Buitenkind BSO Buitengewoon

Transcriptie

1 Buitenkind BSO Buitengewoon Pedagogisch beleidsplan 1

2 Inhoudsopgave 1.Inleiding en visie BSO Buitengewoon staat voor: Samenwerking met de Maria basisschool: Samenwerking met andere organisaties Pedagogisch Beleidsplan Buitenschoolse Opvang Buitenkind/ Buitengewoon Wat biedt BSO Buitengewoon emotionele veiligheid van de kinderen Ontwikkeling persoonlijke competentie Ontwikkeling sociale competentie Overdracht van normen en waarden Werkwijze Maximale omvang stamgroep Leeftijdsopbouw stamgroep Verlaten stamgroep Ondersteuning beroepskrachten Afname (extra) opvang Wenbeleid Veiligheid en gezondheid (Brand)veiligheid Gezondheid en medische zorg Hygiëne Achterwacht/ vierogen principe Meldcode kindermishandeling Beroepskracht kind ratio Nawoord

3 BSO Buitenkind/buitengewoon is thuiskomen in school, is buitengewoon leuk, buitengewoon veel buitenspelen, is buitengewoon cool, is buitengewoon creatief, is buitengewoon lekker bewegen en buitengewoon gezellig!!!!!! 1.Inleiding en visie Buitenschoolse opvang Buitengewoon is onderdeel van de kleinschalige organisatie, Buitenkind (kinderopvang Montferland) en biedt opvang voor alle kinderen van 4 tot 13 jaar. BSO Buitengewoon is gevestigd in de Mariabasisschool te s-heerenberg. Wij stellen ons tot doel binnen de school een huiselijke, vertrouwde en veilige plek te bieden die als thuiskomen na school voelt voor de kinderen.( Dus thuiskomen in school ). Een plek waar ouders en kinderen zich meer dan welkom voelen en waar ze bovenal zich zelf kunnen zijn. BSO Buitengewoon zal steeds in overleg blijven met de kinderen en hun ouders om te luisteren naar en te participeren in hun behoeften en wensen. Plezier hebben en lekker kunnen ontspannen zijn hierin de leidraad. BSO Buitengewoon wil een ontmoetingsplek zijn waar iedereen graag komt en waar aan mooie herinneringen en momenten wordt gebouwd. Wij streven er naar om verwachtingen van kinderen en ouders te overtreffen. Buitenschoolse opvang is opvang na schooltijd en is dus vrijetijd. BSO Buitengewoon hecht er aan kinderen te laten ontdekken, ontspannen, bewegen en ervaren. Wij vinden daarom buiten- zijn en buitenspelen heel belangrijk. Naast de speelruimte rondom de school bestaande uit een speelplein, diverse klimtoestellen en een pannaveld, richten wij ons ook op de uitdagende en mooie (speel)plekken in de omgeving van de school. Zo spelen wij in het stadspark en het park bij het kasteel waar we lekker kunnen struinen en ontdekken. rondom s-heerenberg liggen veel bossen en waar we gebruik van maken tijdens thema activiteiten of bijvoorbeeld in de vakanties. De pedagogisch medewerkers spelen met de kinderen mee, begeleiden de kinderen en stimuleren hen om nieuwe dingen te ontdekken. We laten de kinderen hierin hun eigen keuzes maken. We zien het als een uitdaging om met ons aanbod de kinderen te prikkelen en te stimuleren tot ontdekken, spelen en samen plezier maken. Buitenschoolse opvang zien wij als een aanvulling op de opvoeding thuis. Het is daarom ook heel belangrijk voor ons dat er goede zorg wordt verleend aan de kinderen. De kinderen moeten met hun verhalen, verdriet, ongelukjes en pleziertjes terecht kunnen bij een team van vaste vertrouwde mensen. BSO Buitengewoon moet voor zowel kinderen, ouders pedagogisch medewerkers voelen als wij, van ons samen. We willen elkaar graag kennen en hebben oprechte aandacht voor elkaar hebben. Wij hebben onze pedagogische visie uitgewerkt in een pedagogisch beleidsplan, waarbij aan de communicatie met ouders en kinderen maar ook met die van school veel waarde wordt gehecht. 3

4 BSO Buiten gewoon heeft zich als doel gesteld om kwalitatieve, pedagogisch verantwoorde evenals laagdrempelige en betaalbare buitenschoolse opvang te verlenen, waarin veel aandacht is voor beweging buiten en binnen. Wij richten ons hierbij met name op het Buitenspelen omdat dit bijdraagt aan de motorische en sociale ontwikkeling. Dit is goed is voor het zelfvertrouwen en stimuleert de creativiteit en de concentratie. BSO Buitengewoon kan ook gebruik maken van de sporthal in de school. Zodat de kinderen ook binnen lekker kunnen bewegen. Naast buitenschoolse opvang voor oudere kinderen biedt BSO Buitenkind ook op peuteropvang aan. Het peuter lokaal bestaat uit diverse speelhoeken waaronder een huishoek een winkel en een bouwhoek. Op momenten dat de peuteropvang gesloten is, mogen de jongste BSO- kinderen ook gebruik maken van deze extra uitdagende ruimte. 1.1 BSO Buitengewoon staat voor: Persoonlijk, vertrouwd, betrokken, liefdevol, korte lijnen en kleinschaligheid. Een fijne plek waar kinderen tot rust kunnen komen na school. Kinderen komen thuis op de BSO en moeten dus niets, maar kunnen kiezen uit een groot aanbod leuke speel activiteiten. Luisteren naar kinderen en ouders met oprechte belangstelling. Samen met de kinderen het programma maken. Wat vinden jullie leuk, wat doe je het liefst, wat heb je nog nooit gedaan? Het bieden van een plek om te relaxen (lounge), te praten, fijn samen te zijn of om je even terug te trekken. Iedereen mag zijn wie hij of zij is. met zijn of haar talenten,mogelijkheden en onmogelijkheden. Wij bieden activiteiten en spelmateriaal op maat voor jongens en meisjes in verschillende leeftijd groepen. Extra aandacht voor Buitenspelen en buiten zijn. Wij bieden ruimte en activiteiten waarbij je kunt bewegen, klimmen, rennen, fietsen, voetballen struinen, tenten bouwen en lekker vies mag worden. Binnen bewegen of sporten in de gymzaal. Knutselen spelen in de huis of bouwhoek, verkleden, dansen en spelletjes doen. Lekker samen spelen met vriendjes en vriendinnetjes en vooral veel plezier maken. Leuke activiteiten, uitstapjes en workshops in de vakanties. De kinderen zullen binnen de BSO hun dag besteden zonder hun ouders. Wanneer de kinderen uit school komen moeten zij zich dus veilig, thuis maar vooral welkom voelen. Wij zijn blij dat de kinderen er weer zijn en willen graag zij ook weer blij zijn dat ze weer mogen komen. We willen kinderen een veilige basis bieden, Waarin wij ook waarde gehecht aan het contact tussen ouders en pedagogisch medewerk(st)ers, maar ook met de leerkracht van het kind in het geval er iets is gebeurd wat wij moeten weten. Wij denken dat we wij als medeopvoeders (school en BSO) samen met de ouders het beste voor het kind kunnen bieden. BSO Buitengewoon wil kinderen liefdevol en professioneel opgevangen worden na een lange dag op school. De belangrijkste doelstelling van BSO Buitengewoon is kinderen ongestoord en in een veilige en gezonde omgeving te laten spelen en te laten ontspannen. Extra accent ligt op lekker buiten spelen, spelen met wat buiten en de natuur allemaal kunnen bieden, lekker buiten bewegen of in de gymzaal met spel of op muziek. 4

5 Er kunnen zich bepaalde momenten voordoen waarop er binnen met de kinderen een activiteit plaats vindt, maar ook dat er kinderen zijn die liever buiten willen spelen. Denk hierbij aan een knutselactiviteit waarbij sommige kinderen eerder zijn uitgekeken op het knutselen dan anderen. 1.2 Samenwerking met de Maria basisschool: BSO Buitengewoon is gevestigd in de Mariabasisschool.Wij hechten veel waarden aan een goede samenwerking met deze school. Samen delen wij één gebouw en hoewel er ook kinderen van andere scholen welkom zijn, komen de meeste kinderen op de Maria basisschool. Samen willen we een BSO neer zetten die past binnen de visie van de school, waar we net als binnen de peuteropvang werken aan één door gaande lijn. Zo kunnen we thema s op elkaar afstemmen en dan verder uitdiepen en kunnen we ons aansluiten bij buitenschoolse activiteiten, carnaval, avondvierdaagse, sinterklaas, sportactiviteiten etc. De insteek is om activiteiten te verzorgen. Er zal regelmatig overleg en afstemming zijn tussen BSO Buitengewoon en de school. Dit geldt ook voor andere scholen waar we kinderen van opvangen. 1.3 Samenwerking met andere organisaties BSO Buitengewoon zal net als Peuteropvang Buitenkind steeds de samenwerking opzoeken en of aansluiten bij evenementen met instanties, bedrijven en/of andere organisaties. Onze visie is samen sta je sterker wanneer je over en weer iets voor elkaar kunt betekenen heeft dit ook een meerwaarde voor s-heerenberg. 2.Pedagogisch Beleidsplan Buitenschoolse Opvang Buitenkind/ Buitengewoon In het pedagogisch beleidsplan van BSO Buitengewoon beschrijven wij alle formele en informele afspraken en werkwijze waardoor er continuïteit en gelijk gerichtheid ontstaat in ons pedagogisch handelen. Het beschrijft duidelijk BSO Buitengewoon haar visie over opvoeden en ontwikkeling van de kinderen in praktijk brengt. 2.1.Wat biedt BSO Buitengewoon BSO Buitengewoon gaat er van uit en biedt de mogelijkheid dat aan ieder kind zichzelf in zijn of haar tempo emotioneel sociaal en creatief kan ontwikkelen. De mate waarin en het tempo waarop het kind zich ontwikkelt zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de omgeving waarin het kind opgroeit. De activiteiten en de zorg die wij bieden, worden aangepast op de behoeften van de kinderen. Jongere kinderen hebben een andere behoefte aan activiteiten en materiaal dan oudere. Wij dragen er zorg voor dat ieder kind optimale ontplooiingskansen worden geboden. Dit doen we door: Ieder kind zich veilig en geborgen te laten voelen bij de leiding en in de groep; Voor de kinderen van de Maria basisschool opvang te bieden in een bekende omgeving; Veel naar buiten te gaan om te ontdekken, bouwen, struinen en vies te mogen worden; Liefde volle opvang te bieden met vertrouwde gezichten en via korte lijnen; Kleinschalig, flexibel en vertrouwd te zijn; Leuke activiteiten in overleg met de kinderen te bedenken en /of maatwerk te leveren; Aantrekkelijke, stimuleerde sfeervolle ruimtes te creëren; Het kind in staat te stellen relaties aan te gaan met andere kinderen en volwassenen. 5

6 Het kind zich in zijn eigen tempo emotioneel, lichamelijk en cognitief, sociaal en creatief kan ontwikkelen. Het kind ervaringen te laten opdoen en te leren omgaan met personen en gewoontes afkomstig van diverse achtergronden en of culturen. De medewerkers van BSO Buiten gewoon vervullen hierbij een begeleidende rol. Wij vinden dat kinderen veel ruimte moeten krijgen om zelf oplossingen te vinden voor problemen en vragen die zij tegenkomen. De leidster stimuleren de kinderen tot zelfredzaamheid door hen zelf na te laten denken als zij iets op willen lossen. Wanneer kinderen zelf oplossingen bedenken, voelen zij zich trots en wordt hun zelfvertrouwen vergroot. Ook wordt hierdoor de creativiteit vergroot en zal het kind eerder iets nieuws uitproberen. Als het experiment mislukt, is dat niet erg; het kind weet dan hoe iets niet moet. Dit vergroot de kennis van het kind en bevordert de onafhankelijke levensontwikkeling. Wij proberen op het juiste moment kinderen te stimuleren tot het zelf ontdekken. Wij ondersteunen hen wanneer zij daadwerkelijk hulp nodig hebben. We zetten kinderen aan tot zelfstandigheid. Dat zal bij ieder kind op een eigen manier gestimuleerd worden, want kinderen zijn immers allemaal uniek. Zoals gezegd willen wij het kind stimuleren om zich te ontwikkelen tot een persoon die op een respectvolle wijze met zichzelf en anderen om leert gaan. Om tot dit abstracte einddoel te komen hebben we enkele concrete subdoelen opgesteld, die we hier toe lichten. Wij willen: Kinderen een veilige, vertrouwde en huiselijke omgeving bieden; De persoonlijke competentie van het kind ontwikkelen door het stimuleren van zelfstandigheid, in een leuk spel, met divers speel aanbod en in een uitdagende omgeving; De sociale competentie van de kinderen ontwikkelen; Door spel en activiteiten aanbod de verschillende ontwikkelingsgebieden stimuleren; Veel aandacht voor motorische en creatieve ontwikkeling; Kinderen aandacht voor de natuur en de beleven van buiten zijn laten ervaren; Normen en waarden overdragen, waarbij de kinderen leren respect te hebben voor zichzelf, voor anderen en voor hun omgeving. 2.2 emotionele veiligheid van de kinderen Belangrijk vinden wij om kinderen een veilige omgeving te bieden waarin zij zoveel mogelijk worden uitgedaagd in hun ontwikkeling, zowel individueel, als in een groep. Het gevoel van veiligheid is de belangrijkste basis voor iedere stimulans, van binnenuit en van buiten af. Kinderen die zich niet veilig voelen komen tot niets. Deze veilige omgeving is de elementaire basis voor het kind. Is deze er niet, dan zal het kind zich verder ook niet kunnen ontwikkelen. Een veilige omgeving is dus een vereiste voor de ontwikkeling van het kind. Daarom staat dit bij ons op de eerste plaats. Deze veilige omgeving creëren wij door: De kinderen bij binnenkomst te verwelkomen door vertrouwde medewerkers; Ieder kind hierin individuele aandacht te geven, het de ruimte te geven om te vertellen over de belevenissen van die dag of over andere zaken die het kind bezig houden; De ruimte uitnodigend in te richten in kindvriendelijke kleuren waarbij alles zoveel mogelijk op een reikhoogte van het kind is neergezet zodat het ze zelf het speelgoed kan pakken; 6

7 Het aanbieden van structuur en vaste en duidelijke regels; (zie de huisregels BSO buitengewoon); Zo veel mogelijk klaar en open te staan voor de kinderen en door oprecht te luisteren naar hen. Wij zijn de vaste aanspreekpunten; lachen met hen, maken plezier en een dolletje, troosten de kinderen. Kinderen zoveel mogelijk in hun waarde te laten begrip te tonen voor zijn of haar emoties; Het voorstellen voor nieuwe kinderen en het oefenen van elkaars namen. Het leren van elkaars namen is een manier om de sociale cohesie in de groep te versterken; Een fotowand met leuke momenten van de kinderen. De kinderen hebben plekken op de BSO waar ze hun creaties kunnen laten zien of even kunnen laten staan.(omdat het moet voelen als hun ruimte); De kinderen de pedagogisch medewerksters met de voornaam aan te laten spreken, dit geeft de kinderen het gevoel op gelijke hoogte te staan; De kinderen te laten zien en merken dat we hen serieus nemen; De ruimtes zo veilig mogelijk inrichten. er wordt een risico-inventarisatie gedaan van alle ruimtes behorende bij de BSO met een plan van aanpak; Een goede communicatie te onderhouden met de ouders over het kind, maar ook over bijzonderheden thuis zodat de thuissituatie en BSO hierin zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Ook contact met de leerkrachten van het kind is hier van belang; Het inzetten van vaste pedagogisch medewerkers op de groep. Als er invallers zijn, zorgen we dat er altijd een vaste kracht op de groep staat, een bekend gezicht bij de kinderen bij wie zich bij thuis voelen. Buitenkind bestaat uit een klein team dat nauw met elkaar samenwerkt en altijd voor elkaar kan invallen. 2.3 Ontwikkeling persoonlijke competentie Wij vinden het erg belangrijk, zelfstandigheid, en hierdoor onafhankelijkheid, te stimuleren bij kinderen. Door minder afhankelijk te zijn van anderen kunnen kinderen zelfvertrouwen ontwikkelen en lekker in hun vel komen te zitten. Dit draagt bij aan de veilige hechting van het kind. We stimuleren het zelfvertrouwen van kinderen door hen zelfstandig problemen op te laten lossen onder het toeziend oog van de pedagogisch medewerkster. Als een kind bijvoorbeeld een kunstwerk wil maken en dit niet lukt, zullen we het kind stimuleren tot een oplossing te komen en hen belonen als dit wel lukt. Het verkrijgen van zelfrespect is ook een voorwaarde voor het geven van respect aan anderen. Wanneer kinderen leren zelfstandig te worden, leren ze op een positieve manier met anderen en zichzelf omgaan. Kinderen moeten zelf tot oplossingen van problemen komen, waarbij ze worden gestimuleerd om daadwerkelijk een oplossing te verzinnen. Pedagogisch medewerk(st)ers geven niet meteen een oplossingen, maar zetten het kind aan tot het bedenken van oplossingen. Dit gebeurt door een gesprek te voeren, feedback te geven, mogelijkheden uit te proberen en het kind te stimuleren het aan andere kinderen te vragen. Ook door er op terug te komen, is het gelukt, ging het goed, hoe zou je het nog meer kunnen oplossen? Binnen de buitenschoolse opvang worden verschillende speelmaterialen en activiteiten aangeboden. Deze activiteiten dragen allemaal bij in het leren omgaan met andere kinderen. Bij deze activiteiten moeten de kinderen samenwerken met anderen waardoor ze leren om dingen te delen. Voorbeelden van activiteiten die bijdragen aan ontwikkeling van de Persoonlijke competenties zij: Het drinkmoment waarin gepraat kan worden over het verloop van de dag of over bepaalde emoties. 7

8 Het bieden van thema activiteiten doormiddel van gesprekken, spelletjes of toneel. Gespreks vaardigheden en het uiten van emoties worden hierbij geoefend; De kinderen te laten participeren in het programma. Wat we bieden we aan in groepsverband en/of individueel, om zo de talenten van elk kind te kunnen ontdekken of te kunnen stimuleren. Knutselen of tafel activiteiten, zoals puzzels en bouwen, werken met wateren zand, kleien, verven, kleuren, gezelschapspelletjes spelen. Dit draagt bij aan de cognitieve, creatieve en sociale ontwikkeling, waarbij kinderen leren materialen te delen, na te denken en de fijne motorische ontwikkeling te stimuleren. Het spelen van Interactieve spelletjes op het digibord, tabel of Wii computer. Het aanbieden van een uitdagende omgeving met diverse speelhoeken. We dagen de kinderen hierbij zoveel mogelijk uit om hun eigen creativiteit en fantasie aan te spreken. Kinderen worden hierbij ook geïnspireerd door voorbeelden die volwassenen in het dagelijks leven geven. Door veel buiten te spelen en te bewegen bieden we het kind activiteiten aan waarbij de grove motoriek gestimuleerd wordt. Hierbij moet gedacht worden aan activiteiten als buiten fietsen, klimmen, glijden, springen, balspelen klimmen in de speeltoestellen en hutten bouwen, rond, struinen klimmen, verstoppen en balanceren in de natuurlijke omgeving. Binnen kan er gedanst worden, liedjes gezongen (met uitbeeldingen en dansjes) en spelletjes gespeeld. In de gymzaal hebben we ook de mogelijkheid om flink te bewegen; zo worden bijvoorbeeld alle toestellen uitgezet of wordt en een spel gespeeld; Het lezen met de kinderen of het zelfstandig lezen door de kinderen in de loungehoek. Er wordt hierbij aandacht besteed aan de taal ontwikkeling, aan de persoonlijke verhalen en/ of interpretaties van een boek Ontwikkeling sociale competentie Naast het stimuleren van de zelfstandigheid van het kind, vinden wij het ook belangrijk om de sociale competenties van de kinderen te ontwikkelen. BSO Buitengewoon is een groep dus bij uitstek en plek om samen te zijn, samen te spelen, samen te ontdekken en rekening te houden met elkaars te ontwikkeling en deze te stimuleren. Wij hebben met de inrichting van onze ruimtes rekening mee gehouden om deze zo in te richten dat, er hoeken ontstaan voor samen spel in kleine groepjes en dat er plekken zijn voor zowel het jongere als het oudere kind om zich even terug te kunnen trekken met leeftijdgenootjes. In en om de Maria basisschool en de BSO is er ruimte om met grotere groepen activiteiten te doen. Door de interactie met leeftijdsgenoten aan te sturen en de kinderen deel te laten nemen aan groepsgebeurtenissen bieden wij die kinderen een leer omgeving aan, waarin ze sociale competenties aan kunnen aangaan met leeftijdgenootjes en de met pedagogisch medewerk(st)ers. Uitleggen en benoemen: De pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie. Het is belangrijk dat wij benoemen wat we doen en waarom we het doen. Het goed uitleg te geven aan een kind waarom we op een bepaalde situatie zo reageren, draagt erbij toe dat kinderen leren bij wel gedrag welk reactie hoort of welke reactie iets kan uitlokken. kinderen worden zo steeds bewuster van de wereld om zich heen. Wij zeggen dus wat we doen en we doen wat we zeggen!! En dat willen we de kinderen ook mee geven. Gorden communicatie methode: Bij BSO Buitengewoon werken we met de Gordon communicatie methode. Deze methode houdt in dat wij kijken en luisteren naar de behoeften van ieder kind. Wij kijken naar het gedrag en benoemen wat we zien, zonder hier direct een oordeel over te geven. Wanneer een kind gedrag vertoont dat wij als onprettig ervaren zullen wij dit benoemen vanuit onze eigen gevoelens en/ of die van andere kinderen. Een voorbeeld hiervan is Fijn dat je zo lekker aan het 8

9 spelen bent, maar ik vind het niet fijn dat je hierbij zo schreeuwt, want dan kan ik niet praten met de andere kinderen omdat ik ze niet kan verstaan. Dus we praten uit ons zelf hoe ervaren wij het en leggen uit waarom. ik wil niet dat je hiermee gooit want dan ben ik bang dat het stuk gaat. En niet jij bent vervelend omdat je aan gooien bent. Wij willen de kinderen ook leren vanuit hun eigen gevoel te praten en te zeggen waarom ze iets wel of niet willen. Dan ga je met respect met elkaar om en geef je de ander ook de ruimte om uit te leggen waarom hij iets doet. Wanneer je zegt jij bent vervelend gooi, je direct een deur dicht. Voor ons zijn de contacten en interacties tussen de kinderen erg belangrijk. Kinderen zitten op een groep met leeftijdsgenoten van vier-12 jaar en dat kan soms wat aanpassingen vragen. De leef- en belevingswereld van de jongere kinderen zal anders zijn dan die van de oudere kinderen. Van beide kanten vraagt dit om inleving en begrip. De kinderen zullen gestimuleerd worden om met respect met elkaar om te gaan. We zullen de oudere kinderen stimuleren om de jongere kinderen te helpen. Dit zorgt bij de oudere kinderen voor meer gevoel van eigenwaarde: Ik kan bepaalde dingen al zo goed, dat ik jongere kinderen mee kan helpen. Het zorgt er tegelijk voor dat de jongere kinderen meer respect krijgen voor oudere kinderen: Oudere kinderen kunnen al meer, die kan ik om hulp vragen. De jongere kinderen kunnen leren in het spel van het oudere kind, het kind kan dan nog even lekker kind zijn door mee te spelen in het spel van het jongere kind. Zo wordt het kind gestimuleerd om gezonde, sociale banden te ontwikkelen met anderen. Kort gezegd, we vinden dat het kind de ruimte moet krijgen om zichzelf in zijn eigen tempo te ontwikkelen. Opvoeders moeten daarop aansturen en het voorbeeld geven wanneer dat nodig is. Ons uitgangspunt is dat opvoeders stimuleren en niet opdringen. Natuurlijk zijn er ook vaardigheden die moeten worden gestimuleerd; daar wordt op wel aangestuurd vanzelfsprekend. Sociale vaardigheden zoals wachten en delen worden bijvoorbeeld bij brood eten gestimuleerd. Het kind mag pas gaan eten wanneer iedereen brood heeft. Zij moeten hierbij dus geduldig op elkaar wachten. We maken samen de regels hoe we met elkaar en met de spullen omgaan en spreken elkaar hierop aan wanneer dit niet gebeurt. We leven in Nederland in een multiculturele samenleving waarin de kinderen ook met mensen uit andere culturen in aanraking zullen komen. Binnen onze buitenschoolse opvang willen we laten zien dat alle mensen hetzelfde zijn. Door de kinderen met elkaar te laten spelen, willen we vooroordelen op latere leeftijd voorkomen Overdracht van normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de normen en waarden van de cultuur eigen te maken en van de maatschappij waaraan zij deelnemen. Binnen de BSO ontmoeten kinderen elkaar met verschillende waarden en normen en mogelijk ook kinderen uit andere culturen. De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van hun eigen voorbeeldgedrag. Wij willen dat kinderen normen en waarden leren respecteren zonder het er direct mee eens te zijn. We werken aan onderling respect voor en begrip naar elkaar waarbij iedereen in zijn eigen waarde wordt gelaten. Een voorbeeld hiervan is dat we bij conflicten niet slaan, maar praten, we ons aan afspraken houden, belangstelling voor en respect tonen naar anderen en de omgeving, spullen en de natuur. Niet schreeuwen of schelden, niet binnen rennen maar buiten, complimenten geven aan en luisteren naar elkaar. Ook houden we de waarden van de ouders en die van het kind in gedachten. Mensen uit een andere cultuur kunnen andere normen en waarden hebben in vergelijking met autochtone ouders. Zij kunnen e andere ideeën hebben over het opvoeden van hun kind. Wanneer ouders specifieke wensen hebben, proberen wij hiermee mits dit binnen onze visie past rekening te houden. Het kind moet de mogelijkheid krijgen om de normen en waarden van zijn eigen cultuur eigen te maken. 9

10 Bovendien zal het kind, door interactie met leeftijdsgenoten, deelname en groepsactiviteiten en gebeurtenissen, ook de normen en waarderen leren die BSO Buitengewoon hanteert. Eén van deze normen en waarden is dat kinderen moeten leren respect te hebben voor elkaar en voor de pedagogisch medewerkers. Doet een kind iets dat niet mag, dan heeft dit consequenties. Het kind zal worden aangesproken op zijn of haar gedrag. Er wordt gevraagd of uitgelegd dat het ook op een andere manier kan. Blijft het kind ongewenst gedrag vertonen, dan wordt het even apart gezet het kan dan even niet meedoen met het groepsgebeuren zodat er met het kind gesproken kan worden. Wij vinden het belangrijk dat er wordt geleerd om samen te spelen en te delen. De rest van zijn leven zal het kind nog veel met andere mensen moeten samenwerken. Om hiervan op jonge leeftijd al mee te leren om gaan, kan dit in de toekomst van het kind alleen maar van pas komen. Zoals hierboven al gezegd vinden we respect naar en voor elkaar van jongere en oudere kinderen belangrijk. Specifiekere gedragsregels zijn hieronder te vinden bij de omschrijving van onze werkwijze. 3. Werkwijze De dagen waarop wij open zijn, hanteren wij een vaste structuur. De kinderen kennen deze structuur; deze biedt hen duidelijkheid en daardoor veiligheid. Wel wordt met de tijden flexibel omgegaan, indien dit de kinderen ten goede komt. Vrij spel en gerichte activiteiten wisselen elkaar af, waardoor zowel eigen interesse als nieuwe activiteiten aan bod komen. Hier volgen de gedragsregels die voor de kinderen gelden. De regels blijven niet beperkt tot deze alleen. Wanneer een kind iets anders doet waar wij het niet mee eens zijn, zal er ook op gereageerd worden. Natuurlijk zijn er ook situaties te bedenken waar afgeweken wordt van de regels. In onze gedragsregels zijn de volgende zaken van toepassing: Kinderen mogen elkaar geen geweld aandoen of uitschelden, er wordt respectvol met elkaar omgegaan; Kinderen moeten zelf het speelgoed opruimen waarmee ze hebben gespeeld, behalve wanneer er een ander kind er mee verder wil spelen; Kinderen mogen niet te rennen en schreeuwen in de BSO lokaal of in de hal van de school. Bij het drinken en eten van fruit en brood (brood op studiedagen) blijven de kinderen in de regel aan tafel zitten of op de daar voor afgesproken plekken; Voordat er iets wordt gegeten worden altijd eerst de handen gewassen. Kinderen zeggen altijd tegen de pedagogisch medewerkers wat ze gaan doen, bijv. als de oudere kinderen zelf naar buiten gaan; Tijdens het naar de wc gaan, wordt erg goed opgelet of handelingen, zoals handen wassen en doorspoelen zijn verricht. Dit In verband met de hygiëne; Tijdens knutselactiviteiten zoals knippen, plakken of kleien blijven de kinderen met de materialen aan tafel zitten of op de daar voor aangewezen plek Afspraken die we maken mocht het kind van een andere school komen. We leggen vast of we kinderen in de klas ophalen of we buiten wachten, of kinderen zelf mogen komen naar de BSO en zelf naar huis of sport mogen gaan vanuit de BSO, hoe laat kinderen op de BSO moeten zijn na schooltijd. We verwachten dat kinderen zich aan de afspraken houden. Deze regels gebruiken we uit respect voor elkaar en met het oog op het materiaal, de veiligheid van de kinderen, de duidelijkheid en de hygiëne. 10

