UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014-2015"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar HOEVEEL TIJD SPENDEREN VLAAMSE ADOLESCENTEN AL ZITTEND TIJDENS SCHERMGERELATEERDE ACTIVITEITEN EN IN WELKE MATE BEÏNVLOEDT DE DIRECTE OMGEVING DIT GEDRAG? Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Gezondheidsvoorlichting en bevordering Door Anne-Lore Scherrens en Lotte Verleysen Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij Co-promotor: Prof. Dr. Greet Cardon Begeleider: Cedric Busschaert

2

3 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar HOEVEEL TIJD SPENDEREN VLAAMSE ADOLESCENTEN AL ZITTEND TIJDENS SCHERMGERELATEERDE ACTIVITEITEN EN IN WELKE MATE BEÏNVLOEDT DE DIRECTE OMGEVING DIT GEDRAG? Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Gezondheidsvoorlichting en bevordering Door Anne-Lore Scherrens en Lotte Verleysen Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij Co-promotor: Prof. Dr. Greet Cardon Begeleider: Cedric Busschaert

4 Verklaring publicatie- en vermogensrecht i

5 Abstract Inleiding: Uit de literatuur blijkt dat het merendeel van de adolescenten de richtlijn van maximaal twee uur schermtijd per dag overschrijdt, waardoor deze groep een verhoogde kans heeft op (gezondheids-)problemen. Binnen deze masterproef wordt nagegaan hoeveel tijd Vlaamse adolescenten zittend doorbrengen tijdens schermgerelateerde sedentaire gedragingen (SSG) (tv, computer en gaming). Mogelijke correlaten werden op socio-demografisch, psychosociaal en huishoudelijke omgevingsniveau onderzocht. Methode: Binnen dit cross-sectioneel onderzoek werden vragenlijsten, die peilden naar context-specifiek SSG en mogelijke correlaten, afgenomen bij 327 jongens en 159 meisjes (11-17 jaar) uit zeven scholen gelegen in Vlaanderen. Resultaten: De resultaten bewezen dat 86% van de adolescenten de richtlijn omtrent schermtijd overschrijdt, waarbij zij die veel simultaan gedrag stellen meer tijd spenderen aan schermactiviteiten. Onderzoek naar correlaten van context-specifiek SSG blijken tv-kijken door ouders, door broers/zussen en gezamenlijk tv-kijken met ouders positieve correlaten en regels omtrent tv-kijken een negatieve correlaat van tv-kijken te zijn. Specifiek kijken naar gaming blijken jongens meer te gamen en zijn gaming door ouders, door broers/zussen, gezamenlijk gamen met leeftijdsgenoten en het aantal spelconsoles op de slaapkamer positieve correlaten. Ook zijn broers/zussen, het aantal computers op de slaapkamer positieve correlaten en d regels omtrent computergebruik een negatieve correlaat van computergebruik. Conclusie: Vlaamse adolescenten spenderen dagelijks veel tijd aan SSG. Voornamelijk SSG gesteld door broers/zussen kan het SSG van de adolescent sterk beïnvloeden. Naar de toekomst toe kunnen interventies bevindingen uit deze masterproef opnemen en onderzoeken of deze daadwerkelijk effectief zijn in vermindering van de schermtijd. Aantal woorden masterproef: (exclusief bijlagen en bibliografie) ii

6 Inhoudstabel Verklaring publicatie- en vermogensrecht Abstract Inhoudstabel Woord vooraf... vii Inleiding... 1 LITERATUURSTUDIE 3 Definities... 3 Sedentair gedrag... 3 Sedentair gedrag versus fysieke activiteit... 4 Schermgerelateerd sedentair gedrag en niet-schermgerelateerd sedentair gedrag... 5 Productieve en niet-productieve sedentaire activiteiten... 6 Richtlijnen SG en SSG... 7 Nationaal... 7 Internationaal... 7 Nood aan revisie... 8 Gezondheidsproblemen verbonden aan hoge mate van SG/SSG... 8 Totaal SG... 8 SSG... 9 Fysieke gezondheidsproblemen... 9 Psychosociale gezondheidsproblemen Verminderen en onderbreken van SG en SSG SG SSG Meten van SG en SSG Algemeen Subjectieve methoden i ii iii iii

7 Objectieve methoden Prevalentie Totaal SG SSG Algemeen Tv-kijken Computergebruik Videogames spelen Determinanten van schermgerelateerd sedentair gedrag Inleiding Ecologische modellen van gezondheidsgedrag Ecologisch model van de vier sedentaire gedragsdomeinen Intrapersoonlijke determinanten Socio-demografisch Interpersoonlijke determinanten psychosociale variabelen Modeling Omgeving: domein huishouden Elektronica in de slaapkamer Huishoudelijke regels en afspraken PROBLEEMSTELLING 39 ONDERZOEKSVRAGEN & HYPOTHESES 41 ONDERZOEKSMETHODE 44 Procedure Onderzoeksdesign Dataverzameling en steekproef Meetinstrument: vragenlijst Variabelen Gedragsvariabelen iv

8 Simultaan gedrag Sedentair gedrag: schermgerelateerd sedentair gedrag Socio-demografische variabelen Psychosociaal: modeling Schermgerelateerd sedentair gedrag familieleden Schermgerelateerd sedentair gedrag leeftijdsgenoten (gaming) Huishoudelijke omgeving Huishoudelijke regels en afspraken Aantal toestellen in de huishoudelijke omgeving Dataverwerking Gedragsvariabelen Schermgerelateerd sedentair gedrag Simultaan gedrag Socio-demografische variabelen Psychosociale variabelen modeling Huishoudelijke omgeving Data-analyse Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag RESULTATEN 59 Onderzoeksvraag Hoeveel procent van de Vlaamse adolescenten (11-17 jaar) overschrijdt de richtlijn van twee uur schermtijd per dag? Welke schermgerelateerde context neemt het grootste deel van de totale schermgerelateerde zittijd in beslag? Onderzoeksvraag v

9 Wat is het verschil in gemiddelde tijd gespendeerd aan SSG per dag tussen Vlaamse adolescenten van 11 tot 17 jaar die geen tot weinig simultaan gedrag stellen en tussen Vlaamse adolescenten die veel simultaan gedrag stellen? Bestaat er een verband tussen het aantal toestellen in de slaapkamer, alsook draagbare toestellen in de thuissituatie en simultaan gedrag? Onderzoeksvraag Is er een verband tussen de leeftijdsspecifieke BMI en de mate van dagelijks scherm gerelateerd sedentair gedrag waarneembaar bij adolescenten (11-17 jaar)? Onderzoeksvraag Welke variabelen hebben invloed op het context-specifiek schermgerelateerd sedentair gedrag van Vlaamse adolescenten? A) Tv-kijken B) Gaming C) Computergebruik DISCUSSIE 73 Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Beperkingen en sterktes Aanbevelingen CONCLUSIE 82 BIBLIOGRAFIE 84 BIJLAGEN 92 Bijlage 1: informed consent Bijlage 2: Vragenlijst determinanten adolescenten LIJST VAN TABELLEN 121 LIJST MET FIGUREN 122 vi

