TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE ATG/BENOR-CERTIFICATIE VAN BLOKKEN EN PLATEN VAN NATUURSTEEN

Transcriptie

1 BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION ASSOCIATION vzw BELGISCHE UNIE VOOR DE TECHNISCHE GOEDKEURING IN DE BOUW ONPARTIJDIGE INSTELLING VOOR DE CONTROLE VAN BOUWPRODUCTEN TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE ATG/BENOR-CERTIFICATIE VAN BLOKKEN EN PLATEN VAN NATUURSTEEN Certificatiesysteem Certificatieschema Versie BAB 291 V2 van 15/10/13 Lijst met producten en conforme Certificatieschema s 291 Ruwe Blokken en Platen Validering Goedkeuring door de Algemene Adviescommissie: Goedkeuring door de BUtgb: Datum: 20/06/13 Datum: Registratienummer: TRA BAB291 Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 1/56

2 Inhoudsopgave 0. INLEIDENDE OPMERKINGEN...5 DEFINITIES:...6 AFKORTINGEN:...6 A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE...7 A.1. INLEIDING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN... 7 A.1.1 Inleiding...7 A.1.2 Toepassingsgebied...7 A.1.3 Referentiedocumenten...7 A.2. CONCEPT VAN DE CERTIFICATIEMETHODOLOGIE... 8 A.3. CERTIFICATIEOPERATOREN EN -ORGANEN... 9 A.4. DELEGATIE VAN TAKEN EN WEDERZIJDSE ERKENNING... 9 A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK... 9 A.6. CERTIFICATEN... 9 A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN DE MERKEN A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENT- UITWISSELING A.10. TARIEFSYSTEEM A.11. KLACHTEN A.12. SANCTIES A.13. OPSCHORTING EN VERZAKING DOOR DE LICENTIEHOUDER B. TECHNISCH GEDEELTE VAN DE ATG/BENOR-CERTIFICATIE VAN BLOKKEN EN PLATEN VAN NATUURSTEEN...12 B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE LICENTIEHOUDER B.1.1 Samenstelling van de documentatie...12 B.1.2 Externe beschrijving van de steen en van de producten in natuursteen...12 B.1.3 Interne beschrijving van de natuursteen en de natuurstenen producten...13

3 B De beschrijving van de eigenschappen van de gewonnen steen, die zal bestaan uit:...14 B De beschrijving van de afzetting en de verschillende ontginningszones:...14 B De beschrijving van de eigenschappen van de ruwe blokken en platen...14 B.1.4 Eisen met betrekking tot de organisatiestructuur van de producent...15 B.1.5 Eisen met betrekking tot de productieprocessen en de bijhorende procedures...15 B Procedures met betrekking tot de interne initiële proeven en de bepaling van de interne beschrijving van de natuursteen...15 B Procedures met betrekking tot de controle van grondstoffen...16 B Procedures met betrekking tot de beheersing van de processen...16 B Procedures met betrekking tot de controle uiteindelijke kwaliteit van de stenen die op de markt gebracht worden in de vorm van blokken of platen...17 B Procedures met betrekking tot het beheer van niet-conformiteiten...17 B Procedures met betrekking tot de behandeling van stenen producten en hun markering...18 B.1.6 Interne controleschema s...18 B.1.7 Het laboratorium voor interne controle...19 B.1.8 Kalibraties en ijkingen...19 B.1.9 Registratie...19 B.1.10 Klachtenbeheer...20 B.2. EXTERNE BEOORDELING EN TOEZICHT B.2.1 Initiële beoordeling of toelatingsonderzoek...20 B Gedeelte beoordeling van de grondstof en de selectie ervan...20 B Gedeelte beoordeling van het product...20 B Gedeelte FPC...21 B Gedeelte overgangsperiode...21 B.2.2 Toezicht...21 B Periodieke inspectie van de FPC...21 B Technische controlebezoeken...21 B Externe controleproeven...22 a) Procedure voor monsternemingen...22 b) Schema s voor externe proeven...22 B Assessment...22 B.3. REGELS MET BETREKKING TOT DE MARKERING EN DE DECLASSERING B.3.1 Verpakking...22 B.3.2 De declassering...22 B.3.3 De markering en de communicatie van de verklaarde waarden (technische fiches) 23 B.3.4 Voorraadbeheer...23 B.4. REGELS MET BETREKKING TOT HET BEPALEN VAN DE TE NEMEN MAATREGELEN BIJ NIET-CONFORMITEITEN Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 3/56

4 Lijst bijlagen BIJLAGE A.1 - Wederkerigheidsovereenkomsten BIJLAGE A.2 - Schema met de jaarlijkse frequenties voor bezoeken en monsternames BIJLAGE B.1 - Geologisch dossier BIJLAGE B.2 - Begeleidingscontroleschema voor initiële interne proeven BIJLAGE B.3 - Begeleidingscontroleschema voor de validering van een natuursteen die niet door de fabrikant gewonnen is die verantwoordelijk is voor het verzagen BIJLAGE B.4 - Begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de winning BIJLAGE B.5 - Begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de verzaging BIJLAGE B.6 - Begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de afwerking van de oppervlakte BIJLAGE B.7 - Verplicht begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de mechanische kenmerken van het in de handel gebrachte materiaal BIJLAGE B.8 - Verplicht begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de geometrische kenmerken van de in de handel gebrachte blokken BIJLAGE B.9 - Verplicht begeleidingscontroleschema voor de beheersing van de geometrische en visuele kenmerken van de in de handel gebrachte platen BIJLAGE B.10 - BIJLAGE B.11 - BIJLAGE B.12 - BIJLAGE B.13 - Begeleidingsschema voor de kalibratie en controle van laboratoriuminstallaties Begeleidingsschema voor de externe proeven Checklist initiële FPC-audit Checklist FPC-bezoek Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 4/56

5 0. Inleidende opmerkingen Dit toepassingsreglement maakt deel uit van een globaal systeem voor de certificatie van natuurstenen producten. Dit globaal certificatiesysteem betreft alle natuurstenen materialen en producten die gebruikt worden voor de bouw van wegen en gebouwen, voor de renovatie, de herstelling en de inrichting van de binnen- en buitenkant van gebouwen, met uitzondering van materialen die gebruikt worden voor daken, toepassingen van het type granulaten en aanaardingmaterialen. Dit globaal certificatiesysteem is opgesteld door BCCA, COPRO en het BUtgb, volgens de gemeenschappelijke regels bepaald in het ARG 290, dat aan de top van de documenthiërarchie staat. Het huidige document is gewijd aan de bijzonderheden op vlak van het materiaal en de producten, blokken en platen, zoals verduidelijkt in A.1.2. Dit toepassingsreglement is voor verandering vatbaar en zal aangepast worden in functie van de ontwikkelingen van het certificatiesysteem en van de beslissingen die door de bovenvermelde instellingen genomen worden, met respect voor de interne regels die in het ARG beschreven staan. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 5/56

6 Definities: Steenhouwer: Producent die verantwoordelijk is voor de steenwinning. Verdeler: Bedrijf verschillend van de steenhouwer of de verwerker, date en afgewerkt of half-afgewerkt product op de markt brengt. ITT: (Initial Type Testing) Initiële typeproeven. FPC: (Factory Production Control) Controle, Beheersing van de productieprocessen. TPF: Technische ProductFiche Licentiehouder: De bezitter van het ATG-BENOR-certificaat (de certificaten) Plaat: Half-afgewerkt product met een vlak oppervlak dat verkregen werd door het zagen of klieven van een ruwe of grove blok. Verwerker: Producent die producten maakt uit steen, die hij niet noodzakelijk zelf gewonnen heeft. Geaccrediteerd laboratorium: laboratorium dat werkt volgens de relevante eisen van de norm NBN-EN ISO en dat geaccrediteerd is door BELAC of door een andere accreditatieinstelling die erkend is door BELAC. Afkortingen: ARG 290: Algemeen Reglement voor de ATG/BENOR-certificatie van natuursteen en van producten op basis van natuursteen Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 6/56

7 A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE A.1. INLEIDING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN A.1.1 Inleiding Het huidig document omschrijft de regels en procedures voor: - de certificatie van de overeenkomstigheid van de eigenschappen van de blokken en platen van natuursteen met de specificaties van de leverancier die bepaald zijn volgens de Belgische normen en richtlijnen van het BUtgb; - het gebruik van de ATG/BENOR-merken die deze overeenkomstigheid bevestigen. Dit toepassingsreglement is gebaseerd op de regels en richtlijnen die vastgelegd werden door de referentiedocumenten, vermeld in A.1.3. Deze tweede versie van het reglement werd voor de eerste keer, na goedkeuring van de Algemene Adviescommissie Natuursteen, in de praktijk gebracht op 15/10/13. Dit document wordt herzien naargelang de noodzaak, waarbij elke wijziging ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de Algemene Adviescommissie. De bijlagen worden voortdurend geactualiseerd. De belangrijke wijzigingen worden ook ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Adviescommissie. Het volledige document wordt één keer per jaar systematisch opnieuw goedgekeurd door de Algemene Adviescommissie. Dit reglement is publiek beschikbaar en wordt door BCCA en COPRO ter beschikking gesteld van de licentiehouders en eventuele aanvragers. A.1.2 Toepassingsgebied Het toepassingsgebied bevat natuurstenen blokken en platen die op de markt gebracht worden en die, na eventuele verwerking door een derde, bestemd zijn voor het bouwen van wegen en gebouwen, de renovatie, herstelling en inrichting langs de binnen- en buitenkant van het gebouw, met inbegrip van de inrichting van opritten, terrassen. Dit reglement voorziet certificatieschema s voor de natuurstenen blokken en platen, zoals de op de markt gebracht worden in de vorm van blokken of ruwe platen, in overeenstemming met de definities van de normen NBN EN 1467 en NBN EN Deze schema s worden beschreven in deel B en zijn elke keer gebaseerd op een norm of op een bijkomende verwijzingsspecificatie. A.1.3 Referentiedocumenten De lijsten met de verschillende documenten die gebruikt worden in het kader van de homologatie en de ATG/BENOR-certificatie van decoratieve natuursteen worden bijgehouden op de websites van BCCA ( en COPRO ( en zijn ook beschikbaar op hun secretariaat. Bijlage 1 bevat een lijst met referentiedocumenten die van kracht zijn op de datum waarop het huidig reglement verschijnt. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 7/56

8 A.2. CONCEPT VAN DE CERTIFICATIEMETHODOLOGIE Het doel van de ATG/BENOR-certificatie van blokken en platen is te bevestigen dat: - het materiaal, waaruit het product bestaat, voldoet aan de mechanische eisen, alsook de duurzaamheidseisen en de esthetische eisen die erop betrekking hebben, zoals gespecificeerd door de leverancier, op basis van een norm; - het materiaal voldoet aan een geologische identificatie, zijn identiteit kan bevestigd worden ten opzichte van een gevalideerde referentieomschrijving (bijvoorbeeld, door het opzetten van een efficiënt naspeurbaarheidssysteem (herkomst van het materiaal)); - het product (blok of plaat), dat gemaakt wordt met dit materiaal, voldoet aan de eisen in verband met de afmetingen en de geometrie, zoals deze gespecificeerd zijn door de leverancier, op basis van een norm. Deze specificaties en omschrijvingen worden opgesteld door middel van een productfiche die goedgekeurd moet worden door de certificatie-instelling. De sterke punten van de ATG/BENOR-certificatie zijn: - de continue geldigheid van de initiële typeproeven, hun regelmatige nazicht en validatie. - de kwaliteitsgarantie, afhankelijk van het type steen, op vlak van: de winning de selectie van de grondstof de eerste verwerking (zagen, klieven, ) de selectie van het product de afwerking van het oppervlak de identificatie en de markering in functie van het gebruik (mogelijke beperkingen en toepassingen) Het controleplan van de leverancier wordt aanvaard op basis van een initiële inspectie en regelmatige audits (minimum één keer per jaar). Indien nodig kunnen er externe controleproeven uitgevoerd worden. De verklaarde waarden worden verkregen op basis van initiële typeproeven, die uitgevoerd worden volgens de norm en waarvan de geldigheid door de certificatie-instelling gecontroleerd wordt. De producent kan zelf bepalen welke type producten hij onder certificatie op de markt zal brengen. Voor de materialen die op de markt gekocht worden, is de validatie van de beschikbare ITT zeer belangrijk. De geldigheid is bepalend voor de certificeerbaarheid. In dit geval moet er een representatieve studie gedaan worden van de veranderlijkheid met betrekking tot de diversiteit van de herkomst. Bovendien moet er een interne inspectieprocedure en een erkenningsprocedure opgezet worden. Op basis van deze gegevens kan men een interne productbeschrijving opstellen die als basis dient voor de productfiche. In deze productbeschrijving worden alle gegevens weergegeven die nodig zijn voor het vervaardigen van conforme producten op een homogene manier, buiten de gebruikte natuursteen. Ze bevat ook de belangrijkste productieregels. Deze beschrijving moet voortdurend verfijnd worden en onderworpen worden aan een doeltreffend ITT-beheer. Bovendien moet de producent een productiecontrole toevoegen Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 8/56

9 volgens een gedocumenteerd systeem en controleschema s, bepaald in functie van het merk, voor elk productieproces. De implementatie van het volledige controlesysteem staat onder toezicht via externe controlebezoeken die een combinatie zijn van systeemaudits en van het nazicht van de controleregisters. A.3. CERTIFICATIEOPERATOREN EN -ORGANEN De certificatieoperatoren en -organen worden beschreven in C van het ARG 290. A.4. DELEGATIE VAN TAKEN EN WEDERZIJDSE ERKENNING In het kader van de certificatie kan de certificatieoperator uitvoerende en administratieve taken delegeren aan andere instellingen die onder zijn toezicht werken. De mogelijke verschillende soorten van samenwerking worden beschreven in D van het ARG290. A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK Het toelatingsonderzoek volgt de regels die vastgelegd zijn in F van het ARG 290. A.6. CERTIFICATEN De certificatieoperator zal voor elke productie-of verdeelinstallatie een certificaat ter beschikking stellen van de leveranciers. Een Catalogus met gecertificeerde producten zal integraal deel uitmaken van dit certificaat met hierin op een eenduidige manier de lijst met producten die onder toezicht staan en die op de markt gebracht kunnen worden onder de ATG/BENOR-markering. Deze certificaten dragen een code, AAA BBB CCCC DDDD EE, op basis van de volgende elementen: AAA : code voor het certificatiesysteem (BAB voor de ATG/BENOR-certificatie) BBB : code voor het type product (productfamilie) CCCC : identificatienummer van de leverancier DDDD : technisch referentienummer van het product of het systeem EE : productie-installatienummer (of dat van de verdeler) Voor de ATG/BENOR-certificatie van blokken en platen van natuursteen worden de codes als volgt gebruikt: AAA : BAB BBB : 291 CCCC : identificatienummer van de leverancier (Steenhouwer, Verwerker of Verdeler) DDDD : certificaatnummer wordt als volgt opgesteld: CCCC-EE EE : productie-installatienummer (van de steengroeve, de verwerkingseenheid of de verdeler) Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 9/56

10 De verschillende gecertificeerde producten worden in een uniek document verzameld, namelijk de Catalogus met gecertificeerde producten. Voor elk gecertificeerd product of productgroep, stelt de producent een productfiche op die door de certificatie-instelling gevalideerd moet worden. Deze productfiche verklaart de gecertificeerde specificaties alsook de herkomst van de goedgekeurde steen, met verwijzing naar een ATG-tekst. Tijdens de geldigheidsperiode van de goedkeuring, worden de ATG/BENOR-certificaten elk jaar automatisch opnieuw gevalideerd, zolang de beoordeling die uitgevoerd wordt dankzij het continue toezicht, positief blijft. Bij elke uitbreiding van het productgamma, wordt de Catalogus met gecertificeerde producten aangepast. A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN DE MERKEN Deze zijn gedefinieerd in K van het ARG290. Praktische instructies kunnen gegeven worden via omzendbrieven. Deze maken dan integraal deel uit van de reglementen waarnaar ze verwijzen. De producent heeft het recht en de plicht om de ATG/BENOR-merken aan te brengen op alle gecertificeerde producten (blokken en platen) die op de markt gebracht worden. Hij doet dit op de stukken zelf, hun verpakkingen of de begeleidende documenten die naar bepaalde codes verwijzen. Hij voert deze alternatieve markering uit volgens een methode die gevalideerd wordt door de certificatie-operator. A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST De certificatieovereenkomst is in overeenstemming met de beschrijving van F.3.2 van het ARG290. De overeenkomst bevat een administratief en een technisch gedeelte, en wordt voorzien van bijlagen per product of productfamilie; deze bijlagen bevatten de checklists en controleschema s die opgesteld werden op basis van dit reglement en het ARG290. A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENT- UITWISSELING Het toezicht, de communicatie en de documentuitwisseling worden georganiseerd volgens H van het ARG290. A.10. TARIEFSYSTEEM De regels van het financieel regime die van toepassing zijn voor de certificatie en de tarieven die van kracht zijn, worden bepaald in een Financieel reglement. Dit reglement is beschikbaar bij de certificatie-instellingen. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 10/56

11 A.11. KLACHTEN Het L van het ARG290 is van toepassing. A.12. SANCTIES Het M van het ARG290 is van toepassing. A.13. OPSCHORTING EN VERZAKING DOOR DE LICENTIEHOUDER Het N van het ARG290 is van toepassing. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 11/56

12 B. TECHNISCH GEDEELTE VAN DE ATG/BENOR- CERTIFICATIE VAN BLOKKEN EN PLATEN VAN NATUURSTEEN B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE LICENTIEHOUDER De licentiehouder moet over een productiecontrolesysteem beschikken dat conform is met het ARG290 en waarvan de kenmerken hieronder synthetisch weergegeven zijn. B.1.1 Samenstelling van de documentatie Het technisch dossier van een productiecontrolesysteem, vanaf de winning tot het afgewerkt product, bevat minstens de volgende elementen: - de externe beschrijving of de specificatie van de gecertificeerde steen en producten; - de interne beschrijving van de gecertificeerde steen en producten; - een beschrijving van de organisatiestructuur van de onderneming; - een beschrijving van de productieprocessen en de bijhorende procedures; - een beschrijving van het zelfcontrolesysteem (controleschema s, proefmethodes, laboratorium, kalibraties en ijkingen); - een beschrijving van het (de) register(s) met de gegevens met betrekking tot de zelfcontrole; - een beschrijving van het proces voor het beheer van de niet-conformiteiten en klachten. De documentatie moet voortdurend de werkelijke situatie in de productie-eenheid weerspiegelen. De producent moet de certificatie-instelling op de hoogte houden van elke belangrijke wijziging in de documentatie om een bijkomende inspectie mogelijk te maken indien dit nodig blijkt. Bijlage A.2 bevat de frequenties en de soorten controles die van toepassing zijn. Er kunnen afwijkingen toegekend worden in overeenstemming met de regels die vastgelegd zijn in J van het ARG290. B.1.2 Externe beschrijving van de steen en van de producten in natuursteen Dit stemt overeen met F ; van het ARG290. Men bedoelt met externe beschrijving van de natuurstenen blokken en platen, de verwachte prestaties van het product waartoe de licentiehouder zich verplicht. Deze beschrijving bestaat uit de ATG-tekst en de technische productfiches, die goedgekeurd zijn door de certificatie-instelling. De externe beschrijving is gebaseerd op een geheel van initiële proeven (of ITT). Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 12/56

13 De technische fiches bevatten minstens de volgende gegevens: - de identificatie van de technische fiche; - de datum en de versie; - de licentiehouder en de productie-eenheid (met vermelding van het identificatienummer); - het product (soort, handelsnaam en aanduiding van het type); - een petrografische beschrijving (in overeenstemming met de ATG-tekst); - de stoffelijke, chemische en mechanische kenmerken van de steen (in overeenstemming met de ATG-tekst en met de norm NBN-EN 1467 voor de blokken en de norm NBN-EN 1468 voor de platen); - de geometrische kenmerken en het uitzicht van het product, volgens de norm NBN-EN 1467 voor de blokken en de norm NBN-EN 1468 voor de platen. 1 Het type uit te voeren proef is afhankelijk van de beoogde toepassingsgebieden. Bijlage B.2 bevat de begeleidende controleschema s voor de interne initiële proeven om de ITT te kunnen valideren en hun geldigheid in het kader van de certificatie te onderhouden. De certificatie-instelling moet zich verzekeren van de relevantie van de proeven die uitgevoerd worden en dit ten opzichte van de veranderlijkheid van de afzetting en van de manier waarop de verschillende partijen de afzetting analyseren. De ITT s kunnen het volgende zijn: - resultaten van specifieke proeven die in het laboratorium van de producent uitgevoerd werden; - resultaten van proeven die uitgevoerd werden in een extern laboratorium dat voor de producent werkt; - de gegevens van een statistische analyse van de proeven van de periodieke zelfcontrole; - informatie uit wetenschappelijke literatuur. Het is gepast om deze proeven uit te voeren of om ze bijvoorbeeld bij te werken bij de uitbreiding van een ontginningsite, bij de opening van een nieuwe afzetting, wanneer de normatieve criteria evolueren of in het geval van nieuwe toepassingen. De vorm van de beschrijving van de steen en de producten is vrij en kan gegevens bevatten die naar de inspectie toe worden gecodeerd. Zij moet echter voldoende transparant zijn om te kunnen vaststellen dat de eigenschappen van de steen worden beheerst. B.1.3 Interne beschrijving van de natuursteen en de natuurstenen producten De producent moet over een interne beschrijving beschikken van de steen als materiaal. Deze beschrijving moet de verschillende homogene zones volledig beschrijven, alsook hun 1 De gemarkeerde tekst werd niet goedgekeurd door de Algemene Adviescommissie omdat nog bepaalde elementen gepreciseerd moesten worden. De verplichting tot toepassing werd dus in stand-by gezet in afwachting van de vereiste precisies, die via een omzendbrief of bij de herziening van dit document meegedeeld zullen worden. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 13/56

14 uitzicht, hun veranderlijkheid en hun gebruiksgeschikheid, de verschillende bijzonderheden van het uitzicht en de eventuele gebreken. Deze beschrijving kan ondersteund worden door referentiemonsters, die samengesteld zijn voor elke homogene zone. De beschrijving van de steen en de producten moet verwijzen naar de interne initiële proeven die hiervoor als basis dienen. De vorm van de beschrijving van de steen is vrij en kan gegevens bevatten die gecodeerd zijn ten opzichte van de inspectie. Ze moeten wel voldoende transparant zijn zodat men kan vaststellen dat de eigenschappen van de steen en de producten beheerst zijn. Deze identificatie moet overeenkomstig zijn met de gegevens die op de technische fiche staan van de steen die publiek verdeeld wordt. Zo onderscheidt men: B De beschrijving van de eigenschappen van de gewonnen steen, die zal bestaan uit: - een volledig geologisch onderzoek (zie model in bijlage B.1 en norm NBN EN ); - resultaten van identificatieproeven, verkregen bij de ITT (stoffelijke, chemische en mechanische eigenschappen, ). B De beschrijving van de afzetting en de verschillende ontginningszones: De doelstelling van deze stap is de algemene gang van de veranderlijkheid van de afzetting te bepalen. De geologische bijzonderheden, de bruuske veranderingen in de afzetting en de verstoorde zones zullen zo precies mogelijke afgebakend worden. Zones van gelijkaardige kwaliteit zullen in families verzameld kunnen worden op basis van de gelijkwaardigheidsregels die door de producent bepaald zullen worden. Deze verzamelregels zullen op papier gezet worden in het technisch dossier. De families zullen als basis dienen voor de classificatie en het sorteren van de blokken. De mogelijke toepassingen voor elke familie zullen ook beschreven worden. B De beschrijving van de eigenschappen van de ruwe blokken en platen Voor elk gecertificeerd product dat in de catalogus staat, moet er een beschrijving opgesteld worden. Deze beschrijving bevat minstens de volgende elementen: - Type product: ruwe gewonnen blokken, grove blokken, ruwe platen (ruw gezaagd, ); - Aard van het materiaal: in functie van de interne beschrijving van de steen; - De relevante geometrische eigenschappen (bijvoorbeeld: dikte van de platen, toleranties voor de afmetingen, marge van de gewichten, ); Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 14/56

15 - De relevante esthetische eigenschappen (bijvoorbeeld: uitgevoerde oppervlaktebehandeling, onaanvaardbare gebreken, maximale dichtheid van aanvaardbare gebreken, ). De meetprocedures met betrekking tot de verschillende producten moeten opgesteld zijn. B.1.4 Eisen met betrekking tot de organisatiestructuur van de producent De eisen zijn beschreven in F van het ARG290. De organisatiestructuur moet het mogelijk maken om de overeenstemming van de producten met de ATG-tekst en de specificaties van de leverancier te garanderen. Deze specificaties staan vermeld op de overeenkomstige technische fiches die conform zijn met de BENORspecificaties. Het controlepersoneel moet voldoende bekwaam zijn om de resultaten te interpreteren en om over de kwaliteit van de gewonnen steen te oordelen om de efficiëntie van de selectie te kunnen garanderen, zowel de selectie van de blokken als van de platen. De aanwezigheid van controlepersoneel moet op een dergelijke wijze geregeld worden dat de zelfcontrole representatief is voor het geheel van de productie. De verantwoordelijkheden van de personeelsleden die betrokken zijn bij de kwaliteitszorg en de kwaliteitscontrole moeten duidelijk bepaald zijn in het technisch dossier. B.1.5 Eisen met betrekking tot de productieprocessen en de bijhorende procedures De eisen zijn in overeenstemming met F van het ARG290. Dit hoofdstuk bevat een omschrijvende opsomming van alle procedures die aanwezig moeten zijn in het FPC-systeem. In principe, kan de producent deze procedures ontwikkelen volgens zijn eigen organisatie, voor zover hij aan de veronderstelde doelstelling voldoet. Een procedure is vaak gekoppeld aan een controleschema. Voor bepaalde procedures zijn er verplichte controleschema s, voor andere worden er begeleidende controleschema s voorgesteld. Deze zijn opgenomen in bijlagen B.1 tot B.11. De producent kan deze vervangen door andere als hij de relevantie hiervan kan aantonen. Indien de procedures voldoende gedocumenteerd en correct geïmplementeerd zijn, kan dit aanleiding geven tot een vermindering van de toezichtfrequentie. De certificatieovereenkomst kan een preciezere beschrijving van de geïmplementeerde procedures bevatten. B Procedures met betrekking tot de interne initiële proeven en de bepaling van de interne beschrijving van de natuursteen Deze eisen zijn in overeenstemming met F van het ARG290. De producent moet over procedures beschikken waarmee hij zich ervan kan verzekeren dat hij, voor het begin van de productie onder certificatie, in staat is om aan de vereiste prestaties te voldoen. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 15/56

16 Daarom moeten de initiële proeven uitgevoerd worden op basis van wat er vastgelegd werd in de interne beschrijving van de steen. Deze typeproeven maken het mogelijk om de eigenschappen van de steen te bepalen, meer bepaald zijn veranderlijkheid. Men moet de proeven uitvoeren of ze actualiseren, bijvoorbeeld wanneer de ontginningssite uitgebreid wordt, bij de opening van een nieuwe afzetting, wanneer de normatieve criteria evolueren of voor nieuwe toepassingen. De gegevens die deze interne beschrijving ondersteunen, kunnen deel uitmaken van: - de specifieke proefresultaten in het laboratorium van de producent; - de proefresultaten in een extern laboratorium dat voor de producent werkt; - de gegevens van een statistische analyse van de periodieke proeven van de zelfcontrole; - informatie uit wetenschappelijke literatuur. Bij gebrek aan procedures en controleschema s die aanvaard werden door de certificatieinstelling, moet de producent bij elke belangrijke wijziging van de specificatie van de steen of elke keer dat er twijfel bestaat, het controleschema volgen dat in bijlage B.2 gegeven is. B Procedures met betrekking tot de controle van grondstoffen Deze eisen zijn overeenkomstig met F van het ARG290. Indien de grondstof niet gewonnen wordt door de verwerker, moet deze goedgekeurd worden en moet de verwerker over procedures beschikken om de overeenkomstigheid van de steen met de specificaties van zijn interne beschrijving voor de steen te controleren. Hiervoor gebruikt hij de door BCCA en COPRO erkende certificaten met een administratief nazicht en een validatie van de overeenkomstigheid van de geleverde stof met de eisen van zijn eigen ITT. Deze procedure moet leiden tot een geschikte registratie. Bij gebrek aan zijn eigen aanvaarde procedures en controleschema s, moet de producent het controleschema volgen dat in bijlage B.3 gegeven is. B Procedures met betrekking tot de beheersing van de processen Deze eisen zijn overeenkomstig met F van het ARG290. De producent moet over procedures beschikken waarmee hij kan aantonen dat hij de productieprocessen beheerst. Dit betekent dat de parameters van de productieprocessen correct vastgelegd zijn. Dit kan gaan van het afstellen van de machines tot de proeven op half-afgewerkte producten. Voor elk geïdentificeerd proces beschrijft de documentatie: 1. de ontginnings- / verwerkings- / oppervlakteafwerkingstechnieken; 2. de verschillende machines en het gereedschap dat gebruikt wordt; 3. de eventuele schriftelijke procedure die het procedé regelt; 4. de families van de blokken of de ontginningszones die gebruikt kunnen worden in het beschreven procedé; Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 16/56

17 5. de families van de blokken of de ontginningszones die niet gebruikt kunnen worden in het beschreven procedé en de reden voor deze weigering; 6. de ingangsgegevens van het procedé die het mogelijk maken om de gebruikte grondstof te identificeren; 7. de uitgangsgegevens die de informatie, die nodig is voor de naspeurbaarheid, doorgeeft aan het volgende procedé. De procesbeschrijving zal ten minste de volgende vragen beantwoorden: - Wat is de doelstelling van het proces? - Welke oorsprong heeft het (waar begint het)? - Hoe wordt het proces opgezet? - Hoe zijn de verantwoordelijkheden georganiseerd? - Welke interne controles zijn er en hoe worden ze georganiseerd? - Hoe worden ze uitgevoerd en geregistreerd? - Hoe beslist men welke corrigerende maatregelen te nemen? - Hoe worden deze uitgevoerd? - Hoe houdt men rekening met klachten? Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan punten 6 en 7, die garant staan voor de continuïteit van het selectieproces met betrekking tot de naspeurbaarheid van het gebruikte materiaal. De producent kan de begeleidende controleschema s, die in bijlagen B.4 tot B.6 staan, gebruiken of schema s waarvan hij de relevantie kan bewijzen. B Procedures met betrekking tot de controle uiteindelijke kwaliteit van de stenen die op de markt gebracht worden in de vorm van blokken of platen Deze eisen zijn overeenkomstig met F van het ARG290. De producent moet regelmatig de eindkwaliteit controleren van de blokken en platen die bestaan uit gecertificeerde natuursteen en die bestemd zijn voor de verkoop, en dit volgens zijn controleschema s. Deze kunnen gebaseerd zijn op de controleschema s vermeld in bijlagen B.7 tot B.9. De registratieprocedure voor de resultaten van deze controles moet bijzonder transparant zijn. B Procedures met betrekking tot het beheer van niet-conformiteiten Deze eisen zijn overeenkomstig met F van het ARG290. De producent moet over procedures beschikken om de zelfcontroleresultaten te interpreteren en de resultaten van deze interpretatie zo goed mogelijk te gebruiken noodzakelijk voor de nodige correcties voor de selectie en de validering van de grondstoffen en de productieprocessen. Wanneer er niet-conformiteiten vastgesteld worden, moet de producent, onder andere, de volgende maatregelen nemen: Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 17/56

18 - controle van de methodes voor de selectie van de steen en, indien nodig, verbetering van deze methodes; - verbetering van de interne productbeschrijving; - verbetering van het productieproces. B Procedures met betrekking tot de behandeling van stenen producten en hun markering De producent moet over procedures beschikken waarmee hij zich ervan verzekert dat: - geen enkel niet-conform product met de ATG/BENOR-merken op de markt gebracht kan worden; - elk product dat opgenomen is in de Catalogus met Gecertificeerde producten en dat op de markt gebracht wordt, een geschikte markering draagt waardoor het geïdentificeerd kan worden. Hiervoor moet hij ten minste de regels van B.3 volgen. B.1.6 Interne controleschema s De producent moet zijn zelfcontrolesysteem, zijn organisatiestructuur en de kwalificaties van het personeel dat betrokken is bij de opvolging van de kwaliteit, beschrijven. Hij moet beschrijven welke materiële hulpmiddelen hij gebruikt en welke maatregelen de onderneming neemt om de zelfcontrole en de beheersing van de productie te verzekeren. Deze beschrijving bevat minstens het volgende: - Een lijst met procedures voor de controle van de verschillende processen, met hierin ten minste de opgelegde controleschema s, met inbegrip van de processen met betrekking tot: de controle van de selectie; de controle van de naspeurbaarheid; de kalibraties en ijkingen van de meettoestellen. - De eventuele proefmethodes die hiermee gepaard gaan; - Het laboratorium dat instaat voor de interne controle (zie B.1.7); - De identificatie van het personeel dat instaat voor de controle en de bijhorende verantwoordelijkheden; - De kwalificatie die vereist is voor het personeel dat instaat voor de controle. De zelfcontroleschema s worden opgedeeld in schema s voor de controle van: - grondstoffen; - half-afgewerkte producten (tijdens het productieproces); - afgewerkte producten. De controleschema s en hun criteria worden in de certificatieovereenkomst vastgelegd. De criteria en/of de frequentie van deze controles kunnen veeleisender zijn dan die bepaald in het toepassingsreglement. In dat geval zijn het de eisen die beschreven staan in de certificatieovereenkomst, die gebruikt worden tijdens de controle. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 18/56

19 B.1.7 Het laboratorium voor interne controle Om een voldoende beheersing te garanderen van het productieproces en van de kwaliteit van de producten die op de markt gebracht worden, eist men dat de producent een zelfcontrole opzet. Het laboratorium voor de zelfcontrole kan van de producent zijn of het kan een onafhankelijke laboratorium zijn dat in onderaanneming werkt voor een deel van of alle proeven voor de zelfcontrole. Het laboratorium voor de zelfcontrole handelt volledig onder de verantwoordelijkheid van de producent en wordt beschouwd als integraal deel uitmaken van het systeem voor de productiebeheersing. De wederzijdse verplichtingen van de producent en het onafhankelijk laboratorium (duur, referentieproeven en -norm, ) dat in onderaanneming werkt, zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst (contract of bestelbon). Indien men beroep doet op een extern laboratorium dat niet geaccrediteerd is voor de proeven, zal de inspectie-instelling een extra jaarlijks bezoek moeten doen om de proeven in dit laboratorium bij te kunnen wonen. De metingen en proeven die door de producent zelf uitgevoerd moeten worden, worden vermeld in bijlagen B.8 tot B.9. B.1.8 Kalibraties en ijkingen Alle meet- en beproevingstoestellen die door de producent gebruikt worden, moeten volgens een redelijke frequentie en een bepaalde methodologie geijkt en gekalibreerd worden. Een begeleidend schema voor deze ijkingen en kalibraties kan men in bijlage B.10 vinden. B.1.9 Registratie Dit stemt overeen met F van het ARG290. De registraties die het mogelijk maken om de reikwijdte van de zelfcontrole te bevestigen, moeten in een register bewaard worden. Elk gegeven of proefresultaat zal meteen met datum geregistreerd worden. De producent houdt voortdurend de controleregisters ter beschikking van de afgevaardigde van de inspectie-instelling. Zullen geregistreerd moeten worden en voortdurend ter beschikking van de afgevaardigden van de inspectie-instelling moeten staan: - de resultaten van alle interne initiële typeproeven; - alle resultaten van de aanvaardingscontroles voor grondstoffen; - alle relevante metingen tijdens de productie; - alle resultaten van de controle van de uiteindelijke kwaliteit en hun interpretatie; - de corrigerende acties; - een staat van de geproduceerde, verkochte en gedeclasseerde hoeveelheden; - de resultaten van de kalibraties en de ijkingen; - de niet-conformiteiten en hun behandeling; - de lijst met klachten en hun behandeling; - een ingangsregister van alle grondstoffen (leveranciers). Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 19/56

20 B.1.10 Klachtenbeheer De klachten worden beheerd in overeenstemming met F van het ARG290. De producent is verplicht om alle klachten met betrekking tot de kwaliteit van de blokken en platen in natuursteen, te behandelen. Hij moet alle gegevens met betrekking tot een klacht en de behandeling ervan in een register bewaren. De inspectie-instelling moet toegang hebben tot dit register. Indien de klachten gegrond zijn, moeten ze behandeld worden als niet-conformiteiten. B.2. EXTERNE BEOORDELING EN TOEZICHT De initiële beoordelingen en het extern toezicht worden georganiseerd volgens de principes van het ARG290. B.2.1 Initiële beoordeling of toelatingsonderzoek Er wordt een toelatingsonderzoek uitgevoerd bij de eerste certificatie van de natuursteen als grondstof, voor elk nieuw product dat aan de catalogus met gecertificeerde producten wordt toegevoerd en elke keer dat het productiesysteem of het productiecontrolesysteem aangepast wordt. Het programma voor een toelatingsonderzoek is conform met F van het ARG290. Het bevat de volgende elementen: B Gedeelte beoordeling van de grondstof en de selectie ervan - de bepaling van de eigenschappen van de te certificeren steen en de interne beschrijving van de steen, van de verschillende homogene zones met vermelding van waarvoor ze geschikt zijn en waarvoor niet; - het onderzoek van de methodologie van de interne initiële proeven en de resultaten die hieruit voortkomen, met behulp van een ITT-checklist. (met bijzonder aandacht voor het selectieproces); - de controle van de beschikbare resultaten van de zelfcontrole of van de vroegere externe controleproeven; - een programma voor proeven in een extern laboratorium; - het onderzoek van het gedrag van de materialen op de werf, meer bepaald op basis van het ter beschikking gestelde referentiedossier voor gebruik. B Gedeelte beoordeling van het product - de bepaling van de catalogus met te certificeren producten en van de interne beschrijving van de producten; - het onderzoek van de methodologie van de interne initiële proeven en de resultaten die hieruit voortkomen, met behulp van een ITT-checklist; - de controle van de beschikbare resultaten van de zelfcontrole of van de vroegere externe controleproeven; - een programma voor proeven in een extern laboratorium. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 20/56

21 B Gedeelte FPC Een initiële inspectie van het productiecontrolesysteem. Deze inspectie gebeurt met behulp van een checklist. (zie bijlage B.12) B Gedeelte overgangsperiode Voor de nieuwe dossier kan een overgangsperiode nodig zijn vooraleer de uiteindelijke ATGtekst af te leveren. De regels met betrekking tot deze periode zijn bepaald in G van het ARG290. De regels die specifiek zijn voor een dossier, worden in de certificatieovereenkomst vastgelegd. B.2.2 Toezicht Het toezicht voor het behoud van de certificatie verloopt volgens H van het ARG290. Het bestaat uit de volgende onderdelen: - de periodieke inspectie van de FPC; - de technische controlebezoeken; - de externe controlebezoeken; - de assessment. B Periodieke inspectie van de FPC Tijdens deze inspectie controleert men of de processen die tijdens het initieel onderzoek gevalideerd werden, wel degelijk geïmplementeerd worden en of het onveranderde FPCsysteem geldig blijft. Als er wijzigingen vastgesteld worden, wordt er een bijkomend toelatingsonderzoek uitgevoerd. Deze inspectie wordt gedaan met behulp van een checklist (zie bijlage B.13). B Technische controlebezoeken Tijdens deze bezoeken worden de volgende controles uitgevoerd: - de controle van de registraties van de resultaten van de zelfcontrole; - de controle van de laboratoriumuitrusting en van de toepassing van de meet- en proefprocedures door proeven op aangeduide monsters bij te wonen; - de controle van de naspeurbaarheid; - de controle van de markering, de declassering, de verzending, de leveringsdocumenten, het stockbeheer, etc.; - de controle van de lijst met leveranciers en van het ingangsregister voor de grondstoffen; - het uitvoering van monsternemingen (zie B a). De controlebezoeken vinden plaats op de ontginningsplaats, in de verwerkingseenheid en/of in de verdeeleenheid. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 21/56

22 De producent werkt op een transparante manier mee en dit door aan de inspecteurs die aangesteld zijn door de inspectie-instelling, vrije toegang te geven tot de informatie die zij nuttig achten voor het bepalen van de geldigheid van de certificatie, meer bepaald voor wat betreft de gegevens met betrekking tot de naspeurbaarheid en de herkomst van de steen. B Externe controleproeven a) Procedure voor monsternemingen De monsters worden op een dergelijke manier genomen dat ze representatief zijn voor de productie, rekening houdend met het doel van de controle en de proeven die uitgevoerd moeten worden. Deze worden bij voorkeur op tegenspraak uitgevoerd, in de aanwezigheid van een verantwoordelijke die aangeduid is door de licentiehouder. De monsters worden op de productieplaats, de verdeelplaats of de toepassingsplaats (op de werf) genomen. Ze worden op een eenduidige manier door de inspectie-instelling gemarkeerd. Voor elk genomen monster wordt er een monsternemingsfiche opgesteld. De levering van het monster aan het laboratorium valt ten laste van de licentiehouder. De monsters moeten binnen de 5 werkdagen naar de controlelaboratoria gestuurd worden. b) Schema s voor externe proeven De externe proeven hebben als doel de identiteit van de bemonsterde steen te valideren. In bijlage B.11 wordt een begeleidend schema gegeven. Voor de bepaling van de effectieve monsternemingsfrequenties houdt men rekening met de snelheid waarmee men vooruitgaat in de groeves, alsook met de minima vereist door de normen en referentiedocumenten die van toepassing zijn. De schema s die effectief van toepassing zijn voor elke licentiehouder worden opgenomen in de certificatieovereenkomst. B Assessment De regels voor de continue assessment worden bepaald in het H.4 van het ARG290. B.3. REGELS MET BETREKKING TOT DE MARKERING EN DE DECLASSERING B.3.1 Verpakking De verpakking van de producten die onder certificatie op de markt gebracht worden, moet aangepast zijn aan de producten, de gebruikte transportwijze, de opslagvoorwaarden en de behandeling op de werf. Indien relevant, zullen de verpakkingstechnieken in detail weergegeven worden in het technisch dossier. B.3.2 De declassering De producten die niet geschikt zijn om onder certificatie op de markt gebracht te worden, moeten apart van de conforme producten opgeslagen worden. Deze producten mogen in geen enkel geval het ATG/BENOR-merk dragen. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 22/56

23 B.3.3 De markering en de communicatie van de verklaarde waarden (technische fiches) Alle producten die onder certificatie op de markt gebracht (kunnen) worden, moeten gemarkeerd worden volgens A.7. Voor elk product of productgroep onder certificatie moet er een technische fiche opgesteld worden volgens B.1.2. Deze fiche wordt ter beschikking gesteld van elke persoon die hiernaar vraagt. B.3.4 Voorraadbeheer De producent moet over een procedure beschikken voor het beheer van zijn stock en de verzendingen. B.4. REGELS MET BETREKKING TOT HET BEPALEN VAN DE TE NEMEN MAATREGELEN BIJ NIET-CONFORMITEITEN De maatregelen die genomen moeten worden bij niet-conformiteiten worden bepaald volgens de regels van F van het ARG290. Het kan gaan om: - niet-conformiteiten in de procedures voor het beheer van de productbeschrijving en de ITT; - niet-conformiteiten in de processen met betrekking tot de FPC; - niet-conformiteiten betreffende de productkenmerken; - niet-conformiteiten in de opvolging van de administratieve en financiële verplichtingen; - niet-conformiteit in het gebruik van de ATG/BENOR-merken. - Wanneer het resultaat van twee opeenvolgende proeven op de productkenmerken niet conform is met de verklaarde waarden, neemt de producent de nodige maatregelen die in het technisch dossier beschreven staan (zie B.1.5.5) en brengt indien nodig de inspectieinstelling op de hoogte. De producent moet een procedure opzetten om de klanten te waarschuwen indien er niet-conforme producten geleverd werden. Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 2 oktober 2013 auteur: ADA 23/56

24 Lijst met referentiedocumenten BIJLAGE A.1. Referentiedocument voor het bepalen van de methode voor de certificatie van de conformiteit ARG 290 Algemeen Reglement voor de ATG/BENOR-certificatie van natuursteen en van producten op basis van natuursteen Referentiedocumenten voor de bepaling van het product, de technische en esthetische kenmerken NBN-EN 1467 NBN-EN 1468 Natuursteen Ruwe blokken Eisen Natuursteen Ruwe platen Eisen Referentiedocumenten voor de identificatie van de oorsprong van de grondstof en de bijhorende intrinsieke kenmerken (beoordeling als materiaal) NBN-EN 1925 NBN-EN 1926 NBN-EN 1936 NBN-EN NBN-EN NBN-EN NBN-EN NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN PTV 844 Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de waterabsorptiecoëfficiënt door capillaire werking Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de een-assige druksterkte Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de werkelijke dichtheid en de schijnbare dichtheid en van de totale poreusheid en open poreusheid Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de buigsterkte bij geconcentreerde belasting Natuursteen Benamingscriteria Natuursteen Terminologie Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de waterabsorptie bij atmosferische druk Natuursteen Bepaling van de slijtweerstand Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de voortplantingssnelheid van geluid Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de dynamische elasticiteitsmodulus (door het meten van de resonantiefrequentie) Beproevingsmethoden voor natuursteen Bepaling van de gevoeligheid voor wijzigingen van het uiterlijk geproduceerd door thermische cycli Classificatie van gesteenten De bovenvermeld documenten zijn diegene die geldig zijn op de datum waarop deze TRA 291 verschijnt. De lijst wordt voortdurend geactualiseerd en is beschikbaar bij de certificatieoperatoren ( Règlement d application Pierre Naturelle Vers. 1 september 2012 auteur: ADA 24/56

25 Schema met de jaarlijkse frequenties voor bezoeken en monsternames BIJLAGE A.2 Audit gedocumenteerd systeem (FPC) Technische controlebezoeken Monstername voor externe proeven ** Assessment #/jaar Bezoeken Duur (dagen) #/jaar Bezoeken Duur (dagen) #/jaar Bezoeken Duur (dagen) # Duur (uren) 1 1,5 2 0,5 1 0 * 1 4 De vermelde duur is van toepassing voor een bedrijf met een gemiddelde grootte. * De monsternames worden in de mate van het mogelijke tijdens de controlebezoeken uitgevoerd. ** Zie bijlage B.11. Règlement d application Pierre Naturelle Vers. 1 september 2012 auteur: ADA 25/56

26 Geologisch dossier BIJLAGE B.1 De geografische / topografische lokalisatie en de bepaling van de ontginningsplaats. Dit gebeurt bij voorkeur op een gedetailleerde kaart met de schaal, oriëntatie en topografie. Hierop worden de uitgebate groeves, de mogelijke uitbreidingen (reserves), de eventuele vaste installaties aangeduid. Men kan ook de naburige open groeves in dezelfde formaties lokaliseren. De geologische en stratigrafische lokalisatie Men zal de stratigrafische leeftijd en de geologische positie bepalen op basis van een recente, gedetailleerde geologische kaart van de plaats met een lithostratigrafische en chronostratigrafische legende, een schaal en de oriëntatie. Men zal zich baseren op de beschikbare gegevens: de boringen, de geofysische prospectie, de geologische doorsnedes, de hellingshoek en de helling van de lagen, de verschuivingen,. De oudste stratigrafische en geologische benamingen kunnen bijkomend vermeld worden, alsook de eventuele hydrogeologische gegevens. Lithostratigrafische indeling en doorsnede van de ontginningszone Een gedetailleerde doorsnede, met een schaal, van de ontginningszone met een reproductie op schaal van de lithologische, structurele (zones van ontbinding, afslijtingen, stylolieten, diaklazen, barsten, ), petrografische, stratigrafische en paleontologische details (in het bijzonder de kenmerkende fossielen) van de gewonnen lagen, met legend, op schaal, met de naam van de lagen (zowel de lokale als algemene naam) en een zo precies mogelijke lokalisatie van de ontginningsplaats. Macroscopische omschrijving Een macroscopische omschrijving wordt opgesteld voor de gewonnen gesteenten, de zichtbare delen van de afzetting die eventueel in de toekomst gewonnen kan worden en de delen waarvoor gegevens beschikbaar zijn door middel van boringen. Deze omschrijving geeft de details van de geometrie van de afzetting, de mineralogische samenstelling, de kleur, de korrelverdelingen, de eventuele fossielen, de sedimentaire of andere structuren, de fenomenen van verwering en de diagenetische fenomenen zoals de concentraties metaalachtige mineralen, of de glimmers, de chert, de silex, de dolomitisatie, de grote fenocrysten, de geodes, de vlekken van ontkleuring door reductie, Microscopische omschrijving Een microscopische omschrijving moet opgesteld worden door het onderzoeken van dunne schijven onder doorvallend licht en door het onderzoeken van gepolijste oppervlakken onder reflecterend licht voor de opsporing van metaalachtige mineralen, met een bijzondere aandacht voor oxideerbare mineralen. Bijkomende analyses Een volledige chemische analyse moet uitgevoerd worden, deze kan aangevuld worden met andere analyses (chemische, röntgendiffractie, ). Toepassingsreglement Natuursteen Vers. 1 september 2012 auteur: ADA 26/56