R. van Hout en J. Kruijsen (red.)
|
|
- Anja van Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 R. van Hout en J. Kruijsen (red.) ~ 1996 Foris Publications
2 Uitgegeven door: Foris Publications Holland P.O. Box AM Dordrecht ISBN Foris Publications - Dordrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Gedrukt in Nederland door leg Printing, Dordrecht. b
3 Waar kwamen hun onze taal binnen? Roeland van Hout 1 INLEIDING Op 19 juni 1996 ging Nederland op het Europese voetbalkampioenschap stevig onderuit tegen gastland Engeland. Na afloop werden onze voetballers geïnterviewd. Misschien kwam het door de diepe ontgoocheling, maar hun (zoals de Engelsen) sloegen (wederom) toe. De hunnen konden worden gehoord uit de mond van Ronaid de Boer en Philip Cocu (nota bene de vervanger van De Boer in de tweede helft), maar er zijn vast en zeker meer voetballers die onze nationale driekleur met verve en een krachtig hun weten te verdedigen. Hiermee is natuurlijk niet aangetoond dat de strijd om de onderwerpsvorm van het persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon meervoud nu ten voordele van hun is beslecht. Zelfs het veroveren van de Europese titel had onze voetballers onvoldoende status gegeven. Wat wel weer eens vastgesteld kan worden is de prominente plaats van hun in het (gesproken) hedendaagse Nederlands. Waarom zijn hun niet te stoppen? Vechten taalliefhebbers, taalmeesters en taalzuiveraars een vergeefse strijd? In deze bijdrage zal niet het verlossend antwoord gegeven worden op de vele vragen die in verband met het verschijnsel hun gesteld kunnen worden. Wat ik wel wil proberen is om de stand van zaken op te maken en om daar waar mogelijk de sociolinguïstische onderzoeksresultaten te verenigen met dialectologische interpretaties. Dat moet mogelijk zijn in een bundel ter ere van Toon Hagen die immers altijd de overeenkomsten tussen de beide vakgebieden heeft weten te vinden. Om het verschijnsel hun in de passende relativerende context te plaatsen is het niet overbodig om er op te wijzen dat er talloze voorbeelden in talen en dialecten te vinden zijn waarin een pronominale niet-subjectsvorm in subjectspositie terecht komt (zie onder meer De Schutter 1987, 1995; Weijnen 1966; Van Hout 1989). De voorbeelden die bijvoorbeeld Reker (1995) noemt, zijn het Afrikaans (subjectsvorm wij wijkt voor de objectsvorm ons; zie ook Van Marle 1992), het Neder-
4 144 Van Hout Waar kwamen hun onze taal binnen? 145 ~ands (de subjectsvorm u komt van de objectsvorm), het Fries (jiwordt ~o; rond 19?0) en ~ls zeer recent voorbeeld bespreekt hij de verdringing m de Grom~gs~ dialecten (regiolecten?) van de subjectsvorm ie (tweede persoon: u, J~llle) door de objectsvorm joe, met als gevolg dat de objectsvorm nu belde functies voor zijn rekening gaat nemen. Over een verkl~ring voor de G~oninger samenval doet Reker niet moeilijk: de nabijheid van het Fnes en Westerkwartiers (taalcontact; voorbeeldwerking) in combinatie met een vermindering van het aantal functioneel bepaalde varianten. Desonda~~s wil ik de verklaring voor ons hun wat dieper gaan zoeken. Er. ZIJn meerd~re oorzaken of factoren in het geding, zo lijkt het. Om met beschuldigd te worden van een te sterk causale termin~~ogie heb i~ gekozen voor een onderscheiding in effecten. Er zijn in mijn ogen mmstens zeven effecten te onderscheiden. Ze komen hieronder stuk voor stuk ter sprake. De eerste twee komen in paragraaf 2 aa~ d~ or~e.waar nader ingegaan wordt op de weinige beschikbare soclolmgulstische onderzoeksresultaten die er zijn. De volgende drie effecten komen ~an de?rde in paragraaf 3 waarin nader ingegaan wordt op verklanngen die onder meer van dialectologische zijde naar voren geschoven zijn en die mede gebaseerd zijn op dialectgeografische gegevens. Tot slot worden onder de noemer van een samenzwering twee onderschatte effecten voor het voetlicht gebracht. De conclusies zijn uiteraard te vinden in de afsluitende paragraaf. 2 SOCIOLINGUÏSTISCHE ONDERZOEKSRESULTATEN Op belerende toon zet De Schutter (1990) zich aan de resultaten van het sociolinguïstisch onderzoek dat in Nijmegen verricht is (Van Hout 1989). Gezien zijn eigen interesse ligt het voor de hand dat hij vooral op de onder.zoeksresultaten van de pronomina ingaat. Hij bespreekt twee kwesties: (1) mogelijke verklaringen van het relatief vaak voorkomen van het pronomen hun in Nijmegen en (2) de verhouding tussen volle en zwakke pronomina. Over de laatste kwestie kan gezegd worden.dat De Schutter geen ongelijk heeft als hij zijn beklag doet o~~r het felt dat er onvoldoende informatie gegeven wordt over de positie van de gereduceerde pronomina in het Nijmeegs en dat er zonder argumenten van uitgegaan is dat deze tot de standaardtaal b~horen. Bij een andere indeling, zo stelt hij, zou blijken dat de dialectpronomina resistent zijn tegen beïnvloeding door de standaardtaal. C?m duid~~ijk te maken hoe ik mijn gegevens interpreteer zijn alle beschikbare NIjmeegse gegevens geheranalyseerd en in onderstaande tabel 1 samengevat. Deze tabel heeft de vorm die De Schutter (1990) voorstelt... Tabel 1. De in het Nijmeegse materiaal onderzochte persoonlijke voornaamwoorden, uitgesplitst naar standaard-, dialect- en substandaardvormen; ev = enkelvoud, mv = meervoud; ma = genus mannelijk; inf =informeel; for = formeel; de getallen geven de voorkomfrequentie in het Nijmeegse ges-eroken taalcor-eus (zie Van Hout 1989) type standaard dialect substandaard :eronomen subject 2ev inf jij 78 gij 0 je 3318 ge/de 0 for u 86 2mv jullie 43 gullie 0 3mv zij 6 sullie 2 hun 36 ze 1173 hullie 6 non-subject 1 ev mij 268 mijn 49 mijn? mien 1 me 207 m'n 2 2ev jou 13 ou 1 je 135 u 12 3ev ma 'm 111 hum 14 hem 7 3mv ze 50 hen 1 hullie 0 hun 24 Het is niet de bedoeling om in detail op de resultaten van tabel 1 in te gaan. Er zijn twee redenen om deze tabel op te nemen. Ten eerste wil ik nog eens benadrukken dat de zwakke pronomina in het oude Nijmeegse dialectsysteem een veel minder uitgesproken positie innamen dan in het Standaard-Nederlands of in Zuidnederlandse dialecten zoals het Antwerps. Een uitzondering vormen de clitische varianten ge en -de (die staan tegenover het volle pronomen gij (tweede persoon, enkelvoud», maar het opvallende is dat juist dit pronomen in zijn geheel met alle varianten volkomen in het Nijmeegs verdwenen is. 1 Ik ga hier verder niet in op waarom welk pronomen in welke categorie staat. 2 De tweede reden om de tabel op te nemen is om de sterke positie van hun te laten zien in de context van de voorkomfrequenties van andere volle pronomina. De Schutter stelt dat twee verklaringsmogelijkheden onbesproken zijn gebleven in het Nijmeegse onderzoek. Ten eerste wijst hij op Paardekoopers 'theorie' voor het pronomen u. Deze theorie kan als volgt naar hun worden getransponeerd:
5 146 Van Hout (1) Het Paardekooper-effect Er treedt over generalisatie op van een ontbrekende oppositie tussen de subjects- en objectsvorm bij de gereduceerde vormen naar de volle vormen: ze : ze =?? : hun. Het spreekt vanzelf, dat met dit soort analogiewerkingen rekening gehouden moet worden. Op zich is deze analogie echter onvoldoende. Ook andere volle pronomina in het Nederlands zouden dan het slachtoffer moeten worden. Een tweede punt is zijn suggestie dat het pronomen hun inheems zou zijn en de dialectstatus heeft. Dat is absoluut onjuist. Hij schuift daarmee wel een andere verklaringsbron naar voren, nl. de invloed van (ontwikkelingen in) het dialect zelf. Opvallend is dat in het Nijmeegse corpus ook hullie in subjectspositie voorkomt, hetgeen er op zou kunnen wijzen dat er in Nijmegen al een ontwikkeling gaande was in het dialect waarbij het objectspronomen zijn vleugels uitsloeg richting de subjectspositie. Hiervoor bestaan geen aanwijzingen in het beschikbare dialectmateriaal voor Nijmegen, maar het is niet uitgesloten, gezien ontwikkelingen in andere dialecten (zie de volgende paragraaf). Dat leidt tot de formulering van het volgende effect: (2) Het dialect-effect De afwezigheid van de oppositie tussen subjects- en objectsvorm in het lokale dialect wordt overgebracht op de (lokale) standaardtaal. Overigens bestrijdt De Schutter (1990) niet de andere mogelijke verklaringingsbronnen die in het Nijmegen-onderzoek aan bod kwamen. Wat wel geconstateerd moet worden is dat er een groot gebrek aan harde data is om verder onderzoek op uit te voeren. Al eerder is vastgesteld dat er in feite bedroevend weinig (spontane) taaldata voor de stadsdialecten in het Nederlandse taalgebied beschikbaar zijn (Hagen, Goossens & Van Hout 1992). Gelukkig is er nog een tweede belangrijke informatiebron van sociolinguïstische aard, nl. Scholtmeijer (1992).3 Zijn resultaten sporen wonderwel met die van Nijmegen, hoewel het om een totaal ander gebied gaat: de IJsselmeerpolders. Dat gebied is buitengewoon interessant omdat verondersteld mag worden dat het model staat voor taalontwikkelingen die in het Standaard-Nederlands verwacht mogen worden. De gegevens van Nijmegen en de IJsselmeerpolders worden samengevat in tabel 2. De gegevens staan geordend naar spreker. De gegevens in tabel 2 laten de omvang zien die het verschijnsel aangenomen heeft in jongere generaties sprekers. De sociale verdeling wijst op een verschijnsel dat het best als een verandering van substandaard-achtige aard kan worden verklaard. Hagen (1995) wijst nog Waar kwamen hun onze taal binnen? ]47 eens op de jongste Nederlandse taalgeschiedenis die laat zien dat het substandaard een belangrijke voedingsbron is voor de standaardtaal. Het beeld van substandaard wordt nog eens bevestigd door gegevens uit de twee gesproken corpora die voor het Nederlands beschikbaar zijn. De Rooij (1990) meldt dat hun als subject 3 maal voorkomt in het corpus gesproken taal van Uit de Boogaart; het komt 7 maal voor in het gesproken corpus van De Jong. De voorkomens wijzen in de richting van personen met weinig/minder schoolopleiding. Tabel 2. Het voorkomen van het pronomen 'hun' in subjectspositie; de getallen betreffen de verhouding tussen het aantal informanten dat het pronomen in deze functie gebruikte versus het totaal aantal onderzochte informanten Nijmegen mannen-oud mannen - middel jongens meisjes 1/36 5/35 9/35 13/36 3 VERKLARENDE FACTOREN 2.8% 14.3% 25.7% 36.1% IJ sselmeerpolders oud 4/45 middel 21/102 jong 34/89 8.9% 20.6% 38.2% De karakterisering als substandaard voert ons regelrecht naar de sociolinguïstische verklaring waaraan De Rooij (1990) zo hecht. De Hollandse steden vormen de bakermat van hun als subject, waarbij hun in deze functie de kop op kon steken als tegenwicht tegen hullie. De nadruk in deze verklaring ligt in het sterke gevoel van onbeschaafdheid, het sociaal stigma dat aan de vorm hullie kleeft. Daarbij moet noodzakelijkerwijs wel worden uitgegaan van een ontwikkeling in de Hollandse dialecten zelf waarbij hullie de subjectsfunctie overnam (aan het overnemen was). Hullie is van oorsprong de objectsvorm (cf. het bovengenoemde dialect-effect). De sociolinguïstische verklaring kan niet buiten een dialectverklaring, maar de feitelijke doorslag in de ontwikkeling naar hun komt voort uit hypercorrect gedrag. De Rooij (1990) heeft hier in navolging van Kooiman (1969) een specifieke groep voor op het oog en wel de dienstbodes in de Hollandse steden, zoals Amsterdam, Haarlem, Den Haag en Rotterdam. De werkneemsters in deze dienstverlenende sector bootsten de vorm hun van hun hooggeschatte werkgeefsters krachtig maar foutief na. 4 Al zou het bovengenoemde dialect-effect al een significante rol spelen, het is duidelijk dat in de ogen van De Rooij (1990) en Kooiman (1969) de misplaatste aanpassing aan het taalgedrag van een hogere sociale groep de katalysator is geweest in de verbreiding van het verschijnsel op grote schaal in de gesproken standaardtaal. De dienst-
6 148 Van Hout bodes zijn de aanstichters. Vandaar dat het volgende effect aan het lijslje moet worden toegevoegd: (3) Het dienstbode-effect Al nabootsend hypercorrigeerden de Hollandse dienstbodes de hun-vorm naar subjectspositie en met en na hen vele anderen. Had dit dienstbode-effect zich op meer plaatsen kunnen voordoen? Het oorspronkelijke non-subjectspronomen hullie kent in elk geval een redelijke geografische verbreiding als onderwerpsvorm, zoals te constateren valt aa~ de hand van de betreffende kaart in De Rooij (1990). Onstond er nu In de buurt van Nijmegen en Arhnem een soort van secundaire hun-haard? Op basis van meerdere bronnen meldt De Rooij (1990) hun-opgaven in: Arnhem (L23), Nijmegen (L71), Hatert (Ll07i tegenwoordig een deel van Nijmegen). Daar moet nog 't Loo aan toegevoegd worden (RND zin 66: Eten/lusten zij ook graag kaas?), een. plaatsje niet ver van Arnhem. Verder is interessant dat hullie in subjectspositie gesignaleerd kan worden in Grave (Lll0) en Heteren (L21) (beide opgaven in zin 66 van de RND). De Rooij (1990) wil er niet aan, maar er lijkt voldoende evidentie voor het bestaan van een secundaire hun-haard in Arnhem en Nijmegen en het gebied daaromheen. Beide steden kenden een relatief sterk ontwikkelde woonfunctie en navenant een relatief hoog aandeel renteniers, zodat een eventueel dienstbode-effect beslist niet uit te sluiten is. Verder zou ik voor Nijmegen willen wijzen op een andere parallel met 'Holland' en dat betreft de verstemlozing in Nijmegen (en directe omgeving) van de stemhebbende fricatieven. Maar vrouwen spelen nog een andere rol. Het kenmerk 'vrouwelijk' komt op een geheel andere wijze aan bod in de vorm van wat men homonymievrees (achteraf) zou kunnen noemen. Storms (1978) is van meni~g dat het samengaan van zij vrouwelijk enkelvoud en zij meervoud In de onderwerpspositie aanleiding gaf tot de verandering van de meervoudsvorm naar het non-ambigue hun. Bij twee verschillende betekenissen horen twee verschillende vormen, zo zou men dit overbekende, bijna metalinguïstische principe van één vorm één betekenis ook kunnen formuleren. Van der Horst (1988: 84) spreekt met nadruk van een 'interessante misvatting' van de kant van veel hun-gebruikers die hun gebrui~ rechtvaardigen door op het element van verwarring tussen vrouwelijk enkelvoud en het sekse-neutrale meervoud te wijzen. De constatering dat veel hun-gebruikers zich blijkbaar van hun g~bruik. be,:"ust zijn en er een reden voor zeggen te kunnen geven is mettemin met zonder belang en het doet de de vraag rijzen in hoeverre er sprake is van een bewustwording achteraf en in hoeverre een metalinguï~tisch bewustzijn een rol zou kunnen spelen in taalverandering. Ook hier zou er weer op gewezen kunnen worden dat een dergelijk Waar kwamen hun onze taal binnen? 149 effect op zich onvoldoende sterk is om de verandering te kunnen verklaren, maar het lijkt vooral een rol te kunnen spelen in combinatie met andere effecten. Vandaar dat het volgende effect geformuleerd wordt: (4) Het opzij-effect Er treedt verwarring op vanwege de dubbelfunctie van het volle subjectspronomen zij als verwijzing naar: (1) derde persoon enkelvoud vrouwelijk en (2) derde persoon meervoud (sekse-neutraal). Dit leidt ertoe dat zij als vol pronomen van de derde persoon meervoud opzij gaat voor het volle non-subjectspronomen hun. Tot slot van deze paragraaf moet de verklaring aan de orde komen die Van Marle (1992) naar voren schuift. Hij is niet tevreden met de sociolinguïstische verklaring van De Rooij (1990) noch met wat hij de functionele verklaring van Van Hout (1989) noemt (ik kom op die verklaring terug in de volgende paragraaf). Hij wil een taalstructurele verklaring het voortouw geven: het principe van afnemende differentiatie bij toenemende gemarkeerdheid. Het meervoud is gemarkeerder dan het enkelvoud en er is navenant minder behoefte aan vormonderscheidingen. Kortom, het Standaard-Nederlands komt tegemoet aan dit principe door onderscheidingen in subjects- en nonsubjectsvormen te laten verdwijnen (afnemende differentiatie) in het meervoud. Dat wordt verwoord in het volgende effect: (5) Het afslank-effect Toenemende gemarkeerdheid gaat gepaard met afnemende differentiatie. Dat heeft tot gevolg dat pronominale meervoudsvormen minder onderscheidingen kennen dan de enkelvoudsvormen. Het merkwaardige in het verlengde van dit principe is dat onbesproken blijft waar de aanvankelijke overd~ffer.entiatie vandaa.n komt. Waar ligt de ontstaansbron van overdadigheid en redundanhe van vormen? Een tweede probleem, en dat ziet Van Marle natuurlijk ook in, is dat dit principe op zich niet voldoende is omdat het veel meer ruimte laat dan alleen maar een verandering in de pronominale vormen van de derde persoon meervoud van non-subject naar subject (cf. ook het Afrikaans dat door Van Marle als schoolvoorbeeld gebruikt wordt). Er zijn flankerende en aanvullende krachten nodig die het verschijnsel richting en plaats geven. Twee van dergelijke krachten worden door Van Marle nog eens nadrukkelijk naar voren geschoven. Van Marle zoekt daarbij vooral richting. Ten eerste stelt hij dat bij samenval van subjects- en non-subjectspronomina het pleit vooral wordt beslecht ten voordele van de non-subjectsvormen. Ten tweede
7 150 Van Hout Waar kwamen hun onze taal binnen? 151 kent hij een nog uitgesprokener positie toe aan de possessief, maar het is niet geheel duidelijk wat hij daar nu precies mee wil. Tot slót doet hij nog een beroep op wat in deze bijdrage het Paardekooper-effect genoemd is als een plaatsbepalende kracht. Vastgesteld moet worden dat?o~ ~ij niet veel verder komt dan descriptief getinte generahsahes. 4 SAMENZWERINGEN Natuurlijk geeft de ANS (zie Geerts et al. 1984) al een mooi overzicht van de Nederlandse pronomina en de beschrijving in de MGD (zie Broekhuis 1994) biedt vervolgens weer een flinke stap voorwaarts, ~et een e~n aanzienlijk verbeterd overzicht. Toch komen nog lange met.~lle feiten van het Nederlandse pronominale syteem boven tafel, zo hjkt ~et. Twee nog ondoorzichtige kwesties betreffen de preciese verh?udmg tusse~ de volle (disjuncte) en zwakke (c1itische) pronomma en de relatie tussen het genus- en geslachtsonderscheid in het pronominaal systeem en de teruggang van een systeem van drie genera naar twee genera. In het zoeken naar een verklaring voor de Nijmeegse hun-data is in het verslag. van het.onderzoek (Van Hout 1989) nadrukkelijk gewezen op de speciale relatie tussen de dimensie vol en zwak aan de ene kant en de di~ensie van het casusonderscheid aan de andere kant. Er lijken afhanke.hjkheden te bestaan die leiden tot casuswisselingen van pronomma. Zonder daarmee andere verklaringen uit te willen sluiten kan voorzichtig gesteld worden dat subjectsvormen uit de aard van hun rol vaak voorkomen in de ongeaccentueerde positie na de persoonsvorm. Dat kan een slijtageproces op gang brengen, dat wat weer tot gevolg heeft dat voor sterke, benadrukte vormen een beroep gedaan wordt op de non-subjectspronomina (Van Hout 1989: 237). DeSchutter (1987; 1995) laat zien dat dergelijke rolwisselingen wel vaker voorge~omen zijn in.de Nederlandse dialecten, vooral van wat hij noemt 0 (object; non-subject) naar S (subject). Ook wisselingen van Snaar 0 komen voor en het zou interessant zijn om uit te zoeken of het in dat geval (door de bank genomen) om zwakke (verzwakte) pronominale vormen gaat. De Schutter wijst terecht op het belang van de verschillen in syntactische distributie van de verschillende soorten pronominale vormen. 5 Daarnaast speelt ook de referentiële belasting een rol. D~.t punt is al eens vaker in de oudere literatuur genoemd, maar het bhjkt nog eens overtuigend in de cross-linguïstische exercitie van Corver & Delfitto (te versch.), die dat feit bovendien weten te verbinden met verschillen in syntactische eigenschappen van volle en zwakke pronomina. Er is een relatie tussen de semantische en syntactische eigenschappen van de pronomina en die relatie kan voor ons hun-doeleinde het best als volgt verwoord worden: (6) Het wissel-effect Er is een uitwisseling tussen subjects- en non-subjectsvormen die mede in gang gehouden wordt door het sterkte-effect (sterke, disjunctieve pronomina kunnen contrast(focus) dragen) en de mate van referentiële belasting van de pronomina. Dit effect wijst al op een samenzwering tussen verschillende taalkundige elementen. Ik wil de zaak hier niet verder compliceren, maar ik wil wel wijzen op het feit dat De Schutter (1987; 1995) op twee wisselpatronen wijst: tussen S en 0 en tussen 0 en P (de categorie P wordt gevormd door de possessieve pronomina). Dat houdt in dat pronomina nooit rechtstreeks van P naar S verschuiven. Hij heeft daar niet direct een verklaring voor, maar die lijkt te moeten worden gevonden in het mechanisme van 'case licensing'. In Van de Craats, Corver & Van Hout (ms.) wordt betoogd dat pronominale bezitters ('mij') in de complement positie van het nomen (het bezit) staan. De genitiefcasus van een possessief wordt gecheckt in spec-dp, waardoor het pronomen in spec-d terecht komt. Samenvoeging van het pronomen en zijn abstracte genitieve (zero )markeerder levert door suppletie de possessieve pronominale vormen op. Genitiefvormen zijn aldus ten opzichte van objectsvormen (non-subjectsvormen) extra gemarkeerd. Dat zou dan verklaren waarom juist tussen 0 en P wisselingen mogelijk zijn en waarom P als een nog sterkere pronominale variant moet worden beschouwd dan 0 al is (hetgeen Van Marle (1992) zo graag wil). Het wordt tijd om het zevende effect te gaan benoemen. Ook voor dit effect kan van een samenzwering gesproken worden omdat meerdere factoren op elkaar inwerken en elkaar zelfs lijken te versterken. Het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk in het pronominale systeem is van oudsher een genusonderscheid, maar er schuilt een adder onder het gras. De volle pronomina in het Nederlands kunnen alleen verwijzen naar personen, waarbij niet het grammaticale genus maar juist het natuurlijk geslacht de beslissende factor wordt in geval van derde-persoonsverwijzingen (ik ga hier verder niet in op de speciale positie van het pronomen het). Het Nederlands staat niet alleen in de wezenlijke rol die het semantisch kenmerk [+ menselijk] speelt in pronominale systemen. Corver & Delfitto (te versch.) laten zien dat dit kenmerk in meerdere talen positief gespecificeerd moet zijn bij volle / sterke pronomina en dat het geen waarde draagt bij de zwakke (c1itische) pronomina. Dat verklaart het verschil in syntactische distributie tussen volle en zwakke vormen en het houdt in dat zwakke pronomina gebruikt kunnen worden om naar objecten te verwijzen en sterke pronomina niet, een verschijnsel waar voor het Nederlands al vaker op gewezen is (cf. voor het Antwerps De Schutter 1987).
8 152 Van Hout Er is op het punt van verwijzing door pronomina naar objecten in het Nederlands een ontstellend gebrek aan empirische gegevens. DM moet ook Van Berkum (1996) constateren in zijn zoektocht naar de functies van het genus in het Nederlands. Op basis van de beschikbare gegevens concludeert hij in elk geval dat het Nederlands snel verder reduceert van een drie- naar een twee-generasysteem. Het is al zo dat het pronominale systeem van de nadrukkelijke vormen uitsluitend gebruikt kan (gaan) worden voor verwijzing naar personen en dat nadrukkelijke pronominale verwijzing naar objecten plaats lijkt te gaan vinden via bijvoorbeeld aanwijzende voornaamwoorden. 6 Verder onderzoek is nodig, maar dat vormt geen beletsel om het volgende effect te formuleren: (7) Het genus-effect De overgang naar een twee generasysteem versterkt het effect dat persoonspronomina verwijzen naar [ + menselijk]. Het effect is wat algemener geformuleerd maar het houdt in dat vooral binnen de beperkte groep van sterke subjectspronomina de vorm van het vrouwelijk enkelvoud zij sterker en opvallender in competitie komt met de meervoudsvorm zij. Het genus-effect gaat hier samenspannen met het opzij-effect, juist in het deictische, direct referentiële deel van het pronominale systeem. Dat laat onverlet dat verder onderzocht zou moeten worden hoe de zwakkere vormen van de pronomina van de derde persoon zich gaan gedragen ten opzichte van het genusonderscheid. Deze functie lijkt weg te vallen en het zou geen verbazing mogen wekken als de aanwijzende voornaamwoorden van het Nederlands hier aan een nieuwe carrière gaan beginnen, ook voor minder nadrukkelijke, anaforische gerichte verwijzingen naar objecten. 5 CONCLUSIE Pronominale systemen zijn veel ingewikkelder dan ze op het eerste gezicht lijken, zo mag wel geconcludeerd worden. En dat gaat zeker op voor de pronominale systemen in het Nederlandse taalgebied. Blijkbaar spannen hier factoren van fonologisch, morfologische, semantisch en syntactische aard stevig samen. Dat betekent dat vragen over de pronomina vaak niet eenvoudig te beantwoorden zijn. Dat wordt terecht al aangegeven door De Schutter (1987) die spreekt van de noodzaak van een multidimensionele aanpak om het pronominale systeem in zijn diachrone en diatopische ontwikkeling te doorgronden. Een vergelijkbare belijdenis is te vinden bij Van Marle (1992) die spreekt van een wederzijdse inwerking van taalstructurele, functionele en sociolinguïstische factoren. In een dergelijke benadering is het Waar kwamen hun onze taal binnen? 153 natuurlijk van groot belang de verschillende factoren nauwgezet te scheiden. In deze bijdrage is een poging gedaan de effecten voor hun in kaart te brengen. Maar hoe werken die meervoudige effecten nu op elkaar in? Ter wille van de discussie over taalverandering zou ik de volgende wetmatigheid willen formuleren: (8) De wet van de harmonische variatie Taalvariatie en daarmee ook taalverandering worden vooral versterkt in het geval van samenspannende effecten. Versterking in harmonische zin houdt in dat het effect vele malen (multiplicatief, exponentieel?) sterker wordt dan de optelsom van de afzonderlijke effecten. Het is hier niet de plek om verder op deze enigszins stoutmoedig veronderstelde wetmatigheid in te gaan, alhoewel dat zeer interessant zou zijn gezien de assumpties die aan bijvoorbeeld de variabeleregelanalyse ten grondslag liggen (ik denk daarbij vooral aan de claim van de non-interactie tussen linguïstische factoren). Ons hun wijst op de noodzaak van een soort wetmatigheid als de bovenstaande. Hoe kan anders de onweerstaanbare kracht verklaard worden en de veelvuldigheid van brandhaarden?7 Het verschijnsel vraagt om een nauwere samenwerking tussen dialectologen en sociolinguïsten, niet zozeer om het verschijnsel te bestrijden, maar om het te begrijpen. Van Haeringen (1956) plaatst de Nederlandse morfologie tussen het Engels en het Zweeds. Het gaat om een welbekend feit, zo schrijft De Schutter (1995), dat ook nog eens fraai gei1lustreerd wordt door de persoonspronomina. Maar ik zou in verband met hun toch nog op een andere taal willen wijzen. Opvallend is dat de hedendaagse ontwikkelingen in het Nederlands al lijken te hebben plaatsgevonden in het Zweeds. In het Zweeds is in de spreektaal de niet-subjectsvorm de subjectsvorm geworden in de derde persoon meervoud van het persoonlijk voornaamwoord (het gaat om de vorm dem, die uitgesproken wordt als dom). In geschreven vorm wordt slechts de oorspronkelijke vorm de als subjectsvorm toegestaan, maar het is verre van onaannemelijk dat de subjectsvorm ook schriftelijk het loodje zal leggen. Een tweede Zweedse voorafspiegeling lijkt het gebruik van de (aanwijzende) voornaamwoorden den en det, die verwijzen naar zaken/ objecten. De doet dat voor en-woorden, det doet dat voor ett-woorden, een onderscheid dat prachtig parallel loopt met onderscheid in de twee genera van het moderne Nederlands: de de- en het-woorden. Aan het slot van deze bijdrage wil ik nog even terugkomen op onze voetballers. Zij lijken nooit de status te zullen krijgen die door sommige taalkundigen is toegekend aan de Hollandse dienstmeiden. Ze hebben zelf echter wel een lichtend voorbeeld in de persoon van Johan Cruijff die moeiteloos zou kunnen zeggen: "Hun wie onze taal
9 154 Van Hout binnenkomen verdienen een prijs" (een schaal?). Zover zou ik niet willen gaan en ik ben ervan overtuigd dat deze zin zowel naar :Vorm als inhoud ook Toon Hagen te ver gaat. Maar misschien voeren zijn interesse voor voetbal en zijn oude liefde voor Scandinavië hem naar een wat gematigder en vooral naar een genuanceerd standpunt. NOTEN 1 Weijnen wijst er in zijn bijdrage in deze bundel op dat voornaamwoorden van de tweede persoon een belangrijk dialectologisch indelingscriterium zijn gezien hun hoge gebruiksfrequentie en het feit dat dergelijke pronomina vaak voorkomen in spotzinne~es over een naburig dialect. 2 Natuurlijk heb ik ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om een fout te herstellen. De voorkomfrequentie van mij is niet 26 maar 268, hetgeen niet de interpretatie van De Schutter van de taaie levenskracht van de Nijmeegse pronomina ondersteunt. 3 Ik wil zeker niet het onderzoek van Scholtmeijer (1992) verdedigen, maar de kritiek die Van Marle (1992: noot 18) formuleert laat zien dat hij op zijn minst niet wil begrijpen wat Scholtmeijer bedoelt te zeggen. 4 In de musical 'Madam' zingen de prostituees de volgende aanklacht tegen de mannen in een uit het Engels vertaald lied dat in het Nederlands de titel kreeg 'Hun hebben de macht': hun hebben de macht / hun hebben de poen wij worden veracht en verkracht en vernederd door alles wat ze doen hun hebben de macht / hun hebben de poen hun hebben de wijsheid in pacht en alleen maar ellende gebracht Een treffend voorbeeld, uit een geheel andere dienstverlenende sector. Bovendien is er nog de afwisseling met ze die getuigt van een groot gevoel voor taalkundige finesse van de vertaalster. Dat zal niemand verbazen, want het was Annie M.G. Schmidt. 5 De syntactische distributionele verschillen voor de Antwerpse subjectspronomina worden weergegeven in Nuyts (1995). Het gereduceerde subjectspronomen voor de derde persoon enkelvoud in het Antwerps lijkt interessant omdat het de overstap van objectspositie naar subject heeft gemaakt als clitisch pronomen. Verder is het treffend te zien dat het Antwerps als derde persoon meervoud het pronomen zun heeft, dat een gecontamineerde ('gecomponeerde') vorm is van de normale S-subjectsvorm en een oude objectsvorm (zie de Schutter 1987:47). Gezien het Antwerpse pronominale systeem is deze ontwikkeling vergelijkbaar met het hedendaagse hun in Nederland. 6 De verwijzing naar collectiva met de volle pronomina zij en haar is niet vreemd als men bedenkt dat collectiva waaraan met die pronomina gerefereerd wordt als een groep of organisatie van mensen kunnen worden opgevat. Dat houdt dan tevens in dat abstracta als vrouwelijk gezien worden. 7 Taeldeman ging in een lezing (juli 1996, Berg en Dat eerste Workshop van het ESF-netwerk Sociale Dialectologie) in op de de sk-kaart van het Nederlands. Zijn stelling is dat de consonantcluster sg (sch-) in stand gehouden Waar kwamen hun onze taal binnen? 155 wordt door de standaardtaalvoorschriften. De cluster is een vergankelijk, instabiel tussenstadium tussen sk en sj (palatalisatie). Dat verklaart dat op zeer uiteenlopende plaatsen op de dialectologische kaart van Nederland de cluster sk wordt aangetroffen. Het betreft een 'natuurlijke' verandering die op meerdere plaatsen (steeds weer) de kop op steekt. Iets soortgelijks lijkt zich voor te doen met ons hun. De meervoudige geografische ontstaansbronnen van het cluster sk kunnen uitstekend aanschouwd worden op de kaart in Weijnen (1966). LITERATUURVERWIJZINGEN Berkum, J. van (1996t The psycholinguistics of grammatical g~nder. S:udie~ i~ language comprehension and production, Proefschrift Kathoheke Umversltelt Nijmegen.... Broekhuis, H. (1994t The referential properties of noun phrases I: the dlstnbutl.on and interpretation of the reflexive, reciprocal, personal, ~nd possesslve pronouns (binding theory), Modern Grammar of Dutch, Occaswnal Papers 1, University of Tilburg.. Corver, N. & D. Delfitto (te verschijnen), On the nature of pronoun movement, m: H. van Riemsdijk (ed.), Clitics in the languages of Europe, Berlin: Mouton de Gruyter. Craats, 1. van de, N. Corver & R. van Hout (ms.), L2 acquisition of p~ssessives: The principle of L1 conservation and stepwise development, Kathoheke Umversiteit Brabant. Geerts, G., W. Haeseryn, J. de Rooij & M. van den Toorn (red.) (1984), Algemene Nederlandse Spraakkunst, Groningen/Leuven: Wolters-Noordhoff. Haeringen, C. van (1956), Nederlands tussen Duits en Engels. Den Haag. Hagen, A. (1995), Gemarkeerdheid van de Belgisch-Nederlandse woordenschat, in: Taal en Tongval 47, Hagen, A., J. Goossens & R. van Hout (1992), Inleiding..onderzoek van stadsdialecten, in: Taal en Tongval, themanummer 5, Stadsdzalecten, 5-8. Horst, J. van der (1988), Dat is het wat hun vaak doen. Hun als voorbeeld van taalverandering, in: Onze Taal 57, Hout, R. van (1989), De structuur van taalvariatie. Een sociolinguïstisch onderzoek naar het stadsdialect van Nijmegen, Dordrecht: Foris. Kooiman, K. (1969), Hun = Zij, in: De Nieuwe Taalgids 62, Marie, J. van (1992t Iets over het werk van Jaap de Rooij: een plaatsbepaling aan de hand van pronominale kwesties, in: J. Berns & J. van Marle (red.), Variatie in de Nederlandse standaardtaal, Cahiers van het P.J. Meertens Instituut, nummer 5, Nuyts, J. (1995), Subjectspronomina en dubbele pronominale constructies in het Antwerps, in: Taal en Tongval 47, Reker, S. (1993), Groninger bewegingen, in: Taal en Tongval, themanummer 6, Dialectverlies en regiolectvorming, Rooij, J. de (1990), Over hun en hen, en hun, in: Taal en Tongval 42: Scholtmeijer, H. (1992), Het Nederlands van de IJsselmeerpolders, Proefschnft Universiteit van Leiden.
10 156 Van Hout Schutter, G. de (1987), Morfologische categorieën van 'Persoonspronomina' in de Nederlandse dialecten, in: Taal en Tongval, themanr. 1, Morfologie, Schutter, G. de (1990), Bespreking van R. van Hout, De structuur van t~alvariatie, in: Taal en Tongval 42, Schutter, G. de (1995), Samenvalpatronen bij pronomina in de Nederlandse dialecten, in: J. Cajot, L. Kremer & H. Niebaum (Hrsg.), Lingua theodisca. Beiträge zur Sprach- un Literaturwissenschaft. Jan Goossens zum 65. Geburtstag, Münster, Storms, G. (1978), Etymologische mijmeringen, in: Gramma 2, Weijnen, A. (1966)2, Nederlandse dialektkunde, Assen: Van Gorcum.
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/104385
Nadere informatieDe kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06
Nadere informatieRekenen Groep 4-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieTaalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1
19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.
Nadere informatieRekenen Groep 7-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieJouw avontuur met de Bijbel
Nieske Selles-ten Brinke Jouw avontuur met de Bijbel Dagboek voor kinderen Uitgeverij Jes! Zoetermeer Uitgeverij Jes! is een samenwerking tussen Uitgeverij Boekencentrum en de HGJB. Kijk voor meer informatie
Nadere informatieBasisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek
Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 29 november 2004 Variatielinguïstiek Wat is variatielinguïstiek? De studie van taalvariatie
Nadere informatieAntwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of
Nadere informatie9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd
53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn
Nadere informatieRekenen Groep 4-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieRekenen Groep 4-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieVan mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht
[Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel
Nadere informatieFRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO
FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 Inhoud Voorwoord 6 1 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 7 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 8 Domein A: Leesvaardigheid
Nadere informatieFriese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011
Friese taal en cultuur HAVO Syllabus centraal examen 2011 september 2009 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag
Nadere informatieFriese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010
Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden
Nadere informatieSemantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp
Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het
Nadere informatieOuderschap in Ontwikkeling
Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap
Nadere informatieCORPORATE MEDIA GOVERNANCE
CORPORATE MEDIA GOVERNANCE corporate authority 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Cover Foto: Associated Press/Reporters/Gerald Herbert Vormgeving en opmaak: Brigitte van Loon, anima mia, Rotterdam, Nederland Eindredactie:
Nadere informatie2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:
2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) Die Arbeit mit dem Sprachtagebuch dient in den Seminaren Literatur- und Sprachwissenschaft zur Vertiefung und Erweiterung der erworbenen
Nadere informatiefaculteit der letteren scandinavische talen en culturen Datum 15.09.2009 1 Fascinerende fouten Muriel Norde
Datum 15.09.2009 1 Fascinerende fouten Muriel Norde Datum 15.09.2009 2 Taalverloedering Vroeger sprak vrijwel iedereen correct. Maar met het verstrijken van de tijd is het er niet beter op geworden. Datum
Nadere informatieVAKBELEVING EN MOTIVATIE MODERNE VREEMDE TALEN.
1 VAKBELEVING EN MOTIVATIE MODERNE VREEMDE TALEN. LEERLINGENVERSIE. Beste leerling, Wij willen je vragen om deze vragenlijst in te vullen over het leren van moderne vreemde talen. Hierbij zijn er geen
Nadere informatieTransfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen
Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers
Nadere informatieVincie van Gils. Klantencommunicatie. Zo krijg je en houd je u tevreden klanten. Spectrum. Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen
Vincie van Gils Klantencommunicatie Zo krijg je en houd je u tevreden klanten Spectrum Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Spectrum maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum
Nadere informatieEerste uitgave: maart 2015-03-14 Copyright 2015 Saskia Steur Druk: www.drukzo.nl
Eerste uitgave: maart 2015-03-14 Copyright 2015 Saskia Steur Druk: www.drukzo.nl Hoewel deze uitgave met zorg is samengesteld aanvaardt de auteur geen enkele aansprakelijkheid voor schade ontstaan door
Nadere informatieFRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015
FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO Syllabus centraal examen 2015 April 2013 2013 College voor Examens, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
Nadere informatieRekenen Groep 6-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of
Nadere informatieWat er in de Bijbel staat.en andere liederen
Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen Liedbundel voor kinderevangelisatie Melodieën Bijbelteksten en samenstelling liederen: A.M. Brouwer- Karels Harmonisaties:
Nadere informatieSpelend leren, leren spelen
Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil
Nadere informatiein de zin. Je hoort het overal. En zo vaak! Zij zeiden hun! Dat kan toch niet!? Het is hartstikke dom! En lelijk! Dat is de norm.
1. Hun zijn dom. De taalnorm. Als hun dat niet konden, dan zouden hun dat niet doen. Natuurlijk heeft Johan Cruijff gelijk, want Johan Cruijff spreekt altijd de waarheid. Da s logisch. Taalregels laten
Nadere informatieGeef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR
Geef Gods beloften voor jou nooit op! MIRANDA TOLLENAAR Geef nooit op! Tollenaar, Miranda ISBN 978-90-6353-630-5 NUR 713 Boekverzorging: Studio Vrolijk, Margreet Kattouw De bijbelteksten in deze uitgave
Nadere informatie@ AB. Eigenaardig Mentorschap
@ AB Eigenaardig Mentorschap Als mentor moet je kunnen omgaan met al die eigenaardigheden van je leerlingen. Daarbij heb je ook je persoonlijke eigenaardigheden waarvan het prettig is als die een plek
Nadere informatieInhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197
Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,
Nadere informatieWat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie?
Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? door Nathan Wennegers Trefwoord: zelfkennis / meditatie 2015 Non2.nl Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever mag niets uit deze uitgave
Nadere informatieBeginnen met leidinggeven 13-05-2008 11:36 Pagina 1. Beginnen met leidinggeven
Beginnen met leidinggeven 13-05-2008 11:36 Pagina 1 Beginnen met leidinggeven Beginnen met leidinggeven 13-05-2008 11:36 Pagina 2 Beginnen met leidinggeven 13-05-2008 11:36 Pagina 3 Beginnen met leidinggeven
Nadere informatiehttp://fuzzy.arts.kuleuven.ac.be/rewo/
Ton van de Wijngaard WEGWIJZER NEDERLANDSE DIALECTOLOGIE Rubriek A geeft een overzicht van relevante literatuur die er op het gebied van de Nederlandse streektalen en dialecten is verschenen. De rubriek
Nadere informatieLeven met angst voor ernstige ziektes
Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieRomeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]
Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. 3 Wat
Nadere informatieDoorbreek je belemmerende overtuigingen!
Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als
Nadere informatieAls wij dit soort vragen stellen dan gaan wij uit van de talenten en mogelijkheden van cliënten.
Hand-out Workshop oplossingsgericht gesprekvoeren. Wat is oplossingsgericht werken? Volgens Mahlberg&Sjöblom (2011) wordt er over het algemeen uit gegaan van een probleem gerichte benadering. Een probleem
Nadere informatieDe laatste wens van Moek
De laatste wens van Moek 1 2 Albert Heringa DE LAATSTE WENS VAN MOEK Ich bin zu sterben bereit UITGEVERIJ DE BROUWERIJ 2013 uitgeverij de brouwerij maassluis 3 De titel van dit boek is ontleend aan de
Nadere informatieWIE GOED ONTMOET DISCUSSIELES OVER EEN MAATSCHAPPELIJK DILEMMA DAT GEPAARD GAAT MET DIEPE HERSENSTIMULATIE
WIE GOED ONTMOET DISCUSSIELES OVER EEN MAATSCHAPPELIJK DILEMMA DAT GEPAARD GAAT MET DIEPE HERSENSTIMULATIE 1 INLEIDING Ontwikkelingen in wetenschap en techniek leiden soms tot maatschappelijke vraagstukken
Nadere informatieNamen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs
Kris Tavernier Namen van God en van Christus in de eerste brief aan Timoteüs 1 Timoteüs 1-6 Het is mijn bedoeling in dit artikel een overzicht te geven van de namen van God en van Zijn Zoon Jezus, die
Nadere informatieVan sondevoeding naar marsepein
Van sondevoeding naar marsepein Eerste druk, 2013 2013 Nelleke van Doodewaard Corrector: Anneke van Heusden isbn: 9789048430765 nur: 402 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel
Nadere informatieActiviteiten uitvoeren
Activiteiten uitvoeren Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Hanneke Jansen Inhoudelijke redactie: Patricia Streng Eindredactie: Astrid Habraken
Nadere informatieMaatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij
Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid
Nadere informatieFRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO
FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). 2017 College
Nadere informatieToetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing
bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810
Nadere informatieRekenen Groep 6-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
Nadere informatieStartbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out
Startbijeenkomst met leidinggevenden hand-out hand-out startbijeenkomst met leidinggevenden Wat houdt jongeren gaande én bezig? Kies twee of drie plaatjes die dat voor jou t best symboliseren 2 Basisbehoeften
Nadere informatieGunther De Vogelaer De Nederlandse en Friese subjectsmarkeerders: geografie, typologie en diachronie
Review 119 Gunther De Vogelaer De Nederlandse en Friese subjectsmarkeerders: geografie, typologie en diachronie Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2008 449 pp. ISBN 978-90-72474-74-2
Nadere informatieA Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt
Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000
Nadere informatiewww.nexttalent.nl > Inkijkexemplaar
> Inkijkexemplaar Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. De rol van werk in een leven 3. Wat ben je, wat kun je, wat wil je? 4. Waar vind je die baan? 5. Talentontwikkeling & Flow Copyright 2011, Martijn Leonard,
Nadere informatieleren omgaan met Diversiteit In je gemeente
Bijbelstudie 1 Korintiërs Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden we vaker bepaald bij de verschillen tussen
Nadere informatieDit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel (http://www.computerbijbel.com) ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6
ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6 EEN MAN NAAR GOD'S HART. Handelingen 13:22 INTRODUCTIE. 1. In zijn toespraak in Antiochië, gaat Paulus kort in op de geschiedenis van Israël, hij citeert een
Nadere informatiePeerEducatie Handboek voor Peers
PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:
Nadere informatieProstaatkanker Hoe ontdek je het en dan?
Prostaatkanker Hoe ontdek je het en dan? Eerste druk, 2014 2014 Henri Pieter www.henripieter.nl Schilderij cover: Irma Boogh-van der Burg isbn: 9789048433735 nur: 860 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer
Nadere informatieFrank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt
Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt Geweldloze Communicatie met kinderen. Het project Giraffendroom Met een
Nadere informatieDe kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 27 Kaart 7. Toon wast zich, uit Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, deel 1 (68b). Kaart 8. Eduard kent zichzelf goed,
Nadere informatieCompetent talent in de praktijk
Competent talent in de praktijk Competent talent in DE PRAKTIJK CURSISTENBOEK Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten Competent talent in de praktijk Cursistenboek Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten
Nadere informatieOpeningsgebeden INHOUD
Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus
Nadere informatieHij/zij was de liefste, maar ook de ergste
Hij/zij was de liefste, maar ook de ergste Eerste druk, 2014 2014 Emelie van Laar isbn: 9789048434497 nur: 775 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van
Nadere informatieKoningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande
Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie
Nadere informatieVóór de 1e lijdensaankondiging staat die prachtige belijdenis van Petrus, dat Jezus is de Messias.
Zondag 23 september 2012, Kogerkerk 1e zondag van de herfst, kleur groen Wijsheid 1, 1-7 & Marcus 9, 30-37 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, In het Marcus-evangelie zijn patronen te
Nadere informatieVoel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008
Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.
Nadere informatieOmgaan met ziekelijke jaloezie
Omgaan met ziekelijke jaloezie Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag
Nadere informatieMeer succes met je website
Meer succes met je website Hoeveel geld heb jij geïnvesteerd in je website? Misschien wel honderden of duizenden euro s in de hoop nieuwe klanten te krijgen. Toch levert je website (bijna) niets op Herkenbaar?
Nadere informatieDossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek
Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft
Nadere informatieHeeft God het Kwaad geschapen?
Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade
Nadere informatieThe expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The expression of modifiers and arguments in the noun phrase and beyond van Rijn, M.A. Link to publication Citation for published version (APA): van Rijn, M. A. (2017).
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2011 - I
Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie
Nadere informatieDE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A
DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A 4 opdrachten! 60 minuten! Bij iedere opdracht zet iemand zijn wekker/ chronometer (op gsm of uurwerk), zodat je zeker niet veel langer dan een kwartier bezig bent.
Nadere informatieP l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012
P l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012 Enkelvoud en meervoud in de morfosyntaxis: (1) a. Het meisje lacht/*lachen. b. De meisjes *lacht/lachen. c. Tina lacht/*lachen en Lotte lacht/*lachen.
Nadere informatiezondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar
Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.
Nadere informatieD of T Bingo! www.meesterklaas.nl. Welke regels hebben jullie gehanteerd? Omdat hij werd gestoord, wendde hij zijn gezicht naar de deur.
Lees de zinnen voor in willekeurige volgorde. De leerlingen moeten vervolgens het d/t woord in die zin juist invullen. Wanneer een leerling alle zinnen als eerst heeft roept hij of zij INGO! Zijn alle
Nadere informatieHEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN
E-blog HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN In talent & groei Het is belangrijk om je talent goed onder woorden te kunnen brengen. Je krijgt daardoor meer kans om het werk te
Nadere informatieOntmoetingskerk - Laren NH - 20 april 2014 - Pasen Mattheüs 28: 1-10
Ontmoetingskerk - Laren NH - 20 april 2014 - Pasen Mattheüs 28: 1-10 Zondagsnacht, terwijl soldaten op wacht staan bij het graf, komt er een luide stem uit de hemel. Ze zien hoe de hemelen zich openen
Nadere informatieBrunelleschi. De Dom van Florence
Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv, Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of
Nadere informatieSamen eenzaam. Frida den Hollander
Samen eenzaam Samen eenzaam Frida den Hollander Tweede editie Schrijver: Frida den Hollander Coverontwerp: Koos den Hollander Correctie: Koos den Hollander ISBN:9789402122442 Inhoud Inleiding 1 Ik ben
Nadere informatieGezond eten: Daar heb je een leven lang lol van!
Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! Opgedragen aan Julia, Floris en Maurits. Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! EEN VROLIJK BOEK VOOR KINDEREN WAARMEE ZIJ HUN OUDERS KUNNEN LEREN
Nadere informatieSpoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!
Jongeren en chattaal geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem! September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal
Nadere informatieDubbelspel. Alan Durant
Dubbelspel Dubbelspel maakt deel uit van de Schaduw-reeks van Lezen voor Iedereen/Uitgeverij Eenvoudig Communiceren. De Schaduw-reeks is een serie spannende verhalen voor jongeren. Lezen voor Iedereen/Uitgeverij
Nadere informatieEn, wat hebben we deze les geleerd?
Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:
Nadere informatieDe diep verstandelijk gehandicapte medemens
De diep verstandelijk gehandicapte medemens Eerste druk, mei 2012 2012 Wilte van Houten isbn: 978-90-484-2352-1 nur: 895 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatiePerson Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen
Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde
Nadere informatieVoting Wiser. The Effect of Voting Advice Applications on Political Understanding. J. van de Pol
Voting Wiser. The Effect of Voting Advice Applications on Political Understanding. J. van de Pol Nederlandse samenvatting 140 Kieswijzers of stemhulpen in de wetenschappelijke literatuur aangeduid als
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieProefexamen PsBK3. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg
Proefexamen PsBK3 Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Dit proefexamen PsBK3 bestaat uit 2 cases met bijbehorende open vragen. Het werkelijke examen PsBK3 bestaat uit 6 cases met bijbehorende open
Nadere informatieUitkomsten Enquête mei 2015
Uitkomsten Enquête mei 2015 Inhoud Conclusies 1 Inleiding 2 Antwoorden op de vragen 3 Wat is je geslacht? 3 Wat is je leeftijd? 3 Wat beschrijft jouw (werk) situatie het beste? 4 Hoe vaak lees je de nieuwsbrief?
Nadere informatieEducatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Nadere informatieblanco (wordt verlijmd met cover)
1 blanco (wordt verlijmd met cover) 2 blanco Vincent Bijlo en Mariska Reijmerink Bink en Pip gaan naar Engeland Met tekeningen van Juliette de Wit Bink en Pip gaan naar Engeland Auteurs: Vincent Bijlo
Nadere informatieGeen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens
Copyright 2011 Uitgeverij Lambo bv Arnhem Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of
Nadere informatieWerkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.
DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden
Nadere informatieVan huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie
Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,
Nadere informatieY-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van 1994-2001. De songtekst vind je in bijlage 1.
Kiezen Opwarmertje Een eigen keuze (Naar: Kiezels 10 e jaargang, nr. 5) Laat één jongere beginnen met het noemen van een drietal belangrijke zaken uit zijn leven, bijvoorbeeld iemand kiest scooter, voetbal
Nadere informatieSidi Mohamed Ghaneme
Sidi Mohamed Ghaneme Islam voor Globale Pubers Uitgeverij U2pi Uitgeverij U2pi BV (www.jouwboek.nl), Voorburg 1e druk maart 2012 (isbn 978-90-8759-262-2) 1e ebookversie maart 2012 Titel: Islam voor globale
Nadere informatie