10 Woord vooraf Na het schakeljaar kon het grote werk beginnen, met name het schrijven van een masterproef. Deze masterproef handelt, zoals eerder aangehaald, over de tijd die adolescenten spenderen aan de verschillende schermen. Het is een gedrag die op heden erg veel gesteld wordt, maar ook onderschat wordt. Gezien deze toebehoorde tot een van onze voorkeuren als masterproefonderwerp, waren wij erg tevreden met deze toewijzing. Met behulp van deze masterproef hebben wij de mogelijkheid gekregen om ons meer te verdiepen in dit onderwerp en om meer zicht krijgen op de ware cijfers. Wij zijn onszelf ook veel meer bewust geworden van ons eigen (schermgerelateerd) sedentair gedrag. Zo letten we er bijvoorbeeld meer op dat we af en toe onze zittijd onderbreken in het dagdagelijkse leven. Het ontwikkelen van deze masterproef was een boeiend, leerrijk maar eveneens tijdrovend avontuur. Ten aanzien van de methodiek, data-analyse met SPSS-software, vonden wij deze masterproef zowel een uitdaging als een leuke bezigheid. Wij konden beiden reeds goed werken met deze software, waardoor het op een duur leuk werd om nieuwe functies te ontdekken en snelle handelingen uit te voeren. Onze dank ter finalisering van deze masterproef gaat in eerste instantie uit naar onze promotor Ilse De Bourdeaudhuij en co-promotor Greet Cardon. Daarnaast willen wij onze mentor, met name Cedric Busschaert heel erg bedanken. Van in het begin heeft hij tijd en energie vrijgemaakt voor de opvolging van onze thesis. Hij was altijd beschikbaar en gaf meerdere keren constructieve feedback. Ook willen wij onze nabije omgeving danken voor de steun en het creëren van een aangename sfeer om deze masterproef tot een goed eind te brengen. Hierbij denken wij aan onze ouders, familieleden, vrienden en medestudenten. Tot slot willen wij aanhalen dat wij erg veel voordeel hebben kunnen halen uit deze duothesis. Het was een aangename samenwerking gedurende het volledige proces, waarbij we complementair en productief gewerkt hebben. Zo hebben we heel vaak afgesproken om samen bepaalde punten te bespreken. Aangezien wij beiden een andere vooropleiding (kinderverpleegkunde & voeding- en dieetkunde) hebben, zorgde de samenwerking ervoor dat dit onderwerp vanuit twee verschillende perspectieven kon bekeken worden. Ook toen we het even niet meer zagen zitten en er even geen vooruitgang was, trokken we ons aan elkaar op. We kunnen met een goed gevoel dit masterjaar afsluiten. Bij deze stellen wij jullie in de volgende pagina s graag onze bekomen resultaten voor! vii

11 Inleiding Er is er in het kader van wetenschappelijk onderzoek veel belangstelling ontstaan voor studies naar sedentair gedrag (zittend gedrag) en meer specifiek omtrent schermgerelateerd sedentair gedrag. Schermgerelateerd sedentair gedrag bestaat uit activiteiten waarbij een beeldscherm gebruikt wordt. De stijging van studies naar sedentair gedrag komt doordat er door de jaren heen erg veel is veranderd in het activiteitenpatroon, alsook in dat van de adolescenten. In de periode tussen 2004 en 2009 is er een toename in de tijd gespendeerd aan tv-kijken, computergebruik en gaming onder de adolescenten (Rideout et al., 2010). Als reactie op de reeds gevonden bevindingen, waaronder fysieke en mentale gezondheidsproblemen als gevolg van een hoog schermgerelateerd sedentair gedrag, werden richtlijnen ontwikkeld. Sinds 2012 wordt in Vlaanderen, maar ook internationaal, de richtlijn van maximum twee uur schermgerelateerd sedentair gedrag, alsook het gebruik van elektronische media buiten de schooluren, per dag voor kinderen en adolescenten (6-18jaar) gehanteerd (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012). Uit de literatuur blijkt dat een groot deel van de adolescenten deze richtlijn overschrijdt (Totland et al., 2013). Aangezien onderzoek naar sedentair gedrag nog relatief nieuw is, is het belangrijk om bijkomend onderzoek te doen naar hiaten in de literatuur omtrent sedentair gedrag (zoals simultaan gedrag en correlaten) om zo in de toekomst effectieve interventies te kunnen ontwikkelen. Tot nog toe zijn er nog maar weinig, of tegenstrijdige resultaten terug te vinden omtrent simultaan gedrag (het gelijktijdig uitvoeren van twee of meer schermactiviteiten) en correlaten (redenen waarom personen kiezen voor veel/weinig te zitten). Over sommige correlaten (o.a. opleidingsniveau van de adolescent, modeling) is er zo goed als niets terug te vinden in de literatuur. Toekomstig onderzoek dient duidelijkheid te brengen, zodanig dat er actie kan ondernomen worden in het effectief onderbreken en verminderen van het (schermgerelateerd) sedentair gedrag. Aan de hand van deze masterproef wordt nagegaan hoeveel tijd adolescenten (eerste tot vijfde middelbaar) al zittend doorbrengen tijdens schermgerelateerde zittende gedragingen (tv, computer en gaming). Verder zullen aspecten zoals het verschil in dagelijks SSG tussen adolescenten die geen tot weinig en adolescenten die veel simultaan gedrag stellen worden onderzocht. 1

12 Deze masterproef tracht tevens een bijdrage te leveren aan de huidige literatuur omtrent het in kaart brengen van correlaten van context-specifieke sedentaire gedragingen bij adolescenten. In het bijzonder werd de rol van modeling op SSG van de adolescent nagegaan. Deze masterproef kadert binnen een groter Vlaams onderzoek, bestaande uit longitudinale studies gericht tot drie doelgroepen, met name de adolescenten, de volwassenen en de senioren. Er wordt gestart met een literatuurstudie die de reeds beschikbare wetenschappelijke achtergrond van (schermgerelateerd) sedentair gedrag beschrijft. Daarna volgen de probleemstelling, onderzoeksvragen & hypotheses, onderzoeksmethode, resultaten, discussie en conclusie. Om gegevens te verzamelen ter beantwoording van de opgestelde onderzoeksvragen werden er vragenlijsten afgenomen bij adolescenten schoolgaand in het Waasland (Vlaanderen). Om deze inleiding te beëindigen is het belangrijk om nogmaals te melden dat deze masterproef tot stand kwam door een samenwerking tussen twee studentes in de master Gezondheidsvoorlichting- en Bevordering. Alles werd samen besproken, waarna elk een stukje uitschreef, de ander dit nalas en aanpaste waar nodig. We staan beide voor 100% achter deze masterproef en zijn hier beide verantwoordelijk voor. 2

13 Literatuurstudie Het corpus Definities Sedentair gedrag De term sedentair is afgeleid van het Latijnse woord sedere dat zitten betekent (Norton K., Norton L., & Sadgrove, 2010). Kenmerkend aan sedentaire gedragingen is dat deze weinig lichaamsbewegingen omvatten en een zeer laag energieverbruik inhouden (Pate, O Neill, & Lobelo, 2008; Tremblay et al., 2011). De SBRN, ook gekend als The Sedentary Behaviour Research Network, omschrijft sedentair gedrag (SG) als alle energie-uitgaven <1.5 metabole equivalenten (METs, multiples of the basal metabolic rate in het Engels) uitgevoerd in liggende of zittende houding tijdens de wakkere uren. Sedentair gedrag omvat dus zeker niet alleen het gebrek aan fysieke activiteiten doorheen de dag, maar namelijk alle dagelijkse liggende en zittende gedragingen (Wijndaele et al., 2013). Sedentaire gedragingen zijn vooral: tv-kijken, computergebruik, het gebruik van computerspellen en de tijd gespendeerd in een voertuig (Owen, Healy, Matthews, & Dunstan, 2010). Daarnaast worden ook de momenten waarbij men zit op school, tijdens sociale bezigheden met vrienden alsook familie meegerekend als sedentair gedrag. Tv-kijken is de meest voorkomende vorm bij de adolescenten (Pate et al., 2008). Sedentair gedrag is een fenomeen met stijgende populariteit, dat tegenwoordig niet meer weg te denken is uit de academische en de medische wereld, alsook niet uit de dagdagelijkse publicaties in de media (Pearson, Braithwaite, Biddle, van Sluijs, & Atkin, 2014). Door de veranderingen in de manier van leven in de Westelijke landen over de laatste decennia, alsook het verschuiven van gewoonten en gebruiken, vormt dit fenomeen een steeds groter wordend (medisch) probleem (Pearson et al., 2014). Sinds 1950 zijn de fysieke, economische en sociale omgeving, waarin de moderne mens bij het uitoefenen van zijn dagelijkse activiteiten zit of beweegt, erg gewijzigd (Hendriksen et al., 2013). 3

14 De Westerse maatschappij maakt het, door verdere informatisering en automatisering, steeds meer mogelijk om dagdagelijkse activiteiten meer al zittend uit te voeren. Veranderingen op vlak van transport, communicatie, werk (weekend-, vakantie- en vrijwilligerswerk) en technologie eisen minder fysieke activiteit. Mensen worden steeds meer verleid om een sedentaire levensstijl aan te nemen en langdurig te zitten. Of men nu kijkt naar de thuisomgeving, de schoolomgeving of naar de vrije tijd blijken mensen steeds meer geneigd te zijn om langdurig te zitten (Hendriksen et al., 2013; Owen et al., 2010). Sedentair gedrag versus fysieke activiteit Sedentair gedrag wordt niet enkel gedefinieerd als de afwezigheid van fysieke activiteit (FA). SG en FA dienen als twee afzonderlijke, onafhankelijke gedragingen gezien te worden (Pate et al. 2008; Owen et al., 2010; Tremblay et al., 2011). Bovenstaande gegevens geven aan dat SG niet als een inactief gedrag beschouwd wordt (Pate et al., 2008). Een inactief persoon wordt namelijk beschreven als een persoon dat onvoldoende matige tot zware FA uitvoert, of anders gezegd, niet voldoet aan de richtlijnen van dagelijkse FA (Pate et al., 2008). De richtlijnen met betrekking tot FA specifiek voor adolescenten handelen over minstens 30 minuten matige tot intensieve fysieke activiteit per dag (Tafforeau, 2008). Enerzijds kan iemand zowel sedentair als fysiek inactief gedrag vertonen, anderzijds kan iemand dagelijks voldoende FA verrichten volgens de aanbevelingen, maar de rest van de dag vooral SG stellen. Hiervoor wordt de term active couch potatoe aangehaald (Owen et al., 2010). Een voorbeeld hiervan kan een sporter zijn, die enkele uren per week gaat sporten maar de rest van de tijd vooral al zittend doorbrengt. Deze persoon zal toch nog veel risico hebben op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen desondanks hij/zij voldoet aan de richtlijnen van FA (Hendriksen et al., 2013). Hiernaast bestaat er een negatief (r=-0.96) verband tussen SG en licht intense FA. Licht intens FA omvat onder andere zelfzorg en minder dan tien minuten wandelen zoals het wandelen naar een parkeerplaats. Het verband houdt in dat dagelijks meer minuten licht intense FA gepaard gaat met minder SG. Het stellen van licht FA draagt bij tot het dagelijks energieverbruik en biedt potentiële gezondheidsvoordelen. Het is belangrijk een goede balans te vinden tussen beide activiteiten waarbij meer licht intense FA verricht worden (Owen et al., 2010). 4

15 Schermgerelateerd sedentair gedrag en niet-schermgerelateerd sedentair gedrag Binnen sedentair gedrag kan er een onderscheid gemaakt worden tussen schermgerelateerd sedentair gedrag (SSG) en niet-schermgerelateerd sedentair gedrag (NSSG). Over het algemeen worden er een aantal hoofdgedragingen verstaan onder de term SSG. Binnen de literatuur wordt er consistent gesproken over activiteiten waarbij een beeldscherm wordt gebruikt. Deze gedragingen houden het kijken naar de televisie, computergebruik (desktop, laptop en tabletapparaten) en het gebruik van spelconsoles, zowel op de computer als op televisie, in (Costigan, Barnett, Plotnikoff, & Lubans, 2012; Norton et al., 2010). Het al zittend gebruik maken van een gsm-toestel (smartphone) behoort volgens een Chinese studie over SSG in de vrije tijd bij adolescenten (12-14 jaar) eveneens tot SSG (Jiang, Hardy, Ding, Baur, & Shi, 2014). Wanneer er naar het energieverbruik gekeken wordt, vertoont tv-kijken binnen SSG een lager energieverbruik, zo n één MET, in vergelijking met andere SSG zoals het spelen van spelletjes op o.a. computer en PlayStation. Desondanks vertoont tv-kijken ook een lager energieverbruik ten opzichte van niet-schermgerelateerde activiteiten zoals zittend schrijven en zittend lezen, wat overeenkomt met 1.3 MET s (Costigan et al., 2012; Norton et al., 2010). Naast SSG, zijn er ook verschillende sedentaire gedragingen die niet gerelateerd zijn aan tijd gespendeerd voor een bepaald beeldscherm. Het maken van schoolwerk en vele vormen van onderwijs en vorming worden samen met gemotoriseerd transport aanzien als de meest voorkomende sedentaire gedragingen naast het SSG. Ook zelfzorg (voornamelijk eten) en luisteren naar muziek, zijn vormen van NSSG (Hendriksen et al., 2013; Olds, Maher, Ridley, & Kittel, 2010; Pearson et al., 2014; Totland et al., 2013). Tot slot bestaat er een negatieve correlatie (r=-0.58) tussen de tijd gespendeerd aan SSG en de tijd gespendeerd aan NSSG. Meer tijd gespendeerd aan SSG gaat gepaard met minder tijd gespendeerd aan NSSG en omgekeerd. NSSG werd tot op heden te weinig onderzocht, dit aangezien SSG vaak gelijkgesteld wordt aan SG. SSG is een belangrijk subgedrag van SG, maar andere gedragingen spelen ook een rol (Olds et al., 2010). 5

16 Simultaan gedrag Simultaan gedrag binnen SSG wordt in de literatuur vaak aangehaald als media multitasking. Het verwijst naar het gelijktijdig uitvoeren van twee, drie of vier schermactiviteiten (Rideout, Foehr, & Roberts, 2010). Een 10-jarige follow-up studie van Busschaert et al. (2015) onderzocht mogelijke predictoren, gemeten op de baselinemeting, die het gedrag gemeten op de follow-up kunnen voorspellen. Deze studie gaf in de discussie aan dat er in het begin van de 21 e eeuw nauwelijks sprake was van simultaan gedrag (bijvoorbeeld tv-kijken op de computer) (Busschaert et al., 2015). Volgens Rideout et al. (2010) zou dergelijk gedrag op heden steeds meer voorkomen onder adolescenten. Wel zouden nog te weinig onderzoeken deze variabele in rekening brengen, waardoor vaak geen accurate meetresultaten van SSG bekomen kunnen worden (Rideout et al., 2010). Dit onderzoek resulteerde aldus in een hoog percentage van simultaan gedrag onder adolescenten. Wanneer er specifiek gekeken werd naar het uitvoeren van verschillende activiteiten voor een televisiescherm, bleek 39% van de 12-tot 18-jarigen het grootste deel van de televisietijd gebruik te maken van een ander medium (bijvoorbeeld een computer). Negenentwintig procent van deze onderzochte adolescenten noteerde soms simultaan gedrag te vertonen (Rideout et al., 2010). Ook omtrent simultaan gedrag bij gebruik van de computer vonden Rideout et al. (2010) significante resultaten. Hierbij werd er echter gesproken over verschillende activiteiten, allen uitgevoerd door gebruik van de computer. Dit houdt o.a. het tegelijk surfen op het internet, downloaden van muziek en gebruik van sociale media in. Veertig procent van de adolescenten zou dit soort simultaan gedrag het grootste deel van de tijd uitvoeren, 26% dan weer soms (Rideout et al., 2010). Wordt er gekeken naar het simultaan gedrag tijdens het gamen, combineert 22% van de adolescenten het grootste deel van de tijd en 26% soms het gamen met activiteiten zoals computergebruik, lezen, tv-kijken, luisteren naar muziek of sms en (Rideout et al., 2010). De activiteit die echter het meeste werd gecombineerd met andere (sedentaire) gedragingen, was het luisteren naar muziek, waarbij bijna de helft van de adolescenten (43%) de activiteit combineerde met één of meerdere van bovenstaande (schermgerelateerde) activiteiten (Rideout et al., 2010). Productieve en niet-productieve sedentaire activiteiten Om het onderscheid te maken tussen deze productieve en niet-productieve activiteiten, dient er vooral naar de context gekeken te worden. 6

17 In het geval van adolescenten gaat het veeleer over (S)SG op school en (S)SG in de thuissituatie (vrije tijd) (Australian Government The Department of Health, 2011). Een studie van Sisson et al. (2009) onderzocht de prevalentie van tijd gespendeerd aan (schermgerelateerd) sedentair gedrag (televisie en videokijken en computergebruik) binnen de leeftijdsgroep van 12 tot 15 jaar. De adolescenten werden schriftelijk bevraagd aan de hand van een vragenlijst. Deze studie maakte een onderscheid tussen productief SG en niet-productief SG (SG in kader van de vrije tijd) op basis van het doel van de activiteit. Zo wordt lezen en het gebruik van een computer in kader van schoolwerk aanzien als productief SG (Sisson et al., 2009). Het bekijken van (teken)films op de televisie, het spelen van een niet-educatief computerspel of het spelen op een spelconsole, wordt daarentegen beschreven als niet-productief SG. De productieve vormen van SG zouden, volgens het onderzoek van Sisson et al. (2009), niet significant worden geassocieerd met hogere niveaus van lichamelijke inactiviteit, in tegenstelling tot de nietproductieve vormen van SG. Eerstgenoemde productieve vormen van SG zouden ook niet dezelfde negatieve gevolgen (zie gezondheidsproblemen verbonden aan hoge mate van SG/SSG) met zich meedragen dan de niet-productieve vormen van SG. Dit laatste fenomeen bevat echter nog veel onzekerheden wegens het gebrek aan voldoende (ondersteunende) onderzoeken (Sisson et al., 2009). Richtlijnen SG en SSG Nationaal Desondanks SG nog een redelijk recente term is, wordt er aandacht aan besteed en kunnen er in de literatuur al enkele richtlijnen teruggevonden worden. Een voorbeeld hiervan is de opname van SG in de actieve voedingsdriehoek en dit binnen de restgroep (VIGeZ, 2012). In België worden volgens de Vlaamse richtlijnen voor beweging en sedentair gedrag (2012) volgende richtlijnen gehanteerd: kinderen en jongeren (zes tot achttien jaar) dienen de sedentaire tijd, alsook het gebruik van elektronische media (zoals tv, pc en mobiele telefonie) buiten de schooluren, te beperken tot een maximum van twee uur per dag (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2012). Internationaal Vervolgens wordt internationaal meestal eenzelfde richtlijn omtrent het SSG voor adolescenten nagestreefd, namelijk maximum twee uur of 120 minuten SSG per dag (Costigan et al., 2012). 7

18 Reeds verschillende landen zoals Canada (CSEP, 2011), Groot-Brittannië (UK Department of Health, 2011) en Australië (Department of Health and Ageing, 2004) hebben mogelijke gezondheidsrisico s, die SG teweeg kan brengen, in hun beweegrichtlijnen opgenomen. Op deze manier proberen ze de bevolking aan te raden om het langdurig zitten zoveel mogelijk te beperken. Verder is er een consensus onder gezondheidswerkers dat een echte richtlijn voor SG in de toekomst noodzakelijk is (Hendriksen et al., 2013). Nood aan revisie Er heerst aldus een (inter)nationale nood aan een revisie van de richtlijnen van SSG voor adolescenten, aangepast aan de vernieuwde technologie (Costigan et al., 2012). Ook volgens de review van Lou (2014) raden organisaties zoals the American Academy of Pediatrics verscheidene richtlijnen aan in het kader van het voorkomen van obesitas en bovenal het promoten van de algemene gezondheid van kinderen en adolescenten. Zo wordt er op aangewezen een nutritioneel rijk dieet te consumeren, voldoende aan fysieke activiteit te doen en bovenal een gelimiteerde tijd op te leggen voor alle SSG. Onder SSG wordt hier tv-kijken, het spelen van videogames, computergebruik (in de vrije tijd) alsook activiteiten op smartphones en tablets verstaan (Lou, 2014). Gezondheidsproblemen verbonden aan hoge mate van SG/SSG Een te hoge mate van SG in de kind- en adolescentieperiode brengt heel wat gezondheidsproblemen en andere zoals sociale en psychologische problemen met zich mee. Hieronder volgen eerst gezondheidsproblemen gerelateerd aan een te hoog totaal SG, waarna er specifiek wordt toegespitst op de gezondheidsproblemen bij een te hoog SSG en dit steeds vanuit het adolescentenperspectief. Totaal SG Ten aanzien van de gezondheid concludeerde een review van Ruiz et al. (2011) dat verschillende cross-sectionele studies binnen Europa aangetoond hebben dat de tijd gespendeerd aan objectief, met behulp van een accelerometer, gemeten sedentaire gedragingen een belangrijke risicofactor vormt voor cardiovasculaire aandoeningen en dit specifiek bij adolescenten tussen de leeftijd van 12 tot 17.5 jaar. 8

19 Hiernaast lopen adolescenten, die een groot deel van hun tijd al zittend/liggend doorbrengen (gemeten a.d.h.v. vragenlijsten en accelerometers), een verhoogde kans op onder andere mindere schoolprestaties, om over minder goed ontwikkelde motorische vaardigheden te beschikken en op het algemeen een lagere kwaliteit van leven te ervaren (Lou, 2014). SSG De gezondheidsproblemen ten gevolge van SSG worden onderverdeeld in fysieke en psychosociale gezondheidsproblemen. De fysieke gezondheidsproblemen die binnen deze paper besproken worden, zijn: overgewicht en obesitas, cardio-metabolische klachten en rugen nekklachten. De psychosociale gezondheidsproblemen bevatten zowel psychologische (zoals slaapproblemen, depressie en psychologisch onwelzijn) als sociale problemen (zoals tekort aan sociale steun). Fysieke gezondheidsproblemen Overgewicht en obesitas Algemeen kan gesteld worden dat obesitas op een dosis-response manier stijgt met de tijd gespendeerd aan SG. Dit houdt in dat hoe meer sedentair iemand is, hoe hoger de kans op obesitas is (Tremblay et al., 2011). Ten aanzien van SSG wordt tv-kijken, de meest voorkomende schermgerelateerde activiteit onder adolescenten, eveneens geassocieerd met obesitas bij adolescenten (Hu, Tracia, Golditz, Willett, & Manson, 2003). Verschillende oorzaken zouden aan de basis van dit fenomeen kunnen liggen. Zo zou niet enkel ongezond snack-gedrag voor de tv een mogelijke oorzaak zijn, maar zouden ook biologische effecten van SG, de verminderde tijd gespendeerd aan actieve bezigheden of eventueel zelfs de combinatie van beide aan de oorzaak liggen van deze gezondheidsproblematiek. Dergelijk schermgerelateerd sedentair gedrag wordt eveneens geassocieerd met overgewicht en/of obesitas op latere leeftijd (Lou, 2014). Zo blijkt SSG tijdens de adolescentie een goede voorspeller te zijn voor overgewicht op volwassen leeftijd, dit onafhankelijk van de Body Mass Index (BMI) en lichaamsbeweging tijdens de adolescentie (Hendriksen et al., 2013; Lou, 2014). 9

20 Een grootschalige studie van Singh, Kogan, Van Dyck en Siahpush (2008) bij Noord- Amerikaanse adolescenten (10 tot 17 jaar) bevestigde dit en concludeerde dat adolescenten die meer dan drie uur per dag tv-keken, min. 65% kans hadden op het hebben van obesitas, dit in vergelijking met diegene die minder dan één uur per dag tv keken (Singh et al., 2008). Daarnaast heeft de studie van Mitchell, Rodriguez, Schmitz, & Audrain-McGrovern (2013) de associatie tussen schermtijd en de gemiddelde veranderingen in de BMI in een longitudinaal onderzoek (opvolging om de zes maanden van negen tem 15 jaar) onderzocht. De populatie bestond uit 1336 adolescenten van 14 tot 18 jaar uit de regio Philadelphia in Amerika (Mitchell et al., 2013). De tijd gespendeerd aan tv-/dvd-kijken en gaming werd bevraagd aan de hand van een vragenlijst waarbij de participanten volgende antwoordmogelijkheden hadden: < één uur, twee, drie, vier of meer dan vijf uur per dag. De BMI (kg/m 2 ) werd berekend op basis van de zelf-gerapporteerde waarden van gewicht en lengte (Mitchell et al., 2013). De correlatie tussen de zelf-gerapporteerde en de objectief gemeten BMI werd nagegaan en was voldoende hoog. Deze afhankelijke variabele BMI werd opgesplitst in verschillende percentielen (percentielen 10, 25, 50, 75 en 90) (Mitchell et al., 2013). De resultaten werden vervolgens aangepast voor geslacht, etniciteit, opleiding van de moeder, uren gespendeerd aan slapen en FA. Het onderzoek resulteerde in een stijging van alle BMI-waarden, onafhankelijk van de beginwaarde, over de tijd dat de adolescenten werden onderzocht. Hieruit kon een positieve correlatie worden afgeleid tussen een verhoogde sedentaire zittijd en een stijging van de BMI. Er werden geen associaties gevonden tussen schermgerelateerde tijd en veranderingen in het 10 e en 25 ste percentiel (zo houdt bijvoorbeeld het 10 e percentiel in dat 90% een hogere BMI-waarde scoort) (Mitchell et al., 2013). Wel steeg elke zes maand de BMI met 0.35kg/m 2 in het 90 e percentiel, in vergelijking met 0.22kg/m 2 in het 10 e percentiel. Vervolgens werd elk uur meer gespendeerd aan schermgerelateerde activiteiten in het 90 e percentiel geassocieerd met een stijging van 0.54kg/m 2 in de BMI in vergelijking met 0.18kg/m 2 in het 50 e percentiel (Mitchell et al., 2013). Hoe meer tijd gespendeerd aan schermgerelateerde activiteiten hoe sterker de associatie met een stijging in de BMI in de hogere percentielen (Mitchell et al., 2013). De cross-situationele studie van Norman, Schmid, Sallis, Calfas, & Patrick (2005) toonde eveneens aan dat meer tv-kijken en spelen van videogames onder 878 adolescenten (leeftijd 11 tot 15 jaar) gerelateerd kan worden aan hogere BMI waarden (Norman et al., 2005). 10

21 Meer algemeen voor alle typen van SSG resulteerde een onderzoek van Costigan et al. (2012) in een positieve associatie tussen SSG en een verhoogd gewicht. Tenslotte worden volgens een studie van Epstein, Roemmich, Paluch, & Raynor (2005) bij jarigen adolescenten zonder overgewicht veranderingen in (S)SG eveneens gerelateerd aan veranderingen in de energie-inname. Minder totaal (S)SG brengt een lagere energie-inname en vervolgens een lagere vetinname met zich mee (Epstein et al., 2005). Ook worden vetrijke snacks vaak geconsumeerd tijdens het tv-kijken of tijdens andere zittende activiteiten. Het verminderen van (S)SG is aldus belangrijk in het voorkomen van overgewicht en/of obesitas (Epstein et al., 2005). Cardio-metabolische klachten SSG kan aanzien worden als een belangrijke factor in het veroorzaken van cardio-metabolische klachten. In een studie van Carson & Janssen (2011) werd het effect van SSG op de cardio-metabolische gezondheid (obesitas, hypertensie, dyslipidemie en glucose intolerantie) bij meer dan 2000 kinderen en adolescenten van 6-19 jaar nagegaan. De Cardio-metabole Risico Score (CRS) werd berekend op basis van de leeftijdsspecifieke en geslachtsafhankelijke tailleomtrek, de systolische bloeddruk, de non-hdl cholesterol en de C-reactieve proteïne waarden (Carson & Janssen, 2011). De totale hoeveelheid en patronen van SG werden objectief gemeten aan de hand van een accelerometer. Het type van SG subjectief aan de hand van een vragenlijst. Het effect van de totale hoeveelheid en de patronen was afhankelijk van de fysieke activiteit en andere factoren. In verband met het type SG bleek in hoge mate tv-kijken een voorspeller te zijn van een hoge CRS, in tegenstelling tot veelvuldig computergebruik. Obesitas is een mogelijke mediator in deze relatie (Carson & Jansen, 2011). Dit houdt in dat de associatie tussen een hoge mate van tv-kijken en cardio-metabolische risicofactoren kan worden gemedieerd of kan worden vertroebeld door de aanwezigheid van obesitas. Binnen dit onderzoek van Carson & Janssen (2011) werd obesitas dan ook terecht opgenomen als een confounder (storende variabele). Kinderen en adolescenten van zes tot 19 jaar die vier of meer uur per dag naar de tv-kijken hebben 2.53 keer meer kans op het hebben van een hoge CRS in vergelijking met kinderen en adolescenten die minder dan één uur tv-kijken per dag. De andere resultaten, zoals de vergelijking met de groep die meer dan twee uur tv kijkt per dag, zijn niet significant bevonden (Carson & Janssen, 2011). 11

22 Rug-en nekklachten Rug- en nekklachten lijken een ernstig probleem te zijn gerelateerd aan schermgerelateerd gedrag. Een cross-sectionele studie van Torsheim et al. (2010) ging de associatie na tussen SSG en fysieke klachten bij adolescenten (11, 13 en 15 jaar) uit Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland, Ijsland en Griekenland en dit als onderdeel van de HBSC (Health Behaviour study in School-aged Children) studie in Met behulp van een vragenlijst, die afgenomen werd tijdens de schooluren, dienden de adolescenten hun dagelijkse uren gespendeerd aan SSG en de mate van rug- en hoofdpijn (afzonderlijk voor week- en weekenddagen) te rapporteren. Er werd nagegaan of computergebruik, zowel voor het spelen van spellen als voor andere doeleinden (internet, elektronische communicatie, , huiswerk ) en/of tv-kijken wekelijkse rug- en/of hoofdpijn voorspelden. De adolescenten wisselden af tussen de verschillende soorten schermgerelateerde activiteiten (Torsheim et al., 2010). Eerder vernoemde lichamelijke klachten namen met de jaren toe (Ståhl, El-Metwally, & Rimpelä, 2014). Van 1991 naar 2011 is het aantal gerapporteerde wekelijkse lage rug- en nekpijn, tegelijk voorkomend, verviervoudigd bij meisjes van jaar (van 2% tot 7,5%) en meer dan verdubbeld bij jongens van jaar (van 1,6% naar 3,8 procent), bij jongens van 16-18jaar (van 4,2 naar 9,9%) en bij meisjes van 16-18jaar (van 6,9 tot 15,9%) (Ståhl et al., 2014). Ook Costigan et al. (2012) toonde later een positief verband aan tussen hoog SSG en musculoskeletale pijn bij vrouwelijke adolescenten (leeftijd jaar) (Costigan et al., 2012). Ten aanzien van de gezondheid was er in het onderzoek van Torsheim et al. (2010) eveneens sprake van een positieve associatie tussen de tijd gespendeerd aan SSG en bovenstaande lichamelijke klachten. Deze associatie was consistent voor de verschillende soorten schermactiviteiten en voor jongens en meisjes. Potentieel storende variabelen werden eveneens opgenomen in de analyse. Hieruit is gebleken dat FA, stress en depressieve symptomen de zonet vernoemde associatie kunnen beïnvloeden (Torsheim et al., 2010). De stijging in lichamelijke klachten (rug-, nek-, schouder- en hoofdpijn) verloopt parallel met de stijging in de tijd die adolescenten spenderen aan SSG zoals tv-kijken, computer spelletjes spelen en andere computer-gerelateerde activiteiten (Torsheim et al., 2010). 12

