Masterthese. Suzan Oostvogels. Universiteit van Amsterdam. juli 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterthese. Suzan Oostvogels. Universiteit van Amsterdam. juli 2011"

Transcriptie

1 Running head: INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN Invloed van tijdsduur en feedback op evaluatie en identificatie met de groep Masterthese Suzan Oostvogels Universiteit van Amsterdam juli 2011 Begeleider: M. Vliek Programma groep: Sociale Psychologie Opleiding: Sociale psychologie Track Training & Development Faculteit: Maatschappij- en Gedragswetenschappen

2 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 2 Abstract Binnen deze studie is er onderzoek gedaan naar de invloed van feedback binnen nieuw gevormde (trainings)groepen. De interpretatie van de eigen ontvangen feedback, de groepsevaluatie, de identificatie met de groep en de invloed van de duur van een training zijn hierbij nader bekeken. Uit de resultaten bleek dat de eerste feedback die binnen een nieuw gevormde trainingsgroep gegeven wordt fungeert als norm voor de interpretatie van de daaropvolgende feedback. De ontvangen en gegeven feedback wordt volgens deze norm geëvalueerd en vergeleken. Middels deze vergelijking geeft men betekenis aan de waarde van de feedback. Dit proces van vergelijken met de groepsnorm voor het geven van feedback heeft invloed op de mate waarin men zich identificeert met de groep en hoe men de groep evalueert. Wanneer deze vergelijking negatief is voor de feedbackontvanger blijkt dit een negatief effect te hebben op hoe men de groep ziet. Een positieve vergelijking heeft echter niet het tegenovergestelde positieve effect op de evaluatie en identificatie met de groep. Er bleek daarnaast geen hoofdeffect van tijdsduur van een training op de interpretatie van feedback, de groepsevaluatie en identificatie met de groep. Keywords: feedback, tijdsduur, training, groepen, emoticons, groepsevaluatie, identificatie

3 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 3 Invloed van tijdsduur en feedback op evaluatie en identificatie met de groep binnen sociale vaardigheidstrainingen. Tegenwoordig schieten trainingsbureaus als paddenstoelen uit de grond. Vaardigheidstrainingen zouden de sleutelfactor zijn om competenties van werknemers te verbeteren. Trainingsprogramma's zijn ontwikkeld om persoonlijke vaardigheden te sturen, te veranderen of verder te ontwikkelen. De principes van sociale vaardigheidstrainingen zijn toepasbaar in zeer omvangrijke en verscheidene disciplines en kunnen zowel op individueel als op groepsniveau worden toegepast. Een essentieel onderdeel van trainingen is het geven en ontvangen van feedback (Gresham & Elliot, 1990). Feedback over onze prestatie geeft specifieke informatie gerelateerd aan een taak of een leerproces welke de denkbeeldige kloof tussen wat men al weet en waar men naar streeft te weten, verkleint (Sadler, 1989). Dit wordt ook vaak het verkleinen van de zogenaamde blinde vlek genoemd (Luft & Ingham, 1955). Studies naar goalsetting hebben aangetoond dat feedback noodzakelijk is om daarop volgende prestaties te verbeteren (Erez, 1977; Locke et al., 1981; Strang, Lawrence, & Fowler, 1978). Dit onderzoek richt zich voornamelijk op de invloed van feedback binnen groepen die nog maar net bij elkaar zijn. De effecten als gevolg van de vergelijking van eigen ontvangen feedback met de voorgaande feedback zijn hierbij nader bekeken. Sociale vergelijking In het dagelijkse leven creëren en delen mensen kennis over objecten, individuen en situaties waaruit men kennis en gedragregels vergaart. Men deelt niet alleen kennis (Hardin & Higgins, 1996; Levine & Higgins, 2001; Moscovici, 1976a), men is ook bezig met de betrouwbaarheid en validiteit van deze kennis. Volgens Festinger (1954) is de validatie van kennis een fundamentele menselijke motivatie. In de afwezigheid van objectieve maatstaven gebeurt dit aan de hand van vergelijking met anderen. Mensen gebruiken de groep als bron van informatie om hun eigen kennis te valideren (Festinger, 1954; Vala et al., 2011).Wanneer men de mogelijkheid

4 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 4 heeft tot zelfcategorisatie als lid van een groep, dan word deze groep een zogenaamde informatie referent (Abrams et al., 1990; Turner, 1991). Men haalt dus informatie over de sociale werkelijkheid uit de vergelijking met anderen individuen uit de groep. Tijdens trainingen wordt men zich niet alleen bewust van zichzelf maar ook van elkaar, elkaars leerdoelen en elkaars prestatie. Een sleutelproces in interpersoonlijke interactie is het proces van sociale vergelijking (Hargie, 2011). Volgens de sociale vergelijkingstheorie evalueren mensen zichzelf door de vergelijking van hun kenmerken of uitkomsten met die van anderen (Festinger, 1954). Door deze vergelijking ontwikkeld men kennisstructuren die toepasbaar zijn op de sociale omgeving. De behoefte tot sociale vergelijking is het grootste in situaties waarin men onzeker is over zichzelf (Stapel, Tesser, & Koomen, 2000). Er is gebleken dat men meer vergelijkt tijdens perioden van grote veranderingen, in stressvolle situaties en in situaties die nieuw zijn (Gibbons & Buunk, 1999). Wanneer er een nieuwe training van start gaat, en de groep nog maar net bij elkaar is, kun je dus verwachten dat er een grotere behoeften is om te vergelijken. Daarnaast wordt er door het geven van feedback binnen trainingsgroepen enorm veel nadruk gelegd op de prestaties per individu. Door deze focus is het bijna onmogelijk om jezelf niet met anderen te vergelijken. Wanneer de groep teleurgesteld is in de prestaties van een groepslid kan dit geuit worden in de vorm van negatieve feedback. Binnen deze studie wordt er onder negatieve feedback geen boze of verdrietige feedback verstaan, maar juist eerder teleurstelling. In trainingen dient men namelijk respectvol met elkaar om te gaan, hier ziet de trainer op toe. De groep kan teleurstelling uiten wanneer iemands vaardigheden bijvoorbeeld niet verbeteren. Boosheid benadert naar mijn inziens een ander soort concept. Wanneer een trainee negatieve feedback ontvangt kan men zich door de groep minder erkent of gewaardeerd voelen. De mens is namelijk een sociaal wezen en heeft de fundamentele behoefte om ergens bij te horen, de zogenaamde basic need to belong. Men is op zoek naar bevredigende inter-persoonlijke binding

