TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE CERTIFICATIE VAN NATUURLEIEN (ATG)

Transcriptie

1 BUtgb BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION ASSOCIATION vzw Opgericht door SECO en het WTCB Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE CERTIFICATIE VAN NATUURLEIEN (ATG) Certificatiesysteem Certificatieschema Versie BA 281 Versie 2 van 19/06/12 Lijst met producten en conforme Certificatieschema s 281 Natuurleien Validatie Goedkeuring adviesraad: Goedkeuring BUtgb: Datum: Datum: Registratienummer: Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 1/73

2 Toepassingsreglement Natuurleien Inhoudsopgave A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE...4 A.1. INLEIDING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN...4 A.1.1 Inleiding...4 A.1.2 Toepassingsgebied...4 A.1.3 Referentiedocumenten...4 A.2. OPVATTING VAN DE CERTIFICATIEMETHODIEK...5 A.3. INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE CERTIFICATIE...6 A.3.1 Certificatie-instelling...6 A.3.2 Structuur van de Adviesraad...6 A.3.3 Beslissingen over de certificatie...6 A.3.4 Inspectie-instellingen...7 A.3.5 Externe controlelaboratoria...7 A.4. WEDERZIJDSE ERKENNING...7 A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK...8 A.6. CERTIFICATEN...8 A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN HET ATG-MERK...9 A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENTUITWISSELING A.9.1 Bezoekverslagen A.9.2 Externe proefverslagen A.10. TARIEFSTELSEL A.10.1 Kosten voor het initieel onderzoek A.10.2 Periodieke kosten A.10.3 Bijzondere vergoedingen A.10.4 Indexatie A.11. FACTURATIE B. TECHNISCH GEDEELTE...15 B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE GECERTIFICEERDE ATG-HOUDER B.1.1 Samenstelling van het technisch dossier of de documentatie B.1.2 Interne en externe productbeschrijving B.1.3 Eisen voor de organisatiestructuur van de houder B.1.4 Eisen voor de processen van het productiecontrolesysteem (FPC) en de eraan verbonden procedures Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 2/73

3 B Procedures voor interne initiële proeven en de interne productbeschrijving B Procedures voor de grondstofcontrole B Procedures voor de productiebeheersing B Procedures voor de controle van de eindkwaliteit B Procedures voor het beheer van niet-conformiteiten B Procedures voor de behandeling van producten en de markering B.1.5 Interne controleschema s B Het intern controlelaboratorium B Kalibraties en ijkingen B.1.6 Klachtenbeheer B.1.7 Registratie B.1.8 Verdeling B.2. INITIËLE BEOORDELING EN EXTERN TOEZICHT B.2.1 Initiële beoordeling B.2.2 Toezicht B Periodieke inspectie van de FPC B Controle van auditverslagen uitgevoerd in het kader van een andere certificatie B Technische bezoeken B Monsterneming en externe controleproeven B Monsternemingsprocedure B Externe proefschema s B Beoordelingsmethode B Opvolging van de referentiewerf B Continue assessment B.3. REGELS VOOR DE BEPALING VAN MAATREGELEN IN GEVAL VAN NIET- CONFORMITEITEN B.3.1 Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten bij een interne controle B.3.2 Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten bij een externe controle B.3.3Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten in het driemaandelijks versturen van de leveringslijsten B.4. REGELS VOOR DE MARKERING EN DE DECLASSERING B.4.1 De verpakking B.4.2 De declassering B.4.3 De markering B.4.4 Voorraadbeheer B.5. WIJZIGINGEN B.6. KLACHTEN B.6.1 Klachten in verband met het gecertificeerd product B.6.2 Bescherming van het merk B.7. SANCTIES B.7.1 Algemene bepalingen B.7.2 Bijzondere bepalingen B.7.3 Beroep B.8. OPSCHORTING EN OPZEGGING DOOR DE HOUDER Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 3/73

4 A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE A.1. INLEIDING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN A.1.1 Inleiding Onderhavig document beschrijft de regels en procedures voor: - de certificatie van de overeenkomstigheid van de natuurleien met de specificaties van de leverancier en de richtlijnen van het BUtgb; - het gebruik van het ATG-merk dat deze overeenkomstigheid attesteert. De ATG-certificatie bevestigt dat er een goed niveau van vertrouwen bestaat dat de producten (natuurleien): - voortdurend beschikken over de waarden vermeld in de ATG-tekst. Deze tekst is gebaseerd op een toelatingsonderzoek, aangevuld met een ITT; - overeenkomstig zijn met de specificaties van de leverancier, gebaseerd op de Europese normen die van kracht zijn. Dit toepassingsreglement is gebaseerd op de regels en richtlijnen die vastgelegd zijn door de referentiedocumenten uit bijlage A.1. Het huidige reglement werd voor de eerste maal, na goedkeuring van de Adviesraad Natuurleien, van toepassing gesteld op. De definitieve tekst van het reglement wordt herzien in functie van de noodzaak. Elke wijziging wordt ter goedkeuring aan de Adviesraad voorgelegd. De bijlagen worden permanent geactualiseerd. Significante wijzigingen worden eveneens ter goedkeuring aan de Adviesraad voorgelegd. Het gehele document wordt systematisch één maal per jaar door de Adviesraad herbevestigd. Het reglement is publiek beschikbaar en wordt door BCCA aan de gecertificeerde leveranciers en eventuele aanvragers ter beschikking gesteld. A.1.2 Toepassingsgebied Het toepassingsgebied is beperkt tot het gebruik van natuurleien die beantwoorden aan de norm EN Add, gebruikt voor dakbedekking of als gevelbekleding. A.1.3 Referentiedocumenten Zie bijlage A.1. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 4/73

5 A.2. OPVATTING VAN DE CERTIFICATIEMETHODIEK Het doel van de certificatie is te bevestigen dat de natuurleien een bepaalde taak in de bouw kunnen vervullen. Dit betekent in het bijzonder dat: - het materiaal waaruit het product bestaat, beantwoordt aan de mechanische vereisten en aan de duurzaamheideisen (die in de goedkeuring staan); - het materiaal beantwoordt aan een geologische identificatie die bevestigd is door een gevalideerde referentiebeschrijving (herkomst van het materiaal); - de fabricatie-eigenschappen van het product beantwoorden aan de specificaties aangekondigd door de houder, gebaseerd op de Europese normen. De hoogtepunten van de ATG-certificatie zijn: - de voortdurende geldigheid van de initiële typeproeven, hun regelmatige controle en validatie; - de kwaliteitsverzekering van de winning, de selectie, de fabricage, de identificatie en de markering in functie van het gebruik; - de naspoorbaarheid vanaf de productie tot aan de verdeling op de Belgische markt. De leverancier moet het hele productieproces beheersen volgens een gedocumenteerd FPC-systeem (cf. B.1.4). Hij moet er ook voor zorgen dat zijn procedures voor kwaliteitsverzekering naspeurbaar zijn. Voor bepaalde processen worden minimale controleschema s opgelegd die, indien nodig, gepaard gaan met een monsternemingsplan, dat het onderwerp moet uitgemaakt hebben van een akkoord. Het controleplan van de leverancier wordt aanvaard op basis van een initieel onderzoek en een regelmatige audit. Indien nodig kunnen de externe controleproeven uitgevoerd worden tijdens deze bezoeken. De verklaarde waarden worden ondersteund door de resultaten van de initiële typeproeven (ITT), uitgevoerd volgens de norm en waarvan de geldigheid gecontroleerd word door BCCA. De initiële typeproeven kunnen gebaseerd zijn op alle betrouwbare en representatieve informatie die gevalideerd werd door BCCA (cf. B.1.4.1). De ITT van de leverancier moeten aangevuld worden tijdens het initieel onderzoek indien er informatie ontbreekt in vergelijking met de vereisten van de ATG-verklaring. De implementatie van het hele systeem om de kwaliteit te beheersen staat onder toezicht aan de hand van een extern controleschema dat bestaat uit een combinatie van systeemaudits, technische controlebezoeken en monsternemingen voor externe proeven (cf. B.2.2). In principe wordt de goedkeuring afgeleverd aan de producent. In dat geval moet het distributiecircuit beschreven zijn in het technisch dossier; dit circuit maakt altijd integraal deel uit van de certificatie. Wanneer de goedkeuring aan de leverancier afgeleverd wordt en deze niet de producent is, moet er een akkoord bestaan tussen de partners dat de initiële bezoeken en de controlebezoeken door inspectieen/of certificatie-instellingen in de vestiging van de producent toelaat. De circuits voor de aanvoer en de verdeling worden beschreven in het technisch dossier; ze maken integraal deel uit van de certificatie. De houder van de goedkeuring blijft verantwoordelijk voor de overeenkomstigheid van de producten die hij onder het merk levert met de ATG-tekst, alsook voor het respecteren van de verplichtingen van dit reglement. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 5/73

6 A.3. INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE CERTIFICATIE A.3.1 Certificatie-instelling De BUtgb heeft de organisatie van de ATG-certificatie van Natuurleien toevertrouwd aan BCCA ( Belgian Construction Certification Association asbl ), die een certificatiesysteem uitgewerkt heeft dat beantwoordt aan de eisen van de NBN EN A.3.2 Structuur van de Adviesraad BCCA heeft een Adviesraad opgericht voor de productfamilie die in dit reglement behandeld wordt (samenstelling: zie bijlage A.2). De volgende vier groepen worden er vertegenwoordigd: de openbare instellingen; de private gebruikers; de gecertificeerde producenten of leveranciers; de deskundigen. De Raad heeft als opdracht: de gelijkstelling van de certificatieregels te bevorderen; toezicht te houden op de bepalingen van de referentiespecificaties; een discussiegroep op te stellen voor de interpretatie en de ontwikkeling van gemeenschappelijke en externe regels. Er zal een Huishoudelijk Reglement opgesteld worden voor deze Raad. A.3.3 Beslissingen over de certificatie De beslissingen over de certificatie (toekenning, intrekking en andere maatregelen) worden genomen door de directeur van BCCA in overleg met een intern kerncomité genaamd: Certificatiecomité Natuurleien (samenstelling: zie bijlage A.3). Alle belangrijke probleemstellingen binnen de dossiers worden voorgelegd aan een raad van deskundigen Certificatieraad Natuurleien genaamd (samenstelling: zie bijlage A.4), die een volstrekte vertrouwelijkheid toepast met betrekking tot dossiergebonden informatie. Het Certificatiecomité en de Certificatieraad kunnen aan de Adviesraad vragen stellen over de interpretatie en de toepassing van de reglementen zonder dat dossiergebonden informatie vrijgegeven wordt. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 6/73

7 A.3.4 Inspectie-instellingen De inspectie-instellingen die in naam van BCCA de controles in de productie-eenheden uitvoeren, werken volgens de relevante richtlijnen van de norm NBN EN ISO en hebben voor deze opdrachten een overeenkomst met BCCA die de wederzijdse verplichtingen vastlegt. De inspectie-instellingen zijn bij voorkeur geaccrediteerd volgens de genoemde norm. Bij ontstentenis van een dergelijke accreditatie worden de inspectie-instellingen die over een andere erkenning beschikken, ook aanvaard. De inspecties kunnen ook uitgevoerd worden door buitenlandse gemandateerde instellingen die werken volgens de NBN EN ISO In elk geval houdt BCCA een passend toezicht op het werk van de inspectie-instellingen. Bijlage A.5 geeft de lijst met gemandateerde instellingen alsook hun werkgebied. A.3.5 Externe controlelaboratoria BCCA laat de proeven in externe laboratoria uitvoeren door laboratoria die werken volgens de relevante richtlijnen van de norm NBN EN ISO De wederzijdse verplichtingen staan beschreven in de overeenkomst. De laboratoria zijn bij voorkeur geaccrediteerd volgens de genoemde norm. Bij ontstentenis van een dergelijke accreditatie worden de laboratoria die over een andere erkenning beschikken, ook aanvaard. De proeven kunnen ook uitgevoerd worden door buitenlandse gemandateerde instellingen die werken volgens de NBN EN ISO In elk geval houdt BCCA een passend toezicht op het werk van de laboratoria. De tabel A.6 geeft de lijst met Belgische laboratoria met vermelding van de proefmethodes waarvoor ze door BCCA erkend zijn. A.4. WEDERZIJDSE ERKENNING Voor de productfamilie Natuurleien moet men vaak gebruik maken van het principe van de wederzijdse erkenning, vooral in het kader van de UEAtc tussen de instellingen van verschillende landen. De wederzijdse erkenning houdt in dat twee instellingen de organisatie van de externe controle geheel of gedeeltelijk aan elkaar delegeren mits een passend toezicht. Elke instelling blijft echter verantwoordelijk voor zijn eigen certificatie en dient zich ervan te vergewissen dat de eraan verbonden regels door de andere instelling gerespecteerd worden. De afspraken over de toepassing van deze regels worden vastgelegd in een raamovereenkomst. In bijlage A.7 wordt een overzicht gegeven van de instellingen waarmee BCCA een akkoord van wederzijdse erkenning heeft, met vermelding van de betrokken inspectie-instellingen. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 7/73

8 A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK Het toelatingsonderzoek verloopt volgens 12.2 van het ARCP en volgens het Algemeen Reglement voor de Certificatie van ATG-goedgekeurde Producten en Systemen. Bij een nieuwe aanvraag of een aanvraag tot wijziging van een technische goedkeuring, informeert de BUtgb BCCA over de certificatieopdracht. BCCA stelt een beoordelingsteam samen dat de validatie van de ITT en de initiële FPC-inspectie uitvoert. Dit team werkt samen met de verslaggever van de BUtgb. In bepaalde gevallen worden bepaalde certificatietaken gedelegeerd aan de verslaggever van de BUtgb. Het beoordelingsteam deelt zijn verslag over de certificeerbaarheid van het dossier mee aan het Certificatiecomité (cf. B 2.1). Ondertussen stelt BCCA een certificatieovereenkomst op, op basis van de gegevens die verkregen werden tijdens het initieel onderzoek, en legt dit voorstel in twee exemplaren ter ondertekening voor aan de leverancier. Op basis van het advies van de Certificatieraad en de ondertekening van de certificatieovereenkomst, neemt BCCA een definitieve beslissing over de certificeerbaarheid en deelt deze mee aan de BUtgb die de goedkeuring aflevert op basis van, onder andere, deze beslissing. Vervolgens kan het toezicht beginnen. De gegevens betreffende de certificatie worden gepubliceerd op de website van BCCA. A.6. CERTIFICATEN BCCA zal voor elk product of productfamilie, individueel per productie-inrichting en eventueel per verdeler, een certificaat aan de leveranciers ter beschikking stellen in overeenstemming met het ARCP. Deze certificaten dragen een code, AAA BBB CCCC DDDD EE FFF, opgebouwd op basis van de volgende elementen: AAA : BA ( = code voor het ATG-certificatiesysteem) BBB : 281 ( = code voor het producttype (productfamilie Natuurleien)) CCCC : identificatienummer van de gecertificeerde leverancier (ATG-houder) DDDD : nummer van het certificaat (komt overeen met een ATG-nummer) EE : nummer van de productie-inrichting (van de steengroeve, de fabriek of de verdeler) Op vraag van de leverancier kunnen de verschillende certificaten omgezet worden in één enkel document dat de gecertificeerde catalogus genoemd zal worden. Bij een gunstige beoordeling van het toezicht, zijn de ATG-certificaten geldig tijdens de goedkeuringperiode. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 8/73

9 A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN HET ATG-MERK De ATG-houder heeft het recht en de plicht om het ATG-merk aan te brengen op de natuurleien die onder certificatie op de markt gebracht worden. Hij doet dit rechtstreeks op de paletten of de verpakking door middel van een etiket met het ATG-logo, vergezeld van een ATG-nummer dat overeenstemt met document R5 van de BUtgb en de gegevens van de ATG-houder met eventueel zijn logo. Elke handmatige markering waarvan de herkomst twijfelachtig is en die verwarring zou kunnen zaaien, is verboden. In principe mag enkel de ATG-houder het merk op de producten aanbrengen. Met dit gebaar geeft hij het product vrij voor de verkoop op de Belgische markt en neemt hij de verantwoordelijkheid op zich als houder van de goedkeuring: hij wordt verantwoordelijk voor de overeenkomstigheid van de producten met de specificaties van de ATG. Onder bepaalde voorwaarden kan de houder deze taak delegeren aan derden, op voorwaarde dat er een transparante procedure bestaat, die hij beheerst en aanvaard is door BCCA. In ieder geval blijft hij verantwoordelijk voor de overeenkomstigheid van de producten met de specificaties van de ATG. Daarenboven zijn de paletten uitgerust met een productiedatum en een code die de naspeurbaarheid verzekert. De markering komt overeen met de regels die opgesteld zijn door de BUtgb (document R5) alsook met de referentiedocumenten (ATG-tekst). Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 9/73

10 A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST De certificatieovereenkomst wordt opgesteld door BCCA volgens 10 van het ARCP. De overeenkomst is een confidentieel document dat enkel wordt voorgelegd aan de leden van de Certificatieraad. Per ATG-houder wordt een raamovereenkomst opgesteld en getekend; in de bijlage aan deze overeenkomst bevinden zich de gecertificeerde productbeschrijving en de betrokken controleschema s. De overeenkomst bestaat uit een administratief en een technisch gedeelte. Worden vermeld: ADMINISTRATIEF GEDEELTE - De identificatiegegevens voor de gecertificeerde producten * Naam en adres van de ATG-houder. (C) * De naam en de aard van de producten, alsook de A/G-nummers en/of overeenkomstige ATG. (D) * De productie- en/of distributieplaatsen en -lijnen.(e) - De gegevens in verband met de organisatie van de controle * De aangeduide inspectie-instelling. * De plaats en de frequentie van de controlebezoeken en monsternemingen. TECHNISCH GEDEELTE - De ingevoerde interne en externe controleschema s. - Alle individuele gegevens in verband met de procedures voor de controlesystemen (FPC). Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 10/73

11 A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENTUITWISSELING Het toezicht start vanaf de ondertekening van de certificatieovereenkomst en verloopt volgens de modaliteiten bepaald in 8.3 van het ARCP. De verslaggeving van de controles geschiedt volgens 8.6 van het ARCP. A.9.1 Bezoekverslagen Men onderscheidt de FPC-auditbezoeken en de technische controlebezoeken (cf. B.2.2). De bezoekverslagen worden bij voorkeur ter plaatse opgesteld op basis van de modellen in bijlage B.5 en B.6. In dit geval wordt meteen een exemplaar aan de producent gegeven zodat die zijn opmerkingen kan maken alvorens te tekenen. Indien het verslag niet ter plaatse opgesteld kan worden, wordt de tijd voor het opstellen van het verslag op kantoor als werktijd gezien en kan deze dus gefactureerd worden, volgens de modaliteiten die bepaald zijn in de overeenkomst. De inspectieverslagen worden zowel aan de producent als aan de certificatie-instelling gegeven. Deze laatste onderzoekt de verslagen en bespreekt ze eventueel tijdens de Certificatieraad. A.9.2 Externe proefverslagen Het laboratorium dat de externe proeven uitvoert, deelt de resultaten van de analyse mee aan de inspectie-instelling, die deze dan met haar eventuele opmerkingen doorgeeft aan de producent. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 11/73

12 A.10. TARIEFSTELSEL Het tariefstelsel is opgevat volgens 13 van het ARCP. Om een overzicht te geven van de globale kostprijs, geeft dit hoofdstuk ook de homologatiekosten, in overeenkomst met de actualiseerbare bijlage Algemene Kosten voor de Goedkeuring en de Certificatie van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement. Alle hieronder vermelde bedragen zijn geldig voor Ze worden jaarlijks aangepast in overeenstemming met A A.10.1 Kosten voor het initieel onderzoek De verschillende posten waarmee rekening gehouden moet worden zijn: - Behandeling van de ontvankelijkheid: met deze kosten wordt enkel rekening gehouden als het dossier niet leidt tot een goedkeuringsonderzoek. Wanneer een aanvraag tot formele goedkeuring binnenkomt, moet het Uitvoerend Bureau van de BUtgb zich eerst en vooral uitspreken over de ontvankelijkheid van het dossier (cf. Art. 7 Deel R1 van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement). Na het technisch dossier bekeken te hebben en eventueel de eerste onderzoeken, kan het zijn dat de aanvraag onontvankelijk verklaard moet worden. De kosten voor deze eerste onderzoeken worden gedekt door het forfaitair bedrag van 838,18 EUR. - Goedkeuringsonderzoek dossierkosten: ze komen overeen met de actualiseerbare bijlage Algemene Kosten voor de Goedkeuring en de Certificatie van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement. - Het tarief van toepassing voor een klassiek leiendossier komt overeen met dat van een heel eenvoudig geval en komt neer op 2789,06 EUR. - Goedkeuringsonderzoek prestaties van het beoordelingsteam: afhankelijk van het voorgestelde technisch dossier wordt geschat hoeveel tijd nodig is voor de uitvoering van het onderzoek en worden de kosten berekend op een forfaitaire manier op basis van een tarief van 137,74 EUR per uur. De prijsofferte wordt hierop gebaseerd en meegedeeld aan de aanvrager voor het begin van het onderzoek. - Opstelling van de certificatieovereenkomst: aan het einde van het initieel onderzoek wordt een certificatieovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst formaliseert het akkoord dat gesloten werd tussen de certificatie-instelling en de aanvrager over de concrete manier waarop de certificatie georganiseerd wordt. Ze beantwoordt aan de vereisten van de reglementen door te verduidelijken hoe de interne en externe controle georganiseerd is. Voor de opstelling van een nieuwe certificatieovereenkomst: 340 Voor de wijziging van een certificatieovereenkomst: Kosten voor de proeven: de kosten voor de proeven worden geschat op basis van het voorgestelde technisch dossier. Deze schatting wordt opgenomen in de offerte voor de aanvrager, maar enkel ter informatie. Afhankelijk van de informatie die verzameld wordt tijdens het initieel onderzoek, kan het programma van de uit te voeren proeven naar boven of naar beneden bijgesteld worden. De kosten kunnen ook variëren in functie van het laboratorium dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de proeven. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 12/73

13 A.10.2 Periodieke kosten - Jaarlijkse kosten voor het behoud en onderhoud van de goedkeuring: ze komen overeen met de actualiseerbare bijlage Algemene Kosten voor de Goedkeuring en de Certificatie van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement. Ze komen op: * 733,41 EUR voor de eerste ATG; * 419,09 EUR voor elke bijkomende ATG. - Jaarlijkse certificatiebijdrage: 670 EUR per ATG. Deze bijdrage dient in eerste instantie om de kosten voor de vergaderingen van de Certificatieraad, de continue assessment, de opvolging van de niet-conformiteitsfiches, etc. te dekken. - Controlekosten: * Auditbezoeken en technische bezoeken: ze worden gefactureerd op basis van de certificatieovereenkomst die afgesloten wordt aan het einde van de fase van het initieel onderzoek. De frequentie en de duur van de FPC toezichtsaudits en de controle- en monsternemingsbezoeken zijn bepaald in bijlage 3 van de certificatieovereenkomst. De audits en de tijd voorzien voor de controles zijn afhankelijk van de omvang van de productreeks, de manier waarop het FPC-systeem ontwikkeld is en eventueel waarop het door een andere instelling gecertificeerd is, in verband met een ander referentieel of met deze, en van de voorstelling van de geregistreerde resultaten. De tijd voor de prestaties op kantoor kunnen gezien worden als controletijd. De controletijd wordt aangerekend aan hetzelfde tarief van 137,74 EUR per uur. Er worden begeleidende schema s voor de externe controle gegeven in bijlage B.9. De kosten voor de inspecties uitgevoerd door buitenlandse instellingen worden door hen bepaald en rechtstreeks aan de leverancier gefactureerd. * Monsternemingen en proeven: ze worden door BCCA gefactureerd op basis van een forfaitair tarief van 600 EUR/monster. * Technisch en administratief werk op kantoor: er wordt een schatting gedaan van het technisch en administratief werk op kantoor en deze wordt opgenomen in bijlage 3 van de certificatieovereenkomst. Dit werk bestaat hoofdzakelijk uit de interpretatie van de proefverslagen van de controlelaboratoria, de opvolging van het dossier in geval van niet-conformiteiten, de organisatie van de monsternemingsacties in België, etc. Dit werk wordt gefactureerd aan 137,74 EUR per uur. * Assessment: Dit werk wordt gefactureerd aan 137,74 EUR per uur. Dit tarief staat beschreven in B van dit TRA. * Bezoek van referentiewerven: Dit werk wordt gefactureerd aan 137,74 EUR per uur. Dit tarief staat beschreven in B van dit TRA. A.10.3 Bijzondere vergoedingen Indien er niet-overeenkomstigheden vastgesteld worden tijdens de controleactiviteiten, kan het nodig zijn extra controles of proeven uit te voeren. De prestatietijd wordt aan een tarief van 137,74 EUR per uur gefactureerd. De extra monsternemingen en proeven worden gefactureerd aan het forfaitair tarief van 600EUR/proef. Voor de prestaties in het buitenland wordt de verplaatsingstijd bijkomstig aangerekend aan het tarief van 137,74 EUR per uur (max. 8 uur per dag). De reis- (auto, trein, vliegtuig) en verblijfskosten (hotel, maaltijden) zullen ook voor de rekening van de aanvrager zijn. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 13/73

14 A.10.4 Indexatie Alle vermelde bedragen zijn geldig voor het jaar 2012 en worden jaarlijks aangepast op basis van de volgende formule: S h h 0 S waarin: h = geïndexeerd bedrag h 0 = basisbedrag S = waarde van de algemene index S gepubliceerd door de F.O.D. Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Algemene Technische Diensten tijdens het laatste trimester van het jaar dat het beschouwd jaar voorafgaat S 0 = waarde van de index "S" van het laatste trimester van A.11. FACTURATIE De jaarlijkse kosten voor het behoud en onderhoud van de goedkeuring (zie A.10.2, punt 1) worden per trimester gefactureerd. De jaarlijkse certificatieretributie (zie A.10.2, punt 2) wordt in 1 keer gefactureerd, in de maand mei van het lopende jaar. De controlekosten worden meteen na de uitvoering en het versturen van de betreffende verslagen gefactureerd. De bijzondere vergoedingen zullen, zoals het ingangsrecht, de vergoedingen voor initiële of bijzondere prestaties, worden gefactureerd wanneer de taken afgewerkt zijn en de bijbehorende verslagen verzonden zijn. Alle genoemde bedragen worden aan BCCA betaald binnen de 30 dagen na factuurdatum. De inspectiebezoeken door buitenlandse instellingen worden rechtstreeks door hen gefactureerd. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 14/73

15 B. TECHNISCH GEDEELTE B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE GECERTIFICEERDE ATG-HOUDER De houder dient te beschikken over een productiecontrolesysteem in overeenstemming met 7 van het ARCP waarvan de kenmerken hierna gesynthetiseerd zijn weergegeven. B.1.1 Samenstelling van het technisch dossier of de documentatie De documentatie van het productiecontrolesysteem (FPC) stemt overeen met bijlagen 1 en 2 van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement. Hierin staan ten minste de volgende elementen: - de specificatie of externe beschrijving voor de gecertificeerde producten (informatieve fiche); - de interne productbeschrijving die de grondstofcriteria en de productieparameters bevat; - een beschrijving van de organisatiestructuur, van de winning in de steengroeve tot aan de verdeling in België; - een beschrijving van het productiesysteem (installaties en productieprincipes); - een beschrijving van het zelfcontrolesysteem in overeenstemming met de eisen van het Toepassingsreglement (controleschema s, proefmethoden, laboratorium, kalibraties en ijkingen); - een beschrijving van de registratie van de gegevens met betrekking tot de zelfcontrole; - een beschrijving van het proces voor het beheer van niet-conformiteiten en klachten. De documentatie moet permanent de werkelijke toestand in de productie-eenheid weergeven. (cf. B.5) Indien de FPC deel uitmaakt van het systeemhandboek voor de volledige organisatie van de onderneming, die ISO 9001-gecertificeerd is, kan de houder een vermindering van de toezichtfrequentie eisen. In dat geval moet het deel met betrekking tot de FPC duidelijk geïdentificeerd en volledig geïntegreerd zijn in het ISO-systeem. Elke houder die het onderwerp uitmaakt van een voortdurend toezicht, uitgevoerd door een geaccrediteerde instelling volgens de norm NBN-EN of EN ISO 17021, kan vragen dat zijn dossier onderzocht wordt om de toezichtfrequentie te verminderen. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 15/73

16 B.1.2 Interne en externe productbeschrijving De leverancier moet beschikken over een interne productbeschrijving die alle producten betreft die onder certificatie op de markt worden gebracht. Deze beschrijving moet alle producten volledig identificeren. Deze identificatie moet in overeenstemming zijn met de gegevens die opgenomen zijn in publiek verspreide informatieve technische productfiches (= externe productbeschrijving). De technische fiches of informatiedocumenten geven de gegevens die nodig zijn om een transparante communicatie met de klanten te verzekeren, meer bepaald: identificatie van de fiche, indien nodig; datum en versie; houder en productie-eenheid; product (soort, handelsnaam et identificatie van het type); petrografische beschrijving (of referentiesteengroeve), verbonden met een ATG-nummer; relevante fysieke, chemische en mechanische kenmerken; relevante geometrische en visuele kenmerken. De productbeschrijving moet verwijzen naar de interne initiële proeven (ITT) die aan de basis liggen. De vorm van de productbeschrijving is vrij te kiezen en mag gegevens bevatten die naar de inspectie toe gecodeerd zijn. Ze moet echter voldoende transparant zijn om te kunnen vaststellen dat de producteigenschappen beheerst worden. B.1.3 Eisen voor de organisatiestructuur van de houder De organisatiestructuur moet toelaten dat de overeenkomstigheid van de producten met de specificatie, alsook de afkomst, daadwerkelijk kan gegarandeerd worden. Daartoe moeten de zelfcontrole en de registratie daarvan onafhankelijk geschieden van de productie- en verkoopsleiding. De organisatiestructuur moet duidelijk en volledig beschreven zijn, van de winning in de steengroeve tot aan de verdeling in België. De verantwoordelijkheden voor de kwaliteitscontrole moeten beschreven zijn. Ze kunnen verdeeld worden over verschillende ondernemingen, maar de houder van een ATG met certificatie blijft verantwoordelijk voor de implementatie, de beheersing van het hele systeem en de efficiëntie. Het controlepersoneel moet voldoende bekwaam zijn om de proefresultaten te interpreteren en over de productkwaliteit te oordelen. De aanwezigheid van het controlepersoneel dient zo te worden geregeld dat de zelfcontrole representatief is voor alle producten die geleverd zijn onder de ATG. De verantwoordelijkheden van de personeelsleden die betrokken zijn bij het kwaliteitsbeheer van de eindproducten en de controle moeten duidelijk vastgelegd worden in het technisch dossier. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 16/73

17 B.1.4 Eisen voor de processen van het productiecontrolesysteem (FPC) en de eraan verbonden procedures Onderhavig hoofdstuk bevat een beschrijvende opsomming van alle procedures die in het FPCsysteem dienen aanwezig te zijn. In principe mag de leverancier deze procedures uitwerken volgens zijn eigen bedrijfsorganisatie in zoverre ze beantwoorden aan het gestelde doel. Een procedure is dikwijls gekoppeld aan een controleschema. Voor sommige procedures worden in het reglement verplichte controleschema s opgelegd. Voor andere procedures worden begeleidende controleschema s uitgewerkt in dit reglement. De leverancier kan ze vervangen door andere als hij hiervan de relevantie kan aantonen. B Procedures voor interne initiële proeven en de interne productbeschrijving De houder dient te beschikken over procedures waarmee hij, vooraleer een product onder ATGcertificatie af te leveren, zichzelf verzekert dat hij de vooropgestelde prestaties kan halen. Hiervoor moeten initiële proeven worden verricht op basis waarvan de interne productbeschrijving wordt vastgelegd. In bijlage B.3.D wordt een schema voor verplichte minimumcontrole gegeven. De bedoelde gegevens kunnen verkregen worden door: - specifieke proeven in het laboratorium van de producent en/of houder; - proeven in een extern laboratorium dat voor rekening van de houder werkt; - een statistische analyse van de periodieke zelfcontroleproeven; - informatie uit de wetenschappelijke literatuur. B Procedures voor de grondstofcontrole De houder dient te beschikken over procedures voor het nazicht van de overeenkomst van de grondstoffen met de specificatie in de interne productbeschrijving. Deze procedures moeten leiden tot een adequate registratie. B Procedures voor de productiebeheersing Indien de houder zelf zijn leien produceert, dient hij te beschikken over procedures waarmee hij kan aantonen dat hij het productieproces beheerst. Dit betekent dat de procesparameters correct worden ingesteld en dat hiervoor concrete indicatoren bestaan die ook werkelijk gebruikt en geïnterpreteerd worden. Het kan hierbij gaan om de oppuntstelling van de machines om proeven uit te voeren op halffabricaten. Indien de houder verschillend is van de producent, dient er een formeel akkoord te bestaan tussen de partners die duidelijk de verdeling van de verantwoordelijkheden over de kwaliteitscontrole bepaalt en aanduidt welke delen van het controleplan voor elkeen zijn. In functie van het behaalde niveau van productiebeheersing, kan het plan voor de controle op afgewerkte producten aangepast worden, maar het moet in overeenstemming blijven met de norm NBN EN Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 17/73

18 B Procedures voor de controle van de eindkwaliteit De houder dient de eindkwaliteit van de gecertificeerde producten regelmatig verifiëren volgens de controleschema s vermeld in B.1.5. Indien de houder verschillend is van de producent, moet hij bepaalde controletaken aan de producent delegeren. Daartoe wordt er een akkoord geformaliseerd tussen de partners. De houder blijft echter verantwoordelijk voor de overeenkomstigheid van de producten die onder ATG geleverd worden. Hiervoor moet hij zelf een gepast toezicht uitvoeren op zijn producent en op de producten die onder ATG geleverd worden, en dit volgens een vooraf opgesteld controleschema. Globaal gezien moet er een monsternemingsplan opgesteld worden waarmee op een transparante wijze kan worden aangetoond dat de interne monsternemingen representatief zijn voor de onder certificatie verkochte producten. Hierin worden de soorten proeven, frequenties, plaatsen en verantwoordelijkheden vermeld. De procedures voor de controle van de eindkwaliteit moeten aanvaard worden door de certificatieinstelling; de bijhorende controleschema s staan in de certificatieovereenkomst. De resultaten van deze controles moeten het voorwerp uitmaken van een bijzonder transparante registratie wat betreft de naspeurbaarheid. De registraties moeten minstens 10 jaar bewaard worden en beschikbaar zijn voor de inspectie-instellingen tijdens hun bezoeken. B Procedures voor het beheer van niet-conformiteiten De houder moet beschikken over procedures om de zelfcontroleresultaten te interpreteren en de resultaten van deze interpretatie aan te wenden voor het bepalen van de nodige correctieve maatregelen. De niet-conformiteiten en hun behandeling moeten op een passende manier geregistreerd worden. Deze procedures moeten overeenstemmen met B.3. B Procedures voor de behandeling van producten en de markering De houder moet beschikken over procedures waarmee hij zichzelf verzekert dat geen niet-conforme producten op de markt komen met referentie naar het ATG-merk. Deze procedures houden zich aan de voorwaarden van B.4. Voor het geval dat een niet-conformiteit pas na levering zou vastgesteld worden, moet de houder beschikken over een procedure om de klanten te waarschuwen in geval van levering van niet-conforme producten. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 18/73

19 B.1.5 Interne controleschema s De houder organiseert zijn zelfcontrole om te beantwoorden aan de vereisten van het huidige reglement (cf. B.1.4.4). Men maakt een onderscheid tussen de verplicht te controleren eigenschappen en criteria, in overeenstemming met de technische referentiedocumenten (NBN EN , STS 03.6), en de eigenschappen en criteria aangekondigd door de producent. De zelfcontroleschema s zijn opgedeeld in schema s voor controle op grondstoffen, controles tijdens het productieproces (op halffabricaten, machine-instellingen, enz.) en controles op eindproducten. De bijlagen B.1 en B.2 geven de verplichte controleschema s voor eindproducten en meet- en proefinstrumenten. De criteria en/of frequenties die opgenomen zijn in de certificatieovereenkomst kunnen strenger zijn dan die opgenomen in dit toepassingsreglement. In dat geval wordt er gecontroleerd volgens deze strengere criteria/frequenties. In de certificatieovereenkomst worden de geïmplementeerde controleschema s en criteria vastgelegd. B Het intern controlelaboratorium Met het oog op een voldoende beheersing van het productieproces en een elementaire verificatie van de kwaliteit van de uitgaande producten, dienen een bepaald aantal metingen en proeven uitgevoerd worden in een intern laboratorium. De meet- en proefmethodes die intern uitgevoerd moeten worden en de meet- en proefinstrumenten die hiervoor gebruikt worden, zijn opgenomen in bijlagen B.1 en B.2. De interne controleproeven op eindproducten kunnen ook uitgevoerd worden in andere laboratoria die onderworpen zijn aan dezelfde vereisten. De laboratoria die geaccrediteerd zijn volgens de norm EN ISO voor de betreffende proeven worden beschouwd als competent, zonder bijkomende verificatie. B Kalibraties en ijkingen Alle meet- en proefinstrumenten die gebruikt worden voor de interne controle moeten gekalibreerd of geijkt worden met een redelijke frequentie en volgens een bepaalde methodiek. De minimumeisen voor deze ijkingen en kalibraties worden in bijlage B.2 gegeven. De resultaten van de ijkingen en kalibraties moeten geregistreerd worden. B.1.6 Klachtenbeheer De houder moet beschikken over een procedure voor het beheer van klachten van klanten. Deze moeten geregistreerd en gepast behandeld worden. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 19/73

20 B.1.7 Registratie De houder moet alle registers met gegevens die belangrijk zijn voor de naspeurbaarheid en de kwaliteit van het product minstens 10 jaar bewaren. Het gaat dan in het bijzonder om: - de resultaten van alle interne initiële typeproeven; - de resultaten van de controles voor de aanvaarding van de grondstoffen; - alle relevante metingen gedurende de productie; - alle resultaten van de controleproeven op eindproducten en hun interpretatie; - de niet-conformiteiten en bijhorende corrigerende maatregelen; - de staat van geproduceerde, geëxporteerde en gedeclasseerde hoeveelheden; - de resultaten van de kalibraties en ijkingen; - het klachtenregister. De registers moeten beschikbaar zijn daar waar de controlebezoeken plaatsvinden. B.1.8 Verdeling De houder moet minstens om de 3 maanden de lijst met leien die gedurende die periode van 3 maand op de Belgische markt verdeeld werden aan BCCA overmaken, alsook de leveringsplaatsen en de gegevens (telefoon en/of ) van de verantwoordelijke (verdeler of werfverantwoordelijke). Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 20/73

21 B.2. INITIËLE BEOORDELING EN EXTERN TOEZICHT De externe initiële beoordelingen en het doorlopend extern toezicht worden georganiseerd volgens de principes die beschreven staan in 8 du ARCP en R1.6 van het BUtgb Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement. B.2.1 Initiële beoordeling Een initiële beoordeling (of toelatingsonderzoek) wordt uitgevoerd bij de eerste certificatie van het product en telkens wanneer een belangrijke wijziging wordt aangebracht aan de gecertificeerde productcataloog, het productiesysteem of het productiecontrolesysteem. Het programma voor een toelatingsonderzoek bevat volgende elementen: a) Deel productbeoordeling (cf. bijlage B.3) Dit deel bestaat uit: - het bepalen van de te certifiëren productcataloog en de interne productbeschrijving (cf. bijlage B.3.B); - de beoordeling van de methodiek voor de interne initiële proeven en de resultaten die daaruit voortkomen, en dit met behulp van een ITT-checklist (cf. bijlage B.3.A); - het nazicht van de beschikbare resultaten uit de zelfcontrole, vroegere externe controleproeven en historische gegevens (cf. bijlage B.3.C); - een programma voor proeven in een extern laboratorium, te bepalen op basis van de lijst in bijlage B.3.D, rekening houdend met de reeds beschikbare gegevens. b) Deel FPC Dit deel bestaat uit een initiële inspectie van het productiecontrolesysteem (Factory Production Control). De inspectie geschiedt aan de hand van een checklist (cf. bijlage B.4). B.2.2 Toezicht Het toezicht voor het behoud van de certificatie bevat volgende delen: - de FPC-audits; - de controle van de auditverslagen in het kader van andere erkende certificaties; - de technische bezoeken; - de monsterneming en de externe controleproeven; - het technisch en administratief bureauwerk; - de continue assessment; - de opvolging van de referentiewerf. Een overzicht van de jaarlijkse frequenties voor bezoeken en monsternemingen wordt in bijlage B.9 gegeven. Dit dient als basis voor het bepalen van het controleschema dat toegepast zal worden in functie van het dossier. Dit schema wordt bepaald door de Certificatieraad op basis van het initieel assessmentverslag en geformaliseerd in de certificatieovereenkomst. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 21/73

22 B Periodieke inspectie van de FPC Bij deze inspectie wordt nagegaan of de bij het initieel onderzoek gevalideerde procedures concreet geïmplementeerd worden en of het FPC-systeem onveranderd geldig is gebleven. Indien er bijzondere wijzigingen vastgesteld worden, wordt een aanvullend toelatingsonderzoek uitgevoerd. De FPC-inspectie geschiedt aan de hand van een checklist, opgesteld op basis van het model in bijlage B.5. De audits gebeuren bij de houder en/of in de productie-eenheid. Alle ondernemingen vermeld in de beschrijving van de organisatie van de houder die een rol spelen in de kwaliteitszorg, kunnen bezocht worden. Het extern controleschema (frequenties, locaties en duur van de bezoeken) wordt geformaliseerd in de certificatieovereenkomst. B Controle van auditverslagen uitgevoerd in het kader van een andere certificatie Wanneer een producent, die het voorwerp is van een continu toezicht door een instelling die geaccrediteerd is volgens de norm EN of EN ISO 17021, van een vermindering geniet van de controlefrequenties in overeenstemming met B.1.1, dient hij jaarlijks een kopie van de auditverslagen van deze geaccrediteerde instelling aan BCCA te geven. BCCA kijkt deze verslagen na, rekening houdend met de specificaties van de ATG en de eigen certificatieregels die bepaald zijn in dit TRA. B Technische bezoeken Men onderscheidt twee types technische bezoeken: - de regelmatige bezoeken voor het nazicht van de geldigheid van de essentiële elementen van het organisatie- en toezichtsysteem bepaald in de overeenkomst (frequentie overeenkomstig bijlage B.9): het typeverslag wordt gegeven in B.6.1; - de bijkomende technische bezoeken waartoe opdracht gegeven werd door het Certificatiecomité ten gevolge van externe niet-conformiteiten: het typeverslag wordt gegeven in B.6.2. De technische bezoeken vinden plaats bij de houder, in de productie-eenheid en/of in de distributieeenheid. Alle ondernemingen vermeld in de beschrijving van de organisatie van de houder die een rol spelen in de kwaliteitszorg, kunnen bezocht worden. Het extern controleschema (frequenties, locaties en duur van de bezoeken) wordt geformaliseerd in de certificatieovereenkomst. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 22/73

23 B Monsterneming en externe controleproeven B Monsternemingsprocedure De monsternemingen worden in België uitgevoerd bij de verdelers of op de werven. De locaties van de monsternemingen worden bepaald op basis van de lijsten die de ATG-houder om de 3 maanden aan BCCA doorgeeft (cf. B.1.8). De monsternemingen gebeuren steeds met de toestemming van de verdeler of de werfverantwoordelijke. Indien geen enkele monsterneming uitgevoerd kon worden in België, wordt het daaropvolgende jaar de monsterneming uitgevoerd bij de ATG-houder of de producent. Indien mogelijk wordt deze taak gecombineerd met een technisch bezoek of audit bij de producent of ATG-houder. Bij elke monsterneming wordt een monsternemingsfiche ingevuld, overeenkomstig bijlage B.7. B Externe proefschema s De externe proefschema s worden in bijlage B.8 gegeven. B Beoordelingsmethode Na ontvangst van het verslag van het extern controlelaboratorium worden de resultaten beoordeeld volgens de criteria die vermeld staan in de tabel van bijlage B.8. De externe proefresultaten worden aan de producent verzonden worden. De niet-overeenkomstige resultaten worden besproken tijdens een vergadering van de Certificatieraad. Een niet-overeenkomstig resultaat kan leiden tot de beslissing om een bijkomend toezicht uit te voeren (cf. B.3). B Opvolging van de referentiewerf In bepaalde bijzondere gevallen kan een opvolging van een referentiewerf opgenomen worden in het toezichtschema. Dit is met name het geval wanneer een nieuwe goedkeuringsaanvraag ingediend wordt voor een lei dat nog niet goed gekend is in België. De aanbeveling om over te gaan tot deze extra taak kan er enkel komen na raadpleging van de Gespecialiseerd Groep van de BUtgb. Deze geeft zijn advies op basis van de resultaten van het initieel onderzoek, die door het Uitvoerend Bureau Natuurleien van de BUtgb aan hem voorgelegd worden. In voorkomend geval wordt een lijst met referentiewerven gevraagd aan de producent in het kader van het initieel onderzoek. Een initieel verslag wordt opgesteld, met inbegrip van een fotoreportage. Deze referentiewerf zal bezocht worden volgens de frequentie die bepaald is in de certificatieovereenkomst; er zullen nieuwe foto s genomen worden en er zal een verslag opgesteld worden. Dit verslag is één van de documenten dat onderzocht zal worden tijdens de continue assessment (cf. B.2.2.6). Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 23/73

24 B Continue assessment Het dossier wordt regelmatig beoordeeld op basis van een assessmentverslag dat aan de Certificatieraad voorgelegd wordt door de assessor die belast is met de opvolging van het dossier. Het assessmentverslag bestaat uit de volgende elementen: - het assessmentverslag van de vorige periode; - het overzicht van de resultaten van externe proeven; - de niet-conformiteitsfiches; - de FPC-auditverslagen; - de technische bezoekverslagen; - de klachten; - de opvolging van de referentiewerf; - de conclusies en het advies van de assessor. De Certificatieraad neemt de beslissing om al dan niet de certificatie te verlengen voor de volgende periode. De raad kan: - voorstellen het certificaat zonder voorwaarden te verlengen (op basis van de bestaande certificatieovereenkomst); - de verlenging van het certificaat vergezeld doen gaan van voorwaarden (aanpassing van het interne en/of externe controleschema); - een sanctie aan te bevelen, in overeenstemming met B.7. B.3. REGELS VOOR DE BEPALING VAN MAATREGELEN IN GEVAL VAN NIET-CONFORMITEITEN De houder moet een register met de registraties van niet-conformiteiten bijhouden. Indien de klachten van klanten gerechtvaardigd zijn, moeten ze behandeld worden als een nietconformiteit. Hetzelfde geldt voor de opmerkingen van de certificatie-instelling ten gevolge een extern proefverslag dat een niet-conformiteit aan het licht brengt. De controle-instelling moet toegang hebben tot deze registers. B.3.1 Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten bij een interne controle Bij de vaststelling van niet-conformiteiten moet de houder: de oorzaak van de niet-conformiteit zoeken en identificeren; correctieve en/of preventieve maatregelen nemen, zoals bijvoorbeeld: de verbetering van de selectiemethodes, de verbetering van de interne productbeschrijving, de verbetering van de betrokken productieprocessen, enz.; de niet-conforme producten identificeren en behandelen (declassering, nieuwe sortering,...); de klanten waarschuwen indien nodig. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 24/73

25 B.3.2 Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten bij een externe controle De beoordelingscriteria zijn bepaald in bijlage B.8. Wanneer een extern proefverslag een niet-conformiteit bevat, stelt de certificatie-instelling een nietconformiteitsfiche op die aan de Certificatieraad voorgelegd wordt. Deze neemt dan een beslissing op basis van het volgende begeleidend schema: Monsterneming 1 20 leien < 2 nietconforme leien? ja EINDE < 3 nietconforme leien? nee ja Monsterneming 2 20 leien < 2 nietconforme leien? ja EINDE nee - Rechtvaardiging, Actieplan - Overdracht interne proefresultaten Niet-conformiteit intern waargenomen en correctieve maatregelen genomen? ja Bijkomende monsterneming 20 leien < 2 nietconforme leien? nee ja EINDE nee Bijkomend technisch bezoek met monsterneming Assessment B.3.3 Maatregelen bij de vaststelling van niet-conformiteiten in het driemaandelijks versturen van de leveringslijsten Wanneer de leveringslijsten niet driemaandelijks verstuurd worden of wanneer men vaststelt dat deze lijsten onvolledig zijn, zal men meteen overgaan tot een monsterneming bij de leverancier en dit op zijn kosten. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 25/73

26 B.4. REGELS VOOR DE MARKERING EN DE DECLASSERING B.4.1 De verpakking De verpakking van producten die onder certificatie gecommercialiseerd worden, moet aangepast worden aan de producten, de gebruikte transportwijze, de opslagomstandigheden en de behandeling op de werf. Indien relevant worden de verpakkingstechnieken gedetailleerd beschreven in het technisch dossier. B.4.2 De declassering De producten die niet geschikt zijn om onder certificatie op de markt gebracht te worden, moeten duidelijk geïdentificeerd en van de conforme producten gescheiden worden. Ze mogen in geen enkel geval het ATG-merk dragen. B.4.3 De markering De vereisten met betrekking tot de ATG-markering, die in de referentiedocumenten (de ATG-tekst en het document R.5 van de BUtgb) en in A.7 van het huidige reglement staan, moeten nagekomen worden. Elke levering moet vergezeld gaan van leveringsdocumenten. Deze documenten moeten duidelijk zijn en mogen geen dubbelzinnigheden bevatten met betrekking tot de certificatie en de markering. B.4.4 Voorraadbeheer De houder dient te beschikken over procedures waarmee hij het behoud van de conformiteit van de producten kan verzekeren van de vervaardiging tot aan de levering, in het bijzonder gedurende het opslag- en verzendingsproces. De niet-conforme producten moeten gescheiden van de conforme producten opgeslagen worden. B.5. WIJZIGINGEN De ATG-houder dient BCCA zo snel mogelijk te informeren over elke belangrijke wijziging aan: de productiemethode; de grondstoffen; de documentatie; de FPC-procedures; de organisatiestructuur; het adres van de productie-/fabricatie-/distributieplaats; de naam van het product. BCCA zal dan op basis van de beschikbare informatie oordelen of het nodig is om bijkomende controles of proeven uit te voeren, of om het dossier voor te leggen aan het Uitvoerend Bureau van de BUtgb om de geldigheid van de ATG-tekst te controleren. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 26/73

27 B.6. KLACHTEN B.6.1 Klachten in verband met het gecertificeerd product Wanneer een schriftelijke klacht over een gecertificeerd product ingediend wordt bij de certificatieinstelling, beoordeelt deze de ontvankelijkheid ervan. Na de ontvankelijkheidsverklaring van de klacht onderzoekt de certificatie-instelling gegrondheid van de klacht. De certificatie-instelling is bevoegd om onderzoek te voeren of te doen voeren bij de houder in verband met de vastgestelde tekortkomingen of inbreuken. Dit onderzoek kan indien nodig uitgebreid worden naar de partnerondernemingen na de nodige toestemmingen verkregen te hebben bij deze partijen. De certificatie-instelling brengt de aanklager en de houder schriftelijk op de hoogte van de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de klacht. Nadien deelt hij hen de resultaten van het onderzoek mee. De certificatie-instelling is bevoegd om een sanctie te betekenen die vergezeld gaat van verschillende maatregelen, als gevolg van een gegronde klacht, op grond van de bepalingen van B.7. Indien een klacht gegrond blijkt, factureert de certificatie-instelling de kosten voor de behandeling van de klacht aan de houder die in gebreke gesteld is. B.6.2 Bescherming van het merk Wanneer een schriftelijke klacht ingediend wordt in verband met een misleidend gebruik van het merk of een ongerechtvaardigde referentie naar de technische productspecificaties waarvoor de certificatie van toepassing is, onderzoekt de certificatie-instelling de ontvankelijkheid en de gegrondheid ervan. Indien een klacht gegrond is, onderneemt de certificatie-instelling de nodige stappen. B.7. SANCTIES B.7.1 Algemene bepalingen De certificatie-instelling is bevoegd om sancties te betekenen en de nodige maatregelen te nemen ten gevolge van de vaststelling van een inbreuk of tekortkoming in vergelijking met: de technische productspecificaties; de reglementaire bepalingen; de bijzondere bepalingen die opgelegd werden door de certificatie-instelling in het kader van de certificatie. Een sanctie kan betrekking hebben op een deel van of de gehele gecertificeerde productie. Ze kan gepaard gaan met een verzwaring van de industriële zelfcontrole of de externe controle, en met verschillende maatregelen die aan de houder opgelegd zullen worden. Hij wordt verzocht alle correctieve maatregelen te nemen die nodig zijn om te vermijden dat de inbreuk of de tekortkoming behouden of herhaald wordt. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 27/73

28 Afhankelijk van de ernst van de inbreuk of de tekortkoming onderscheidt men de volgende sancties: WAARSCHUWING: de gecertificeerde houder wordt gewaarschuwd dat het behoud of de herhaling van de inbreuk of tekortkoming binnen een bepaalde termijn, het vermogen van de licentiehouder om de continuïteit van de conformiteit van het product te verzekeren, in twijfel trekt en dat dit kan leiden tot een zwaardere sanctie; OPSCHORTING VAN DE GOEDKEURING EN HET CERTIFICAAT: de gecertificeerde houder mag de betrokken delen van de productie niet meer met het merkteken leveren. De zelfcontrole en externe controle worden onveranderd verdergezet; GEDEELTELIJKE INTREKKING VAN DE GOEDKEURING EN HET CERTIFICAAT: de houder mag de betrokken delen van de productie niet meer met het merkteken leveren. De externe controle voor de betrokken productiedelen wordt stopgezet; INTREKKING VAN DE GOEDKEURING EN HET CERTIFICAAT: de licentiehouder mag de betrokken delen van de productie niet meer met het merkteken leveren. De controle wordt stopgezet, met uitzondering van een bezoek in de drie maanden volgend op de intrekking met als doel de staat van de stock te controleren. Een waarschuwing is een interne aangelegenheid tussen de houder en de certificatie-instelling, en wordt niet openbaar gemaakt. Deze sanctie wordt schriftelijk betekend. De opschorting wordt voor een bepaalde duur uitgesproken, die indien nodig verlengd kan worden. De maximale duur van een opschorting is 12 maanden. De intrekking is definitief. De leverancier kan pas een formele aanvraag voor een nieuwe formele goedkeuring doen na een termijn die minstens gelijk is aan de maximale duur van een opschorting. De opschorting en intrekking zijn sancties van publieke aard. Deze sancties worden aan de houder betekend na hem over het gelopen risico geïnformeerd te hebben en niet zonder hem de kans gegeven te hebben om zich te verdedigen. B.7.2 Bijzondere bepalingen Voor elke inbreuk of tekortkoming beslist de certificatie-instelling, in functie van de reglementaire bepalingen, de vaststellingen van de inspectie-instelling en de waarnemingen, alsook van de jurisprudentie, of het gepast is om een sanctie te betekenen en indien dit het geval is, bepaalt deze ook het niveau van de sanctie, de duur en de bijkomende metingen. B.7.3 Beroep De houder kan op elk moment vragen gehoord te worden in verband met de oorzaken of de concrete maatregelen die genomen werden, of beroep aantekenen tegen deze beslissingen. In de tussentijd blijven de beslissingen geldig. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 28/73

29 B.8. OPSCHORTING EN OPZEGGING DOOR DE HOUDER De houder kan een opschorting van zijn goedkeuring aanvragen of deze opzeggen. De opschorting of opzegging kunnen betrekking hebben op een gedeelte van of de gehele gecertificeerde productie. De houder dient een schriftelijke opschortingsaanvraag in met de reden, de gewenste duur van opschorting en de tijd die nodig zal zijn voor de liquidatie van de stock van het gecertificeerde product. De certificatie-instelling kent al dan niet de opschorting toe vanaf een bepaalde datum en voor een welbepaalde duur, die de maximale duur van 12 maanden niet mag overschrijden. De houder maakt de opzegging bekend aan de certificatie-instelling per aangetekende brief, met een opzegtermijn van drie maanden. De brief bevat een gemotiveerde aanduiding van de tijd die nodig is voor de liquidatie van de stock van het gecertificeerde product, op basis waarvan de certificatieinstelling de datum van intrekking van de licentie bepaalt. De certificatie-instelling betekent aan de houder de gevraagde intrekking en de datum waarop deze ingaat. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 29/73

30 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.1 Referentiedocumenten Administratief Structurele documenten Algemeen Goedkeurings- en Certificatiereglement van de BUtgb R5 Reglement m.b.t. het gebruik van en het toezicht op het ATG-beeldmerk van de BUtgb ARCP - Het Algemeen Reglement voor de Certificatie van Producten en productiecontrolesystemen BCCA - Het Algemeen Reglement voor de Certificatie van ATG-goedgekeurde Producten en systemen BCCA Generieke normatieve documenten NBN EN NBN EN ISO NBN EN ISO NBN EN ISO Algemene eisen voor instellingen die productcertificatiesystemen uitvoeren Conformiteitsbeoordeling - Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren Conformiteitsbeoordeling - Eisen voor instellingen die audits en certificatie van managementsystemen uitvoeren Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria Technische referentiedocumenten van de sector Normatieve specificaties en referenties NBN EN Producten van lei en andere natuursteen voor overlappende dakbedekkingen en buitenmuurbekledingen - Deel 1: Productspecificatie NBN EN Producten van lei en andere natuursteen voor overlappende dakbedekkingen en buitenmuurbekledingen - Deel 2: Beproevingsmethoden NBN EN : - Producten van lei en andere natuursteen voor overlappende dakbedekkingen en 2000/A1 buitenmuurbekledingen - Deel 2: Beproevingsmethoden STS Eengemaakte technische specificaties - Natuurleien Informatieve documenten TV Daken met natuurleien: opbouw en uitvoering Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 30/73

31 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.2 Samenstelling van de Adviesraad Natuurleien(*) Ambtshalve leden Voorzitter: Directeur Generaal BCCA Mr. B. De Blaere Ondervoorzitter: Hoofddeskundige: Mr. J. P. Cnudde Coördinator voor de Secretaris: Mevr. A. Dath certificatie: Mevr. A. Dath Leden met stemrecht Groep Effectieve leden Vervangende leden 1: Openbare besturen 2: Private gebruikers 3: Producenten/ invoerders Mr. N Carteus (FOD Economie) Mr. J-C Scaillet (SPW- DGO4- Direction de la Restauration du Patrimoine) Mr. Y-M Dron (Dron et fils) Mr. H. Moreels (Moreels NV) Mr. M. Lesenfants (Toitures Lesenfants) Mr. S. Couez (Confederatie Bouw) Mr. P. Donner ( SAMACA ) Mr. J. Lopez (CUPA) Mr. P. Compère (ARDOSA) Mr. C. Freyth (RATHSCHECK) Mr. L. Jannes (SPW- DGO4- Direction de la Restauration du Patrimoine) Mr. E. Van den Bosch(CUPA) Mr. P. Regnier (CUPA) 4: Deskundigen Mevr. D. Nicaise (WTCB) Mr. F. de Barquin (WTCB) (*) Dit is de effectieve samenstelling op het moment dat dit reglement verschenen is. Deze lijst wordt permanent up-to-date gehouden door BCCA en kan opgevraagd worden bij het secretariaat of geconsulteerd worden op de website Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 31/73

32 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.3 Samenstelling van het Certificatiecomité (*) Directeur Generaal: Mr. De Blaere Adjunct-Directeur: Coördinator: Mevr. Dath Sectorverantwoordelijke: Mevr. Dath Technisch hoofddeskundige: Mr. Cnudde (*)Dit is de effectieve samenstelling op het moment dat dit reglement verschenen is. Deze lijst wordt permanent up-to-date gehouden door BCCA en kan opgevraagd worden bij het secretariaat of geconsulteerd worden op de website Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 32/73

33 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.4 Samenstelling van de Certificatieraad (*) Voorzitter: Directeur Generaal: Mr. De Blaere Adjunct-Directeur: Coördinator: Mevr. Dath Sectorverantwoordelijke: (secretaris) Mevr. Dath Technisch hoofddeskundige: Mr. Cnudde Leden: Mevr. Nicaise (*)Dit is de effectieve samenstelling op het moment dat dit reglement verschenen is. Deze lijst wordt permanent up-to-date gehouden door BCCA en kan opgevraagd worden bij het secretariaat of geconsulteerd worden op de website Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 33/73

34 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.5 Gemandateerde inspectie-instellingen Land Inspectieinstelling Certificatieinstelling Erkenning Opmerking * België SECO BCCA accreditatie EN ISO onrechtstreeks * Rechtstreeks/onrechtstreeks: inspectie met of zonder inspectie-instelling die rechtstreeks verbonden is met een certificatieinstelling. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 34/73

35 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.6 Erkende laboratoria Proef Proefmethode NBN EN WTCB Avenue P. Holoffe Limelette UG Krijgslaan Gent Laboratoria INISMa Geometrische eigenschappen 5/6/7/8.2/ Buigweerstand Wateropslorping Carbonaatgehalte Vorstbestendigheidsproef Hitteproef Blootstelling aan zwaveldioxide Petrografisch onderzoek Gebreken Status laboratorium 1 - geaccrediteerd 2 - geaccrediteerd in een verwant toepassingsgebied en erkend door BCCA 3 - niet geaccrediteerd en erkend door BCCA Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 35/73

36 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE A.7 Akkoord van wederzijdse erkenning met BCCA Land Certificatie-instelling Inspectie-instelling Momenteel heeft BCCA met geen enkele instelling een akkoord van wederzijdse erkenning afgesloten. Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 36/73

37 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.1 MINIMAAL VERPLICHT CONTROLESCHEMA VOOR EINDPRODUCTEN Certificatiesysteem Certificatieschema Leverancier/Houder Product Productieplaats Wederkerigheid AAA BBB CCC DDD EE FF Intrinsieke eigenschappen norm EN van de norm Proefmethode volgens norm EN van de norm Eisen (waarde/klasse/niveau) Oorsprong (petrografie) % overeenkomstig met de verklaring 1/3 jaar Frequentie (eenheid) (1)(2) Opmerkingen Buigweerstand % overeenkomstig met een ITT-waarde van 20 % Draad % overeenkomstig met de verklaring Wateropslorping % overeenkomstig met een ITT-waarde van 20 % Vorstweerstand % overeenkomstig met de voorwaarde: niet meer dan 20% vermindering van de buigweerstand Hitteproef % overeenkomstig met T1 Carbonaatgehalte % overeenkomstig met een ITT-waarde van 20 % en 5% Zuurproef % overeenkomstig met S1 Niet-gecarbonateerd koolstofgehalte % overeenkomstig met een ITT-waarde van 20 % en 2% 1/jaar of om de ton (4); voor de producties met minder dan ton/ jaar: om de 3 jaar of om de ton (4) Enkel code A2 Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 37/73

38 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.1 Fabricage-eigenschappen norm EN van de norm Nominale dikte Proefmethode volgens norm EN van de norm Bijlage E van de EN Gebreken Eisen (waarde/klasse/niveau) 100% overeenkomstig met de verklaarde waarde 1/ palet Geen gebreken vermeld in b) en c), doordringende metallieke mineralen en onaanvaardbare gebreken staan in de ATG-tekst; NQA = 4 % Frequentie (eenheid) (1)(2) Inspectieniveau S3 (3) Individuele dikte (*) Overeenkomstig, volgens fig.1 EN ; NQA= 4% Inspectieniveau S3 (3) Lengte- en breedtetolerantie (*) Rechtheid randen (*) Verklaarde waarde 5mm; NQA = 4 % 5 mm als L 500 mm; 1% van L als L500 mm NQA = 4 % Inspectieniveau S3 (3) Inspectieniveau S3 (3) Rechthoekigheid (*) % de L; NQA = 4 % Inspectieniveau S3 (3) Vlakheid (*) Cumulatie van de gemarkeerde proeven (*) Opmerking: Zeer glad: <0,9% Glad: <1% Normaal: <1,5% Ruw: <2% Andere: verklaarde waarde NQA = 4 % Inspectieniveau S3 (3) NQA = 4 % Inspectieniveau S3 (3) Opmerkingen Enkel glad en zeer glad; ander voor bijzondere toepassingen (1) De frequenties voorzien in de tabel zijn minimumfrequenties, indien de fabrikant hogere frequenties voorziet in zijn FPC, zijn deze bindend. (2) 1 controlebatch bestaat uit maximum stuks (3) Volgens de norm ISO , 10. (4) Volgens de datum die als eerste vervalt Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 38/73

39 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.2 VERPLICHT CONTROLECHEMA VOOR DE CALIBRATIE ET DE IJKING VAN MEET- EN PROEFINSTRUMENTEN Proef Norm EN Meetinstrument Kalibratiemethode Eisen Minimum niveau Buigweerstand 10 Buigbank NBN EN klasse 2 1 1/jaar Dikte van een stapel van 100 leien Meting van de lengtes en breedtes Rechtheid van randen Bijlage E, EN Metalen rolmeter (1) klasse 2 4 1/jaar Individuele dikte 8 Micrometer (2) 0,05 mm 4 1/jaar Vlakplaat Volgens de FPC van de Vlakheid 9 Meetklok producent Volgens de FPC van de Rechthoekigheid 7 Winkelhaak of goniometer producent Frequentie (eenheid) 0,1 mm 4 1/jaar 0,1 4 1/jaar Opmerkingen: (1): - ofwel gebruikt men metalen rolmeters met ijkmerk; deze meters kunnen dus niet langer dan een jaar gebruikt worden en moeten minstens voldoen aan de nauwkeurigheidsklasse II, volgens het KB van 14 april 1977 betreffende de stoffelijke lengtematen. - ofwel gebruikt men metalen rolmeters die jaarlijks gekalibreerd worden met behulp van een stalen moedermeetlint (met ijkmerk). In dit geval mag de tolerantie voor de totale lengte van de metalen rolmeter niet meer zijn dan (0,6 + 0,4 x L) mm, met L = de lengte van de metalen rolmeter uitgedrukt in meter. Het moedermeetlint behoort minstens tot de klasse I volgens het KB van 14 april 1977 betreffende de stoffelijke lengtematen. (2): Controle met behulp van voelermaten in minstens twee relevante meetpunten, verschillend van nul. Het nulpunt wordt eveneens gecontroleerd. Bij elke meting wordt de aanwezigheid van verontreiniging, roestvorming en vervorming visueel gecontroleerd. Niveau 1 - Kalibratie door een externe geaccrediteerde instelling 2 - Controle van het meetinstrument door de fabrikant 3 - Kalibratie in aanwezigheid van een controle-instelling 4 - Kalibratie volgens een erkende interne procedure 5 - Verklaring van de fabrikant van het meetinstrument (initiële kalibratie) Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 39/73

40 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3 Initiële beoordeling van een product Certificatiesysteem Certificatieschema Leverancier Product Productie-instelling Wederkerigheid AAA BBB CCC DDD EE FF Synthese Het doel van deze beoordeling is te controleren of de producten, die de houder wilt commercialiseren onder certificatie, voldoen aan de externe beschrijving, meegedeeld aan de gebruiker, en bijgevolg ook aan de formele referentiespecificatie die de basis is van het certificatiesysteem. Deze beoordeling is gebaseerd op een checklist (cf. bijlage B.3.A), die moet toelaten om het volgende te bepalen: 1. Het indelen in productgroepen en hun identificatie Analyse van het volledige betrokken productassortiment en de indeling hiervan. De tabel van bijlage B.3.B wordt hiervoor gebruikt. 2. Interne productbeschrijving Er worden initiële testen (ITT) uitgevoerd die toelaten een productbeschrijving op te stellen met de intrinsieke eigenschappen en de productie-eigenschappen van het product, alsook de belangrijke productieparameters per product (grondstofcriteria, machine-instellingen, aanvaardingscriteria voor de controleprocedures, enz.) 3. Variabiliteitbeheersing Wanneer de productieparameters significant veranderen, moet de variabiliteit van de producteigenschappen als gevolg van deze wijzigingen (grondstof, fabricatieparameters, behandelingsmethode, ) beheerst zijn door de fabrikant. 4. Historische gegevens (intern/extern) Ze kunnen volledig of gedeeltelijk de basis van de ITT vormen. 5. Monsterneming voor proeven in een intern/extern laboratorium Indien de historiek van de gegevens onvolledig is, moet een monsterneming uitgevoerd worden voor proeven in een intern laboratorium in aanwezigheid van de inspectie-instelling of in een extern laboratorium. Lijst met bijlagen B.3.A - Checklist productbeoordeling B.3.B - Indeling in productgroepen B.3.C - Overzicht van historische gegevens B.3.D - Bepaling monsterneming voor proeven uitgevoerd in een intern/extern laboratorium (ITT-schema) Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 40/73

41 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.A Checklist productbeoordeling 1. Bepaling van de indeling in productgroepen: Analyse van het volledige betrokken productassortiment en de indeling hiervan (cf. bijlage B.3.B). Welke producten of productfamilies moeten onder de certificatie behandeld worden? Indeling in productgroepen: beschikt de fabrikant over een systeem voor de indeling in productgroepen? Indien ja, het welke? (beschrijving) Bestaan er voor de producten of productfamilies formele referentiespecificaties (normen, richtlijnen, )? Voor welk product of productfamilie werd er een interne ITT uitgevoerd? Bestaat er een volledige interne identificatie of beschrijving voor deze producten of families? Beschrijft deze de productieparameters in verband met de productprestaties? Beschikt de fabrikant over productfiches die informatie geven aan de gebruikers? Indien ja, zijn de gegevens van de productfiches overeenkomstig met de interne productbeschrijving? 2. Intern ITT-beheer Hoe wordt de interne ITT beheerd? Is deze gebaseerd op: externe proeven een actief intern ITT-proces de interpretatie van de permanente zelfcontrole Welke testen zijn opgenomen in de interne ITT? Het betreft zowel de directe testmethoden als de indirecte. Is er voor de indirecte testmethoden een goede onderbouwing van de correlatie met de te bereiken prestatie-eigenschappen? Wat is de frequentie voor of wat is de aanleiding tot het uitvoeren van een interne ITT? Bestaan er bvb. concrete procedures tot uitvoeren van een interne ITT bij wijzigingen van grondstoftypes? 3. Vertaling van de ITT naar de interne productbeschrijving: De resultaten van de interne ITT worden omgezet naar een interne productbeschrijving, die de belangrijke productieparameters per product bepaalt Hoe worden de resultaten van de interne ITT geïnterpreteerd en hoe worden ze verwerkt op vlak van: procesparameters testindicatoren (directe en indirecte) 4. Verwerking van de interne ITT naar de FPC toe Is er vastgelegd hoe de resultaten van de interne ITT verwerkt zullen worden naar de productie toe? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 41/73

42 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.A 5. Variabiliteitbeheersing: De variabiliteit van de productkenmerken na de wijziging van belangrijke productieparameters (samenstelling van grondstoffen, productieparameters, behandelingsmethode, ) moet door de fabrikant beheerst worden Heeft de fabrikant criteria (variabiliteitgrenzen) voor de grondstoffen? Kent hij de invloed van de variatie van de grondstoffen op de productprestaties? Heeft de fabrikant criteria voor de productieparameters? Kent hij de invloed van de variatie van de productieparameters op de productprestaties? Wat is de relatie tussen de variabiliteitstudie in het kader van de interne ITT en de statistieken van de permanente zelfcontrole? Partiële conclusie Is de uitgevoerde interne ITT volledig en relevant voor de gehele productie die onder de certificatie valt? Wat is de relatie tussen de variabiliteitstudie in het kader van de interne ITT en de statistieken van de permanente zelfcontrole? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 42/73

43 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.B Indeling in productgroepen (Steengroeve) (Ader) (Afmetingen: Lxbxe) (keuze/ sortering) ( ) Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 43/73

44 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.C Historische gegevens Nummer verslag Datum verslag Laboratorium Product Productiedatum Productielijn Uitgevoerde proeven Resultaat Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 44/73

45 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.D INTERN/EXTERN ITT SCHEMA Kenmerk EN Proefmethode EN Aantal proeven Criteria Specifieke vereisten en opmerkingen Beoordeling/ resultaat Oorsprong (petrografie) Gebreken Buigweerstand of 40 Oriëntatie van de maximale breukmodulus of 40 Wateropslorping Vorstweerstand of 40 Hitteproef T1 Carbonaatgehalte % Zuurproef S1 Koolstofgehalte % Dikte stapel (100 leien) Vrij van de gebreken in b) en c), doordringende metalen mineralen en onaanvaardbare gebreken uit de ATG-tekst Code A1 0,6 % Code A2 0,6 % Niet meer dan 20% vermindering van de buigweerstand epm 1,5 L/Rfl epm 1,5 L/Rft epm 2mm nominale 0,85 e <epm< nominale 1,15 e Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 45/73

46 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.3.D Kenmerk EN Proefmethode EN Aantal proeven Criteria Specifieke vereisten en opmerkingen Beoordeling/ resultaat Individuele dikte Tolerantie voor de breedte en lengte 2 mm ; 1 L/Rfl 1 l/rft nominale 0,65 e ei nominale 1,35 e Verklaarde waarde 5 mm Rechtheid van randen Rechthoekigheid L/100 Vlakheid Brandweerstand 5.13 Opmerkingen: niet van toepassing Lengte 500 mm: 5 mm Lengte 500 mm: L/100 Zeer glad: <0,9% Glad: <1% Normaal: <1,5% Ruw: <2% Andere: verklaarde waarde Klasse A1 Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 46/73

47 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Checklist Initiële FPC-inspectie Certificatiesysteem Certificatieschema Leverancier Product Productie-instelling Wederkerigheid AAA BBB CCC DDD EE FF Proces aanwezig Documentatie Onbetwistbaar Implementatie Registratie OPMERKINGEN en identificatie documenten Documentatie (Technisch dossier) Eis: Er moet een technisch dossier bestaan met ten minste de elementen van het Toepassingsreglement ( B.1.1). De documentatie moet permanent de werkelijke toestand in de productie-eenheid weergeven. Beschikt de fabrikant over een Technisch Dossier? Elementen in de documentatie? Technische referentiespecificaties Externe productbeschrijving(en) Interne productbeschrijving(en) Organisatiestructuur (+verdeling in Be) Beschrijving van het productiesysteem Beschrijving van het zelfcontrolesysteem Controleschema Proefmethodes Laboratorium Kalibraties en ijkingen Beschrijving van de registers (registraties) Beschrijving van het proces voor het beheer van NC en de behandeling van klachten Is de documentatie een reële weergave van de processen binnen de productie-eenheid? Behandelt de documentatie alle processen binnen de onderneming? Beschikt de fabrikant over procedures voor de melding van veranderingen van het referentiële kader? Beschikt de fabrikant over procedures voor het beheer van referentiedocumenten? Zijn de elementen van de documentatie geïdentificeerd (datum + validatie)? Beschikt de fabrikant over een revisielijst voor de documentatie? Beschikt de fabrikant over een verdeellijst voor de documentatie? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 47/73

48 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Productbeschrijving Eis: De leverancier moet over een interne productbeschrijving beschikken voor alle producten die onder certificatie op de markt gebracht worden. Deze beschrijving moet de producten volledig identificeren en in overeenstemming zijn met de externe productbeschrijving. Cf. 6B.1.2 van het TRA 281. Externe specificatie (publiek) Bestaan er formele referentiespecificaties (technische productfiches of brochures voor de klanten)? Is er een adequate afbakening van het gebruiksdomein van het (de) product(en)? Wordt de productcertificatie vermeld (ATG-markering)? Interne productbeschrijving (vertrouwelijk) Codering voor de naspeurbaarheid? Prestatiekenmerken van producten gelinkt aan: - grondstofcriteria - productieparameters per product - het variabiliteitgebied van deze gegevens Verwijzing naar initiële typeproeven (up-to-date)? Worden de wijzigingen overzichtelijk bijgehouden? Beschrijving productiesysteem? - installaties - productieplaatsen en -lijnen - productieprincipes en -proces - schetsen / plannen / precisie Overeenstemming van de interne productbeschrijving met de externe productbeschrijving (technische productfiches)? Partiële conclusie Organisatiestructuur en controlepersoneel Eis: De organisatiestructuur moet toelaten dat de overeenkomstigheid van de producten met de specificatie kan gegarandeerd worden. Daartoe moeten de zelfcontrole en de registratie ervan onafhankelijk geschieden van de productie- en verkoopsleiding. De verantwoordelijkheden en bekwaamheden van de bij de productie en de controle betrokken personeelsleden moeten duidelijk vastgelegd worden. De aanwezigheid van het controlepersoneel moet aangepast worden om het representatief karakter van de controles te garanderen (cf. B.1.3 van het TRA 281). Hoe verloopt de algemene coördinatie binnen het bedrijf? Beschikt de leverancier over een organogram (namen + functies)? Bekwaamheid van het personeel Is het personeel dat werkzaam is in de productie voldoende bekwaam teneinde de machines te bedienen en te onderhouden? Bestaan er interne criteria voor de bepaling van de geschiktheid van het personeel? Is het controlepersoneel voldoende bekwaam om de proefresultaten te interpreteren en de productkwaliteit te beoordelen? Is de aanwezigheid van controlepersoneel zo geregeld dat de controle representatief is voor de volledige productie? Verantwoordelijkheden Werden de relaties en de verantwoordelijkheden tussen al het personeel dat bij de productie en de kwaliteitscontrole betrokken is, vastgelegd? Is er een verantwoordelijke aangesteld voor het beheer van de totale FPC? Is er op iedere productieplaats een productieverantwoordelijke aanwezig met voldoende zeggingskracht, kennis en ervaring? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 48/73

49 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Organisatiestructuur en controlepersoneel Eis: De organisatiestructuur moet toelaten dat de overeenkomstigheid van de producten met de specificatie kan gegarandeerd worden. Daartoe moeten de zelfcontrole en de registratie ervan onafhankelijk geschieden van de productie- en verkoopsleiding. De verantwoordelijkheden en bekwaamheden van de bij de productie en de controle betrokken personeelsleden moeten duidelijk vastgelegd worden. De aanwezigheid van het controlepersoneel moet aangepast worden om het representatief karakter van de controles te garanderen (cf. B.1.3 van het TRA 281). Zijn de personen die eindverantwoordelijk zijn voor het toezicht en de vrijgave van de producten voldoende onafhankelijk van de productie en de commerciële directie? Welke personen zijn voldoende onafhankelijkheid en hebben voldoende zeggingskracht om: Partiële conclusie de procedures te starten die nodig zijn om een nietconform eindproduct vast te stellen/ te identificeren de productie stil te leggen correctieve en verbeterende maatregelen te nemen te bepalen hoe de niet-conforme productie behandeld moet worden de geproduceerde niet-conformiteiten te registreren Intern ITT-beheer (zie checklist Productbeoordeling) Eis: De producent dient te beschikken over procedures waarmee hij, vooraleer de productie onder certificatie te starten, zichzelf ervan verzekert dat hij de vooropgestelde prestaties kan halen. Hiervoor moeten ITT uitgevoerd zijn, op basis van de interne productbeschrijving. Zijn de grondstofcriteria gebaseerd op de ITT? Toon aan. Zijn de criteria voor de halffabricaten gebaseerd op de ITT? Zijn de criteria (zoals productiesnelheid, -temperatuur, -druk, ) voor de machine-instellingen, de productieketen of de beoordeling van de prestatie-indicatoren afgeleid uit de ITT? Partiële conclusie Grondstofcontrole Eis: De producent dient te beschikken over procedures voor de controle van de overeenkomst van de grondstoffen met de specificaties, opgenomen in de interne productbeschrijving (cf. B van het TRA281). Grondstofcriteria Voert de fabrikant grondstofcontroles uit en worden deze geregistreerd (ingangscontroleregisters)? - eigen ontvangstprocedure - controle van de certificaten of conformiteitsverklaringen van de leverancier Heeft de leverancier duidelijke criteria of specificaties voor de verschillende grondstoffen? Zijn de grondstofcriteria in overeenstemming met de opgelegde schema s uit de normen of het toepassingsreglement? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 49/73

50 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Behandeling grondstoffen Hoe gebeurt de verificatie van de goedkeuring van grondstoffen? Hoe verloopt de ontvangst van grondstoffen? Wordt de eventueel visuele controle geregistreerd? Worden de leveringsbonnen afgestempeld? Beheer voorraad van grondstoffen: First In First Out? Aankoop grondstoffen Wanneer worden er grondstoffen bijbesteld (naar aanleiding van een minimumvoorraad)? Bestaat er een lijst met leveranciers? Gebeurt het lossen van de grondstoffen voor de controle van de resultaten? Wordt er rekening gehouden met de houdbaarheid van de geleverde grondstoffen? Bestaan er voorschriften voor transporteurs van aangeleverde grondstoffen? Bestaan er verpakkingsvoorschriften voor aangeleverde grondstoffen? Wordt er rekening gehouden met reeds geopende verpakkingen? Beheer van grondstoffen met tekortkomingen Hoe worden geleverde producten met tekortkomingen beheerd? Worden afwijkingen tijdens de ingangscontrole geregistreerd? Toon ingangskeuring van bestelling + zijn er voorbeelden van weigeringen? Is er voldoende identificatie en scheiding van conforme grondstoffen tov deze met afwijkingen? Andere Kunnen adhv de codificatie op het eindproduct de gebruikte grondstoffen/batches/leveranciers/... worden teruggevonden? Gebeurt er een statistische evaluatie van de variabiliteit van de grondstoffen? Bestaat er een link tussen de wijziging van een grondstof, de uitvoering van initiële typeproeven en de interne productbeschrijving? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 50/73

51 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Productietechnologie en productieproces Eis: De producent dient te beschikken over procedures waarmee hij kan aantonen dat hij het productieproces beheerst. Hij moet kunnen aantonen dat de proces parameters correct zijn ingesteld en dat de concrete indicatoren beschikbaar zijn (machine-instellingen of controle op halffabricaten)(cf. B van het TRA 281) Productieproces Bevat het proces voldoende: - waarschuwingsdrempels? - weigeringsdrempels? Komt het geïmplementeerde proces overeen met de documentaire procesbeschrijving? Welke metingen worden uitgevoerd tijdens het productieproces? Worden deze geregistreerd? Indien ja, hoe? Hoe wordt de geproduceerde hoeveelheid geregistreerd? Zijn de procedures en instructies die nodig zijn voor de productie aanwezig in de productieplaatsen? Bestaan er criteria voor de procesparameters/instellingen? Kan men verschillende producten op dezelfde productielijn vervaardigen (verandering van kleur, vorm, ), in functie van een productieplanning (+ logische inrichting)? Indien ja, hoe wordt deze productieplanning opgesteld en hoe worden de batchwijzigingen beheerd? Werden de testen die uitgevoerd moeten worden voor de wijziging van de productie-instellingen, vastgelegd? Hoe is een batch gedefinieerd/afgebakend? Is er voldoende communicatie tussen grondstofverdeling en productie (bijvoorbeeld wijziging grondstofbatch)? Wordt er rekening gehouden met de variatie van externe factoren, zoals variaties in temperatuur, vochtigheid? Gebeurt de dosering van de grondstoffen via volautomatische sturing of manueel? Machines Algemeen Beschikt de fabrikant over machines die aangepast zijn aan de productie en worden ze regelmatig onderhouden? Zijn de frequentie en de aard van het onderhoud vastgelegd in een document? Machine-instellingen Voert de fabrikant tijdens de productie een controle uit op de productie-instellingen? Is de controle op de machine-instellingen en de bijhorende criteria in overeenstemming met de opgelegde controleschema s van het toepassingsreglement? Zijn de productie-instellingen per product gekend en worden deze beoordeeld? Heeft de fabrikant duidelijke criteria voor deze machine-instellingen? Toon aan dat de machines en andere toestellen met invloed op de kwaliteit voldoen aan de gestelde eisen van nauwkeurigheid Halffabricaten Voert de fabrikant tijdens de productie een controle uit op de halffabricaten? Heeft de fabrikant duidelijke criteria voor de controle op de halffabricaten? Zijn de criteria voor de halffabricaten in overeenstemming met de opgelegde schema s van het toepassingsreglement? Worden de resultaten van de controles statistisch geëvalueerd? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 51/73

52 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Productietechnologie en productieproces Eis: De producent dient te beschikken over procedures waarmee hij kan aantonen dat hij het productieproces beheerst. Hij moet kunnen aantonen dat de proces parameters correct zijn ingesteld en dat de concrete indicatoren beschikbaar zijn (machine-instellingen of controle op halffabricaten)(cf. B van het TRA 281) Monsternemingsplan Is het monsternemingsplan representatief voor de volledige productie? halffabricaten eindproducten alle productietypes volledig productieproces nacht weekend Is er een procedure voorzien voor de aanpassing van het monsternemingsplan bij vaststelling van niet-conformiteiten tijdens de productie? Partiële conclusie Controle van de eindkwaliteit Eis: De producent dient de eindkwaliteit van de gecertificeerde producten regelmatig te verifiëren. De interne monsternemingen dienen representatief te zijn voor de onder certificatie verkochte producten. De procedure voor de registratie van de proefresultaten dient bijzonder transparant te zijn. (cf. B van het TRA 281) Beschikt de fabrikant over duidelijke controleschema s voor de eindkwaliteit? Vermelding van proefmethodes (+ direct en indirect), frequentie en criteria Zijn de genomen stalen voldoende om de kwaliteit van de volledige batch te garanderen? Zijn de genomen stalen representatief voor de onder certificatie op de markt gebrachte producten? Welke testen maken deel uit van een batch release test? Hoe wordt een lot afgekeurde producten afgebakend? Hoe wordt het product vrijgegeven? Hoe worden niet-conforme proeven behandeld en geregistreerd? Worden de resultaten van de controles statistisch geëvalueerd? Is een procedure voorzien voor de aanpassing van het monsternemingsplan bij vaststelling van niet-conformiteiten bij het eindproduct? Kan men met de procedures het vereiste naspeurbaarheidsniveau garanderen? Welke informatie kan teruggevonden worden op basis van de gegevens op het eindproduct? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 52/73

53 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Correctieve maatregelen Eis: De producent dient te beschikken over procedures om de zelfcontroleresultaten te interpreteren en deze interpretatie aan te wenden voor het uitvoeren de nodige correcties (cf. B van het TRA 281) Neemt de leverancier de nodige acties bij het vaststellen van nietconformiteiten tijdens de zelfcontrole? (bijvoorbeeld de aanpassing van de productieparameters en aanvaardingscriteria voor grondstoffen) Partiële conclusie Behandeling en markering van producten Eis: De producent dient te beschikken over procedures waarmee hij zichzelf ervan verzekert dat geen enkel niet-conform product onder certificatie op de markt komt. Beschikt de fabrikant over schriftelijke procedures voor: de verpakking de markering de declassering het voorraadbeheer de voorbereiding van de verzending het transport naar de klant de opslag bij de klant Zijn deze procedures in overeenstemming met de regels opgenomen in het toepassingsreglement? Hoe worden producten met tekortkomingen beheerd? Worden gedeclasseerde producten fysiek gescheiden van de onder certificatie geproduceerde producten? Beschikt de fabrikant over procedures die verzekeren dat geen enkel niet-conform product op de markt gebracht wordt? Hoe worden de producten in stock geïdentificeerd? Wordt de naspeurbaarheidscode op de verpakking van aangevoerde producten aangebracht? Worden de omgevingsomstandigheden in het magazijn gemeten (vb. omgevingstemperatuur, vochtigheid, )? Voorraadbeheer: First In - First Out? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 53/73

54 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Intern laboratorium Eis: De producent dient te beschikken over een intern laboratorium dat uitgerust is om de proeven voor de zelfcontrole op correcte wijze uit te voeren.(cf. B.1.6 van het TRA 281) Beschikt de fabrikant over een intern laboratorium? Voert de fabrikant alle proeven voor de zelfcontrole zelf intern uit of worden sommige proeven in onderaanneming uitgevoerd? Is het intern labo zodanig uitgerust dat de intern uit te voeren proeven voor de zelfcontrole op correcte wijze kunnen verlopen? Worden de resultaten van de zelfcontrole statistisch verwerkt (+ correctieve maatregelen)? Is het laboratorium voldoende onafhankelijk van de productie om de nodige correctieve maatregelen te kunnen nemen en heeft het laboratorium daarvoor voldoende bevoegdheid? Is er bekwaam personeel beschikbaar voor het uitvoeren van de proeven in het intern laboratorium? Partiële conclusie Kalibraties en ijkingen Eis: Alle meet- en proefapparatuur moet met een verantwoorde frequentie en volgens een bepaalde methodiek geijkt of gekalibreerd worden (cf. B.1.7 van het TRA 281). Beschikt de fabrikant over een controleschema voor de ijking of kalibratie van alle meettoestellen? Het betreft zowel de meettoestellen uit de productie als van het intern laboratorium. Is dit schema in overeenstemming met het opgelegde schema uit de norm of het toepassingsreglement? Zijn de frequenties en methodes in overeenstemming met de norm of het toepassingsreglement? Worden de verslagen ivm ijkingen en kalibraties bewaard over de periode die in het toepassingsreglement bepaald werd? Worden de externe verslagen geëvalueerd, zowel inzake resultaat als methode? Zijn er instructies aanwezig voor het kalibreren van de apparatuur? Heeft de persoon die de kalibratie uitvoert voldoende kennis over het onderwerp? Komt de nauwkeurigheid van de toestellen overeen met de vereiste nauwkeurigheid van de proef? Wordt het nazicht geregistreerd? Is er voldoende naspeurbaarheid? Wordt het nazicht gedaan met toestellen die minstens 10x nauwkeuriger zijn? Wordt de kalibratiestatus op alle keuringsmiddelen aangebracht door een merkteken? Zijn de nodige ijkingscertificaten aanwezig? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 54/73

55 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.4 Registraties Eis: De producent moet alle gegevens die van belang zijn voor de traceerbaarheid van de elementen die de productkwaliteit bepalen, registreren. (cf. B.1.8 van het TRA 281) Houdt de fabrikant registers bij, over een termijn die in de norm of in het toepassingsreglement bepaald is, waarin alle gegevens genoteerd worden die van belang zijn voor de naspeurbaarheid van elementen die de productiekwaliteit bepalen? Bevatten de registers alle informatie die opgelegd wordt vanuit het toepassingsreglement? Wordt de nodige aandacht besteed aan de registratie van de zelfcontrole door zowel de nacht- als dagploegen? Bevatte de registers de volgende resultaten? - alle resultaten van - interne en externe ITT-proeven - de aanvaardingscontrole op grondstoffen - controleproeven tijdens de productie - eindcontroleproeven + interpretatie - alle NC en correctieve maatregelen - de staat van gefabriceerde, uitgevoerde en gedeclasseerde producten - de resultaten van kalibraties en ijkingen - de klachten Partiële conclusie Klachtenbehandeling Beschikt de fabrikant over een register waarin de klachten en hun behandeling geregistreerd worden? Worden zowel interne als externe klachten behandeld? Werd er een verantwoordelijke aangeduid voor de registratie van de klachten? Bestaat er een terugkoppeling naar de productie? Partiële conclusie Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 55/73

56 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 CHECKLIST FPC-BEZOEK TRA 281 VRAGEN ANTWOORDEN 0. B.0 Wijzigingen 0.1 Zijn er sinds het laatste auditbezoek wijzigingen aan: - de documentatie? - de organisatie van de onderneming? - de productieprocessen (installaties, parameters, )? - de controleprocessen (procedure, criteria, frequentie )? - andere? 0.2 Zijn er nieuwe producten die in de Gecertificeerde Productcatalogus opgenomen moeten worden? - ITT beschikbaar? - Monsterneming nodig? - Extern Verslag van de Initiële Beoordeling van een Product nodig? 0.3 Werd er rekening gehouden met de opmerkingen die tijdens de vorige bezoeken gemaakt werden? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 56/73

57 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 1. B.1.1 Samenstelling en beheer van de documentatie 1.1 Beschikt de fabrikant over een documentatiehandboek waarin de volgende elementen aanwezig of beschreven staan: - Externe beschrijving van de gecertificeerde producten o Gecertificeerde productcatalogus o Technische fiches - Interne productbeschrijving, namelijk: o Grondstoffen (geologisch onderzoek, ) o Resultaten van de ITT o Procesparameters - Beschrijving van de organisatiestructuur - Een beschrijving van de productieprocessen en de bijhorende procedures - Een beschrijving van het zelfcontrolesysteem, proefmethodes, laboratorium (kalibraties en ijkingen) - Een beschrijving van de registers met gegevens ivm de zelfcontrole - Een beschrijving van het proces voor het beheer van niet-conformiteiten en klachten 1.2 Welke elementen zijn er voor de beheersing van de documentatie (identificatie, verdeling, archivering)? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 57/73

58 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 2. B.1.2 Interne en externe beschrijving van de gecertificeerde producten 2.1 Is er een externe beschrijving (FTP) voor alle producten of productfamilies van de catalogus gecertificeerde producten? 2.2 Staan alle nodige gegevens in de technische fiches, namelijk: Identificatie van de fiche; Datum en versie; Licentiehouder en productie-eenheid; Product (soort, handelsnaam eb aanduiding van het type); Petrografische beschrijving; De fysieke, chemische en mechanische kenmerken; De geometrische en visuele kenmerken 2.3 Is de gegeven informatie coherent met de ATG-tekst en de ITT? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 58/73

59 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B Is er voor elke product of productfamilie uit de catalogus een beschrijving met de volgende elementen? - Type product - Aard (en oorsprong) van het materiaal - Relevante geometrische kenmerken (inclusief de interne controlecriteria en productieparameters: productielijnen, parameters van de instellingen, ) - Relevante esthetische kenmerken (inclusief de bijhorende selectiecriteria) 2.5 Werden voor de verschillende producten controleprocedures opgesteld? 3. B.1.3 Organisatiestructuur 3.1 Is het personeel dat werkzaam is in de productie voldoende bekwaam en opgeleid teneinde de machines te bedienen en te onderhouden? Welke objectieve bewijzen bevestigen dit? 3.2 Is het controlepersoneel voldoende bekwaam om de proefresultaten te interpreteren en de productkwaliteit te beoordelen? Welke objectieve bewijzen bevestigen dit? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 59/73

60 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B Werden de relaties en de verantwoordelijkheden van het personeel dat bij de kwaliteitscontrole betrokken is, vastgelegd? Zijn deze relevant? 3.4 Werd er een verantwoordelijke aangeduid voor het beheer en de opvolging van de volledige FPC? 3.5 Worden er vormingen voorzien voor het personeel? Hoe worden deze gedocumenteerd en beheerd? 4. B.1.4 Productieproces 4.1 B ITT-beheer - Beschikt de fabrikant over een procedure voor het beheer van de ITT? - Worden de ITT effectief geregistreerd en bijgehouden? 4.2 B Grondstofcontrole (indien de producent niet verantwoordelijk is voor de winning) - Wat is de controleprocedure voor binnenkomende grondstoffen? (Hoe en wie?) (eigen ontvangstprocedure, controle van de certificaten en hun geldigheid, conformiteitsverklaringen van de leverancier, )? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 60/73

61 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 - Heeft de leverancier duidelijke criteria of specificaties voor de verschillende grondstoffen? - Zijn de aanvaardingscriteria voor grondstoffen gebaseerd op de ITT en de interne beschrijving? - Komen de criteria voor de grondstoffen overeen met de schema s die opgelegd worden door de normen of het toepassingsreglement? - Wordt dit proces correct geregistreerd? 4.3 B Productiebeheersing - Hoe heeft de fabrikant de verschillende processen van de productieketen geïdentificeerd (winning verdeling)? - Voor welke van deze processen bestaat er een schriftelijke procedure? Is deze relevant? - Kan de fabrikant voor elke geïdentificeerd proces het volgende beschrijven (aan de hand van monsterneming): o De binnenkomende elementen o De middelen (personeel en machines) o De uitgevoerde elementen o De beheerelementen (procedures, aanvaardings- /selectiecriteria, competentievereisten, criteria voor de instellingen, controle van de machineinstellingen tijdens de productie, naspeurbaarheid ) Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 61/73

62 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 - Beschikt de fabrikant over (schriftelijke) procedures voor de controle van de naspeurbaarheid van het materiaal tijdens de productie (informatieoverdracht)? 4.4 B Controle van de eindkwaliteit - Controleert de fabrikant het eindproduct? - Beschikt de fabrikant over een monsternemingsplan? Indien ja, is het monsternemingsplan op een dergelijke manier opgesteld zodat de interne monsternemingen representatief zijn voor de producten die verkocht worden met jet ATG-merk? - Beschikt de fabrikant over duidelijke schema s voor de controle van de eindkwaliteit? Vermeldt hij de proefmethodes (direct en indirect), de frequentie en criteria? - Beschikt de fabrikant over schriftelijke procedures voor de controle van de eindkwaliteit? - Worden de registraties van deze controles correct uitgevoerd? - Monsterneming: o controle van de interne resultaten verkregen van leien uit de gecertificeerde catalogus; o proeven in aanwezigheid van de producent; o kan men met de naspeurbaarheidscode op het gecertificeerde product gemakkelijk alle nuttige informatie terugvinden? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 62/73

63 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B B Correctieve maatregelen - Is er een (schriftelijke) procedure voor het beheer van niet-conformiteiten? - Beschikt de fabrikant over procedures om de resultaten van de zelfcontrole te interpreteren (aanvaardingscriteria wat is een NC?)? o Op de grondstoffen o De productieprocessen o De eindproducten - Neemt de fabrikant de nodige acties bij vaststelling van niet-conformiteiten in het kader van de zelfcontrole (inclusief waarschuwing van klanten in geval van levering van NC producten)? 4.6 B Markering en declassering - Beschikt de fabrikant over schriftelijke procedures voor de markering, de declassering en het beheer van de voorraad materialen die onder het ATG-merk op de markt gebracht werden en afgewezen werden? - Komen deze procedures overeen met de regels van het toepassingsreglement? - Beschikt de fabrikant over procedures die garanderen dat geen enkel niet-conform product op de markt gebracht zal worden met het ATG-merk? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 63/73

64 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 - Bestaat er een goede naspeurbaarheid van de producten met ATG-merk? Hoe wordt deze naspeurbaarheid georganiseerd? - Komen de productieregisters overeen met de materialen die op de markt gebracht werden? (informatie beschikbaar en transparant?) 5. B.1.5 Interne controleschema s 5.1 Beschikt de fabrikant over een relevant intern controleschema voor: o De controle van de naspeurbaarheid o De beheersing van de productie o De overeenkomstigheid van het eindproduct 5.2 Worden de interne controles die opgelegd worden door de reglementen, effectief uitgevoerd? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 64/73

65 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 6. B.1.6 Het interne controlelaboratorium 6.1 Beschikt de fabrikant over een intern laboratorium? 6.2 Voert de fabrikant alle proeven voor de zelfcontrole zelf intern uit of worden sommige proeven in onderaanneming uitgevoerd? 6.3 Is het intern labo zodanig uitgerust dat de intern uit te voeren proeven voor de zelfcontrole op correcte wijze kunnen verlopen? 6.4 Beschikt de fabrikant over een procedure voor het beheer van het intern laboratorium (bijvoorbeeld voor de aankoop van toestellen)? 6.5 Is er bekwaam personeel beschikbaar voor het uitvoeren van de proeven in het intern laboratorium? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 65/73

66 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 7. B.1.7 Kalibraties en ijkingen 7.1 Beschikt de fabrikant over een schema met de frequenties en de methodes voor de kalibratie en ijking van alle meettoestellen? Het betreft zowel de meettoestellen uit de productie als uit het intern laboratorium. 7.2 Komt dit schema overeen met het schema dat opgelegd wordt door het toepassingsreglement? 7.3 Worden de verslagen ivm de kalibraties en ijkingen effectief bewaard? 8. B.1.8 Registraties 8.1 Houdt de fabrikant registers bij (minstens 10 jaar) waarin alle gegevens genoteerd worden die van belang zijn voor de naspeurbaarheid en de productkwaliteit? 8.2 Bevatten de registers alle informatie die opgelegd wordt door het toepassingsreglement? 8.3 Beschikt de fabrikant over een (schriftelijke) procedure voor de registratie? Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 66/73

67 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.5 9. B.1.9 Klachtenbehandeling 9.1 Beschikt de leverancier over een register waarin de klachten evenals de behandeling ervan vermeld worden? 9.2 Beschikt de fabrikant over een (schriftelijke) procedure ivm de klachtenbehandeling? 9.3 Worden de gerechtvaardigde klachten als NC behandeld (onderzoek naar de oorzaak en AC)? 9.4 Worden de opmerkingen van de certificatie-instellingen geregistreerd en behandeld? BESLUIT: De volgende afwijkingen in verhouding tot de reglementen moeten rechtgezet worden: Mogelijke verbeteringspunten: Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 67/73

68 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.6.1 Dossier A B C Certificaat D E F Takenpakket G.g.g g.g.g g.g.g Intern H.h.h h.h.h h.h.h BEZOEKVERSLAG in het kader van de voortdurende controle in verband met het ATG-merk Datum bezoek Fabrikant Productieplaats Controleplaats Product Identificatienummer Vorig bezoek Certificatie-instelling Controle-instelling Toepassingsnorm Toepassingsreglement Onderwerp CF Waarnemingen Nr. 0. WIJZIGINGEN Zijn er sinds het laatste bezoek wijzigingen aangebracht in: - De organisatie van de onderneming? - De productieprocessen (installaties, parameters, )? - De controleprocessen (criteria, frequentie, )? - De elementen die de naspeurbaarheid garanderen? - Andere? Moeten er nieuwe producten opgenomen worden in de Catalogus met Gecertificeerde Producten? - ITT beschikbaar? - Monsterneming nodig? - Extern verslag van initiële productbeoordeling nodig? 1. CONTROLE EINDPRODUCT Interne proeven - Overeenstemming van het controleplan met de specificaties? - Frequentie gerespecteerd? 3. DIVERS 4. GEVOLG GEGEVEN AAN DE OPMERKINGEN VAN HET VORIG BEZOEK 5. OPMERKINGEN EN CONCLUSIES 6. OPMERKINGEN VAN DE FABRIKANT Voor de LICENTIEHOUDER/VERDELER Voor SECO Naam: Handtekening: Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 68/73

69 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: Dossier Takenpakket A B C G.g.g g.g.g g.g.g BIJLAGE B.6.2 Certificaat Intern D E F H.h.h h.h.h h.h.h BEZOEKVERSLAG in het kader van de voortdurende controle in verband met het ATG-merk Datum bezoek Vorig bezoek Fabrikant Productieplaats Certificatie-instelling Controleplaats Controle-instelling CF Onderwerp 0. Product Toepassingsnorm Identificatienummer Toepassingsreglement Waarnemingen Nr. WIJZIGINGEN Zijn er sinds het laatste bezoek wijzigingen aangebracht in: - De organisatie van de onderneming? - De productieprocessen (installaties, parameters, )? - De controleprocessen (criteria, frequentie, )? - De elementen die de naspeurbaarheid garanderen? - Andere? Moeten er nieuwe producten opgenomen worden in de Catalogus met Gecertificeerde Producten? - ITT beschikbaar? - Monsterneming nodig? - Extern verslag van initiële productbeoordeling nodig? 1. OORSPRONG EN NASPEURBAARHEID Komt de grondstof uit de aangekondigde gehomologeerde steengroeve? Welke objectieve bewijzen bevestigen dit? Monsterneming: - Product: - Naspeurbaarheidscode: - Toegankelijkheid van de informatie? - Informatie: 2. CONTROLE EINDPRODUCT Interne proeven - Overeenstemming van het controleplan met de specificaties? - Frequentie gerespecteerd? - Gebruikte criteria? - Interpretatie van de resultaten? - Beheer van de niet-conformiteiten? 3. BEHANDELING EN OPSLAG Opslag per type Bewaring Identificatie verpakkingseenheid Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 69/73

70 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.6.2 Leveringsdocumenten Naspeurbaarheid 4. PRODUCTEN MET TEKORTKOMINGEN Identificatie-Opslag Correctieve maatregelen Klachten Registraties 5. MEET- EN PROEFUITRUSTING Werd de kalibratie- en ijkingsprocedure gevolgd? Frequentie? Relevantie? Identificatie van het gebruikte materiaal? Status? Gedeclasseerd materiaal? 6. MONSTERNEMING Proeven uitgevoerd in aanwezigheid van de inspecteur - Identificatie: - Monsternummer: - Operator: - Verslag in bijlage? Overeenkomstig? Monsterneming voor externe proef? - Identificatie: - Monsternummer: - Monsternemingsfiche? Resultaten vorige externe proeven? - Identificatie: - Monsternummer: Vergelijking interne<externe resultaten Resultaten binnen de grenzen gespecificeerd door de FTP/ATG 7. DIVERS 8. GEVOLG GEGEVEN AAN DE OPMERKINGEN VAN HET VORIG BEZOEK 9. OPMERKINGEN EN CONCLUSIES 10. OPMERKINGEN VAN DE FABRIKANT Voor de Voor SECO LICENTIEHOUDER/VERDELER Naam: Handtekening: Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 70/73

71 Toepassingsreglement voor de ATG-certificatie in de sector: BIJLAGE B.7 MODEL MONSTERNEMINGSFICHE Toepassingsreglement Natuurleien auteur: BDB/VP/ADA 71/73