Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten"

Transcriptie

1 Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten 1 Interne handleiding 26 april 2010 definitief

2 Samenvatting 2 Oorlogshandelingen nee ja Hoog nee Bebouwd gebied ja Vooroorlogse wijk ja Verhoogd > 100m 3 nee nee Verlaagd Laag ja Maatwerk per project Extra maatregelen Geen extra maatregelen Protocol Toevalsvondst NGE uit WOII In deze handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten wordt beschreven hoe de gemeente Nijmegen omgaat met de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven (NGE) tijdens grondroerende werkzaamheden bij gemeentelijke projecten. Op basis van de binnen Nijmegen uitgevoerde historische onderzoeken wordt Nijmegen in kans van aantreffen gebieden verdeeld. Het kan hierbij gaan om een hoge, verhoogde, verlaagde of lage kans van aantreffen in een gebied. Op basis van deze gebiedsindeling kan vervolgens worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. De bij deze handleiding toegevoegde kans van aantreffen kaart kan worden gebruikt om een quickscan uit te voeren.

3 Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave Waarom een handleiding omgaan met niet gesprongen explosieven Wat is er al gebeurd Leeswijzer Niet gesprongen explosieven Algemeen Tijdelijke opslag van niet gesprongen explosieven uit WOII Niet gesprongen explosieven en grondroerende werkzaamheden Wet en regelgeving Raakvlakken archeologie en milieu Huidige situatie en consequenties nieuwe wet en regelgeving Inleiding Samenvatting Hoe gaan we om met de mogelijke aanwezigheid van NGE Inleiding Kans van aantreffen Hoge kans van aantreffen NGE rood Verhoogde kans van aantreffen NGE oranje Verlaagde kans van aantreffen NGE geel Lage kans van aantreffen NGE groen Beslisboom kans van aantreffen Extra maatregelen Uitvoering Algemeen Advisering kans van aantreffen niet gesprongen explosieven Ruimtelijk planproces Wie doet wat binnen de gemeente Nijmegen Mandatering Openbare orde en veiligheid MIP (Milieu-IncidentenPlan) Communicatie...15 BIJLAGE 1 Definities en Begrippen...16 BIJLAGE 2 Veiligheidsafstanden...18 BIJLAGE 3 Wet en Regelgeving...20 BIJLAGE 5 Plattegrond van Nijmegen met kans van...23 BIJLAGE 6 Protocol Toevalsvondst niet gesprongen explosief (NGE) uit WOII...24 BIJLAGE 7 Wijziging schervengevarenzone EODD BIJLAGE 8 historisch onderzoek PlanTerra...27

4 1 Inleiding Waarom een handleiding omgaan met niet gesprongen explosieven In en rondom Nijmegen hebben tijdens de tweede wereldoorlog allerlei oorlogshandelingen plaatsgevonden. Nijmegen behoort dan ook tot de zwaarst getroffen regio s uit WOII. Na WOII zijn veel van de explosieven geruimd. Daarnaast hebben er na WOII allerlei grondroerende werkzaamheden plaats gevonden waarbij veel explosieven zijn aangetroffen. Deze explosieven zijn door een Explosieven OpruimingsDienst van Defensie (EODD) onschadelijk gemaakt en vernietigd. Vanaf 1944 tot 1971 zijn vele NGE (Niet gesprongen explosieven) geruimd maar is dit administratief niet bijgehouden. Vanaf 1971 zijn de MORA s (meldings- en ruimrapporten) door de EODD in een archief opgeslagen en is dus bekend waar in Nijmegen NGE zijn geruimd. Zie kaart. De laatste jaren krijgen we steeds meer vragen over de mogelijke aanwezigheid en de risico s van explosieven uit WOII. De vragen komen van bedrijven die grondroerende werkzaamheden binnen Nijmegen gaan uitvoeren zoals aannemers en adviesbureaus. Dit heeft enerzijds te maken met toenemende bouwactiviteiten maar ook - onder andere door de vuurwerkramp in Enschede - met de maatschappelijke ontwikkeling ten aanzien van de acceptatie van risico s door de aanwezigheid van explosieve en gevaarlijke stoffen. In 1999 is het Bijdragebesluit in werking getreden. Hierdoor kunnen private ondernemingen opsporingswerkzaamheden uitvoeren. Voorheen werd zowel het opsporen als het ruimen door de EODD uitgevoerd. Op basis van dit Bijdragebesluit kan de gemeente in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten voor opsporingswerkzaamheden. Deze handleiding is samen met het detaileringsonderzoek van PlanTerra (Bijlage 8) een nadere uitwerking van een in 2005 door het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde notitie over NGE (Niet gesprongen explosieven). De notitie uit 2005 was algemeen van opzet en daardoor in praktijksituaties onvoldoende toe te passen. Daarnaast is op 1 januari 2007 de Beoordelingsrichtlijn Opsporen van conventionele explosieven (BRL- OCE) voor gecertificeerde explosieven opsporingsbedrijven in werking getreden. Daarom is deze handleiding opgesteld. Waarbij ook de laatste ontwikkelingen op het gebied van NGE uit de WOII zijn meegenomen. Er is echter geen wettelijke verplichting voor de gemeente om een handleiding op te stellen. Vanuit de Arbo wetgeving is een opdrachtgever/ werkgever verplicht het personeel dat voor hem werkt op en veilige manier zijn/ haar werk te kunnen laten doen. Bij grondroerende werkzaamheden binnen de gemeente Nijmegen bestaat de kans dat er een onveilige situatie ontstaat op het gebied van NGE. Met deze handleiding legt de gemeente Nijmegen vast wat ze doet aan het NGE risico voor haar eigen personeel en voor aannemers die door de gemeente worden ingehuurd. Door deze handleiding zal de huidige werkwijze fundamenteel veranderen. Nijmegen is in deze handleiding verdeeld in kans van aantreffen gebieden. Het gaat dan om een hoge, verhoogde, verlaagde en lage kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden. Op basis van deze indeling kan worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Bij alle projecten die in de toekomst in uitvoering gaan zal in de voorbereidingsfase al moeten worden gekeken in welk kans van aantreffen gebied het project ligt. Het detaileringsonderzoek van PlanTerra is de basis voor het aanwijzen van de kans van aantreffen gebieden.

5 1.2 Wat is er al gebeurd 5 Op 11 maart 2005 is door het college van Burgemeester en Wethouders de notitie Bommen en granaten vastgesteld. Er wordt nu gesproken over NGE (Niet gesprongen explosieven). De basis van deze notitie is dat er een detailleringonderzoek dient te worden uitgevoerd om de interessegebieden in Nijmegen concreter in kaart te brengen. Dit detailleringonderzoek is inmiddels uitgevoerd en vormt de basis voor de indeling van de kans van aantreffen gebieden. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 4 van deze handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten wordt de risicoafweging verder uitgewerkt. Hierdoor kan op een eenduidige manier worden aangeven hoe we omgaan met de mogelijke aanwezigheid van NGE. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op wat we weten over de aantrefkans van NGE en de wettelijke achtergronden. In hoofdstuk 3 geven we aan wat de consequenties zijn van de op 1 januari 2007 in werking getreden Beoordelingsrichtlijn Opsporen Conventionele Explosieven (BRL-OCE). In hoofdstuk 5 zal verder worden ingegaan op de uitvoering zoals de advisering, communicatie en financiën.

6 2. Niet gesprongen explosieven Algemeen Niet gesprongen explosieven zijn gemaakt voor oorlogsdoeleinden. Over de risico s van NGE uit WOII - die al ruim 60 jaar in de bodem liggen - is niet veel te zeggen. Het is aannemelijk dat de explosiviteit is afgenomen terwijl de werking minder voorspelbaar kan zijn geworden. NGE worden bij mensen nog vaak als zeer risicovol ervaren. Vooral direct na WOII hebben zich in Nederland ongevallen met letsel of zelfs dodelijke afloop voorgedaan. Deze ongevallen vonden plaats tijdens het opruimen en onklaar maken van NGE uit WOII. Het laatste bekende ongeval dateert uit Ook zijn er sporadisch slachtoffers gevallen doordat burgers met behulp van een metaaldetector explosieven aantroffen en dit vervolgens thuis zelf gingen demonteren. Binnen Nijmegen hebben zich, met uitzondering van de eerste jaren na de WOII, geen ongevallen met dodelijke afloop meer voorgedaan. Dat er tijdens het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden wat kan gebeuren blijkt uit een ongeval in Duitsland (2006). Een wegwerker heeft tijdens werkzaamheden met een freesmachine een bom uit WOII geraakt. Hierdoor is de bom ontploft waardoor de freesmachine in twee stukken is gebroken (zie foto). De wegwerker is hierbij omgekomen. Deze incidenten zijn zeldzaam maar zijn niet uit te sluiten.

7 2.2 Tijdelijke opslag van niet gesprongen explosieven uit WOII 7 De indeling van gevaarlijke stoffen waaronder NGE - vindt plaats volgens de Europese overeenkomst ADR voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Het ADR kent dertien klassen van gevaarlijke stoffen. ADR klasse 1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen is onder andere van toepassing op NGE, munitie maar ook vuurwerk. Klasse 1 is op basis van hun kenmerk weer onderverdeeld in subklassen. In onderstaande tabel staan de verschillende subklassen met hun belangrijkste kenmerk. NGE behoren tot subklasse 1.1. Subklasse Kenmerk (reactie op invloeden van buiten) 1.1 Massa-explosie 1.2 Scherfwerking 1.3 Massabrand met intense warmtestraling 1.4 Geen/gering warmtestraling 1.5 Zeer weinig gevoelige stoffen Het kenmerk (effect) van subklasse 1.1. is een massa-explosie die kan bestaan uit fysische effecten zoals een optredende luchtschok (overdruk effect), de uitworp van brokstukken en scherven en hitte. De omvang van deze fysische effecten hebben een relatie met de hoeveelheid ontplofbare stof die aanwezig is. Stoffen of voorwerpen die tot de ADR klasse 1 behoren hebben een effectgerichte benadering. Dit in tegenstelling tot de giftige en brandbare vloeistoffen en gassen. Deze stoffen hebben een risicobenadering. Bij een risicobenadering hou je naast het effect ook nog rekening met de kans dat iets op kan treden. De reden van deze effectgerichte benadering bij explosieve stoffen is dat een explosie zeer plotseling en zonder waarschuwing vooraf kan optreden en dat de effecten ook momentaan optreden. Daardoor is er geen tijd om tot ontruiming over te gaan. Indien er tijdens grondroerende werkzaamheden een niet gesprongen explosief wordt aangetroffen zal deze door de EODD ter plaatse worden gedemonteerd - bij aanwezigheid van bebouwing worden overgebracht naar een tijdelijke opslag. Vervolgens worden de ingezamelde explosieven tot ontploffing gebracht. Dit noemen we een gecontroleerde vernietiging. De springlocatie in de gemeente Nijmegen is aan de Bemmelsedijk, kadastraal perceel, sectie B nummer De vergunning voor de springlocatie loopt eind 2010 af. Voor de tijdelijke opslag van NGE en de hierbij in acht te nemen veiligheidsafstanden (bijlage 2) tot objecten kan gebruik worden gemaakt van de Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik. Door het treffen van extra veiligheidsmaatregelen kunnen deze afstanden worden verkleind. Voor de veiligheidsafstanden (bijlage 2) tijdens demontagewerkzaamheden en gecontroleerde vernietiging moet gebruik worden gemaakt van de afstanden zoals genoemd in de VGVK 19. De VGVK 19 is een voorschrift dat de EODD hanteert om veiligheidsafstanden te bepalen. Een nieuwe richtlijn is in de maak, maar is nog niet definitief. Er is echter wel een tussenoplossing opgesteld door de EODD. Deze is terug te vinden in bijlage Niet gesprongen explosieven en grondroerende werkzaamheden. Over het risico van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden is niet altijd wat te zeggen. Er is een kans op het aantreffen van een niet gesprongen explosief. Onduidelijk is wat gedurende jaren de invloed van geofysische bodemomstandigheden op het explosief zijn geweest. Door roestvorming kan het ontstekingsmechanisme onbetrouwbaar zijn geworden. Daarnaast kan de stabiliteit van de springstof veranderd zijn door zogenaamde kristalvorming. Bij het afbreken van zo n kristal kan het explosief spontaan detoneren. Dit zijn allemaal factoren die van invloed zijn op het effect van een explosief dat al ongeveer 60 jaar in de bodem ligt. Dit betekent dat de risico s van NGE moeilijk zijn in te schatten. Het risico kan grotendeels worden weggenomen door altijd voordat er grondroerende werkzaamheden plaatsvinden - preventief naar NGE te zoeken. Het nadeel hiervan is dat dit hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast zullen de projecten ernstige vertraging oplopen.

8 Dit betekent dat het kan voorkomen dat de kosten voor het preventief opsporen van NGE hoger uitvallen dan de overige projectkosten. In dit soort gevallen is het de vraag of de kosten opwegen tegen de eventuele risico s van NGE. Daarom hebben we er niet voor gekozen om altijd preventief naar NGE te zoeken maar de kans van het aantreffen van NGE zoveel mogelijk uit te sluiten door vooraf onderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van NGE en door het treffen van eventuele voorzorgsmaatregelen. In hoofdstuk 4 zal dit verder worden uitgewerkt Wet en regelgeving Landelijke wet- en regelgeving met betrekking tot NGE betreft vooral de Gemeentewet, Wet rampen en zware ongevallen, Arbeidsomstandighedenbesluit, het Bijdragebesluit 2006 (is per 1 oktober 2009 komen te vervallen), de Beoordelingsrichtlijn Opsporen van conventionele explosieven (BRL-OCE) en de Wet milieubeheer (bijlage 3). De Gemeentewet geeft aan waar de beslissingsbevoegdheid om al dan niet naar NGE te zoeken ligt en wie in het kader van de openbare orde en veiligheid verantwoordelijk is. In de Wet rampen en zware ongevallen is opgenomen dat indien sprake is van grote risico s voor de bevolking als gevolg van de (vermoede) aanwezigheid van NGE de gemeente in aanmerking kan komen voor een rijkssubsidie. De medewerkers van de BRL-OCE gecertificeerde aannemers moeten opgeleid en geëxamineerd zijn door de stichting examinering OCE met betrekking tot NGE uit te voeren. De eisen waaraan de aannemers moeten voldoen staan in de BRL-OCE (Beoordelingsrichtlijn Opsporen van conventionele explosieven ). Deze certificeringregeling is ook opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit). De Wet milieubeheer is van toepassing op de tijdelijke opslag van NGE - netto explosieve massa meer dan 1 kg - in een depot dat vervolgens in een springput tot ontploffing kan worden gebracht. Voor opslagen korter dan een half jaar is een gedoogbesluit nodig. Aan dit gedoogbesluit zijn voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn dezelfde als bij een milieuvergunning alleen is de procedure voor een gedoogbesluit korter. Een uitzondering op dit gedoogbesluit vormt de opslag van NGE met een netto-explosieve massa van maximaal 10 kg. In dit geval is er geen gedoogbesluit nodig maar wordt er aangesloten bij de eisen voor een opslagvoorziening voor het tijdelijk veilig stellen van NGE (tot maximaal 10 kg) zoals die staan vermeld in bijlage 7 van de BRL-OCE. 2.5 Raakvlakken archeologie en milieu Tijdens het opsporen en ruimen van NGE kan het voorkomen dat andere bodemvreemde materialen worden aangetroffen. Het kan hierbij gaan om archeologisch materiaal of milieu verontreinigingen (bodemhygiënisch). Het opsporen van NGE heeft dus duidelijke raakvlakken met andere bodemdisciplines. Om te voorkomen dat er op een onjuiste manier wordt omgegaan met het bodemvreemde materiaal is het wenselijk dat er voorafgaande aan de opsporing en ruiming van NGE afstemming plaatsvindt met zowel archeologie als met milieu.

9 3 Huidige situatie en consequenties nieuwe wet en regelgeving Inleiding Ondanks dat er regelmatig vragen over NGE binnenkomen is hier door de jaren heen slechts verspreid kennis over opgebouwd. De verschillende sectoren zoeken (in- en externen) steeds weer naar oplossingen en een werkwijze aangaande NGE. Er is nog geen beleid vastgesteld waarin staat beschreven hoe om te gaan met NGE. Daarnaast is er binnen de organisatie geen ontsloten informatie bekend over de mogelijke aanwezigheid van NGE op een bepaalde locatie. Dit heeft als gevolg dat er voor de locatie een probleeminventarisatie en probleemanalyse wordt uitgevoerd of dat er (in de meeste gevallen) geen rekening wordt gehouden met NGE. Vanuit het Arbo-besluit is de gemeente als opdrachtgever echter verantwoordelijk voor het veilig kunnen werken van haar opdrachtnemers. Het project De Waalsprong vormt een uitzondering op de bovenstaande situatie. Binnen dit project zijn zowel maatregelen getroffen tijdens de voorbereiding als tijdens de uitvoering van het project. 3.2 Samenvatting Op dit moment wordt er tijdens de voorbereiding te weinig rekening gehouden met het mogelijk voorkomen van NGE. Indien er tijdens grondroerende werkzaamheden NGE kunnen voorkomen moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd door een BRL-OCE gecertificeerde aannemer.

10 4. Hoe gaan we om met de mogelijke aanwezigheid van NGE Inleiding In verband met het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden zijn er in Nijmegen door de jaren heen verschillende historische onderzoeken uitgevoerd. Hierbij is aangegeven of er tijdens de werkzaamheden NGE kunnen voorkomen. Een historisch onderzoek (probleeminventarisatie) valt niet onder de BRL-OCE certificeringregeling. Daarnaast is er, naar aanleiding van de notitie Bommen en granaten, een detaileringsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek geeft een dekkend beeld van de gemeente Nijmegen. Een gemeente kan zelf aangeven of het noodzakelijk is om preventief naar NGE te zoeken. Het is immers de verantwoordelijkheid van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid naar haar bewoners toe. Op basis van de aanwezige historische onderzoeken en aanvullend onderzoek hebben we Nijmegen verdeeld in kans van aantreffen gebieden. 4.2 Kans van aantreffen Er is altijd een kans dat er in Nijmegen NGE worden aangetroffen. Na WOII is veel oorlogspuin geruimd maar ook binnen Nijmegen verplaatst. Daarom is er een protocol Toevalsvondst NGE uit WOII opgesteld (bijlage 6). Op basis van het detaileringsonderzoek van PlanTerra (Bijlage 8) (oorlogshandelingen tijdens WOII) kunnen we wat zeggen over de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden. Voor bepaalde delen van Nijmegen is die kans groter dan voor andere delen. De kans van aantreffen gebieden kaart (bijlage 5) is gebaseerd op het verzamelen van historisch feitenmateriaal. Dit historische feitenmateriaal vormt de probleeminventarisatie en is een onderdeel van het in de BRL-OCE genoemde vooronderzoek. Aan de hand hiervan wordt Nijmegen verdeeld in kans van aantreffen gebieden. De kans van aantreffen gebieden kaart kan gebruikt worden om een quickscan te doen naar de mogelijke aanwezigheid van NGE binnen een projectgebied. Binnen bepaalde projecten kan het wenselijk zijn om een op het projectgerichte probleeminventarisatie en probleemanalyse uit te voeren. Middels de probleemanalyse wordt het gebied naast horizontaal ook verticaal afgebakend. Dat wil zeggen; tot welke diepte is er een kans van aantreffen. Voor wat betreft de kans van aantreffen onderscheiden we de volgende gebieden: hoge kans van aantreffen NGE rood verhoogde kans van aantreffen NGE oranje verlaagde kans van aantreffen NGE geel lage kans van aantreffen NGE groen Hoge kans van aantreffen NGE rood Op basis van historisch onderzoek kunnen we voor bepaalde delen van Nijmegen aangeven dat de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden hoog is. Dit zijn de gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden en na WOII geen grootschalige grondroerende werkzaamheden. In deze gebieden moeten voor en tijdens grondroerende werkzaamheden altijd maatregelen met betrekking tot NGE worden getroffen. Kenmerken: o oorlogshandelingen o geen grootschalige grondroerende werkzaamheden na WOII o onbebouwd gebied extra maatregelen met betrekking tot NGE

11 4.2.2 Verhoogde kans van aantreffen NGE oranje Dit zijn de gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Tevens hebben we te maken met bebouwd gebied (vooroorlogse wijk) waar na WOII geen grootschalige grondroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden. In deze gebieden wordt per project gekeken welk deel van de bodem na- oorlogs is geroerd. Wanneer blijkt dat er nog geen grondroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden wordt het gebied behandeld als een hoge kans van aantreffen NGE gebied. Een uitzondering hierop zijn de grondroerende werkzaamheden waarbij het grondverzet gering is waardoor de kans op het aantreffen van NGE ook klein is. Voorbeelden hiervan zijn boringen ten behoeve van bodemonderzoeken of grondverzet voor het plaatsen van bijvoorbeeld een bushokje. Over het algemeen gaat het hierbij om werkzaamheden waarbij minder dan 100 m 3 grond wordt verzet (kleinschalige projecten). In dit geval worden er geen extra maatregelen getroffen maar wordt het protocol Toevalsvondst NGE uit WOII gevolgd. Wordt er meer dan 100 m 3 grond verzet dan is het afhankelijk van de mogelijkheden en/of het project of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Dit betekent dat het binnen het gebied verhoogde kans van aantreffen NGE vooral gaat om maatwerk. Per project wordt zo bekeken of er en zo ja welke maatregelen er moeten worden getroffen. Voorbeeld van maatwerk Vervanging van de oude riolering. Deze oude riolering is na WOII in de grond gekomen. Het gaat dus om naoorlogs grondverzet. Op basis hiervan is niet nodig om extra maatregelen te treffen. De nieuwe riolering komt echter een halve meter lager in de grond te liggen. In dit geval betekent het dat er voor die extra halve meter maatregelen moeten worden getroffen. Kenmerken: o oorlogshandelingen o geen grootschalige grondroerende werkzaamheden na WOII o stedelijk gebied (vooroorlogse wijk) extra maatregelen met betrekking tot NGE (uitzondering hierop bij grondverzet van minder dan 100 m 3 grond, geen extra maatregelen en het protocol Toevalsvondst NGE uit WOII volgen) bij meer dan 100 m 3 grondverzet maatwerk per project Verlaagde kans van aantreffen NGE geel Dit zijn gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Tevens hebben we te maken met bebouwd gebied (naoorlogse wijk). Na WOII hebben hier grootschalige grondroerende werkzaamheden plaatsgevonden. Het gebied wordt vervolgens behandeld als een lage kans van aantreffen gebied. Wel kunnen er NGE worden aangetroffen. Dus het protocol toevalsvondst NGE uit WOII wordt gevolgd. Kenmerken: o oorlogshandelingen o grootschalige grondroerende werkzaamheden na WOII o stedelijk gebied (naoorlogse wijk) geen extra maatregelen met betrekking tot NGE protocol Toevalsvondst NGE uit WOII Lage kans van aantreffen NGE groen Op basis van historisch onderzoek kunnen we voor bepaalde delen van Nijmegen aangeven dat de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden laag is. Dit zijn de gebieden waar uit het historische vooronderzoek volgt dat er geen oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden of gebieden die eerder zijn onderzocht en zijn vrijgegeven of volledig op de schop gegaan zijn. In deze gebieden worden geen extra maatregelen getroffen. Wel kunnen er NGE voorkomen. In dit geval wordt het protocol Toevalsvondst NGE uit WOII gevolgd. Kenmerken: o geen oorlogshandelingen geen extra maatregelen met betrekking tot NGE protocol Toevalsvondst NGE uit WOII

12 4.3 Beslisboom kans van aantreffen 12 Oorlogshandelingen nee ja Hoog nee Bebouwd gebied ja Vooroorlogse wijk ja Verhoogd > 100m 3 nee nee Verlaagd Laag ja Maatwerk per project Extra maatregelen Geen extra maatregelen Protocol Toevalsvondst NGE uit WOII Bijlage 5 is een plattegrond van Nijmegen met hierop de verschillende kans van aantreffen gebieden. Op basis van de huidige (2008) gegevens is voor ongeveer 40% van het oppervlak van Nijmegen de kans van aantreffen NGE hoog of verhoogd, voor ongeveer 40% is deze kans laag. Voor de overige 20% is deze kans verlaagd. 4.4 Extra maatregelen Bij extra maatregelen gaat het erom dat de grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd door een BRL-OCE gecertificeerd bedrijf. Het gecertificeerde bedrijf zal op basis van het vooronderzoek, conform de BRL- OCE, een projectplan opstellen. Dit projectplan moet in het kader van de openbare orde en veiligheid door het bevoegde gezag (gemeente Nijmegen) worden goedgekeurd. Daarna kan er met de graafwerkzaamheden worden gestart. In dit projectplan staan onder andere de maatregelen die moeten worden genomen in het kader van veiligheid.

13 5. Uitvoering Algemeen Binnen de gemeente Nijmegen vinden allerlei grondroerende werkzaamheden plaats. Het ingenieursbureau geeft op basis van deze handleiding een advies over de kans van aantreffen van NGE binnen een bepaald gebied. Gaat het om een hoge, verhoogde, lage of verlaagde kans van aantreffen. Naar aanleiding hiervan wordt aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Als er vervolgens tijdens de grondroerende werkzaamheden daadwerkelijk een NGE wordt aangetroffen dan is de burgemeester in het kader van de openbare orde en veiligheid verantwoordelijk. In dit geval treed er een protocol in werking zoals beschreven in het projectplan. In de gemeente Nijmegen zijn per college besluit de portefeuillehouders Stedelijke Ontwikkeling en Ruimtelijke Ontwikkeling Waalsprong aangewezen om deze rol op zich te nemen. 5.2 Advisering kans van aantreffen niet gesprongen explosieven Ruimtelijk planproces In het ruimtelijke planproces kan op verschillende momenten advies nodig zijn over de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven tijdens grondroerende werkzaamheden. Naast het ontwikkelen van een terrein voor bijvoorbeeld woningbouw (ontwerptraject) moet een ruimtelijk planproces juridisch worden verankerd in een bestemmingsplan (planologisch traject). Deze trajecten lopen vaak tegelijkertijd. Het ruimtelijke planproces bestaat uit verschillende fasen. Eerst is er de initiatieffase, dan de definitiefase, ontwerpfase, voorbereiding/uitvoering fase en als laatste de beheer/nazorg fase. Het advies in de initiatief-, definitie- en ontwerpfase zal vooral betrekking hebben op het gebied waarbinnen de ontwikkeling is gepland. Hebben we te maken met een hoog, verhoogde, laag of verlaagde kans van aantreffen gebied. Ingenieursbureau De werkzaamheden voor het ingenieursbureau liggen vooral in de voorbereiding/ uitvoeringsfase. In de voorbereidingsfase worden adviezen opgesteld, werkwijzen bepaald, bestekken geschreven en vergunningen aangevraagd. Voor zowel het schrijven van een bestek als het toetsen van een bouwaanvraag moet een advies over de kans van aantreffen worden gevraagd. Op basis van de beslisboom (paragraaf 4.3) kan dan worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Het advies maakt onderdeel uit van de werkomschrijving als onderdeel van het bestek. De uitvoeringsfase is de fase waarin daadwerkelijk door een BRL-OCE gecertificeerd bedrijf preventief naar NGE wordt gezocht. Op basis van het Arbobesluit mogen alleen BRL-OCE gecertificeerde bedrijven preventief naar CE zoeken. De BRL-OCE gecertificeerde aannemer is vervolgens verantwoordelijk voor de uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot NGE. Het bedrijf heeft hiervoor speciaal opgeleid en gediplomeerd personeel in dienst. Wordt er daadwerkelijk een NGE gevonden dat onschadelijk moet worden gemaakt dan ligt de verantwoordelijkheid in het kader van openbare orde en veiligheid bij de burgemeester.

14 Wie doet wat binnen de gemeente Nijmegen De verschillende activiteiten binnen de gemeente Nijmegen met betrekking tot NGE zijn onder te verdelen in: Beleid. Ontwikkelen, evalueren en actualiseren. 2. Toetsing en advisering. Opstellen van randvoorwaarden bij projecten en ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Input leveren voor MAS 1 sen. Advies geven en beantwoorden van vragen van B&W en de gemeenteraad (art. 44 RvO). Beoordelen van het projectplan - plan van aanpak van het BRL-OCE gecertificeerde bedrijf. 3. Uitvoering. Hierbij kan het gaan om een projectgebonden uitvoering dit is het geval bij een ontwikkeling. Daarnaast kan er een melding bijvoorbeeld van burgers - binnenkomen over de mogelijke aanwezigheid van NGE. In dit geval gaat het niet om een ontwikkeling. De uitvoering is ook het aanvragen van subsidie. 4. Handhaving. Onder andere beoordelen of de werkzaamheden volgens het projectplan worden uitgevoerd. Op het gebied van bodem- milieu worden de activiteiten door verschillende sectoren binnen de gemeente uitgevoerd: Activiteit beleid/ OR Ingenieursbureau Stadsbeheer Toezicht/ vergunningen Beleid X Toetsing en Advisering X (projectgebonden) X Uitvoering X (projectgebonden) X Handhaving Om ervoor te zorgen dat de kennis met betrekking tot NGE en dus ook de advisering niet teveel wordt verspreid over de verschillende organisatie onderdelen ziet de verdeling van taken er als volgt uit. Activiteit Beleid/ milieu Stadswerken Stadsbeheer Toezicht Beleid Toetsing en Advisering Uitvoering Handhaving Stellen van randvoorwaarden Bouwaanvraag Beoordelen projectplan Projectgebonden (ontwikkeling) Subsidieaanvraag toezicht houden op de werkzaamheden X Handhaven van beleid en projectplannen Mandatering Voordat een BRL-OCE gecertificeerd bedrijf aan de slag kan moet het bevoegde gezag (gemeente Nijmegen) in het kader van openbare orde en veiligheid het projectplan beoordelen en goed te keuren. De burgemeester dient hierbij een verklaring te ondertekenen dat wordt ingestemd met het projectplan. Het is mogelijk de mandatering hiervan elders in de organisatie neer te leggen. 1 MAS: Milieu Aspecten Studie

15 5.3 Openbare orde en veiligheid 15 Als er tijdens werkzaamheden daadwerkelijk een niet gesprongen explosief uit WOII wordt aangetroffen dat onschadelijk moet worden gemaakt, dan is de burgemeester in het kader van openbare orde en veiligheid verantwoordelijk. Dit betekent dat de gemeente ervoor moet zorgen dat er in het kader van de openbare orde en veiligheid voldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Door de aanwezigheid van dit explosief kan een verstoring van de openbare veiligheid ontstaan. Hierdoor kan het nodig zijn dat er een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een bepaald woongebied moet worden ontruimd omdat een niet gesprongen explosief onschadelijk moet worden gemaakt. Het aantreffen van een niet gesprongen explosief uit WOII en het onschadelijk maken van dit explosief komt meestal niet verder dan de GRIP 2 fase van het rampenplan (zie bijlage 3). In GRIP fase 2 komen de kernteamleden van het regionaal operationeel team (ROT) en het gemeentelijke beleidsteam (GBT) bijeen MIP (Milieu-IncidentenPlan) Binnen de gemeente Nijmegen hebben we het Milieu-IncidentenPlan (MIP). Het plan omschrijft welke organisaties en hulpdiensten binnen de regio Nijmegen betrokken zijn bij de afhandeling van een milieu-incident en biedt een aantal protocollen voor de verschillende milieu-incidenten. in het geval van NGE wordt er in het MIP niets geregeld. Bij het aantreffen van NGE wordt per geval maatwerk geleverd. Bij het aantreffen van een niet gesprongen explosief gaat het om een incident te vergelijken met de GRIP fase 0/1 van het rampenplan. Naast het MIP is er in het kader van deze handleiding een protocol Toevalsvondst NGE uit WOII opgesteld (bijlage 6). 5.4 Communicatie Als er tijdens graafwerkzaamheden een niet gesprongen explosief uit WOII wordt aangetroffen dat onschadelijk moet worden gemaakt dan zal hierover met omwonenden gecommuniceerd moeten worden. In dit geval spreken we over crisiscommunicatie. Vanuit de Concernstaf van de gemeente Nijmegen vindt de crisiscommunicatie plaats. Naast de crisiscommunicatie is er de risicocommunicatie. Risicocommunicatie gaat over de situatie dat er nog geen ramp of crisis het vinden van een explosief uit WOII gaande is. Tot op heden communiceert de gemeente Nijmegen niet actief over de mogelijke aanwezigheid van NGE uit WOII. Naar aanleiding van deze handleiding wordt de plattegrond van Nijmegen met de kans van aantreffen gebieden op de site van de gemeente Nijmegen geplaatst.

16 BIJLAGE 1 Definities en Begrippen 16 Niet gesprongen explosieven (NGE) Niet gesprongen explosieven zijn explosieven die niet als zelfgemaakt, nucleair, biologisch of chemisch kunnen worden aangemerkt. NGE zijn gemaakt voor oorlogsdoeleinden. Voorbeelden hiervan zijn vliegtuigbommen, granaten, mijnen, raketten, kleinkalibermunitie, vliegende bommen (V1 en V2) etc. Niet gesprongen explosieven kunnen op verschillende manieren worden aangetroffen: afgeworpen; verschoten/gegooid/gelegd/weggeslingerd; opgeslagen/gedumpt/begraven; als restanten uit springputten of explosie; als onderdeel van (vliegtuig)wrakken en/of gezonken vaartuigen. Wordt er tijdens graafwerkzaamheden een niet gesprongen explosief gevonden dan komt een Explosieven OpruimingsDienst van Defensie (EODD) om het explosief onschadelijk te maken. Zowel de luchtmacht, landmacht als de marine heeft een EODD. Bevoegd gezag Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen voor het opsporen en ruimen van NGE. De burgemeester van Nijmegen voor de openbare orde en veiligheid. Kans van aantreffen gebied De gemeente Nijmegen is in een viertal kans van aantreffen gebieden (hoog, laag, verhoogd, verlaagd) verdeeld. Op basis van deze gebiedsindeling wordt aangegeven wat de kans van aantreffen van niet gesprongen explosieven uit WOII tijdens grondroerende werkzaamheden is en welke extra maatregelen moeten worden getroffen. Vooroorlogsewijk Een woonwijk van voor Naoorlogsewijk Een woonwijk van na 1945 (einde van de oorlog). Stedelijk gebied Gebied waarbij het oorspronkelijke landschap vrijwel geheel vervangen is door bebouwing, wegen en aangelegd groen en water. Buitengebied Gebied waar weinig grondroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden en waar weinig woningbouw is. Effectgerichte benadering Benadering waarbij je gaat kijken tot welke afstand een calamiteit een bepaald effect (overlijden, verwonding) heeft op een persoon die zich daar onbeschermd bevindt. Het effect overlijden is van belang voor de risicobenadering. Het effect verwonding is niet van belang voor het risico maar wel voor de hulpverlening. Risicobenadering Een risicobenadering is een benadering waarbij je naast het effect van de calamiteit ook de kans dat deze calamiteit kan optreden meeneemt. Risico is de kans maal het effect. Bij de risicobenadering gaat het om een effect dat dodelijk is. Wanneer het effect verwonding is dan is dit van belang voor de hulpverlening en niet voor het risico. Historisch onderzoek Verzamelen en analyseren van historisch feitenmateriaal met betrekking tot WOII. Dit historische feitenmateriaal is de probleeminventarisatie als onderdeel van het vooronderzoek.

17 Vooronderzoek Bestaat uit twee afzonderlijk uit te voeren activiteiten, de probleeminventarisatie en de probleemanalyse. Het doel van het vooronderzoek is onder andere het vaststellen van de vermoede aanwezigheid van NGE. 17 Protocol Toevalsvondst NGE uit WOII Protocol dat aangeeft hoe te handelen als er tijdens grondroerende werkzaamheden toevallig een niet gesprongen explosief wordt aangetroffen. Extra maatregelen De grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd door een BRL-OCE gecertificeerd bedrijf. Deze werkzaamheden en de maatregelen in het kader van de veiligheid staan beschreven in het projectplan. Bijdragebesluit 2006 Bijdragebesluit kosten opsporing en ruiming conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog 2006 BRL-OCE Beoordelingsrichtlijn opsporen conventionele explosieven EODD Explosieven Opruimingsdiensten Defensie. Deze afkorting is een verzamelnaam voor het geheel aan explosievenopruimingsdiensten (EOCKL Explosievenopruimingscomando Koninklijke Landmacht, EODKLu Explosievenopruimingsdienst Koninklijke Luchtmacht, DDGKM Duik- en DemonteerGroep Koninklijke Marine) Externe Veiligheid Externe veiligheid is de kans op overlijden van mensen buiten de grenzen van een inrichting of transportmedium als rechtstreeks gevolg van een omgeval met (gevaarlijke) stoffen binnen de grenzen van de inrichting dan wel het transportmedium. Externe veiligheid heeft dus betrekking op de veiligheid van degene die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van de activiteit wel risico s kunnen lopen zoals omwonenden. ADR Accord europeen relatif au transport international deze marchandises Dangereuses par Route. Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.

18 BIJLAGE 2 Veiligheidsafstanden 18 In acht te nemen veiligheidsafstanden 2 tijdens demontagewerkzaamheden De afstand is afhankelijk van de netto-explosieve massa van het explosief. Onderstaande tabel bevat naast het gebied dat volledig moet worden ontruimd ook de schervengevarenzone (veiligheidsafstanden fragmenten). Dit is het gebied waar bij een explosie rekening met scherfwerking moet worden gehouden. Binnen de schervengevarenzone mogen geen mensen aanwezig zijn tenzij ze zich bevinden in een gebouw met harde bovendekking. Met overige fragmenten wordt bedoeld fragmenten van bijvoorbeeld vliegtuigbommen zoals ophangogen en bodemplaat die zich verder verplaatsen dan fragmenten van de bommantel. De beschermingsconstructie die door TNO is gebruikt om de veiligheidsafstand met beschermingsconstructie te bepalen bestaat uit ISO-containers (zeecontainers verzwaard met zakken zand). Nettoexplosieve massa (ladinggewicht) Straal volledig te ontruimen gebied (m) Veiligheidsafstanden fragmenten (m) Veiligheidsafstand overige fragmenten (m) 0-0, n.v.t 0,5-1, n.v.t. 1,0-1, n.v.t. 1,5-2, n.v.t. 2,0-2, n.v.t. 2,5-3, n.v.t. 3,0-3, n.v.t. 3,5-4, n.v.t. 4,0-4, n.v.t. 4,5-5, n.v.t. 5, n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t NEG > Veiligheidsafstand met beschermingsconstructie Voor Explosieven met een NEG groter dan 2000 kg moet de EODD per geval een veiligheidsafstand schatten. In acht te nemen veiligheidsafstanden 1 bij gecontroleerde vernietiging Netto-explosieve massa (ladinggewicht) kg 15 kalibers ingegraven (m) 5 kalibers ingegraven en 10 kalibers zandoverdekking op het maaiveld (m) NEG > Op het maaiveld met 15 kalibers zandoverdekking (m) 2 Ministeriële regeling 40-45, Voorschrift opruimen en opsporen explosieven, 1 januari 2006

19 Voor Explosieven met een NEG groter dan 2000 kg moet de EODD per geval een veiligheidsafstand schatten. In acht te nemen veiligheidsafstand 2 bij de opslag van niet gesprongen explosieven waarvoor een milieuvergunning nodig is 19 Bij de veiligheidsafstanden wordt onderscheid gemaakt in een A-, B- en C-zone. De A-zone ligt op een afstand van 2/3 van de B-zone en de C-zone ligt op een afstand van 2 maal de B- zone. Binnen de C-zone zijn niet toegestaan - gebouwen met vliesgevels of gordijngevelconstructies; - gebouwen met zeer groot aaneengesloten glasoppervlakten waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt. Binnen de B-zone zijn niet toegestaan - objecten die niet binnen de C-zone zijn toegestaan; - (geprojecteerde = volgens het bestemmingsplan) kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zoals omschreven in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dit zijn objecten waarin mensen gedurende een groot gedeelte van de verblijven zoals woningen, kantoren, scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, verpleeghuizen, sport en kampeerterreinen bestemt voor recreatieve doeleinden. Binnen de A-zone zijn niet toegestaan - objecten die niet binnen de C-, en B-zone zijn toegestaan; - spoorwegen; - autosnelwegen en autowegen; - druk bevaren waterwegen (minimaal passages per jaar); - parkeerterreinen (voor meer dan 10 voertuigen). Netto explosieve A-zone (m) B-zone (m) C-zone (m) massa (kg) 14, , In bovenstaande tabel is uitgegaan van een enkelvoudige opslag in een lichte gebouwconstructie. 2 Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik, ministerie van VROM, 19 juli 2006

20 BIJLAGE 3 Wet en Regelgeving 20 Gemeentewet Op basis van artikel 160 van de Gemeentewet ligt de beslissingsbevoegdheid om al dan niet tot het opsporen en ruimen van NGE over te gaan bij het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid binnen de gemeente. Op basis van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet kan de burgemeester voor het handhaven van de openbare orde of voor het beperken van eventueel gevaar bevelen of algemeen verbindende voorschriften opstellen voor de locatie waar naar NGE wordt gezocht. Wet rampen en zware ongevallen De Wet rampen en zware ongevallen bepaalt dat elke gemeente een rampenplan voor het hele gebied van de gemeente moet vaststellen. Het rampenplan geeft de organisatie en coördinatie van de diensten, instanties en individuele personen betrokken bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen weer. Verschillende risico s, rampen en zware ongevallen kunnen een gemeente bedreigen waaronder een ongeval met explosieven stoffen zoals NGE. Daarnaast is in artikel 25 lid 3 bepaald dat gemeenten een bijdrage kunnen ontvangen voor de kosten die voorvloeien uit het opsporen en ruimen van NGE uit WOII. Rampenplan Het rampenplan geeft de organisatie en coördinatie van de diensten, instanties en individuele personen betrokken bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Wanneer een ongeval (aantreffen van een bom uit WOII) de omvang van een zwaar ongeval of ramp aanneemt zal ook de bestrijdingsorganisatie zich uitbreiden van de normale hulpverlening tot de hulpverlening zoals in het rampenplan omschreven. Deze opschaling vindt plaats volgens de gecoördineerde regionale incidenten bestrijdingsprocedure de zgn. GRIP fasen. GRIP 0 (bronbestrijding). Er is een bom uit WOII aangetroffen (incident). GRIP 1 (bronbestrijding). Burgemeester wordt geïnformeerd. GRIP 2 (bron en effectbestrijding). Commissaris van de Koningin wordt geïnformeerd. GRIP 3 (bevolkingsproblemen). Burgemeester geeft aan dat het rampenplan in werking wordt gesteld. Minister van BZK wordt geïnformeerd. GRIP 4 (bevolkingproblemen meerdere gemeenten). Regionale coördinatie. Milieu-incidentenplan Binnen de regio Nijmegen is een Milieu-IncidentenPlan opgesteld. Het plan omschrijft welke organisaties en hulpdiensten binnen de regio Nijmegen betrokken zijn bij de afhandeling van een milieu-incident en biedt een tiental protocollen voor de verschillende milieu-incidenten. Per protocol wordt aangegeven wie wanneer en door wie gealarmeerd dan wel geïnformeerd dient te worden. Ook de taken en bevoegdheden per instantie staan beschreven in het plan. Wet milieubeheer Een munitiedepot met springput voor de tijdelijke opslag (minimaal een half jaar) van NGE valt onder de werking van de Wet milieubeheer (categorie 3 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit) als de netto explosieve massa (NEM) meer dan 1 kg bedraagt. In deze gevallen betekent dit dat er een milieuvergunning moet worden aangevraagd. Deze milieuvergunning zal door de gemeente Nijmegen (bevoegde gezag) worden verleend. Aan deze milieuvergunning zijn voorschriften verbonden. De aanvraag voor deze milieuvergunning wordt onder andere getoetst aan de Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik. Indien een munitiedepot met springput korter dan 6 maanden nodig is kan er een verzoek tot gedogen worden ingediend. In dit geval zal er een gedoogbesluit worden genomen waaraan voorwaarden worden verbonden. Een uitzondering op dit gedoogbesluit vormt de opslag van NGE met een netto-explosieve massa van maximaal 10 kg. In dit geval is er geen gedoogbesluit nodig maar wordt er aangesloten bij de eisen voor een opslagvoorziening voor het tijdelijk veilig stellen van NGE (maximaal 10 kg) zoals die staan vermeld in bijlage 7 van de BRL-OCE. In 2007 heeft de gemeente Nijmegen voor een locatie binnen de Waalsprong een milieuvergunning verleend voor het opslaan en onklaar maken van NGE die binnen het

21 plangebied Waalsprong zijn gevonden. Dit plangebied is voordat met de grondroerende werkzaamheden werd begonnen preventief op NGE onderzocht. Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik Op 26 juli 2006 is door het ministerie van VROM de Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik gepubliceerd. Op grond van het beleid in deze circulaire dient rond iedere opslagplaats voor ontplofbare stoffen, waaronder tijdelijke opslag van niet gesprongen explosieven, een veiligheidsafstand (zie bijlage 2) te worden aangehouden tot kwetsbare objecten zoals woningen, kantoren en winkels. De veiligheidsafstand is afhankelijk van de hoeveelheid ontplofbare stof die wordt opgeslagen en van eventueel effectbeperkende maatregelen die zijn getroffen. Het externe veiligheidsbeleid voor de opslag van ontplofbare stoffen is gebaseerd op het minimaliseren van de kans op letsel door het uitsluitend beschouwen van de effecten en niet de risico s (kans maal effect) van een calamiteit bij een dergelijke opslag. Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) De Wet vervoer gevaarlijke stoffen gaat over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor en via de binnenwateren. In het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen en in het Besluit vervoer ontplofbare stoffen krijgsmacht is de Wet vervoer gevaarlijke stoffen verder uitgewerkt. In het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen zijn routeplichtige stoffen aangewezen waaronder ontplofbare stoffen met een netto explosieve massa van meer dan 20 kg waarvoor de gemeente routes mag aanwijzen. Ook Nijmegen heeft een dergelijke route aangewezen, waarvoor bij afwijkingen van deze route een ontheffing bij de gemeente Nijmegen (afdeling Vergunningen) moet worden aangevraagd. In bovengenoemde besluiten is vastgelegd dat de explosieven opruimingsdiensten van het Ministerie van Defensie een ontheffing hebben van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat deze diensten niet verplicht zijn om gebruik te maken van de aangewezen route voor gevaarlijke stoffen en dus bij de gemeente Nijmegen ook geen ontheffing hoeven aan te vragen. Overigens zullen de NGE die tijdens graafwerkzaamheden worden gevonden en overgebracht naar een springput over het algemeen niet aan een netto explosieve massa van 20 kg komen. Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) In het Arbobesluit wordt voorgeschreven dat bedrijven die zich bezighouden met het opsporen van NGE moeten zijn gecertificeerd. Voor de eisen waaraan moet worden voldaan om een certificaat te kunnen verkrijgen wordt in de Arbeidsomstandighedenregeling verwezen naar een door een College Van Deskundigen, met vertegenwoordigers van alle betrokkenen, opgestelde private beoordelingsrichtlijn. 21 Beoordelingsrichtlijn Opsporen van conventionele explosieven (BRL-OCE) De BRL-OCE bevat de eisen waaraan een bedrijf moet voldoen om gecertificeerd te kunnen worden voor het opsporen van niet gesprongen explosieven. Daarnaast bevat de BRL-OCE eisen op het gebied van de organisatie en het management van het opsporingsbedrijf en de deskundigheid en examinering van personeel. De BRL-OCE bestaat uit 2 deelgebieden. Deelgebied A is de opsporing (vooronderzoek) en deelgebied B is de civieltechnische opsporing. Een bedrijf kan voor een van deze deelgebieden of beide gecertificeerd zijn. Binnen het opsporingsproces bestaat de opsporing (deelgebied A) uit: detecteren (vaststellen van (mogelijke) aanwezigheid van NGE met behulp van detectieapparatuur); lokaliseren (het 3-dimensionaal vastleggen van de plaats van het NGE op basis van de meetwaarden); laagsgewijs ontgraven (door middel van een beveiligde graafmachine wordt het NGE blootgelegd); identificeren (vaststellen of het om een NGE gaat en vervolgens om wat voor soort NGE); tijdelijk veiligstellen van de situatie (geen handelingen aan het explosief zelf, de tijd tot de overdracht aan de EODD); de overdracht aan de EODD (indien de werkzaamheden worden uitgevoerd door een BRL-OCE gecertificeerd bedrijf zorgt de Senior OCE-deskundige voor de overdracht);

22 proces-verbaal van oplevering aan de opdrachtgever en het bevoegde gezag. De civieltechnische ondersteuning (inzetten van civieltechnisch materieel) ten behoeve van het opsporingsproces omvat deelgebied B. Het opsporingsproces is gebaseerd op het vooronderzoek. Het vooronderzoek bestaat uit een probleeminventarisatie en een probleemanalyse. De probleeminventarisatie omvat het verzamelen van (historisch ) feitenmateriaal. Deze inventarisatie hoeft niet door een gecertificeerd bedrijf te worden uitgevoerd. De gemeente Nijmegen heeft de probleeminventarisaties laten uitvoeren. In de BRL-OCE zijn eisen opgenomen waaraan een dergelijke inventarisatie moet voldoen. De probleeminventarisatie dient als basis voor de verdere uitvoering van het vooronderzoek. Op basis van de probleeminventarisatie wordt de probleemanalyse uitgevoerd. De probleemanalyse valt wel onder de certificatieplicht. Dit betekent dat alleen BRL- OCE gecertificeerde bedrijven de probleemanalyse kunnen uitvoeren. De probleemanalyse bestaat uit: vaststellen vermoede aanwezigheid, soort en hoeveelheid NGE; verschijningsvorm van de vermoede NGE (afgeschoten, gegooid, gelegd etc.); inventarisatie locatiespecifieke omstandigheden (waaronder bodemstructuur, relevante geofysische omstandigheden, uitgevoerde bodemonderzoek, voormalig, huidig en toekomstig gebruik); vaststellen en afbakenen van het verdachte gebied (driedimensionale afbakening verdacht gebied); evaluatie van de risico s van de vermoede NGE in relatie tot het toekomstige gebruik van de locatie. De resultaten van de probleemanalyse worden vervolgens in een rapport vastgelegd. Dit rapport wordt voorgelegd aan de betreffende gemeente. Voordat met de daadwerkelijke opsporing wordt begonnen stelt het bedrijf een projectplan op. Dit projectplan moet door het bevoegde gezag in het kader van openbare orde en veiligheid worden goedgekeurd. Dit plan beschrijft de onderlinge relatie tussen de betrokken partijen, de planmatige voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures om de werkzaamheden op een adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren. 22 De medewerkers van het gecertificeerde bedrijf moeten dus gekwalificeerd zijn om deze werkzaamheden uit te voeren. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zal een certificerende instelling aanwijzen die de bedrijven gaat auditeren. Op basis van deze audit krijgt het bedrijf iedere keer een verlenging van hun procescertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (OCE). Circulaire berging vliegtuigwrakken De ministeries van BZK en Defensie hebben in samenspraak met het ministerie van Justitie de Circulaire berging vliegtuigwrakken opgesteld. De circulaire is geldig van 1 juli 2005 tot 1 juni 2009 en beschrijft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende overheden en andere betrokkenen bij het bergen van vliegtuigwrakken en stoffelijke resten uit de Tweede Wereldoorlog en de opsporing en ruiming van de hierbij aanwezige niet gesprongen explosieven.

Handleiding Omgaan met conventionele explosieven uit de 2 e WO binnen de gemeente Arnhem tijdens grondroerende werkzaamheden

Handleiding Omgaan met conventionele explosieven uit de 2 e WO binnen de gemeente Arnhem tijdens grondroerende werkzaamheden Handleiding Omgaan met conventionele explosieven uit de 2 e WO binnen de tijdens grondroerende werkzaamheden 1 De handleiding is op 10 febuari 2009 door het college van burgemeester en wethouders van de

Nadere informatie

AGENDAPUNT NR: 2010.0.118.481. Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 29 november 2010. Pagina 1 van 42

AGENDAPUNT NR: 2010.0.118.481. Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 29 november 2010. Pagina 1 van 42 AGENDAPUNT NR: 2010.0.118.481 Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 29 november 2010 Pagina 1 van 42 Collegenota Aan burgemeester en wethouders Documentnummer 2010.0.118.481 Datum Zaaknummer 2009-04-01454

Nadere informatie

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten Interne handleiding D. Robbertsen-Boon Juni 2017 1 1 Samenvatting Oorlogshandelingen nee ja Vrijgegeven

Nadere informatie

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten Interne handleiding D. Robbertsen-Boon Januari 2018 2 1 Samenvatting Oorlogshandelingen nee ja

Nadere informatie

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1 Opnemen onder: 3920 Explosieven Arjan D. Hol 1 3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING Regelmatig bericht de media over bommen uit de Tweede Wereldoorlog die geruimd worden door de Explosieven

Nadere informatie

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE.

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE. >Retouradre5: EODD - Sm Scheickkazerne - Postbus 109, 3769 ZJ SOESTERBERG. Gemeente De Wolden (DR) Postbus 20 7920 AA ZUIDWOLDE. Commando land Opruimingsdienst Sm Scheickkazerne Zeisterspoor 12 3769 AP

Nadere informatie

Duizend bommen en granaten. Nota niet gesprongen explosieven gemeente Borsele

Duizend bommen en granaten. Nota niet gesprongen explosieven gemeente Borsele Duizend bommen en granaten Nota niet gesprongen explosieven gemeente Borsele Colofon Uitgegeven door: Informatie: Opgesteld door: Gemeente Borsele Postbus 1 4450 AA Heinkenszand Gemeente Borsele Afdeling

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 FAQ Bommenkaart Aan Van Henriette van Hoek, 020-2544154 Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 Hoe kan ik de bommenkaart raadplegen? De bommenkaart is digitaal ontsloten via het dataportaal van gemeente

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll

l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

BEOORDELINGSRICHTLIJN

BEOORDELINGSRICHTLIJN Pagina : 1 van 53 BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het Procescertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (OCE) Pagina : 2 van 53 VOORWOORD Onderwerp van deze beoordelingsrichtlijn is het opsporen van conventionele

Nadere informatie

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Doelstelling 1 1.4 Opdracht 1 1.5 Verantwoording

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Welke informatie is noodzakelijk bij beoordeling: Inventariseren

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL Notitie : 3VEO-CER.07024.V Voor : CCvD-OCE Van : Commissie Vooronderzoek en risicoanalyse Datum : 28 november 2013 Betreft : definitief voorstel methode PRA Deze notitie bevat een tekstvoorstel voor toevoeging

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE)

BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE) BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE) Auteur: Marjolein Teunissen Afdeling: Bestuurszaken Versienummer: 1.0 Datum: 16 juni 2011 Corsanummer: T11.05114 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

BEOORDELINGSRICHTLIJN

BEOORDELINGSRICHTLIJN Pagina : 1 van 58 BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het Procescertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (OCE) Toelichting: de voorliggende versie van de BRL-OCE is vastgesteld door het VCvD-OCE d.d. 8 februari

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht. Voor : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 30 januari 2014 Notitie : 4SCVE-EVA.07221.N Betreft : toelichting op wijzigingsvoorstellen WSCS-OCE d.d. januari 2014 Op 1 juli 2012 is versie

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs Optreden bij vuurwerkbranden Herman Schreurs Uitgangspunten Optreden als klasse 1, ontplofbare stoffen Bestrijding van ongevallen, waarbij ontplofbare stoffen zijn betrokken, BZK 1985 Subklasse bepaalt

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering 2011 Proces verbaal van oplevering Proces verbaal van oplevering Explosievenonderzoek Koningsven Ottersum Projectnummer Leemans S2011.033 Documentnummer S2011.033-01 Opdrachtgever Teunesen Zand en Grint

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Projectnummer: 0814GPR3606.4 Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol...

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 10.1268, d.d. 7 december 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Gebruikersovereenkomst Springlocatie tussen Leiden en Voorschoten BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. In te stemmen met

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Plan van Aanpak Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Opdrachtgever: Gemeente Winterswijk Afdeling Landschap en Ruimte Koekkoek taxatie & advies Auteur: G. Koekkoek Haaksbergen

Nadere informatie

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Brede Afspraak Archeologie

Brede Afspraak Archeologie Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum Status 7 oktober 2016 definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, Nico Landsman Telefoon 088 7972502 Email

Nadere informatie

EIND- EN TOETSTERMEN BASISKENNIS OCE. Versie : (vorige versie )

EIND- EN TOETSTERMEN BASISKENNIS OCE. Versie : (vorige versie ) IND- N OSRMN BASISKNNIS OC Vaststelling door : xamencommissie Kenmerk : XA-OC.008 Versie : 2010-01 (vorige versie 2008-01) Vaststellingsdatum : 06-12-2010 Van kracht : 01-01-2011 Status : definitief Kenmerk:

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : 9x1884 Project : Laarberg- deelgebieden 1, 2, en 3 Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : Datum : Status : concept Classificatie : Klant vertrouwelijk QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA)

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Toelichting concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Antoon Meijers lid Commissie Vooronderzoek & risicoanalyse VEO Huidige Toestand: Naar aanleiding van een vooronderzoek (cf. WSCS-OCE) is

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

handreiking conventionele explosieven

handreiking conventionele explosieven handreiking conventionele explosieven Mr. A. Bootsma Mr. I. Dolmans-Budé Mr. drs. L.C.L. Huntjens Utrecht, 10 december 2007 inhoud Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Handreiking 6 1.3 Rapportage 6 1.4 Opbouw

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid. Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Bijlage 3 Externe veiligheid

Bijlage 3 Externe veiligheid Bijlage 3 Externe veiligheid Buitengebied Oostflakkee 117 Notitie Aan : Van : ing. M.M.H.M. Braun Datum : 9 juli 2012 Kopie : Onze referentie : 9X0652C0/N00001/903870/Rott HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTE

Nadere informatie

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten I{etour.idi ts Potb,v 30945 2500 GX Dn Hiiig Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten circulaire 1 Gemeente Ii aan e mmcm let tzl 4 FEB 2009 Directorant-Generaal Dirt±ctie Ri5icobeleld RiJnttraat

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND September 2011-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel 3 Verhouding met de APV en het Vuurwerkbesluit 4 Argumentatie 5 Beleidsregels 6 Vaststelling, citeertitel

Nadere informatie

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013 Proces-verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Projec'tnummer: 51 3051 1 Kenmerk: 5130511-PvO-001 Datum: 24 mei 2013.'åe:ú.'' -"-' '*c -.: {S'r 1- l. rocetrr Op po en Conwntionele E Plo

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015 Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.

Nadere informatie

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Betreft : Historisch en na oorlogsonderzoek conventionele explosieven (CE) inclusief werkadvies voor projectlocatie

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN (CE)

BELEIDSNOTA CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN (CE) BELEIDSNOTA CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN (CE) gemeente Schouwen-Duiveland Inhoud 1. Inleiding 5 Doel 5 Gebruikers 5 Verantwoordelijkheid 5 2. Historie 7 3. Wet- en regelgeving 9 4. De CE risicokaart 11 5.

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA Notitie : 3VEO-VOO.06301.N Voor : werkveld OCE Datum : 16 juli 2013 Betreft : concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Status : concept ter consultatie, reacties uiterlijk indienen op 30 augustus

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Handreiking explosieven. Module 0: Inleiding. Datum 20 juni 2009 Status Definitief

Handreiking explosieven. Module 0: Inleiding. Datum 20 juni 2009 Status Definitief Handreiking explosieven Module 0: Inleiding Datum 20 juni 2009 Status Definitief Colofon Contactpersoon J. van Ee VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Veiligheidstoezicht Rijnstraat 8 Postbus

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling Notitie : 3VEO-VOO.05667.V Voor : betrokkenen OCE werkveld Van : secretariaat Datum : 16 april 2013 Betreft : handreiking vooronderzoeken BRL-OCE versus WSCS-OCE 1. Inleiding Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude projectnr. 172050 revisie 01 december 2008 Auteur drs. T. (Tim) Artz Opdrachtgever Boom Holding BV Hamersveldweg 109 3833 GM Leusden datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave december

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied

Nadere informatie

Regeling eisen civiele explosieven opsporingsbedrijven en

Regeling eisen civiele explosieven opsporingsbedrijven en BZK Regeling eisen civiele explosieven opsporingsbedrijven en opruimer explosieven 10 december 2002/EB2002/99012 DGOOV/R&B/BJZ Gelet op artikel 1, onderdelen h en i, van het Bijdragebesluit kosten ruiming

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Gemeente ř Bergen op Zoom

Gemeente ř Bergen op Zoom Gemeente ř Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummeren -naam : Nota Bodembeheer

Nadere informatie

Proces Verbaal van oplevering

Proces Verbaal van oplevering Bodemspecialismen Proces Verbaal van oplevering Projectgebied: Vooraard vallend Heijmans Wegen BV / Bodemspecialismen Graafsebaan 3 5248 JR Rosmalen Opdrachtgever Gemeente Veldhoven Datum rapport Documentnummer

Nadere informatie

Kader Conventionele Explosieven. Datum September 2013 Status Versie 1.0

Kader Conventionele Explosieven. Datum September 2013 Status Versie 1.0 Kader Conventionele Explosieven Datum September 2013 Status Versie 1.0 Kader Conventionele Explosieven (CE) Datum September 2013 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Informatie Telefoon

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie

1. Inleiding. Notitie Notitie Project Naturalis, Leiden Betreft Quickscan inventarisatie risicobronnen externe veiligheid Ons kenmerk B.2013.0282.00.N001 Versie 001 Datum 20 oktober 2014 Verwerkt door RKC DWE BRA Contactpersoon

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Voor vragen kunt u contact opnemen met de gemeente Zuidplas, bereikbaar via of

Voor vragen kunt u contact opnemen met de gemeente Zuidplas, bereikbaar via of Van: Verzonden: donderdag 2 juni 2016 15:27 Aan: info@vvegouwepark.nl Onderwerp: Gouwe Park - Informatie over voortgang onderzoek Niet Gesprongen Explosieven op Gouwe Park Bijlagen: informatiebrief aan

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

OCE NETWERKBIJEENKOMST 8 OKTOBER 2014 De archeologische waarde van Modern Oorlogserfgoed en de samenloop tussen archeologie en opsporen

OCE NETWERKBIJEENKOMST 8 OKTOBER 2014 De archeologische waarde van Modern Oorlogserfgoed en de samenloop tussen archeologie en opsporen OCE NETWERKBIJEENKOMST 8 OKTOBER 2014 De archeologische waarde van Modern Oorlogserfgoed en de samenloop tussen archeologie en opsporen Esther Wieringa Korte introductie SIKB is een netwerkorganisatie

Nadere informatie

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen projectnr. 196747 revisie 00 december 2010 Opdrachtgever Gemeente Zundert datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave December 2010 Menno de

Nadere informatie

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID PRORAIL SPOORONTWIKKELING, PLANVORMING EN INFRA Versie 2.0 16 september 2005 141222/EA5/160/029.062/nve Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3

Nadere informatie

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade Auteur : J. van Berkel Datum : 17 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584

Nadere informatie

Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen

Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen Werkzaamheden vóór Opsporing; Detectieonderzoek Opsporing; + Ruiming Onderzoek gereed uitgevoerd, niet, onderzoek CE gereed (Rapport VO

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.

Nadere informatie

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein

Nadere informatie

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid Quickscan externe veiligheid Realisatie gemeentehuis Leudal aan de Walk te Heythuyzen, gemeente Leudal Gegevens opdrachtgever: Gemeente Leudal Postbus 250 6440 AG Brunssum Tel. 045-527 86 55 Contactpersoon:

Nadere informatie

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN 03 mei 2018 /1107 veilige dijken droge voeten schoon water Gemeente Montfoort College van Burgemeester en wethouders Postbus 41 3417 ZG MONTFOORT Datum Contactpersoon

Nadere informatie

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland Inleiding Calamiteiten bij zorg en ondersteuning kunnen helaas niet altijd voorkomen worden. Ze hebben een grote impact op betrokkenen

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Onderwerp: Subsidieaanvraag gemaakte kosten onderzoeken niet gesprongen explosieven

Onderwerp: Subsidieaanvraag gemaakte kosten onderzoeken niet gesprongen explosieven GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering 2 februari 2017 Datum carrousel Raadsbesluitnummer R17.003 Registratienummer Onderwerp: Subsidieaanvraag gemaakte kosten onderzoeken niet

Nadere informatie

Quickscan Bilthoven Leijenseweg

Quickscan Bilthoven Leijenseweg Quickscan Bilthoven Leijenseweg Bodem en NGCE Datum: 12 april 2012 EDMS: 3081203 Status: definitief 1 Projectnaam: Projectleider GJZ: Projectnummer: Bilthoven Leijenseweg Bart de Moor R-342000.20.10.01.04

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk

Nadere informatie

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK Opsporing Conventionele Explosieven Guido de Jong (HbR) Programma 1. Waar hebben we het over? 2. Historie en vooronderzoek Rotterdam 3. OCE proces Verdieping

Nadere informatie

IN TE VULLEN DOOR RO-COORDINATOR (PLANOLOGISCHE INBRENG VOOR QUICKSCAN)

IN TE VULLEN DOOR RO-COORDINATOR (PLANOLOGISCHE INBRENG VOOR QUICKSCAN) QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID HEERLEN BETREFT RO-MEDEWERKER BEOORDELAAR : Mijnmuseum (uitbreidingsplannen) : Ronald Meyer : [geef naam EV-coördinator] IN TE VULLEN DOOR RO-COORDINATOR (PLANOLOGISCHE INBRENG

Nadere informatie

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00 Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...

Nadere informatie

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond.

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond. Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond. Opdrachtgever Opdrachtnemer Projectnaam ECG : Gemeente Roermond : Explosive Clearance Group BV : Speeltuin Kitskensberg Roermond

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Eind 2013 is er een tweetal incidenten geweest in midden Limburg, waarbij door graafwerkzaamheden een ondergrondse leiding is geraakt. Hierdoor verontreinigde

Nadere informatie

: Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB Datum voorstel

: Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB Datum voorstel RVB16-77 I Voorlegger Nummer voorstel : Aanvraag Rijksbijdrage in de kosten voor de opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog : RVB16-77 Datum voorstel : 15 januari 217 Onderwerp

Nadere informatie

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven Aanleiding Op 2 september heeft het college het volgende verzocht: Maak een voorstel betreffende de wijze waarop omwonenden worden geïnformeerd of betrokken

Nadere informatie