5 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 5 met anderen (Bowlby, 1969; Maslow, 1968; Baumeister & Leary, 1995, Holman & Zimbardo, 2009). Het ontvangen van negatieve feedback over onszelf of onze prestaties kan op gespannen voet staan met onze affiniteitdrijfveer en de basic need to belong. De zelfwaardering kan verlagen door de vergelijking met anderen die beter presteren dan onszelf. Daarnaast fungeert onze eigenwaarde als een zogenaamde sociometer die de mate waarin een individu door anderen wordt opgenomen of uitgesloten waarneemt. Dit proces motiveert mensen om zich op een bepaalde manier te gedragen en daarmee sociale uitsluiting of afwijzing te voorkomen (Anthony et al., 2007; Leary, 1999; Leary et al., 1995). Dit proces hangt samen met het feit dat mensen binnen groepen het gedrag dat niet voldoet aan de in-group norm strenger en negatiever beoordeelt in vergelijking met exact hetzelfde gedrag van mensen die niet tot deze zogenaamde in-group behoren. Dit wordt ook wel het black sheep effect genoemd (Eidelman & Biernat, 2003). Negatieve feedback kan, in het licht van de sociometer theory, de angst voor dit black sheep effect vergroten. In het algemeen zijn mensen zeer gemotiveerd om hun gevoel van eigenwaarde te beschermen en te verhogen door onder andere hun gedachten en acties (Leary, 1999). Tesser (1988) verondersteld dat men actie zal ondernemen wanneer de zelfevaluatie verlaagd is als gevolg van de vergelijking met anderen (self-evaluation maintenance theory, SEM). Dit kan bijvoorbeeld zijn als gevolg van negatieve feedback. Na het ontvangen van negatieve feedback kan men er naar streven zichzelf te verbeteren zodat de zelfevaluatie weer een boost krijgt (Johnson & Stapel, 2007). Maar volgens Tesser (1988) kan men ook minder tijd spenderen met de betreffende persoon of groep die bron is van de negatieve feedback. Daarnaast is het mogelijk dat iemand naar andere relevante eigenschappen of domeinen streeft en daar meer de focus op legt. Hierdoor lijkt de ontvangen negatieve feedback minder relevant en wordt de gerelateerde vergelijking te niet gedaan (Johnson & Stapel, 2007). Ook kan men het succes van de ander waarmee men zich vergelijkt toeschrijven aan bijvoorbeeld toevalsfactoren (Tesser, 1988). De invloed van dit proces hangt af van de betrokkenheid en de

6 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 6 relevantie van de activiteit (Tesser, 1988). Of men zich minder als onderdeel van de groep ziet na het ontvangen van relatief negatieve feedback is binnen huidig onderzoek ook nader bekeken. Samenvattend vergelijken mensen zichzelf met anderen om zo kennis te geven aan de sociale omgeving waarin men zich bevindt. Het ontvangen van negatieve feedback kan een verlaging van de zelfwaardering tot gevolg hebben. Men kan de zelfwaardering beschermen door de feedbackgever of het onderwerp van feedback als minder relevant te zien voor de eigen identiteit. Emoties en interpretatie Bij de interpretatie van de ontvangen feedback gaat het om het vertalen van onze perceptie binnen een sociale setting. Vertaling vindt plaats aan de hand van gerelateerde ervaringen uit het verleden, voorschriften vanuit de omgeving en andere persoonlijke factoren zoals emotionaliteit, persoonlijke urgentie, verwachtingen etcetera (Nyatanga, 1989). De interpretatie, reactie en omgang met feedback zijn onder andere afhankelijk van emoties. Zowel het verzenden als het ontvangen van feedback gaat gepaard met emoties en het rekening houden met emoties van elkaar. Emoties ontstaan volgens Frijda (1986) als functie van de interpretatie van een situatie. Het gaat dus niet om de objectieve interpretatie van de situatie maar om de subjectieve interpretatie, ook wel appraisal genoemd. Volgens het sociaalfunctioneel perspectief (Frijda & Mesquita, 1994; Keltner & Haidt, 1999; Morris & Keltner, 2000; Parkinson, 1996; Van Kleef et al., 2004a) zijn emoties niet alleen zogenaamde individuele state of minds maar functioneren emoties als sociale communicatie. Van Kleef, De Dreu en Manstead (2006) stellen dat emoties niet alleen het gedrag beïnvloeden van personen die deze emoties ervaren maar dat emoties ook van invloed zijn op het gedrag van degene die emoties in anderen waarnemen. Feedback vanuit de groep kan ook worden gezien als een emotiesignaal naar de feedback ontvanger toe. Wanneer de groep teleurgesteld is in de prestatie van een groepsgenoot zal dit in de vorm van negatieve feedback naar voren kunnen komen. Naast de letterlijk uitgesproken woorden speelt ook de interpretatie van non-verbale

7 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 7 (emotie)signalen een grote rol (Givens, 2000). Als gevolg van de interpretatie van de ontvangen feedback kan men zich niet, of minder, geaccepteerd voelen door de groep. Dit kan een verlaging van de zelfwaardering tot gevolg hebben (sociometer theory). De impact van deze negatieve feedback hangt naar verwachting af van de norm die er binnen de groep is gesteld en de duur van de training. Normen Volgens Bettenhausen en Murnighan (1985) zijn sociale normen de minst zichtbare en meest krachtige vormen van sociale controle over menselijke acties. Normen kunnen worden gezien als standaarden waarmee men de mate van geschiktheid van gedragingen kan vergelijken. Dit geeft volgens Raven en Rubin (1976) betekenis aan ambigue, onzekere en wellicht bedreigende situaties. Wanneer een groep nog maar net bij elkaar is, observeert men andermans gedrag om te kijken welk gedrag gepast is. Er ontstaat zo een prille groepsnorm (Bettenhausen & Murnighan, 1991). De onzekerheid is groot omdat de groep zich in de zogenaamde forming fase bevindt (Tuckman, 1965). In deze fase zijn de groepsleden nog afwachtend, de rollen binnen de groep zijn nog onzeker en de normen nog niet duidelijk gezet (Tuckman, 1965). Dit zal er naar verwachting toe leiden dat de feedback in de groep wordt gebruikt om de eigen kennis te valideren in deze onzekere situatie (Vala et al., 2011). Tijdsduur De cohesie van de groep kan worden gedefinieerd op basis van de duur van het groepslidmaatschap (Festinger et al. 1950, McPherson & Smith-Lovin 2002, Friedkin, 2004). De duur dat iemand tot een trainingsgroep behoord heeft naar verwachting invloed op hoe men de feedback interpreteert. Wanneer men maar kort tot een groep behoord zal men de zelfwaardering, zoals Tesser (1988) beschrijft in zijn self evaluation maintenance theory, kunnen beschermen door zichzelf minder als groepslid te zien en juist meer als individu los van de groep. Wanneer men van te voren weet dat men langer tot een groep behoort, zal men met dit vooruitzicht relatief negatieve

8 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 8 feedback wellicht als meer constructief zien. De feedback kan positiever geïnterpreteerd worden om de mogelijke cognitieve dissonantie die hierdoor ontstaat te reduceren (Festinger, 1957). Deze dissonantie kan ontstaan doordat men tot een groep behoort waarin men relatief negatieve feedback ontvangt (wat niet leuk is). Uit de groep stappen is geen optie binnen deze huidige studie. Men moet nog lang met deze groep samenwerken, hierdoor kan cognitieve dissonantie ontstaan. De dissonantie kan gereduceerd worden door de ambivalente feedback als positiever te interpreteren. Ook wordt er verwacht dat wanneer men langer tot een groep behoord men meer geneigd is te conformeren aan de groepsnorm zoals ook eerder is gebleken uit de experimenten van Asch (1951). Hypothesen De vergelijking binnen trainingsgroepen speelt dus een grote rol in het valideren van kennis en het betekenis geven aan situaties zonder vaste regels. Feedback geven en ontvangen gaat daarnaast gepaard met emoties als gevolg van de vergelijking en de interpretatie van de feedback. Informatie over groepssamenstelling werkt mogelijk als een cue voor inferenties over de validatie van alledaagse kennis (Vala et al., 2011). Wanneer een groep nog maar net bij elkaar is, vormt de feedback een van de weinige cues die bijdragen aan het beeld van de groep. Men vormt volgens Hogg en Terry (2000) een representatie van een stereotypisch groepslid in de vorm van prototypes. Deze prototypes staan centraal in de self-categorisation theory. De prototypes bevatten alle kenmerken die de groep karakteriseren en deze onderscheidt van andere groepen. Een kenmerk van deze prototypes is dat men gelijkenissen binnen groepen maximaliseert. Tussen groepen worden juist de verschillen gemaximaliseerd (Hogg & Terry, 2000). Wanneer iedereen in de trainingsgroep allemaal dezelfde soort feedback uit wordt er op basis van bovenstaande theorie verwacht dat men de groep meer als één geheel ziet. H1 De groep wordt meer als één gezien als alle groepsleden dezelfde soort feedback uitten. Mensen willen graag tot een groep behoren (basic need to belong) waarin ze zich ook nog

9 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 9 eens veilig voelen (Maslow, 1943). Wanneer er aan het begin van een training een onveilige sfeer heerst verwacht ik dat men zich, als gevolg hiervan, minder identificeert met de groep. Volgens de sociale identiteits theorie (Tajfel & Turner, 1986) blijkt dat een significant deel van onze identiteit gebaseerd is op de groepen waartoe we behoren. Niet alle groepen dragen evenveel bij aan onze positieve identiteit (Branscombe, Wann, Noelle & Coleman, 1993; Doosje, Ellemers & Spears 1995; Spears et al., 1997). Als er een onveilige sfeer heerst door de negatieve feedback, en de groep hierdoor geen toevoeging heeft aan de positieve identiteit, dan zal men zich minder met de groep identificeren. H2 Mensen zullen zich minder identificeren met de groep wanneer er negatieve feedback wordt gegeven in vergelijking met ambivalente of positieve feedback. Verwacht wordt dat de norm over de manier van feedback geven de interpretatie van de daaropvolgende feedback beïnvloed. Wanneer er een positieve feedbacknorm wordt gezet (norm: binnen deze groep behoor je positieve feedback te geven) dan heeft deze norm invloed op de interpretatie van de daaropvolgende feedback. Men zal, zoals hierboven beschreven, de eigen ontvangen feedback vergelijken met de eerder gegeven feedback. Dit concept is in deze studie getoetst. Proefpersonen ontvingen ambivalente feedback nadat eerder enkel positieve, enkel teleurgestelde of enkel ambivalente feedback aan andere groepsleden is geuit. Het volgorde effect en de vergelijking met de feedbacknorm zijn hierbij nader bekeken. H3 De vergelijking met de feedbacknorm bepaald de interpretatie van de daaropvolgende ontvangen feedback. De self-awareness theorie (Duval & Wicklund, 1972) gaat er van uit dat we onze aandacht richten op onszelf waarbij we ons huidige gedrag vergelijken met onze interne normen en waarden.

10 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 10 We worden zelfbewust als objectieve waarnemers van onszelf. Er worden diverse emotionele staten geïntensifieerd door dit zelfbewustzijn. Tijdens het ontvangen van feedback wordt men ook geconfronteerd met het zelfbewustzijn. De groep als geheel vormt een mening over de persoon die feedback ontvangt. Deze feedbackontvanger staat hierdoor dus even in de spotlight en weet niet wat de groep voor oordeel gaat vellen over zijn/haar prestaties. Deze focus leidt er naar verwachting toe dat men zichzelf minder als deel van de groep ziet bij het ontvangen van feedback. In het licht van de eerder genoemde self evaluation maintenance theory zou men zich na het ontvangen van relatief negatieve feedback minder met de groep kunnen identificeren zodat men de zelfwaardering beschermt. H4 Wanneer men zelf relatief negatieve feedback ontvangt zal men zich minder identificeren met de groep. Verwacht wordt dat dit effect verdwijnt wanneer achteraf blijkt dat andere groepsleden ook relatief negatieve feedback krijgen. Dit is gebaseerd op het misery loves company principe (Wenzlaff & Prohaska, 2004). Er blijken meer mensen relatief negatieve feedback te krijgen. Men komt er dus achter dat men niet de enige is. Hierdoor voelt men zich naar verwachting meer gelijk aan de gemiddelde persoon in de groep. H5 Wanneer achteraf blijkt dat andere groepsleden, net als de proefpersoon zelf, ook ambivalente feedback krijgen dan zal men zich meer gelijk voelen aan de gemiddelde persoon in de groep. Wanneer men langer tot een groep behoort zal dit een positief effect hebben op de interpretatie, evaluatie en identificatie met de groep om de dissonantie, zoals hierboven beschreven, te reduceren. Daarnaast zal men meer geneigd zijn te conformeren aan de groepsnorm. H6a Er wordt een positief effect verwacht van de tijdsduur waarin men tot een groep

11 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 11 behoort op de interpretatie van feedback, de identificatie met en de evaluatie van de groep. H6b Wanneer men langer tot een groep behoord is men meer geneigd te conformeren aan de groepsnorm dan wanneer men maar kort tot deze groep behoord. Om de invloed van feedback in trainingssettings te onderzoeken is er binnen deze studie gewerkt met emoticons als feedback. Er is voor emoticons gekozen omdat geschreven taal door iedereen anders kan worden geïnterpreteerd. Ook het gebruik van foto s is overwogen maar hierbij kan het zogenaamde halo-effect optreden waarbij de aanwezigheid van bepaalde uiterlijke kwaliteiten bij de waarnemer de suggestie kunnen geven dat de persoon op de foto ook andere kwaliteiten bezit (Eagly et al., 1991). Door het gebruik van emoticons is er naar gestreefd de interpretatieruis te verkleinen ten op zichtte van feedback in geschreven taal of door middel van foto s. Emoticons zijn algemeen over de gehele wereld erkend door mensen die communiceren via de computer (Riva, 2002). Maar volgens Sinke (2004) ontbreken vaste bepalingen voor de betekenis van emoticons. Er kan mogelijk enige verwarring ontstaan over de vaste betekenis van emoticons (Riva, 2002). Over het algemeen genomen is er een grote acceptatie betreffende de fundamentele basis emoticons zoals humor of verdriet. Echter, hoe gecompliceerder de emoticons worden, hoe groter de variatie aan interpretatiemogelijkheden (Riva, 2002). Omdat er naar mijn weten nog niet eerder onderzoek is gedaan met emoticons als feedback is er eerst een pre-test uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten uit de pre-test zijn emoticons geselecteerd die gebruikt zijn in de drie verschillende feedbacknorm condities in de hoofdstudie; positieve- vs. negatieve- vs. ambivalente feedbacknormen. Pre-test In totaal deden 24 psychologie studenten mee aan de pre-test, waarvan 17 vrouwen en 7

12 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 12 mannen in de leeftijd van 20 tot 45 jaar (M = 22.96, SD = 5.07). Alle participanten kregen een totaal van 16 emoticons te zien welke men moest scoren op een zevenpuntsschaal (1 = Erg negatief 7 = Erg positief). Omdat de negatieve emoticons mogelijk ook een ander construct zouden kunnen uiten is er daarna gevraagd naar de mate waarin de emoticons teleurstelling weergaven. Boos, verdrietig en teleurgesteld zouden namelijk allen als negatief opgevat kunnen worden. In deze studie ben ik niet zozeer geïnteresseerd in verdrietige of boze feedback. Binnen trainingen benadert teleurstelling naar mijn inziens het beste negatieve feedback. De negatieve en teleurstellende emoticons zijn daarom vergeleken om te bepalen welke emoticons in de hoofdstudie gebruikt konden worden. De gehele pre-test is bijgevoegd in de Appendix Ia. Resultaten pre-test Valentie en intensiteit. Uit een t-test waarbij alle scores van de 16 emoticons zijn vergeleken met het gemiddelde van de zevenpuntsschaal, bleek dat emoticons 1, 2, 3, en 9 (zie Appendix Ib) als positief werden gezien (t s 3.8, p s <.05). Emoticon 2 werd als meest positief gezien (M = 6.88, SD =.34), gevolgd door emoticon 1 (M = 5.67, SD =.70), 3 (M = 5.46, SD =.78) en 9 (M = 5.46, SD = 1.87). Emoticons 8, 14, 15, 16 (zie Appendix Ib) werden als negatief gezien (t s -7.23, p s <.05). Emoticon 16 als meest negatief gezien (M = 1.88, SD = 1.12), gevolgd door emoticon 8 (M = 2.29, SD =.62), 15 (M = 2.38, SD =.88) en 14 (M = 2.75, SD =.85). In Appendix Ib zijn de geselecteerde emoticons en hun bijbehorende nummers toegevoegd. Teleurstelling. Via een t-test op de mogelijk teleurgestelde emoticons zijn de scores vergeleken met het gemiddelde van de zevenpuntsschaal. Hieruit bleek dat enkel de scores op de mate van teleurstelling van emoticons 15 en 16 significant verschilden van 4, het gemiddelde van de schaal, (t s 3.98, p s <.05). Dit betekent dat emoticons 15 en 16 de grootste mate van teleurstelling weergeven. Uit de pre-test bleek dat emoticon 16 het meest teleurgesteld was (M = 5.55, SD = 1.4), gevolgd door emoticon 15 (M = 5.10, SD = 1.26). Conclusie. Emoticons 15 en 16 worden dus zowel negatief als

13 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 13 teleurstellend gezien. Naar aanleiding van deze resultaten is besloten om emoticons 8, 14, 15 en 16 als feedback emoticons te gebruiken binnen de negatieve feedbacknorm conditie in de hoofdstudie. Emoticons 1, 2, 3 en 9 zijn gebruikt in de positieve feedbacknorm condities. In de ambivalente feedbacknorm conditie zijn de twee meest teleurgestelde emoticons samen met de twee meest positieve emoticons gecombineerd (zie Appendix Ib). Aan de hand van deze resultaten zijn de emoticons geselecteerd voor de feedbacksituaties in de hoofdstudie. Hiermee kan de invloed van de feedbacknorm op de evaluatie en identificatie met de groep nader bekeken worden. Daarnaast is er gekeken naar het effect van tijdsduur op de interpretatie van feedback en de identificatie en evaluatie met de groep. Methode Proefpersonen en design Een totaal van 117 bachelor psychologie studenten van de Universiteit van Amsterdam hebben aan deze studie deelgenomen binnen het tijdsbestek van twee weken (17 tot 29 januari 2011). Na de eerste analyses is besloten zes proefpersonen uit de oorspronkelijke dataset te verwijderen. Twee personen zijn verwijderd omdat ze qua leeftijd, in vergelijking met de rest van de proefpersonenset, outliers waren. Daarnaast is uit de controlevragen gebleken dat vier personen de studie niet goed hadden begrepen. Hierdoor kan er geen redelijk verband bestaan tussen de onafhankelijke en afhankelijke maten binnen deze studie. Daarom is besloten deze vier personen ook te verwijderen. Na verwijdering van deze proefpersonen is er een totaal van 111 proefpersonen (95 vrouwen, 16 mannen) waarmee de uiteindelijke analyses zijn uitgevoerd. De leeftijd varieerde tussen de 17 en 44 (M = 21.72, SD = 4.94). Het onderzoek betreft een 3 (feedbacknorm: positief vs. ambivalent vs. negatief) x 2 (tijdsduur: kort vs. lang) mixed design. Feedback is een binnen proefpersoon variabele, tijdsduur een tussen proefpersoon variabele. Proefpersonen zijn random over de experimentele condities verdeeld.

14 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 14 Procedure Proefpersonen werden uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek in het psychologielab aan de Universiteit van Amsterdam in ruil voor 1 studiecredit of 7. Elke proefpersoon bevond zich in een kleine afgesloten ruimte en werd verzocht plaats te nemen achter de computer. Vanaf dat moment werden alle instructies, vragenlijsten en experimentele taken op het computerscherm gepresenteerd om de invloed van storende variabelen te beperken. De proefpersonen moesten zich in deze studie proberen voor te stellen dat men zich in een echte training bevond. In een versimpelde weergave werd de indeling van het computergesimuleerde trainingslokaal getoond, waarbij de trainees op het scherm waren aangegeven met een bolletje. Manipulatie Tijd. Tijdens de introductie is de tijdsduur van de training tussen proefpersonen gemanipuleerd waarbij de training relatief kort (1 dag) of lang (6 maanden) duurde. Door deze manipulatie zullen tijdsgerelateerde attituden sterker toegankelijk worden. Er is voor 6 maanden gekozen omdat dit aansluit bij de belevingswereld van de proefpersonen. Zij dienen in het eerste jaar van hun opleiding ook verplicht zes maanden werkgroepen te volgen. Feedback. Alle personen in de setting moesten zogenaamd in tweetallen voor de groep een opdracht uit voeren. De proefpersoon was zo geplaatst binnen de setting dat er een tweetal voor en een tweetal na hem aan de beurt was. Nadat de opdracht was uitgevoerd gaf de fictieve groep feedback in de vorm van emoticons. Ook de proefpersoon mocht een opdracht uitvoeren en feedback geven. Er zijn in totaal drie feedback momenten. De feedback vanuit de groep is hierbij gemanipuleerd. In de eerste situatie geeft de groep positieve, ambivalente of negatieve feedback. De feedback in de eerste situatie bepaald de conditie waarin de proefpersoon zich bevindt. De feedback vanuit de groep in situatie 2, wanneer de proefpersoon zelf feedback ontving, en in situatie 3 waren namelijk beide ambivalent. De feedbackconditie (positief vs. negatief vs. ambivalent) waarin de

15 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 15 proefpersoon zat wordt in de rest van deze these aangeduid met feedbacknorm conditie. De feedback in de eerste situatie bepaalt namelijk naar verwachting de norm waarmee de volgende feedback wordt vergeleken (zie Figuur 1). Figuur 1 Feedback per situatie Feedback Situatie 1 Ambivalent Positief Negatief Feedback Situatie 2 Ambivalent Feedback Situatie 3 Ambivalent Ambivalente feedbacknorm Feedback gelijk aan feedbacknorm Feedback gelijk aan feedbacknorm Positieve feedbacknorm Negatieve feedbacknorm Relatief Negatieve feedback Relatief Positieve feedback Relatief Negatieve feedback Relatief positieve feedback Materialen Om te onderzoeken wat het effect van de tijdsduur en feedback manipulaties op de interpretatie van de feedback, de groepsevaluatie en de identificatie met de groep zijn, zijn er diverse materialen gebruikt. Deze worden hieronder nader toegelicht. De evaluatie en identificatie met de groep zijn gemeten in alle drie de feedbacksituaties. De interpretatie van de feedback is in situatie 2, waarin de proefpersoon zelf feedback ontving, aangepast zodat de items volledig aansloten op de situatie. Alle items zijn terug te vinden in Appendix II (Appendix IIa Alle