23 Per uur dat zowel jongens als meisjes extra spendeerden aan een van bovenstaande schermactiviteiten stijgt de kans op rug- en hoofdpijn. Specifiek voor computergebruik hebben vrouwelijke adolescenten 8% en mannelijke adolescenten 10% meer kans op rugpijn per uur dat men dagelijks spendeert achter een computerscherm (Torsheim et al., 2010). Psychosociale gezondheidsproblemen Uit onderstaande review van Costigan et al. (2012) blijkt dat SSG gepaard gaat met zowel psychologische als sociale problemen. Gezondheidsindicatoren geassocieerd met schermgerelateerd sedentair gedrag worden er specifiek voor vrouwelijke adolescenten (12-18 jaar) besproken. Het includeert activiteiten met een energieverbruik van 1 tot 1.5 METs. Verder wordt onder SSG in deze review volgende activiteiten verstaan: tv-kijken, computer- en internetgebruik en/of elektronische gaming (Costigan et al., 2012). In het kader van psychosociale gezondheidsproblemen werd er een positieve associatie gevonden tussen SSG en slaapproblemen, alsook tussen SSG en depressie. Vervolgens werden er negatieve associaties geïdentificeerd tussen SSG en psychologisch welzijn en SSG en sociale steun (Costigan et al., 2012). Uit bovenstaande review kan besloten worden dat SSG bij vrouwelijke adolescenten gepaard gaat met gezondheidsproblemen en sociale nadelen (Costigan et al., 2012). Vervolgens concludeert de review dat er meer longitudinale studies nodig zijn om het effect van SSG op de gezondheid bij vrouwelijke adolescenten op lange termijn te achterhalen (Costigan et al., 2012). Deze resultaten werden bevestigd door een review van Tremblay, Colley, Saunders, Healy, & Owen (2010) omtrent de fysiologische en gezondheidsgevolgen van een sedentaire levensstijl. Uit deze review is gebleken dat actieve adolescenten een hogere lichaamstevredenheid en een positiever fysiek zelfbeeld hadden dan hun inactieve leeftijdsgenoten. Daarnaast concludeerde deze review ook dat een beperking aan sedentaire activiteiten een verbetering van de algemene eigenwaarde tijdens de adolescentie kon opleveren. Ook zouden de positieve uitkomsten op vlak van de mentale gezondheid van de adolescenten sterk afnemen naarmate het sedentair gedrag toeneemt (Tremblay et al., 2010). 13

24 Verminderen en onderbreken van SG en SSG Onderzoek naar (S)SG is belangrijk in kader van het voorkomen van gerelateerde gezondheidsproblemen. Er kunnen twee gezondheidsdoelstellingen onderscheiden worden: de totale tijd gespendeerd aan (schermgerelateerd) SG verminderen en het regelmatig onderbreken van het (schermgerelateerd) SG. SG Het onderbreken van het sedentair gedrag zou drie van de vijf meest voorname aandoeningen voorkomend in het overheidsbeleid kunnen verbeteren (Hendriksen et al., 2013). Deze drie gezondheidsaandoeningen houden diabetes, overgewicht en depressie in (Hendriksen et al., 2013). De resultaten vanuit het review van Tremblay et al. (2011) informeren dat een lager sedentair niveau, het onderbreken van het zittende gedrag en het meer rechtstaan tal van gezondheidsrisico s binnen de leeftijdscategorie vijf tot zeventien jarigen kan voorkomen, alsook de BMI kan verlagen (Tremblay et al., 2011). In het kader van de metabole gezondheid is er ook reeds matige evidentie waarbij een positieve relatie tussen sedentair gedrag (voornamelijk in de context van tv-kijken, computergebruik en game-consoles, alsook zitten tijdens de schooluren en zitten tijdens gemotoriseerd transport) en abnormale bloedsuikergehaltewaarden (ook bij niet-diabetespatiënten), alsook tussen sedentair gedrag en diabetes type twee is aangetoond (Hendriksen et al., 2013; Owen et al., 2010). De studie van Owen et al. (2010) bevestigt dat het onderbreken van sedentair gedrag gepaard gaat met gezondheidsvoordelen, waaronder op metabolisch vlak. Tafforeau (2008) toonde al eerder aan dat het regelmatig onderbreken van zittende activiteiten diabetes type twee kan voorkomen. Verder kunnen ook cardiovasculaire aandoeningen en colorectale kanker voorkomen worden (Tafforeau, 2008). Vervolgens toonde het onderzoek van Hendriksen et al. (2013) aan dat het implementeren van onderbreekmomenten van het sedentair gedrag vrij eenvoudig toe te passen is (door even te gaan staan of lopen), zonder dat dit zal resulteren in productiviteitsverlies of hoge kosten en toch positieve gezondheidsgevolgen zal hebben (Hendriksen et al., 2013). 14

25 SSG De resultaten van Tremblay et al. (2011) onderbouwen het nut van het verminderen van de totale tijd gespendeerd aan schermgerelateerde activiteiten in het voorkomen van cardiovasculaire aandoeningen en sterfte. Indien het tv-kijken met een uur verminderd wordt, dan wordt dit geassocieerd met een daling in sterfte-aantallen van 11%, waarvan 18% daling in sterfte veroorzaakt door andere aandoeningen en cardiovasculaire aandoeningen. Adolescenten die minder dan twee uur tv-kijken per dag hebben 46% minder risico op sterfte in vergelijking met mensen die meer dan twee uur tv-kijken per dag. Vervolgens is het zo dat mensen die vier uur of meer tv-kijken per dag 80% meer kans hebben op sterfte ten gevolge van cardiovasculaire aandoeningen in vergelijking met mensen die minder dan twee uur per dag tv-kijken (Owen et al., 2010; Tremblay et al., 2011). Dit onafhankelijk van andere factoren zoals roken, bloeddruk, cholesterol en dieet, alsook fysieke activiteit in de vrije tijd (Owen et al., 2010). Recente onderzoeken focussen niet alleen op het medische, maar ook op het psychosociale. Zo werd, zoals eerder aangehaald, een positieve associatie bevonden tussen SSG en slaapproblemen en/of een tekort aan slaaptijd (Hendriksen et al., 2013; Peiro-Velert et al., 2014). Daarbij registreerden adolescenten (tussen de leeftijd van 12 en 18 jaar) die dagelijks meer dan twee uur videogames spelen of gebruik maken van de computer (om een andere reden dan schoolwerk) meer insufficiënt slaapgedrag (Hendriksen et al., 2013; Peiro-Velert et al., 2014). Dit ongezond en onregelmatig slaappatroon en dergelijke slaapproblemen kunnen vervolgens ook leiden tot slechte schoolresultaten. Opmerkelijk is dat dit fenomeen het meest voorkomend is bij jonge adolescenten (12 tot 15 jaar) in vergelijking met de iets oudere adolescenten (15 tot 18 jaar). Hiernaast waren deze effecten groter bij mannelijke adolescenten vergeleken met vrouwelijke adolescenten (Hendriksen et al., 2013; Peiro-Velert et al., 2014). Meten van SG en SSG Algemeen Het SG en SSG kunnen op verschillende manieren achterhaald worden. Onderstaande gegevens werden vooral gebaseerd op eenzelfde artikel. In een artikel van Atkin et al. (2012) wordt een overzicht gegeven van de mogelijke instrumenten die SG en SSG meten. 15

26 Bij elke methode wordt de validiteit en de betrouwbaarheid besproken. In het artikel wordt een onderscheid gemaakt tussen subjectieve en objectieve methoden om S(S)G te meten (Atkin et al., 2012). Subjectieve methoden Subjectieve benaderingen omvatten vooral vragenlijsten en dagboeken. De zelf-rapportage methoden zijn geschikt om het gedrag en zijn context te identificeren (Atkin et al., 2012). Deze twee methoden worden hieronder kort toegelicht. Vragenlijsten Norton et al. (2010) bevestigen dat (S)SG vooral subjectief gemeten wordt met behulp van vragenlijsten. Hierbij worden domeinen van sedentair gedrag (de vorm, de context, de duur en de pauzes) door middel van zelf-rapportage gemeten. De meeste participanten vullen zelf de vragenlijst in (Norton et al., 2010). Schriftelijke vragenlijsten zijn niet de enige mogelijkheid, andere afnamemethoden zoals een face-to-face interview en een telefonisch interview kunnen ook plaatsvinden om data te verzamelen (Atkin et al., 2012). In verband met de inhoud peilen de meeste vragen specifiek naar de subdoelgedragingen, zoals tv-kijken en andere schermgerelateerde gedragingen (Atkin et al., 2012). Vervolgens kan er besloten worden dat werken met vragenlijsten zowel voor- als nadelen met zich mee brengt. Eerst en vooral blijkt deze methode geschikt te zijn voor adolescenten (Hardy et al., 2013). Daarbij kunnen onderzoekers met behulp van vragenlijsten veel informatie op kosteneffectieve wijze verzamelen en een groot publiek bereiken. Een laatste voordeel is dat er weinig kans is op potentiële schade voor de participant (Atkin et al., 2012). Na het opsommen van enkele voordelen, kunnen er ook nadelen aangehaald worden. De beperkingen van deze methode omvatten matige betrouwbaarheid, maar vooral licht tot matige validiteit. Er is een gebrek aan een gouden standaard voor het meten van SG. Eveneens zijn vragenlijsten kwetsbaar voor culturele invloeden en sociale wenselijkheid (Atkin et al., 2012). Een ander belangrijk aan te halen punt bestaat eruit dat het onderscheid tussen sedentaire activiteiten en licht fysieke activiteiten moeilijk te maken is. Dit kan voor meetproblemen zorgen (Norton et al., 2010). 16

27 Vragenlijsten dienen, waar mogelijk, ontworpen te worden met mogelijkheid tot het vastleggen van informatie op elk van de intensiteit categorieën (Norton et al., 2010). Aanvullend dienen vragenlijsten voldoende domein-specifieke items te bevatten om onderschatting van de totale zittijd te voorkomen (Atkin et al., 2012). Tot slot worden in deze volgende alinea kort twee relevante vragenlijsten aangehaald. Allereerst is er de IPAQ (the International Physical Activity Questionnaire), die ontwikkeld werd als internationaal gestandaardiseerd meetinstrument in het meten van FA en SG. Het is een matig betrouwbaar instrument (Atkin et al., 2012; Norton et al., 2010). Ten tweede is er de SIT Q7D die uitgebreid besproken wordt onder het rubriek onderzoeksmethode. Dagboeken Het gebruik van dagboeken komt minder frequent voor dan het gebruik van vragenlijsten. Doch is sedentair gedrag een veelzijdig gedrag dat soms een meer gedetailleerde beschrijving vereist. Dit is mogelijk met behulp van een dagboek (Atkin et al., 2012). In een dagboek kunnen participanten tijdsafhankelijke gegevens in verband met gedrag, waarneming, gedacht en/of gevoel rapporteren (Atkin et al., 2012). Er kan gebruik gemaakt worden van een dagboek om een probleem van vragenlijsten tegen te gaan. Daarentegen kan bij het vervolledigen van vragenlijsten het probleem optreden dat participanten zich na enige tijd nog weinig herinneren van hun eerder gestelde sedentaire activiteiten (Atkin et al., 2012). Objectieve methoden In recent onderzoek wordt er meer en meer gebruik gemaakt van objectieve methoden om (S)SG te bepalen, en dit om grotendeels in te spelen op de beperkingen van de subjectieve methoden. Vooral de accelerometer en een houdingsmonitor worden frequent gebruikt in onderzoek naar (S)SG (Atkin et al., 2012). De accelerometer: de ActiGraph Accelerometers zijn versnellingsmeters, meer bepaald kleine elektronische apparaten die gedragen worden ter hoogte van de heup. Een accelerometer registreert bewegingen en de intensiteit hiervan (Matthew et al., 2008). In het kader van sedentair gedrag kan deze meter het totaal volume, alsook de onderbrekingen in sedentaire tijd detecteren aan de hand van het aantal geregistreerde tellingen en stappen per tijdperk (Atkin et al., 2012; Hart, Ainsworth, & Tudor- Locke, 2011). 17

28 De data kunnen vervolgens gemakkelijk overgezet worden op computer, wat een snelle analyse mogelijk maakt (Hamilton, Healy, Dunstan, Zderic, & Owen, 2008; Matthew et al., 2008). Ze worden gedragen gedurende de wakkere uren met uitzondering van wateractiviteiten (douche, bad, zwemles enz.) gezien ze niet waterbestendig zijn (Matthew et al., 2008). De versnellingsmeter dient onderscheiden te worden van een stappenteller die enkel het aantal ondernomen stappen weergeeft (Owen et al., 2010). De ActiGraph accelerometer wordt wereldwijd het meest gebruikt. Gemiddeld dient de accelerometer het SG gedurende zeven opeenvolgende dagen te registreren om voldoende betrouwbare gemiddelden te kunnen berekenen (Atkin et al., 2012; Matthew et al., 2008). De resultaten worden geïnterpreteerd aan de hand van leeftijdsafhankelijke normen. In geval van adolescenten is er vanaf 10 tot 1592 tellingen per minuut sprake van sedentaire gedrag. Ook de dag- en de seizoenvariatie moeten in kaart gebracht worden (Atkin et al., 2012). Een groot voordeel van accelerometers is dat deze kunnen worden ingezet om sedentair gedrag te analyseren op grote schaal (Atkin et al., 2012). Een beperking van de accelerometer bestaat eruit dat specifieke houdingen (zoals zitten, liggen en stilstaan) niet gedetecteerd kunnen worden. Een accelerometer in combinatie met instrumenten die speciaal ontwikkeld zijn voor de beoordeling van de lichaamshouding zou de validiteit en betrouwbaarheid verhogen. In de volgende alinea wordt de ActivPAL toegelicht, een houdingsmeter die vier verschillende houdingen van elkaar kan onderscheiden: verwijdering van apparaat, staan, liggen en zitten (Atkin et al., 2012). De houdingsmonitor: de activpal De activpal Professional accelerometer is een relatief nieuw, klein, licht elektronisch apparaat die onder de kledij gedragen wordt (Atkin et al., 2012; Hart et al., 2011). Het maakt ter hoogte van de dij direct contact met de huid (Atkin et al., 2012). Het bepaalt de houding op basis van de dijversnelling, rekening houdend met onder andere de zwaartekracht. Het maakt gebruik van de inclinometer technologie en een intelligente activiteitenclassificatiecode om tijd te classificeren als zitten/liggen, staan of stappen (Atkin et al., 2012; Hart et al., 2011). Het verschaft eveneens informatie over het totaal aantal stappen, de lengtes van de periodes van zitten/liggen en staan en de overgang van zitten naar staan, alsook van staan naar zitten (Atkin et al., 2012; Hart et al., 2011). 18

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014: Fysieke activiteit en vrije tijd

Jongeren en Gezondheid 2014: Fysieke activiteit en vrije tijd Jongeren en Gezondheid 4: Fysieke activiteit en vrije tijd Inleiding Adolescenten worden aanbevolen dagelijks minimum 6 minuten te bewegen aan een matige tot zware intensiteit []. Daarnaast wordt het aangeraden

Nadere informatie

Hoe ziek word je van zitten?

Hoe ziek word je van zitten? Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Prof. Greet Cardon Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Beweging

Prof. Greet Cardon Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Beweging Prof. Greet Cardon Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen Beweging 1 Beweging Richtlijnen voor beweging volwassenen 1978 oude richtlijnen 1996 nieuwe richtlijnen Frequentie 3 x per week elke dag Duur

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

SCHERMGERELATEERD GEDRAG: DE INVLOED VAN DE THUISOMGEVING EN PSYCHOSOCIALE FACTOREN BIJ JONG- ADOLESCENTEN

SCHERMGERELATEERD GEDRAG: DE INVLOED VAN DE THUISOMGEVING EN PSYCHOSOCIALE FACTOREN BIJ JONG- ADOLESCENTEN UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2012-2013 SCHERMGERELATEERD GEDRAG: DE INVLOED VAN DE THUISOMGEVING EN PSYCHOSOCIALE FACTOREN BIJ JONG- ADOLESCENTEN Masterproef

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010 Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel. Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator

Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel. Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator Overerving Fysieke activiteit vrije tijd werktijd andere o.a. huishoudelijk werk en tuinieren Gezondheidsgerelateerde

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Langer leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012

Langer leven? LICHAAMSBEWEGING EN Meer bewegen. Marjolein Visser. ACA Congres 2012 ACA Congres 2012 LICHAAMSBEWEGING EN SUCCESVOL OUDER WORDEN Meer bewegen - Afdeling Gezondheidswetenschappen, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit; - Afdeling Epidemiologie en

Nadere informatie

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN VLAAMSE REFERENTIECURVEN VOOR ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS VAN DE ABDOMINALE VETMASSA BIJ KINDEREN Dr. Sarah Begyn Promotor: Prof. Jean De Schepper Co-promotor: Prof. Mathieu Roelants Kadering BMI-curven

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Weet/meet jij hoeveel je zit?

Weet/meet jij hoeveel je zit? Weet/meet jij hoeveel je zit? Annemarie Koster, PhD Associate Professor Universiteit Maastricht - Sociale Geneeskunde 24 september 2015 1 Objectief of Subjectief? Subjectief Vragenlijst Dagboekje Objectief

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2013-2014 WAT IS DE ROL VAN SOCIO-DEMOGRAFISCHE VARIABELEN OP DE PREVALENTIE VAN SEDENTAIR GEDRAG? Een cross-sectioneel

Nadere informatie

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Lea Maes, PhD Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Health literacy health literacy represents

Nadere informatie

VOEDSELCONSUMPTIEPEILING

VOEDSELCONSUMPTIEPEILING VOEDSELCONSUMPTIEPEILING 2014-2015 1 RAPPORT 3: LICHAAMSBEWEGING EN SEDENTAIR GEDRAG Voedselconsumptiepeilling 2014-2015 Rapport 3: Lichaamsbeweging en sedentair gedrag De opdrachtgevers voor de Voedselconsumptiepeiling

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 R E S U LTAT E N T N O - M O N I TO R B E W EG E N E N G E ZO N D H E I D BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Bewegen in Nederland 2000-2010

Bewegen in Nederland 2000-2010 R e s u ltaten tno - M on i tor B ewegen en G ezond h e i d Bewegen in Nederland 2000-2010 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 213 214 Samenvatting SAMENVATTING Cardiovasculaire ziekten vormen een belangrijk gezondheidsprobleem in onze maatschappij. In 2008 stierven wereldwijd ongeveer 17.3 miljoen personen aan cardiovasculaireziekten,zoalsmyocardinfarct,cerebrovasculaireaccidentenenplotse

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013

BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2013 BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-203 TNO-MONITOR BEWEGEN EN GEZONDHEID De TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid, onderdeel van Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN), is een continue uitgevoerde enquête naar het

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

BEWEGEN IN NEDERLAND

BEWEGEN IN NEDERLAND BEWEGEN IN NEDERLAND 2000-2012 Sinds 2000 meet de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om het beleid van de overheid te evalueren. In 2012 bewoog 70

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten

Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten Resultaten vragenlijst onderzoek: Cholesterolverlagers, beweging en spierklachten -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Op(weg(naar(een(optimale(vitamine(D(status:(determinanten(en( consequenties(van(vitamine(d(deficiëntie(in(de(oudere(populatie(

Op(weg(naar(een(optimale(vitamine(D(status:(determinanten(en( consequenties(van(vitamine(d(deficiëntie(in(de(oudere(populatie( Summary&Samenvatting SAMENVATTING OpwegnaareenoptimalevitamineDstatus:determinantenen consequentiesvanvitamineddeficiëntieindeouderepopulatie De belangrijkste functie van vitamine D is het stimuleren van

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

8 Samenvatting Samenvatting Het is alom bekend dat te weinig bewegen schadelijk is voor de gezondheid van zowel kinderen als volwassenen. Ondanks dat de positieve effecten van een actieve jeugd talrijk

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen Prof. dr. Lea Maes Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij Drs. Valerie De Coen Introductie Probleemstelling: Rapport

Nadere informatie

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011 Jongeren en media Jongeren en media s t u d i e November 2011 Agenda 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. Media-uitrusting (thuis, in eigen kamer) 4. Kijkgedrag (individueel of sociaal gebeuren) 5. Ouderlijk

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Bewegen Op Verwijzing (BOV) Januari 2018

Bewegen Op Verwijzing (BOV) Januari 2018 Bewegen Op Verwijzing (BOV) Januari 2018 Wie geeft systematisch beweegadvies bij overgewicht of obesitas? prediabetes of metabool syndroom? diabetes mellitus type 2? diabetes mellitus type 1? Wie geeft

Nadere informatie

1. VIGeZ. Lang stilzitten: dé uitdaging van de 21 ste eeuw. dr. Femke De Meester Stafmedewerker Sedentair Gedrag 02 juni 2016

1. VIGeZ. Lang stilzitten: dé uitdaging van de 21 ste eeuw. dr. Femke De Meester Stafmedewerker Sedentair Gedrag 02 juni 2016 Lang stilzitten: dé uitdaging van de 21 ste eeuw dr. Femke De Meester Stafmedewerker Sedentair Gedrag 02 juni 2016 VIGeZ vzw, 2016 Infosessie studiedag: Minder zitten op kantoor 1 1. VIGeZ VIGeZ vzw, 2016

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

FACTSHEET campagne Play Pauze Stop. VEILIGHEIDSINSTITUUT Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen T 03 203 42 00 - www.playpauzestop.be

FACTSHEET campagne Play Pauze Stop. VEILIGHEIDSINSTITUUT Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen T 03 203 42 00 - www.playpauzestop.be FACTSHEET campagne Play Pauze Stop VEILIGHEIDSINSTITUUT Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen T 03 203 42 00 - www.playpauzestop.be Inleiding Play Pauze Stop is een campagne van de provincie Antwerpen over gezond

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie Studie Jongeren en Gezondheid Een Vlaamse en internationale studie Overzicht studie Internationaal netwerk van onderzoekers Gefinancierd door Vlaamse gemeenschap Samenwerking Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014-2015 De invloed van socio-demografische variabelen, psychosociale variabelen en de aanwezigheid van elektronische toestellen

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl. De Vlieger 3 CHECKID ChecKid is een grootschalig leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het brengt (on)gezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van kinderen in Zwolle in kaart. ChecKid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN Ann Colles, Bert Morrens, Liesbeth Bruckers, Greet Schoeters en Ilse

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Bewegen in Nederland

Bewegen in Nederland Onderzoeksresultaten Resultaten Monitor Bewegen en Gezondheid Bewegen in Nederland 2000-2008 Sinds 2000 meet de Monitor Bewegen en Gezondheid trends in het beweeggedrag van de Nederlandse bevolking om

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

OVERGEWICHT EN OBESITAS

OVERGEWICHT EN OBESITAS Volksgezondheid Instituut Curaçao De Nationale Gezondheidsenquête CURAÇAO Themarapport OVERGEWICHT EN OBESITAS 2013 I. Jansen en S. Verstraeten De Nationale Gezondheidsenquête Curaçao 2013 Themarapport

Nadere informatie