Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Wendy Dens studentennr major: Burgerlijk- en strafrecht Promotor: Prof. T. Vander Beken Commissaris: Prof. G. Vermeulen

2 Voorwoord Nu het einde van mijn opleiding tot master in de rechten in zicht komt, dient ook de masterproef zich aan. Gedurende de afgelopen jaren heeft men binnen de opleiding getracht om mij als student allerlei vaardigheden bij te brengen en mij te kneden tot een zelfstandige, vakbekwame en kritische jurist. Hoewel het einde een eerder moeizaam verloop heeft gekend, zou deze masterproef toch het sluitstuk van mijn studies moeten vormen. Dit is dan ook het gepaste moment om een aantal mensen te bedanken. Al dit zou niet mogelijk geweest zijn zonder de stimulerende invloed van mijn ouders en broer. Zij hebben mij aangespoord en de kans geboden om verder te studeren en mij onvoorwaardelijk gesteund in goede en in minder goede tijden. Daarom wil ik hen hier dan ook van harte bedanken voor alles wat ze voor mij gedaan hebben. Daarnaast wil ik ook mijn promotor Prof. Tom Vander Beken bedanken om mij de gelegenheid, de ruimte en de tijd te bieden om met dit onderwerp aan de slag te gaan

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Verkrachting Historisch kader De oudheid Het Romeinse recht en het Oud-Franse recht Het Franse strafwetboek van 25 september De Code Pénal van 1 januari De Belgische wetgeving vanaf Het strafwetboek van De wet van 15 mei 1912 op de bescherming van de jeugd De wet van 4 juli 1989 op de verkrachting Materiële bestanddelen van het misdrijf verkrachting Het begrip verkrachting Elke daad van seksuele penetratie Van welke aard en met welk middel ook Gepleegd op een persoon Ontstentenis van geldige toestemming bij het slachtoffer Geweld, dwang of list Een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer Het herroepelijk karakter van de seksuele toestemming Verkrachting bij gelijkstelling Verschil in leeftijdsgrens verkrachting en aanranding van de eerbaarheid Moreel element van het misdrijf verkrachting Poging tot verkrachting Aanranding van de eerbaarheid Historisch kader Het strafwetboek van De eeuw na de invoering van het Belgisch Strafwetboek

4 2.1.3 De jaren 70 en De wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen Materiële bestanddelen van het misdrijf aanranding van de eerbaarheid Het begrip aanranding van de eerbaarheid Aantasting van het seksueel eerbaarheidsgevoel Het maatschappelijk eerbaarheidsgevoel De lichamelijke seksuele integriteit van het slachtoffer Een gedraging Een ernstige gedraging Geen lichamelijk contact vereist De uitvoering op of met behulp van een persoon Ontstentenis van geldige toestemming van het slachtoffer Algemeen Omstandigheden waaruit de ontstentenis van toestemming kan worden afgeleid a. Geweld b. Bedreiging c. Bij verrassing d. List e. Een geestelijk of lichamelijk gebrek of onvolwaardigheid f. De leeftijd Moreel element van het misdrijf aanranding van de eerbaarheid Poging tot aanranding van de eerbaarheid Straftoemeting Algemeen Verzwarende omstandigheden De leeftijd van het slachtoffer De dood van het slachtoffer De foltering of opsluiting De hoedanigheid van het slachtoffer De bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp

5 3.2.6 De hoedanigheid van de dader Bloedverwanten in de opgaande lijn De adoptant Personen die gezag uitoefenen over het slachtoffer Misbruik van gezag of faciliteiten van de functie Geneesheer, heelkundige, verloskundige of officier van gezondheid De broer of de zus Iedere persoon, die met het slachtoffer samenwoont en over hem gezag heeft De pluraliteit van de daders De discriminerende drijfveer Bijkomende straf van ontzetting en beroepsverbod Geen klachtenmisdrijven Bescherming van de privacy Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake verkrachting Besluit Bibliografie

6 Inleiding 1.Deze masterproef beslaat een juridische analyse van de misdrijven verkrachting en aanranding van de eerbaarheid, zoals deze zijn opgenomen in het strafwetboek. Er wordt daarbij aandacht geschonken aan hun huidige inhoud en aan de maatschappelijke evolutie die deze misdrijven hebben ondergaan. De vragen die ik mij daarbij stel, zoals wat zijn de bestanddelen van deze misdrijven en wat is hun bestraffing, maar ook wat er van wetgeving al dan niet aan is voorafgegaan en hoe het zit in een internationale dimensie, heb ik dan ook trachten te beantwoorden door middel van een literatuurstudie. 2.Het seksueel strafrecht heeft te maken met gedrag dat betrekking heeft op de menselijke seksualiteitsbeleving. 1 Misdrijven zoals verkrachting en aanranding van de eerbaarheid blijven maatschappelijk tot de verbeelding spreken, daar de menselijke seksualiteit van oudsher een maatschappelijk thema is. Wie heden ten dagen er een krant op naslaat, wordt regelmatig geconfronteerd met het nieuws dat er ergens een verkrachter heeft toegeslagen. Om hier voorbeelden van te vinden moeten we niet ver zoeken. Denken we maar aan het meisje van vijftien dat half juni op brutale wijze verkracht werd en na een poging haar te wurgen, voor dood werd achter gelaten in Retie. 2 Of de vrouw van eenentwintig die na een fuif in Mol - Sluis op nog geen kilometer van haar woning onder bedreiging van een mes werd verkracht. 3 Laat staan dat sinds begin jaren 2000 jongeren veelvuldig gewaarschuwd worden voor een verkrachter in de regio Geel - Balen - Mol, die steeds toesloeg na jeugdfuiven. Om maar enkele voorbeelden op te noemen. Daarnaast zijn er talloze mensen die bij een aanranding eigenlijk een verkrachting voor ogen hebben. Voor velen komt het op hetzelfde neer. Eén ding is echter duidelijk, het betreft een ernstig maatschappelijk probleem waarbij niemand nog kan geloven in het sprookje dat seksdelicten enkel onbekenden overkomt en door onbekenden gepleegd wordt. 3.Binnen de Belgische strafwetgeving vallen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting onder misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en openbare zedelijkheid. De wetgever heeft de misdrijven tegen de orde der familie en de openbare zedelijkheid in eenzelfde titel ondergebracht omdat hij tussen beide begrippen een verband wilde leggen. De misdrijven die hieronder vallen werden in de eerste plaats opgevat als een bedreiging voor het burgerlijk gezin en voor de maatschappij, waarvan dat burgerlijk gezin de hoeksteen was. 4 In het Belgisch Strafwetboek van 1867 werden in Hoofdstuk V van Titel VII van Boek II 1 NEDERLANDSTALIGE VROUWENRAAD, Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld, publicatie Nederlandstalige vrouwenraad, 2003, 2, 2 VTT, Duo verkracht vijftienjarige en laat haar voor dood achter, Het belang van Limburg, (consultatie 28 juni 2010). 3 A. KESTENS, Gewapende man verkracht meisje, Gazet van Antwerpen, (consultatie 28 juni 2010). 4 A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005,