16 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 16 afgenomen items; Appendix IIb Aangepaste items in situatie 2). Checkvragen. Na het lezen van de instructies aan het begin van de studie zijn er een tweetal checkvragen toegevoegd. Hierbij werd gevraagd in eigen woorden de taak die men moest uitvoeren te beschrijven. Dit is ook gedaan bij de manipulatie van de tijdsduur van de training. Door hier nog expliciet naar te vragen was het onmogelijk dat deze manipulatie onopgemerkt bleef voor de proefpersonen. Bij een foutief antwoord werd het goede antwoord alsnog getoond zodat er van uitgegaan mag worden dat de tijdsmanipulatie saillant werd. Dit was niet alleen een check, het maakt de proefpersoon naar verwachting ook meer betrokken en alert tijdens het uitvoeren van de taak. De mate waarin de proefpersoon zich kon inleven in de situatie en de motivatie tot inleving zijn aan het einde van het onderzoek gemeten middels twee vragen; Geef aan in hoeverre je je hebt kunnen inleven in de situatie, Geef aan in hoeverre je je best hebt gedaan je in te leven (1 = Erg slecht 5 = Erg goed). Hiermee werd er nagegaan in hoeverre men de instructies heeft kunnen naleven. Interpretatie feedback. De interpretatie van de gegeven en ontvangen feedback werd gemeten middels twee vragen; 'Geef op onderstaande schaal aan hoe positief je de feedback van de groep vindt, 'Geef op onderstaande schaal aan hoe negatief je de feedback van de groep vindt' (r.56, p <.01). Daarna werd de motivatie tot conformeren gemeten. Voorbeeld items zijn; 'Geef aan in hoeverre jij het eens bent met de feedback van de groep over je groepsgenoot in deze situatie', 'In hoeverre sta jij achter de feedback van de groep over de prestatie van je groepsgenoot in deze situatie' (r.87, p <.01.). Wanneer de proefpersoon zelf feedback van de groep ontving zijn de volgende twee items toegevoegd om de interpretatie van de feedback te vergelijken met de norm: De ontvangen feedback over mijn prestatie vind ik negatiever in vergelijking met de feedback die mijn groepsgenoot net van de groep ontving, De ontvangen feedback over mijn prestatie vind ik positiever in vergelijking met de feedback die mijn groepsgenoot net van de groep ontving (r.81,

17 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 17 p <.01). Daarnaast zijn er nog twee items die de impact van de ontvangen feedback meten toegevoegd: 'Geef aan in hoeverre je het vervelend vind deze feedback van de groep te ontvangen', 'De ontvangen feedback over mijn prestatie raakt me' (r.59, p <.01). In de derde situatie zijn alle items gelijk aan de items uit de eerste situatie. Evaluatie en identificatie met de groep. De evaluatie en identificatie met de groep zijn met drie bestaande schalen gemeten die hieronder nader worden toegelicht. Solidariteit. Solidariteit is gemeten met alle originele (vertaalde) items uit solidariteitssubschaal van de Items Measuring In-group Identification vragenlijst (Leach, et al., 2008). Een aantal voorbeelditems zijn; Ik voel me een met deze groep en Ik voel een band met deze groep. De drie items die solidariteit meten verklaren over de drie situaties meer dan 82,4% van de variantie (α.89). Individuele zelfstereotypering. Twee vragen meten de individuele zelfstereotypering Ik heb veel gemeen met de gemiddelde persoon in deze groep, Ik voel me gelijk aan de gemiddelde persoon uit deze groep. Binnen de individuele zelf stereotyperingsschaal wordt over de drie meetmomenten meer dan 75,4% van de variantie verklaard (r.51, p<.01). Deze vragen zijn de originele (vertaalde) vragen uit de individuele zelfstereotyperingssubschaal van de Items Measuring In-group Identification vragenlijst (Leach, et al., 2008) Ingroup homogeniteit. De ingroep homogeniteit wordt gemeten door twee vragen uit de ingroup homogeniteitssubschaal van de originele Items Measuring In-group Identification vragenlijst (Leach, et al., 2008); De mensen in deze groep hebben veel met elkaar gemeen en De mensen in deze groep lijken erg op elkaar. Binnen de homogeniteitssubschaal wordt meer dan 82,3% van de variantie over de drie situaties verklaard (r.65, p<.01). Inclusion of others in the self. Om te meten in hoeverre de proefpersonen zichzelf als deel van de groep zien is de Inclusion of Other in the Self scale (IOS) van Aron, Aron en Smollan (1992) gebruikt. Deze schaal bestaat uit twee vendiagrammen welke in meer of mindere mate elkaar

18 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 18 overlappen. De diagrammen representeren de proefpersoon en de groep waarin de proefpersoon zich bevindt. Aron et al., (1992) stellen dat de overlap tussen de vennen de inter-persoonlijke nabijheid representeren. Proefpersonen dienen het beeld dat het beste de relatie beschrijft tussen zichzelf en de rest van de groep aan te geven. Een voordeel van de IOS is het feit dat deze schaal erg snel is ingevuld en niet gevoelig is voor sociaal wenselijke antwoorden. Daarnaast is deze schaal toepasbaar op een variëteit aan populaties en onderzoeksomstandigheden en is hij in overeenstemming met diverse theoretische oriëntaties over inter-persoonlijke nabijheid (Aron et al., 1992). De aangepaste schaal is weergegeven in Appendix IIa. Groepsevaluatie. Om de evaluatie van de groep waarin de proefpersoon zich bevindt te meten zijn vier items toegevoegd uit de Collective Self Esteem Scale (CSE) van Luhtanen en Crocker (1992). Deze schaal bestaat uit vier subschalen die de eigenwaarde meten op verschillende niveaus. Ondanks dat deze schaal origineel bedoeld is als instrument om zelfvertrouwen op het collectieve niveau te meten kunnen de items met wat aanpassingen, volgens Simon en Sturmer (2003), gebruikt worden om de evaluatie binnen specifieke groepen te meten (uitgezonderd items van de publieke subschaal). Voor dit onderzoek is de privé subschaal van de CSE aangepast en vertaald. De aanpassing was nodig omdat de vragen van de Collective Self Esteem Scale gaan over groepen in het algemeen. De aangepaste vragen meten hoe men de groep evalueert. Voorbeelditems zijn: 'Ik ben blij dat ik tot deze groep behoor', 'Ik voel me goed over deze groep'. De vier items verklaren over de drie situaties meer dan 56.9% van de variantie (α s.72).

19 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 19 Resultaten Checkvragen. Uit een t-toets over de checkvragen kwam naar voren dat men zich relatief goed heeft in kunnen leven in de drie situaties binnen deze studie (M = 4.01, SD =.82). Ook de mate waarin men zijn/haar best heeft gedaan is positief (M = 4.37, SD =.56). Beide zijn afgezet tegen het gemiddelde van de schaal waarbij beiden significant (p =.01) verschilden van dit gemiddelde. Er kan op basis van deze resultaten geconcludeerd worden dat men zich goed heeft kunnen inleven. Interpretatie feedback. Twee-weg tussen-groep variantie analyses (ANOVA s) zijn uitgevoerd met feedbackconditie (positief vs. negatief vs. ambivalent) binnen en tijdsduur (kort vs. lang) als tussen proefpersoon factoren op de feedbackinterpretatie in alle drie de situaties. Hieruit bleek dat de feedback manipulatie een significant hoofdeffect op de interpretatie van de feedback in de eerste situatie had (F(2,105) = 87.97, p =.01, η 2 =.63).Uit de planned contrast toetsen bleek dat alle drie de feedback condities significant van elkaar verschilden op de interpretatie van de feedback: ambivalente feedback interpretatie (M = 3.03, SD =.73), negatieve feedback interpretatie (M = 2.01, SD =.71) en positieve feedback interpretatie (M = 4.22, SD =.70) verschilden significant (p <.05). Dit betekent dat de manipulatie van de feedback in de eerste situatie (positief vs. negatief vs. ambivalent) uitstekend gewerkt heeft. Uit de ANOVA op de interpretatie van de feedback in situatie 2 bleek een significant hoofdeffect van feedbacknorm conditie op de evaluatie van de ontvangen feedback (F(2,105) = 9.23, p =.01, η 2 =.15). De feedbackmanipulatie in de eerste situatie heeft een doorwerkend effect op hoe men de ambivalente feedback die men later zelf ontvangt interpreteert. De eigen feedback wordt dus vergeleken met de feedback(norm) die in de eerste situatie is gezet. Uit de planned contrast toetsen bleek dat de evaluatie van de ontvangen feedback tussen de drie feedbacknorm condities: positieve feedbacknorm conditie (M = 2.26, SD =.57), negatieve feedbacknorm conditie (M = 2.81, SD =.56) en ambivalente feedbacknorm conditie (M = 2.33, SD =.69), allen significant

20 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 20 van elkaar verschillen (p s <.01) met uitzondering het verschil tussen de positieve en ambivalente feedbacknorm conditie (p >.05). Zoals verwacht evalueren mensen in de negatieve feedbacknorm conditie de eigen ontvangen ambivalente feedback als positiever dan mensen in de positieve feedbacknorm conditie. Wanneer ambivalente feedback wordt vergeleken met enkel positieve feedback dan interpreteert men de ambivalente feedback als negatiever dan wanneer men deze ambivalente feedback vergelijkt met enkel negatieve feedback gegeven in situatie 1. Dit bevestigt hypothese 3, de vergelijking met de feedback in situatie bepaalt de interpretatie van de daaropvolgende ontvangen feedback. De eerst gegeven feedback werkt dus als norm waartegen de volgende feedback wordt vergeleken. Opvallend is dat er geen significant verschil bestaat op de interpretatie van de eigen ontvangen ambivalente feedback tussen de positieve en ambivalente feedbacknorm condities. Dit betekent dat de interpretatie tussen relatief negatieve feedback en ambivalente feedback (zoals op dat moment de norm) niet verschilt. Het negatieve aspect van ambivalente feedback wordt dus, ondanks dat ambivalentie de geldende feedbacknorm is, zwaarder gewogen in de interpretatie. Daarnaast is er expliciet naar de vergelijking met de voorgaande feedback gevraagd. Er bestaat een significant hoofdeffect van feedbacknorm conditie op de vergelijking van de eigen ontvangen feedback met de feedback die de voorgaande groepsgenoot heeft ontvangen (F(2, 105) = , p =.01, η 2 =.71). Planned contrast toetsen toonden aan dat de gemiddelde score van alle condities significant van elkaar verschilden ( p s <.01). Dus wanneer de vergelijking expliciet gemaakt wordt verschillen de ambivalente en positieve feedbacknorm condities wel van elkaar. Men ziet dus wel dat de ontvangen feedback juist beter, slechter of gelijk is aan de voorgaande feedback. Zoals verwacht vond men in de positieve feedbacknorm conditie de eigen ontvangen ambivalente feedback negatiever in vergelijking met de norm (M = 1.72, SD =.62). In de negatieve feedbacknorm conditie vond men de ontvangen ambivalente feedback juist positiever (M = 4.28, SD =.69). In de ambivalente feedbacknorm conditie week de score niet significant af van het

21 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 21 gemiddelde van de schaal (M = 2.69, SD =.80). Wanneer men zich bewust vergelijkt met de voorgaande feedback, ziet men dat de eigen ontvangen ambivalente feedback weldegelijk gelijk is aan de geldende feedbacknorm. Uit de ANOVA van de feedbackinterpretatie in situatie 3 kwam naar voren dat er een hoofdeffect van feedbackconditie bestaat op de interpretatie van de feedback in de laatste situatie (F(2, 105) = 4.69, p =.01, η 2 =.08). Uit de planned contrast toetsen bleek een significant verschil tussen de positieve (M = 2.72, SD =.75) en de negatieve (M = 3.23, SD =.72, p =.01) feedbacknorm condities in de laatste situatie. De ambivalente feedbacknorm conditie bleek niet significant (p =.85) te verschillen van de andere condities (M = 2.82, SD =.79). Gemiddeld vinden de mensen in de negatieve feedbacknorm conditie de gegeven ambivalente feedback van de groep in situatie 3 significant positiever dan de mensen uit de positieve feedbacknorm conditie. Uit deze resultaten wordt hypothese 3 bevestigd. De vergelijking met de prille groepsnorm uit situatie 1 bepaald de interpretatie van de daaropvolgende ambivalente feedback en blijft bestaan over tijd. Hypothese 6 a en b kunnen niet uit de data niet worden bevestigd, er bleek geen significant effect (p >.05) te zijn van tijdsduur op de interpretatie van de feedback en de mate waarin men conformeert aan de groepsnorm. Evaluatie en identificatie met de groep. Solidariteit. Uit de repeated measures (mixed between-within) variantie analyse bleek dat er niet was voldaan aan de sfericiteitsassumptie (X 2 (2) = 8.44, p =.015), daarom is er gekeken naar de Greenhouse-Geisser (ε =.93). Over de drie metingen in zijn geheel gezien bleek er geen significant effect te bestaan op solidariteit (p >.05). Uit de effecten binnen proefpersonen bleek dat de mate waarin iemand zich solidair met de groep voelt afhing van de feedbacknorm conditie waarin iemand zich bevond. Het hoofdeffect van feedbacknorm conditie op solidariteit bleek significant (F(3.71, ) = 4.89, p =.01, η 2 =.09). Duur van de training bleek geen significant hoofdeffect te hebben (p =.67). Er bleek echter wel een significant interactie-effect tussen feedbacknorm conditie en

22 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 22 tijdsduur van de training (F(3.77, ) = 2.67, p =.04, η 2 =.05). De mate van solidariteit verschilt dus binnen proefpersonen afhankelijk van de tijdsduur en de feedbacknorm conditie die in de eerste situatie zijn gezet. In Tabel 5 zijn alle significante verschillen per situatie en conditie uitgezet. Tabel 5 Gemiddelde Solidariteit (M) en Standaarddeviaties (SD) Per Situatie Conditie M (SD)situatie 1 M(SD) situatie 2 M(SD) situatie 3 Positief*kort 2.77(.21) 2.46(.19) a 2.90(.19) b Positief*lang 2.94(.22) c 2.43(.20) d 2.77(.20) Negatief*kort 2.44(.20) 2.41(.18) 2.29(.18) Negatief*lang 2.67(.21) e 3.11(.20) f 3.15(.20) f Gemiddelden met een verschillend subscript per regel verschillen significant van elkaar ( p s <.05) In de positieve feedbacknorm conditie bleek dat mensen die relatief lang tot een groep behoren zich significant minder solidair voelen met de groep wanneer ze zelf relatief negatieve feedback ontvangen. Dit trekt echter weer bij wanneer men er achter komt dat andere groepsgenoten ook relatief negatieve feedback krijgen (echter niet significant). Dit is ook terug te zien in de positief*korte conditie. Wanneer men zelf ambivalente feedback ontvangt is de solidariteit significant lager dan wanneer men er achter komt dat ook anderen dezelfde soort feedback ontvangen. De solidariteit gaat dan significant omhoog. Dit bevestigt hypothese 5: wanneer achteraf blijkt dat andere groepsleden, net als de proefpersoon zelf, ook ambivalente feedback krijgen dan voelt men zich meer gelijk aan de gemiddelde persoon in de groep. Opvallend is dat in de positieve*korte conditie de mate van solidariteit niet significant verschilt tussen de eerste en de tweede situatie. Het ontvangen van relatief negatieve

