeven en maken gebruik van de aangereikte materialen. Zij leven zich in, in de rollen van de kok, ober en de klant. Ik speel soms mee om de rollen nog wat aan te vullen/uitbreiden of de kinderen een idee aan te bieden rol ober/serveerster o bestelling opnemen/noteren o omgang met gasten o bestelling doorgeven aan keuken o tafel dekken/afruimen o eten opdienen o afrekenen o bonnetjes schrijven o restaurant netjes houden rol kok o eten koken o waar gebruik je wat voor o keuken beheren o voorraad beheer o afwassen/opruimen (samen met ober) o bestellingen lezen rol gast o tafelmanieren o bestellen o afrekenen o omgang met ober Alle kinderen mogen om de beurt in het restaurant spelen. Dit wordt geregeld door middel van het planbord wat standaard in de klas wordt gebruikt. - eten maken - telefoongesprekken voeren - bestellingen opnemen. - Vanaf de menukaart kiezen - ober of serveerster de bestelling overschrijven zie kolom hiernaast Afsluiting en lesovergang Hoe reflecteer je met de kinderen? Hoe bepaal je of je lesdoel is behaald? Afsluiting van de les en lesovergang Tijd: 20 minuten In week 42 ga ik laat in de middag met alle kinderen weer in de kring. Ik vraag de kinderen wat ze van de restauranthoek vonden. Daarna vertel ik wat ik ervan vond en ga dan in op hetgeen wat ik van de kinderen tijdens het spel heb gezien (positief) Daarna vraag ik wat ze ervan hebben geleerd Daarvan maak ik een woordweb om te kijken wat zij nu aan woordenkennis hebben. De kinderen luisteren naar mijn aanwijzingen De hulpjes komen eerst in de kring. Daarna groepje voor groepje. De kinderen nemen hun stoel mee in de kring. De kinderen tillen hun stoel op en zetten deze op een lege plaats in de kring Dit is tevens mijn een van de bewijsmaterialen voor het controleren of de gestelde doel ook daadwerkelijk zijn behaald en vul dit aan door te zeggen wat ze nu allemaal kunnen De kinderen reageren op mijn vraag en steken (wanneer zij het antwoord weten) hun vinger op. Zij wachten op hun beurt met

15 - koken - bestelling opnemen - reserveren - eten met mes en vork - afwassen etc om ze nog eens te complimenteren vertellen

