Ontwerpbeschikking E N S T O M G E VI N G S D I. Industrieweg 100 te Swifterbant. Aanvraag OLO PT Green Solutions BV 16 AUG2018

Transcriptie

1 16 AUG2018 O M G E VI N G S D I E N S T FLEVOLAND & GOOl EN VECHTSTREEK Ontwerpbeschikking Aanvraag OLO PT Green Solutions BV Industrieweg 100 te Swifterbant

2 O M G EVI N G S D I E N ST rlrvot o a mooi en vecwvsrarer Aanvraagnummer: OLO Locatie: PT Green Solution BV Industrieweg PC Swifterbant Onderwerp: Oprichting Op- en overslag dierlijke en plantaardige oliën en vetten Datum aanvraag: PT Green Solutions B.V. pag. 2 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

3 OM G EVIN GS DI E N ST FLEVOLAND & GODI EN VECHTSTREEK ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNINGVERLENEN Onderwerp Burgemeester en wethouders van Dronten hebben van PT Green Solutions BV een aanvraag voor omgevingsvergunning ontvangen voor de oprichting van een bedrijf voor de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten. De aanvraag betreft de locatie Industrieweg 100 te Dronten. De aanvraag is op 16 maart 2015 via het Omgevingsloket Online ingediend onder nummer Voornemen om te verlenen Bij beoordeling van het verzoek is gebleken dat voor de aangevraagde oprichting op basis van artikel 2.1. lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) een omgevingsvergunning vereist is. De in de aanvraag beschreven oprichting van een bedrijf voor de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten betreft alleen het aspect milieu. Burgemeester en wethouders zijn op basis van artikel 2.4 lid 1 van de Wabo het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. Gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wabo ben ik voornemens te besluiten: 1. dat bij de voorbereiding van de aanvraag om een omgevingsvergunning geen milieueffectrapport vereist is; 2. dat aan PT Green Solutions BV de gevraagde omgevingsvergunning voor oprichting van een inrichting voor de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten (verder te noemen: vergunning) wordt verleend voor haar inrichting gelegen aan de Industrieweg 100 te Swifterbant; 3. dat de volgende documenten van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: a. het formulier van de aanvraag, zoals op 16 maart 2015 ingediend via het Omgevingsloket online onder nummer ; b. bijlage "Situatietekening" (zonder datum), ingediend 3 juni 2015; c. aanvulling aanvraag met verandering jaarlijkse doorzet naar ton, ingediend 17 augustus dat de volgende bijlage onderdeel uit maken van deze vergunning: a. "Bijlage bij omgevingsvergunning PT Green Solutions BV" met procedurele en inhoudelijke overwegingen en voorschriften. De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Dronten; Namens deze de dire eur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Namens deze he delingshoofd Vergunningen en Expertise. Dhr. A.G. Brakkee PT Green Solutions B.V. pag. 3 van 17 ontwerpbeschikking oprichting Industrieweg 100 te Swifterbant aanvraag OLO

4 OM G EVf NGS DI E N ST FLEvouND & GDDI EN VECHTSTREEK Deze beschikking zal worden verzonden naar: 1. de aanvrager; 2. burgemeester en wethouders van Dronten. Rechtsmiddelen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zullen ter inzage worden gelegd. Dit moet op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De periode waarin de stukken ter inzage liggen zal bekend worden gemaakt met een advertentie op de gemeentelijke website en in de editie Dronten van de Flevopost. Vanaf het moment dat de stukken ter inzage liggen hebben zowel u als derden zes weken de tijd om zienswijzen over de ontwerpbeschikking in te dienen bij de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, Postbus 2341, 8203 AH Lelystad. PT Green Solutions B.V. pag. 4 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

5 O M GEVi N G S DI E N ST FLEVOLAND & GODI EN VECHTSTREEK BIJLAGE BIJ OMGEVINGSVERGUNNING PT GREEN SOLUTIONS BV Omgevingsvergunning oprichting PT Green Solutions BV, Industrieweg 100 te Swifterbant Aanvraag OLO d.d. 16 maart 2015 Inhoudsopgave 1 PROCE DUR ELE OVE RWEGINGEN Aanvraag Vergunningplicht, RIE en IPPC Bevoegd gezag MER Huidige vergunningsituatie Procedure INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Activiteitenbesluit Toetsing aan Best Beschikbare Technieken Toetsing aan Landelijk Afvalbeheerplan Provinciale regels en beleid Milieuaspecten algemeen Toetsing per milieuaspect Conclusie Verbinden van voorschriften aan deze vergunning VOORSCHRIFTEN MILIEU Controle en acceptatie van oliën en vetten Op- en overslag van oliën en vetten Afvalwater Geluid...16 PT Green Solutions B.V. pag. 5 van 17 Industrieweg 100 te Swifterbant ontwerpbeschikking oprichting aanvraag OLO

6 OM G EVI N GS D I E N ST nevound & GDDI EN VECHTSTREH 1 PROCEDURELE OVERWEGINGEN 1.1 Aanvraag De aanvraag betreft de oprichting van de inrichting voor de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten. De opslag van oliën en vetten bedraagt maximaal circa 125 ton in vijf tankopleggers op het buitenterrein (parkeervakken) van de inrichting, met een doorzet van maximaal ton per jaar. De opgeslagen gebruikte oliën en vetten (afvalstoffen) worden niet bewerkt maar alleen opgeslagen en soms overgeslagen voor transport naar andere locaties. Een meer gedetailleerde beschrijving van de op- en overslag van gebruikte oliën en vetten is opgenomen in de aanvraag en bijbehorende bijlagen. Gelet op de bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) omschreven activiteiten: - het oprichten van een inrichting (art. 2.1 eerste lid onder e punt 1). Op de locatie zijn geen eerder verleende omgevingsvergunningen van kracht. 1.2 Vergunningplicht, RIE en IPPC De kernactiviteit van PT Green Solutions is de handel in gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten. Omdat het gebruikte oliën en vetten betreft die bij de ontdoener in het afvalstadium zijn geraakt betreft het afvalstoffen. De gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten worden niet bewerkt maar alleen op- en overgeslagen voorafgaand aan opslag en verwerking elders. De activiteiten van PT Green Solutions vallen in bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht (verder: Bor) onder categorie 28.1 onder a, tweede punt: "Inrichtingen voor het opslaan van bedrijfsafvalstoffen, die ten aanzien daarvan een capaciteit hebben van 5 m3 of meer." Omdat de op- en overslag van afvalstoffen een tussenstap is in de nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen vallen de activiteiten van PT Green Solutions ook onder categorie Daarbij wordt de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten niet genoemd in de 34 uitzonderingen op categorie 28.10, zodat de in deze categorie genoemde vergunningplicht in stand blijft. Voor de aangevraagde activiteiten is daarom een omgevingsvergunning vereist. De activiteiten van PT Green Solutions worden niet genoemd in een van de categorieën van bijlage 1 van de Europese richtlijn Industriële emissies (RIE, richtlijn 2010/75/EU). Daarom is er bij PT Green Solutions geen sprake van een IPPC-installatie als bedoeld in de Wet milieubeheer. 1.3 Bevoegd gezag Uitgangspunt van de Wabo, zoals vastgelegd in artikel 2.4 eerste lid, is dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn on te beslissen op de aanvraag voor een omgevingsvergunning. In de categorieën van bijlage 1 van het Bor waar de activiteiten van PT Green Solutions onder vallen wordt hier geen uitzondering op gemaakt. Daarom zijn burgemeester en wethouders van Dronten bevoegd om te beslissen op deze aanvraag. PT Green Solutions B.V. pag. 6 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

7 O M G EVI N G S D I E N ST nevomo a sooi en vremsmrra: 1.4 MER Inleiding: Ingevolge de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage 1994 moet voor bepaalde activiteiten een milieueffectrapportage (m.e.r.) worden opgesteld. Hiermee wordt bereikt dat er voldoende milieu-informatie beschikbaar is voordat milieurelevante besluiten (zoals een milieuvergunning) genomen kunnen worden die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zo kan mogelijke schade aan het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 is aangegeven voor welke activiteiten het opstellen van een m.e.r. verplicht is en voor welke activiteiten beoordeeld moet worden of het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk is (m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten). De aanvraag heeft betrekking op het oprichten van een inrichting bestemd voor de open overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten. Toetsingskader: De activiteiten van PT Green Solutions betreffen handelingen met afvalstoffen. Deze handelingen vallen onder categorie D18.1 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage Uit een arrest van het Europese hof van justitie blijkt dat het begrip verwijdering uit cat. D18.1 breder moet worden opgevat. Ook (handelingen voorafgaand aan) nuttige toepassing, zoals op- en overslag en het samenvoegen van gelijkwaardige partijen, valt hieronder. De in de aanvraag beschreven doorzet van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten bedraagt maximaal ton per jaar, met een opslag van maximaal 125 m3. Met circa 300 werkdagen per jaar blijft de aangevraagde doorzet onder de grens van 50 ton per dag als genoemd in categorie D18.1 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage Er hoeft daarom geen apart besluit genomen te worden over de noodzaak om voor de aangevraagde oprichtingsvergunning een milieueffectrapport op te stellen. Hoewel de aangevraagde activiteiten onder de in categorie D18.1 genoemde grenswaarde vallen moet er wel een afweging worden gemaakt of de aangevraagde activiteiten en opslagen niet toch aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken, de "vormvrije" afweging. Deze toetsing vindt plaats aan de hand van de criteria genoemd in bijlage III van de EU-richtlijn milieu-effectbeoordeling. Hierin staan drie hoofdcriteria centraal: 1. kenmerken van het project; 2. plaats van het project; 3. kenmerken van de potentiële effecten. Hieronder volgt de toetsing aan deze criteria. Ad 1: kenmerken van het project. De in de aanvraag beschreven wijzigingen zijn: op- en overslag (zonder bewerking) van maximaal ton en gebruikte dierlijke plantaardige oliën en vetten per jaar met een maximale opslag van 125 m3. Ad 2: plaats van het project. De inrichting is gelegen op een bedrijventerrein waar naast bedrijfsgebouwen ook enkele bedrijfswoningen voorkomen. De afstand tussen de meest nabijgelegen bedrijfswoningen en de inrichting bedraagt circa 90 meter. Het bedrijventerrein ligt aan de rand van de bebouwde kom van Swifterbant, grenzend aan het buitengebied met akkers en bijbehorende boerderijen. Tussen het bedrijventerrein en het buitengebied ligt een invalsweg van Swifterbant (Biddingweg). De meest nabijgelegen woonwijk (Petunlaperk) ligt op ongeveer 180 meter afstand ten noordwesten van de inrichting. PT Green Solutions B.V. pag. 7 van 17 ontwerpbeschikking oprichting Industrieweg 100 te Swifterbant aanvraag OLO

8 O M G EVI N G S D I E N ST FLEvDLAND & GODI EN VECHTBTREEK Ad 3: kenmerken van de potentiële effecten. De potentiële effecten van de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten betreffen met name geuroverlast van open smeltbakken en eventueel geluidoverlast van machines zoals heftrucks. De in de aanvraag beschreven activiteiten leiden niet tot relevante emissies en potentiële effecten ten opzichte van de omgeving. Dit komt omdat de opgeslagen oliën en vetten uitsluitend in gesloten opslagen bewaard worden en via gesloten leidingen worden overgeslagen. Voor de overslag van vetten worden geen heftrucks gebruikt. Er is geen sprake van een open smeltbak of ander proces dat tot hinder voor de omgeving kan leiden. Uit bovenstaande toetsing blijkt dat er van de in de aanvraag beschreven activiteiten en opslagen geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn. Daarom is het niet noodzakelijk om bij de voorbereiding van de aanvraag om een omgevingsvergunning, een milieueffectrapportage op te stellen. 1.5 Huidige vergunningsituatie Voor de in de aanvraag beschreven locatie zijn nog niet eerder omgevingsvergunningen waarin het aspect milieu is opgenomen verleend. 1.6 Procedure Beoordeling De aanvraag is op 16 maart 2015 digitaal ingediend via het Omgevingsloket Online en daar geregistreerd onder nummer De aanvraag is vervolgens door mij beoordeeld. Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is in paragraaf 4.2 van het Bor opgenomen, met een nadere uitwerking in de ministeriële Regeling omgevingsrecht (Mor). Ten aanzien van de aspecten van de aanvraag waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, hebben wij aan de hand van de Mor beoordeeld of de aanvraag volledig is en voldoende gegevens bevat. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van die aspecten waarvoor een omgevingsvergunning is vereist. Aanvulling aanvraag Bij de eerste beoordeling van de aanvraag bleek dat er aanvullende informatie vereist was. Op 29 april 2015 is de aanvrager schriftelijk verzocht om de aanvraag aan te vullen. Op 3 juni 2015 zijn de gevraagde aanvullingen ontvangen. De procedure voor de beschikking op de aanvraag is hierdoor op grond van artikel 4.15 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgeschort voor een periode van 35 dagen. Later bleek dat in de aanvraag aangegeven was dat de jaarlijkse doorzet abusievelijk niet meer dan 500 ton zou bedragen. Op 17 augustus 2015 is een correctie op de aanvraag ingediend waarbij de jaarlijkse doorzet is bijgesteld naar ton Procedure De beschikking is op grond van artikel 3.10 eerste lid punt c van de Wabo voorbereid volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag heeft geen betrekking op het lozen van afvalwater anders dan huishoudelijk afvalwater. Daarom is er geen advies PT Green Solutions B.V. pag. 8 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

9 O M G EVI N GS DI E N ST rlevouwo a aooi rw vecw7mymrer vereist van het Waterschap Zuiderzeeland. De aanvraag betreft ook niet het oprichten of wijzigen van bouwwerken. Daarom is er geen advies vereist van de gemeente Dronten. De aanvraag betreft verder ook geen andere aspecten waarvoor op grond van de Wabo of het Bor een wettelijk adviseur is aangewezen. PT Green Solutions B.V. pag. 9 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

10 O M G EVE N G S D I E N ST FLEvoLAND & GODI EN VECHTSTREEK 2 INHOUDELDKE OVERWEGINGEN 2.1 Activiteitenbesluit In de tweede alinea van paragraaf 1.2 is uitgelegd dat de inrichting van PT Green Solutions vergunningplichtig is, zodat er sprake is van een "categorie C inrichting" als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het Activiteitenbesluit geeft in de hoofdstukken 2 t/m 5 algemeen geldende regels voor verschillende categorieën inrichtingen. Zo geeft het Activiteitenbesluit voor categorie C inrichtingen algemeen geldende regels voor specifieke opslagen en installaties als genoemd in hoofdstuk 3. De regels uit hoofdstuk 2 zijn voor categorie C inrichtingen heel beperkt van toepassing en de regels uit hoofdstuk 4 niet. De regels uit hoofdstuk 5 zijn alleen voor specifieke grote installaties van toepassing, dit is bij PT Green Solutions niet het geval. De op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten valt buiten de algemeen geldende regels van het Activiteitenbesluit. Toepassing van het Activiteitenbesluit op de aanvraag van PT Green Solutions leert dat geen van de in de aanvraag beschreven installaties of activiteiten vallen onder de algemeen geldende regels van het Activiteitenbesluit. 2.2 Toetsing aan Best Beschikbare Technieken Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Vanaf januari 2013 moet bij het bepalen van beste beschikbare technieken (BBT) rekening worden gehouden met BBT-conclusies en bij ministeriele regeling aangewezen informatiedocumenten over BBT. BBT-conclusies is een document met de conclusies over beste beschikbare technieken, vastgesteld overeenkomstig artikel 13, vijfde en zevende lid van de Richtlijn industriële emissies (definitie in artikel 1.1 eerste lid van het Bor): Met BBT-conclusies overeenkomstig artikel 13 vijfde lid worden BBT-conclusies bedoeld die worden vastgesteld op basis artikel 75 tweede lid van de Richtlijn industriële emissies. Dit zijn de BBT-conclusies vastgesteld na 6 januari 2011 onder het regime van de Richtlijn industriële emissies; Met BBT-conclusies overeenkomstig artikel 13 zevende lid worden de bestaande BREFs bedoeld. Het hoofdstuk waarin de beste beschikbare technieken (BAT hoofdstuk) staan uit deze BREFs geldt als BBT-conclusies (totdat nieuwe BBTconclusies overeenkomstig artikel 75 tweede lid zijn vastgesteld). BBT-conclusies worden door de Europese commissie vastgesteld en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (een uitvoeringsbesluit van de Europese commissie dat gericht is tot de lidstaten). Zij worden daarom niet meer apart aangewezen in de Regeling omgevingsrecht. PT Green Solutions B.V. pag. 10 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

11 O M G EVI N G S D I E N ST FLEVOLAND & GODi EN VECHTETREEK Concrete bepaling beste beschikbare technieken In bijlage 1 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) zijn de informatiedocumenten voor het bepalen van de beste beschikbare technieken aangewezen. Voor de aangevraagde activiteiten en opslagen bij PT Green Solutions zijn de volgende informatiedocumenten van belang: NRB 2012: Nederlandse richtlijn bodembescherming, april 2012; Conclusies BBT De inrichting voldoet - met inachtneming van de aan dit besluit gehechte voorschriften - aan de beste beschikbare technieken (BBT) ter voorkoming van emissies naar de bodem. Voor de overwegingen per milieuthema wordt verwezen naar de desbetreffende paragraaf. 2.3 Toetsing aan Landelijk Afvalbeheerplan Beleidskader Het landelijk toetsingskader voor een doelmatig beheer van afvalstoffen is het Landelijk afvalbeheerplan (LAP). Het beleidskader voor specifieke afvalstoffen is ingevuld met sectorplannen (bijlage 6 van het LAP). De op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten valt in principe onder sectorplan 7: "Gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval". De minimumstandaard voor het verwerken van gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval is composteren met het oog op recycling of vergisten met gebruik van het gevormde biogas als brandstof gevolgd door aërobe droging/narijping met het oog op recycling van het digestaat. Toetsing De door PT Green Solutions op- en overgeslagen gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten worden hoofdzakelijk gebruikt als grondstof voor de biodieselindustrie. Verder worden dierlijke en plantaardige oliën en vetten gebruikt in vergistingsinstallaties en verhandeld. Met de toepassing als grondstof voor biodiesel en vergistingsinstallaties voldoet de toepassing van de door PT Green Solutions verhandelde afvalstoffen aan de minimum standaard voor het verwerken van deze afvalstof volgens het LAP. Acceptatie en controle De bijlagen bij de aanvraag geven wel een beeld van de activiteiten en werkwijze van PT Greensolutions, maar dit beeld is niet volledig. Ook voldoet de beschrijving nog niet aan de eisen die worden gesteld aan het acceptatie en verwerkingsbeleid (AV-beleid) en administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) in de bijlagen bij het LAP. Daarom is in paragraaf 3.1 van de voorschriften een bepaling opgenomen dat de vergunninghouder binnen drie maanden na het van kracht worden van deze beschikking een omschrijving van de te accepteren (afval)stoffen, het AV-beleid en de AO/IC ter goedkeuring aan het bevoegd gezag moet overleggen. Wel geeft de aanvraag een voldoende beeld van de activiteiten van PT Green Solutions en bijbehorende risico's voor het milieu en de omgeving om een beslissing op de aanvraag te kunnen nemen. PT Green Solutions B.V. pag. 11 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

12 OM G EVI N GS DI E N ST FLEVOLAND & GODI EN VEcHTsTeaEEr 2.4 Provinciale regels en beleid Algemeen Bij de verlening van een omgevingsvergunning kunnen de volgende provinciale regels en beleidslijnen van belang zijn: - Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland; - Omgevingsplan. Onderstaand wordt per punt een afweging weergegeven. Verordening voor de Fysieke leefomgeving Flevoland In de Verordening op de fysieke leefomgeving zijn gebieden met een bijzondere milieubescherming aangewezen. De inrichting van PT Green Solutions is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied of in of in de nabijheid van een stiltegebied. Omgevingsplan Bij de beoordeling van vergunningaanvragen dient op grond van de Wabo artikel 2.14, eerste lid onder b sub 1 rekening te worden gehouden met het Omgevingsplan. De aangevraagde activiteiten zijn niet in strijd met het Omgevingsplan. 2.5 Milieuaspecten algemeen De aanvraag betreft de oprichting van de inrichting voor de op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten in vijf tankopleggers op het buitenterrein (parkeervakken) van de inrichting. De opgeslagen gebruikte oliën en vetten (afvalstoffen) worden niet bewerkt maar alleen opgeslagen en soms overgeslagen voor transport naar andere locaties. De in de aanvraag beschreven activiteiten kunnen gevolgen hebben voor het vrij komen van afvalstoffen, vervuiling van de bodem of hemelwater van het terrein, verspreiding van geur alsmede geluid van transportbewegingen en overpompen van oliën en vetten. Daarbij zijn alleen de milieuaspecten afvalwater en bodem relevant. Volledigheidshalve is ook een afweging opgenomen voor de aspecten afval, externe veiligheid, geur en luchtkwaliteit. 2.6 Toetsing per milieuaspect Afvalstoffen De handreiking 'Wegen naar preventie bij bedrijven' (Infomil, 2005) hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt. Bij PT Green Solutions komen alleen bij het kantoor geringe hoeveelheden niet gevaarlijk afval (circa 1 ton per jaar) vrij. Ook afval dat ontstaat bij het opruimen van incidentele lekkages of morsingen van dierlijke of plantaardige oliën of vetten is geen gevaarlijk afval. De totale hoeveelheid afvalstoffen ligt ruim beneden de gehanteerde ondergrenzen voor afvalpreventie. Binnen de inrichting komen geen gevaarlijke afvalstoffen vrij. In deze vergunning is daarom verder geen aandacht besteed aan de preventie of scheiding van afvalstoffen. Afvalwater Het afvalwater dat vrij komt bij PT Green Solutions bestaat uit huishoudelijk afvalwater van de kantoorunit en hemelwater van de terreinverharding. De afvalwaterstroom van de PT Green Solutions B.V. pag. 12 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

13 O M G EVI N G S DI E N ST FLEVOLMD & GODI EN VEcmeTREEx: kantoorunit wordt geloosd naar het gemeentelijk vuilwaterriool. Het hemelwater van de verharding wordt geloosd op het gemeentelijk hemelwaterriool. Voor het huishoudelijk afvalwater van de kantoorunit zijn de standaardvoorschriften voor lozing op het vuilwaterriool opgenomen. Voor de lozing van hemelwater van de terreinverharding zijn voorschriften opgenomen om te voorkomen dat oliën of vetten die vrij komen bij lekkage of morsen via de verharding in de riolering terecht kunnen komen. Bodem Voor de bescherming van de bodem geeft de Nederlandse richtlijn bodembeschermende voorzieningen (NRB) het beoordelingskader. Uitgangspunt daarbij is dat door een combinatie van middelen en maatregelen een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging bereikt wordt. De op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten vindt plaats op een vloeistofkerende vloer van betonplaten. In combinatie met direct opruimen van Oliën of vetten die door lekkage of morsen op de verharding terecht komen worden direct opgeruimd. Op deze wijze wordt een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging bereikt. In de voorschriften zijn de maatregelen opgenomen waarmee een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging als beschreven in de NRB in stand gehouden moet worden. Externe veiligheid Bij de in de aanvraag beschreven op- en overslag van gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten is geen gevaar voor de vorming van explosieve dampen of gassen, iets wat bij de opslag van swill (etensresten) wel kan gebeuren. De aangevraagde activiteiten en opslagen hebben dus geen gevolgen voor de externe veiligheid. Daarom zijn voor dit aspect geen voorschriften opgenomen in deze vergunning. Geluid Rond het industrieterrein waarop PT Green Solutions is gelegen is geen geluidszone vastgesteld als bedoeld in de Wet geluidhinder. In de aanvraag is onder "bedrijfstijden" beschreven dat de inrichting alleen overdag in werking is. De aangevraagde activiteiten maken in principe weinig geluid. Ook de vervoersbewegingen, met gemiddeld minder dan één vrachtwagenbeweging per dag, zal niet tot een relevante bijdrage aan het geluidsniveau in de omgeving leiden. In de directe omgeving liggen geen geluidgevoelige bestemmingen zoals (bedrijfs)woningen. Aan de vergunning is wel een geluidnorm verbonden, maar deze is gelijk aan de norm die geldt voor bedrijven die niet vergunningplichtig zijn. Geur De opslag van dierlijke en plantaardige oliën en vetten vindt plaats in gesloten tanks. De overslag vindt plaats met gesloten leidingen. De aangevraagde activiteiten betreffen geen mogelijk geur veroorzakende activiteiten, zoals open opslag of smeltbakken. De aangevraagde activiteiten en opslagen leiden dus niet tot een relevante geuremissie. Daarom zijn voor het aspect geur geen voorschriften opgenomen in deze vergunning. Luchtkwaliteit De aangevraagde op- en overslag bedraagt jaarlijks maximaal 5000 ton per jaar. Gemiddeld levert dit minder dan 1 vrachtwagenbeweging per werkdag op. De emissie van stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PMio en PM2,5) die hierbij optreedt is niet in betekenende mate van invloed op de luchtkwaliteit. Daarom kan vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit voor de aangevraagde activiteiten en opslagen een vergunning worden verleend. PT Green Solutions B.V. pag. 13 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

14 OM G EVI N GS DJ E N ST FLEVOLAND & GODI EN VECHTsTaEEr 2.7 Conclusie Vanuit het toetsingskader voor het aspect milieu dat betrekking heeft op de door PT Green Solutions aangevraagde activiteiten en opslagen zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn waar nodig voorschriften ter bescherming van het milieu opgenomen. 2.8 Verbinden van voorschriften aan deze vergunning Voor de op- en overslag van dierlijke en plantaardige oliën en vetten en de aspecten afvalwater en geluid zijn enkele voorschriften aan deze vergunning verbonden. PT Green Solutions B.V. pag. 14 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

15 Cl M G EVI N G S D I E N ST F'LEVOLAND & GOD1 EN VECHTSTREEK 3 VOORSCHRIFTEN MILIEU 3.1 Controle en acceptatie van oliën en vetten Binnen de inrichting mogen uitsluitend dierlijke en plantaardige oliën en vetten (geen gevaarlijk afval of gevaarlijke stoffen) op- en overgeslagen worden Binnen drie maanden na het van kracht worden van deze beschikking dient vergunninghouder de actuele versie van de lijst met omschrijving van de te accepteren (afval)stoffen en interne acceptatieprocedure (AV-beleid) en de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) ter goedkeuring aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (handelend namens het bevoegd gezag, Gedeputeerde Staten) voor te leggen Acceptatie van afvalstoffen moet uitgevoerd worden volgens de actuele versie van de AVbeleid en AO/IC van de vergunninghouder. 3.2 Op- en overslag van oliën en vetten De opslag van dierlijke en plantaardige oliën en vetten mag uitsluitend plaats vinden in gesloten tankopleggers die geparkeerd staan op het verharde gedeelte van het terrein van de inrichting Emballage en silo's op het terrein van de inrichting mogen geen oliën of vetten bevatten Het overpompen van oliën en vetten mag uitsluitend onder werktijd en in aanwezigheid van een verantwoordelijk persoon plaatsvinden Tijdens het overpompen van oliën en vetten moet onder de aansluiting van slangen een doelmatige lekbak geplaatst zijn, zodat lekkage of morsingen tijdens het overpompen of aan- en afkoppelen van de slangen opgevangen kan worden in de lekbak Oliën of vetten die op de verharding terecht gekomen zijn moeten direct worden opgeruimd, zodat deze niet in de ondergrond of de afvoer van hemelwater terecht kunnen komen. PT Green Solutions B.V. pag. 15 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

16 OM G EVI N G SDI E NST FtrvoLAND & GODt EN VEcHT&TREEK 3.3 Afvalwater Bedrijfsafvalwater mag uitsluitend in een openbaar vuilwaterriool worden gebracht, als door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar vuilwaterriool of de bij een zodanig openbaar vuilwaterriool of een zuiveringtechnisch werk behorende apparatuur; b. de verwerking niet wordt belemmerd van slib, verwijderd uit een openbaar vuilwaterriool of een zuiveringtechnisch werk; c. de nadelige gevolgen voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam zoveel mogelijk worden beperkt Alle in een openbaar vuilwaterriool te lozen bedrijfsafvalwaterstromen moeten aan de volgende eisen voldoen: a. de temperatuur in enig steekmonster mag niet hoger zijn dan 300C, bepaald volgens NEN 6414 (2008); b. de zuurgraad, uitgedrukt in ph-eenheden, mag niet lager zijn dan 6,5 en niet hoger zijn dan 8,5 (in een etmaalmonster) resp. 10 (in een steekmonster), bepaald volgens NEN-ISO (2008); c. het sulfaatgehalte in enig steekmonster mag niet meer dan 300 mg/l bedragen, bepaald volgens NEN 6487 (1997), NEN-ISO 22743:2006 of NEN-ISO 22743:2006/C1:2007. Als de vergunninghouder gebruik wil maken van een ander analyse of -methode, moet deze geaccrediteerd te zijn door de Raad van Accreditatie, of moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat verkregen analyseresultaten vergelijkbaar zijn met de analyse volgens de NEN-norm De volgende stoffen mogen niet in een openbaar vuilwaterriool worden geloosd: a. stoffen die brand- en explosiegevaar kunnen veroorzaken; b. stoffen die stankoverlast buiten de inrichting kunnen veroorzaken; c. stoffen die verstopping of beschadiging van een openbaar vuilwaterriool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; d. grove afvalstoffen en snel bezinkende afvalstoffen. 3.4 Geluid Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave Beoordeling in de dagperiode vindt plaats op een hoogte van 1,5 meter, beoordeling in de avond- en nachtperiode vindt plaats op een hoogte van 5 meter. PT Green Solutions B.V. pag. 16 van 17 ontwerpbeschikking oprichting

17 O M G EVI N G S D I E N ST FLEVOLAND & GODI Ef4 VECHYBTREEK Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT Veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag op enig punt op 50 meter van de erfgrens van de inrichting niet meer bedragen dan: 50 db(a) in de dagperiode (07:00-19:00 uur); 45 db(a) in de avondperiode (19:00-23:00 uur); 40 db(a) in de nachtperiode (23:00-07:00 uur) Het maximale geluidsniveau LAmax Veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag op enig punt op 50 meter van de erfgrens van de inrichting niet meer bedragen dan: 60 db(a) in de dagperiode (07:00-19:00 uur); 55 db(a) in de avondperiode (19:00-23:00 uur); 50 db(a) in de nachtperiode (23:00-07:00 uur). Dit voorschrift is niet van toepassing op het laden en lossen van vrachtwagens en het ten behoeve hiervan manoeuvreren van motorvoertuigen, voor zover dit plaats vindt tussen 07:00 en 19:00 uur. PT Green Solutions B.V. pag. 17 van 17 ontwerpbeschikking oprichting