23 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 23 feedback heeft dus geen significante daling op de solidariteit tot gevolg. Dit kan dus betekenen dat wanneer men kort tot de groep behoort men zich sowieso minder solidair voelt vanaf het begin. Maar het kan ook zijn dat men zich minder aantrekt van de mening van de groep wanneer men zelf relatief negatieve feedback ontvangt. Men is immers toch maar kort in deze groep. Dit is in overeenstemming met het self-evaluation maintenance (SEM) model van Tesser (1988). Wanneer achteraf blijkt dat anderen ook ambivalente feedback ontvangen dan krijgt het gevoel van solidariteit een significante boost. Dit is niet terug te zien in de lange conditie. In de negatief*lange feedbacknorm conditie werkt het zoals verwacht de andere kant op. De solidariteit krijgt een significante boost wanneer blijkt dat men relatief positieve feedback ontvangt. De vergelijking met de feedback norm heeft dus impact op de mate waarin men zich solidair voelt met de groep. Er bleken geen significante verschillen tussen de situaties in de negatief*korte conditie. Wanneer men maar kort tot de groep behoord heeft het ontvangen van relatief positieve feedback geen positief effect op de mate van solidariteit. In de positief*korte conditie was wel een effect te zien. Dit impliceert dat in deze studie relatief negatieve feedback geen negatief effect heeft op de mate van solidariteit. Men beschermt zich tegen de negatieve feedback. Maar wanneer achteraf blijkt dat anderen ook relatief negatieve feedback krijgen voelt men zich meer solidair. Dit bevestigt het misery loves company principe. Men is niet alleen. Anderen ontvangen ook relatief negatieve feedback. Binnen de ambivalente feedbacknorm conditie bleek zoals verwacht geen significant verschil in solidariteit. De gegeven en ontvangen feedback voldoet ook aan de norm die in de eerste situatie is gezet. Wanneer men lang tot een groep behoort heeft de ontvangen feedback effect op de mate waarin men zich solidair met de groep voelt. Wanneer men maar kort tot een groep behoort blijft dit effect uit. Er blijkt wel een after effect te zijn in de positief*korte conditie. De invloed van de ontvangen feedback op de solidariteit lijkt geen effect te hebben, maar wanneer blijkt dat een ander groepslid ook relatief negatieve feedback ontvangt gaat de solidariteit ineens significant omhoog.

24 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 24 Dit kan wijzen op een bescherm mechanisme zoals beschreven in het SEM model. Tijdsduur heeft dus wel degelijk effect. Hypothese 6a wordt deels bevestigd. Individuele zelfstereotypering. Op de zelfstereotyperingssitems blijkt uit de repeated measures (mixed between-within) variantie analyse dat er niet is voldaan aan de sfericiteitsassumptie (X 2 (2) = 20.42, p =.01), daarom is er gekeken naar de Greenhouse-Geisser (ε =.85). Er blijkt geen significant effect over tijd te bestaan op de individuele zelfstereotypering. De feedbacknorm conditie heeft een hoofdeffect op de individuele zelfstereotypering (F(3.41, ) = 2.72, p =.04, η 2 =.05). Tussen proefpersonen blijkt er geen significant verschil te bestaan. Uit de planned contrasts blijkt dat er binnen proefpersonen in de positieve feedbacknorm conditie de zelfstereotypering significant verschilt tussen situatie1 (M = 3.29, SD =.14) en 2 (M = 2.94, SD =.14, p =.03) en tussen situatie 2 en 3 (M = 3.24, SD =.13, p =.02). In de overige condities bleken de verschillen echter niet significant (p >.05). Wanneer er in situatie 1 positieve feedback wordt gegeven heeft men het gevoel meer gemeen met de groep te hebben, dan wanneer men daarna zelf ambivalente (relatief negatieve) feedback ontvangt. Als in situatie 3 blijkt dat de ander ook ambivalente feedback ontvangt trekt de zelfstereotypering weer aan. Situatie 1 en 3 verschillen dan ook niet significant van elkaar. Dit bevestigt hypothese 5: wanneer achteraf blijkt dat andere groepsleden, net als de proefpersoon zelf, ook ambivalente feedback krijgen dan voelt men zich meer gelijk aan de gemiddelde persoon in de groep. Uit de resultaten bleek niet dat men zich minder identificeert met de groep wanneer er negatieve feedback wordt gegeven in vergelijking met ambivalente of positieve feedback. Hypothese 2 is dus niet bevestigd. Daarnaast blijkt wel dat er geen significant verschil is binnen de negatieve en ambivalente feedbacknorm condities. Dit kan er op wijzen dat men alleen in actie komt wanneer men relatief negatieve feedback krijgt. Men kan zich beschermen door zichzelf minder als deel van de groep te zien.

25 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 25 Ingroup homogeneity. Uit de repeated measures ANOVA bleek dat er niet is voldaan aan de sfericiteitsassumptie (X 2 (2) = 18.45, p =.01), daarom is er gekeken naar de Greenhouse-Geisser (ε =.87). Er bleek een significant effect over de drie situaties op ingroup homogeneity (F(1.73, ) = 9.36, p =.01, η 2 =.08). Tussen proefpersonen blijkt er een significant effect van feedbacknorm conditie te bestaan (F(2,108) = 3.19, p =.04, η 2 =.06). Uit de planned contrast komt duidelijk het verschil tussen de condities naar voren. De ingroup homogeneity verschilt namelijk alleen significant tussen de 1 e en 2 e situatie in de positieve en negatieve feedbacknorm condities. De mate van homogeniteit in de positieve feedbacknorm conditie in situatie 1 (M = 3.19, SD =.12) en situatie 2 (M = 2.74, SD =.13, p =.01), evenals de homogeniteit in de negatieve feedbacknorm conditie in situatie 1 (M = 3.32, SD =.12) en situatie 2 (M = 2.97, SD =.12, p =.03) verschilden significant. Situaties 2 en 3 verschillen niet significant. De ambivalente conditie liet ook geen significant verschil zien over de situaties. Deze resultaten bevestigen hypothese 1: de groep wordt meer als één gezien als alle groepsleden dezelfde soort feedback uitten. Na de eerste situatie wordt er namelijk enkel ambivalente feedback gegeven. Opvallend is het feit dat de soort feedback geen invloed heeft op de mate van homogeniteit. Het gaat puur om de gelijkenis binnen de groep, ongeacht of de feedback nu enkel positief of enkel negatief is. Inclusion of others in the self. Uit de mixed between-within repeated measures ANOVA is gebleken dat over de drie situaties gezien er een significant verschil van inclusion of others in the self is (F(2, 216) = 13.02, p =.01, η 2 =.11). Daarnaast blijkt dat de mate van IOS ook significant afhangt van de feedbacknorm conditie (F(4, 216) = 6.71, p =.01, η 2 =.11). De planned contrast toetsen lieten zien dat de IOS significant verschilt tussen situatie 1 (M = 4.17, SD =.25) en 2 (M = 3.17, SD =.24, p =.01) en 2 en 3 (M = 3.83, SD =.24, p =.01) in de positieve feedbacknorm conditie. De inclusie van anderen in het zelfbeeld gaat, wanneer men zelf relatief negatieve feedback ontvangt, significant omlaag. De IOS scores in situatie 1 en 3 verschillen niet significant van elkaar. Dit betekend dat de IOS weer toeneemt tot het niveau in de eerste situatie wanneer blijkt

26 INVLOED VAN FEEDBACK IN GROEPEN 26 dat anderen ook ambivalente feedback ontvangen. Dit bevestigt hypothese 4, wanneer men zelf relatief negatieve feedback ontvangt voelt men zich minder deel van de groep. Wanneer blijkt dat anderen ook ambivalente feedback ontvangen voelt men zich achteraf weer meer gelijk aan de gemiddelde persoon, dit bevestigd hypothese 5. De andere condities verschilden niet significant. Wanneer men dus relatief positieve feedback ontvangt heeft dit geen significante stijging van de IOS tot gevolg. Het gaat dus schijnbaar weer enkel om het beschermen van mogelijke negatieve effecten. Groepsevaluatie. Uit de mixed between-within repeated measures ANOVA blijkt een significant effect over tijd met betrekking tot de tevredenheid met de groep (F(2, 216) = 12.58, p =.01, η 2 =.10). Binnen proefpersonen blijkt er een significante interactie met de feedbacknorm conditie op de evaluatie van de groep (F(4, 216) = 8.95, p =.01, η 2 =.14). Uit de planned contrast toetsen kwam naar voren dat er een significant verschil bestaat tussen alle drie de situaties in de positieve feedbacknorm conditie op groepsevaluatie. Situatie 1 (M = 3.69, SD =.11) en 2 (M = 3.12, SD =.11, p =.01), de evaluatie in situaties 2 en 3 (M = 3.42, SD =.11, p =.01) en situatie 1 en 3 (p =.01) verschillen significant van elkaar. Wanneer men zelf relatief negatieve feedback krijgt gaat de groepsevaluatie significant omlaag. Wanneer achteraf blijkt dat anderen ook relatief negatieve feedback krijgen gaat de evaluatie weer licht, maar significant, omhoog. Dit is in lijn met hypothese 5. En met hypothese 3, de feedback wordt vergeleken met de feedbacknorm. Wanneer deze vergelijking nadelig is voor het individu heeft dit een nadelig effect op de groepsevaluatie. Ook is dit in lijn met hypothese 2 en 4; men identificeert zich niet alleen minder met de groep, maar men evalueert de groep ook negatiever. In de ambivalente conditie verschilt de groepsevaluatie tussen situatie 1 (M = 3.60, SD =.11) en 2 ( M = 3.26, SD =.11, p =.01) significant. Hieruit blijkt dat wanneer men zelf feedback ontvangt de groepsevaluatie significant lager is dan wanneer een ander soortgelijke feedback ontvangt. Wanneer men zelf ambivalente feedback ontvangt wordt er wellicht meer de focus op het

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 13. Factor ANOVA De theorie achter factor ANOVA (tussengroep) Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 1. Onafhankelijke

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1. Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Hulp bij relatieproblemen

RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1. Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS. Hulp bij relatieproblemen RUNNING HEAD: Hulp bij relatieproblemen 1 Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Hulp bij relatieproblemen Kunnen de attitude en intentie van mannen ten aanzien van relatietherapie

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst.

Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst. Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst. Jaap W. Ouwerkerk * (Vrije Universiteit Amsterdam) Naomi Ellemers (Vrije Universiteit

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

College 6 Eenweg Variantie-Analyse College 6 Eenweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 11, 1 (t/m p. 55) - MM&C: Hoofdstuk 1 (t/m p. 617), p. 63 t/m p. 66 - Aanvullende tekst 6, 7 en 8 Jolien Pas ECO 01-013 Het Experiment: een voorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3

De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 3 De verwerking van overredende boodschappen die door een meerderheid of een minderheid worden gesteund: Experiment 2 1 en 3 Experiment 2 Onderzoek naar sociale beïnvloeding laat zien dat mensen over het

Nadere informatie

Artikel 15: Cooperation, competition, and team performance, toward a contingency approach

Artikel 15: Cooperation, competition, and team performance, toward a contingency approach Artikel 15: Cooperation, competition, and team performance, toward a contingency approach 1) Abstract * Onderzoek: er wordt onderzocht of de relatie tussen de beloningsstructuur en de team prestatie contingent

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten Vergelijken of corrigeren? 1 VERGELIJKEN OF CORRIGEREN? Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden op de beoordeling van nieuwe objecten Wouter M. van den

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Signaalkaart Jongeren

Signaalkaart Jongeren Signaalkaart Jongeren Naam: Mike de Boer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Signaalkaart Mike... 5 Toelichting op de uitslag... 6 Pagina 2 van 8 Inleiding Op 14 maart 2014 heeft Mike de Boer de Signaalkaart

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Inleiding. Hoe zijn mensen te motiveren tot vrijwillige inzet?

Inleiding. Hoe zijn mensen te motiveren tot vrijwillige inzet? Inleiding Hoe zijn mensen te motiveren tot vrijwillige inzet? Vrijwilligerscentrales VU A dam Verkennende Studies & Bestaande Inzichten Ontwikkeling Nieuwe Werkwijzen VC s Deelonderwerp I Werven en Behouden

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS Universiteit Utrecht Master psychologie, Sociale Psychologie THESIS De Invloed van Opsporingsberichten op Billboards op de Beleving van de Waarnemers Timo J. Jansen, 3519589 Juni 2013 Begeleidster: Madelijn

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk

Switching on and off. office hours. Internet is booming. Normen vervagen ;-); The Do s and Don ts of E-mail during jjk Switching on and off De impact van smartphone gebruik op het welzijn van de werknemer Daantje Derks Erasmus Universiteit Rotterdam Opzet presentatie Algemeen theoretisch kader Aanleiding/observaties Begripsverheldering

Nadere informatie

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie

De effectiviteit van non-verbale communicatie De effectiviteit van non-verbale communicatie Een onderzoek naar de invloed van nonverbale communicatie op de waardering van reclamemodellen onder Nederlandse en Surinaamse consumenten Masterthesis Graduate

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt

Resultaten. 7. Eta-kwadraat (12) is de proportie van de totale variantie in de afhankelijke variabele die veroorzaakt Resultaten z Controles op de manipulaties Al le deelnemers beantwoordden de vraag of zij meer, minder of evenveel loten kregen correct. Een 2(zelfbedreiging: wel vs. niet) x 3(Verdeling: gelijk vs. voordelig

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst BS De Fontein/ Helden Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein Enige tijd geleden heeft onze school BS De Fontein deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding

Samenvatting SBO2007. SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam. Schoolgebouw. Omgeving van de school. Kennisontwikkeling. Begeleiding SBO A.J. Schreuderschool/ Rotterdam Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) A.J. Schreuderschool Enige tijd geleden heeft onze school A.J. Schreuderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010 Evaluatierapport Workshop Bewust en positief omgaan met ADHD Universiteit van Tilburg Forensische psychologie 23 april 2010 Drs. Arno de Poorter (workshopleider) Drs. Anne van Hees (schrijver evaluatierapport)

Nadere informatie

De begeleider cliënt relatie vragenlijst

De begeleider cliënt relatie vragenlijst De begeleider cliënt relatie vragenlijst De relatie begeleider cliënt meten John Roeden, Anno Velema, Baalderborg Groep Introductie Positieve relatie tussen cliënt en begeleider belangrijk Levert een bijdrage

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

PT Zelfrapportage. Positiviteitstest. Luise Moysen

PT Zelfrapportage. Positiviteitstest. Luise Moysen PT Zelfrapportage Positiviteitstest ID 32768 Datum 03.02.2015 PT Interpretatie 4 / 11 Positiviteit en Positieve oriëntatie Deze twee algemene schalen meten een cognitieve, algemene en constante gerichtheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen

FEEDBACK GEVEN. Feedback = een concrete uitspraak over het gedrag van een ander, met een specifiek doel voor ogen FEEDBACK GEVEN Feedback geven is een van de meest directe manieren om gedrag te sturen. Zeker op de korte termijn, maar zeker ook op de langere termijn is feedback heel krachtig. Maar effectief feedback

Nadere informatie

Symposium Leren van toetsen

Symposium Leren van toetsen Symposium Leren van toetsen Feedforward in digitale feedback Bob Wassenaar Iris Böhm Programma Voorstellen Presentaties beide onderzoeken discussie Masterthesis feedback Aanleiding onderzoek: Vraagstuk

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie