Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV

Transcriptie

1 O M G E VI N G S D I E N S T FLEVOLAND & G007 EN VECHTSTREEg Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV Emmeloord

2 Kenmerk aanvraag: OLO , dd. 6 juli 2015 Aanvrager: Westermeerwind BV Adres: Duit 15, 8305 BB Emmeloord Onderwerp: Verandering hemelwateropvang transformatoren. 1

3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Onderwerp Burgemeester en Wethouders van gemeente Noordoostpolder hebben op 6 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Westermeerwind BV. Het betreft een aanvraag voor het veranderen van de wijze van lozen van hemelwater binnen de inrichting, een transformatorstation t.b.v. een windmolenopstelling aan de Westermeerdijk (ongenummerd) in Espel, Noordoostpolder. De wijziging is al gerealiseerd. Concreet wordt gevraagd om een omgevingsvergunning als bedoeld in art 2.1 eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Besluit Gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht besluit ik: 1. Aan Westermeerwind BV een omgevingsvergunning te verlenen voor het milieuneutraal wijzingen van de lozingssituatie aan de Westermeerdijk 101 te Noordoostpolder; 2. Dat de aanvraag met alle bijbehorende bijlagen deel uitmaken van de vergunning; 3. Het aan de vergunning van 30 november 2010 (kenmerk ) verbonden voorschrift in te trekken en voorschriften en als gesteld in hoofdstuk 4 van dit besluit toe te voegen. Datum 22 SEP2015 Ondertekening Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder; Namens deze de dire teur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Namens deze h delingshoofd Vergunningen en Expertise. Dhr. A.G. Brakkee 2

4 De aanvraag bestaat uit de aanvraag van 6 juli De daar bij behorende stukken zijn: naam Beschrijving Drainage Concept Bijlage 2 Drainage Concept Transformer foundation_b.pdf Aanvullende toelichting sensor Aanvullende toelichting voorziening en datasheets sensor.pdf Brief aanvraag vergunning gemeente.pdf Brief aanvraag vergunning gemeente.pdf Bijlage 1 Toelichting aanvraag Bijlage 1 bij milieuneutrale wijziging.pdf constructietekening 1_pdf constructietekening 1.pdf constructietekening 2_pdf constructietekening 2.pdf constructietekening 3_pdf constructietekening 3.pdf Detailtekening aanpassing AUX Detailtekening aanpassing voorziening AUX transformer.pdf Detailtekening aanpassing trafo detailtekening aanpassing voorziening transformator.pdf Memo Aanvullende informatie.pdf Memo Aanvullende informatie.pdf Onderhoudsblad fabrikant Onderhoudsblad fabrikant drijvende sensor.pdf PcP gratings Aux Transformer PcP gratings Aux Transformer-.pdf PcP gratings Power Transformer PcP gratings Power Transformer-.pdf plattegrond gewijzigde rioleringtrace tekening E A8880-P530 plattegrond gewijzigde rioleringtrace.pdf 3

5 Inhoudsopgave 1 Procedure Procedurele overwegingen Overwegingen onderdeel milieu Voorschriften...9 4

6 1 Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (reguliere procedure Wabo). Afschriften Een afschrift van deze beschikking is verzonden aan: de aanvraagster van de vergunning, zijnde Westermeerwind BV, het Waterschap Zuiderzeeland. Bezwaar en voorlopige voorziening Bezwaar Tegen deze beschikking kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Beroep kan ingesteld worden bij de Rechtbank Midden- Nederland, afdeling Bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, o.v.v. voorlopige voorzieningen, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Beschikking in werking De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na de verzending of uitreiking ervan aan de aanvrager. Het indienen van een bezwaarschrift of het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening, schort de werking van de beschikking niet op. Indien de Voorzieningenrechter positief beslist op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de werking van het onderhavige besluit wel geschorst. 5

7 2 Procedurele overwegingen Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De aanvraag is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Projectbeschrijving Westermeerwind BV heeft de opvangvoorziening onder het transformatorstation op een andere wijze aangelegd dan in de oprichtingsvergunningaanvraag is opgenomen. De opvangvoorziening is bedoeld voor de opvang van olielekkages uit de transformatoren. Omdat het een open opvangvoorziening betreft wordt er ook hemelwater opgevangen. Het hemelwater wordt niet via een oliewaterafscheider geloosd op oppervlaktewater, maar opgevangen en na controle periodiek geloosd op het oppervlaktewater Huidige vergunningsituatie Bij besluit van 30 november 2010, kenmerk heeft Gedeputeerde Staten van Flevoland aan Westermeerwind BV. een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een windturbinepark gelegen aan de Westermeerdijk ongenummerd te Espel. De locatie is kadastraal bekend als gemeente Noordoostpolder, sectie E, nummer Vergunning is verleend voor het oprichten en in werking hebben van een windturbinepark inclusief bijbehorende voorzieningen (transformatorstation). Op grond van het bepaalde in de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn de vergunningen die voor 1 oktober 2010 in werking waren getreden en onherroepelijk waren, van rechtswege gelijkgesteld met omgevingsvergunningen en gelden deze voor onbepaalde tijd. Daarnaast geldt dat activiteiten die waren toegestaan op basis van geaccepteerde 8.19-meldingen die voor 1 oktober 2010 in werking waren getreden en onherroepelijk waren, ook onder de werking van de Omgevingsvergunning vallen. Naast de omgevingsvergunning is de lozing op oppervlaktewater vergunningplichtig ingevolge de Waterwet. Voor de onderhavige wijziging is ook een Waterwetvergunning gevraagd bij het Waterschap Zuiderzeeland. Bevoegd gezag De inrichting bestaat uit een windturbinepark en bijbehorende voorzieningen waarin windenergie wordt omgezet in elektrische energie. Gelet op deze omschrijving en bovenstaande projectbeschrijving in relatie tot het bepaalde in artikel 2.4, eerste lid, van de Wabo juncto artikel 3.3, eerste lid, en Bijlage I, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is het college van Burgemeester en wethouders het bevoegd gezag om de omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Ontvankelijkheid en opschorting procedure Artikel 2.8 Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden overlegd om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere 6

8 uitwerking in de Mor. Na ontvangst van de aanvraag is deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Op 4 augustus 2015 is aanvullende informatie gevraagd. Deze ontbrekende informatie is op 11 september 2015 aangeleverd. De aanvraag bevat voldoende informatie voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Samenhang met andere wetten en besluiten Activiteitenbesluit milieubeheer Sinds 1 januari 2008 geldt het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit). Het Activiteitenbesluit bevat algemene voorschriften voor activiteiten die kunnen plaatsvinden binnen inrichtingen. Sinds het Activiteitenbesluit geldt, zijn veel inrichtingen niet meer vergunningplichtig voor het onderdeel milieu. Vanaf 2008 zijn daar steeds meer inrichtingen aan toegevoegd. Alleen type C-inrichtingen (inrichtingen die vallen onder een categorie in de bijlage bij het Besluit omgevingsrecht) blijven vergunningplichtig op grond van de Wabo. Sinds 1 januari 2013 worden ook de inrichtingen met (een) IPPC-installatie(s) aangemerkt als type C-inrichting. In bijlage 1 onder B of C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op type C inrichtingen kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. De inrichting is vergunningplichtig op basis van categorie 20 van onderdeel C van Bijlage I van de Bor. De aangevraagde activiteit valt niet onder het Activiteitenbesluit. Eventuele voorschriften die aan deze milieu neutrale verandering zijn verbonden, zijn voorschriften die niet zijn geregeld in het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling. Besluit milieueffectrapportage Er is getoetst of er sprake is van een MER-plicht of m.e.r.-beoordelingsplicht. In onderhavig geval is er geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Ook is de verandering niet merbeoordelingsplichtig. Waterwet Het lozen van afvalwater op oppervlaktewater van een bodembeschermende voorziening valt niet onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit of de Wabo, maar onder de Waterwet. Voor de gewijzigde lozingssituatie is tevens een Waterwetvergunning aangevraagd bij Waterschap Zuiderzeeland. Er is geen coördinatieverplichting voor de procedurele afhandeling van beide vergunningen. 7

9 3 Overwegingen onderdeel milieu Toetsingskader Het betreft een aanvraag voor een milieu neutrale verandering van een inrichting als bedoeld in artikel 2.14, vijfde lid, juncto artikel 3.10, derde lid van de Wabo. Afvalwater In de vigerende omgevingsvergunning onderdeel milieu is in voorschrift bepaald dat er een vet- en olieafscheider aanwezig moet zijn, welke voldoet aan de NEN-EN en -2 en minimaal twee maal per jaar geïnspecteerd moet worden. Dit voorschrift is overbodig geworden en kan derhalve vervallen. Daarnaast is in voorschrift opgenomen dat eventueel hemelwater dat terecht kan komen in de opvangvoorziening onder de transformatoren, regelmatig op een veilige manier moet worden verwijderd. Dit voorschrift kan ongewijzigd blijven. In plaats van het direct lozen van hemelwater via een olie- waterafscheider wordt het hemelwater nu opgevangen. In deze opvangvoorziening wordt ook de eventuele vrijkomende transformatorolie opgevangen. Periodiek wordt, na een visuele inspectie of controle op de afwezigheid van olie, de opvangvoorziening leeg gepompt op het oppervlaktewater. Indien de maximale opvangcapaciteit eerder is bereikt wordt het controlesysteem ingeseind. De pomp is uitgerust met een drijvende oliesensor/elektrode, die de pomp automatisch uitschakelt indien er een andere vloeistof dan water wordt waargenomen. Het met olie verontreinigde hemelwater moet conform voorschrift lid b van de vigerende vergunning dan alsnog op een veilige manier worden afgevoerd. Daarnaast wordt het olieniveau van de transformatoren gemonitord op eventuele lekkages. Voor het gewijzigd wijze van lozen van het afvalwater op oppervlaktewater is een Waterwetvergunning gevraagd bij Waterschap Zuiderzeeland. Het lozen en de controle op de kwaliteit van het te lozen afvalwater en lozingsnormen valt dus buiten de reikwijdte van de omgevingsvergunning. In de Waterwetvergunning kunnen daar eisen aan worden gesteld. Geluid De gevraagde verandering heeft geen gevolgen voor de geluidsproductie van de inrichting. Bodem De gevraagde verandering heeft geen gevolgen voor de bodembescherming binnen de inrichting. Lucht en geur De gevraagde verandering heeft geen gevolgen voor emissie van stoffen of geur van de inrichting naar de lucht. 8

10 Externe veiligheid De gevraagde verandering heeft geen gevolgen voor externe veiligheid als gevolg van activiteiten binnen de inrichting. Afval De gevraagde verandering heeft geen gevolgen voor afval als gevolg van activiteiten binnen de inrichting. Vergunning In de vigerende omgevingsvergunning onder milieu zijn voor bovengenoemde aspecten toereikende voorschriften opgenomen waaraan dient te worden voldaan. Deze voorschriften zijn ook van toepassing op de gevraagde verandering. De bestaande vergunning voorziet nog niet in voorschriften m.b.t. onderhoud van de oliesensor/elektrode en registratie van de controle op de kwaliteit van het te lozen water. Om dit te ondervangen worden in hoofdstuk 4 van dit besluit daar voorschriften voor aan de vergunning toegevoegd. Conclusie: De gevraagde verandering leidt niet tot andere of grotere gevolgen voor het milieu dan in de vigerende vergunning is vastgelegd. Er is geen belemmering om de gevraagde vergunning te verlenen. Vanwege de hiervoor genoemde redenen is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de Wabo zodat de gevraagde vergunning met gebruikmaking van de reguliere procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wabo kan worden verleend. 4 Voorschriften De oliesensor/elektrode moet voor de goede werking, onder optimale condities in bedrijf worden gehouden en moet zo vaak als voor een goede werking noodzakelijk is worden gereinigd en/of vervangen, doch ten minste één keer per jaar, door een deskundige worden onderhouden en geïnspecteerd De bevindingen van de controle of visuele inspectie op de aanwezigheid van olie in het onder de transformatoren opgevangen water worden in het inspectieverslag genoteerd. 9