11 Natuurlijk krijgen de kinderen ook een beloning wanneer ze iets goed doen. Als de kinderen een probleem weten op te lossen of op een andere manier weten om te gaan met een moeilijke situatie, zullen ze op verbale wijze door de pedagogisch medewerkers beloond worden Maximale omvang stamgroep Deze stamgroep bevalt maximaal 20 kinderen per dagdeel Leeftijdsopbouw stamgroep De kinderen zijn in de leeftijd van 4-13 jaar. Voor de grote kinderen proberen wij de mogelijkheid te bieden, in het extra lokaal of ruimte bijvoorbeeld hun fruit op te eten of te chillen. Zij zijn ouder en hebben waarschijnlijk meer behoefte aan andere gespreksstof tijdens het fruit eten dan de jongere kinderen. Tijdens activiteiten& Spel kunnen de oudere kinderen zelf kiezen bij welke kinderen zij zich aansluiten. De keuzevrijheid is groter Verlaten stamgroep De meeste activiteiten vinden plaats in de eigen BSO ruimte. Voor enkele activiteiten wordt de eigen ruimte verlaten, Deze activiteiten kunnen zijn : Buitenspelen op het plein, pannaveld of wandelen naar het stadspark of het kasteel; Een intensieve activiteit met slechts enkele kinderen. Hiervoor wordt de ruimte in de hal of peuterlokaal ook wel gebruikt; Uitjes naar bijvoorbeeld de speeltuin, het bos of andere uitstapjes. Hierbij kan een beroep worden gedaan op ouders of andere volwassenen, om te rijden en te begeleiden; Een extra workshop die aangeboden wordt; Met extra activiteiten rondom bijvoorbeeld Sinterklaas, wanneer alle kinderen komen kan het zijn dat de groep groter wordt dan het vast aantal kinderen. In het programma worden duidelijk afspraken gemaakt over toezicht en verantwoordelijkheid en het leidster kind ratio Ondersteuning beroepskrachten De buitenschoolse opvang heeft een aantal vaste gediplomeerde pedagogisch medewerkers volgens de wet kinderopvang. Zij worden bijgestaan door vrijwilligers en stagiaires van verschillende opleidingen. Iedereen die werkt binnen de BSO met k heeft een verklaring omtrent gedrag (VOG). Alle pedagogisch medewerkers hebben minimaal een SPW niveau 3 opleiding. We streven er naar om naast de pedagogisch medewerkers ook mensen met andere opleidingen te zetten zoals sport en beweging om zo extra kwaliteit in huis te halen. Voorlopig worden deze mensen nog als extra ingezet. Bij ziekte of vakantie wordt altijd gezocht naar een vast persoon, die de groep al kent en die als vervanger fungeert. Wij vinden het van belang dat er altijd een bekend gezicht op de groep aanwezig is. Het kan ook zijn dat er vrijwilligers worden ingezet. Zij zijn dan altijd in het bezit van een VOG. Wat de werkzaamheden zijn van stagiaires en vrijwilligers staat beschreven in de protocollen. (zie map protocollen) 11

12 3.5. Afname (extra) opvang Ouders hebben altijd de mogelijkheid om extra opvang af te nemen. Dit kan structureel en incidenteel. Wanneer dit incidenteel eens wordt er gekeken of er ruimte is voor het kind op een andere dag. Dit wordt schriftelijk vastgelegd en daar volgt dan een naar extra facturering van. Wanneer er structureel extra opvang wordt afgenomen wordt dit in de plaatsingsovereenkomst aangepast. De maandfactuur zal dan ook veranderen. Bij het extra afnemen van dagdelen en/of ruilen zal naast de leidster/kind ratio ook gekeken worden en rekening gehouden met het belang van het kind en de groep. Incidentele opvang: BSO Buitenkind biedt de mogelijkheid voor incidentele opvang. Hiervoor kunnen ouders een aanvraag doen. (via het Nio kids ouderportaal ) Flexibele opvang: Als ouders volgens een rooster werkt kan men flexibele opvang afnemen, wij verzoeken dan ouders het rooster door te geven aan de leiding samen kijkt zij met de ouders naar de mogelijkheden. Vakantie opvang: In de schoolvakanties en op studiedagen bieden wij vakantie opvang. Het themaprogramma maken wij minimaal drie weken van te voren bekend. Hiervoor kunnen ouders hun kind inschrijven. Ook is het mogelijk alleen maar vakantie opvang af te nemen. Voorschoolse opvang: Bij voldoende belangstelling bieden wij ook voorschoolse opvang. Vervoer: Komt het kind van een andere school dan de Maria basisschool en het kind kan niet met de fiets naar de BSO dan moet er vervoer worden in gezet. De kosten hiervoor worden vooraf met u besproken. (dit geldt niet voor scholen op loopafstand van BSO Buitengewoon) Wenbeleid Binnen buitenschoolse opvang hebben we te maken met een intern wenbeleid (kinderen stromen via de Peuteropvang van Buitenkind door en een extern wenbeleid (kinderen komen voor het eerst bij BSO Buitengewoon). Voor het wennen zelf en het intakegesprek gelden dezelfde regels. Het enige dat verschil is dat de kinderen en hun ouders al bekend zijn met de pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang door interne doorstroom. Het wennen gaat als volgt: De kinderen krijgen de kans om te wennen in de groep. Dit is een afspraak die gemaakt wordt bij het intakegesprek in overleg met de ouders. Er wordt afgesproken wanneer het kind komt wennen. Het kind mag maximaal twee keer komen wennen. Wij raden ouders aan gebruik te maken van het wennen, zodat de overgang voor kinderen kleiner is.(ouders zijn zelf of hebben iemand beschikbaar tijdens het wennen. Het kind komt per keer direct een heel dagdeel wennen om het ritme goed mee te krijgen. Per dag streven wij er naar dat maximaal éé wenkind aanwezig is. Uitzonderingen worden gemaakt voor broertjes en zusjes of vriendjes met wie de kinderen samen willen wennen. 12

13 4. Veiligheid en gezondheid Er wordt op onze buitenschoolse opvang regelmatig aandacht besteed aan de veiligheid en de gezondheid. De GGD controleert hier jaarlijks of de organisatie voldoet aan de eisen (Brand)veiligheid Dat de omgeving van onze buitenschoolse opvang voor kinderen een veilige omgeving moet zijn is logisch. Daarom dragen wij zorg voor om de risico's zoveel mogelijk te verkleinen, zodat zich geen gevaarlijke situaties voordoen. Er worden jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en veiligheid verslagen gemaakt met behulp van Risicomonitor. Wanner er tussentijd blijkt dat er zich onveilige situaties voor zouden kunnen doen, wordt dit zo snel mogelijk opgelost. De brandveiligheid wordt ook jaarlijks geïnventariseerd met de Risicomonitor. Hier horen ook actieplannen en verslagleggingen bij. Jaarlijks wordt er samen met de Maria basisschool een ontruiming oefening gehouden. Vanuit de buitenschoolse opvang zelf wordt ook een ontruimingsoefening georganiseerd. Beiden worden gerapporteerd Gezondheid en medische zorg Voor de gezondheid wordt er jaarlijks risico-inventarisaties, actieplannen en gezondheidsverslagen gemaakt met behulp van de Risicomonitor. Voor meer informatie over de maatregelen die wij nemen met betrekking tot de gezondheid en de medische zorg verwijzen wij naar de protocollen Ziekte en Geneesmiddelen verstrekking en medische handelingen Hygiëne Binnen de buitenschoolse opvang lopen veel kinderen rond, die een bron van bacteriën en ziekten bij zich kunnen hebben. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen dragen wij zorg voor een goede hygiëne. Hierbij wordt jaarlijks rekening gehouden met de nieuwe richtlijnen van de GGD. Voor meer informatie over de maatregelen die wij nemen om zo hygiënisch mogelijk te werken. Te vinden in het protocol hygiëne en leefomgeving. Er wordt ook jaarlijks een hygiënecode nagelopen met behulp van Risicomonitor Achterwacht/ vierogen principe De veiligheid van kinderen kan beter gewaarborgd worden omdat er altijd een achterwacht aanwezig is in het pand. Dit betekent dat wanneer er een beroepskracht aanwezig is op de buitenschoolse opvang, diegene altijd ondersteund wordt door een andere volwassene. Deze achterwacht is er in geval van calamiteiten. Dit kan een leerkracht van school, de conciërge, schoonmaakster stagiaire of vrijwilliger zijn. Dit hoeft niet per se een pedagogisch medewerk(st)er te zijn. In de school zijn veel ramen en deuren met glas, zodat andere kunnen zien wat er gebeurt in de lokalen of toilet ruimte Meldcode kindermishandeling Als pedagogisch medewerk(st)er moet je er niet aandenken dat je te maken krijgt met kindermishandeling. Jammer genoeg gebeuren dit soort dingen toch en daarom willen wij altijd de veiligheid van het kind zo goed mogelijk waarborgen. Wij zijn volgens de wet genoodzaakt te werken volgens met de meldcode kindermishandeling die inhoudt dat wij een meldplicht hebben. Deze is te vinden in de map protocollen. 13

14 Wij zijn niet opgeleid om een besluit te nemen of er daadwerkelijk sprake is van kindermishandeling en daarom moeten wij bij twijfel een melding doen bij het AMK. Zij zijn professioneel en opgeleid en zullen onderzoek doen of hij sprake van kindermishandeling is. Meer hierover is te vinden in het protocollen Kindermishandeling, Ongewenste intimiteiten, Melding AMK en de Meldcode kindermishandeling van de brancheorganisatie kinderopvang en de handleiding ervan Beroepskracht kind ratio De beroepskrachten kind- ratio (BKR) wordt bij de BSO altijd nageleefd. Dit betekent dat er maximaal 10 kinderen per beroepskracht zijn. Wanneer op de aangrenzende groep van de peuteropvang drie plus nog te weinig kinderen zijn dat groepen samen kunnen worden gevoegd naar maximaal 10 kinderen kan dit gebeuren. De BKR wordt in achtgenomen, net als de achterwacht. De achterwacht wordt op dat moment gewaarborgd door minstens één stagiaire of vrijwilliger. 5. Nawoord Dit pedagogisch beleidsplan zal, indien nodig, bijgesteld worden. Enerzijds als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, waarin de visie op de ontwikkeling van kinderen en die visie op het opvoeden van kinderen steeds weer veranderd. Anderzijds na evaluatie van het plan door de pedagogisch medewerk(st)er, ouders en de GGD. Met het pedagogisch beleidsplan willen wij inzicht geven in de werkwijze van BSO Buitengewoon. BSO Buitenkind heeft een gezamenlijke een oudercommissie met de peuteropvang, indien ouders interesse hebben kunnen ze voor meer informatie bij de leiding terecht, of mail naar: Voor meer informatie kan men onze site raadplegen: