thema riolering Record aantal bezoekers bij Vakantiecursus 2010 Validatie van op riolering aangesloten verhard oppervlak nº 2 / 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "thema riolering Record aantal bezoekers bij Vakantiecursus 2010 Validatie van op riolering aangesloten verhard oppervlak nº 2 / 2010"

Transcriptie

1 nº 2 / ste jaargang / 29 januari 2010 Tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer thema riolering Record aantal bezoekers bij Vakantiecursus 2010 Interview met Gerard Martijnse Validatie van op riolering aangesloten verhard oppervlak

2 KWR: kennisinstituut voor de watercyclus Met een krachtige historie in drinkwateronderzoek en een open vizier naar de waterproblemen van nu en de toekomst, verbreedt KWR zijn activiteiten naar de hele water cyclus. Dit doen we voor diverse organisaties zoals waterbedrijven, waterschappen, gemeenten, bedrijfsleven, Provincies en Rijk. KWR helpt de watersector uitdagingen te signa leren en levert middelen en innovatieve strategieën om succesvolle oplossingen te realiseren. Afvalwater en watercyclus Het team Watertechnologie van KWR richt zich op wetenschappelijk innovatief onderzoek, kennisintensieve adviesdiensten en het ontwikkelen van commerciële projecten in de waterketen. Het onderzoek is gericht op het creëren van synergievoordelen door een integrale beschouwing van de watercyclus op robuustheid en duurzaamheid. Het onderzoek doen wij in nauwe samenwerking met partners uit de publieke sector. Meer informatie: kijk op of bel Watercycle Research Institute

3 Een nieuw woord voor riolering een jongere heeft nog belangstelling voor de riolering zegt GGerard Martijnse (VROM) in deze uitgave. Hij maakt zich zorgen over de grote groep ervaren ouderen die de komende jaren met pensioen gaat en het geringe aantal jonge mensen dat voor het rioleringsvak interesse toont. Ook maakt hij zich zorgen over de trend om steeds meer beleidsambtenaren in dienst te nemen die niet over vakinhoudelijk kennis beschikken, maar er alleen voor zorgen dat processen op gang komen of blijven. Het is een zorg die bij meer mensen in de rioleringswereld (en ook in andere delen van de watersctor) speelt. En waaraan niet zo eenvoudig iets valt te veranderen. Het probleem moet voor een deel aangepakt worden bij de bron: de opleidingen. Voor een ander deel moet het rioleringsvak zelf boeiender gemaakt worden. En dat hoeft niet zo ingewikkeld te zijn. De rioleringswereld bestaat niet langer uit uitsluitend rioolbuizen en bergbezinkbassins, maar ook uit bijvoorbeeld hemelwaterafvoer en wadi s. Zeker in grote steden bepaalt de rioleur een deel van de ruimtelijke ordening en het stedelijke milieu. Sterker nog, de rioleur bepaalt ook hoe de bewoners omgaan met het regen- en afvalwater. Hij (of zij) maakt de stad meer dan ooit leefbaar. Als dat nog geen goede (aanvullende) stimulans is om je daarvoor in te zetten. Misschien moeten we de naam riool of rioleur ook veranderen. Peter Bielars H 2O tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer verschijnt ééns per 14 dagen Officieel orgaan van Stichting tot uitgave van het tijdschrift H 2O en haar participanten: - Koninklijk Nederlands Waternetwerk - Vewin - Kiwa Water Holding BV Uitgever Rinus Vissers Redactie Peter Bielars (hoofdredacteur) Michiel van Zaane Jacques Geluk Postbus 122, 3100 AC Schiedam telefoon (010) fax (010) h2o@nijgh.nl Bezoekadres: s-gravelandseweg 565, Schiedam Persberichten: persbericht@vakbladh2o.nl Redactiesecretariaat Dora Pompe Redactiecommissie Harry Tolkamp (voorzitter/waternetwerk) André Struker (Waternetwerk) Frits Vos (Vewin) Gerda Sulmann (KWR Watercycle Research Institute) Advertentieverkoop Roelien Voshol (010) Brigitte Laban (010) Mediaorder Carola Sjoukes (010) fax (010) Abonnementenservice Pauline Roos (010) Tini van Schijndel (010) abo@nijgh.nl fax (010) Abonnementsprijs 106,- per jaar excl. 6% BTW 140,- per jaar voor buitenland 8,50 losse exemplaren excl. 6% BTW Abonnementen gelden voor één jaar en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode te geschieden aan bovenstaand postadres. Druk en lay-out Den Haag media groep b.v., Rijswijk Copyright Nijgh Periodieken B.V., 2010 Het auteursrecht op de inhoud van dit tijdschrift wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Overname van artikelen alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever. 4 / Record aantal bezoekers Vakantiecursus 2010 Arne Verliefde, Hans van Dijk en Ivo Pothof 10* / Interview met Gerard Martijnse Maarten Gast 12* / Benchmark Rioleringszorg in 2010 landsdekkend Eric Oosterom 14* / De basisinspanning in West-Brabant conform het Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel Guy Henckes, Marcel Glasbergen, Jeroen Langeveld, Ronald Rombouts en Pierre Backx 18* / Ontgravingen voor riolering kunnen risico inhouden Robert Schrauwen 24 / Inspelen op emergentie: interactieve uitvoering (2) Jaap Evers, Wim van Leussen en Hannah Ietswaart 27 / Recensie: Handboek voor waterzuiverheid en -kwaliteit Jasper Verberk 28 / Waternetwerken 33* / Is het op de riolering aangesloten verharde oppervlak te valideren? Bert Palsma, Henk van Wieringen en Wouter Stapel 36* / UV/H 2 O 2 O-behandeling van effluent rwzi Jarno de Jonge, Erwin Beerendonk, Guus IJpelaar 39* / Relatie tussen neerslag en afvalwaterdebiet Wouter van Riel, Jack Jonk en Etteke Wypkema 43* / Hergebruik grijswater in individuele zuiveringssystemen in Polen Ryszard Blazejewski en Katarzyna Kujawa 46* / Verpompte uurvolumen geven duidelijkheid over rioolvreemd water in Amersfoort Han Lensink en Suzanne Naberman 50* / Handel & Industrie inhoud nº 2 / 2010 / *thema Bij de voorpagina: Renovatie van de riolering in Schiedam.

4 Record aantal bezoekers bij Vakantiecursus 2010 Een recordaantal van ruim 500 deelnemers trok op 15 januari naar de TU Delft voor hèt jaarlijkse nieuwjaarscongres van de watersector. Dit jaar met als thema Energie uit water. Is dat een hype of daadwerkelijk een serieuze mogelijkheid die zowel bij de drinkwaterwinning als de afvalwaterzuivering (en in de riolering) onderzocht moet worden? Na de drukte vorig jaar bij de lezingen vanuit de afvalwatersector waren nu weer twee even grote collegezalen beschikbaar. Waarbij de afvalwaterzaal wat minder belangstelling trok dan de drinkwaterzaal. Druk was het sowieso in de tussenruimte, waar men op een meer ontspannen manier kon discussiëren over de zin (en onzin) van duurzame oplossingen voor de energie- en klimaatvraagstukken. Professor Louis de Quelerij, decaan van de faculteit Civiele Techniek, opende de (62e wat drinkwater betreft en 29e wat afvalwater betreft) Vakantiecursus en feliciteerde dagvoorzitter Drinkwater Luuk Rietveld met zijn nieuwe positie als professor Urban Water Cycle Technology, een leerstoel die gesponsord wordt door Waternet. Hij feliciteerde ook de nieuwe professor Gert-Jan Medema op de leerstoel Water en Gezondheid, gesponsord door KWR Watercycle Research Institute. Verder was de decaan lovend over het initiatief van Stichting RIONED en de leerstoel Riolering omtrent de opvolging van vertrekkend professor François Clemens: de afvalwatersector heeft samen met de vakgroep een onderzoeksplan en bijbehorende financiering opgesteld, wat een uniek initiatief is dat met een spontaan applaus werd verwelkomd. De decaan sloot af met het compliment aan de sectie Gezondheidstechniek dat ze niet alleen op het financiële scorebord, maar ook op het overzicht van de wetenschappelijke publicaties en onderzoeksbeurzen de faculteit aanvoeren. Drinkwater Omdat het sabbatjaar van Hans van Dijk hem vorig jaar zo goed bevallen was, nam Luuk Rietveld. Luuk Rietveld ook dit jaar de zaken waar als dagvoorzitter voor de parallelsessie Drinkwater. Rietveld begon zoals steeds met een humoristische terugblik op het voorbije jaar, waarbij hij zich afvroeg of er een verband bestond tussen het feit dat Hans van Dijk voldoende reserves opgebouwd had om op 56-jarige leeftijd met pensioen te kunnen gaan en het omkoopschandaal van 80 professoren in Duitsland. Rietveld vermeldde verder dat het energieverbruik voor drinkwaterproductie en distributie samen een factor 50 kleiner is dan de energie die gebruikt wordt om drinkwater binnenshuis op te warmen. Energiebesparingen in de productie zijn mogelijk door met modellen de processen beter te sturen, maar terugwinnen van energie uit afvalwater (bijvoorbeeld thermische energie door warmteterugwinning uit douchewater) kan ook veel resultaat opleveren. Als mee-naarhuis-neem boodschap stelde Rietveld voor om voortaan koud te douchen. Harmen Hoogeveen, directeur van Waterleidingbedrijf Groningen, merkte op dat de watersector slechts verantwoordelijk is voor 0,8 procent van het totale energiegebruik in Nederland, en dat er dus niet alleen moet gefocust worden op besparingen in die 0,8 procent, maar dat vooral in de andere 99,2 procent een wereld te winnen is, door samenwerkingsverbanden over de sectorgrenzen heen. Daarom is twee jaar geleden vanuit Waterleidingbedrijf Groningen nagedacht over hoe Groningen er in 2033 uit zou zien. Dit hardop nadenken over integrale oplossingen voor de gevolgen van de klimaatveranderingen, maar ook de demografische en industriële ontwikkelingen waarmee Groningen geconfronteerd wordt, leverde onder meer als resultaat op dat naast technologie vooral een leider nodig is, een onafhankelijke dwarsdenker, om de regie te nemen voor het doorvoeren van een groenere oplossing. Hoogeveen ziet water als de ontbrekende factor tussen de verschillende actoren en de factoren biomassa, energie en omgeving. Omdat professor Han Vrijling (TU Delft) in verband met andere afspraken in tegenstelling tot het oorspronkelijke programma nu voor Cees Buisman (Wetsus) zijn bijdrage mocht brengen, kwam zijn kritiek en scepsis over blauwe energie nu vóór de positieve woorden van Buisman over die vorm van energie. Vrijling toonde met behulp van verschillende voorbeelden aan dat, hoewel er mooie ideeën bestaan voor duurzame energie, deze ideeën niet altijd haalbaar zijn, omdat ze in strijd zijn met de natuurwetten. Uit het eerste voorbeeld bleek dat, hoewel onderwatermolens qua De drinkwaterzaal. 4 H 2 O /

5 constructie eenvoudiger zijn dan turbines in een dam om elektriciteit op te wekken, vaak vergeten wordt dat het rendement van een watermolen (30 tot 35 procent) veel lager is dan het rendement van een turbine (meer dan 90 procent). Plannen voor een energie-eiland en getijdencentrale op de Afsluitdijk zijn volgens Vrijling daarom geen economisch haalbare optie, omdat de kostprijs van de geleverde energie drie tot vier keer hoger zal liggen dan het huidige markttarief. Vrijling vergeleek ook even de elektrische auto met de dieselauto. Niet alleen is de actieradius van een elektrische wagen zeer beperkt, bovendien is het elektriciteitsnet niet aangepast aan het snel laden van dergelijke wagens. Professor Cees Buisman, wetenschappelijk directeur van TTI Wetsus, lichtte daarna alsnog het Blue Energy-concept toe. Blauwe Energie is energie opgewekt uit menging van zoet en zout water in een omgekeerde electrodialyse-installatie. Buisman vind het scepticisme van Vrijling niet gegrond. Hij toonde aan dat in Nederland voldoende zoet water aanwezig is dat in zout water uitstroomt, waarmee de elektriciteitsbehoefte van vier miljoen Nederlandse huishoudens gedekt kan worden. Buisman toonde ook aan dat de techniek van laboratoriumschaal relatief gemakkelijk op te schalen is naar grotere installaties: in de toekomst is opschaling naar modules van 200 kw voorzien. Membraanvervuiling kan vermeden worden door voorbehandeling met drumfilters. Qua kosten moet de membraanprijs nog dalen, maar dat lijkt haalbaar indien grote volumes geproduceerd worden. Buisman gaat uit van een uiteindelijke energieprijs van acht cent per kwh. Het huidige markttarief ligt rond vijf cent per kwh. Gertjan Medema. Uitreiking Gijs Oskamprijs verslag Professor Gertjan Medema (KWR en TU Delft) ging in zijn presentatie in op de gezondheidsrisico s die verbonden zijn aan water en energiesystemen. In Ghana werd door de aanleg voor een stuwmeer voor energielevering de snelstromende rivier Volta omgevormd tot een stilstaand meer. Hierin kon de parasiet Schistosoma gemakkelijk overleven. Voor de bouw van de dam was vijf procent van de bevolking besmet, na de bouw liep dit aantal snel op tot bijna 100 procent. Als tweede voorbeeld gebruikte Medema het voorbeeld van Amsterdam, juli 2006, om het risico van Legionella uit slecht functionerende koeltorens aan te tonen. De parasiet Naegleria fowleri, soms liefkozend de brain-eating amoeba genoemd, kan door opwarmen van oppervlaktewater door koelwater tegenwoordig ook in onze streken voorkomen. Tot slot stelde Medema dat bij boringen voor koude-warmteopslag vermeden moet worden dat de afsluitende lagen die het grondwater voor de drinkwaterproductie beschermen, beschadigd worden, om risico op contaminatie te vermijden. Gijs Oskam mocht dit jaar de naar hem genoemde prijs uitreiken aan Harmen van der Laan. Hij studeerde af aan de TU Delft op onderzoek naar arseenverwijdering uit grondwater en werkt nu als onderzoeksassistent op dit gebied aan de TU Delft. Voor de prijs, die om de twee jaar uitgereikt wordt, waren naast Harmen van der Laan nog genomineerd Perry van Overveld en Evgenia Rabinovitch. Het was de zesde keer dat de prijs uitgereikt werd. Tot in 2008 sponsorden Waterwinbedrijf Brabantse Biesbosch en Evides de Gijs Oskamprijs. Vanaf dit jaar gebeurt dit door Evers + Manders Subsidieadviseurs BV. De aanmoedigingsprijs is ook verhoogd en bedraagt nu euro. Harmen van der Laan won de Gijs Oskamprijs Jan-Peter van der Hoek van Waternet gaf aan dat Waternet als waterketenbedrijf over de ideale troeven beschikt om energiezuinig te kunnen werken en (meer dan) CO 2 -neutraal te zijn. Een watercyclusbedrijf kan energie (terug)winnen uit zowel oppervlaktewater als grondwater, drinkwater en afvalwater. Bij oppervlaktewater en grondwater gaat het voornamelijk om opslag van thermische energie: diepe koude plassen kunnen in de zomer gebruikt worden voor koeling van bedrijven via warmtewisselaars en koude-warmteopslag via grondwater wordt ook al toegepast. Uit drinkwater kan energie gewonnen worden bij de zuivering, bijvoorbeeld door winning van methaan uit grondwater, of kan thermische energie gewonnen worden door de stijgende temperaturen van het drinkwater te gebruiken als warmtebron in warmtewisselaars. Uit afvalwater kan chemische energie gewonnen worden in de vorm van biogas en warmtekrachtkoppeling, of opwerking van biogas naar groen gas dat in het distributienet geïnjecteerd kan worden. Van der Hoek voorziet een mogelijke besparing van CO 2 -equivalenten per jaar door gebruik van duurzame energie, terwijl Waternet slechts ton nodig heeft om CO 2 -neutraal te zijn. H 2 O /

6 Afvalwater De dagvoorzitter Afvalwater, professor Jules van Lier, gaf een zeer informatieve introductie op het thema. Met de afvalwaterzuivering als grootste energieverbruiker concludeerde Van Lier: Jullie zitten inderdaad in de juiste zaal. De professor Afvalwatertechnologie hield eerst een pleidooi voor het duidelijk aanduiden van de verschillende soorten energie (elektrisch, thermisch en chemisch gebonden energie). Vervolgens schetste hij de mogelijkheden voor een energieproducerende rwzi. Met eenvoudige schattingen toonde Van Lier aan dat naast anaerobe vergisting tot methaan, verbranding van vergaand gedroogd slib een potentiële additionele energiewinst oplevert, bijna gelijk aan de verbranding van bruinkool. Het achteraan de pijp concentreren werd nog afgezet tegen het voor aan de pijp scheiden van de huishoudelijke afvalstromen. Mogelijk dat een nog te ontwikkelen hoge-druk-gistingstechniek kan leiden tot het direct terugvoeren van de chemische energie uit het zwarte toiletwater naar de gaskraan in de huishoudens (zie pagina 50). Van Lier ging wel ruim over zijn spreektijd heen en dat beloofde niet veel goeds voor de rest van de dag. De tweede spreker, professor Verstraete van de universiteit Gent, kreeg al meteen de lachers op zijn hand door het recente uitvallen van de gehele communale zuivering van Brussel als een wetenschappelijk experiment te typeren. Vervolgens presenteerde Verstraete op heldere wijze de mogelijkheden van het toepassen van de Cradle-to-Cradle (C2C)-filosofie op de afvalwaterzuivering. Verstraete acht een gecentraliseerd C2C-ontwerp van het zuiveringsproces het meest kansrijk. Hierbij wordt het influent eerst gesplitst in een waterstroom en een concentraatstroom met tien gram vaste stof per liter. De waterstroom wordt opgewerkt tot NEWater, de concentraatstroom wordt anaeroob vergist met de bestaande kennis van de industriële mestverwerking en opgewerkt tot een duurzame meststof voor de landbouw. In de verdere toekomst ziet Verstraete een rol voor het Willy Verstraete. pyrolyse-proces, waarbij het zogenaamde Biochar als eindprodukt in de bodem opgeslagen kan worden. Als het een beetje meezit, levert een ton Biochar voor ongeveer drie ton aan verhandelbare CO 2 -rechten. Ferdinand Kiestra (Waterschap Aa en Maas) presenteerde een case van de Energiefabriek, waarbij 13 waterschappen ernaar streven om de afvalwaterzuiveringen om te bouwen tot energieleverende fabrieken. Hij besprak de zuivering in Den Bosch, waar met conventionele maatregelen het netto verbruik van 270 kw-e omgezet kan worden tot een levering van 19 kw-e door een warmtekrachtkoppeling te plaatsen en over te gaan tot PE-dosering. Bij levering van gistingsgas aan de lokale industrie of de verkoop van groen gas is zelfs sprake van een significante energieproductie. De verwachting is dat de rwzi in Den Bosch in 2014 energieneutraal zal draaien. Het plaatsen van een WKK-installatie blijkt goedkoper dan het verkopen van het groene gas. Tenslotte merkte Kiestra op dat elke case uniek is en nieuwe oplossingen levert, onder andere door verschillen in afvalwatersamenstelling en lokale omstandigheden, zoals naburige industrieën. In de laatste voordracht van de ochtendsessie ging Markus Flick (Evides Industriewater) in op het belang van industriewater in de waterketen. Flick haalde een aantal voorbeelden aan, waaronder de samenwerking rond awzi Harnaschpolder om het afvalwater op te werken tot hoogwaardig gietwater voor de glastuinbouw. Flick formuleerde drie uitdagingen voor duurzame ontwikkeling in de maatschappelijke waterketen: energieproductie uit afvalwater (CH 4 ) en door het mengen van zout en zoet water (Blue Energy), terugwinning en hergebruik van nutriënten en basisgrondstoffen uit afvalwater én hergebruik van effluent. Momenteel wordt slechts vijf procent van het effluent hergebruikt. Om haar ambitie kracht bij te zetten heeft Evides Industriewater besloten de aanstelling van een nieuwe deeltijd leerstoel Industriewater aan de TU Delft te sponsoren. Omdat Flick, net zoals zijn collega Peter Vermaat vorig jaar, geen bijdrage voor de bundel van de Vakantiecursus had aangeleverd, beloofden beide heren aan professor Van Lier een extra promovendus op deze leerstoel te gaan sponsoren. Op de vraag of zuiveringsslib een kostenpost, energiedrager of grondsoort is, gaf Leo Korving van Slibverwerking Noord-Brabant een eenduidig antwoord: slib is een kostenpost, maar waarom? Gezond verstand zou zeggen: verbranding van organische stof levert toch energie? Of: waarom gebruik je slib niet als grondstof in de landbouw? Of: kan fosfaat niet teruggewonnen worden? Achtereenvolgens overtuigde Korving het publiek van het tegendeel. Juist de verwerking van de organische stof kost veel energie en beperkt de slibdoorvoer in een slibverbrandingsinstallatie. Dit pleit voor toepassing van verbeterde slibgisting op de zuivering zelf, waardoor het organische stofgehalte significant afneemt en dus de slibverbranding goedkoper wordt. Hoewel eenvijfde van alle fosfaat uiteindelijk in het slib terechtkomt, is het financieel potentieel van fosfaatterugwinning zeer beperkt ten opzichte van de slibverwerkingskosten. Daarbij is directe toepassing in de landbouw niet realistisch, omdat het slib sterk verontreinigd is. Toekomstige tekorten op de fosfaatmarkt zullen het huidige kostenmodel uiteraard beïnvloeden. De balans opmakend Nu technisch steeds meer mogelijk wordt maakte Marcel Bruggers (Deltares) de balans op: hoeveel energie kan er nu realistisch uit water worden geëxploiteerd? Om deze vraag te beantwoorden, passeerde een aantal projecten uit binnen- en buitenland de revue: opnieuw Blue Energy, aquatische biomassa, getijdenenergie (stroming en hoogteverschil) en energie uit rivieren (stuw en stroming). Van elk project werd ruwweg geschat wat voor Nederland de mogelijkheden zijn. Om een reëel beeld te geven werden zowel technologische, maatschappelijke, klimatologische, alsmede geografische mogelijkheden en beperkingen meegenomen. Het aanwezig potentieel werd op die manier getrechterd naar een realistische exploitabel potentieel. En hier zit, afhankelijk van de techniek, soms wel een factor tien tussen. De afvalwaterzaal. 6 H 2 O /

7 verslag Uitreiking Jaap van der Graaf-prijs Tijdens de 62e Vakantiecursus Drinkwater en Afvalwater in Delft is voor de eerste keer de Jaap van der Graaf-prijs uitgereikt. De prijs wordt toegekend aan een student of onderzoeker die in 2009 het beste Engelstalige artikel over de behandeling van afvalwater heeft geschreven. Het winnende artikel heeft als titel Nitrous oxide emission during wastewater treatment en is geschreven door Marlies Kampschreur e.a. en verscheen in Water Research 43. De Jaap van der Graaf-prijs is vorig jaar ingesteld bij het afscheid van Van der Graaf als hoogleraar in de Behandeling van Afvalwater aan de Technische Universiteit Delft. De prijs is een initiatief van Witteveen+Bos, het ingenieursbureau waar Jaap van der Graaf van 1988 tot 2003 algemeen directeur was. De onderscheiding bestaat uit een geldbedrag van euro en een glasobject en wordt jaarlijks toegekend. Het doel erachter is de Nederlandse expertise op het gebied van behandeling van afvalwater verder te profileren. Het geldbedrag dient in het kader hiervan te worden aangewend. Het kunstwerk van de glaskunstenaar Henk Adriaan Meijer symboliseert de behandeling van afvalwater. Marcel Bruggers. Conclusie Na het opmaken van de balans blijkt tien procent van de totale energiebehoefte van Nederland uit water gewonnen te kunnen worden, voornamelijk door Blue Energy. Dus: energie uit water is zeker geen hype. Een conclusie die geldig is voor de gehele waterketen, zoals uit de voordrachten bleek. Gezamenlijke slotsessie In de gezamenlijke slotsessie ondernam Theo Schmitz, de directeur van Vewin, een Guinness Book of Records-poging door in 30 minuten 64 plaatjes te presenteren. Schmitz trok de lijn van zijn presentatie van vorig jaar door. Dit jaar voegde hij daar de metafoor aan toe dat de watersector, zoals mieren, veel werk op de schouders moet kunnen nemen. Met behulp van voorbeelden van megasteden als Mexico City, Manilla en Jakarta gaf hij aan dat de dreigende gevolgen van de klimaatverandering in grote mate versterkt worden door de demografische trends. De Nederlandse watersector moet via Water Operator Partnerships de derde wereld steunen en helpen lokale kennis te ontwikkelen, zodat die kennis daar weer overgedragen kan worden aan de buurlanden, aldus Schmitz. De jury, bestaande uit Jules van Lier, Jans Kruit, Ad de Man, Arjen van Nieuwenhuijzen en Hardy Temmink, maakte tijdens de Vakantiecursus uit de tien inzendingen de drie genomineerden en de winnaar bekend. Bij de beoordeling is gelet op de praktische toepasbaarheid, profilering en actuele thema s, zoals broeikasgassen, energie en vergaand zuiveren. Het winnende artikel geeft volgensde jury aan dat er verbazingwekkend weinig kennis is op het gebied van N 2 O-emissies bij afvalwaterbehandeling. Deze kennis zal in de toekomst echter nodig zijn om broeikasgasemissies te kunnen meten en rapporteren en daar waar nodig aanpassingen te realiseren in bestaande modellen voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringen. Marlies Kampschreur (1977) studeerde Milieuhygiëne aan de Wageningen Universiteit ( ). Van 2002 tot 2004 was zij werkzaam bij Witteveen+Bos. In 2005 begon ze met haar promotieonderzoek bij de afdeling Biotechnologie van de TU Delft. De afronding van het onderzoek vindt binnenkort plaats. Het onderwerp is Influence of nitrogen oxides on the metabolism of ammonia oxidizing bacteria. Als vervolg hierop worden in een STOWA-onderzoek N 2 O-emissies gemeten bij een aantal rwzi s. Naast het winnende artikel werden de volgende twee artikelen genomineerd: David Jeison e.a. Thermophilic sidestream anaerobic membrane bioreactors: The shear rate dilemma, Water Environment Research 81, nr. 11; Adrien Moreau e.a. The (in)significance of apparent viscosity in full-scale municipal membrane bioreactors, Journal of Membrane Science 340. Marlies Kampschreur won de eerste Jaap van der Graaf-prijs. Teng Chye Khoo, CEO van de Singaporese Public Utility Board, gaf aan hoe Singapore omgaat met de uitdagingen waarmee het op watergebied geconfronteerd wordt, en hoe deze enorme stad dit energiezuinig probeert te doen. In Singapore valt er wel genoeg regen, maar is er niet genoeg landoppervlakte om het op te vangen. Daarom gaat Singapore op zoek naar een duurzame watervoorziening. De vier nationale bronnen zijn de reservoirs, het gebruik van hergebruikt afvalwater (NEWater), zeewaterontzouting en import uit Maleisië. Vooral hergebruik van afvalwater en zeewaterontzouting zijn zeer energie-intensief, waardoor Singapore nu investeert in onderzoek naar onder andere UASB-technologie, maar ook in nieuwe ontzoutingstechnieken, zoals membraandistillatie via MemStill. Door het bouwen van een dam in het midden van de stad is Singapore er bovendien in geslaagd om het beschikbare volume van zijn opvangbekkens met een derde te vergroten. Singapore wil zijn inwoners wijzen op de nood om duurzaam om te springen met water, door een lager verbruik en samenleven met water, dus zorg voor de natuur, te stimuleren. Singapore wil een zogeheten waterhub worden en zoekt hiervoor partijen van buitenaf. Via het Dutch- Singapore Partnership zijn verschillende bedrijven uit de Nederlandse watersector nu al actief in Singapore. Arne Verliefde en Hans van Dijk (TU Delft) Ivo Pothof (TU Delft/Deltares) Foto s: Michelle Muus H 2 O /

8 N IEu W! Bezoek op 16, 17 en 18 maart uur in Evenementenhal Gorinchem Dé vakbeurs voor de totale rioleringsbranche N IEu W! Vraag via onze website een gratis VIP-Relatiekaart aan! Met 1 entreekaart kunt u beide beurzen bezoeken! Bij deze vakbeurzen wordt de unieke full-service-formule gehanteerd. BEZOEKADRES EvEnEmEntEnhal GorinchEm Franklinweg 2, 4207 HZ Gorinchem I CORRESPONDENTIE EvEnEmEntEnhal hardenberg Energieweg 2, 7772 TV Hardenberg T (0523) E info@evenementenhalhardenberg.nl

9 Watercarrousel stimuleert samenwerking Nederland staat voor grote opgaven rond het watersysteem. Taken en verantwoordelijkheden rond water en ruimtelijke ordening zijn daarbij van oudsher verdeeld over waterschappen, gemeenten, provincies, waterbedrijven, het Rijk en sommige gebruikers. Veranderingen zijn vaak moeilijk te realiseren vanuit één individuele organisatie. Brabant Water, de gemeente Eindhoven en Waterschap De Dommel vonden het daarom tijd om samen te werken. Op 8 december jl. verzorgden zij in Eindhoven het symposium Samen werken aan water - motor voor vernieuwing?. verslag Samenwerken stimuleert vernieuwend denken. Dat leidt vaak tot innovatieve oplossingen met meerwaarde voor alle partijen. Op het symposium kregen de ruim 50 deelnemers niet alleen stimulerende voorbeelden te horen, maar konden ze ook aan den lijve ondervinden wat samenwerking met je doet. De twee beste ideeën zijn beloond met een prijs. Zowel de private als publieke sector kennen voorbeelden van innovatieve samenwerking. Ervaringsdeskundige Jos Peters (DHV) ging tijdens zijn presentatie Samenwerken is een werkwoord, aan de hand van een praktijkvoorbeeld in Eindhoven, in op wat samenwerking wel en niet moet zijn. Te vaak wordt het accent gelegd op inhoud en controle. Terwijl je voor een goede samenwerking moet investeren in proces en vertrouwen. Arnold Stokking (TNO, voorheen Philips) vertelde over de wijze waarop Philips strategische allianties organiseert: Succes in samenwerken komt nooit bij toeval, je moet het met beleid organiseren. Eén van zijn voorbeelden was de succesvolle, gezamenlijke introductie van de Senseo door Philips en Douwe Egberts/Sara Lee, twee totaal verschillende bedrijven. Samenwerken vereist het kunnen omgaan met een andere cultuur, dynamiek en organisatie. Daarbij is het handig vooraf te bedenken met welke personen uit een andere organisatie je gaat praten. Valkuilen zijn dat gesprekken al snel technisch worden of veel energie wordt gestoken in het juridisch sluitend krijgen van de samenwerking. Dat belemmert innovatie. Zo n 40 tot 60 procent van de samenwerkingsinitiatieven in de private sector faalt, vooral door verschillen in cultuur en doelstellingen. Maar heel vaak had dat voorkómen kunnen worden, juist door het proces te organiseren. Watercarrousel Vervolgens gaf de voorzitter het startschot voor de Watercarrousel: een aanpak ontwikkeld door het bureau voor organisatieen beleidsontwikkeling ORG-ID om geschikte samenwerkingspartijen te vinden. Daarbij wordt uitgegaan van de eigen uitdagingen: iedere deelnemer is een bron. De carrousel faciliteert het elkaar opzoeken en samengaan van de bronnen tot bruisende beken, waarbij de intentie tot samenwerken wordt uitgesproken. Daarmee is het niet afgelopen: in de draaikolk gaan prille samenwerkende partijen op zoek naar andere partijen die ze nodig hebben om hun idee uit te werken. Ook kunnen deelnemers overlopen naar andere ideeën. Zo ontstaan brede rivieren : groepjes van vijf tot twaalf mensen die aan de slag gaan met de uitwerking van een idee. Ten slotte monden de rivieren uit in een delta : de groepjes presenteren de uitgewerkte ideeën aan elkaar en aan de jury....(de deltacommissie ). Prijzen De Watercarrousel transformeerde individuele dromen binnen twee uur tot vijf bruisende ideeën voor samenwerking. Een jury, bestaande uit wethouder Mary Fiers (gemeente Eindhoven), adjunct-directeur Björn Hoogwout (Brabant Water) en directeur bedrijfsvoering Henk Roelofs (Waterschap De Dommel), reikte de prijs van euro uit aan het idee Legoliseren waterketen. De prijs is voor de verdere uitwerking van het idee. De publieksprijs ging naar Eindhovens water voor het Groene Woud. Beide ideeën (zie kader) worden dit jaar uitgewerkt. Ook de overige ideeën kunnen door de initiatiefnemers uitgewerkt worden: realisatie groen water door verbinden van waterorganisaties, publiek en duurzaamheid; met de watersector één keer per maand bij elkaar komen op netwerkborrel; ondergronds gebiedsbeheer als leidraad om problemen onder de grond om te zetten in mogelijkheden. Sef Philips (Brabant Water) Joost van der Cruijsen (Waterschap De Dommel) Frank van Swol (gemeente Eindhoven) Caroline van de Veerdonk (ORG-ID) Verrassende ontmoetingen en het verbinden van behoeften en ideeën in de Watercarrousel. Het winnende idee Legoliseren van de waterketen richt zich op samenwerking over de grenzen met actoren uit zowel de publieke als de private sector. De bedenkers van het idee (Tauw, Geldof c.s., Waterschap Brabantse Delta en Helixer) willen groot inzetten om duurzame elementen in de waterketen op elkaar te laten aansluiten en geschikt te maken voor massaproductie, ook in ontwikkelingslanden. Dat willen zij doen samen met scholen, consumenten, partijen uit de waterketen, Partners voor Water, Albert Heijn en de LEGO Groep. Door de waterketen weg te halen uit de geformaliseerde sfeer en oplossingen te bedenken die aansluiten bij wat mensen zélf kunnen, kan iedereen zijn steentje bijdragen. Eindhovens water voor het Groene Woud oftewel het gebied tussen Eindhoven, s-hertogenbosch en Tilburg staat voor een herverdeling van het beschikbare water. Mede door klimaatverandering heeft het Brabantse platteland in toenemende mate te maken met een gebrek aan water. Dat geldt ook voor het Groene Woud. Terwijl een stad als Eindhoven te veel water heeft en veel energie moet steken in het voorkómen van het vollopen van kelders. Wat is er logischer dan water uit Eindhoven te gebruiken voor het Groene Woud? Brabant Water, de Brabantse Milieufederatie, de gemeente Eindhoven en de Vereniging voor Industriewater hebben een idee uitgewerkt, dat uitgaat van het eenmalig omhoog pompen van water in Eindhoven en stapsgewijze benutting van dit water voor natuur, recreatie en landbouw in het Groene Woud via een cascadesysteem. Om kosten te besparen gebruikt men daarvoor oude water- en rioolleidingen. H 2 O /

10 Gerard Martijnse, beleidsmedewerker Riolering VROM: Geen jongere heeft meer belangstelling voor de riolering De riolering staat de laatste jaren regelmatig in de belangstelling. Kustdorpen lopen ineens onder, water stroomt de winkels binnen, schoonmaakdoekjes verstoppen de rioleringspompen en waterschappen melden zich om het rioolbeheer over te nemen. Hugo Gastkemper, directeur van Stichting RIONED, probeert op tv en in de krant uit te leggen wat er aan de hand is en wat er wel of niet moet gebeuren. Tv-spotjes roepen de mensen op geen vet of doekjes door de wc te spoelen. Het beleid op rioleringsgebied wordt voorbereid op het ministerie van VROM. Daar werken de beleidsambtenaren die proberen de afvoer van het afvalwater en het opvangen en wegleiden van het regenwater in goede banen te leiden. Eind van dit jaar houdt één van hen, een man die bijna 30 jaar lang aan de wieg stond van dit beleid, op met werken: ir. Gerard Martijnse. Reden voor een gesprek met hem voor dit themanummer over riolering. Wat boeit jou in de riolering? Misschien wel het meest dat zo n systeem, dat uiterst nuttig werk doet, onzichtbaar is. De pijpen zie je nooit, maar ze liggen er wel en ze zijn constant in gebruik. Als gebruiker zie je van die hele waterketen van de inname van de grondstof voor de drinkwaterbereiding tot aan de lozing van het effluent van de rwzi s eigenlijk maar 30 cm, de afstand tussen je kraan en de afvoer in je gootsteenbak. Daaromheen gebeurt van alles, maar dat interesseert de doorsnee burger niet. Hij weet er niets van, hij betaalt, maakt er gebruik van, and that s it. Wanneer ben jij hier gekomen? Ik ben bij het ministerie van VROM in 1981 komen werken. Toen was daar nog weinig kennis en weinig beleid op het gebied van riolering. Rein Eikelboom en ik zijn daarmee aan de slag gegaan, later Dick Vonk en ik. In 1980 was ik afgestudeerd aan de TU Delft. Ik heb Gezondheidstechniek gedaan, studeerde af bij de hoogleraren Pöpel en Koot op een studie naar de zuivering van het afvalwater van Gist Brocades in Delft. We vergeleken twee mogelijkheden: het Unoxsysteem, dat werkte met zuivere zuurstof, en een zeer hoog belast oxydatiebed met kunststofvulling, gevolgd door een aerobe trap. Ik ben in 1947 in Amsterdam geboren. In die stad ging ik na de HBS naar de HTS: wegen waterbouw. Als jongetje was ik altijd al met water bezig. Met een schepnetje ving ik salamanders, bloedzuigers en wantsen. Die rijkdom van vroeger heb ik nog altijd voor ogen. Na mijn militaire dienst ging ik in 1970 naar Delft. In alle rust tien jaar over je studie doen, kon toen nog. Na mijn afstuderen heb ik kort bij het WL en Grondmechanica gewerkt. In 1981 ben ik aangenomen bij het ministerie van VROM in Leidschendam, toen nog Volksgezondheid en Milieuhygiëne geheten. Volksgezondheid is later naar WVC gegaan, Ruimte en Milieu zijn met Volkshuisvesting samengevoegd tot VROM. Waarmee hield je je in die beginperiode bezig? Het ministerie had toen de Bijdrageregeling Kostbare Rioleringswerken. Dat kon de aanleg van riolering in bestaande bebouwing zijn, maar ook het omleggen van de centrale afvoer van een stelsel van de gemeentelijke rwzi naar de installatie van het waterschap. In die BKR gingen miljoenen om. Dick Vonk beheerde die post. Daarvan claimde ik een klein deel, nooit meer dan twee miljoen per jaar, voor onderzoek. Ik had geleerd dat je tot die omvang onderzoek nog zelf kunt begeleiden, en dat heb ik altijd ook gedaan. De twee grote onderzoeks projecten waren in die jaren het NWRW- en het IBA-onderzoek. NWRW stond voor Nationale Werkgroep Riolering en Waterkwaliteit. Dat ging dus over de invloed van de riolering op de waterkwaliteit, die ondanks alle inspanningen niet echt verbeterde. IBA voor Individuele Behandeling Afvalwater, de vraag hoe om te gaan met het afvalwater van verspreid staande bebouwing. Wat is voor jou, terugkijkend, de belangrijkste uitkomst van de NWRW? Voor mij was een eye-opener dat de emissie vanuit een gemengd en een gescheiden stelsel op jaarbasis eigenlijk niet zoveel verschillen. Het verschil zat hem in het effect van het lozingspatroon, bij een gemengd stelsel zo n acht keer per jaar, bij een gescheiden zo n 30 à 40 maal. Duidelijk was dat de effecten op kleinere wateren groot waren. Er kwamen ook ideeën voor nieuwe randvoorzieningen, zoals de werveloverstort en bergbezinkbakken. Als NWRW zeiden we: Bouw ze maar en kijk maar hoe ze werken. Er kwam aandacht voor processen in rioolstelsels. Rob Ywema van de Heidemij was daarin de voortrekker. Er werden films gemaakt van wat er in het stelsel gebeurde. Toen iets totaal nieuws. Misschien was het echte hoofdpunt wel dat er gemeten werd. Buurtbewoners kregen een regenmeter in de tuin en moesten bellen als er meer dan zoveel millimeter gevallen was. Dan kwamen we kijken of de overstorting ook echt plaatsgevonden had en wat het effect was op het oppervlaktewater. Het onderzoek heeft een geweldige stimulans gegeven aan de ontwikkeling van automatische meet- en monsternameapperatuur. Het IBA-onderzoek had een heel andere opzet. Voor de behandeling van het afvalwater van één tot vier woningen werden voorzieningen ontwikkeld en getest. Bij een bevlogen particulier in Heiloo kwam een composttoilet te staan. Dat werkte goed, maar de man vond op een gegeven moment wel twaalf soorten vliegen in zijn huis. Een publiek composttoilet aan de Grevelingen bleek te zwaar met urine belast te worden. Een heel klein oxydatiebedje stond bij -17 C nog keurig te draaien, het werkte ondanks een Elfstedentocht gewoon door. Zandfilters deden het prima. Er is heel fundamenteel naar bodeminfiltratie van het effluent van de voorziening gekeken. Want van al die installatietjes kon slechts 50 procent op oppervlaktewater lozen. Wat is er met de uitkomsten van deze onderzoeken gebeurd? Het IBA-onderzoek heeft geleid tot wet- en regelgeving. Plaatsing van een septictank met een inhoud van zes kubieke meter werkt uitstekend: een goede bezinking, geen drijflaag, helder effluent dat goed geloosd of geïnfiltreerd kan worden. En het levert weinig onderhoud op: slechts eens in de twee à vier jaar een keer leeghalen. Het ging oorspronkelijk om tot vrijstaande huizen en boerderijen. Lint bebouwing kon op vacuum- of druk riolering worden aangesloten. Omdat met name de drukriolering steeds verder ontwikkeld werd, bleven er uiteindelijk slechts woningen over. Die moesten voor het jaar 2005 een voorziening hebben. In de praktijk werd dat meestal een kleine, aerobe behandeling of een septictank met een rietveld of een biezenveld als nabehandeling. Als je aan zo n veld kalk toevoegt, verwijdert het ook nog stikstof en fosfaat. Helemaal mooi. Wat helaas ontbreekt, is aandacht voor toezicht en handhaving. Dat zou veel beter kunnen. En het NWRW-onderzoek? Met de uitkomsten daarvan is het anders gegaan. De meetcijfers zijn vooral door de adviesbureaus gebruikt voor het ontwikkelen van emissiemodellen. Op basis daarvan zijn voorzieningen ontworpen om tot reductie van de emissie via de overstort te komen. Het verbeterd gescheiden stelsel is ontwikkeld. Aan de keuze van de locatie van de overstorten is meer aandacht besteed. In 1987 kwam het eindrapport. In diezelfde tijd sloegen we alarm over het achterstallig onderhoud van het rioolstelsel. Gemeenten hadden de eerste aanleg gefinancierd uit de grondkosten of met hulp van de BKR. Geld voor vervanging was niet gereser- 10 H 2 O /

11 *thema interview veerd. Ook dat heeft geleid tot wetgeving: de zorgplicht kwam bij de gemeente te liggen. Het Gemeentelijk Rioleringsplan werd door ingrijpen van de Tweede Kamer geen facultatief plan zoals voorgesteld, maar een verplicht plan. Wij hebben in die tijd als ministerie hard getrokken aan de oprichting van RIONED. Iets als de STOWA voor de waterschappen was en het Kiwa voor de drinkwaterbedrijven, om de rioleringsbelangen te behartigen, stond ons voor ogen. Toen de Stichting RIONED er eenmaal was, was de eerste taak de bestaande kennis te bundelen en vast te leggen. Dat leidde tot de Leidraad Riolering, het handboek van RIONED. In vier ordners is alles over riolering te vinden: technische, financiële, bestuurlijke aspecten, kengetallen en algemeen gerespecteerde uitgangspunten, uiteraard wel geharmoniseerd. Wij steken nu nog veel geld in de toegankelijkheid, het onderhoud en actualiseren van deze leidraad. Vrijwel alle gemeenten zijn inmiddels lid van RIONED. De zorgplicht voor het hemelwater en het grondwater komen er als taken voor de gemeente bij. Dick Vat stelde een jaar geleden dat de vragen die aanleiding waren tot instellen van de NWRW, nu weer leven. We zien weer een discrepantie tussen alles wat we doen en wat we ermee willen bereiken. In de basisinspanning is afgesproken te komen tot 50 procent emissiereductie. Maar de genomen maatregelen zijn vooral op theoretische exercities gebaseerd geweest, met afspraken hoe je berging berekent, hoe je verhard oppervlak meet van welke buien je uitgaat, etc. Gerard Martijnse (foto: Michelle Muus). De vraag blijft: wat komt er nu echt uit een rioolstelsel? Bovendien verandert het patroon van de regen. Buien blijven lang hangen of ze zijn kort maar heel hevig. Als je uitgaat van een berging van acht millimeter gaat elke bui die groter is over je overstort. Buien van 15, 30 of zelfs 50 millimeter komen steeds vaker voor. Daar is geen berging meer voor te bouwen. Daarom is de vraag naar de invloed op de oppervlaktewaterkwaliteit zo belangrijk. Ik zie daarvoor maar één oplossing en dat is afkoppelen van het regenwater, zorgen dat dit water niet meer met het vuile water gemengd wordt. Daarvoor zijn een ander gebruik van de bodem en een andere inrichting van de openbare ruimte nodig. Waterschappen en gemeenten moeten aan tafel om dat lokaal aan te pakken. Daarvoor hoeft men niet op regelgeving uit Den Haag te wachten. Hoe kijk je terug op 30 jaar rioleringsbeleid? We hebben veel bereikt, veel onderzoek gedaan. We hebben in Nederland een aansluitpercentage dat zijn weerga niet kent. We staan net als bij de drinkwatervoorziening en de afvalwatervoorziening aan de top van de wereld. Waar ik mij zorgen over maak, is de schaarste van rioleringsmensen op de arbeidsmarkt. Een grote groep ervaren ouderen gaat de komende jaren met pensioen, jonge mensen zijn voor dit vakgebied bijna niet te krijgen. Ook zie ik hier intern een spanningsveld ontstaan, als men steeds meer tot de beleidsambtenaar 2.0 wil komen. Dat is de beleidsambtenaar die geen vakinhoudelijke kennis heeft, maar er voor zorgt dat processen op gang komen of blijven. Als er dan Kamervragen komen, en die heb je tegenwoordig naar aanleiding van ieder bericht in de kranten, dan beschik je niet zelf over de kennis en de informatie om tot een antwoord voor de minister te komen. Die moet deze beleidsambtenaar dan bij het RIVM of TNO of een ander instituut vandaan halen. Maar je moet wel snel reageren en je moet ook kunnen beoordelen of inschatten of de reactie die je gekregen hebt, juist is. Zo n bericht in De Telegraaf laatst over de te lage druk in het waterleidingnet leidde tot Kamervragen en tot 70 publieksreacties. Het was naar aanleiding van het verschijnen van de AMvB-drinkwater, als uitwerking van de Drinkwaterwet. In die AMvB wordt helemaal niet getornd aan de gangbare werkdruk in het drinkwaternet. Er werd alleen gesproken over een minimumdruk die te allen tijde gehandhaafd moet worden. Dus een storm in een glas water, maar die kun je alleen snel bezweren als je weet waar het over gaat en als je weet wat er inhoudelijk in zo n AMvB staat. Jullie hebben nu de problemen met de schoonmaakdoekjes. Het betreft vochtig toiletpapier, voor babybilletjes, etc. Dat moet in het toilet, maar blijkt in de praktijk te sterk te zijn, waardoor pompen vastlopen, roosters niet te reinigen zijn, etc. We nemen nu actie op drie fronten: overleg met de industrie om ze zo te maken dat ze uiteenvallen, met Afvalwater en regenwater op termijn bijna volledig scheiden een publiekscampagne proberen we het lozingsgedrag van de burger te veranderen en als derde goed etiketteren. Ook hier heb je kennis van zaken nodig. Wat zie jij als uitdaging voor de toekomst? Inspelen op de veranderende neerslagpatronen is de belangrijkste. Ik noemde het net al. Compleet scheiden van regenwater en afvalwater, maar wel met verstand. Met regenwater van markten en drukke verkeerswegen zul je toch iets moeten doen. Het betekent ook dat je het beheer van de openbare ruimte loskoppelt van de afvalwaterketen. Opvang van het regenwater is dan een echte gemeentelijke taak. De zorgplicht voor het afvalwater zou de gemeente kunnen uitbesteden, aan het waterschap of aan een dienst als Aquario (zie H 2 O 19, 2009). Daar komt de gemeentelijke zorgplicht voor het grondwater bij, die het geheel nog complexer maakt. Het is niet zo eenvoudig, het wordt zeker een langjarig ontwikkelingsproces, maar dat de opvang en de afvoer van het regenwater de sleutel is tot het rioleringsbeheer in de toekomst, dat is zeker. Maarten Gast H 2 O /

12 Benchmark Rioleringszorg in 2010 landsdekkend De landelijke vergelijking Riolering in Beeld, onderdeel van de benchmark rioleringszorg, gaat een totaaloverzicht geven van de toestand van de riolering en de prestaties van de gemeentelijke rioleringszorg. Dat is tegelijk een voortzetting van de verbeteringen die de benchmark rioleringszorg al jaren bij gemeenten bevordert. De maatschappij vraagt in toenemende mate dat overheden en maatschappelijke organisaties op systematische wijze publiekelijk verantwoording afleggen voor hun beleid en functioneren. De landelijke benchmark 2010 biedt de gemeenten een instrument om hun rioleringszorg in beeld te brengen en verder te verbeteren. De benchmark op het gebied van riolerings zorg functioneert sinds In totaal 188 gemeenten (met in totaal 11,9 miljoen inwoners oftewel 72 procent van de Nederlandse bevolking) hebben de bedrijfsvergelijking één of meerdere malen benut om de inspanningen van hun rioleringszorg in beeld te brengen, onderling te vergelijken en op basis van kennis- en ervaringsuitwisseling te verbeteren. In clusters van 20 tot 40 gemeenten werd gezamenlijk een leerproces doorlopen, met onder meer drie intensieve bijeenkomsten en een maatwerkrapport per deelnemer. Bovendien verschenen enkele landelijke en provinciale rapporten met geaggregeerde uitkomsten van inliggende gemeentelijke deelnemers. Foto: BvBeeld/Stichting RIONED. In 2005 voerde Stichting RIONED daarnaast voor het eerst een nationale prestatiemeting van de gemeentelijke rioleringszorg uit, waarvan de uitkomsten werden gepresenteerd in de Rioleringsatlas van Nederland. Op basis van een respons van 76 procent van de gemeenten met 84 procent van het totaal aantal inwoners ontstond een kwantitatief overzicht van onder meer de onderdelen van het rioolstelsel (kilometers, soorten, aantallen), de technische staat ervan, de organisatie en technische invulling van het beheer, planvormen, milieu-inspanningen én financiële aspecten, zoals (de ontwikkeling van) kosten en lasten. Een deel van de gegevens is toen ook per gemeente gepubliceerd. Het Bestuursakkoord Waterketen (2007) beschouwt benchmarking als hét instrument om door onderlinge vergelijking transparantie en doelmatigheid te bevorderen. Een belangrijke wens van de betrokken overheden was dat de benchmark rioleringszorg in 2010 een representatief, dus landsdekkend, beeld zou gaan geven van de prestaties, ontwikkelingen, kosten en lasten op het gebied van de gemeentelijke watertaken. Stichting RIONED heeft samen met de VNG en het ministerie van VROM de verdere ontwikkeling van de benchmark op zich genomen. Taakuitbreidingen in beeld brengen Het afgelopen decennium diende de rioleringszorg een aantal grote prestaties te leveren, zoals de basisinspanning, gevolgd door het waterkwaliteitsspoor, het saneren van alle ongezuiverde lozingen in het buitengebied, het inventariseren en nemen van KWR-maatregelen, het voorbereiden op de effecten van klimaatverandering, zoals extremere neerslag, én de gemeentelijke zorgplichten voor hemel- en grondwater. De Wet gemeentelijke watertaken (2007) schrijft voor dat alle gemeenten uiterlijk in 2012 hun (nieuwe) taken, verantwoordelijkheden en plannen vastleggen in hun gemeentelijk rioleringsplan. De landsdekkende prestatiemeting van de benchmark 2010 komt dus op een mooi moment om de consequenties van de drie zorgplichten en de prestaties (inclusief financiële) van gemeenten in beeld te brengen. De benchmark rioleringszorg 2010 zal de volgende producten opleveren: zowel centraal als aan de individuele gemeenten een uitgebreide databank met kenmerken en functioneren van hun rioolstelsels, contextuele gegevens, financiële parameters en prestatie-indicatoren; na grondige controle en analyse van de databank de samenstelling van een landelijk koepelrapport Riolering in Beeld, dat eind 2010 zal verschijnen; voor iedere deelnemende gemeente een eigen samenvatting met de belangrijkste conclusies op landelijk niveau en de opvallendste resultaten van de eigen gemeente; het internetadres dat vanaf de RIONED-dag (op 4 februari a.s.) achtergrondinformatie verstrekt over de benchmark en de methodiek, met contactmogelijkheden met de technische en inhoudelijke helpdesk. Om het leren en verbeteren van de rioleringszorg verder te stimuleren, zal Stichting RIONED leermodules en verdiepingsgroepen bieden die gemeenten de mogelijkheid geven om naar eigen behoefte, op basis van en aansluitend op de uitkomsten van Riolering in Beeld. Gemeenten kunnen zo gezamenlijk en gericht (technisch-)inhoudelijke vragen en problemen aanpakken. Globale planning Medio maart ontvangen alle gemeenten een uitnodigingsbrief met de benodigde inloggegevens om de online vragenlijst van Riolering in Beeld in te vullen. Het projectteam van Stichting RIONED controleert daarna de geretourneerde antwoorden en neemt in mei of juni contact op met de gemeenten om openstaande vragen en onduidelijkheden op te lossen. Daarna wordt de databank geanalyseerd op trends en ontwikkelingen en zullen de rapportages worden geschreven en geproduceerd. In november publiceert Stichting RIONED het koepelrapport en verspreidt dan ook de individuele samenvattingen onder de deelnemende gemeenten. Naar verwachting in 2013 zal de landelijke vergelijking Riolering in Beeld herhaald worden, net als de bedrijfsvergelijkingen bij de drinkwaterbedrijven en de waterschappen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de ervaringen van de editie 2010 en de leermodules. In de tussenliggende jaren kunnen gemeenten de benchmarksystematiek benutten voor bijvoorbeeld voortgangsrapportage aan hun raad. Eric Oosterom (Stichting RIONED) Meer informatie: via de gemeenteambassadeurs water en op van Stichting RIONED. 12 H 2 O /

13 RIONEDdag in vijf delen De jaarlijkse RIONEDdag van Stichting RIONED, die op 4 februari plaatsvindt, heeft deze keer geen centraal thema. Na het plenaire gedeelte kunnen de deelnemers kiezen uit vijf parallelprogramma s: buienradar en neerslagmeting, rioolwater als grondstof, slim rioleringsbeheer, personeelstekort in de sector en innovaties op de zeepkist. In het laatstgenoemde programmaonderdeel zullen zes bedrijven innovatieve diensten of producten aan het publiek prsenteren. De plaats van handeling is traditiegetrouw het Beatrixtheater van de Jaarbeurs Utrecht. *thema actualiteit De RIONEDdag is bedoeld voor iedereen die in de rioleringszorg in Nederland werkt. Onder leiding van Maria Henneman (journaliste en mediaadviseur, voormalig hoofdredacteur van Netwerk en presentator van het NOS-journaal) staat eerst het plenaire gedeelte van de dag op het programma, met een lezing van Kees Jan de Vet, lid van de directieraad van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Daarna begint het keuzeprogramma. In buienradar en neerslagmeting: samen een sterker beeld wordt gekeken naar de werking van deze twee technieken, de zwakke punten en de toegevoegde waarde in de praktijk. In rioolwater als grondstof gaat het om het terugwinnen van grondstoffen uit rioolwater en het hergebruik van rioolwater. Slim rioleringsbeheer richt zich op het gebruiken van technieken en metingen in het rioolbeheer, maar ook de benchmark en het gewone gezonde verstand van de rioleur. Bij personeelstekort in de sector: wat kunnen wij zelf? komt het (dreigende) personeelstekort aan bod dat de gehele technische sector lijkt te treffen. Een nieuw onderdeel is innovaties op de zeepkist, waarin zes bedrijven nieuwe innovatie producten of diensten presenteert. De aanwezigen kiezen daarna het in hun ogen beste product of dienst. Cabaretier Marcel Verreck sluit de dag af. Opgeven kan via De deelnamekosten voor begunstigers bedragen 190 euro, voor niet-begunstigers 380 euro. IFEST CATALOOG advertentie bij de bedrijfsgegevens H2O Gieterstopper :56 Pagina 1 advertentie type: toepassing: afmeting: situering: bouwtijd: ervaring: tanks en silo s Gewapend betonnen tanks; monoliet gestort Drinkwater, afvalwater, slib, enz. Diameter en hoogte tot 40 m. Bovengronds of ingegraven; ook in grondwater Zeer korte bouwtijd (speciale bekisting) Al meer dan tanks gebouwd GIET UW WERVING VOOR OPLEIDING & PERSONEEL IN HET JUISTE VAT Reserveer ook uw personeelsadvertentie in H 2 O, hét tijdschrift voor watervoorziening en waterbeheer Monostore b.v. Goudplevier 107 (NL) 8271 GB IJsselmuiden Tel.: +31(0) OPSLAG Monostore n.v. Hortensiastraat 12 (B) 2020 Antwerpen Tel.: +32(0) MILIEUZEKER T ankbouw in beton en staal H 2 O /

14 De basisinspanning in West-Brabant conform het Nationaal Bestuursakoord Water Actueel In het geactualiseerde Nationaal Bestuursakkoord Water is een afspraak gemaakt over de invulling van de basisinspanning voor rioleringsstelsels. Waterschap Brabantse Delta verkent de mogelijkheden van deze afspraak. De gemeenten Zundert en Roosendaal zijn de eerste gemeenten die hieraan samen met het waterschap invulling hebben gegeven. In dit artikel wordt beschreven welke randvoorwaarden zijn vastgesteld, hoe je kunt komen tot alternatieve maatregelen en waartoe dit heeft geleid in Zundert en Roosendaal. De afspraak over de basisinspanning in het NBW-Actueel laat op het eerste gezicht niets over aan de verbeelding: kosteneffectievere maatregelen met behoud van doelrealisatie. Toch valt veel te kiezen bij de uitwerking. De meeste keuzes zijn vastgelegd tijdens het eerste proefproject in Zundert. De belangrijkste uitgangspunten, bepaald door gemeente én waterschap, zijn: Basisinspanning blijft gemeentebreed; Het effect van ter discussie staande maatregelen wordt bepaald voor alle stoffen in het oppervlaktewatersysteem die de MTR overschrijden of benaderen. Deze stoffen gezamenlijk worden in dit artikel probleemstoffen genoemd; Voor de probleemstoffen dient op de gemeentegrens de jaarvracht met alternatieve maatregelen kleiner of gelijk te zijn ten opzichte van de maatregelen in de waterketen. In de praktijk houdt dit vaak in dat er één maatgevende stof is, en dat voor de rest van de stoffen de alternatieve maatregelen meer milieu rendement opleveren dan de oorspronkelijke maatregelen; Voor alle bekeken stoffen wordt bij een pieksituatie gekeken of de concentraties in het oppervlaktewatersysteem nergens tot extra problemen leiden ten opzichte van de oude maatregelen. Twee andere belangrijke aspecten waar vooraf over moet worden nagedacht, zijn: hygiëne én bijvangst in de optimalisatiestudie. of te mitigeren, zijn maatregelen in de waterketen normaliter het meest kosteneffectief. Omgekeerd houdt dit in dat het erg onwaarschijnlijk is dat er, als deze stoffen in overweging worden meegenomen, goedkopere alternatieven zijn buiten de waterketen. De lokale situatie (wel of geen waterrecreatie, hygiënische betrouwbaarheid sowieso onvoldoende door overige overstorten of niet) moet uitsluitsel geven of dit wel of niet beperkend is in een onderzoek naar alternatieven. Bedenk wel dat de huidige situatie in het slechtste geval gehandhaafd blijft. Is er op dit moment een probleem? Maatregelen in de waterketen werken vaak positief voor meer doelstellingen dan de basisinspanning alleen. Zo kan afkoppelen, het vergroten van leidingen of het aanleggen van een (grote) randvoorziening een positief effect hebben op water-op-straat. Ook kunnen problemen in het kader van het waterkwaliteitsspoor worden opgelost. Bij het zoeken naar alternatieven kan het zijn dat deze bijvangst wegvalt, waardoor, naast de kosten voor de basisinspanning, extra kosten moeten worden gemaakt om het andere probleem te verhelpen. Op zich geen probleem, zolang de totale kosteneffectiviteit maar groter wordt. Als de maatregelen voor de (oude) basisinspanning echter deels door de waterkwaliteitsbeheerder worden betaald, kan dit tot discussies leiden. Zoeken we gezamenlijk naar een alternatief dat minimaal dezelfde doelstellingen behaalt en laten we de kostenverdeelsleutel ongemoeid of is water-op-straat een taak van de gemeente en moet zij dus ook 100 procent van de kosten dragen als deze inzichtelijk te maken zijn? Als de uitgangspunten zijn bepaald, kan het onderzoek beginnen. Om te komen tot alternatieve maatregelen in Zundert en Roosendaal is het volgende gebeurd: Verkenning maatregelen De gemeente Zundert en Waterschap Brabantse Delta hebben vanuit de optimalisatiestudie een afspraak gemaakt over de realisatie van een tweetal randvoorzieningen (2500 en 1400 kubieke meter), goed voor een investering van circa 3,8 miljoen euro. Voordat deze maatregelen konden worden uitgevoerd, werd het NBW-A afgesloten. Omdat er geen lokale waterkwaliteitsproblemen waren en omdat de grondverwerving op de locaties problematisch verliep, is samen met Waterschap Brabantse Delta besloten te gaan zoeken naar alternatieven voor deze twee randvoorzieningen. In de OAS Roosendaal (bemalingsgebied Wouw) is bepaald dat er vier randvoorzieningen moeten worden aangelegd. Bij een eerste inventarisatie bleek dat drie De hygiënische betrouwbaarheid van het water kan worden bepaald aan de hand van de concentratie E. coli. De jaarvracht is nauwelijks van belang, maar de pieken in concentraties zijn maatgevend. Het wel of niet aanwezig zijn van een randvoorziening heeft een significante invloed op het gehalte E. coli in het oppervlaktewater. Ditzelfde geldt voor andere stoffen die primair vanuit of via rioolstelsels op het oppervlaktewater worden geloosd (denk aan medicijnresten). Om de uitstoot van deze stoffen te beperken NBW-Actueel artikel 4 (stedelijke wateropgave) lid 5: De basisinspanning geldt onverkort. Gemeenten die de basisinspanning nog niet hebben gerealiseerd, zullen uiterlijk in 2008 in beeld brengen hoe ver zij zijn met de uitvoering ervan. De basisinspanning is bedoeld als doelvoorschrift, hetgeen betekent dat er kan worden gekozen voor alternatieve maatregelen. Indien gemeenten kunnen aantonen dat realisatie van de resterende maatregelen niet kosteneffectief is in relatie tot verbetering van het watersysteem (waterkwaliteit en WB21), worden in overleg met het waterschap andere maatregelen getroffen die dezelfde doelstellingen bereiken. Hiermee wordt bereikt dat deze gemeenten hun wateropgave ook effectief en efficiënt kunnen realiseren. Dit wordt vastgelegd in een gemeentelijk besluit waarbij het waterschap, gelet op de Wvo-vergunningvoorschriften, uitdrukkelijk wordt betrokken. Indien het overleg van gemeente en waterschap niet leidt tot overeenstemming uiterlijk in 2008 dan blijft de basisinspanning gelden. 14 H 2 O /

15 *thema achtergrond beide beken ligt in België. De waterkwaliteit van de beken is over het geheel genomen goed. De belangrijkste probleemstoffen zijn stikstof en koper: voor deze stoffen worden de waterkwaliteitsnormen overschreden. De waterkwaliteit bovenstrooms van de kern Zundert is niet of nauwelijks slechter dan de waterkwaliteit benedenstrooms van de kern. In het watersysteem van Roosendaal-Wouw waren de belangrijkste probleemstoffen stikstof, koper en nikkel. Kenmerkend voor dit systeem zijn kleine debieten en droogvallende beken. Bepalen alternatieven A priori is er geen beperking in de te kiezen alternatieven, behalve dat het binnen de gemeentegrenzen dient te gebeuren. Het meest voor de hand ligt het te kiezen voor bronmaatregelen in de landbouw of mitigerende maatregelen in het watersysteem. Op basis van ruimtelijke inpassing en geplande ontwikkelingen in het kader van de gebiedsanalyse en gemeentelijke plannen zijn voor Zundert drie alternatieve maatregelen bedacht: de aanleg van een helofytenfilter, de aanleg van een slibvang en de aanleg van (natte) bufferstroken langs de beken. Voor Roosendaal zijn dezelfde alternatieve maatregelen bekeken. De maatgevende stof (die zorgt voor de grootste benodigde voorziening) blijkt voor Zundert koper te zijn, met uitzondering van het helofytenfilter, waar fosfaat de maatgevende stof is. In de tabel is de resulterende omvang van de alternatieve voorzieningen opgenomen. omvang helofytenfilter in Kleine Beek m 2 slibvang in Kleine Beek m 2 bufferstroken m Lozingspunten overstorten Zundert waar de randvoorzieningen waren gepland. van deze voorzieningen waren gepland op locaties waar waterkwaliteitsproblemen voorkwamen. Er is daarom gekozen om deze drie voorzieningen in de planning te handhaven. Bij de vierde (en grootste) voorziening waren geen waterkwaliteitsproblemen; er was dus een mogelijkheid te zoeken naar alternatieve maatregelen. Bepalen probleemstoffen Zundert ligt tussen twee beken: de Kleine Beek in het noordwesten en de Aa of Weerijs in het zuidoosten (zie foto s). Alle riooloverstorten in de gemeente lozen, direct of indirect, op één van beide beken. Benedenstrooms van de kern komen beide beken bij elkaar en stroomt de Aa of Weerijs verder in de richting van Breda. De bovenloop van Een bronnenanalyse voor Zundert, uitgevoerd in het kader van een integrale gebiedsanalyse, laat zien dat de belangrijkste bronnen van de gedefinieerde stoffen (stikstof, koper, zink en fosfaat) uit België en de landbouw komen. Voor het stroomgebied van beide beken is het aandeel van de riolering in Zundert in de huidige situatie 0 tot 2 procent van de totale jaarvracht van de beken (stofafhankelijk). Door de realisatie van de randvoorzieningen neemt dit aandeel af met 0,03 tot 0,4 procent. Door het grotere kwantitatieve aandeel van overstortwater in de beken rond Wouw is het aandeel van de riolering op de totale jaarvracht van de probleemstoffen ook groter. Voor stikstof en nikkel is de bijdrage ongeveer één procent, maar voor koper, zink en totaal fosfaat is de bijdrage jaargemiddeld acht tot 17 procent. De realisatie van een randvoorziening heeft daardoor relatief een grotere invloed. Voor nikkel is de reductie door aanleg van de randvoorziening ongeveer vijf procent van de jaarvracht. In Roosendaal bleek de maatgevende stof ook koper. Ook maatgevend bleek het lage debiet in de waterlopen. Eventuele alternatieven in het watersysteem moesten zo ver mogelijk benedenstrooms worden gezocht. Kosteneffectiviteit maatregelen In het NBW-Actueel gaat het om de kosteneffectiviteit van maatregelen. Omdat de randvoorzieningen en alternatieve maatregelen nogal verschillen in onderhoud en levensduur is ervoor gekozen een vergelijking te maken op basis van de netto contante waarde methode, waarbij een periode van 40 jaar is beschouwd (uitgaande van een afschrijvingstermijn van 40 jaar voor de randvoorzieningen). Met deze methode is inzichtelijk gemaakt welke hoeveelheid geld er nu beschikbaar zou moeten zijn om aanleg, beheer, onderhoud en eventueel vervanging over de volledige afschrijvingstermijn van 40 jaar te kunnen bekostigen. Omdat de alternatieve voorzieningen zijn gedimensioneerd om minimaal een gelijk rendement als de randvoorzieningen op te leveren, is een vergelijking van de kosten direct een vergelijking van de kosteneffectiviteit, met die uitzondering dat het rendement van de niet-maatgevende stoffen voor een alternatief (veel) hoger kan liggen. H 2 O /

16 Het resultaat Uit praktische overwegingen (beschikbare grond, realiseerbaarheid voor 2015) is bij Zundert gekozen voor het aanleggen van een slibvang in de Aa of Weerijs. De definitieve besluitvorming hierover zal op korte termijn plaatsvinden. Voor Roosendaal is gekozen voor de aanleg van een helofytenfilter in de beek. In de ontwerpfases zal meer in detail moeten worden bekeken welke rendementen verwacht kunnen worden en welke kosten ermee gemoeid zijn. Het verschil met de kosten voor de randvoorzieningen is echter dermate groot, dat er nog voldoende (financiële) speelruimte is. Zundert versus Roosendaal Het watersysteem van Zundert, met twee stromende beken waarop de overstorten lozen, leent zich uitstekend voor een benadering met de zuivering van beekwater. Het hele jaar door is hiermee rendement te halen in de voorzieningen. In een watersysteem met stagnant water of kleine debieten zal het (kosten)verschil tussen randvoorzieningen en alternatieve maatregelen kleiner zijn, omdat de alternatieve voorzieningen in dat geval groter uitvallen. De doorstroming bij de gemeente Roosendaal was inderdaad kleiner en de te behalen kostenreductie bleek ook kleiner. Kosteneffectiviteit maatregelen Zundert. Conclusie Het zoeken naar alternatieve maatregelen voor de basisinspanning kan leiden tot een significante besparing. Op jaarbasis (inclusief afschrijving, onderhoud en beheer) is een besparing behaald van 60 procent voor Zundert en 25 procent voor Roosendaal- Wouw. Guy Henckens (Waterschap Brabantse Delta) Marcel Glasbergen (Arcadis) Jeroen Langeveld (Royal Haskoning) Ronald Rombouts (gemeente Zundert) Pierre Backx (gemeente Roosendaal) Mous H2O Radius Pro ad:135 x 190 mm :38 Pagina 1 advertentie mous pompenbouw De nieuwe standaard in draadloze signalering Bezoek ons in stand 519 op de infra Relatie - dagen in Hardenberg. Het nieuwe signaleringssysteem Radius Pro stelt waterbeheerders in staat gemalen en drukriolerings clusters op afstand te bewaken en te beheren. De toepassing van meervoudige communicatie netwerken waarborgt een waterdicht systeem van alarmering. Zeven dagen per week, 24 uur per dag. Leverbaar zomer mous pompenbouw bv Eigen Haard 41, 8561 EX Balk T (0514) info@mouspompenbouw.nl 16 H 2 O /

17 *thema actualiteit Afkoppelen op de Utrechtse Heuvelrug Afgelopen woensdag (27 januari) ondertekenden twaalf overheden en één drinkwaterbedrijf een convenant over het afkoppelen van regenwater op de Utrechtse Heuvelrug. Het is voor de eerste keer in Nederland dat zoveel partijen gezamenlijk afspraken maken over het infiltreren van regenwater in een kwetsbaar gebied als de Utrechtse Heuvelrug. Onder regie van de Provincie Utrecht gaan de partijen proberen de verontreiniging van de bodem en het grondwatersysteem bij het afkoppelen van hemelwater zoveel mogelijk te voorkomen en, waar dit redelijkerwijs niet lukt, beperken. Bovendien zorgt afkoppeling voor een betere werking van de rwzi s: die halen een hoger rendement als het afvalwater minder verdund is met relatief schoon regenwater. De deelnemende partijen zijn de gemeenten Amersfoort, De Bilt, Eemnes, Rhenen, Soest, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg en Zeist, drinkwaterbedrijf Vitens, Provincie Utrecht, Waterschap Vallei & Eem en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het convenant loopt tot en met De partijen streven ernaar op de af Beloning burgers die rioolverstopping voorkomen Het uit gemakzucht door de wc spoelen van vochtige doekjes kost de gezamenlijke waterschappen jaarlijks 12 tot 15 miljoen euro. Waterschap Aa en Maas probeert, evenals de andere waterschappen, burgers ertoe te bewegen dat niet meer te doen, omdat deze doekjes storingen bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi s) veroorzaken. Proppen vieze doekjes moeten handmatig verwijderd worden. zich goed leent voor directe vergisting op de rioolwaterzuivering. Bij de gisting komt biogas vrij dat wordt omgezet in elektrite koppelen gebieden geen bestrijdingsmiddelen of uitloogbare bouwmaterialen te gebruiken. Ook het gebruik van strooizout in koude perioden wordt, als de veiligheid niet in het gedrang komt, beperkt. De verantwoordelijkheid voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater ligt niet bij één partij, maar wordt gedeeld door de provincie, gemeente, waterschap en drinkwaterbedrijf. Dit vereist heldere afspraken tussen deze partijen, vandaar het convenant. De herkomst van de doekjes is op gemeenteniveau te achterhalen. Bij structurele storingen worden inwoners aangeschreven. Mensen die beterschap beloven ontvangen een originele wc-kalender. Ook tijdens rondleidingen (ruim 4000 belangstellenden per jaar) en open dagen op zuiveringen is aandacht voor dit onderwerp. Zo zijn er ludieke informatieborden en worden stickervellen uitgedeeld. Op deze wijze werkt het waterschap aan bewustwording. Het vezelmateriaal, waarvan onder meer vochtig toiletpapier en schoonmaakdoekjes worden gemaakt, is te dik en wordt niet natuurlijk afgebroken. In de zeven rwzi s van Waterschap Aa en Maas is bijvoorbeeld in 2008 in totaal kilo roostergoed verwijderd. Sinds eind vorig jaar loopt een landelijke campagne van Nederland leeft met water over goed rioolgebruik. Waterschap en energiebedrijf benutten energie uit riool Waterschap Groot Salland en energiebedrijf Essent gaan samenwerken op het terrein van duurzaam lokaal energiegebruik. Dat moet leiden tot levering van duurzame energie vanuit de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Deventer aan een nabijgelegen nieuwbouwproject (Park Zandweerd). Groot Salland en Essent willen door samen te werken hun maatschappelijke betrokkenheid tonen. Het waterschap levert warmte van de rwzi aan Essent die het vervolgens distribueert in de nieuwbouwwijk. Het project Park Zandweerd moet los worden gezien van DEUGD (Duurzame Energie Uit Geconcentreerde stromen in Deventer), ook al zijn er raakvlakken. Met DEUGD voeren ingenieursbureau en initiatiefnemer Tauw, Waterschap Groot Salland en Saxion Hogescholen een haalbaarheidsonderzoek uit naar het opwekken van energie voor nieuwbouwwijken uit geconcentreerd toiletwater. Verschillende opties worden hierbij bekeken, zoals het gescheiden inzamelen van urine en feces met behulp van vacuüm- of scheidingstoiletten. Afhankelijk van de uitkomsten van de studie kan deze energieopwekking toegepast worden in een andere nieuwbouwwijk: Steenbrugge, waar 1000 tot 1200 woningen komen. Een deel van de toiletwaterstroom zal dusdanig geconcentreerd zijn dat het citeit en warmte. De warmte gaat via Essent naar Park Zandweerd, de elektriciteit wordt gebruikt op de rwzi. Dijkgraaf Sybe Schaap (Waterschap Groot Salland, rechts) en directeur Toegevoegde Waarde Diensten Berend Jan Taken (Essent) tekenden onlangs een samenwerkingsovereenkomst op het terrein van duurzame energiebenutting. H 2 O /

18 Ontgravingen voor riolering kunnen risico inhouden Door de klimatologische veranderingen wordt de noodzaak voor waterberging binnen stedelijk gebied steeds belangrijker. In laag Nederland sturen waterschappen en hoogheemraadschappen aan op het graven van extra waterpartijen. Binnen gemeenten wordt gestreefd naar het reduceren van het aantal pompgemalen door het aanleggen van nieuwe DWA-stelsels over grotere afstand en diepte. Deze ontgravingen voor waterpartijen en riolering kunnen risicovol zijn en de lokale duurzaamheidsdoelstellingen ondermijnen. Door graven wordt het evenwicht in de bodem namelijk verstoord en dreigen waterbodems en rioolsleuven omhoog gedrukt te worden en te gaan barsten. Een groot deel van laag Nederland kent een klei/veendeklaag. Huizen en gebouwen worden stevig gefundeerd in het zand onder deze slappe lagen. De klei- en veenlagen verhinderen dat het water vanuit het diepere watervoerende zandpakket naar het maaiveld stroomt. Voor de aanleg van nieuwe watergangen en voor verbreding of verdieping van bestaande watergangen wordt de deklaag deels weggegraven. Daardoor neemt het neerwaartse gewicht van de resterende deklaag af. In de onderliggende diepere zandlagen komen door de hogere stijghoogte opwaartse waterdrukken voor richting de deklaag. Bij diepere ontgravingen of daar waar de deklaag van nature dunner is, zal door ontgraven uiteindelijk dermate weinig gewicht over zijn dat de deklaag kan barsten. Dit kan plotseling gebeuren, bij overschrijding van een bepaalde grenswaarde, of geleidelijk, waarbij steeds meer kwelwater uit het diepere zandpakket zal toestromen en de bodem verweekt. Veelal treden deze verschijnselen op in een winterperiode bij of tijdens een hoogwatergolf op een rivier waarbij de stijghoogte relatief hoog is. Het kan echter ook op een willekeurig ander moment plaatsvinden. Daar komt bij dat door de zeespiegelstijging ook de stijghoogte in de watervoerende lagen gemiddeld zal toenemen. Met name in de gebieden met een labiel evenwicht kan hierdoor in de toekomst alsnog een risico ontstaan. Doordat de bodem barst, zal een kortsluiting ontstaan tussen het oppervlaktewatersysteem en het diepere watervoerende zandpakket. Hierdoor zal diep grondwater opwellen. Afhankelijk van de omvang van de wel kunnen deze debieten fors oplopen en kunnen ze zelfs zand meevoeren. Een dergelijke wel is onomkeerbaar en zal ook in de toekomst water blijven aanvoeren. Het huidig beleid van de waterbeheerders laat weinig ruimte voor het toestaan van dit extra kweldebiet. Dit grondwater heeft meestal een afwijkende samenstelling: zuurstofarmer, zouter of meer ijzerrijk, waardoor het een milieubelasting geeft van het oppervlaktewatersysteem. zorgen veelal voor een direct contact met het diepere watervoerende pakket. Op deze locaties is bovendien de deklaag erg dun, waardoor de kans op barsten en kortsluiting groot is. Door het uitvoeren van sonderingen ontstaat een goed inzicht in de variatie in de dikte en opbouw van de deklaag. Aan de hand van boringen en laboratoriumproeven krijgen we meer informatie over de volumieke gewichten van het klei/veenmateriaal en door peilbuizen aan te brengen, inzicht in de stijghoogte. Vervolgens bieden evenwichtsberekeningen inzicht in het risico voor barsten. Het risico van barsten wordt groter naarmate de duur toeneemt, dit in relatie tot het voorkomen van extremen in de stijghoogten, en de omvang en diepte van de ontgraving. Hoe kun je dit voorkomen? Nadat een wel is ontstaan, kan er niet erg veel meer aan worden gedaan. Dan is het kwaad geschied. Als de wel zand meevoert, treedt onder water kratervorming op en kan Afb. 1: Het principe van het barsten van de bodem (bron: Fugro). Afb. 2: Doorsnede van een stroomgeul (bron: Geologische kaart van Nederland). een doorgaand bezwijken optreden. Door toepassing van een ballastlaag in combinatie met een filterdoek en/of injectietechnieken, kan verdere erosie en kwelwatertoetreding worden voorkomen. Deze technieken zijn kostbaar. Voor de aanleg van de riolering kan als alternatief worden gekozen voor een kostbare spanningsbemaling die veel water zal moeten onttrekken. Het is in veel gevallen duurzamer het rioolontwerp aan te passen aan de ondergrond. Beter is het in deze situatie geen diepe gemalen te projecteren bij een dergelijke zandrug. Kies in dat geval het verhang de andere kant op of ga er omheen. Ook het ontwerp knippen, waardoor het gehele stelsel ondieper kan worden aangelegd, is een oplossing. Dit heeft veelal wel tot gevolg dat in het plan in een extra pompput moet worden voorzien. Houdt er rekening mee dat de riolering niet alleen moet worden aangelegd, maar ook later als het gebied is ingericht en bewoond, ooit nog moet kunnen worden vervangen of hersteld. Welke gebieden zijn risicovol? Met name de gebieden waar van nature een relatief hoge stijghoogte ten opzichte van het maaiveld voorkomt, zijn risicovol. Het betreft dus gebieden met diepere polders of gebieden langs rivieren of nabij de kustwateren. Een extra risico ontstaat in gebieden met ondiep gelegen stroomruggen die uit zand bestaan. Deze zandbanen 18 H 2 O /

19 *thema achtergrond Voor het creëren van extra oppervlaktewater kom je voor een lastige keuze. De opgaaf te voorzien in waterberging is duidelijk. Naast voldoende kwantiteit moet ook ter verbetering van de waterkwaliteit voldoende diep water worden aangelegd. Hier wordt voorgesteld de volgende regels in acht te nemen: Indien mogelijk, neem voldoende afstand tot de rivier en het kustwater om een lagere stijghoogte te krijgen waardoor het risico afneemt; Blijf uit de zones waar zandruggen voorkomen en projecteer de watergangen en riolering in de gebieden met een relatief dikke deklaag; Beperk de diepte van het oppervlaktewater en kies als berging bijvoorbeeld voor plasbermen of kies voor een wad(i). Ook kunnen waterbergingen in het wegcunet uitkomst bieden; In sommige gevallen kan een technische maatregel zoals een ballastlaag een uitkomst bieden. Hierbij wordt lichter klei/ veenmateriaal vervangen door zwaarder zand of zelfs door betonmatten. Het vervangen door klei heeft qua gewicht minder effect; Vanzelfsprekend neemt het risico eveneens af als het maaiveldniveau en polderpeil hoger kunnen worden gekozen. Afb. 3: Stroomgeul uitgekarteerd met sonderingen (bron: Fugro). Praktijkproef voor het barsten van de bodem (bron: Robert Schrauwen). Praktijkproef Bij verschillende gemeenten en waterbeheerders is ervaring met wellen en met opbarsten van bodems van watergangen. Met name de herinneringen aan de situatie van de hoogwatergolven van 1995 en 1998 zijn sprekend. Ook als bovenstaande in acht wordt genomen, zijn problemen niet altijd te voorkomen. Door de variatie in de bodem, het ontgravingsniveau en de breedte en de wisselende stijghoogte is het lastig de grens van het labiele evenwicht te leren kennen en te weten wanneer het ook werkelijk fout kan gaan. Daarnaast kan ook bij het barsten van de bodem de omvang van de kwelstroom nog wel eens meevallen, waardoor de schade mogelijk wordt overschat. In zo n geval is het goed een praktijkproef uit te voeren waarbij in-situ wordt gekeken wat met een bodem gebeurt en deze praktijkdata naast de voorspelling te leggen. Conclusies Achteraf gezien wordt vaak gezegd, logisch dat die gebieden nog niet bebouwd waren. Door meer bewust te zijn van de mogelijkheden en beperkingen van de ondergrond, kan ook binnen deze gebieden tot een duurzaam ontwerp van het watersysteem en het rioolstelsel worden gekomen. Kennis van de ondergrond vormt de fundering, ook bij de Watertoets. Dan blijft water ook in de toekomst beheersbaar. Robert Schrauwen (Fugro Ingenieursbureau) H 2 O /

20 actualiteit *thema Overleg over graven in de bodem lijkt van de grond te komen Maatschappelijke overlast terugdringen en kosten besparen. Dat is het doel van het project Proactieve regie in de ondergrond. In 2008 leverde de projectgroep een handreiking op met richtlijnen voor een vroegtijdigere en betere samenwerking tussen gemeenten, netbeheerders en grondroerders. Een aantal grote en kleinere gemeenten is toen een proef van een jaar begonnen om de handreiking te toetsen aan de praktijk. Die proef is nu halverwege: tijd om de tussenstand te bekijken. In het monumentale pompstation Soestduinen van Vitens kwamen eind vorig jaar de deelnemers aan de proef bij elkaar om hun eerste ervaringen uit te wisselen. Netbeheerders ervaren zo hun eigen problemen met het vroegtijdig afstemmen van plannen. Vaak worden ze te laat betrokken en is er geen mogelijkheid meer om de plannen van de gemeente in te passen in de eigen plannen. Maar daar is wel iets aan te doen, aldus Jan de Koning (Enexis). In ieder geval moet je niet gaan zitten afwachten, maar je voelsprieten uitsteken en de gemeenten actief benaderen en vragen naar de plannen voor de komende jaren. Netbeheerders die toch al van plan zijn om op termijn een bepaald net te vervangen, kunnen veel geld besparen door bestaande gemeeentelijke plannen te bestuderen en mee te liften als de straat toch een keer open gaat. Meerjarenplannen zijn dus belangrijk. De meeste gemeenten maken meerjarenplannen en willen daarbij zo mogelijk inspelen op projecten van de netbeheerders. Helaas beschikken nog niet alle netbeheerders over meerjarenplannen voor aanleg en vervanging van hun netten. De gemeenten roepen de netbeheerders dan ook op om hierop beleid te ontwikkelen. Grondroerders aan het einde van de keten Jan Bijker van Bouwend Nederland wil meer aandacht voor de grondroerder. Deze is in de praktijk vaak de laatste speler in het hele proces, die het dan alleen nog even moet uitvoeren. Ook vroegtijdig betrekken van de Foto: gemeeente Utrecht. grondroerder kan veel kosten en ergernissen besparen. Als de grondroerder weet wat er speelt en wat wanneer van hem verwacht wordt, kan hij een belangrijke bijdrage leveren aan een soepele afwikkeling van het project. Mogelijkheden in nieuw te ontwikkelen gebieden De pilotgroep van de gemeente Utrecht gebruikt het nieuw te ontwikkelen stadsdeel Rijnenburg als studieobject. Voor dit grote gebied in een drassige omgeving is de ambitie waterrobuust te gaan bouwen en daarbij meteen ook op het gebied van energievoorziening, kabels en leidingen creatief te werk te gaan, zoveel mogelijk volgens het principe van lokale gesloten kringlopen en lokale energievoorziening. Het is interessant om te onderzoeken of bij dit prestigieuze project een vroegtijdige (en betere) samenwerking werkt, met inachtneming van de uitgangspunten van de gemeente (behoud bodem, duurzaam bouwen, etc). Een goede regie voeren in een nieuw te ontwikkelen gebied biedt in ieder geval vele mogelijkheden en uitdagingen op innovatief gebied voor alle partijen. De eerste inspanningen van de werkgroep zijn dan ook geheel gericht op het creëren van draagvlak. De pilot van Wassenaar kan een advies opleveren voor kleine gemeenten. Als (enige) kleinere gemeente in de pilots heeft Wassenaar de samenwerking gezocht met aangrenzende gemeente Voorschoten. Dit lijkt een gouden greep. Door samen te werken kunnen kosten worden bespaard. Zo hebben Wassenaar en Voorschoten gezamenlijk een softwarepakket aangeschaft om werkzaamheden te plannen. Ook is De gemeenten die meedoen aan de proef, zijn: Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Breda, Tilburg, Wassenaar en Voorschoten. Namens de netbeheerders zijn Enexis, Alliander, Stedin, Vitens en Eunetworks (namens Groep Graafrechten) betrokken bij dit initiatief en namens de grondroerders Bouwend Nederland. begonnen met gezamenlijk overleg met netbeheerders. Ton Duijndam van de gemeente Wassenaar signaleert overigens ook dat veel gemeenten te klein zijn om al het nieuwe beleid goed bij te houden. Hij adviseert kleine gemeenten daarom om vooral te gaan samenwerken met grotere gemeenten in de regio; je hoeft niet alles zelf uit te vinden. Structureel overleg wordt door alle partijen geadviseerd als het middel om een goede start te maken met proactieve regie. Ook de gemeente Breda zoekt naar mogelijkheden om vroegtijdig samen te werken. Ze kijkt nu verder vooruit dan voorheen gebruikelijk was. Het samen vergelijken van vlekkenkaarten van zowel gemeenten als netbeheerders blijkt daarbij een handig hulpmiddel. Tussentijdse conclusies en aanbevelingen Betere regie vergt tijd. Organiseer die tijdig; Zorg voor een goede voorbereiding van een overleg, met de juiste voorzitter en een goede verslaglegging. Zorg ervoor dat de juiste personen (met voldoende mandaat) aan tafel zitten; Werk van grof naar fijn, probeer te voorkomen dat men te inhoudelijk wordt tijdens het overleg; Kijk vooruit en schuw de confrontatie niet; Zorg voor draagvlak bij managers en bestuurders, maak je plannen en resultaten bekend. Hoe nu verder? We zijn op de goede weg; er is al het nodige in gang gezet, dat nu een uitwerking behoeft. Elke pilot moet een concreet eindproduct opleveren, waarbij alle belanghebbenden (gemeente, netbeheerder, grondroerder) baat moeten hebben. De komende tijd wordt gebruikt om de pilots verder te monitoren, nog meer de samenwerking op te zoeken met de drie partijen en het eindproduct voor te bereiden. In juni wordt de balans opgemaakt. Voor de plannen van aanpak en meer informatie over dit project: zie Nicolette Elenbaas en Enrico van den Bogaard (namens het kabel- en leidingoverleg) 20 H 2 O /

Energie uit water: hype of kans? All-time record aantal bezoekers voor Vakantiecursus 2010

Energie uit water: hype of kans? All-time record aantal bezoekers voor Vakantiecursus 2010 Energie uit water: hype of kans? All-time record aantal bezoekers voor Vakantiecursus 2010 Op vrijdag 15 januari vond op de TU Delft wederom hèt jaarlijkse Nieuwjaarscongres van de watersector plaats met

Nadere informatie

Energie uit afvalwater

Energie uit afvalwater Energie uit afvalwater Energie uit afvalwater Warm afvalwater verliest een groot deel van zijn warmte in de afvoer en het riool. Als we deze warmte weten terug te winnen, biedt dat grote mogelijkheden

Nadere informatie

Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe-

Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe- Vallei & Eem Veluwe Oost Veluwe Noord WELL DRA Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe- februari 2015 concept De aanpak handelingsperspectieven Ontwikkelingen maatschappij

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

De klimaatneutrale waterketen

De klimaatneutrale waterketen De klimaatneutrale waterketen Jos Frijns Lelystad, 13 februari 2009 Klimaatverandering: adaptatie ja, maar ook mitigatie Belang van mitigatie voor watersector Gevolgen worden vooral zichtbaar in de waterketen,

Nadere informatie

Energie uit afvalwater

Energie uit afvalwater Energie uit afvalwater 15 november 2011 Giel Geraeds en Ad de Man Waterschapsbedrijf Limburg is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas Onderwerpen Introductie

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Versie: 0.0 Datum: 21-4-2015 Auteur: Vrijgave: M.J.A. Rijpert T. Crum 1 IKN (Innovatie Kenniscentrum Nederland) Copier is de initiatiefnemer

Nadere informatie

Energie uit drinkwater en afvalwater

Energie uit drinkwater en afvalwater Energie uit drinkwater en afvalwater Inhoud 1. De cyclus van de stedelijke drinkwatervoorziening en afvalwater 2. Installeren van een turbine in het drinkwaternet 2.1. De druk in drinkwaternetten 2.2.

Nadere informatie

Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater

Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater Nederland is een land van water. Met veel beken, sloten en rivieren. Het water dat door deze beken, sloten en rivieren stroomt noemen we

Nadere informatie

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING INLEIDING Landustrie Sneek BV bezit een ruime hoeveelheid kennis en ervaring in het transporteren en behandelen van riool-

Nadere informatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg

Nadere informatie

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR AFVALWATERSYSTEMEN Hans Korving Witteveen+Bos Waar gaan we het over hebben? Motivatie Context Aanpak Zelf aan de slag Uitwerking grondslag

Nadere informatie

Besparen op het gasverbruik met de Douche-WTW

Besparen op het gasverbruik met de Douche-WTW Besparen op het gasverbruik met de Douche-WTW Door: Harry Tolkamp dd. 30 mei 2011 (concept) Warmte door het rioolputje Wanneer je je beseft dat in huis op allerlei manieren energie verloren gaat en dat

Nadere informatie

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Page 1 of 5 Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Auteur: Anne Bosma, Tony Flameling, Toine van Dartel, Ruud Holtzer Bedrijfsnaam: Tauw, Waterschap De Dommel Rioolwaterzuiveringen

Nadere informatie

Naar een energieneutrale waterkringloop. Een stip op de horizon

Naar een energieneutrale waterkringloop. Een stip op de horizon Naar een energieneutrale waterkringloop Een stip op de horizon Een stip op de horizon Energie in de kringloop waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland werken aan initiatieven op het gebied

Nadere informatie

Riothermie en WKO voor duurzame warmte en koude

Riothermie en WKO voor duurzame warmte en koude Riothermie en WKO voor duurzame warmte en koude Door Arné Boswinkel, Bert Palsma en Rada Sukkar Een aanzienlijk deel van de warmte uit huishoudens en industrie wordt via het afvalwater geloosd. Het potentieel

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek Waterschap De Dommel Het idee + Afvalwater zuiveringsslib = Waarom RWZI Tilburg? RWZI Tilburg (cap. 350.000 i.e.; 8.000 ton d.s.) alleen aanpassingen in de

Nadere informatie

55e Vakantiecursus in Drinkwatervoorziening & 22e Vakantiecursus in Riolering en Afvalwaterbehandeling URINE APART INZAMELEN? Introductie Afvalwaterzuivering vindt zijn oorsprong in de behoefte om de stedelijke

Nadere informatie

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO INHOUDSOPGAVE - AANLEIDING - HUIDIGE SITUATIE - GEVOLGEN RIOOLOVERSTORT - OVERSTORTREDUCTIE - BERGING EN BEZINKING OVERTOLLIG RIOOLWATER - WERKING BBB - WERKING (schematisch)

Nadere informatie

Riolering 120 kilometer

Riolering 120 kilometer De gemeente Leiderdorp heeft 120 kilometer riolering onder de grond 1. 108 km vrijverval, waarvan ca. 80 km. gemengd riool en 28 km. (verbeterd-) gescheiden stelsel. 2. 12 km drukriolering. Vrijverval

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. OVERHEID & PUBLIEKE DIENSTEN www.hydrorock.com Overheden en watermanagement Watermanagement in stedelijke gebieden is zeer actueel. Klimaatverandering

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE In kort bestek Rafael Lazaroms INHOUDSOPGAVE 1. Wat houdt het in? 2. Motieven, doelstellingen en ambities 3. Organisatiestructuur GELOOFWAARDIGE BOODSCHAP Waterschappen hebben

Nadere informatie

Afvalwater zuiveren Bezoek Wageningse Alumnivereniging 22 april 2014

Afvalwater zuiveren Bezoek Wageningse Alumnivereniging 22 april 2014 Afvalwater zuiveren 1970-2030 Bezoek Wageningse Alumnivereniging 22 april 2014 Even voorstellen: Mathijs Oosterhuis (T32, 1993) Specialisatie: milieutechnologie 1999-2003 TNO-MEP 2003-heden Waterschap

Nadere informatie

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN KLIMAAT, ENERGIE EN GRONDSTOFFEN AKKOORDEN EN GREEN DEALS Rafaël Lazaroms Coördinator Energie en duurzaamheid Unie van Waterschappen 1. Duurzaamheid en taken waterschappen 2. Duurzame ambities in akkoorden

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI Hans Korving Witteveen+Bos WAARSCHUWING Deze presentatie kan verrassende resultaten bevatten Waar gaan we het over hebben? Wat is de achtergrond? Historie en toekomst

Nadere informatie

grondstof? Afvalwater als Energie winnen uit afvalwater Verwijderen van medicijnen en hergebruik van meststoffen Veel mogelijkheden

grondstof? Afvalwater als Energie winnen uit afvalwater Verwijderen van medicijnen en hergebruik van meststoffen Veel mogelijkheden Afvalwater als grondstof? Energie winnen uit afvalwater Om energie uit afvalwater te winnen wordt het water van het toilet, eventueel gemengd met groente en fruitafval, vergist. Daarvoor worden een vacuümsysteem,

Nadere informatie

Programma Water en klimaatveranderingen

Programma Water en klimaatveranderingen Programma Water en klimaatveranderingen Ger Renkens / Luuk Postmes 7 juni 2016 Doel Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Naar een duurzame industriewatervoorziening in de Eemshaven

Naar een duurzame industriewatervoorziening in de Eemshaven Naar een duurzame industriewatervoorziening in de Eemshaven Verwachte groei vraagt In totaal nemen de bedrijven in de Eemshaven nu 300.000 m 3 drinkwater af voor industriële activiteiten. Waterbedrijf

Nadere informatie

Waterschapsenergie, Waterschap Aa en Maas, Den Bosch

Waterschapsenergie, Waterschap Aa en Maas, Den Bosch Voorbeeldprojecten Waterschapsenergie, Waterschap Aa en Maas, Den Bosch Waterschapsenergie, Waterschap Aa en Maas, Den Bosch Data Contact: Waterschap Aa en Maas Meer informatie: www.aaenmaas.nl Water Hitte

Nadere informatie

EEN BODEM VOOR WATER

EEN BODEM VOOR WATER EEN BODEM VOOR WATER Hemel en grondwaterbeleid Breda 2011 RWZI De gemeente is verantwoordelijk voor de afvoer van afvalwater naar de rioolwaterzuivering (RWZI: een soort wasmachine voor water). RWZI De

Nadere informatie

De watervoorziening in 2040: (de)centraal duurzaam intelligent?

De watervoorziening in 2040: (de)centraal duurzaam intelligent? De watervoorziening in 2040: (de)centraal duurzaam intelligent? Symposium Energie en Water schrijven toekomst 20 juni 2012 Jan Peter van der Hoek Focus Drinkwatervoorziening NL: dichtbevolkt gebied (16,7

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Geachte gasten, beste collega s

Geachte gasten, beste collega s Geachte gasten, beste collega s Ik heet u allen van harte welkom bij de officiële ingebruikname van de volledig nieuwe voorzuivering voor ons Productiebedrijf Andijk. In het bijzonder wil ik verwelkomen,

Nadere informatie

DSI regenwater infiltratie.

DSI regenwater infiltratie. DSI regenwater infiltratie. De adequate oplossing van een actueel probleem. Klimaatverandering. Het klimaat verandert. Met als gevolg een toename van de duur en frequentie van wateroverlast, verkeersonveiligheid

Nadere informatie

Duurzame watersystemen

Duurzame watersystemen TITEL VAN PRESENTATIE SUBTITEL VAN PRESENTATIE Maar water kost toch niets? Waterverbruik en klimaatverandering Infrastructuur Drinkwater Afvalwater Hemelwater Waterverbruik en klimaatverandering Drinkwater

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

Doelmatig beheer waterketen samenvatting-

Doelmatig beheer waterketen samenvatting- euro/jaar Doelmatig beheer keten samenvatting- -eindrapport commissie feitenonderzoek- 200 Drinkprijs, rioolrecht en zuiveringsheffing gecorrigeerd voor belastingen en kostendekkendheid (prijspeil 2009)

Nadere informatie

Waterschappen en Energieakkoord

Waterschappen en Energieakkoord Waterschappen en Energieakkoord Energiekansen in het Waterbeheer Hennie Roorda/Rafaël Lazaroms Unie van Waterschappen mei 5, 2014 1 Waar staan de waterschappen voor? Waterveiligheid (veilig wonen en werken

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Warmterecuperatie uit gemeentelijke riolering - een haalbare kaart?

Warmterecuperatie uit gemeentelijke riolering - een haalbare kaart? Warmterecuperatie uit gemeentelijke riolering - een haalbare kaart? Wendy Francken Directeur VLARIO 1 11 Europese partners Uit 6 landen Met 1 gemeenschappelijk doel De waterketen te verduurzamen door:

Nadere informatie

NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN

NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN NIEUWE NEERSLAG- STATISTIEKEN VOOR KORTE TIJDSDUREN Extreme buien zijn extremer geworden 2018 12A In opdracht van STOWA hebben het KNMI en HKV Lijn in water nieuwe neerslagstatistieken afgeleid voor korte

Nadere informatie

Het klimaat past ook in uw straatje

Het klimaat past ook in uw straatje DE KLIMAATBESTENDIGE STAD: INRICHTING IN DE PRAKTIJK Het klimaat past ook in uw straatje Voorbeeldenboek Ronald Loeve 5 april 2017 1 2 VOOR DE PRAKTIJK EN MET DE PRAKTIJK Samenwerking: Consortium: gemeenten

Nadere informatie

Samenwerking in de waterketen Leren van lessen uit de waterpraktijk Het succes van de 44 regio s

Samenwerking in de waterketen Leren van lessen uit de waterpraktijk Het succes van de 44 regio s Samenwerking in de waterketen Leren van lessen uit de waterpraktijk Het succes van de 44 regio s Jeroen Smarius: covoorzitter kernteam samenwerking waterketen namens VNG Gemeentesecretaris Uden Harm Küpers:

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

PHA s uit afvalwater en reststromen, een update;

PHA s uit afvalwater en reststromen, een update; PHA s uit afvalwater en reststromen, een update; Erwin Bluemink (W+B) Hardy Temmink (WUR-ETE) 2 december 2013 1 Inhoud Erwin Bluemink PHA uit slib? Afbakening Resultaten Kansen Hardy Temmink PHA uit reststromen?

Nadere informatie

Het WC². Riolering in de niet zo verre toekomst. Marije Stronks

Het WC². Riolering in de niet zo verre toekomst. Marije Stronks Het WC² Riolering in de niet zo verre toekomst Marije Stronks Ergens in Nederland in de niet zo verre toekomst in een Water Controle Centre (WC² ) verschijnt een venster voor één van de dienstdoende tacerators

Nadere informatie

KWR Watercycle Research Institute

KWR Watercycle Research Institute KWR Watercycle Research Institute Introductie KWR en activiteit team IAH Danny Traksel 1 1 Historie KWR Watercycle Research Institute 1948 Keurings Instituut Waterleiding Artikelen (Rijswijk) o Certificering

Nadere informatie

De Waarde van Watertechnologie Joke Cuperus. TUD Vakantiecursus Delft, 11 januari 2019

De Waarde van Watertechnologie Joke Cuperus. TUD Vakantiecursus Delft, 11 januari 2019 De Waarde van Watertechnologie Joke Cuperus TUD Vakantiecursus Delft, 11 januari 2019 TKI DELTA- TECHNOLOGIE Wateruitdagingen oplossen om de wereld welvaart te verhogen, dat is waar Topsector Water & Maritiem

Nadere informatie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Doelstelling thema bijeenkomst: Inzicht in ontwikkelingen bij overheid, industrie en agrarische sector Inzicht in kansen voor synergie

Nadere informatie

Van Waterplan naar Watervisie

Van Waterplan naar Watervisie 22 oktober, Studiedag VVSG Van Waterplan naar Watervisie integraal waterbeleid in Nijmegen Jos van der Lint Waterservicepunt (WSP) www.waterbewust.nl Waalsprong 1996-2020 Dukenburg / Lindenholt 1965-1985

Nadere informatie

Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea

Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Van de site van Evides: In de media: PFOA en GenX Diverse media berichtten over de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de stoffen GenX en

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst medicijnresten uit water 10 maart 2016

Verslag bijeenkomst medicijnresten uit water 10 maart 2016 We starten de dag met het teruggeven van de resultaten uit de interviews Vitens en Vallei en Veluwe hebben gesproken met deskundigen, beleidsmakers en bestuurders om meer zicht te krijgen op het probleem,

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele waterzuivering met actief slib De afkorting IBA staat voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Het is een toestel dat verplicht

Nadere informatie

VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid

VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid Ondergetekenden: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ieder

Nadere informatie

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen

SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN. De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen SAMENWERKING OVER TRADITIONELE GRENZEN HEEN De Energiefabriek en andere voorbeelden uit de praktijk van de waterschappen Duopresentatie Hennie Roorda en Tanja Klip 1. Ambities en resultaten waterschappen

Nadere informatie

Learnshop INDUSTRIE & MILIEU 24/03/10. Duurzaam hergebruik van warmte-energie uit afvalwater! Ir. Marc Feyten

Learnshop INDUSTRIE & MILIEU 24/03/10. Duurzaam hergebruik van warmte-energie uit afvalwater! Ir. Marc Feyten Learnshop INDUSTRIE & MILIEU 24/03/10 Duurzaam hergebruik van warmte-energie uit afvalwater! Ir. Marc Feyten WWW.AAQUA.BE Onze referenties zijn onze visitekaartjes Meerderheid mensheid erkent klimaatopwarming

Nadere informatie

Bedrijfsvergelijking (2009)

Bedrijfsvergelijking (2009) Artikel Afvalwaterzuivering Energie onder één noemer Mirabella Mulder (Mirabella Mulder Waste Water Management) Jos Frijns (KWR Watercycle Research Institute) Ad de Man (Waterschapsbedrijf Limburg) Henri

Nadere informatie

ECO Oostermoer in oprichting

ECO Oostermoer in oprichting Samen sterk voor een leefbaar en duurzaam platteland ECO Oostermoer in oprichting Nieuwsbrief 18 juni 2012 Voor u ligt de eerste nieuwsbrief van ECO Oostermoer, waarin wij u nader informeren over de stand

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

De groenten van HAK, met het water van Brabant Water

De groenten van HAK, met het water van Brabant Water WATER PAKKET U kent Brabant Water van een betrouwbare drinkwaterlevering, maar Brabant Water heeft zakelijke klanten zoals u nog veel meer te bieden. Onze jarenlange ervaring, innovatieve aard en servicegerichte

Nadere informatie

Innovatie in afvalwaterketens en watersystemen

Innovatie in afvalwaterketens en watersystemen 100 miljoen besparen op investeringen 15% minder overstorten door integrale sturing Innovatie in afvalwaterketens en watersystemen De afgelopen jaren hebben de waterschappen Hollandse Delta en De Dommel

Nadere informatie

32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu 32627 (Glas)tuinbouw 27858 Gewasbeschermingsbeleid Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Mede

Nadere informatie

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen. Raadsvoorstel Gemeente Mook en Middelaar Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d. d. Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 23 februari 2017 Samenleving

Nadere informatie

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei Burgers, bedrijven, milieu-organisaties en overheden hebben vandaag op initiatief van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en

Nadere informatie

Aquafin leerpakket Lager onderwijs. 1. Verbind wat bij elkaar past. 2. Zoek het antwoord in het stripverhaal. werken aan zuiver water

Aquafin leerpakket Lager onderwijs. 1. Verbind wat bij elkaar past. 2. Zoek het antwoord in het stripverhaal. werken aan zuiver water or o v d a l b Werk eerling de l werken aan zuiver water 1. Verbind wat bij elkaar past RWZI Naam van de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij Drinkwater Oppervlaktewater Grondwater Leidingwater uit de kraan

Nadere informatie

Inhoud: 1. Interview. Interview met wethouder Alex Langius, gemeente Assen

Inhoud: 1. Interview. Interview met wethouder Alex Langius, gemeente Assen Inhoud: 1. Interview met wethouder Alex Langius 2. Stand van zaken: Samenwerken is must! 3. Uitgelicht: Grondstof-RWZI 4. Ontwikkelingen: Afvalwaterplan DAL/W 2 5. Colofon Wat vindt u van deze nieuwsbrief?

Nadere informatie

EXPERTS MEET THE. Seminars voor financials in de zorg WWW.BAKERTILLYBERK.NL/FINANCE4CARE DE ZORG: ANDERS DENKEN VOOR EFFICIËNTERE ZORG

EXPERTS MEET THE. Seminars voor financials in de zorg WWW.BAKERTILLYBERK.NL/FINANCE4CARE DE ZORG: ANDERS DENKEN VOOR EFFICIËNTERE ZORG MEET THE EXPERTS KENNISMAKING MET LEAN IN DE ZORG: ANDERS DENKEN VOOR EFFICIËNTERE ZORG DOOR DR. VINCENT WIEGEL OP 16 OKTOBER 2014 VERBINDENDE CONTROL DOOR MR. DR. HARRIE AARDEMA OP 6 NOVEMBER 2014 INKOOP

Nadere informatie

De Energiezuinige Wijk - De opdracht

De Energiezuinige Wijk - De opdracht De Energiezuinige Wijk De Energiezuinige Wijk De opdracht In deze opdracht ga je van alles leren over energie en energiegebruik in de wijk. Je gaat nadenken over hoe jouw wijk of een wijk er uit kan zien

Nadere informatie

Nieuwe sanitatie en energie

Nieuwe sanitatie en energie Nieuwe sanitatie en energie Agenda Wat? Waarom? Hoe? Energie Wij zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering merkt, en de laatste generatie die er iets aan kan doen. Barack Obama UN

Nadere informatie

minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020

minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020 ambities: minder meer!! we gaan de uitdaging aan! kostenstijging beperken, uitgangspunt: 12,7 miljoen/jaar in 2020 deskundigheid (uitvoering watertaken) door gezamenlijke aanpak ontwikkelen en door schaal

Nadere informatie

Regionale. bijdrage aan. een stapsgewijze oplossing van een. wereldprobleem

Regionale. bijdrage aan. een stapsgewijze oplossing van een. wereldprobleem Regionale bijdrage aan een stapsgewijze oplossing van een wereldprobleem De vraag naar opbrengst van land (voedsel, hout, biobrandstof en katoen) zal in 2050 met 30 tot 80% verder toenemen. Planbureau

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 30 mei 2017 Ons kenmerk ECFD/U201700422 Lbr. 17/031 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 1 Onderwerp Voortgang regionale samenwerking waterketen Samenvatting

Nadere informatie

Praktijktraject Uitgebreide techniek afvalwaterzuivering

Praktijktraject Uitgebreide techniek afvalwaterzuivering Praktijktraject Uitgebreide techniek afvalwaterzuivering voorbeeldopdracht Nieuwegein, 2012 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, september 2012 Groningenhaven 7 3433

Nadere informatie

Nieuwe sanitatie in Nederland. Bert Palsma

Nieuwe sanitatie in Nederland. Bert Palsma Nieuwe sanitatie in Nederland Bert Palsma Conventioneel is fantastisch! Drinkwater; 125 l/p/dag 180 /jr Riolering 125/ jr RWZI 135/ jr 440,- / huishouden /jr 1 toilet spoeling (5 l) ~ 0,025 1 toilet spoeling

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

25 jaar NIBE - Interview Mantijn van Leeuwen

25 jaar NIBE - Interview Mantijn van Leeuwen 152 152 25 jaar NIBE - Interview Mantijn van Leeuwen 153 Interview Mantijn van Leeuwen Voor de meeste mensen ben jij nog een onbekende, zeker gerelateerd aan het NIBE. Vertel eens iets over je achtergrond,

Nadere informatie

De hoogwaardige zuivering van afvalwater papierfabrieken Eerbeek

De hoogwaardige zuivering van afvalwater papierfabrieken Eerbeek De hoogwaardige zuivering van afvalwater papierfabrieken Eerbeek De drie oprichters van IWE Binnen modern en duurzaam ondernemerschap past het niet om het milieu onnodig te belasten. Een besef dat nu wijdverbreid

Nadere informatie

De Friese Waterketen: samen besparen!

De Friese Waterketen: samen besparen! De Friese Waterketen: samen besparen! Weet u het antwoord? Drinkwater; waar halen we dit vandaan? Hoeveel water gebruikt u per dag? Auto naar de wasstraat of zelf wassen? Waterbelasting, rioolheffing,

Nadere informatie

Restwarmte en riothermie

Restwarmte en riothermie Restwarmte en riothermie Early Morning Toast Bijeenkomst Stichting kiemt, netwerk Arnhem Hoenderloo, 26 maart 2014 Rada Sukkar gfs@tauw.nl 06-15945727 Tauw introductie TAUW BV In Top 10 van Nederlandse

Nadere informatie

Nieuwe sanitatie. Conventionele sanitatie is geweldig. Of misschien?. Hoe kun je dat anders aanpakken? Waarom dan toch nieuwe sanitatie?

Nieuwe sanitatie. Conventionele sanitatie is geweldig. Of misschien?. Hoe kun je dat anders aanpakken? Waarom dan toch nieuwe sanitatie? Nieuwe sanitatie Bert Palsma STOWA 14-10-2015 Conventionele sanitatie is geweldig Drinkwater; 125 l/p/dag 200 /jr Riolering 195/ jr RWZI 175/ jr 575,- / huishouden /jr 1 toilet spoeling (5 l) ~ 0,025 1

Nadere informatie

Toolkit Afkoppelen. De zin en onzin van afkoppelen. Rémy Schilperoort Jeroen Langeveld

Toolkit Afkoppelen. De zin en onzin van afkoppelen. Rémy Schilperoort Jeroen Langeveld Toolkit Afkoppelen De zin en onzin van afkoppelen Rémy Schilperoort Jeroen Langeveld Toolkit Afkoppelen bestaat! per eind mei 2019 doel: discussie over afkoppelen ondersteunen Wat is Toolkit Afkoppelen?

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie