UNIVERSITEIT GENT. De kwaliteit van decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT. De kwaliteit van decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar De kwaliteit van decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen Toetsing van de decubitusprotocollen aan de Belgische richtlijnen voor decubituspreventie Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Medische-Sociale Wetenschappen OptieVerplegingswetenschappen Door Nathalie De Donder Promotor: Prof Defloor Co-promotor: Vanderwee Katrien

2

3 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar De kwaliteit van decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen Toetsing van de decubitusprotocollen aan de Belgische richtlijnen voor decubituspreventie Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Medische-Sociale Wetenschappen OptieVerplegingswetenschappen Door Nathalie De Donder Promotor: Prof Defloor Co-promotor: Vanderwee Katrien

4 Ondergetekende, De Donder Nathalie, bevestigt hierbij dat onderhavige scriptie mag worden geraadpleegd en vrij mag worden gefotokopieerd. Bij het citeren moet steeds de titel en de auteur van de scriptie worden vermeld.

5 Abstract Probleemstelling: Ter preventie van decubitus wordt regelmatig gebruik gemaakt van een decubitusprotocol. De toepassing van het protocol is verantwoord wanneer de kwaliteit van het protocol hoog is. Internationale publicaties (n=8) geven een lage kwaliteit aan van protocollen. Doel: Evaluatie van de inhoudelijke kwaliteit van decubitusprotocollen (n=74) in Belgische ziekenhuizen met behulp van een meetinstrument. Methodologie: Er werd een meetinstrument opgesteld op basis van de Belgische decubitusrichtlijnen. Twaalf experten in decubituspreventie, waardeerden verschillende topics van het meetinstrument qua belangrijkheid, om de inhoudelijke validiteit van dit meetinstrument te vergroten. Elk van de vierenzeventig decubitusprotocollen werd met behulp van dit meetinstrument beoordeeld door twee onafhankelijke onderzoekers. Hierbij werd de aanwezigheid, volledigheid of conformiteit met de Belgische decubitusrichtlijnen geëvalueerd. Bij inconsistenties tussen de scores van de onderzoekers werd het protocol opnieuw onder de loep genomen, dit om de betrouwbaarheid te vergroten. De kwaliteit van de protocollen werd gekoppeld aan de ziekenhuiskenmerken. Op basis van deze koppeling werd bestudeerd of de kwaliteit afhankelijk was van bepaalde kenmerken van het ziekenhuis. Resultaten: De aanwezigheidsscore (md=20(37%);iqr[13;28]) geeft aan dat de aanbevelingen slechts beperkt aanwezig zijn in de decubitusprotocollen van Belgische ziekenhuizen. Indien de topics aanbevelingen toch aanwezig waren, leverde dit een relatief hoge volledigheidsscore op (md=11(55%),iqr[7;21]). De conformiteits-score geeft aan dat de protocollen de Belgische decubitusrichtlijnen niet vaak tegenspreken (med=2.5(12.5%),iqr[5;19.5]). De topics inefficiënte materialen of maatregelen zijn het frequentst (md= 1 (33.3%); IQR[0; 2]) in tegenspraak met de aanbevelingen. De kwaliteit van de Belgische decubitusprotocollen is zowel in Frans- als Nederlandstalige protocollen slecht. De kwaliteit van Nederlandstalige protocollen is wel hoger dan de Franstalige. Conclusie: De kwaliteit van decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen is laag. I

6 Abstract Problem: As a precaution for pressure ulcer a protocol is often used. A protocol should only be used if the quality is sufficient, but international articles (n = 8) show that the quality of the protocols is often too low. Aim: Quality evaluation of the content of pressure ulcer protocols (n = 74) in Belgian hospitals through a measuring instrument. Methodology: A measuring instrument based on the Belgian pressure ulcer guidelines, was constructed. To increase the content validity, twelve experts in pressure ulcer precaution, ranked different topics of the measuring instrument on importance. Each of the seventy-four pressure ulcer protocols were evaluated by two independent researchers using that instrument. In this study the presence and completeness of the Belgian pressure ulcer guidelines in the pressure ulcer protocols, and the conformity with it, was evaluated. In case of inconsistencies between the scores of the two researchers, the protocol was reexamined to increase the reliability. Data on the quality of the protocols was linked with data on the hospital characteristics. This way it became clear whether the quality of the protocols correlates with the hospital characteristics. Results: The presence score (md=20(37%);iqr[13;28]) shows that the recommendations in the Belgian pressure ulcer guidelines are only in a limited way present in the pressure ulcer protocols of the Belgian hospitals. When the topics recommendations were present, the completeness score was high (md=11(55%),iqr[7;21]). The conformity score indicates a low inconsistency between the protocols and the Belgian pressure ulcer guidelines (med=2.5(12.5%),iqr[5;19.5]). The topics inefficient or hazardous measures and materials are most frequent inconsistent (md =1 (33,3%), [0 ;2]) with the recommendations. The quality of both the French-written and the Dutch-written pressure ulcer protocols is low, although the Dutch-written is of a higher quality than the French-written. Conclusion: The quality of pressure ulcer protocols in Belgian hospitals is low. II

7 Inhoudstafel Abstract... I Abstract...II Inhoudstafel...III Voorwoord... VI Inleiding...VII 1 Literatuuroverzicht Zoekproces Zoekstrategie Trefwoorden Begripsomschrijving Evidence Based Practice Richtlijnen Protocollen Terminologie gehanteerd in de artikels Evaluatie van een protocol Beknopte voorstelling van de onderzoeken Kwaliteit van de onderzoeken Criteria ter evaluatie van de kwaliteit van een protocol Kwaliteit van de onderzoeken Oorzaak van de beperkte kwaliteit van protocollen Probleemstelling en doelstelling Probleemstelling Doelstelling Onderzoeksopzet Ontwikkeling van een instrument ter beoordeling van de kwaliteit van decubitusprotocollen Opstellen van het evaluatie-instrument Content validiteit verhogen Evaluatie van decubitusprotocollen Verzamelen van decubitusprotocollen Evalueren van de inhoud van decubitusprotocollen Aanwezigheid Volledigheid Conformiteit Vergroten van de betrouwbaarheid Berekenen van de kwaliteit van decubitusprotocollen Aanbevelingen Richtlijn in zijn geheel Algemene vereisten Verschil in kwaliteit van de Belgische decubitusprotocollen en bepaalde variabelen Verwerking van de gegevens III

8 4 Resultaten omtrent het vergroten van de content validiteit Opmerkingen van de experten Waarderingen van de experten Belangrijkheid van de topics Verschillen in waarderingen tussen de verpleegkundigen en de verzorgenden Beschrijving van het evaluatie-instrument Minimumvereisten Richtlijn in zijn geheel Aanbevelingen Algemene vereisten Resultaten van de evaluatie van de kwaliteit van decubitusprotocollen Kwaliteit van de Belgische decubitusprotocollen op basis van de topics betreffende de aanbevelingen Globaal beeld Aanwezigheidsscore Volledigheidsscore Conformiteitsscore Totaalscore 1 (Minder strikte benadering) Totaalscore 2 (Strikte benadering) Kwaliteit van de Belgische decubitusprotocollen op basis van de topics met betrekking tot de richtlijn in zijn geheel Globaal beeld Aanwezigheidsscore Kwaliteit van Belgische decubitusprotocollen op basis van de algemene vereisten van het protocol Globaal beeld Aanwezigheidsscore Volledigheidsscore Verschil in kwaliteit van decubitusprotocollen en bepaalde variabelen Verschil in kwaliteit van decubitusprotocollen tussen Nederlandstalige en Franstalige decubitusprotocollen Globaal beeld Aanwezigheidsscore Volledigheidsscore Conformiteitsscore Totaalscore 1 en Verschil in kwaliteit van decubitusprotocollen en het aantal bedden Globaal beeld Discussie Opmerkingen over de kwaliteit van de decubitusprotocollen in Belgische ziekenhuizen Omschrijving Risicobepaling Uitgangspunten / Principes Lichaamshoudingen IV

9 7.1.5 Drukreducerende matrassen/kussens Wisselhouding Alternerende systemen Ineffectieve maatregelen en materialen Evaluatie Opmerkingen over het verband tussen de kwaliteit van de protocollen en enkele ziekenhuiskenmerken Kwaliteitsverschil tussen de Franstalige en Nederlandstalige protocollen Kwaliteit en het aantal ziekenhuisbedden Beperkingen van het onderzoek Beperkingen van het evaluatie-instrument Beperkingen van de resultaten Aanbevelingen Aanbevelingen voor verder onderzoek Aanbevelingen voor de Belgische decubitusrichtlijnen Aanbevelingen voor de instellingen Aanbevelingen voor de overheid Besluit Lijst met de tabellen Lijst met de figuren Literatuurlijst Bijlagen Evaluatie van de kwaliteit van een decubitusprotocol en toetsing aan de geformuleerde richtlijnen... 1 V

10 Voorwoord Voor het aanvangen van deze scriptie wil ik graag een aantal personen danken. Zonder hen zou deze scriptie nooit tot stand gekomen zijn. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar mijn promotor Professor Defloor voor het verstrekken van professionele adviezen en inzichten; voor de tijd die hij vrijmaakte voor afspraken, voor het nalezen en voor zijn hulp bij problemen. Vervolgens zou ik mijn co-promotor Katrien Vanderwee willen bedanken voor de tijd die ze nam om teksten te lezen en voor haar adviezen omtrent de schrijfstijl. Ook gaat mijn dank uit naar de experten waarop beroep werd gedaan voor het verhogen van de content validiteit. Ondanks hun drukke tijdsschema hebben deze personen tijd vrijgemaakt om hun expertise inzake decubituspreventie te delen. Ik zou ook de studenten willen bedanken van het schakelprogramma van de master in de verpleegkunde of vroedkunde voor de nauwgezette evaluatie van de decubitusprotocollen. Dankzij hun evaluatie kon de betrouwbaarheid van deze resultaten vergroot worden. VI

11 Eveneens zou ik Magda Opsomer en haar kinderen willen bedanken voor het samen doornemen van een beperkt aantal Franstalige protocollen. Dit gaf me het vertrouwen dat mijn Frans voldoende goed was om de Franstalige protocollen te evalueren. Mijn dank gaat ook uit naar mijn vrienden voor hun steun en aanmoedigingen. Hier wil ik heel speciaal Cathrijn, Chun Sum, Katrien, Peter en Tijs vermelden omdat zij bereidwillig waren om deze scriptie door te nemen. Bovenal gaat mijn dank uit naar mijn familie. Het is namelijk dankzij mijn ouders en broer dat ik de mogelijkheid kreeg om verder te studeren. Zo werd me de kans gegeven om me verder te ontplooien. Dank voor de onvoorwaardelijke steun en aanmoedigingen die, vooral dit laatste jaar, meer dan welkom waren. Inleiding Decubitus is een vaak voorkomend probleem tijdens de hospitalisatie. Het is een degeneratieve verandering van het weefsel. Dit wordt veroorzaakt door een zuurstoftekort ten gevolge van het collaberen van bloedvaten door weefselvervorming (Defloor & Van den Bossche & Derre & Feyaerts & Grypdonck, 2001, p 10). In Belgische gezondheidszorginstellingen wordt de prevalentie van decubitus geschat op 10.7%. De behandelingskost van decubitus is relatief hoog ( 23.55) in vergelijking met de preventiekost ( 10.01). (Defloor et al., 2001; Defloor et al., 2004 (a) en Defloor et al., 2004 (b)) Er zijn verschillende maatregelen ter preventie van decubitus gekend. Dankzij de talrijke onderzoeken betreffende decubituspreventie werd duidelijk welke maatregelen wel of niet effectief zijn. Omdat het moeilijk is een overzicht te krijgen van deze effectiviteit werden de Belgische decubitusrichtlijnen opgesteld (Defloor et al., 2001; Defloor et al., 2004 (a) en Defloor et al., 2004 (b)). Met behulp van deze richtlijn kan een instelling een nieuw decubitusprotocol opstellen of hun bestaand protocol actualiseren (Defloor et al., 2004 (b)). Verpleegkundigen werken steeds als team aan decubituspreventie. Daarom is het interessant om afspraken te maken die de samenwerking op de afdelingen en in de organisatie vastleggen. De afspraken kunnen vastgelegd worden in een protocol (Dillon VII

12 & Hargadon, 2002; Grypdonck & Schoonhoven, 2003; Llor et al., 2002; McClarey & Duff, 1997; Van Everdingen, 2000). Deze afspraken zijn het best verenigbaar met het wetenschappelijke bewijs. Ze moeten ook rekening houden met de lokale situaties en de voorkeuren van de betrokkenen (Dillon & Hargadon, 2002; Grypdonck & Schoonhoven, 2003; Llor et al., 2002; McClarey & Duff, 1997; Van Everdingen, 2000 en Zellman & Fair & Houbé & Wong, 2002;). Het gebruik van de Belgische decubitusrichtlijnen als basis voor de protocolontwikkeling kan zorgen voor een integratie van het wetenschappelijk bewijs in decubitusprotocollen. Het gebruik van een protocol zou enkele voordelen met zich kunnen meebrengen: reductie van de variatie, bevordering van de kwaliteit van zorg en beperking van de kosten (Dillon & Hargadon, 2002; Paley, 1995 en Zellman et al., 2002). Om de hulpverlening daadwerkelijk te bevorderen, is het belangrijk aandacht te besteden aan de ontwikkeling, verspreiding en introductie van het protocol. (Varonen & Mäkelä, 1997). Het gebruik van een decubitusprotocol zal enkel effectief de prevalentie van decubitus verminderen, als het protocol kwaliteitsvol is (Berti & Grillie, 2003). Het doel van deze studie is dan ook de kwaliteit van de decubitusrichtlijnen in Belgische ziekenhuizen te evalueren. De opbouw van mijn thesis is als volgt. Ten eerste wordt een literatuuroverzicht weergegeven. De literatuurstudie toont aan dat slechts enkele (n = 8) onderzoeken werden verricht betreffende de evaluatie van de kwaliteit van protocollen. Om de kwaliteit te evalueren, werden uiteenlopende criteria gehanteerd. Het was daarom noodzakelijk om een evaluatie-instrument te ontwikkelen dat de kwaliteit van een decubitusprotocol kwantificeert. Vervolgens wordt de onderzoeksopzet beschreven. Er moest namelijk een evaluatieinstrument (meetinstrument) opgesteld worden op basis van de Belgische decubitusrichtlijnen. Experten in decubituspreventie waardeerden verschillende aspecten van het evaluatie-instrument volgens belangrijkheid. Via deze waardering werd de content validiteit bevorderd. Elk decubitusprotocol (n = 74) werd met behulp van dit instrument gescoord door twee onafhankelijke personen. In deze protocollen werd de aanwezigheid, volledigheid of conformiteit met de Belgische VIII

13 decubitusrichtlijnen nagegaan. Bij inconsistenties tussen de scores van de onderzoekers werd het protocol opnieuw onder de loep genomen. Daarna worden de resultaten weergegeven, opgesplitst in drie delen volgens de resultaten. Een eerste deel geeft de resultaten weer van de waarderingen door de experten. Er werd bij bepaalde topics een verschil ontdekt tussen de verpleegkundigen en de verzorgenden qua belangrijkheid. In het tweede deel worden de resultaten over de kwaliteit van de decubitusprotocllen in Belgische ziekenhuizen beschreven. Hierbij viel op dat de kwaliteit van deze protocollen laag is. Tenslotte bestudeert het laatste deel of de kwaliteit van deze protocollen verschillend was in functie van bepaalde variabelen. Zo werd bijvoorbeeld bestudeerd of er een kwaliteitsverschil was tussen de Nederlandstalige en Franstalige protocollen en of de kwaliteit afhankelijk was van de grootte van het ziekenhuis. Vervolgens worden deze resultaten behandeld in de discussie. Hierin worden niet alleen bedenkingen geformuleerd, maar ook beperkingen en aanbevelingen. De beperkingen zijn opgesplitst in: beperkingen van het onderzoek, beperkingen van het instrument en beperkingen van de resultaten. De aanbevelingen geven dan weer tips voor toekomstig onderzoek, voor de ziekenhuizen en voor de overheid. Tenslotte worden de belangrijkste conclusies weergegeven in het besluit. De rode draad doorheen de thesis is de lage kwaliteit van de decubitusprotocollen in ziekenhuizen. IX

14 1 Literatuuroverzicht In dit literatuuroverzicht worden de gepubliceerde onderzoeken besproken die de kwaliteit van protocollen evalueren. Eerst wordt het zoekproces zelf beschreven. Daarna wordt dieper ingegaan op de begrippen EBP, richtlijn en protocol. Tenslotte worden de geïncludeerde onderzoeken besproken. 1.1 Zoekproces Zoekstrategie In publicaties over protocollen worden de termen protocol, richtlijn en klinische pad door elkaar gebruikt. Daarom werd gekozen voor een zoekstrategie met een grote sensitiviteit en een lage specificiteit. Dit verlaagde namelijk de kans dat artikels over de evaluatie van de kwaliteit van protocollen niet werden gedetecteerd. Op basis van het abstract werd een artikel geïncludeerd of geëxcludeerd. In het abstract werd nagegaan of de richtlijn, het protocol of het klinisch pad voldeed aan de definitie van een protocol (zie Het protocol). Daarnaast werd nagegaan of het protocol inhoudelijk geëvalueerd werd. Deze twee voorwaarden waren de inclusiecriteria en bepaalden of een onderzoek relevant was of niet Trefwoorden Oorspronkelijk werd in Pubmed gezocht op basis van de MeSH-terms clinical protocols, practice guidelines, patient care planning of nursing assessment zonder beperking van publicatiejaar. Op basis van deze zoektocht werd het artikel van Zellman et al. (2002) ontdekt. Een combinatie van voorafgaande MeSH-terms met bijvoorbeeld evaluation studies en evaluation leverde geen relevante resultaten op. Via de in Pubmed geïndexeerde trefwoorden van het artikel Zellman et al. (2002), werden slechts twee bijkomende MeSH-terms opgespoord. Deze MeSH-terms waren organizational policy en hospital administration/standards. Het annexeren van het trefwoord organizational policy aan de zoekstrategie leverde 605 resultaten op, maar gaf slechts vijf relevante resultaten. De combinatie met de andere zoekterm hospital 1

15 administration/standards leverde resultaten op. Er werd gekozen om deze laatste term te discrimineren omwille van de beperkte tijdspanne. In Pubmed werd de volgende zoekfilter gebruikt ( clinical protocols of practice guidelines of patient care planning of nursing assessment ) en organizational policy. In Cinahl werd gezocht onder nursing protocols, practice guidelines of critical pathways. Dit leverde aanvullend drie relevante artikels op. In totaal werden acht relevante gepubliceerde onderzoeken gevonden. 1.2 Begripsomschrijving Opeenvolgend worden de begrippen Evidence Based Practice, richtlijnen en protocollen besproken Evidence Based Practice Grypdonck & Schoonhoven (2003) gaven aan dat Evidence Based Practice verwant is met Evidence Based Medicine. Een andere term voor Evidence Based Practice is Evidence Based Nursing (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Evidence Based Practice kan beschouwd worden als een integratie van klinische expertise en wetenschappelijk bewijs (Newhouse & Dearhol & Poe & Pugh & White, 2004). Dillon & Hargadon (2002) en Grypdonck & Schoonhoven (2003) gaven aan dat bij Evidence Based Practice de verpleegkundigen zich bij hun beslissingen moeten laten leiden door inzichten die ze via wetenschappelijke studies verkregen hebben. In deze studies wordt geprobeerd om aan de experimenten het sterkste en meest geloofwaardigste bewijs mee te geven. Het zijn voornamelijk de randomized controlled trials (RCT), die dit soort bewijs kunnen leveren. Niet elke behandeling of interventie kan echter via een RCT onderzocht worden. (Grypdonck & Schoonhoven, 2003) Het wetenschappelijk bewijs kan ook gehaald worden uit andere onderzoeken, bijvoorbeeld uit kwalitatieve onderzoeken (Grypdonck & Schoonhoven, 2003 en Newhouse et al, 2004). Newhouse et al. (2004) beschreven het Evidence Based Practice model. In dit model worden elementen aangegeven die noodzakelijk zijn voor Evidence Based Practice. 2

16 Praktijk Interne omgevingsfactoren Ander bewijs Expert Opinie Externe omgevingsfactoren Onderwijs Onderzoek Ervaring van de patiënt Ervaring van de zorgverlener Onderzoek Figuur 1: Johns Hopkins Nursing Evidence-Based Practice Model (Newhouse et al., 2004, p 36) Tijdens het verplegen moeten allerlei beslissingen genomen worden. Deze beslissingen moeten gebaseerd zijn op een integratie van verschillende gegevensbronnen namelijk onderzoek, ervaring van de zorgverlener, ervaring van de patiënt, opinie van de expert en andere vormen van bewijs. Deze gegevensbronnen worden beïnvloed door de praktijk, het onderzoek, het onderwijs en interne en externe omgevingsfactoren. (Newhouse et al., 2004) Richtlijnen Grypdonck & Schoonhoven (2003) gaven aan dat in de praktijk niet alleen met wetenschappelijk bewijs rekening kan gehouden worden. Zo kan het onderzoeken van bepaalde zaken ethisch onverantwoord zijn, of de effectiviteit van een bepaalde interventie kan voor een bepaalde patiëntengroep aangetoond zijn en voor een andere groep niet. Om aan deze problemen het hoofd te bieden, worden richtlijnen ontwikkeld. (Grypdonck & Schoonhoven, 2003) Een richtlijn bestaat uit een synthese van het beschikbare wetenschappelijk bewijs (Grypdonck & Schoonhoven, 2003 en McClarey & Duff, 1997). Daarenboven wordt dit wetenschappelijk bewijs aangevuld met de expertise van de experten. Hierbij is het wenselijk dat er tijdens de richtlijnontwikkeling een consensus ontstaat onder deze experten (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Grypdonck & Schoonhoven (2003) en McClarey & Duff (1997) gaven aan dat goede richtlijnen opties bevatten. Hierbij is het belangrijk dat de opties voldoende 3

17 geargumenteerd zijn. Deze argumentatie vergroot namelijk de kans dat de beslissingen adequaat zijn (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Zo zal een richtlijn inzake decubituspreventie verschillende opties aanbieden omtrent drukreducerende kussens. In de richtlijn moet worden aangegeven dat een waterkussen onvoldoende drukreducerend is, terwijl een dik luchtkussen wel voldoende drukreducerend is (Defloor & Van den Bossche & Derre & Feyaerts & Grypdonck M., 2001). Zoals reeds vermeld werd, moeten voortdurend beslissingen genomen worden tijdens het verplegen. De richtlijnen hebben daarom als doel praktijkbeoefenaars te ondersteunen in hun beslissingsproces (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Dit betekent echter niet dat richtlijnen in de plaats van de praktijkbeoefenaar moeten beslissen (Grypdonck & Schoonhoven, 2003; McClarey & Duff, 1997). Zo zal er telkens nagegaan moeten worden of de richtlijn passend is voor die specifieke situatie Protocollen Verpleegkundigen handelen zelden alleen. Daarom is het interessant om afspraken te maken die het samenwerken op de afdelingen en in de organisatie vastleggen. De afspraken kunnen vastgelegd worden in een protocol (Dillon & Hargadon, 2002; Grypdonck & Schoonhoven, 2003; Llor et al., 2002; McClarey & Duff, 1997; Van Everdingen, 2000;). Dillon & Hargadon (2002), Grypdonck & Schoonhoven (2003), Llor et al. (2002), McClarey & Duff (1997), Van Everdingen (2000) en Zellman et al. (2002) gaven aan dat deze afspraken het best compatibel zijn met het wetenschappelijke bewijs. Ze moeten ook rekening houden met de lokale situaties en de voorkeuren van de betrokkenen. Bovendien zou bij het opstellen van een protocol ook best rekening gehouden worden met de efficiëntie en het gebruiksgemak ervan (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Dillon & Hargadon (2002), Paley (1995) en Zellman et al. (2002) vermeldden drie voordelen van een protocol: ten eerste de reductie van de variatie van de verpleegkundige praktijk, ten tweede de bevordering van de kwaliteit van zorg en ten derde de beperking van de kosten van de zorgverlening. Het gebruik van een protocol zou ook de mogelijkheden tot kwaliteitscontrole van de uitvoering vergroten (Llor et al. 4

18 2002 en Paley, 1995) en de controlemogelijkheden van verantwoordelijken en management verhogen (Grypdonck & Schoonhoven, 2003). Slechts een beperkt deel van de gezondheidszorg kan door protocollen geregeld worden (Grypdonck & Schoonhoven, 2003; McClarey & Duff, 1997). Bovendien is elk individu verschillend en gedraagt het zich niet altijd op dezelfde manier (Grypdonck & Schoonhoven, 2003; McClarey & Duff, 1997). Afwijken van een protocol is dus soms nodig, zeker als het gaat om een situatie waar het protocol niet voor opgesteld is. Een verantwoorde afwijking zou de kwaliteit zelfs kunnen verhogen (Grypdonck & Schoonhoven, 2003 en McClarey & Duff, 1997). Een protocol kan op verschillende wijzen ontwikkeld worden. Bijlage 1 geeft een aantal voorbeelden van stappenplannen om een protocol te ontwikkelen. Deze bijlage toont aan dat sommige auteurs meer nadruk (Dillon & Hargadon, 2002; McClary & Duff, 1997 en Newhouse et al., 2004) leggen op de wetenschappelijke onderbouwing dan andere auteurs. Bij het stappenplan van Newhouse et al. (2004) werd het Johns Hopkins Nursing Evidence-Based Practice Model (figuur 1) als basis gebruikt. De andere auteurs vermeldden niet waarop het stappenplan gebaseerd was. Enkel het model van Newhouse et al. (2004) werd beschreven als een getoetst model. Uit hun studie bleek de adequaatheid, duidelijkheid, bruikbaarheid, haalbaarheid en tevredenheid met het stappenplan en de resultaten. 1.3 Terminologie gehanteerd in de artikels Bij de geïncludeerde artikels werd duidelijk dat er inderdaad verwarring is omtrent de verschillende termen. De onderstaande tabel geeft per auteur weer welke termen gehanteerd werden. Term Protocol Richtlijn Tabel 1: Artikels en de gehanteerde terminologie Artikel Zellman et al. (2002); Dillon & Hargadon a, b, c, d; Paley (1995); Grypdonck & Schoonhoven (2003); Sharp et al. (2000); Haverkate et al. (2000); Morin et al. (1999); Llor et al. (2002); Dillon & Hargadon ; Van Everdingen (2000) Berti & Grilli (2003); Haverkate et al. (2000); Zeitz & McCutcheon (2002); McClarey & Duff (1997); Newhouse & Dearholt & Poe & Pugh & White (2004); Varonen & Mäkelä (1997) Zorgplannen Paley (1995) Policy Zeitz & McCutcheon (2002); Gilbert & Taylor (1999) 5

19 6 Auteurs (jaar) Berti & Grill (2003) Llor et al. (2002) Zeitz et al. (2002) Zellman et al. (2002) Impactfactor tijdschrift doelstelling Beoordelen van de kwaliteit van protocollen Beoordelen van de kwaliteit van protocollen in de regio Murcia (Spain) Uitvoeren van inhoudelijke analyse van de protocollen Beoordelen van de kwaliteit van protocollen Steekproefgrootte (n = protocollen) Onderwerpen van de protocollen? Hypertensie (n=9), infectieziekten (n=14), diabetes (n=7), dyspepsia (n=3), dyslypidemia (n=3), hartfalen (n=1), myocard-infarct (n=1), osteoporose (n = 1) Verpleegkundige protocollen De verpleegkundige observatie na operatie Prenatale blootstelling aan substantia Beoordeling van de kwaliteit Via het AGREE-instrument (Appraisal of Guideline Research and Evaluation European project) Via criteria geformuleerd door een medisch instituut Geen vermelding Criteria bepaald door experten Conclusie omtrent de kwaliteit van protocollen Beperkte kwaliteit van de protocollen op basis van het Agreeinstrument Beperkte aanwezigheid van de criteria Geen conclusie over de kwaliteit van protocollen Beperkte kwaliteit van de protocollen Opmerking Een protocol moet misschien niet dezelfde informatie bevatten als een richtlijn Het medisch instituut, de criteria ter evaluatie en welke protocollen geëvalueerd werden, werden niet gespecificeerd. Het aantal experten en waarom men beschouwd werd als expert was niet nader omschreven Tabel 2: Kort overzicht van de onderzoeken ter evaluatie van de kwaliteit van protocollen onderzoeken waarbij protocollen geëvalueerd worden. In de onderstaande tabel ( zie tabel 2) wordt een overzicht gegeven van de verschillende Beknopte voorstelling van de onderzoeken 1.4 Evaluatie van een protocol

20 Auteurs (jaar) Impactfactor tijdschrift Doelstelling Steekproefgrootte (n = protocollen) Onderwerpen van de protocollen? Beoordeling van de kwaliteit Conclusie omtrent de kwaliteit van protocollen Opmerking Haverkate et al. (2000) Bepalen van de prevalentie van de protocollen en inhoudelijke analyse van de protocollen 183 Euthanasie of geassisteerde zelfmoord Huidige jurisprudentie, modeldocumenten, expertenopinie Beperkte aanwezigheid van de criteria Sharp et al. (2000) Beoordelen van de kwaliteit van protocollen Niet vermeld Decubituspreventie en -verzorging Geen vermelding Beperkte kwaliteit van de protocollen Onduidelijkheid of de resultaten bekomen werden via de vragenlijst of de studie van de protocollen Morin et al. (1999) Nagaan van de ontwikkelingswijze van protocollen + de aanwezigheid van research based informatie in de protocollen Niet vermeld Thermoregulatie bij de pasgeborene, management van centraal veneuze katheters, kindermishandeling, valiumgebruik,assisteren bij inductie en verhogen van de arbeid, thrombolytische therapie bij acute MI, chest tubes, criteria voor opname van patiënten Geen vermelding Beperkte kwaliteit van de protocollen Het aantal protocollen per onderwerp werd niet gespecificeerd. Onduidelijkheid of de resultaten bekomen werden van het interview of het bestuderen van de protocollen 7 Varonen & Mäkelä (1997) Beschrijven van de kwaliteit, kwantiteit en beschikbaarheid van protocollen en richtlijnen in Finland 449 Verschillende specialiteiten namelijk chirurgie (n=29), interne geneeskunde (n=17), gynecologie (n= 14), pediatrie (n=13), neurologie (n=5), oncologie (n=3), spoed en anesthesie (n=3), pneumologie (n=3), oftalmologie (n=3), psychiatrie (n=14) en andere (n=9) Geen vermelding Beperkte kwaliteit van richtlijnen en protocollen De criteria ter evaluatie en door wie ze opgesteld werden, werden niet gespecificeerd. Onduidelijkheid of de resultaten bekomen werden via bestudering van protocollen of richtlijnen

21 1.4.2 Kwaliteit van de onderzoeken Uit het schematische overzicht van de onderzoeken werd duidelijk dat de artikels telkens een andere invalshoek nemen. Daarom zullen in dit deel de geselecteerde onderzoeken onder de loep genomen worden. Hierbij worden eerst de criteria aangehaald die gebruikt werden ter evaluatie van de kwaliteit van protocollen. Daarna zal een beschrijving gegeven worden van elk onderzoek aangevuld met opmerkingen Criteria ter evaluatie van de kwaliteit van een protocol In de onderstaande lijst wordt een opsomming gemaakt van criteria die gehanteerd werden door de auteurs ter evaluatie van de kwaliteit van protocollen. Naast elk criterium wordt aangegeven door welke auteur het vermeld werd. Tabel 3: Criteria ter evaluatie van de kwaliteit van een protocol Criteria van een protocol Auteur (aanwezigheid werd nagegaan van deze criteria) Begripsomschrijving van een protocol * Kenmerken van de definitie van een protocol (zie Llor et al. (2002) begripsomschrijving van een protocol) Protocolontwikkeling * Auteur(s) Zellman et al. (2002) * Persoon die het voorstel lanceerde om een protocol te Zeitz & McCutcheon (2002) ontwikkelen * Jaar van implementatie/ jaar van revisie Zellman et al. (2002) Betrokkenheid van de belanghebbenden * Perspectief en voorkeuren van patiënten Berti & Grilli (2003) * Beoogde gebruikers van het protocol Berti & Grilli (2003); Zellman et al. (2002) * Test van het protocol onder de beoogde gebruikers Berti & Grilli (2003) * Leden van de werkgroep (die het protocol ontwikkeld Berti & Grilli (2003); Zeitz & hebben) komen uit alle relevante beroepsgroepen McCutcheon (2002) Onderwerp en doel * Definiëring van het onderwerp van het protocol Haverkate et al. (2000) * Doelstelling van het protocol/ reden voor ontwikkeling Zellman et al. (2002); Berti & Grilli (2003); Varonen & Mäkelä (1997) * Specifieke omschrijving van klinische vragen die aan Berti & Grilli (2003) bod komen * Motivering Berti & Grilli (2003) * Doelgroep Zellman et al. (2002); Berti & Grilli (2003) * Criteria om een adequaat besluit te formuleren Zellman et al. (2002) * Algoritme/beslisboom/pathway Llor et al. (2002) * Anamneseblad voor de specifieke exploratie van het Llor et al. (2002) gezondheidsprobleem Onderlinge communicatie * Interdepartementale communicatie bevorderen en Zellman et al. (2002) vastleggen van afspraken 8

22 Criteria van een protocol Auteur (aanwezigheid werd nagegaan van deze criteria) Wetenschappelijke onderbouwing * Gepubliceerde richtlijnen als uitgangspunt Zellman et al. (2002) * Wetenschappelijke artikels als uitgangspunt Zellman et al. (2002) * Referenties Llor et al. (2002); Zellman et al. (2002); Morin et al. (1999); Varonen & Mäkelä (1997) Methodologie * Systematische methoden voor het zoeken naar Berti & Grilli (2003) wetenschappelijk bewijsmateriaal * Criteria voor het selecteren van wetenschappelijk Berti & Grilli(2003) bewijsmateriaal * Gebruikte methoden om de aanbevelingen op te stellen Berti & Grilli (2003) * Gezondheidswinst, bijwerkingen en risico s die Berti & Grilli (2003); Varonen & overwogen werden Mäkelä (1997) * Expliciet verband tussen de aanbevelingen en het Berti & Grilli (2003) onderliggende wetenschappelijke bewijsmateriaal * Externe experts beoordeelden het protocol voor de Berti & Grilli (2003) publicatie * Procedure voor herziening van het protocol Berti & Grilli (2003) Helderheid en presentatie * Maximum 20 pagina s/ aantal pagina s Llor et al. (2002); Haverkate et al. (2000); Varonen & Mäkelä (1997) * Inhoudsopgave Llor et al. (2002) * Goede leesbaarheid van het document en een goede Llor et al. (2002) kwaliteit van de exemplaren * Aanbevelingen zijn specifiek en ondubbelzinnig Berti & Grilli (2003) * Verschillende beleidsopties Berti & Grilli (2003) * Kernaanbevelingen zijn te herkennen Berti & Grilli (2003) * Toepassing van de richtlijn ondersteund met Berti & Grilli (2003) hulpmiddelen * Mogelijke organisatorische belemmeringen bij het Berti & Grilli (2003) toepassen van de aanbevelingen * Mogelijke kostenimplicaties van het toepassen van de aanbevelingen Onafhankelijkheid van de opstellers * Opvattingen of belangen van de financierende instantie beïnvloeden niet het protocol Berti & Grilli (2003); Varonen & Mäkelä (1997) Berti & Grilli(2003) * Conflicterende belangen van de leden en de werkgroep Berti & Grilli (2003) Evaluatie * Registratiemechanisme voor gegevens Llor et al. (2002); Zellman et al. (2002) * Evaluatiemethode/ gezondheidsoutcomes Llor et al. (2002); Berti & Grilli (2003); Varonen & Mäkelä (1997) Kwaliteit van de onderzoeken In dit onderdeel wordt een beschrijving gegeven van de verschillende afzonderlijke onderzoeken. Een aantal onderzoeken evalueerde het protocol niet alleen via een analyse hiervan, maar maakten ook gebruik van een vragenlijst. Deze lijst moest ingevuld worden door de instelling zelf. De gegevens die bekomen werden op basis van deze vragenlijst zullen niet besproken worden. 9

23 Berti E., Grilli R. (2003). Practice guidelines and clinical governance: do the means match with the ends? A quality appraisal of local practice guidelines. Clinical governance: an international journal, 8 (4), Berti & Grilli (2003) vermeldden dat protocollen minder wetenschappelijk, maar wel praktischer zijn dan richtlijnen. Dit onderzoek had als doelstelling het evalueren van de kwaliteit van verschillende protocollen (zie tabel 2, onderwerpen van de protocollen). Er werden negentien lokale gezondheidsinstellingen in een regio in centraal Italië, gecontacteerd om hun protocollen op te sturen. Zo werden 39 protocollen bekomen. De kwaliteit van deze protocollen werd beoordeeld via het AGREE-instrument (Appraisal of Guidelines Research and Evaluation European project). Het AGREE-instrument is een instrument dat werd ontwikkeld om richtlijnen te evalueren. Het is opgedeeld in 5 domeinen; namelijk onderwerp en doel, betrokkenheid van de belanghebbenden, methodologie, helderheid en duidelijkheid. De verschillende criteria ter evaluatie werden vermeld in tabel 3. Met behulp van dit instrument werden alle protocollen beoordeeld en dit door twee personen, onafhankelijk van elkaar. De interrater reliability coëfficiënt lag tussen de 0.70 en Deze score gaf een goede samenhang weer. Onderstaande tabel toont de voornaamste resultaten van dit onderzoek. Tabel 4: Belangrijkste resultaten uit het onderzoek van Berti & Grillie (2003) Frequent voorkomende criteria Aantal protocollen waarin het criterium aanwezig is (totaal = 39) - Mogelijke kostenimplementaties van het toepassen van de aanbevelingen 15 - Aanbevelingen zijn specifiek en ondubbelzinnig geformuleerd 14 - Specifieke omschrijving van de klinische vragen die aan bod komen 14 - Doelgroep 11 - Doelstelling van het protocol / reden voor ontwikkeling 9 Deze resultaten dienen echter met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Er kunnen bij het AGREE-instrument vragen gesteld worden betreffende de validiteit van de criteria. Bovendien werd het instrument ontwikkeld ter evaluatie van richtlijnen. Protocollen moeten niet noodzakelijk dezelfde elementen bevatten als richtlijnen. 10

24 Llor B., Saturno P.J., Gascón J.J., Saura J., López M.J., Sánchez M., Blasco J.R., García M. (2002). Los protocolos de enfermería siguen los requisitos de calidad estructural? Resultados de una evaluación multicéntrica en atención primaria de salud. Enfermería clínica. 12(1), Llor et al. (2002) hadden als doel de kwaliteit van verpleegkundige protocollen te evalueren. De gezondheidszorginstellingen in de regio van Murcia (Spanje) werden aangeschreven om hun protocollen op te sturen. Er werden 147 verpleegkundige protocollen geïncludeerd. Alle protocollen werden geëvalueerd door één onderzoeker op basis van elf criteria. Er werd niet vermeld op welke basis deze criteria opgesteld werden. Dertig van de 147 protocollen werden door een tweede onderzoeker geëvalueerd. Bij het gebruik van de elf criteria werd een te beperkte kappacoëfficiënt (niet nader gespecificeerd) behaald. Na exclusie van twee criteria (criteria over verpleegplannen) leverde dit een kappa van minder dan 0.4 op. De onderstaande tabel geeft de voornaamste resultaten weer. Tabel 5: Belangrijkste resultaten uit het onderzoek van Llor et al. (2002) Frequent voorkomende criteria Aantal protocollen waarin het criterium aanwezig is (totaal = 147) Inhoudstafel 138 Referenties 131 Evaluatiemethode 130 Algoritme 111 Geen enkel protocol voldeed aan alle criteria. Slechts zes protocollen voldeden aan zeven van de negen criteria. Bij 24 protocollen werd slecht één criterium teruggevonden. Er kan opgemerkt worden dat niet werd aangegeven welk medisch instituut de evaluatiecriteria had opgesteld. Door deze onduidelijkheid was het niet mogelijk om na te gaan door wie en op welke wijze deze criteria werden opgesteld Zeitz K., McCutcheon H. (2002). Policies that drive the nursing practice of postoperative observations. International journal of nursing studies, 39, Het doel van het onderzoek van Zeitz & McCutcheon (2002) was de documenten met betrekking tot de postoperatieve observatie inhoudelijk te analyseren. Deze documenten konden zowel protocollen, zorgplannen als klinische paden zijn. De inhoudelijke 11

25 analyse hield in dat er gezocht werd naar gelijkenissen en verschillen tussen deze documenten. Alle ziekenhuizen met chirurgische afdelingen (n = 75) in het zuiden van Australië werden gecontacteerd. In totaal konden 47 documenten geanalyseerd worden. Er werd een grote diversiteit opgemerkt in de afspraken omtrent de postoperatieve observatie tussen de verschillende instellingen. Daarnaast werd via interviews en documenten nagegaan wie de auteurs waren, wie het voorstel lanceerde voor protocolontwikkeling Zellman G.L., Fair C., Houbé J., Wong M. (2002, september). A search for guidance: examining prenatal substance exposure protocols. Maternal and child health journal. 6(3), De auteurs hebben de prenatale blootstellingsprotocollen van Californische ziekenhuizen geanalyseerd. Daarnaast werd bestudeerd of de wetgeving en de ziekenhuiskarakteristieken een invloed hebben op de inhoudelijke kenmerken van dit protocol. Aan 806 ziekenhuizen werd gevraagd om hun prenatale blootstellingsprotocol op te sturen. Er werden 71 protocollen bekomen die geschikt waren voor de analyse. De analyse gebeurde door twee onafhankelijke beoordeelaars met behulp van een beoordelingsformulier. Dit formulier werd opgesteld door experten. (Tabel 3 geeft een aantal criteria weer). Via de interrater reliability coëfficiënt werd de samenhang tussen de twee beoordelingen bestudeerd. Alle items die lager scoorden dan 0.5 werden uit het beoordelingsformulier gehaald. Door middel van de chi-square-analyse werd het verband tussen de protocollen enerzijds, de wetgeving en de ziekenhuiskarakteristieken anderzijds geëvalueerd. Onderstaande tabel biedt een blik op de belangrijkste resultaten. Tabel 6: Belangrijkste resultaten uit het onderzoek van Zellman et al. (2002) Frequent voorkomende criteria Aantal protocollen waarin het criterium aanwezig is (totaal: 71 protocollen) Jaar van implementatie/ jaar van revisie 35 Doelstelling van het protocol/ reden voor ontwikkeling 44 Doelgroep waarvoor het protocol werd opgesteld 56 Auteur 29 De meeste protocollen hadden één of meerdere richtlijnen verwerkt in hun protocol. 12

26 Uit deze analyse werd geconcludeerd dat slechts een beperkt aantal van de geformuleerde criteria aanwezig was. Vooral de criteria, die volgens Zellman et al. (2002) de geloofwaardigheid van een protocol vergroten en de implementatie verbeteren, waren afwezig. Deze criteria waren de doelstelling, implementatiedatum en auteur(s). In de Californische staten, waar wettelijke bepalingen van kracht zijn betreffende prenatale blootstellingsprotocollen, bleken de protocollen frequenter gebaseerd te zijn op richtlijnen. Een protocol was frequenter aanwezig in grote ziekenhuizen en meer gedetailleerd in ziekenhuizen met voornamelijk blanke patiënten. Er rijzen wel enkele vragen bij dit artikel. Het is namelijk onduidelijk wat bedoeld werd met substantia. Bovendien werden 806 ziekenhuizen gecontacteerd en werden slechts 71 protocollen bekomen. De reden van deze lage respons werd niet bijkomend onderzocht. Het is ook onduidelijk op welke basis en door wie de evaluatiecriteria geformuleerd werden. De aanwezigheid van richtlijnen werd inderdaad nagegaan maar er werd niet nagegaan of deze aanbevelingen ook conform zijn met de richtlijnen Haverkate I., Muller M., Cappetti M., Jonkers F., van der Wal G. (2000). Prevalence and content analysis of guidleines on handling requests for euthansia or assisted suicide in Dutch nursing homes. Arch intern med, 160, Instellingen zouden steeds meer geconfronteerd worden met aanvragen voor euthanasie of geassisteerde zelfmoord. Hierdoor was het interessant voor de instellingen om een euthanasieprotocol of geassisteerde zelfmoord protocol te ontwikkelen. De doelstelling van Haverkate et al. (2000) was dan ook om de prevalentie van deze protocollen te bepalen en hun inhoud te analyseren. Alle Nederlandse rusthuizen werden aangeschreven om hun protocol op te sturen. Er werden 183 protocollen bekomen voor de analyse. Deze analyse gebeurde op basis van een gestructureerde vragenlijst ontwikkeld door de auteurs. In de vragenlijst werd gezocht naar informatie over de Nederlandse wetgeving, definitie van euthanasie of geassisteerde zelfmoord, de richtlijnen van de orde van geneesheren en opinies van experten of literatuur. Elk protocol werd op deze wijze geanalyseerd door twee personen, onafhankelijk van elkaar. Verschillen tussen deze twee personen werden in consensusvergaderingen onder de loep genomen. Na deze discussie werden de 13

27 protocollen opnieuw beoordeeld. Een meerderheid (65%) van de protocollen voldeed aan de vooropgestelde vereisten Sharp C., Burr G., Broadbent M., Cummins M., Casey H., Merriman A. (2000). Pressure ulcer prevention and care: A survey of current practice. J. Qual Clin. Practice, 20, Sharp et al. (2000) hadden als doel te evalueren hoe risicopatiënten gedetecteerd werden, welke decubituspreventiemaatregelen toegepast werden en hoe decubitus behandeld werd. Een vragenlijst werd opgestuurd naar 2113 verpleegkundigen. Er werd hen gevraagd deze ingevulde lijst terug te sturen, samen met het protocol. Omdat de resultaten bekomen werden via protocollen en vragenlijsten, werd gekozen om geen resultaten weer te geven. De resultaten werden namelijk niet uitsluitend bekomen via analyse van de protocollen Er kan opgemerkt worden dat niet werd vermeld hoeveel protocollen precies bestudeerd werden. Bovendien werd niet duidelijk aangegeven welke criteria gebruikt werden ter evaluatie van deze protocollen. In het artikel werd enkel aangehaald welke gegevens aan- of afwezig waren Morin K., Bucher L., Plowfield L., Hayes E., Mahoney P., Armiger L. (1999). Using research to establish protocols for practice: a statewide study of acute care agencies. Clinical nurse specialist, 13 (2), Morin et al. (1999) hadden als doel het ontwikkelingsproces, het implementeringsproces en het revisieproces van de protocollen te bestuderen. Bovendien werd ook gezocht naar voorbeelden van protocollen die gebruikt worden in de acute zorg. Om deze doelstellingen te bereiken werd telefonisch contact opgenomen met 13 acute zorgverleningcentra. Er werden hen gevraagd hun medewerking te verlenen aan een interview en het favoriete en meest recente protocol op te sturen. Op deze manier vergrootte de kans op het ontvangen van wetenschappelijke gebaseerde protocollen (Morin et al., 1999). Elf centra stemden toe om mee te werken. Het evaluatiecriterium was de aanwezigheid van referenties. Hierbij werd voornamelijk onderzocht of gerefereerd werd naar een handboek, een wetenschappelijk artikel of een 14

28 richtlijn. Er werd aangetoond dat het grootste deel van de protocollen niet wetenschappelijke onderbouwd was. In het artikel werd niet vermeld hoeveel protocollen bestudeerd werden. De vraag kan gesteld worden of de protocollen wel representatief zijn, aangezien de onderzoekers immers vroegen naar het favoriete protocol Varonen H., Mäkelä M. (1997). Practice guidelines in Finland: availability and quality. Quality in health care, 6, De doelstelling van Varonen & Mäkelä (1997) was het verzamelen en evalueren van de richtlijnen en protocollen die beschikbaar zijn in Finland. Via een literatuurreview werden Finse richtlijnen en protocollen opgespoord. Bovendien kregen 31 ziekenhuizen de vraag om hun protocollen en richtlijnen op te sturen. Zo werden 449 protocollen en 270 richtlijnen bestudeerd en samen geanalyseerd. Varonen & Mäkelä (1997) gaven niet aan hoe de evaluatiecriteria bepaald werden. Bovendien was het moeilijk om een uitspraak te doen over de kwaliteit van de protocollen. De nationale richtlijnen en protocollen werden namelijk samen geëvalueerd. De auteurs merkten wel op dat in de protocollen minder referenties vermeld werden dan in de nationale richtlijnen Oorzaak van de beperkte kwaliteit van protocollen Als mogelijke oorzaak van de beperkte kwaliteit werd de beperkte kennis of het beperkt inzicht over het tot stand komen van een protocol qua inhoud en vorm aangegeven (Zellman et al., 2002). Berti & Grill (2003) constateerden in de protocollen een gebrekkige wetenschappelijke onderbouwing. Het gebruik van een richtlijn bij de protocolontwikkeling zou dit gebrek kunnen reduceren. Zo zou meer aandacht besteed worden aan de multidisciplinaire aanpak, de duidelijkheid en de toepasbaarheid van de aanbevelingen in het protocol (Berti & Grilli, 2003). Dit laatste werd door Berti & Grilli (2003) zelf tegengesproken. Zij hadden 15 protocollen geëvalueerd, die gebaseerd waren op richtlijnen. De evaluatie van deze protocollen leverde geen hogere kwaliteit op. 15

29 2 Probleemstelling en doelstelling 2.1 Probleemstelling Patiënten kunnen tijdens de hospitalisatie decubitus ontwikkelen. Decubitus is een degeneratieve verandering van het weefsel veroorzaakt door een zuurstoftekort ten gevolge van het collaberen van bloedvaten door weefselvervorming (Defloor et al., 2001, p 10). In de Belgische gezondheidszorginstellingen ( patiënten) in 2000, werd de prevalentie van decubitus geschat op 10.7%. Decubitus is dus een niet te onderschatten secundair gezondheidsprobleem met negatieve gevolgen voor de patiënt en de maatschappij. Zo is één van deze negatieve gevolgen de kostprijs. In België werd in een gemiddelde behandelingskost van decubitus per patiënt per dag geschat op (Defloor et al., 2001;Defloor et al., 2004 (a) en Defloor et al., 2004 (b)) Er is reeds veel onderzoek verricht naar mogelijkheden om decubitus te voorkomen. Verschillende van de gebruikte preventiemethoden blijken hierbij effectief te zijn, andere dan weer niet. Zo is het gebruik van een holle-vezelmatras geen effectief preventiemiddel, terwijl het toepassen van wisselhouding dit wel is. De gemiddelde preventiekost per patiënt per dag werd geschat op In vergelijking met de behandelingskost is de prijs meer dan gehalveerd. (Defloor et al., 2001; Defloor et al., 2004 (a) en Defloor et al., 2004 (b)). Om de behandelingskosten te reduceren kan een decubitusprotocol geïmplementeerd worden. Een protocol kan namelijk de gezondheidszorgverlening bevorderen en standaardiseren. Het gezondheidszorgpersoneel kan dan ook de kwaliteit van hun zorgverlening beter evalueren en aanpassen waar het noodzakelijk is (Berti & Grilli, 2003; Zellman et al., 2002). Een protocol kan bovendien de ziekenhuiskosten van de patiënt reduceren (Zellman et al., 2002). Om de hulpverlening daadwerkelijk te bevorderen, is het wel belangrijk aandacht te besteden aan de ontwikkeling, verspreiding en introductie van het protocol. (Varonen & Mäkelä, 1997). Bij de ontwikkeling van een protocol moeten de afspraken betreffende decubituspreventie vastgelegd worden in een decubitusprotocol. Uit de literatuur blijkt dat deze afspraken niet enkel compatibel moeten zijn met de wetenschappelijke kennis, maar ook met de voorkeuren van de betrokken partijen (Dillon & Hargadon, 2002; Grypdonck & 16

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe

Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe Nood aan duidelijkheid?! Liesa Verhaeghe 1 Inhoud 1. Aanleiding 2. Planning 3. Literatuurstudie 4. Protocolontwikkeling 5. Opleiding 6. Kennistest 7. Besluit 2 1 Aanleiding Prevalentiecijfers Europees

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Beoordeling van decubitus preventie protocollen in algemene ziekenhuizen.

Beoordeling van decubitus preventie protocollen in algemene ziekenhuizen. Beoordeling van decubitus preventie protocollen in algemene ziekenhuizen. [Afstudeerwerkstuk] Naam: M. Alting Siberg Studentennummer: 3165310 Opleiding: Masteropleiding Verplegingswetenschap Universiteit

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1 Inhoud Voorwoord 1 0 Inleiding 1 1 1 Evidence-based diëtetiek: principes en werkwijze 1 3 Inleiding 1 3 1.1 Evidence-based diëtetiek 1 3 1.2 Het ontstaan van evidence-based handelen 1 5 1.3 Evidence-based

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

Evidence Based Practice

Evidence Based Practice Hoe lees je als verpleegkundige een artikel? Anne-Margreet van Dishoeck en Marjolein Snaterse Namens de Werkgroep Wetenschappelijk onderzoek; Mattie Lenzen Ingrid Schiks Henri van de Wetering Ellen van

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q. INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen

Nadere informatie

Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT)

Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT) Formulier Beoordeling Critical Appraisal of a Topic (CAT) Datum: Co-schap Beschouwend Co-schap Snijdend Co-schap Moeder & Kind Co-schap Neurowetenschappen Co-schap HAG & Sociale Geneeskunde GEZP Keuzeonderwijs.

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche

INTRODUCTIE 17/11/2017 DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD INTRODUCTIE. Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche DEPARTMENT OF PUBLIC HEALTH UNIVERSITY CENTRE FOR NURSING AND MIDWIFERY DE ONTWIKKELING VAN EEN MINIMUM DATASET (MDS) VOOR IAD Prof. dr. Dimitri Beeckman drs. Karen Van den Bussche INTRODUCTIE 2 INTRODUCTIE

Nadere informatie

Evidence Based Practice. Marije de Lange. MANP, MSc verpleegkundig specialist CTC - klinisch epidemioloog

Evidence Based Practice. Marije de Lange. MANP, MSc verpleegkundig specialist CTC - klinisch epidemioloog Evidence Based Practice Marije de Lange. MANP, MSc verpleegkundig specialist CTC - klinisch epidemioloog Inhoud presentatie - Inleiding - Ervaringen EBP - Herhaling theorie en de 5 EBP-stappen met praktijkvoorbeeld

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11

Inhoud. Voorwoord 9. Samenstelling van de werkgroep 11 Inhoud Voorwoord 9 Samenstelling van de werkgroep 11 Samenvatting 13 Samenvatting van de aanbevelingen 13 Symptomen van het PD 13 Criteria voor PD 14 Risicofactoren 14 Meetinstrumenten 14 Patiëntenperspectief

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Oral Health Assessment Tool

Oral Health Assessment Tool Oral Health Assessment Tool (OHAT) Chalmers JM., King PL., Spencer AJ., Wright FAC., Carter KD. (2005) The Oral Health Assessment Tool Validity and Reliability Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Evidence zoeken @ WWW

Evidence zoeken @ WWW Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes

Overzicht. Inleiding. Inleiding. Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Overzicht Preventie van decubitus Principes en materialen & methodes Prof. dr. Katrien Vanderwee Prof. dr. Tom Defloor Verplegingswetenschap Universiteit Gent Hoe risico bepalen? Preventieprincipes Aanbevelingen

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT

VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT VAN DE ONTWIKKELING VAN KWALITEITSINDICATOREN TOT VERBETERING VAN ZORGKWALITEIT: EEN OVERZICHT Ariane Ghekiere, PhD Ariane Ghekiere, PhD 19/09/2018 KWALITEITSINDICATOREN BINNEN VIP² GGZ 1 19/09/2018 2

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

Methodologie & onderzoek

Methodologie & onderzoek JAAR 2 Methodologie & onderzoek Klinische les en Critical Appraised Topic deeltaak 11.3a en KET 11 in de leerlijn wetenschap. Wat is Een klinische les Een CAT Wat is een klinische les In een klinische

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN Evidence-Based Nursing Bart Geurden, RN, MScN Trends in Verpleegkunde Jaren 1980: Systematisch werken Focus op proces Jaren 1990: Verpleegkundige diagnostiek Focus op taal Aandacht verschuift van proces

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? TRANZO ZORGSALON 14 oktober 2010 Marjolein Lugtenberg TRANZO, UvT/ PZO, RIVM Richtlijnen o Ter verbetering van kwaliteit van zorg o Bron van evidence-based

Nadere informatie

Evidence Based Nursing

Evidence Based Nursing Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige

Nadere informatie

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Zoeken naar evidence

Zoeken naar evidence Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010 Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later-

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- Auteur: Drs. M. Hanraets Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1993 Pagina: 27-29 Jaargang: 9 Nummer: 4 Toestemming:

Nadere informatie

FORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek

Nadere informatie

De 7 stappen van een CAT

De 7 stappen van een CAT De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line

Nadere informatie

Evidence Based Practice

Evidence Based Practice Evidence Based Practice V&VN VAR Netwerkdag 25 november 2016 'Leiderschap met lef' Dr. Getty Huisman de Waal, RN Basis voor alledaagse beslissingen Traditie Ervaring Intuïtie Anekdote Eén artikel Financieel

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Methodologie Master Hogeschool INHOLLAND 27 november 2003 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp WAT GAAN WE DOEN? Inleiding op Evidence-based Practice (EBP) Diagnostisch onderzoek onderzoek Interventieonderzoek

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

Ervaren tevredenheid over de geboorte

Ervaren tevredenheid over de geboorte Ervaren tevredenheid over de geboorte een meetinstrument voor moeders na de bevalling Introductie Inzicht krijgen in moeders ervaringen over de geboorte van haar kind kan worden gerealiseerd door gebruik

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

DE MEERWAARDE VAN VERPLEEG EN VROEDKUNDIG ONDERZOEK VOOR DE PRAKTIJK

DE MEERWAARDE VAN VERPLEEG EN VROEDKUNDIG ONDERZOEK VOOR DE PRAKTIJK DE MEERWAARDE VAN VERPLEEG EN VROEDKUNDIG ONDERZOEK VOOR DE PRAKTIJK Katrien Beeckman, PhD Cel wetenschappelijk onderzoek, departement verpleeg- en vroedkunde UZ Brussel Docent Erasmushogeschool Brussel

Nadere informatie

WELKOM! Definitie EBP. Belangrijke vraag bij EBP. 3 Perspectieven EBP Wat is nu Evidence-Based Practice?

WELKOM! Definitie EBP. Belangrijke vraag bij EBP. 3 Perspectieven EBP Wat is nu Evidence-Based Practice? WELKOM! Wat is nu Evidence-Based Practice? Cursus ICO-groep Goes 03 juni 2016 Definitie EBP Belangrijke vraag bij EBP Het nemen van een beslissing op basis van het beschikbare bewijs in combinatie met

Nadere informatie

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in

Nadere informatie

Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies

Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies Marloes Peeters Verpleegkundig Specialist GGZ mpjpeeters@vvgi.nl 12-12-2014 Agenda Probleem Vraagstelling

Nadere informatie

Voeding en gezondheid anno 2016

Voeding en gezondheid anno 2016 Voeding en gezondheid anno 2016 Anke van den Brand, stafmedewerker gezonde voeding, VIGeZ Diabetessymposium Gent, 14 november 2016 1 AANDACHT VOOR GEZONDE VOEDING EN GEZONDHEID NEEMT TOE 2 Aandacht voor

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Implementatie van richtlijnen Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Even voorstellen Dr. Hester Vermeulen Verpleegkundige

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

The Disability Assessment Structured Interview

The Disability Assessment Structured Interview RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen

Nadere informatie

Belgische Richtlijn voor Decubitus: een belangrijke bijdrage tot Evidence based Practice

Belgische Richtlijn voor Decubitus: een belangrijke bijdrage tot Evidence based Practice Belgische Richtlijn voor Decubitus: een belangrijke bijdrage tot Evidence based Practice Tom Defloor, Mieke Grypdonck, Koen Van den Bossche, Saskia Feyaerts, Bart Derre Contactadres: Verplegingswetenschap

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische

Nadere informatie

Het meten van performantie in het operatiekwartier. Project HIPS

Het meten van performantie in het operatiekwartier. Project HIPS Het meten van performantie in het operatiekwartier Project HIPS Samenwerking Doelstelling 3 Dashboard Een dashboard brengt een organisatie zijn KPI s in één enkele display (Lapointe 2005). Ontwerpen van

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: M. Hoekstra Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Verpleegprobleem

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting

Nadere informatie

Richtlijn IC. Over het toevoegen van waarde voor de patiënt. PHJ van der Voort. Prof. Health Care; intensivist OLVG Topics in IC 2015

Richtlijn IC. Over het toevoegen van waarde voor de patiënt. PHJ van der Voort. Prof. Health Care; intensivist OLVG Topics in IC 2015 Richtlijn IC Over het toevoegen van waarde voor de patiënt PHJ van der Voort. Prof. Health Care; intensivist OLVG 1-12-2015 Topics in IC 2015 Voettekst van presentatie Huidige richtlijn uit 2006 Start

Nadere informatie

Bedenking van een deelnemer...

Bedenking van een deelnemer... De bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan decubitus preventie dr. Dimitri Beeckman Coördinator decubitus onderzoek Universiteit Gent, België EPUAP Trustee Symposium Samen werken aan een beter decubitusbeleid

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Arbokennis ontsloten

Arbokennis ontsloten Arbokennis ontsloten Kennis voor en door(?) arboprofessionals NVvA symposium maart 2012 Door: Huib Arts Kennisbronnen (1) Tekst communicatie: De wetenschappelijke wereld / Kennisinstituten Handboeken en

Nadere informatie

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Elise van Beeck Maatschappelijke Gezondheidszorg & Medische Microbiologie en Infectieziekten Erasmus MC Rotterdam Overzicht presentatie Introductie: waar is het

Nadere informatie

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn. BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Verpleging en Verzorging (WLZ)

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Verpleging en Verzorging (WLZ) Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006

Nadere informatie

Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update

Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update www.als-centrum.nl Multidisciplinaire Richtlijn ALS ergotherapie, fysiotherapie en logopedie: een update Anita Beelen Senioronderzoeker Revalidatie AMC Projectleider Richtlijnproject Update bestaande richtlijn

Nadere informatie