16 BIJLAGE 1, TUSSENDOELEN Ontluikende geletterdheid 1. Boekoriëntatie Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen. Ze weten dat boeken worden gelezen van voor naar achter, bladzijden van boven naar beneden en regels van links naar rechts. Ze weten dat verhalen een opbouw hebben. Ze kunnen aan de hand van de omslag van een boek, de inhoud van het boek al een beetje voorspellen. Ze weten dat je vragen over een boek kunt stellen. Deze vragen helpen je om goed naar het verhaal te luisteren en te letten op de illustraties. 2. Verhaalbegrip Kinderen begrijpen de taal van voorleesboeken. Ze zijn in staat om conclusies te trekken naar aanleiding van een voorgelezen verhaal. Halverwege kunnen ze voorspellingen doen over het verdere verloop van het verhaal. Ze weten dat de meeste verhalen zijn opgebouwd uit een situatieschets en een episode. Een situatieschets geeft informatie over de hoofdpersonen, en over de plaats en de tijd van handeling. In een episode doet zich een bepaald probleem voor dat vervolgens wordt opgelost. Ze kunnen een voorgelezen verhaal naspelen terwijl de leerkracht vertelt. Ze kunnen een voorgelezen verhaal navertellen, aanvankelijk met steun van illustraties. Ze kunnen een voorgelezen verhaal navertellen zonder gebruik te hoeven maken van illustraties. 3. Functies van geschreven taal Kinderen weten dat geschreven taalproducten zoals briefjes, brieven, boeken en tijdschriften een communicatief doel hebben. Ze weten dat symbolen zoals logo s en pictogrammen verwijzen naar taalhandelingen. Ze zijn zich bewust van het permanente karakter van geschreven taal. Ze weten dat tekenen en tekens produceren mogelijkheden bieden tot communicatie. Ze weten wanneer er sprake is van de taalhandelingen lezen en schrijven. Ze kennen het onderscheid tussen lezen en schrijven. 4. Relatie tussen gesproken en geschreven taal Kinderen weten dat gesproken woorden kunnen worden vastgelegd, op papier en met audiovisuele middelen. Ze weten dat geschreven woorden kunnen worden uitgesproken. Ze kunnen woorden als globale eenheden lezen en schrijven. Bijvoorbeeld de eigen naam en namen van broertjes en zusjes, logo s en merknamen. Beginnende geletterdheid 5. Taalbewustzijn Kinderen kunnen woorden in zinnen van elkaar onderscheiden. Ze kunnen onderscheid maken tussen de vorm en de betekenis van woorden. Ze kunnen woorden in klankgroepen verdelen zoals bij kin-der-wa-gen. Ze kunnen reageren op en spelen met bepaalde klankpatronen in woorden. Eerst door eindrijm (Pan rijmt op Jan) en later met behulp van beginrijm (Kees en Kim beginnen allebei met k). Ze kunnen fonemen als de kleinste klankeenheden in woorden onderscheiden zoals bij p-e-n. 6. Alfabetisch principe Kinderen ontdekken dat woorden zijn opgebouwd uit klanken, dat letters met die klanken corresponderen en ze leggen de foneem-grafeemkoppeling. Ze kunnen door de foneem-grafeemkoppeling woorden die ze nog niet eerder hebben gezien, lezen en schrijven.

17 7. Functioneel schrijven en lezen Kinderen schrijven functionele teksten, zoals lijstjes, briefjes, opschriften en verhaaltjes. Ze lezen zelfstandig prentenboeken en eigen en andermans teksten. 8. Technisch lezen en schrijven, start Kinderen kennen de meeste letters, ze kunnen de letters fonetisch benoemen. Ze kunnen klankzuivere woorden ontsleutelen zonder eerst de afzonderlijke letters te verklanken. Kinderen kunnen klankzuivere woorden schrijven. Deze tussendoelen hebben betrekking op groep 1, 2 en het eerste deel van groep 3. Tussendoelen Woordenschat Woordenschat Kinderen breiden gericht hun (basis)woordenschat uit. Ze verbreden hun conceptuele netwerken via observaties, onderzoek en ontdekactiviteiten. Ze leiden nieuwe woordbetekenissen af uit verhalen. Ze zijn erop gericht woorden productief te gebruiken. Ze maken onderscheid tussen betekenisaspecten van woorden. Tussendoelen Mondelinge taal 8. Mondeling taalgebruik Kinderen spreken vrijuit. Ze gebruiken taal doelgericht in reële contexten. Ze zijn in staat hun taalgebruik non-verbaal te ondersteunen. Ze zijn bereid volgens de geldende gespreksregels te communiceren. Ze hebben een positief zelfbeeld als spreker en als luisteraar. 9. Deelname aan gesprekken Kinderen nemen actief deel aan gesprekken in kleine en grote groepen. Ze nemen initiatieven tijdens gesprekken. Ze verwoorden hun gedachten en denkvragen. Ze vervullen de rol van luisteraar en spreker. Ze waarderen elkaars ideeën en vallen elkaar niet in de rede. 10. Interactief leren Kinderen kunnen zelf leervragen stellen. Ze breiden hun kennis uit door observatie en onderzoek. Ze gebruiken complexe taalfuncties zoals redeneren, vergelijken en concluderen. Ze geven hun eigen mening. Ze luisteren naar de mening van anderen. 11. Begrijpend luisteren Kinderen kunnen hun aandacht richten en gedurende langere tijd vasthouden. Ze hebben een positieve luisterhouding. Ze begrijpen een (voorgelezen) verhaal of informatieve tekst. Ze kunnen belangrijke en minder belangrijke informatie onderscheiden.

18 Ze kunnen voorspellingen doen en deze al luisterend bijstellen. 12. Vertellen en presenteren Kinderen kunnen een verhaal navertellen. Ze kunnen een persoonlijk verhaal vertellen. Ze rapporteren over hun observaties of ontdekactiviteiten. Ze houden rekening met de luisteraars. Ze gaan in op de reacties van luisteraars. 13. Reflectie op communicatie Kinderen kijken terug op gesprekken. Ze leren hun taaluitingen controleren. Ze vertonen bewust taalleergedrag. Ze snappen dat je verschillende spreek- en luisterdoelen kunt hebben. Ze kennen de geldende beleefdheidsvormen voor communicatie. 14. Reflectie op taal Kinderen reflecteren op het taalgebruik in de groep. Ze leren onderscheid te maken tussen vorm en betekenis van woorden. Ze ontwikkelen een fonologisch bewustzijn. Ze ontwikkelen een fonemisch bewustzijn.

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Boek van de week: 1; Nijntje in de dierentuin 2; De dierentuin 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant

Nadere informatie

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1) Spreken en luisteren Beheerst het Nederlandse klanksysteem Spreekt vrijuit Neemt actief deel aan gesprekken in kleine groepen Neemt actief deel aan gesprekken in grote groepen Kan op eigen initiatief een

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Ontluikende- en beginnende geletterdheid Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Boekoriëntatie Verhaalbegrip - Tonen belangstelling voor boekjes het boek goed vasthouden - Doen ervaring

Nadere informatie

Leeskastje Mama kwijt

Leeskastje Mama kwijt Leeskastje Mama kwijt Inhoud leeskastje Mama kwijt 1: Boekoriëntatie La 2: Verhaalbegrip La 3: Functies van geschreven taal Grote Uil Kleine Uil Groot nest Eventueel andere dieren uit het verhaal Afbeeldingen

Nadere informatie

Onderbouwleerkrachten kunnen de tussendoelen gebruiken als criteria voor de keuze van de software.

Onderbouwleerkrachten kunnen de tussendoelen gebruiken als criteria voor de keuze van de software. Tussendoelen Mondelinge Communicatie in onderbouw Leerlijnen Onderbouw 1. Deelname aan gesprekken 2. Interactief leren 3. Mondeling taalgebruik 4. Woordenschat 5. Begrijpend luisteren 6. Vertellen en presenteren

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - vervullen de rol van luisteraar en spreker. - vertellen een persoonlijk verhaal.

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - vervullen de rol van luisteraar en spreker. - vertellen een persoonlijk verhaal. Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters: Algemene informatie groep 1-2 Ontwikkeling van kleuters: Van kleuters is bekend dat de ontwikkeling veel sprongsgewijs verloopt. Niet alle kinderen ontwikkelen dezelfde gebieden op hetzelfde moment. We

Nadere informatie

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters 1 Inleiding In dit thema besteden we aandacht aan een onderdeel van het taalonderwijs, namelijk het stimuleren van het taalbewustzijn. We leggen uit wat

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

Activiteitenplan leeskastje bedoelt voor leerkrachten werkzaam in de onderbouw.

Activiteitenplan leeskastje bedoelt voor leerkrachten werkzaam in de onderbouw. Activiteitenplan leeskastje bedoelt voor leerkrachten werkzaam in de onderbouw. Inhoudsopgave Boekorientatie Voorlezen van het boek.... 3 Verhaalbegrip Kennismaken met de la en de verteltafel.... 4 Samen

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Thema dieren. Deze werkbundel is van: Deze werkbunl is van: DIEREN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk dier. Noteer het aantal achter juiste benaming. hond: kat: het paard: hamster: slak: DIEREN TELLEN Oplossing Tel hoeveel je er ziet van

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen. Genesis 2:18-20 0 Leeftijd: 4-8 jaar Wat heb je nodig? 0 Lied: Adam geeft de dieren namen 0 Estafette: touw en attributen, bijvoorbeeld: pionnen, emmers, tafel 0 Speel het spel in 2 groepen Spel 0 Adam

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

Activiteitenplan leeskastje. Elmer. Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs

Activiteitenplan leeskastje. Elmer. Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs Activiteitenplan leeskastje Elmer Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs Inhoudsopgave Boekorientatie Voorlezen van het boek.... 4 Verhaalbegrip Kennismaken met de la en de verteltafel....

Nadere informatie

Adam geeft de dieren namen

Adam geeft de dieren namen 1 Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren groot en klein. Help je mee, heb jij een idee wat al die namen zijn? Spelidee: Zing de raadsels. De kinderen noemen de namen van de

Nadere informatie

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2 Mondelinge taalvaardigheid: aanbod doelen voor groep 1 en 2 verwerkt in de kleuterthema s Woordenschat en woordgebruik Th 1 2 3 4 5 6 totaal uitbreiden van

Nadere informatie

Elena gaat naar de dierentuin

Elena gaat naar de dierentuin 1.1 Flitskaarten de pinguïn, de slang, de aap, de olifant, de giraf, de krokodil, de leeuw, de tijger (de vogel) Tekst met prentenboek/video Opwarmen Begin het thema met een gesprek over de dierentuin

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie De Vlinder 2008-2009 De Vlinder 2008-2009 Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en / of schriftbeeldvorming (spellen)

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi

Nadere informatie

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl Noach moest een ark gaan bouwen 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 1 2 De ark van Noach Vouw een ( bruin) vel karton dubbel. Vouw de beide zijkanten 3 cm om. Plak deze plakstroken (A) tegen de

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Boek van de week: 1; Kinderboerderij; Betty Sluyzer 2; Kinderboerderij/kijkdoosserie 3; Het grote voorleesboek van de Kinderboerderij 4; Boeken over

Nadere informatie

Adam geeft de dieren namen

Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren die er zijn. Help je mee, heb jij een idee hoe al die namen zijn? Spelvorm: Zing de raadsels, de laatste zin is een spreektekst. De kinderen

Nadere informatie

Activiteitenplan leeskastje. Kikker en het Nieuwjaar. Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs

Activiteitenplan leeskastje. Kikker en het Nieuwjaar. Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs Activiteitenplan leeskastje Kikker en het Nieuwjaar Activiteitenplan bedoelt voor groep 1/2 in het basisonderwijs Inhoudsopgave Boekoriëntatie Voorlezen van het boek... 4 Verhaalbegrip Kennismaken met

Nadere informatie

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door

Nadere informatie

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. K i n d e r b o e r d e r i j Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen?

Nadere informatie

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine

Nadere informatie

Taalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord

Taalbewustzijn: Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Klankgroepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een woord Auditieve oefeningen bij het thema: Pannenkoekenhuis Boek van de week: 1: Een dikke vette pannenkoek 2: Een pannenkoek voor de koningin 3: Nachtpannenkoeken 4; Naar opa en oma pannenkoek; voorleesboek

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike. pakket Ssst de tijger slaapt De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. Door: Maike Douglas jufmaike.nl 1. Dieren uit het boek Sorteren van de dieren die in het boek voorkomen Woordenschat

Nadere informatie

Tussendoortjes boerderijklas

Tussendoortjes boerderijklas Tussendoortjes boerderijklas Beginsituatie 65 leerlingen: mogelijkheid tot verdelen in 2 e (34 lln) en 3 e leerjaar (31 lln) Grasveld/pleintje ter beschikking 1) Muziek: zoek het dierengeluid (10min) Elke

Nadere informatie

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Lesbrief Kikker viert de lente Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart 2018 Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Van 21 t/m 30 maart kleurt heel Nederland groen met het

Nadere informatie

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen De Voorleesvogel Tips bij interactief voorlezen 1 Dienst Openbare Bibliotheek Den Haag Onderwijsbureau 070-3534552 hwi@dobdenhaag.nl 2 Interactief voorlezen Het is de kunst van interactief voorlezen om

Nadere informatie

Berta en Giovanni Berta and Giovanni

Berta en Giovanni Berta and Giovanni Lessuggesties bij Berta en Giovanni Berta and Giovanni van Gionata Bernasconi ISBN 9789490139049 verkrijgbaar in de boekhandel Korte inhoud van het boek Berta is een giraf en Giovanni een nijlpaard. Ze

Nadere informatie

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in

maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Groep 1 Groep 2 samengestelde woorden in 7. Raar maar waar! Tijdens deze activiteit: maken de kinderen een waterorgel en laten elke lettergreep uit een lied horen op dit orgel. Taal Ontluikende en beginnende geletterdheid Fonemisch bewustzijn

Nadere informatie

Kwartetten met klinkers

Kwartetten met klinkers Kwartetten met klinkers Onderwerp Woorden met een korte of lange klank die bestaan uit een of twee klankgroepen. Doel De kinderen leren het verschil tussen een korte en een lange klank. Ze leren dat ze

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j

S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j Idee en tekst: Betty Sluyzer Tekeningen: Esther van Gijn Voorlezen Kinderboerderij is geschikt voor baby's, peuters en kleuters. Je kunt het prentenboek

Nadere informatie

maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat.

maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat. 5. Een beestenboel Tijdens deze activiteit: maken de kinderen een dierenmasker en kruipen in de huid van het dier dat op het masker staat. Inrichting speelleeromgeving Deze activiteit begint in de safarihoek,

Nadere informatie

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1 Mondeling Nederlands Cursus 2 Module 4 Dag 1 het gras het pad het park de boom de poep de vlieg rondkijken wegjagen wrijven dichtbij ver weg moe moe veel weinig iets - niets vallen wij/zij vallen hij/zij

Nadere informatie

mei 2014 vanaf 7 jaar Sluipen als een kat tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte

mei 2014 vanaf 7 jaar Sluipen als een kat tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte mei 2014 vanaf 7 jaar Sluipen als een kat tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Sluipen als een kat 1 Ik wil brullen als een tijger. Met een flinke grote bek. Hoog over de bomen kijken. Als giraf met

Nadere informatie

U bent op de pagina van groep 1/2 Apen en Giraffen.

U bent op de pagina van groep 1/2 Apen en Giraffen. U bent op de pagina van groep 1/2 Apen en Giraffen. Hier kunt u lezen hoe het komende schooljaar van de kleuters eruit zal zien. Wij werken altijd in thema s. Met het werken in thema s stimuleren wij de

Nadere informatie

Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal

Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal Doelgroep: Groep 5 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Leerstofgebied: Wereldoriëntatie, Kunstzinnige oriëntatie Werkvorm: Zelfstandig Doel van de opdracht: Het leren hoe

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 19 februari 2013 aantal

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: Mama kwijt

Auditieve oefeningen bij het thema: Mama kwijt Auditieve oefeningen bij het thema: Mama kwijt Boek van de week: 1; Mama kwijt 2; Uilen 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant Hoe zou het boek heten

Nadere informatie

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Een kind heeft recht op een stevig fundament. Overgangsprotocol groep 1 - groep 2 groep 3 Inleiding Ooit was er een zelfstandige kleuterschool naast een zelfstandige lagere school. In die tijd werd het begrip schoolrijpheid gebruikt waarmee de mate

Nadere informatie

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel:

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel: Het leesspel Dit spel is gebaseerd op vragen over boeken zoals weergegeven in het boekje Vertel eens van Aiden Chambers en op vragen over boeken uit het boek Open Boek van Jos Walta. Voorbereiding: Kopieer

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw Dierentuin Inleiding Introductie Dierentuin De kleuters maken in deze dramales een reisje naar de dierentuin. Ze beginnen met het nabootsen van dierengeluiden, waarbij ze goed naar elkaar luisteren. Hierna

Nadere informatie

Tips spelend leren kern 3

Tips spelend leren kern 3 Tips spelend leren kern In de serie Tips spelend leren voor kern start t/m kern afsluiting worden opdrachten beschreven die leerkrachten in het keuzewerk voor hun klas kunnen opnemen op het gebied van

Nadere informatie

Tips spelend leren kern 2

Tips spelend leren kern 2 Tips spelend leren kern 2 In de serie Tips spelend leren voor kern start t/m kern afsluiting worden opdrachten beschreven die leerkrachten in het keuzewerk voor hun klas kunnen opnemen op het gebied van

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1 veilig leren lezen Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Auteur: Josée Warnaar Zinnen maken met woorden én beeldtaal Regio noord en midden hebben kern 2 behandeld als de Kinderboekenweek begint. Regio

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Leerlijn taalontwikkeling groep 1

Leerlijn taalontwikkeling groep 1 Leerlijn taalontwikkeling groep 1 Spreken Uitbreiden actieve woordenschat Woordvorming ( werkwoordsvormen en meervoud ) Zinsbouw ( 4 á 5 woorden) Zelf een verhaaltje vertellen Logisch rangschikken / rubriceren

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis.

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis. Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

dieren in de dierentuin

dieren in de dierentuin dieren in de groep 4-5 Geachte leerkracht, Dit lespakket ondersteunt u bij het voorbereiden van uw schoolreisje naar Burgers Zoo. Daarnaast kan het ook prima worden ingezet als u een thema over en of exotische

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school. TITEL Leerjaar Groep 1 en 2. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Nadere informatie

Begrijpend luisteren Karin van de Mortel

Begrijpend luisteren Karin van de Mortel Begrijpend luisteren Karin van de Mortel LOAN 10 en 11 april 2018 WWW.CPS.NL Karin van de Mortel k.vandemortel@cps.nl 06 29044614 1. Achtergrondkennis begrijpend luisteren en lezen 1 Luisteren -> Lezen

Nadere informatie

Nog meer Hotel Hallo - Thema 1 De beestenboel NAAR HET ASIEL

Nog meer Hotel Hallo - Thema 1 De beestenboel NAAR HET ASIEL Nog meer Hotel Hallo - Thema 1 De beestenboel opdrachten NAAR HET ASIEL 1 Knip de strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken

Nadere informatie

Activiteitenplan leeskastje. Dikkie Donderkopje wordt groot. Activiteitenplan bedoelt voor groep ½ in het basisonderwijs

Activiteitenplan leeskastje. Dikkie Donderkopje wordt groot. Activiteitenplan bedoelt voor groep ½ in het basisonderwijs Activiteitenplan leeskastje Dikkie Donderkopje wordt groot Activiteitenplan bedoelt voor groep ½ in het basisonderwijs Inhoudsopgave Boekorientatie Voorlezen van het boek... 4 Verhaalbegrip Kennismaken

Nadere informatie

ALLES HEEFT EEN KLEUR

ALLES HEEFT EEN KLEUR ALLES HEEFT EEN KLEUR Dagopvang en peuterspeelgroep Het P@rk Gemaakt door: Esther en Ingrid Maart 2017 Beste ouders/verzorgers De peuterspeelgroep van het P@rk werkt vanuit de methode Startblokken van

Nadere informatie

Doei! œ œ œ. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & # # # # # ## # Œ œ œ œ œ œ œ # # & b œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ Œ

Doei! œ œ œ. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & # # # # # ## # Œ œ œ œ œ œ œ # # & b œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ Œ oktober 2011 vanaf 4 jaar Doei! tekst en muziek: Chris Winsemius Intro & E G A E G A œ Couplet & E G œ Doei roept de boer, A ik ga weg!' E Jam-merjam-mer jam - mer, & A E wat een pech. G C œ Hé roeptde

Nadere informatie

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1- LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier

Nadere informatie

Kleuters leren lezen

Kleuters leren lezen Kleuters leren lezen Lerespel Inhoudsopgave INLEIDING... 3 STAP 1: KINDEREN MOETEN EERST BESEFFEN WAT LEZEN IS EN WAAROM HET HANDIG IS OM HET TE KUNNEN.... 4 STAP 2: DE VOORBEREIDING OP HET ZELF LEZEN;

Nadere informatie

Rekenen groep 1. Welke leerdoelen gelden voor de komende periode? Getalbegrip:

Rekenen groep 1. Welke leerdoelen gelden voor de komende periode? Getalbegrip: Rekenen groep 1 Getalbegrip: Aan het eind van deze periode kunnen de kinderen de hoeveelheid 1 t/m 5 op vingers tellen. Aan het eind van deze periode kunnen de kinderen de hoeveelheid 1 t/m 6 op dobbelsteen

Nadere informatie

Doelen groep 1 augustus tot januari

Doelen groep 1 augustus tot januari SPRINGEN: Landt op zijn voeten en kan meteen weer verder gaan. GOOIEN EN VANGEN: Vangt een grote, zachte bal. BALANCEREN: Loopt over de bank waarbij hij over een hindernis van 10 cm hoog kan stappen. Plaatst

Nadere informatie

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken Auditieve oefeningen - dierentuin Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen) die-ren die-ren-tuin leeuw-en gi-raf ze-bra ijs-beer kro-ko-dil was-beer-tje o-li-fant

Nadere informatie

VoorSprong * ontwikkelingsdomeinen * doelen in relatie tot de ontwikkelingsdomeinen

VoorSprong * ontwikkelingsdomeinen * doelen in relatie tot de ontwikkelingsdomeinen VoorSprong * ontwikkelingsdomeinen * doelen in relatie tot de ontwikkelingsdomeinen VoorSprong spelenderwijs woorden leren op school en thuis A. ontwikkelingsdomeinen 2 Inhoudsopgave voorwoord p. 5 ontwikkelingsdomein

Nadere informatie

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen: Dieren deel 1 luisteren en noteren Groep 3-6 Eindproduct Kinderen maken grafische notaties van muziek die over dieren gaat. Onderdeel O Zingen O Muziek maken X Muziek noteren X Luisteren O Bewegen Leerdoelen

Nadere informatie

N a t u u r e n t a a l

N a t u u r e n t a a l N a t u u r e n t a a l Thema / onderwerp Deze les staat in het teken van mondeling taalonderwijs: het uitbrengen van een verslag. Het onderwerp is voedsel van dieren. De groepjes bestaan uit 3 a 4 leerlingen.

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Les 9a Gevoelens in een doos

Les 9a Gevoelens in een doos VSO / BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES9A Les 9a Gevoelens in een doos Doel blok 3: Leerlingen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5

Ontwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20

Nadere informatie

7.4 Script en plaatjes les

7.4 Script en plaatjes les 7.4 Script en plaatjes les Ik wil een leuk spelletje met jullie doen. En het spelletje heeft te maken met woordjes. Het Nederlands bestaat uit twee verschillende groepen woorden. Je hebt woorden die samengaan

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Datum: 26 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: tot Groep: 4

Lesvoorbereiding. Datum: 26 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: tot Groep: 4 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 26 februari 2013 aantal

Nadere informatie

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER LESBESCHRIJVINGSFORMULIER Beroepstaak 1 Omgaan met kinderen in een leersituatie Stageschool Plaats Stagementor Stagegroep Aantal kinderen Gegevens Stageschool Datum Naam student Groep Vakgebied Gegevens

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les China Stadsgeluiden in China 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad Vakgebied: Muziek Lesduur: 60 minuten per les China Pagina 1 - Stadsgeluiden in China - Colofon Stadsgeluiden in China Les voor groep

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis.

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis. Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen.

ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen. 3. De regenboog! Tijdens deze activiteit: ontdekken de kinderen hoe een regenboog ontstaat en maken daarbij aantekeningen. Inrichting speelleeromgeving De activiteit start in de grote kring bij het digibord

Nadere informatie