7 twee categorieën misdrijven onderscheiden m.n. de aanranding van de eerbaarheid en de verkrachting die geacht werden in die mate van elkaar te verschillen dat ze in afzonderlijke artikelen werden ondergebracht en met een verschillende straf bestraft. 5 4.De dag van vandaag speelt de orde der familie een minder grote rol binnen de seksuele misdrijven. In het huidige klimaat wordt er veel meer belang gehecht aan het seksuele zelfbeschikkingsrecht van personen. Dit seksueel zelfbeschikkingsrecht betekent dat seks enkel kan plaatshebben tussen partners die een geldige toestemming kunnen geven, met de nadruk op het werkwoord kunnen. 6 Afgedwongen seksuele handelingen zijn immers strafbaar. Verkrachting en aanranding van de eerbaarheid vormen een inbreuk op het seksueel zelfbeschikkingsrecht, met een aantasting van de persoonlijke integriteit tot gevolg en niet langer een loutere aantasting van de orde der familie. 5.Verkrachting is een aanranding van de eerbaarheid met bijzondere bijkomende elementen die aan het feit een verschillend strafrechtelijk karakter verlenen. 7 De verkrachting verschilt van de aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging, door haar doel, door haar uitwerksel en door de graad van onzedelijkheid die ze veronderstelt. 8 6.De wetgever heeft met het invoegen van een wettelijke definitie van het misdrijf verkrachting willen komen tot een ruimere omschrijving van het misdrijf dan de interpretatie door de rechtspraak tot dan omvatte. 9 Alhoewel het vrij duidelijk is dat het bestaande strafrechtsinstrumentarium niet van aard is om de achterliggende werkelijkheid van de zeer diverse uitingsvormen van seksueel geweld op adequate wijze te catalogeren, is de wetgever enkel tussengekomen met betrekking tot het misdrijf verkrachting en werd het begrip aanranding van de eerbaarheid niet genuanceerd. 10 Voor dit laatste blijven we dus onderhevig aan de invulling door de rechtspraak. 7.Daarnaast moest de wetgever constateren dat het aantal gevallen waarvan politie en gerecht op de hoogte worden gebracht, aanzienlijk lager is dan het aantal gepleegde misdrijven. 11 De wetgever poogde dan ook door middel van de wetswijziging hier verandering in te brengen en de mentaliteit van politie en magistratuur die met dergelijke zaken worden geconfronteerd, aan te passen. Zo werd artikel 378bis Sw. 12 ingevoegd, dat de anonimiteit van het slachtoffer tijdens het proces moet vrijwaren. 5 L. STEVENS, Strafrecht en seksualiteit : de misdrijven inzake aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, ontucht, prostitutie, seksreclame, zedenschennis en overspel, Antwerpen-Groningen, Intersentia, 2002, (consultatie 26 juli 2010). 7 Cass. 8 december 1981, Arr.Cass , 483, Pas. 1982, I, 476, noot en Bull. 1982, 476, noot. 8 A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005, Memorie van toelichting bij wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, F. HUTSEBAUT, De nieuwe wetgeving op de verkrachting, Panopticon 1990, Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, Art. 4 wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting, BS 18 juli

8 Op deze manier wil men inspelen op de vrees van het slachtoffer dat bij het indienen van een klacht er enige ruchtbaarheid aan de feiten zou worden gegeven. 8.In wat volgt, zullen achtereenvolgend de misdrijven verkrachting en aanranding van de eerbaarheid worden behandelen met daarin aandacht voor de historiek en hun respectievelijke constitutieve bestanddelen. Vervolgens wordt de straftoemeting van deze misdrijven besproken, met onder meer aandacht voor de verzwarende omstandigheden. Daarna bekijken we ook een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten ven de Mens inzake verkrachting. Tot slot zullen de nodige besluiten ter zake getrokken worden

9 1. Verkrachting 9.Na een jarenlange parlementaire voorbereiding werd in 1989 de wet op de verkrachting goedgekeurd, waarmee het toepassingsgebied van het misdrijf verkrachting werd uitgebreid. Men beoogde de rechtszekerheid inzake verkrachting aan de hand van deze wet te herstellen. Dit vereiste een daadwerkelijke aanpak van dit misdrijf, een demystificatie van de omtrent verkrachting ontstane vooroordelen, een betere bescherming van een groter aantal slachtoffers, een efficiënte afschrikking van de potentiële en een betere bestraffing van de effectieve daders. 13 Met de wetswijziging heeft de wetgever willen duidelijk stellen dat verkrachting een inbreuk is op het seksueel zelfbeschikkingsrecht, met een aantasting van de persoonlijke integriteit tot gevolg en niet langer een loutere aantasting van de orde der familie. 14 In de memorie van toelichting leest men hierover het volgende: In de nieuwe definitie wordt vooral belang gehecht aan het begrip gebrek aan toestemming van het slachtoffer. Dat is het hoofdbestanddeel van het misdrijf. Bij gebrek aan toestemming wordt de daad een rechtstreekse schending van de integriteit van de menselijke persoon. 15 De ruimere omschrijving van het begrip doorbreekt de enge interpretatie door de rechtspraak. Ze wijzigt het uitgangspunt, dat de doelstelling van de incriminatie van dit misdrijf is, van de door de klassieke interpretatie benadrukte bescherming van de familiale orde in bescherming van de persoonlijke seksuele integriteit Binnen dit hoofdstuk wordt er eerst een juridisch-historisch kader geschetst van de evolutie die de wetgeving van het misdrijf gekend heeft doorheen het verleden, om uiteindelijk te komen tot de huidige wetgeving. In het licht van de huidige wetgeving zal het begrip verkrachting en alle materiële bestanddelen van het misdrijf uitvoerig worden besproken. Er wordt ook aandacht besteed aan het moreel element en de poging tot verkrachting. 1.1 Historisch kader De oudheid 11.Verkrachten is een menselijke gedraging. Reeds in de Oudheid dwongen mannen vrouwen tot geslachtsverkeer. In de codex Hammurabi tracht men door middel van zware straffen de vrouwen te beschermen tegen verkrachting. Naargelang het slachtoffer een maagd of een gehuwde 13 L. STEVENS, Strafrecht en seksualiteit, Antwerpen Groningen, Intersentia, 2002, A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005, Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, F. HUTSEBAUT, De nieuwe wetgeving op de verkrachting, Panopticon 1990,

10 vrouw is, verschillen de straffen. In het geval van de maagd wordt het slachtoffer onschuldig geacht en wordt de dader gedood. Gaat het om een gehuwde vrouw, dan wordt zowel dader als slachtoffer gestraft, door hen samengebonden in de stroom te gooien. Verkrachting van een gehuwde vrouw werd immers gelijkgeschakeld met overspel, zodat enkel indien de echtgenoot dit wilde, de vrouw nog uit het water kon worden gehaald Ook in Deuteronomium wordt er over verkrachting gesproken en kan men het volgende lezen: Wanneer een man op heterdaad betrapt wordt terwijl hij gemeenschap heeft met een getrouwde vrouw, moeten beiden sterven: de man die gemeenschap had met die vrouw, en ook de vrouw. Wanneer een man in de stad een maagdelijk meisje ontmoet dat verloofd is, en gemeenschap met haar heeft, moet u beiden naar de stadspoort brengen en doodstenigen: het meisje omdat ze niet om hulp heeft geroepen, hoewel ze in de stad was, en de man omdat hij de vrouw van zijn naaste verkracht heeft. Ontmoet de man echter het verloofde meisje buiten de stad, overweldigt hij haar en heeft hij gemeenschap met haar, dan moet alleen de man sterven. Het meisje moet u ongemoeid laten; zij heeft geen schuld waar de doodstraf op staat. De man heeft haar immers buiten de stad ontmoet. Ook al zou het meisje om hulp geroepen hebben, niemand had haar kunnen helpen. Wanneer een man een maagdelijk meisje ontmoet dat nog niet verloofd is, haar vastgrijpt en gemeenschap met haar heeft, en wanneer zij op heterdaad betrapt worden, moet de man die gemeenschap met het meisje heeft gehad aan haar vader vijftig zilverstukken betalen. Hij moet haar huwen omdat hij haar verkracht heeft; zijn leven lang heeft hij niet meer het recht haar te verstoten. 18 Hier kan het slachtoffer dus ook verantwoordelijk worden geacht voor haar verkrachting. Een maagd diende hard genoeg te schreeuwen en dan zou er wel hulp gekomen zijn om de verkrachting te beletten. Gaat het om een gehuwde vrouw, dan staat verkrachting gelijk met overspel. Hoe dan ook, in beide situaties dienen slachtoffer en dader te sterven Het Romeinse recht en het Oud-Franse recht 13.In het Romeinse recht worden gewelddadige schaking en verkrachting door elkaar gehaald. De schaking heeft vaak de verkrachting tot doel en gaat er dus aan vooraf. Dit heeft tot gevolg dat verkrachting zonder voorafgaande schaking slecht op impliciete wijze in de teksten voorzien is Het Oud-Franse recht neemt initieel de begripsomschrijving van de gewelddadige schaking uit het Romeinse recht over. Gewelddadige schaking en verkrachting worden soms als synoniem gebruikt. Geleidelijk aan gaat de verkrachting als afzonderlijk misdrijf gezien 17 B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, DEUTERONOMIUM 22, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979,

11 worden, doch blijven het aantal teksten dat uitsluitend op de verkrachting betrekking heeft schaars. De straffen voor de gewelddadige schaking en de verkrachting zijn gewoonlijk dezelfde Het Oud-Nederlandse recht loopt aanvankelijk simultaan aan het Oud-Franse. Bij de evolutie naar twee afzonderlijke misdrijven, kent men in onze gewesten de doodstraf voor de verkrachting. Vanaf de 17 e eeuw wordt de doodstraf enkel nog uitgesproken indien de verkrachting gepleegd wordt op de persoon van een minderjarig meisje dat de huwbare leeftijd nog niet bereikt heeft Het Franse strafwetboek van 25 september Vanaf 1 oktober 1795, na een regime van militaire bezetting, worden de Oostenrijkse Nederlanden, het prinsbisdom Luik en het hertogdom Bouillon voor een korte periode van bezetting, ingelijfd bij Frankrijk. Deze periode is van belang voor de ontwikkeling van het Belgisch recht. Het heeft een aantal wijzigingen meegebracht in de bestaande juridische principes In het Franse strafwetboek van 25 september van 1791 wordt verkrachting bestraft met zes jaar opsluiting, verhoogd tot twaalf jaar indien het slachtoffer jonger was dan veertien jaar of indien er meerdere daders waren. 22 Het probleem met deze wettekst is te weten wat het begrip viol inhoudt. De wetgever is namelijk pas in 1810 een onderscheid gaan maken tussen verkrachting en gewelddadige schaking De Code Pénal van 1 januari In de codex van 1810 werd niet alleen de verkrachting, maar ook de aanranding van de eerbaarheid strafbaar gesteld. De wetgever van 1810, bewust geworden van het feit dat de seksuele criminaliteit niet noodzakelijk tot ongewenst geslachtsverkeer dient te leiden om een verwerpelijke daad uit te maken, bestraft dan ook de eenvoudige aanranding van de eerbaarheid. Voor deze wetgever zijn verkrachting en aanranding van de eerbaarheid dermate verwant, dat hij beide misdrijven in hetzelfde artikel, met dezelfde straf strafbaar stelt B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979,

12 19.Tevens wordt in de code van 1810 de poging tot verkrachting geïncrimineerd. En deze bepaling is ook van toepassing op de aanranding van de eerbaarheid. Hier dient te worden opgemerkt dat in het Belgisch strafwetboek van 1867 te lezen staat: Aanranding (van de eerbaarheid) bestaat, zodra er een begin van uitvoering is. 25 Voor 1867 kan een aanranding van de eerbaarheid dus worden gepoogd, na de invoering van het strafwetboek van 1867 kan dit niet meer De Belgische wetgeving vanaf In België, evenals in Frankrijk en andere Europese landen, heeft de strafbaarstelling van de verkrachting verschillende stadia doorlopen. Zo kwam er met het nieuwe strafwetboek van 1867 ook bij ons een onderscheid tussen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, tevens bracht dit wetboek een verruiming mee van deze begrippen. De bedoeling van de wetgever was om bepaalde categorieën slachtoffers op een meer efficiënte wijze te beschermen. Men dacht dan hoofdzakelijk aan minderjarigen, maar ook aan personen die onderhevig zijn aan druk die op hen wordt uitgeoefend door de dader(s). 21.De Belgische grondwet van 1831 bepaalt ondermeer een herziening van het Franse strafwetboek van Maar het nieuwe strafwetboek is pas klaar in Tot zolang blijft het Franse strafwetboek van 1810 in België van kracht. 26 Dit betekent dat, hoewel men in Frankrijk dit onderscheid maakt vanaf 1832, in België pas in 1867 duidelijk een onderscheid wordt gezien tussen de aanranding van de eerbaarheid en de verkrachting en beide misdrijven afzonderlijke artikelen omvatten. Met de wet van 15 juni 1846 wordt de bestraffing van de aanranding van de eerbaarheid verruimd en worden er wijzigingen aangebracht in de strafverzwaring van de verkrachting Het strafwetboek van De afzonderlijke incriminatie voor aanranding van de eerbaarheid en voor verkrachting, die door de wet van 1832 in de Franse wetgeving werd ingevoerd, wordt pas vijfendertig jaar later overgenomen door het nieuwe Belgische strafwetboek van Zowel de Franse als de Belgische rechtsleer aanvaardde toen reeds geruime tijd dat enerzijds verkrachting en anderzijds aanranding van de eerbaarheid weliswaar gemeenschappelijke kenmerken vertoonden, maar dat beide in hun respectievelijke doelen verschilde. 27 Waar verkrachting 25 Art. 374 Strafwetboek 26 B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979,

13 essentieel het voldoen van seksuele driften door gedwongen geslachtsgemeenschap beoogt, bedoelt men met de aanranding van de eerbaarheid de eerbaarheid te schenden. 23.De komst van dit strafwetboek bracht een aantal zaken met zich mee. Zo werd het begrip verkrachting in artikel 375 verruimd. Naast verkrachting met behulp van geweld, is nu ook verkrachting met behulp van bedreiging mogelijk. Daarvoor werd de bedreiging steeds gelijkgeschakeld aan het geweld. Tevens is er verkrachting wanneer het misdrijf gepleegd werd door middel van misbruik van de toestand van het slachtoffer, bijvoorbeeld bij ziekte of een mentale handicap. Echter wordt het gekwalificeerd gedrag van de verkrachting zo vanzelfsprekend gevonden dat dit niet omschreven wordt in de wet Verder werden er een aantal strafverzwaringen voorzien. Zo is er strafverzwaring indien de verkrachting de dood van het slachtoffer veroorzaakt, ook al heeft de dader de dood van het slachtoffer niet gewenst. Heeft het slachtoffer de leeftijdsgrens van veertien jaar niet bereikt, dan voorziet het wetboek in een strafverzwaring in het artikel Tevens geven een aantal categorieën daders aanleiding tot strafverzwaring. Enerzijds een geneesheer, een heelkundige of een officier van gezondheid wanneer het slachtoffer aan hen ter verzorging is toevertrouwd. Deze gevallen dienen in de meest enge zin te worden geïnterpreteerd. Anderzijds zijn er een aantal daders waarvoor de omstandigheden van strafverzwaring uitdrukkelijk in de wet zijn opgenomen, dit is het geval voor de bedienaars van de eredienst en de openbare ambtenaren. De Belgische wetgever heeft dienaangaande ook een oplossing geboden voor een controverse die tot dan toe bestond, namelijk is er strafverzwaring louter omwille van de hoedanigheid van deze personen of is deze er wanneer die personen van hun hoedanigheid hebben misbruik gemaakt om het misdrijf te plegen? De Belgische wetgever van 1867 heeft uitdrukkelijk bepaald dat deze strafverzwaring enkel geldt indien deze personen voor het plegen van het misdrijf misbruik hebben gemaakt van hun hoedanigheid. 26.Daarbij behoudt het artikel 378 de bepaling van het vroegere artikel dat voorziet in een bijkomende straf, namelijk de ontzetting uit sommige bij het burgerlijk wetboek toegekende rechten wanneer het misdrijf gepleegd wordt door de vader of de moeder. 27.Wat betreft de poging tot verkrachting wordt er in 1867 niet langer dezelfde straf gesteld op een poging als op een eigenlijke verkrachting. De poging wordt niet in een afzonderlijk artikel geïncrimineerd, maar valt onder het artikel 52 van het strafwetboek 31. Op de poging 28 NEDERLANDSTALIGE VROUWENRAAD, Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld, publicatie Nederlandstalige vrouwenraad, 2003, 8, 29 Het oude artikel 331 van het strafwetboek van 1810 legde de leeftijdsgrens voor deze strafverzwaring op vijftien jaar. 30 Art. 335 strafwetboek Dit is de algemene regel betreffende poging tot een misdaad

14 tot verkrachting staat een straf die onmiddellijk lager is dan die gesteld op de misdaad zelf, zulks overeenkomstig artikel 80 van het strafwetboek De wet van 15 mei 1912 op de bescherming van de jeugd 28.De ziel en idee achter deze wet, tevens terug te vinden in al zijn bepalingen, is de bescherming van de jeugd. Enkel het derde hoofdstuk van deze wet - Misdaden en wanbedrijven tegen de moraliteit en de zwakheid van kinderen - had de wijziging en invoeging van bepalingen in het seksueel strafrecht voor ogen. Deze wet moest leemtes in het strafwetboek aanvullen en vigerende strafbepalingen verstrengen. In 1867 waren de strafbepalingen in kwestie misschien toereikend geweest om de moraliteit van de jeugd te beschermen, maar in het begin van de twintigste eeuw volstonden ze daartoe volgens het Parlement duidelijk niet langer. Die genoodzaakte strengere strafrechtelijke aanpak bestond uit het invoegen van nieuwe misdrijven, het uitbreiden van het toepassingsgebied van bepaalde misdrijven en het verzwaren van een hele reeks straffen Naast de eigenlijke verkrachting, kent de wetgever dus ook de verkrachting bij gelijkstelling. Wordt geacht verkrachting te zijn door middel van gewelddaden, de enkele daad van vleselijke gemeenschap tussen de seksen, gepleegd op de persoon van een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet heeft bereikt. 34 Het gekwalificeerd gedrag van zowel de verkrachting als de verkrachting bij gelijkstelling wordt in deze periode op dezelfde wijze geïnterpreteerd. In het laatste geval heerst het onweerlegbaar vermoeden dat de dader het min-veertienjarige meisje met geweld tot de feiten brengt. Het vermoeden stoelt op de opvatting dat dit kind niet met kennis van zaken kan toestemmen tot de geslachtsgemeenschap. Haar eventuele toestemming kan niet worden beschouwd als een geldige toestemming. Hier speelt het dan ook geen rol of er al dan niet wilsbelemmerende factoren kunnen bewezen worden Desalniettemin gaf de tekst van artikel 375, lid 3 van het strafwetboek aanleiding tot uiteenlopende interpretaties in zowel rechtspraak als rechtsleer. In een arrest van 3 januari 1913 oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat er verkrachting is op een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet heeft bereikt wanneer de dader het geslachtsorgaan van het kind heeft aangeraakt. 36 Tot de eigenlijke coïtus moet het dus niet komen. 32 B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, L. STEVENS, Strafrecht en seksualiteit, Antwerpen Groningen, Intersentia, 2002, Art. 375, alinea 3 Sw. 35 NEDERLANDSTALIGE VROUWENRAAD, Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld, publicatie Nederlandstalige vrouwenraad, 2003, 9, 36 Brussel 3 januari 1913, RDPC ,

15 31.Het Hof van Beroep te Luik daarentegen meent in 2 arresten, van 28 december 1912 en 1 maart 1913, dat de wetgever hier geen nieuwe soort verkrachting omschrijft maar alleen duidelijk wil stellen dat een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet heeft bereikt, wegens zijn jeugdige leeftijd niet bij machte is een geldige toestemming te geven tot geslachtsverkeer. 37 Het Hof van Cassatie heeft zich tenslotte uitgesproken in dezelfde zin als het Hof van Beroep te Luik. 38 Artikel 375, lid 3 van het strafwetboek vereist dus voltrokken geslachtsbetrekkingen en niet enkel de aanraking van de geslachtsorganen van het slachtoffer door het geslachtsorgaan van de dader. Ook in dit geval is ejaculatie niet vereist. Deze stelling is sindsdien ook unaniem door de rechtsleer overgenomen en deze heeft het begrip verkrachting bij gelijkstelling in gebruik genomen De wet van 4 juli 1989 op de verkrachting De jaren 70 en 80 luidden in het seksueel strafrecht het begin in van de emancipatie van de menselijke seksualiteitsbeleving uit de klassieke normaliteitsvisie. Deze evolutie bracht de strafwetgever ertoe om in deze materie verschillende gedragingen te decriminaliseren. 41 Zo werd ondermeer overspel gedecriminaliseerd 42 en werd de bijzondere aanranding van de eerbaarheid bij gelijkstelling tussen bepaalde personen van hetzelfde geslacht opgeheven. 43 Deze periode van decriminalisering nam een einde met de wet op de verkrachting van Met deze wet werd het toepassingsgebied van het misdrijf verkrachting opnieuw uitgebreid. 33.De wetgever heeft met de wetswijziging van 1989 duidelijk willen stellen dat verkrachting een inbreuk uitmaakt op het seksueel zelfbeschikkingsrecht, met een aantasting van de persoonlijke integriteit als gevolg en niet langer een loutere aantasting van de orde der familie. 44 Voor deze wet leunde de vroegere betekenis van verkrachting aan bij het canoniek recht en de finaliteit van het huwelijk enerzijds en bij de burgerlijke bescherming van de orde der familie anderzijds. Voortplantingsgerichte seksuele handelingen die een echtgenoot aan zijn vrouw opdrong, werden niet als verkrachting aangemerkt. Tevens overheerste het standpunt dat de orde der familie moest worden beschermd door de geboorte van onwettige kinderen te voorkomen Luik 28 december 1912, Pas 1913, II, 62; Luik 1 maart 1913, Pas 1913, II, Cass. 24 juli 1916, Pas 1917, I, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, Wet 4 juli 1989 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting, BS 18 juli L. STEVENS, Strafrecht en seksualiteit, Antwerpen Groningen, Intersentia, 2002, Volledig gedecriminaliseerd in Bepaald in artikel 372bis Sw. Opgeheven sinds Verslag BROUHON, Parl.St. Kamer , nr. 166/8, A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005,

16 34.De wet op de verkrachting vormt het eindpunt van een complexe, zeven jaar durende, parlementaire behandeling. Het oorspronkelijke wetsvoorstel REMACLE-SMET 46 dateert van 23 februari 1982 en gaf aanleiding tot verschillende amendementen, uitgebreide parlementaire debatten en verslagen van verschillende commissies. 35.Mevr. Smet was niet alleen (mede)initiatiefneemster voor het voorstel tot wetswijziging, maar ook de inspiratice van een aantal beleidsinitiatieven die niet alleen gericht waren op voorlichting en sensibilisering omtrent de problematiek van het seksueel geweld in ruime zin, maar waarbij ook activiteiten werden opgestart op het vlak van de preventie, detectie en de verbetering en de coördinatie van de opvang en de eerste hulp aan slachtoffers van seksuele agressie. De totstandkoming van de wet kadert aldus in een ruimer beleid dat gericht is op de bestrijding van een criminaliteitsvorm die ondermeer door de vrouwenbewegingen reeds lang als een ernstig maatschappelijk probleem erkend werd. Deze beleidsmatige aandacht leidde ondermeer tot de oprichting in 1986 van de werkgroep Vrouw en veiligheid, tot de nationale campagne Geweld gewild, tot de verspreiding op grote schaal van de brochures Sex-collega, ex-collega en Eerste hulpverlening aan slachtoffers van seksueel misbruik van kinderen binnen het gezin. Tenslotte werd er ook werk gemaakt van de Set Seksuele Agressie. Dit omvat een geheel van instrumenten en instructies, ten behoeve van de politie en de wetsgeneesheer, welke toelaten om onmiddellijk na de aangifte van feiten van seksueel geweld, op een eenvormige en zorgzame wijze de technische vaststellingen te doen In de toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel van 1982 is voelbaar welke richting men met het misdrijf verkrachting uit wil en wat als tekortkomingen in de dagdagelijkse praktijk worden ervaren met betrekking tot de vigerende wetgeving en toepassing daarvan. In het wetsvoorstel REMACLE-SMET luidt de toelichting als volgt: Verkrachting is een misdaad waarbij de integriteit van de personen en meer bepaald de vrouw wordt geschonden en die daarom door ons Strafwetboek wordt gestraft. De publieke opinie wordt nu al jaren beroerd door de toename van het aantal verkrachtingen. Bovendien is uit een recente wetenschappelijke studie gebleken dat het aantal gevallen waarvan politie en gerecht op de hoogte worden gebracht aanzienlijk lager is dan het aantal gepleegde misdrijven. Dat is uiteraard onaanvaardbaar. Het blijkt dat de slachtoffers, die reeds hevig geschokt zijn door wat hen is overkomen, aarzelen om zich tot het gerecht te wenden. Daar moeten zij opnieuw ondervragingen en medische onderzoeken doorstaan; zij kunnen niet altijd de opvang krijgen waarop zij onbetwistbaar recht hebben. Natuurlijk moet de mentaliteit veranderen, meer bepaald bij politieagenten en magistraten die met dergelijke zaken belast zijn, maar tevens moet worden 46 Memorie van toelichting bij wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het misdrijf verkrachting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1. 47 F. HUTSEBAUT, De nieuwe wetgeving op de verkrachting, Panopticon 1990,

17 voorzien in bepaalde leemten van de huidige wetgeving. Een aantal buurlanden (bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk) hebben hun wetgeving dan ook gewijzigd. In de eerste plaats wil het onderhavige wetsvoorstel de verkrachting ruimer omschrijven dan de huidige interpretatie door de rechtspraak. Op grond van die definitie zouden dan andere handelingen die voor het slachtoffer, man of vrouw even kwetsend zijn, op dezelfde manier gestraft kunnen worden. In de nieuwe definitie wordt vooral belang gehecht aan het begrip gebrek aan toestemming van het slachtoffer. Dat is het hoofdbestanddeel van het misdrijf. Bij gebrek aan toestemming wordt de daad een rechtstreekse schending van de integriteit van de menselijke persoon. Die oplossing werd in 1976 in het Verenigd Koninkrijk aangenomen in de Sexual Offences (Amendment) Act. Artikel 3 van het wetsvoorstel wil de anonimiteit van het slachtoffer en van de dader van de verkrachting waarborgen. Vaak aarzelt het slachtoffer om klacht in te dienen omdat het vreest dat de feiten ruchtbaarheid zullen krijgen. Bekendmaking of verspreiding van de identiteit van het slachtoffer moet worden vermeden. Krachtens artikel 4 kan het slachtoffer van een verkrachting zich tijdens een onderzoek aan het lichaam laten bijstaan door een geneesheer of een maatschappelijk assistent naar zijn keuze. Vaak heeft het slachtoffer zich uit eigen beweging bij een geneesheer aangemeld en het kan ook verlangen dat deze hem of haar naar de wetsdokter vergezelt. De bedoeling daarvan is dat het slachtoffer dat onderzoek als minder pijnlijk moet ervaren dan thans het geval is, en zich minder geremd voelt om de feiten ter kennis van het gerecht te brengen De wet van 1989 op de verkrachting kadert dus in het streven om een ruimere bestraffing van het misdrijf verkrachting mogelijk te maken. Daartoe kunnen volgens MERCKX drie hoofdlijnen onderscheiden worden: Een eerste fase die vanzelfsprekend van cruciaal belang is voor de vervolging, betreft de aangifte van feiten. Uit diverse onderzoeken is inderdaad gebleken dat teveel factoren de slachtoffers van dergelijke misdrijven ervan weerhouden gerechtelijke stappen te ondernemen. Naast diverse aspecten van voornamelijk psychologische aard in hoofde van het slachtoffer en met betrekking tot de opvang, dienden eveneens een aantal juridische problemen als oorzaak hiervan aangewezen te worden. De wetgever heeft thans expliciet aandacht gehad voor de bescherming van de privacy van het slachtoffer en de vrijwaring van de anonimiteit ervan. Daarenboven werden een aantal nieuwigheden ingevoerd met betrekking tot het medisch-deskundig onderzoek. Deze maatregelen zouden er moeten toe bijdragen de aangiftebereidheid te verhogen. Een tweede krachtlijn die uit de nieuwe wettelijke bepalingen naar voren treedt, is de uitbreiding van de toepassingsmogelijkheid van de strafrechtelijke bepalingen. Dientengevolge zullen meer seksuele misdrijven als verkrachting gekwalificeerd kunnen 48 Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1,

18 worden, daar er geen onderscheid meer wordt gemaakt naar het geslacht van de dader of het slachtoffer, noch naar het middel waarmede de verkrachting werd gepleegd. Tenslotte worden in een aantal gevallen strengere straffen voorzien dan onder de oude wetgeving het geval was Materiële bestanddelen van het misdrijf verkrachting Het begrip verkrachting 38.Traditioneel wordt de verkrachting beschouwd als een aanranding van de eerbaarheid waar zich bijzondere bijkomende elementen aan toevoegen, die aan het feit een verschillend strafrechtelijk karakter verlenen. 50 Daar waar aanranding van de eerbaarheid zich bijvoorbeeld beperkt tot aanrakingen, voegt zich daar bij de verkrachting de geslachtsgemeenschap aan toe. De verkrachting verschilt van de aanranding van de eerbaarheid door haar doel (seksueel genot), haar resultaat (de voltrekking van de geslachtsdaad) en door de graad van immoraliteit die de daad veronderstelt Voorheen werd het misdrijf verkrachting niet nader door de Belgische wetgever omschreven. Jarenlang werd het misdrijf gedefinieerd door de interpretatie die de rechtspraak eraan gaf. Als verkrachting werd beschouwd het hebben van normale doch niet geoorloofde geslachtsgemeenschap met een vrouw die zich daartegen verzet of er niet geldig in toestemt. 52 Artikel 375 Sw. voorzag, sinds de wet van 15 mei 1912 op de bescherming van de jeugd, in twee vormen van verkrachting. 53 Enerzijds de eigenlijke verkrachting en anderzijds de met verkrachting gelijkgestelde daad van vleselijke gemeenschap of nog de verkrachting bij gelijkstelling, namelijk het hebben van geslachtsbetrekkingen met een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet bereikt heeft, zonder dat daarbij enige vorm van dwang bewezen moet worden De gevolgen van deze interpretatie zijn allerminst verwaarloosbaar. Enkel een vrouw kon het slachtoffer worden van dit misdrijf en enkel een man kon het plegen. Verkrachting veronderstelde voltrokken geslachtsbetrekkingen, alhoewel ejaculatie niet vereist werd. Vermits normale seksuele vereniging het doel was, konden onnatuurlijke vormen van seksueel gedrag zoals fellatio, sodomie, anaal contact, homoseksuele agressie niet als verkrachting eventueel wel als aanranding van de eerbaarheid gekwalificeerd worden. 49 D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, 71-72; Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, Cass. 8 december 1981, Arr Cass , D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, J. DELVA, Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, APR 1967, B. BULTHE en M. REMOUCHAMPS, De verkrachting en het slachtoffer, Brussel, Bruylant, 1979, Zie art. 375, lid 6 Sw

19 Eén van de meest tegen de borst stuitende gevolgen van deze interpretatie was dat verkrachting binnen het huwelijk onmogelijk werd geacht, in deze context was een peniaalvaginale penetratie immers steeds geoorloofd, waardoor een verkrachtende echtgenoot straffeloos bleef De wetgever was zich dan ook bewust van deze interpretatieve gevolgen en leverde in het oorspronkelijke wetsvoorstel volgende commentaar voor de wijziging: Artikel 375 van het strafwetboek waarbij de dader van de misdaad van verkrachting wordt gestraft, wordt aangevuld met een omschrijving van dat misdrijf. De gekozen definitie verschilt van de dagelijkse door de rechtspraak gebruikte, die beperkt blijft tot seksuele betrekkingen waartoe een vrouw door een man wordt gedwongen. Het voorstel wil daden van orale of anale gemeenschap op dezelfde manier bestraffen en maakt geen enkel onderscheid naar sekse van het slachtoffer. Voorts neemt die bepaling het gebrek aan toestemming als beslissend criterium aan. De kwalificatie verkrachting impliceert juist de afwezigheid van toestemming bij het slachtoffer. Bijgevolg hoeven geweld, list, bedreiging of misbruik niet meer te worden genoemd als bestanddeel van het misdrijf. Die begrippen liggen noodzakelijkerwijze in de huidige definitie besloten. De verdienste ervan is dat de nadruk wordt gelegd op het hoofdbestanddeel van het misdrijf. In bepaalde gevallen zal het bewijs van het misdrijf gemakkelijker te leveren zijn dan zulks thans het geval is. Die definitie wil de huidige rechtspraak, waarbij wordt uitgegaan van de stelling dat een minderjarige beneden 16 jaar niet geldig kan toestemmen, niet op de helling zetten. Tenslotte maakt een echtgenoot die zijn vrouw tot seksuele betrekkingen dwingt, zich volgens de definitie onbetwistbaar schuldig aan verkrachting In het strafwetboek van 1867 werd het misdrijf gezien als een schending van de openbare zedelijkheid. In de optiek van deze nieuwe wetgeving kan dit niet langer standhouden. Verkrachting kan niet langer exclusief beschouwd worden als een misdrijf tegen de openbare zedelijkheid, maar moet in de eerste plaats gezien worden als een misdrijf gericht tegen personen. Dergelijke feiten vormen immers een rechtstreekse aanslag op de integriteit van de menselijke persoon. Verkrachting is niet louter een exponent van een onbedwongen seksualiteitsdrang vanwege de dader, maar veeleer een uiting van geweld ten aanzien van de persoon van het slachtoffer. 57 De auteurs van het oorspronkelijke wetsvoorstel waren dan ook overtuigd dat de bestraffing van het misdrijf verkrachting beter zou staan in het hoofdstuk over misdaden tegen personen. Die hervorming zou evenwel een wijziging vergen van tal van bepalingen in het strafwetboek, zodat ervoor geopteerd werd de 55 F. HUTSEBAUT, De nieuwe wetgeving op de verkrachting, Panopticon 1990, Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004,

20 huidige systematiek van het wetboek te bewaren om op die manier de goedkeuring van het voorstel niet te fel te vertragen Die gevreesde vertraging heeft men echter wel opgelopen met onder andere allerhande inhoudelijke discussies. Zo heeft de aanvaarding van de definitie van verkrachting, zoals deze is opgenomen in artikel 375 Sw., het voorwerp uitgemaakt van uitvoerige discussies tussen Kamer en Senaat. 44.De oorspronkelijke definitie, zoals deze in het oorspronkelijke wetsvoorstel stond, omschreef verkrachting als elke daad van seksuele penetratie. De bedoeling was om daden van orale of anale gemeenschap op dezelfde wijze te bestraffen, geen onderscheid te maken naar de sekse van het slachtoffer en het gebrek aan toestemming te beschouwen als beslissend criterium. Het wetsvoorstel definieerde verkrachting dus rekening houdend met de evolutie in het gedachtegoed dat verkrachting kan bestaan ongeacht het geslacht van de dader en het slachtoffer en dat het misdrijf een uiting van geweld is ten aanzien van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer De Minister van Justitie was echter geen voorstander van deze definiëring. En dacht dat dit beoordelingsmoeilijkheden zou opleveren voor de rechter. De minister was voorstander van een zo precies mogelijk geformuleerde definitie, in medisch-wettelijke zin. En stelde zelf een definitie voor waarin expliciet werd verwezen naar het geslachtsorgaan. 60 Hierdoor zou verkrachting enkel kunnen begrepen worden als alle daden van penetratie met een geslachtsorgaan of alle daden van penetratie door middel van een voorwerp in het geslachtsorgaan. Een anale of orale penetratie zou dan enkel nog kunnen gekwalificeerd worden als een aanranding van de eerbaarheid. De versie van de Minister van Justitie werd echter aanvaard en het voorstel werd overgemaakt aan de Senaat. 46.De verslaggever van de Senaatscommissie merkt in zijn verslag op dat elke daad van seksuele penetratie niet alleen keuriger is, maar ook duidelijker het begrip verkrachting omschrijft, ongeacht de gebruikte middelen. Ze legt de nadruk meer op het niet-instemmen, dat van wezenlijk belang is. 61 Gedurende het parlementaire debat werd benadrukt dat de Senaatsdefinitie keuriger, soepeler en meer precies was. Door het vermijden van detailbeschrijvingen en het gebruik van het woord hij, wordt minder verwezen naar de mannelijke dader. Tevens verleent de woordkeuze een ruimere draagkracht aan de definitie. Met de Senaatsdefinitie valt ook een penetratie van bijvoorbeeld de anus onder de verkrachting. Verder was de Senaat ervan overtuigd dat de rechtspraak beter geplaatst is om voor een terminologische invulling te zorgen. Niet de wetgever, maar de rechter wordt immers geconfronteerd met de beoordeling in concreto van de feiten. De tekst werd 58 Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 166/1, D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, Elke daad van genitale penetratie met het geslachtsdeel of met gelijk welk voorwerp en elke daad waarbij het geslachtsdeel in de mond of in de anus wordt ingebracht. Zie ook: Aanvullend verlsag WECKX, Parl.St. Senaat , nr. 306/3, D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004,

21 uiteindelijk grondig gewijzigd aan de Kamer overgemaakt en bevatte de definitie elke daad van seksuele penetratie De wijziging van het misdrijf heeft hierna enige tijd stilgelegen om in de zittijd opnieuw ter sprake te komen. In de jaren hiervoor had de Kamer steeds een precieze medisch-wettelijke definitie vooropgesteld en was de Senaat steeds voorstander geweest van een meer algemene, juridische bepaling. De inmiddels andere minister van Justitie was de mening toegedaan dat de pragmatische, algemene begripsomschrijving die de Senaat steeds had voorgestaan, meer garanties in zich droeg voor een efficiënte bestrijding van de verkrachting, dan de precieze, medisch-wetenschappelijke definitie van de Kamer. Gelet op het evolutieve karakter van de begrippen goede zeden en seksualiteit en de zeer uiteenlopende omstandigheden waarop het misdrijf tot stand komt, acht hij een soepele definitie en een appreciatierecht van de rechter onontbeerlijk Tijdens het gemeenschappelijk overleg van een delegatie van de Commissies voor de Justitie van Kamer en Senaat op 7 maart 1989, werd onder de meerderheid van de aanwezige leden een compromis bereikt. 64 Er bleek nauwelijks discussie over de opportuniteit van een verruimde, wettelijke definitie van het misdrijf verkrachting. De hervorming moet een meer efficiënte bestrijding van het misdrijf mogelijk maken, zonder evenwel tot een te extensieve interpretatie van het begrip verkrachting te komen. Dat zou immers een aantasting van het beginsel van de strikte interpretatie van de strafwet betekenen en de rechtszekerheid miskennen. De Senaatsdefinitie biedt ruime mogelijkheden tot vervolging van het misdrijf verkrachting, in al zijn verschijningsvormen. Een ander voordeel is het appreciatierecht waarover de rechter beschikt om bij de toepassing van de bepalingen inzake verkrachting rekening te houden met de evolutie van de seksuele gedragsnormen. Dit impliceert echter niet dat de rechter het begrip verkrachting, zonder meer kan uitbreiden De Kamer stemde uiteindelijk in met de Senaatsdefinitie. En ook de Senaat gaf zijn goedkeuring, waardoor in 1989 eindelijk de wet op de verkrachting het levenslicht ziet. 50.Wat de veruiterlijking van het misdrijf betreft, verdient de wettelijke definitie wat nadere aandacht. Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt. 66 Er zijn vier bestanddelen vereist om seksuele agressie als verkrachting en niet als bijvoorbeeld aanranding van de eerbaarheid te kwalificeren. In wat volgt zullen elk van deze bestanddelen zorgvuldig worden belicht. 62 D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4, 9; D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, Art. 375, eerste lid Sw

22 1.2.2 Elke daad van seksuele penetratie 51.Een eerste kenmerk en tevens de materiële daad waardoor verkrachting zich van aanranding van de eerbaarheid onderscheidt, is dat er penetratie moet hebben plaatsgevonden. Deze bepaling viseert niet alleen de geslachtsgemeenschap die door een man opgedrongen wordt aan de vrouw, maar ook elke andere daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook. Bovendien is vereist dat er een inbreuk is op de gangbare seksuele gedragsnorm en moet een seksueel opzet in hoofde van de dader aanwezig zijn In de eerste plaats vereist de wettekst dus een daad. Het moet gaan om een positieve daad, een actieve handeling vanwege de dader. Zonder penetratie kan er geen sprake zijn van verkrachting en zou er enkel aanranding van de eerbaarheid kunnen weerhouden worden. In de wettekst wordt het begrip penetratie echter niet omschreven. Taalkundig wordt penetratie omschreven als doordringen, indringen. 68 Bij gebrek aan een andersluidende definitie, dient dit begrip in zijn gangbare betekenis geïnterpreteerd te worden. Er moet dus een effectieve binnendringing in het lichaam van het slachtoffer hebben plaatsgevonden. 69 Hierdoor wordt vermeden dat loutere aanrakingen of aanverwante gedragingen als verkrachting zouden kunnen worden gekwalificeerd. 70 Evenwel is het niet noodzakelijk dat de penetratie volledig is. 71 Het is niet noodzakelijk dat er een volledige introductie van het mannelijk geslachtsorgaan, een vinger of eender ander voorwerp heeft plaatsgevonden. Een gedeeltelijke inbrenging is voldoen om strafbaarheid met zich mee te brengen. Daar er geen volledige penetratie moet bewezen zijn, is de grens tussen poging en voltooid misdrijf bijzonder hachelijk Daarnaast moet het gaan om een seksuele penetratie. Daden van penetratie waarbij deze seksuele hoofdtoon ontbreekt, zullen niet als verkrachting kunnen worden aangemerkt. Deze voorwaarde beperkt het gevaar voor een te extensieve interpretatie van de tekst. 73 Het misdrijf van verkrachting vereist dus een seksueel element dat wordt beoordeeld op grond van een objectief gegeven, namelijk de algemene omschrijving van seksuele daden, evenals op basis van een subjectieve factor, namelijk de seksuele motivatie van de dader. 74 Beide componenten moeten aanwezig zijn. Baldadigheden waarbij niet bewezen kan worden dat de gestelde handelingen gebeuren om seksueel genot te 67 A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005, Volgens Prisma handwoordenboek. 69 D. MERCKX, Verkrachting Het misdrijf, Comm Straf 2004, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4, Gent 3 oktober 2000, TGR 2001, A. DE NAUW, Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2005, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4, Verslag MERCKX-VAN GOEY, Parl.St. Kamer , nr. 702/4,

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. DANKWOORD... v. LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... VERWIJZINGEN...

INHOUDSOPGAVE. DANKWOORD... v. LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... VERWIJZINGEN... INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WETTEN... vii LIJST VAN VERKORT GECITEERDE WERKEN... AFKORTINGEN... xi xiii VERWIJZINGEN... xv INHOUDSOPGAVE... xvii INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING...1

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

Het misdrijf verkrachting in de tijd en de ruimte

Het misdrijf verkrachting in de tijd en de ruimte Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Het misdrijf verkrachting in de tijd en de ruimte Rechtsvergelijkend onderzoek met Nederland Masterproef van de opleiding Master in

Nadere informatie

Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld

Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld Strafrecht Seksualiteit, reproductie, fysiek en psychisch geweld Inhoud Inleiding p.2 Aanranding van de eerbaarheid p.3 Verkrachting p.8 Prostitutie en mensenhandel p.13 Openbare zedenschennis p.25 Overspel

Nadere informatie

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting

Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Boekbespreking Book review Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Gaëlle Marlier a Delbrouck, I., Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, 2015, Brugge, Die Keure, 151p. Panopticon, 37 (5),

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 10-1-0766 B.R. 7516 Beslissing van 26 juli 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling 2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Grens tussen aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, en bewijs bij een late klacht Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De

Nadere informatie

Zeg ik het of zeg ik het niet?

Zeg ik het of zeg ik het niet? Zeg ik het of zeg ik het niet? De praktijk van het beroepsgeheim Vijand of bondgenoot van de triade? Prof. Frank Hutsebaut Ter inleiding Kernvraag: hoe zorgvuldig communiceren in het kader van de triade

Nadere informatie

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/006. betreffende de verzwarende omstandigheden in het Strafwetboek

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/006. betreffende de verzwarende omstandigheden in het Strafwetboek Aanbeveling van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr. 2017-R/006 betreffende de verzwarende omstandigheden in het Strafwetboek I. Inleiding Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

Kaas met gaten of gaten met kaas

Kaas met gaten of gaten met kaas Kaas met gaten of gaten met kaas Wat blijft nog over van het beroepsgeheim? Sofie Royer Instituut voor strafrecht 19 februari 2018 De Morgen De Standaard De Standaard Art. 458 Sw. Geneesheren, heelkundigen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor

Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor Kwaliteitsvol (proces-verbaal) van verhoor Een reflectie vanuit de praktijk op een kwaliteitsvol verhoor Herman Dams Studiedag CPS-dinsdag 13 september 2011 Wat is voor het het belang van een goed verhoor?

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M50537 B.R. 4192 Beslissing van 8 maart 2012 De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie Publicatie : 1999-03-23 MINISTERIE VAN JUSTITIE 10 FEBRUARI 1999. - Wet betreffende de bestraffing van corruptie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting

Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Actuele grenzen van de strafbaarstelling inzake aanranding van de eerbaarheid en verkrachting Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel.

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden Artikel 239 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M50534 B.R. 4189 Beslissing van 8 maart 2012 De Derde Kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T Rolnummer 1041 Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 370, 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Luik.

Nadere informatie

Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657. Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657. Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummers 4559, 4647, 4655 en 4657 Arrest nr. 167/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 372, 373 en 375 van het Strafwetboek, gesteld door het

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/5 Advies nr 17/2012 van 10 mei 2012 Betreft: Adviesaanvraag inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 12-1-0391 B.R. 8884 Beslissing van 9 oktober 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 9 januari 2012 ADVIES 2012-1 met betrekking tot de openbaarheid van auditverslagen (CTB/2011/337)

Nadere informatie

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer Aanpak Eergerelateerd Geweld Jenny Van Eyma 1. Eer 1 Betekenis eer afhankelijk van o.a.: De tijdgeest: verschil vroeger, nu, toekomst Generatie (leeftijd) Sekse Klasse / SES Interpretatie en waardering

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 56/2013 van 6 november 2013 Betreft: Advies inzake het ontwerp van Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve

Nadere informatie

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het geval van een doodgeboren kind 1 Advies nr. 154 van 8 december

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie

Advies inzake initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het strafbaar stellen van seksuele intimidatie PvdA Tweede Kamerfractie T.a.v. dhr. T. Langenhuyzen Postbus 20018 2500 EA Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2018 P.17.1160.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.1160.F I. C. P., Mr. Adrien Masset, advocaat bij de balie te Verviers, II. A.-F. B., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.1346.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1346.N S S, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Jean Marie De Meester, advocaat bij de balie te Brugge.

Nadere informatie

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal RECHT OP BIJSTAND VAN EEN ADVOCAAT VOORSTEL VAN RICHTLIJN EU Vicky De Souter, Attaché, Directie Strafwetgeving FOD Justitie De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5622 Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank

Nadere informatie

1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar

1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar 1/6 Advies nr 08/2013 van 13 maart 2013 Betreft: ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen

Nadere informatie

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten STORME, LEROY, VAN PARYS Advocatenassociatie cvba Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten Christiaan Beyaert c.beyaert@storme-law.be Kristiaan Vandenbussche k.vandenbussche@storme-law.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Sociaal werk en Beroepsgeheim Sociaal werk en Beroepsgeheim Studiedag 13 maart 2018 KdG Hogeschool Antwerpen Mario Wijns Substituut-procureur des Konings Parket Antwerpen, afdeling Antwerpen, Sectie Jeugd en gezinszaken Justitie of

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Nr. C F M. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. L. N., 2. D. M..

Nr. C F M. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. L. N., 2. D. M.. 14 december 2001 C.98.0469.F/1 Nr. C.98.0469.F M. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. L. N., 2. D. M.. HET HOF, Gehoord het verslag van raadsheer Storck en op de conclusie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MAART 2014 P.13.1907.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1907.F I. S. F., Mrs. Xavier Montiel Corte, advocaat bij de balie te Luik, en Xavier Deleu, advocaat bij de balie te Brussel, II.

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

internal for - Kluwer

internal for - Kluwer Inhoudstafel Verantwoording............................................ Algemene beschouwingen.................................... Algemene bibliografie....................................... p. V VII

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter F. Debaedts en de rechters-verslaggevers L.P. Suetens en P. Martens, bijgestaan door de griffier L. Rolnummer 520 Arrest nr. 31/93 van 1 april 1993 A R R E S T In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 12 juni 1992 tot bekrachtiging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2015 P.14.1293.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1293.N G F, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Andy Boermans, advocaat bij de balie te Turnhout, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 181/2009 van 12 november 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 181/2009 van 12 november 2009 A R R E S T Rolnummer 4652 Arrest nr. 181/2009 van 12 november 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1017, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni A D V I E S Nr. 1.801 ----------------------------- Zitting van woensdag 27 juni 2012 ------------------------------------------- Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie