MEDISCHE ZORG LEERMENU 5.2 BOL/BBL

Transcriptie

1 MEDISCHE ZORG LEERMENU 5.2 BOL/BBL Werkprocessen 2.1 maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling 2.2 assisteert de behandelaar bij de medische handeling 2.3 voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg 2.4 begeleidt en informeert de zorgvrager Competenties: D: aandacht en begrip tonen E: samenwerken en overleggen I: presenteren K: vakdeskundigheid toepassen L: materialen en middelen inzetten R: op de behoeften en verwachtingen van de klant richten T: instructies en procedures volgen ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 1

2 ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 2

3 Inleiding: MEDISCHE ZORG LEERMENU 5.2 Je start met een nieuw leermenu van Medische Zorg. Het is bij het toepassen van Medische Zorg vaardigheden van belang dat je niet alleen bekwaam bent in het uitvoeren ervan, maar dat je ook weet wanneer je een vaardigheid wel of niet zelfstandig mag uitvoeren. Bovendien is het belangrijk dat je vaardigheden goed en vlot kunt uitvoeren en dat je de kwaliteit van de vaardigheden, maar ook de kennis ervan onderhoudt en herhaalt. Onderwerpen die dit leermenu onder andere aan bod komen zijn: onderzoek op ontstekingen, uitspuiten van het oor, injectie geven in de bovenarm, bloedonderzoek, longfunctie en ademhalingsonderzoek en bloeddruk. Het is daarbij belangrijk dat je accuraat werkt en goed observeert of de zorgvrager de handeling goed doorstaat. Tijdens de opleiding voer je de vaardigheden steeds volgens protocol uit. Zo ook word je beoordeeld volgens protocol. Wanneer de beoordeling voldoende is, wordt dit in je protocollenboek afgetekend. Zorg dat je zo nu en dan een kopie van je behaalde resultaten maakt. Dan heb je een bewijs indien jouw protocollenboek is zoekgeraakt. Voor de opleiding BOL geldt, dat je de vaardigheden in totaal 2x op school aftekent en 1x in de BPV. Het spreekt voor zich, dat een lastige of BIG geregistreerde vaardigheid, pas na een ruime ervaring kan worden afgetekend. Je moet immers onder allerlei omstandigheden laten zien, dat je de vaardigheid goed en vlot beheerst. Voor de opleiding BBL geldt, dat alle vaardigheden op school 1x zijn afgetekend en dat BIG geregistreerd vaardigheden 2x worden afgetekend. Zo ook vaardigheden die je nog lastig vindt/ lang niet hebt uitgevoerd. In de BPV worden de vaardigheden 1x afgetekend. Procedure: Elke periode van 10 weken wanneer je met het nieuwe MZ leermenu start, ga je ook een planning maken voor medische zorg in je PAP. Hulpmiddel hierbij is het methodisch werken: De oriëntatie De planning De uitvoering Controleren en evalueren Zie voor methodisch werken de bijlage achterin het leermenu. Zie voor het PAP formulier de bijlage achterin het leermenu. Pak zo nodig nog eens de uitleg over het maken van leerdoelen erbij. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 3

4 TE GEBRUIKEN BRONNEN: Maak steeds gebruik van 2 bronnen en verwoord je tekst in eigen woorden: Verpleegtechnisch handelen (medisch technisch) handelen boek voor doktersassistenten Protocollenboek (zie beroepsopdracht 5) Doktersassistent in het kader van de wet (BIG) Map t.b.v. verbandmiddelen + wondbehandeling in MZ lokaal Verbandleer boek Verbanden en verbinden boek Medisch woordenboek (kan ook via internet) Dipslide referentiekaart (aan docent vragen) AGcontext.nl: laboratoriumkennis inhoudsopgave laboratoriumkennis instrumentenkennis inhoudsopgave instrumentenkennis vaardigheden basisverpleegkunde ademhaling observeren van de ademhaling Of theorie in zoekopdracht ademhaling intikken Internet: voor algemene informatie Voor dipslide info: via google intikken: Microcount VEIP BV dipslides voor urine en sedimentonderzoek: dan klikken op de balk eronder: eurostaete.eu/presentaties/ppt/urinesediment.ppt, vervolgens op openen voor uitdraai laboratoriumformulier: de televisiedokter bloedarmoede of via google naar: de San-Memoboek 2007-urine-onderzoek CD rom: diverse urine onderzoeken diverse bloed onderzoeken verbanden en verbinden (vaardigheden in de geneeskunde) ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 4

5 Overzicht medische zorg leermenu 5.2 Week Onderwerp Begeleidingsmagazijn Opdrachtenmagazijn Een ontsteking of niet? - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu - Verdiepen urineonderzoek t.a.v. leukocyten, nitriet, eiwit en bloed - Patiëntenformulier voor urineonderzoek invullen - Urinekweek inzetten en aflezen - Notatie gevoeligheidsbepaling - Verdiepen lichaamstemperatuur - Keeluitstrijkje afnemen en labformulier invullen Voorbehouden- of niet voorbehouden? - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu - Flyer maken wet BIG - Schema invullen t.a.v. griepprik in de deltaspier - Volgorde injectienaalden - Neusbloeding stelpen - Oor uitspuiten Bloed onderzoeken! - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu 7 Adem in, adem uit! - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu Controle! - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu 10 Laat zien! - Demonstraties en bronnen: zie MZ leermenu - Verdieping glucose in urine - Vingerprik uitvoeren - Bloedglucose vragen Bloedglucose uitslagen grafiek - Hemoglobine in bloed bepalen - Elkaar bevragen over het bepalen van hemoglobine - Observeren van de ademhaling vragen beantwoorden + observatie ademhaling uitvoeren - Longfunctie met behulp van de piekstroommeter vragen beantwoorden - Soorten bloeddrukmeters - Uitvoeren bloeddruk meten (elektronisch) - Herhalen vaardigheden - Voorbereiden diagn. toets - Diagnostische toets - Aftekenen - Reflecteren ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 5

6 Opdracht 1: Een ontsteking of niet? Week 1 en 2 Praktijksituatie: Mevrouw el Hassin is op het spreekuur omdat zij voor de 3 e keer binnen een half jaar een blaasontsteking heeft. De huisarts vindt de terugkeer van de klachten niet normaal en wil de oorzaak ervan verder uitzoeken. Daarom vraagt hij jou om niet alleen een urinestrip bepaling ten aanzien van leukocyten en nitriet uit te voeren, maar ook eiwit en bloed in urine te bepalen en een urine kweek in te zetten. Ook moet er urine voor een gevoeligheidsbepaling (kweek) op het bacteriologisch laboratorium in het ziekenhuis worden ingezet. De heer Boon is verkouden, heeft hoge koorts en is benauwd. Daarom wil de arts een keeluitstrijkje afnemen voor verder onderzoek. Opdrachten magazijn: (uitwerken en opnemen in je MZ werkmap) Wat weet je nog van het bepalen van leukocyten, nitriet, eiwit en bloed in urine? Wat wil je nog aan kennis voor jezelf verdiepen? Waarom/ wanneer zal de arts jou vragen een urinekweek (dipslide) in de broedstoof in te zetten? Hoe moet je een diplside inzetten en hoe lees je een dipslide af? Wat zijn daarbij belangrijke punten voor een betrouwbaar en goed resultaat? Let er ook op, wanneer men van een UWI spreekt en wanneer niet? Plus de notatie ervan. Noteer wat men bedoelt met een gevoeligheidsbepaling (kweek), die op het bacteriologisch laboratorium in het ziekenhuis wordt uitgevoerd. Ga voor jezelf na wat je nog weet over koorts en het meten van de lichaamstemperatuur op verschillende manieren? Wat wil je nog aanscherpen in je kennis? Zoek informatie over het afnemen van een keeluitstrijkje en het verzenden van het afgenomen materiaal per post/ afgeven van het materiaal door de patiënt zelf in het ziekenhuis (welk laboratorium?). Zoek uit wat je moet invullen op het begeleidende laboratoriumformulier (formulier vragen aan de docent). Zoek ook informatie over een gevoeligheidsbepaling (andere urinekweek). Begeleidingsmagazijn: Volg de demonstratie van de docent ten aanzien van: - inzetten en aflezen urinekweek (diplside) - keeluitstrijkje Bronnen (maak steeds gebruik van 2 bronnen en verwoord je tekst in eigen woorden): Verpleegtechnisch (medisch technisch) handelen voor doktersassistenten + internet + CD-rom (urine onderzoek) Voor dipslide ook info: via google intikken: Veip microcount dipslides Voor de gevoeligheidsbepaling hfdst. 13 infectieziekten in je boek Geneesmiddelenkennis AGcontext.nl laboratoriumkennis inhoudsopgave laboratoriumkennis instrumentenkennis inhoudsopgave instrumentenkennis algemene diagnostiek plus AGcontext.nl video urinekweek maken Uitvoeren van vaardigheden volgens protocol (in de rol van ass. + pat. + observator). - Invullen van een patiëntenformulier voor urineonderzoek (zie protocol gedelegeerde taken) - Bepalen van leukocyten en nitriet in urine - Bepalen van bloed en eiwit in urine - Inzetten en aflezen van een urinekweek (dipslide) - Meten van de lichaamstemperatuur - Afnemen van een keeluitstrijkje en versturen ervan naar het laboratorium Resultaat: Kennis ten aanzien van de vaardigheid en een aftekenparaaf bij een voldoende beoordeling van de vaardigheid. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 6

7 Opdracht 2 Voorbehouden- of niet voorbehouden? Week 3 en 4 Praktijksituatie: Magda werkt al jaren als doktersassistent in een drukke praktijk. Ze heeft veel ervaring in het verrichten van medisch-technische handelingen zoals het uitspuiten van oren en het geven van injecties. Op een dag vraagt de arts aan Magda, of ze wil leren hechten. Magda voelt zich vereerd en vindt het ook een interessante nieuwe uitdaging binnen haar huidige werkzaamheden. Aan de andere kant twijfelt ze, want kan dit wel volgens de wet BIG? Opdrachtenmagazijn: (uitwerken en opnemen in je MZ werkmap) Maak leervragen van onduidelijkheden waar je met je medestudenten niet uitkomt en leg deze voor aan de docent. Je gaat je verdiepen in de bijzonderheden van de Wet BIG en wat eventuele gevolgen zijn voor jou als doktersassistent. Maak met een mede student een A4tje in de vorm van een doktersassistenten flyer waarin ten minste 4 van de 6 onderstaande punten aan de orde komen. Bespreek dit na met de MZ leervloer docent: De betekenis van de Wet BIG en het doel van de wet BIG Wat betekent als doktersassistent ben je niet zelfstandig bevoegd volgens de wet BIG De betekenis van een voorbehouden handeling en voorbeelden hiervan Aan welke voorwaarden moet de doktersassistent en de praktijk zich houden om de opdracht uit te voeren? Welke consequenties hebben deze richtlijnen voor jouw handelen? Eigen inbreng t.a.v. de wet BIG Werk onderstaand schema zelf op de computer uit en vul vervolgens het schema in (het schema bespreken met de MZ leervloer docent) Griepprik in de deltaspier: Doel van de handeling: Indicatie: Contra indicatie: Plaats van injecteren: Aandachtspunten ten aanzien van het opzuigen van injectie vloeistof: Aandachtspunten ten aanzien van het geven van de griepinjectie in de deltaspier: Hoe houd je rekening met: - veiligheid - hygiëne - ergonomisch werken - angst Mogelijke complicaties na een injectie: ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 7

8 Uitzoeken (in groepjes van 3 4 studenten) welke naalden voor welke injectie gebruikt worden. Van links naar rechts klaarleggen: opzuignaald, intramusculaire naald, subcutane naald en intracutane naald. Met de docent de klaargelegde naalden nabespreken. Informatie zoeken en verwerken over: De verschillende plaatsen waar een intramusculaire injectie kan worden toegediend. Wanneer kiest men voor het injecteren in de deltaspier of een andere spier? Welke voordelen zijn er ten aanzien van het toedienen van medicatie in de spier? Bekijk het filmpje op AGcontext.nl (zie injecteren uit ampul). Oefenen: opzuigen medicatie uit een ampul (Vial) + flacon volgens protocol intramusculair injecteren. Zoek info over het stelpen (stoppen) van een neusbloeding en maak zo nodig aantekeningen. Zoek informatie over het uitspuiten van het oor (de oren). Niet alleen ten aanzien van de handeling, maar ook ten aanzien van de oorzaak, complicaties tijdens de handeling en de uitleg aan de patiënt voor- tijdens- en na de behandeling. In eigen woorden uitwerken, bespreken met de docent en in je MZ werkmap opnemen. Lees met je leergroep het protocol oor uitspuiten goed door. Vraag je daarbij af, waarom een stap op een bepaalde manier moet worden uitgevoerd en waarom een doktersassistent iets vraagt of vertelt. Bespreek eventuele onduidelijkheden in je groep. Begeleidingsmagazijn: Onderwijsleergesprek waarin eigen ervaringen van de studenten worden besproken (angstbeleving/ pijn) en wat men verwacht van een doktersassistent die gaat prikken Volg de demonstratie van de docent ten aanzien van: - sinus doorlichtinglamp - uitspuiten van het oor - intramusculair injecteren in de deltaspier Bronnen (maak steeds gebruik van 2 bronnen en verwoord je tekst in eigen woorden): Verpleegtechnisch (medisch technisch) handelen voor doktersassistenten + internet AGcontext.nl laboratoriumkennis inhoudsopgave laboratoriumkennis instrumentenkennis inhoudsopgave instrumentenkennis AGcontext.nl video injecteren uit flacon + ampul Uitvoeren van vaardigheden volgens protocol (in de rol van assistent, patiënt en observator). De observator en de patiënt geven de assistent feedback (tops en tips). - neusbloeding stelpen (eerst met je groepje en eigen ervaring en de stappen bespreken), met de docent eventuele onduidelijkheden bespreken - uitspuiten van het rechter oor - intramusculair injecteren in de deltaspier Resultaat: Tips en tops. Kennis ten aanzien van de vaardigheid en een aftekenparaaf bij een voldoende beoordeling van de vaardigheid. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 8

9 Opdracht 3 Bloed onderzoeken! Week Praktijksituatie: Je bent net gestart als stagiaire in een huisartsen praktijk. De arts vraagt jou om vanaf volgende week hemoglobine en bloedglucose onderzoek uit te voeren. Je wordt geacht de vaardigheid vlot en vakkundig uit te voeren, maar ook dat je de patiënt goed kan begeleiden, de hygiëne in acht neemt, de uitslag in de computer verwerkt en dat je weet wanneer een uitslag goed is en wanneer niet. Kortom, allemaal zaken om je deze week goed op voor te bereiden. Opdrachtenmagazijn: (uitwerken en opnemen in je MZ werkmap) Van eventuele onduidelijkheden waar je met medestudenten niet uitkomt maak je leervragen en leg je voor aan de docent. Voorbereiding op het uitvoeren van glucose in urine: Welke verdieping wil je nog uitzoeken ten aanzien van je kennis en de vaardigheid? Voorbereiding op de vingerprik: Ga (zonder eerst in je protocol te kijken) materialen klaarzetten waarvan jij denkt dat je die nodig hebt voor het uitvoeren van een vingerprik. Kijk hiervoor in de laden van de labunit waar je werkzaam bent. Vergelijk vervolgens de klaargezette materialen met het protocol en bespreek/ vul aan wat er nog aan moet worden toegevoegd. De docent het resultaat laten zien en zo nodig nabespreken. Bekijk het filmpje op AG Context of vraag om de CD- rom ten aanzien van het uitvoeren van een vingerprik. Voorbereiding op het uitvoeren van (capillair) bloedglucose: Lees de informatie over het bepalen van het glucosegehalte in bloed en maak aantekeningen van voor jou belangrijke informatie. Vul vervolgens de waarden in onderstaand schema in: Glucose onderzoek bij diabetes patiënt Goed: (referentiewaarde) Matig: Slecht: Nuchter geprikt Niet nuchter Op welke vragen kan je al antwoord geven? Naar welke antwoorden ga je nog op zoek? - Wat wordt er bedoeld met de nierdrempelwaarde voor glucose? - Wat is de referentiewaarde van de nierdrempelwaarde? - Wat is het verschil tussen capillair bloedglucose onderzoek en veneus glucose onderzoek? - Bij welke waarde spreek je van een hypoglykemie? - Bij welke waarde spreek je van een hyperglykemie? - Welke oorzaken kunnen een foutieve uitslag geven? ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 9

10 Opdracht tijdens het uitvoeren van de vaardigheid bepalen van glucose in bloed. Maak een grafiek van een bloedglucose dagcurve van de door jou verkregen uitslagen. bloedglucose dagcurve in mmol/l datum: 2 uur etc Voorbereiding op het uitvoeren van een hemoglobinebepaling met de Hemocuemeter: Maak voor jou belangrijke aantekeningen over de werkwijze van de bepaling met de Hemocuemeter, eventuele foutbronnen en de referentiewaarden en bestudeer dit. Je hoeft nog niet in te gaan op de hematologische laboratorium uitslag MCV (dit komt later in de opleiding aan bod). Wel is het van belang dat je kan vertellen wat de oorzaak van een te laag hemoglobine of een te hoog hemoglobine gehalte is. Stel elkaar in een groep van 3 tot 4 studenten na het bestuderen van de stof vragen over de hemoglobinebepaling. Begeleidingsmagazijn: Volg de demonstratie van de docent ten aanzien van: - vingerprik - bloedglucose bepaling - hemoglobine bepaling (zie ook video op AGContext) Bronnen (maak steeds gebruik van 2 bronnen en verwoord je tekst in eigen woorden): Verpleegtechnisch (medisch technisch) handelen voor doktersassistenten + internet + CD-rom AGcontext.nl laboratoriumkennis inhoudsopgave laboratoriumkennis instrumentenkennis inhoudsopgave instrumentenkennis Uitvoeren van vaardigheden volgens protocol (in de rol van assistent, patiënt en observator). - vingerprik (1 e les) - bloedglucose bepaling met verschillende apparaten (zie lade lab unit) - hemoglobine bepaling volgens de HemoCue methode Resultaat: Kennis ten aanzien van de vaardigheid en een aftekenparaaf bij een voldoende beoordeling van de vaardigheid. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 10

11 Opdracht 4 Adem in, adem uit! Week 7 Praktijksituatie: Mevrouw C. Daro bezoekt het inloopspreekuur van de huisarts. Zij heeft sinds gisteravond last van een onregelmatige en snelle ademhaling. De arts vraagt jou dan ook de ademhaling te observeren en de uitslag in de computer te vermelden. Mevrouw Daro moet na afloop van het onderzoek nog even bij hem langskomen voor verder overleg en behandeling. Ronald van der Gaag is sinds een week benauwd, vooral s nachts. Bij inspanning is de benauwdheid erger. Hij is momenteel zelfs te moe om naar school te gaan. De arts wil eerst nog een piekstroom onderzoek uitvoeren voordat hij Ronald Ventolin voorschrijft. Opdrachtenmagazijn: (uitwerken en opnemen in je MZ werkmap) Van eventuele onduidelijkheden maak je leervragen en leg je voor aan de docent. Zoek op AG- context theorie over het observeren van de ademhaling en noteer voor jou belangrijke informatie/ aandachtspunten om de vaardigheid goed uit te kunnen voeren, om te bepalen of de verkregen uitslag (snelheid, regelmaat en diepte) al dan niet binnen de gezonde waarden valt. Zo nodig info vragen aan de docent in het MZ lokaal. Op welke van onder genoemde vragen kan je al antwoord geven/ wil je nog nader uitzoeken? Nabespreken met de docent. Referentiewaarden van de ademhalingsfrequentie (weergeven per minuut) van: - volwassenen : - kinderen van 2 12 jaar : - zuigelingen : Maak een keuze uit onderstaande voorbeelden van ademhalingen en noteer het correcte antwoord achter de situaties bij: angst/boosheid, verdriet en zwaar roken: - een rochelende ademhaling - een versnelde en diepe ademhaling - een vertraagde en oppervlakkige ademhaling Angstige en boze mensen hebben een. ademhaling Verdrietige mensen hebben een.... ademhaling Zware rokers hebben een ademhaling Zoek informatie over longfunctie onderzoek met de piekstroommeter en noteer in begrijpelijke taal aandachtspunten die voor het onderzoek en de waarden van belang zijn. Wat vertel je de patiënt over het onderzoek dat hij/zij moet ondergaan? Zoek informatie over het gebruik van een inhalatie voorzetkamer en maak hier een notitie van. Onder andere: voor wie is deze voorzetkamer geschikt? Voor welke medicatie? Hoe moet de voorzetkamer worden toegepast? Welke tips heb je voor de patiënt voor een goed resultaat, wanneer spoelen en hoe schoonmaken? ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 11

12 Begeleidingsmagazijn: Volg de demonstratie van de docent ten aanzien van: - ademhaling observeren - longfunctieonderzoek m.b.v. een piekstroommeter Bronnen: Verpleegtechnisch (medisch technisch) handelen voor doktersassistenten+ internet Zorgcontext.nl theorie in zoekopdracht ademhaling intikken Internet Uitvoeren van vaardigheden volgens protocol (in de rol van assistent, patiënt en observator). De observator en de patiënt geven de assistent feedback. - ademhaling observeren - longfunctieonderzoek m.b.v. een piekstroommeter Maak een notitie van de verkregen waarde van het longfunctieonderzoek en bespreek met je groep of de uitslag volgens de referentiewaarden, goed, zeer goed of niet goed is. Naam student Uitslag gemeten waarde peakflow (piekstroom) onderzoek Notatie te laag, binnen de waarde of uitstekend Resultaat: Tips en tops. Kennis ten aanzien van de vaardigheid en een aftekenparaaf bij een voldoende beoordeling van de vaardigheid. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 12

13 Opdracht 6 Controle! Week 8 en 9 Praktijksituatie: Mevrouw A. Lemckert (61 jaar) is bekend met diabetes. Zij komt tijdens het spreekuur voor een bloeddrukcontrole. De vorige keer was haar bloeddruk 150/85 en haar pols 80. Zij geeft bij binnenkomst aan, dat zij net als de vorige keer geen klachten heeft. Je meet nu een bloeddruk van 150/90. Opdrachtenmagazijn: (uitwerken en opnemen in je MZ werkmap) Van eventuele onduidelijkheden maak je leervragen en leg je voor aan de docent. Zoek individueel uit welke soorten bloeddrukmeters er kunnen worden gebruikt voor het meten van de bloeddruk en wat je meet met behulp van een bloeddrukmeter. Noteer over de theorie van bloeddruk meten met behulp van een elektronische bloeddrukmeter voor jou belangrijke informatie ten aanzien van de uitvoering, de NHG referentiewaarden, doel en mogelijke acties. Let ook op oorzaken van foutieve uitslagen en (jaarlijkse) controle van het bloeddruk apparaat. Begeleidingsmagazijn: Volg de demonstratie van de docent ten aanzien van: - bloeddruk meten met behulp van de elektronische bloeddrukmeter Bronnen: Verpleegtechnisch/ medisch technisch handelen voor doktersassistenten Medisch Handboek (lokaal 233) AGcontext.nl instrumentenkennis inhoudsopgave instrumentenkennis Internet Uitvoeren van vaardigheden volgens protocol (in de rol van assistent, patiënt en observator). De observator en de patiënt geven de assistent feedback. Nabespreken met de docent. - Bloeddruk meten met behulp van de elektronische bloeddrukmeter Resultaat: Tips en tops. Kennis ten aanzien van de vaardigheid en een aftekenparaaf bij een voldoende beoordeling van de vaardigheid. Voorbereiding diagnostische toets: Ter voorbereiding op de diagnostische toets in de bufferweek ga je elkaar in groepjes van 3 4 studenten vragen stellen die deze 10 weken aan bod zijn gekomen. Je kan er ook voor kiezen om in je groep individueel 10 vragen op een A4-tje te zetten (laat hierbij de anderen nog niet je vragen zien) en wissel de vragen vervolgens uit om schriftelijk te beantwoorden. Herhalen van vaardigheden. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 13

14 Laat zien! Week 10 Opdrachten: Tijdens een begeleid moment maak je de officiële diagnostische theorie toets (afspreken met de docent wanneer). Tijdens een begeleid moment ga je volgens schema aftekenen. Op aanvraag kan je een gemiste demonstratie inhalen. Oefenen van vaardigheden waar je nog moeite mee hebt, of die je wilt herhalen. Reflecteer op jouw handelen en samenwerken tijdens dit leermenu. Neem het reflectie verslag op in je portfolio (minimaal een ½ A4-tje/ maximaal 1 A4-tje in lettergrootte 12 en lettertype Arial). Het reflectieverslag bespreek je deze week of volgende week met de docent. Zoek zo nodig informatie over het maken van een reflectieverslag op, of vraag de docent om verduidelijking. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 14

15 Bijlage Methodisch werken Oriënteren Wat weet ik al? Welke competenties wil ik ontwikkelen? Wat wil ik leren; wat zijn mijn leervragen? (kennis, vaardigheden,houding) Wat kan en ken ik al? Welk gedrag dien ik te laten zien bij het uitvoeren van de opdracht? Welke resultaten heb ik nodig om de opdracht af te sluiten? Wat vraagt de praktijk van mij voor het afronden van deze opdracht en wat wil ik zelf graag doen voor deze opdracht? Wat verwacht ik van de begeleider binnen- en buitenschools? Welke samenwerkingsafspraken maak ik met mijn groepsgenoten? PAP/Plannen Ik maak een plan van aanpak voor het uitvoeren van vaardigheden/handelingen in mijn PAP. Ik benoem in mijn pap de vereiste kennis, houding en vaardigheden en eventuele persoonlijke leerdoelen uit mijn POP. Ik beschrijf de benodigde hulpmiddelen en tijdsinvestering. Ik plan mijn leeractiviteiten. Ik plan de ondersteuning die ik denk nodig te hebben van mijn begeleiders. Ik bespreek mijn PAP met de begeleider binnen en buitenschools. Ik pas mijn PAP zo nodig aan. Uitvoeren Ik werk de theorie volgens plan uit in mijn werkmap Ik voer de handeling volgens het protocol uit. Volgens plan op school en in de praktijk. Ik controleer steeds of de uitvoering volgens plan verloopt. Ik vraag regelmatig feedback aan medestudenten, begeleiders, collega s. Ik stel zo nodig de uitvoering bij. Controleren en evalueren Ik ga na of ik de handelingen heb behaald. Ik ga na of ik volgens plan heb gewerkt. ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 15

16 PAP TEN AANZIEN VAN MEDISCHE ZORG: zo nodig voor eigen overzicht Leerdoel(en) Begeleidingsmag.: welke bronnen en demonstraties Opdrachtenmag.: wat en wanneer uitvoeren Met wie ga ik samenwerken Tijd die ik ervoor nodig heb ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 16

17 ROC Mondriaan, DA leermenu 5.2 Medische Zorg, behorend bij BO 5, versie oktober 2013 Pagina 17