Hjjlagcn. [Ml. 8. Tweede Kamer. 29

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hjjlagcn. [Ml. 8. Tweede Kamer. 29"

Transcriptie

1 Hjjlagcn. [Ml. 8. Tweede Kamer. 29 ( ) VOORLOOPIG VERSLAG!. Het afdeelingsonderzoek heeft aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen en opmerkingen. Algemeene beschouwingen. 1. Preliminaire opmrrlnitueii. De opportuniteit der indiening van het wetsontwerp werd op verschillende gronden betwist. Een der leden meende, dat het niet lag op den weg van het tegenwoordig Ministerie, dat slechts een beperkte taak had te vervullen, een voorstel tot principieele wijziging van de heffing van den suikeraccijns te doen. Bovendien was zijns inziens de wet van 11 Januari 1894 te kort in werking geweest om een voldoenden grondslag te geven ter voorbereiding van de invoering van eene geheel nieuwe regeling. Hiertegen werd opgemerkt, dat, zooals herinnerd is in 1 der Memorie van Toelichting, de Minister Pmaox beloofde zoo spoedig mogelijk eene definitieve regeling in te dienen, en dat de tegenwoordige Minister die belofte op de vervulling waarvan van de zijde der Kamer met nadruk is aangedrongen heeft overgenomen Het door de wet van 11 Januari 18;'4 voorgeschreven onderzoek heeft plaats gehad en zekerheid is verkregen omtrent de productie in de suikerfabrieken en de raffinaderijen over liet werkjaar S95. Deze voorbereiding werd voldoende geacht voor de indiening van de voorgestelde regeling. Eenige andere leden achtten het oogenblik voor eene definitieve regeling ongeschikt, omdat hij de regeling van den accyns net oog op het buitenland dient gevestigd te zjjn, en thans in Duitschland eene zeer belangrijke wetswijziging in behandeling is, waarbij eene aanmerkelijke verhooging der uitvoerpremiën wordt voorgesteld. Het was te verwachten, dat. wordt het Doitsehe ontwerp tot wet verheven, andere landen eveneens hunne wetgeving zullen wijzigen. Bij gelegenheid van de jaarlijksche bijeenkomst van het syndicaat der Fransc-he Miikerfabrikanten. op 2 en 3 Maart jl. te Parijs gehouden, heeft de Minister van Financiën te kennen gegeven, dat het oog op het buitenland gevestigd bleef..men dringt daar aan op eene verhooging van de korting, die op de vervaardigde hoeveelheid suiker aan den fabrikant verleend wordt, indien hy van het genot der premie op de overponden afziet, van 15 op 20 pet. De Oosten rij ksche fabrikanten en raffinadeurs hebbeu op 26 Februari jl. eene protest-meeting gehouden tegen het Duitsche ontwerp ; de 107 op die meeting aanwezige belanghebbenden verklaarden eenstemmig van meening te zijn, dat de in dat wetsontwerp voorgestelde verhooging der uitvoerpremiën aan de Boheenische industrie een doodelyken slag zou toebrengen. Men besloot zich tot de Regeering te wenden ten einde op bescherming van de belangen der inheemsche industrie aan te dringen. Met het oog op de ouzekerheid, waarin men dus ten opzichte van de huitenlandsche suikerwetgeviug verkeert, meenden deze leden, dat het vooralsnog de voorkeur verdiende de bestaande regeling van den accijns te verlengen, zn' het dan ook met verhooging van den aanslag. Dat het voorbarig zou zijn thans reeds tot eene definitieve regeling over te gaan. bleek naar de meening van enkelen ook uit de Memorie van Toelichting, waar gezegd wordt dat het noodig zal zijn de preniieipiaestie opnieuw te overwegen, wanneer in andere landen de bescherming mocht worden afgeschaft of belangrijk verminderd. Ook zag men een bezwaar tegen definitieve regeling in de mogelijkheid, dat de suikerfabrikanten hier te lande er toe zullen Overgaan hunne ruwe suikers wit te maken en voor dadelijk gebruik uit te slaan. Dat hieraan gedacht is, blijkt wel uit de opneming der bepaling, vervat in 4 van art. 67 van bet ontwerp. Bovendien werd aangevoerd dat het ontwerp te laat is ingediend. Immers zijn de fabrikanten verplicht geweest de contracten omtrent de levering van beetwortels voor de aanstaande campagne af te sluiten in volslagen onzekerheid omtrent de wetge\ ing, waaruit ('ene alternatieve prijsbepaling was voortgevloeid. Jlet gevaar bestaat, dat, indien het ontwerp tot wet wordt verheven, moeilijkheden bh' de afrekeningen niet zullen uitblijven. De beslissing over het wetsontwerp zal daarenboven wellicht kort voor den aanvang der nieuwe campagne vallen en, werd het aangenomen, dan zal het voor vele fabrikanten moeilijk zijn de in het wetsontwerp voorgeschreven, of hun zelven wenschelijk voorkomende veranderingen in de inrichting der fabrieken bijtijds gereed te hebben. Vele andere leden juichten de indiening van het ontwerp toe. Zij herinnerden dat wegens het tijdelijk karakter der wet van 1894 eene nieuwe regeling vóór 1 September aanstaande noodig is. r$y de behandeling van de wet van 1894 en by latere gelegenheden is telkens gewezen on het gemis van stabiliteit in de regeling van den accyns, welke instabiliteit zeer nadeelig is voor de belangen van den landbouw. Wilde men wachten met eene definitieve regeling, totdat de buitenlandsche wetgeving op dit gebied vastheid heeft verkregen, dan zou men inderdaad zeer lang kunnen wachten. Voorts werd met betrekking tot de bezwaren, welke ten aanzien van het sluiten van coutracteu voor de aanstaande campagne werden geopperd, aangevoerd, dat die bezwaren zich in niet veel geringere mate zouden hebben doen gevoelen, indien het wetsontwerp eenige maanden vroeger ware ingediend, omdat ook dan onzekerheid zou hebben bestaan omtrent het lot van dat ontwerp. Ook werd ten gunste van bet wetsontwerp nog aangevoerd, dat bij aanneming daarvan een meer stabiele toestand verkregen zal zyn, hetgeen voor de verdere ontwikkeling der suikerindustrie hoogst wenschelyk mag worden geacht. Eenige leden spraken hunne bevreemding uit, dat de Regeering het Landbouwcomité niet omtrent dit wetsontwerp heeft gehoord. Het onderwerp is toch van zeer groot belangvoorden landbouw. Wanneer de Regeering geene waarde hecht aan de meening van het comité omtrent gewichtige landbouwaangelegenheden, dan begreep men niet, waarom met hare medewerking aan deze vereeniging een belangrijk subsidie uit's Rijks kas wordt gegeven. Aan verschillende zijden werd den Minister hulde gebracht wegens de duidelijke toelichting van het wetsontwerp en het bijgevoegde overzicht der buitenlandsche wetgeving. Men sprak den wensch uit, dat, mocht het in Duitsehland aanhangige wetsontwerp tot wet zijn verheven, dat overzicht bij de Memorie van Antwoord zou worden aangevuld met eene uiteenzetting van den inhoud dier wet. 2. Inviifiimi van open jiremirn. Vele leden waren met de Regeering van meening, dat het wenschelyk is met het bestaande stelsel van aanslag naar de hoeveelheid en dichtheid van het sap te breken en de belasting te regelen naar de werkelijk geproduceercle suiker. Het bestaande stelsel heeft ten gevolge van de onzekerheid omtrent de vraag, hoeveel suiker uit het sap kou worden verkregen, telkens geleid tot het onttrekken van eene de verwachting verre overtreffende hoeveelheid aan de betaling van accijns, en daardoor tot gevoelige verliezen voor de schatkist. Dit is ook weder duidelijk aan het licht gekomen met betrekking tot de tijdelijke regeling van 18l'4. Over het werkjaar 1894/1895 hebben de fabrikanten, ondanks de verhooging van den sapaanslag met 12 procent, uit de overponden eene winst verkregen, die ongeveer 11 ton meer bei braagt, dan de wetgever bedoelde en voldoende achtte. Aan den wedloop tusschen de Regeering, die de protectie binnen zekere grenzen zocht te houden, eii de fabrikanten, die deze grenzen telkens witten te overschrijden, diende een einde te komen. Bij de invoering van open premiën zal uien althans kunnen bepalen, hoe ver men niet het verleenen van protectie gaan wil, en gevrij - waard zijn voor misrekening. Bovendien wordt door het stelsel vanopen premiën het belangrijke voordeel verkregen, dat voortaan de regeling van den accijns en die der te verleenen protectie van elkander worden gescheiden. Kon men tot dusverre aan de regeling van den at-cijns niet raken, zouder dat tevens de daaruit verkregen protectie werd veranderd. voortaan zal men den accyns kunnen verhoogeu, verlagen of zelfs afschaffen, zonder daardoor de quaestie der protectie te praejudicieeren. en omgekeerd zal men de protectie kunnen wijzigen of afschaffen, zonder dat men Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen G.

2 [121. s daarom in de regeling van den accijns verandering behoeft te brengen. Overigens werd door eenige leden nog opgemerkt, dut zy niet begrepen, waarmede de suikerfabrikanten liet eervolle getuigenis bedden verdiend, dat de.minister hun geeft, door te verklaren, dat zich hier te lande eene beetwortelsuikeriudustrie heeft ontwikkeld, die zich naast de Imitenlandselie.met een'" weet te handhaven. Dat de industrie zich ontwikkeld heeft onder eene fiscale wetgeving, die «Ie winsten der fabrikanten voor een goed deel afhankelijk stelde van het cijfer der verkregen overponden, kon men zoo byzonder eervol niet vinden. Had de industrie zich onder zulke omstandigheden niet ontwikkeld, dan zou dit wel van groote inertie getuigd hebben. Sommige leden konden zich niet deze beschouwingen niet vereenigeu. Huns inziens zou de invoering van het exercicestelsel de vrijheid van werken op bedenkelijke wijze belemmeren. Men meende, dat dit stelsel dan ook in andere landen zeer ongunstig heeft gewerkt. Wel is waar is hier te lande door de administratie voortdurend op invoering van de exercice aangedrongen, en hebben de Xederlandsche gedelegeerden het op de Londensche Conferentie van 1888 verdedigd, maar invoering daarvan heeft steeds ernstige tegenkanting ontmoet, en zelfs aanleiding gegeven tot de verwerping van de in 1875 tusschen Engeland, België, Frankrijk en Nederland gesloten conventie (Zie HaMêli*Qn van 6.Maart 1876). Men vreesde verder, dat het stelsel aanleiding zal geven tot misbruiken en smokkelarij, en dat de ambtenaren, met het toezicht belast, wellicht aan pogingen tot omkoopiug zouden blootstaan. De ondervinding by de zoutindustrie, waar feitelijk ook een exercicestelsel bestaat, gaf, naar men meende, reden tot die vrees. Bovendien zouden de ambtenaren kennis verkrijgen van de fabrieksgeheimen der fabrikanten en in de verzoeking kunnen komen die aan concurrenten mede te deelen. Voorts werd het als een belangrijk nadeel van de afschaffing van het bestaande stelsel beschouwd, dat de daarin gelegen prikkel tot veredeling van de grondstof en verbetering der techniek geheel zou wegvallen, en dat naar de in het wetsontwerp vervatte regeling bevordering der uitbreiding van de beetwortelcultuur aan de fabrikanten geen voordeel meer zou opleveren. Vervalt de bestaande prikkel, dan zullen de fabrikanten niet meer overgaan tot kostbare proefnemingen of wijzigingen inde techniek, zoolang zekerheid van welslagen ontbreekt, en het gevolg zal zijn, dat er eene achterlijke industrie ontstaat, die bezwijkt, zoodra de bescherming verminderd wordt. Deze leden gaven aan het bestaande stelsel de voorkeur. Achtte men in het belang der schatkist verlaging van de premiën der fabrikanten noodig, dan was naar hun inzien dit doel op betere wijze te verkrijgen door verhooging van den sapaanslag. Men meende verder, dat de suikerfabrikanten den hun door den Minister gegeven lof wel degelijk verdienen. Protectie kan ten gevolge hebben. dat de krachtsinspanning der geprotegeerde industrie verslapt en dat zij gaat steunen op het naar toevallende voordeel. Ten deze is het tegendeel het geval geweest. Vele fabrikanten hebben zich groote uitgaven getroost voor verbetering van de techniek eu telkens de nieuwste uitvindingen op dit gebied in toepassing gebracht. Bovendien hebben zij veel gedaan om het suikergehalte der beetwortels te vermeerderen. Ongetwyfeld zou de Xederlandsche beetwortelsuikerindustrie de concurrentie met die van andere landen kunnen volhouden, indien overal de protectie werd afgeschaft. Deze bedeukingen tegen het stelsel van het wetsontwerp bleven niet onweersproken. Dat het exercicestelsel in andere landen slecht zou hebben gewerkt, werd niet toegegeven. Bovendien heeft de toepassing der wet van 11 Januari 1894 aangetoond, dat gelijk in de Memorie van Toelichting wordt opgemerkt het onder toezicht stellen van de fabrieken noch voor de fabrikanten, noch voor het bestuur der belastingen overwegende bezwaren oplevert. De vrees voor misbruiken en verklapping van fabrieksgeheimen werd niet gedeeld. Men meende ten deze vertrouwen te kunnen stellen in het plichtbesef der Xederlandsche ambtenaren. Immers is er geene reden om bij invoering van het voorgestelde stelsel meer voor oneerlijkheid te vreezen dan bij het bestaande stelsel, dat de opbrengst van den accijns doet afhangen van de opgaven der ambtenaren omtrent de hoeveelheid en de densiteit van het sap. Voorts betwistte men, dat bij aanneming van het wetsontwerp elke prikkel tot ontwikkeling der industrie zou wegvallen. Het verwerken van beetwortels van rijk suikergehalte en de toepassing van de nieuwste ontdekkingen en van de beste procédés blijven steeds in het belang der fabrikanten, omdat daardoor de productieprys der suiker aanzienlijk kan worden verlaagd. De prikkel om in die richting werkzaam te zijn, zal ongetwijfeld niet verdwijnen, vooral als de verstrekte premiën zoo laag worden gesteld, dat de grens, beneden welke niet normale prijzen niet meet kan worden geproduceerd, genaderd wordt. Onthouding van onnoodige bescherming zal de fabrikanten nopen hunne uiterste krachten in te spannen om de concurrentie niet het buitenland vol te honden. Hoe men thans, na zoovele ondervonden teleurstellingen, nog handhaving van het stelsel van aanslag naar het sap kan verlangen. begreep men niet. MIMI vreesde overigens, dat indien handhaving van het bestaande stelsel met verhooging'van aanslag inderdaad werd voorgesteld, eenige tegenstanders van het exercicestelsel die verhooging evenmin zouden goedkeuren. Overigens waren er ook leden, die meenden, dat, werd het exercicestelsel ingevoerd, dan toch gezorgd kon en moest worden, dat een prikkel tot ontwikkeling der industrie bleef bestaan. Ook by belasting naar het werkelijk rendement zou eene verhooging der premie voor het boven zekeren standaard verkregen product toegekend kunnen worden. Men zou het bedrag der premie kunnen doen afhangen van de hoeveelheid suiker uit eene bepaalde hoeveelheid sap verkregen, met dien verstande dat een maximum van de in totaal te verleenen uitkeering in de wet werd opgenomen. Sommige leden meenden, dat de voorgestelde regeling niet genoeg waarborg geeft tegen het voorkomen van fraudes. Het toezicht op het werken op de fabrieken zal zeer nauwkeurig moeten zyn en door uitstekende ambtenaren moeten worden uitgeoefend. De bepalingen van het ontwerp omtrent de inrichting der fabrieken en omtrent hare afsluitingen werden niet voldoende geacht om fraude te voorkomen. De voorschriften, welke de Oostenryksche wet te dien aanzien geeft, zyn veel strenger. Ook vestigt het ontwerp geen verboden kringen in de omgeving der fabrieken, waar dus het vervoer van aanzienlijke hoeveelheden suiker zonder document zal zyn toegelaten. Verscherping der waarborgen tegen fraude werd door deze leden noodig geacht. 3. Jf'ensrlielijl./ieid van protectie run de hcelwortelsuikerindnstric. Zeer enkele leden meenden, dat het geven van bedekte of open premiën aan de beetwortelsuikerfabrikanten niet als eigenlijke bescherming kan worden beschouwd. De industrie werd naar hun inzien gedrukt door den accijns en door de verschillende beperkingen van hare vrijheid, welke de aceijnswetgeving medebrengt. Het geven van premiën moest beschouwd worden als eene vermindering van den accijns en dus als eene verlichting van den druk, welken de accijns op de industrie legt. Dit gevoelen vond geen bijval. Daartegen werd aangevoerd dat de accijns niet drukt op de industrie, maar op de consumtie en op de consumenten. De industrie zou dan ook door opheffing of vermindering van den accijns niet gebaat zijn. Meer verschil van gevoelen bestond over de wenschelijkheid eener protectie van de suikerindustrie. Van de zijde van verscheidene leden werd herinnerd, dat de beetwortelsuikerindustrie by hare opkomst in vele landen van Europa begunstiging ondervond ten einde aan de beetwortelsuiker nevens de rietsuiker eene plaats op de wereldmarkt te verzekeren. Was ten onzent de protectie dier industrie aanvankelijk een niet bepaaldelijk bedoeld gevolg van de accijnswetgeving, sedert tientallen van jaren heeft men zich van het bestaan der protectie rekenschap gegeven en haar gehandhaafd, al trachtte men de accijnswinst telkens binnen bepaalde grenzen te houden. Onder en door die bescherming heeft de industrie zich uitgebreid en is zij van groote beteekenis geworden. Sedert 1858, toen de eerste fabriek hier te lande werd opgericht, is de prodmtie belangrijk vooruitgegaan. Het aantal fabrieken was reeds in 1872 tot 30 geklommen, maar terwijl in het werkjaar 1872/1873 ongeveer 21,8 millioen kilogram suiker werd vervaardigd, bedroeg de productie in het nu afgeloopen werkjaar ongeveer 1)0 millioen kilo. Inmiddels is de techniek in groote mate vooruitgegaan. Ten gevolge van den prikkel, dien de concurrentie gaf, is de kostende prijs zoozeer verlaagd, dat tegen zeer verminderde suikerpryzen nog met winst kan gewerkt worden. De verlaging van den kostenden prijs was niet enkel het gevolg van de verbetering der fabricage, maar ook van de veredeling der grondstof, welke ten gevolge van den invloed der fabrikanten verkregen werd. Men beijverde zich door verbetering van het zaad en door eene rationeele behandeling van den grond de qualiteit der beetwortels te verbeteren. Naar de mededeeling van een der fabrikanten was het gemiddeld suikergehalte van 25'/;. millioen kilo hem geleverde beetwortels volgeus de uitkomsten van analysen in 1895/6 niet minder

3 [ J 31 dan 15,1 percent (Zif bladen voor suikerbietenteelt door J. F. VIKKKI: 2de jaargang ir. 1 blads. 16.) Naarmate de industrie zich ontwikkelde, is de eultuut fan beetworteli van meer betoekenii geworden. Zij i> op de kleigronden, bepaaldelijk in de provincifln Zeeland, Noordbrabsnt, Gelderland en Zuidholland, bijna onmisbaar geworden, nu sedert 1 &7l) de prijzen van alle andere producten, die op kleigfondeu verbouwd worden, aan eene sterke daling zijn onderworpen geweest. Terwijl de teelt van tarwe, koolzaad, meekrap, vlas en gerst dan ook belangrijk is ingekrompen, is de beet* worteleultuur, laatstelijk ook in liet noorden des huuls, gaandeweg uitgebreid. Werden in de jaren x70 jaarlijks ongeveer (3580 bectaren met beetwortels bezaaid, in 1893 was dit cijfer gestegen tot28375, in 181)4 tot bectaren, terwijl voor de aanstaande campagne naar betrouwbare opgaven voor eene oppervlakte van bectaren is gecontracteerd. Bovendien zijn voor den uitvoer naar België* nog ongeveer 5300 bectaren uitgezaaid. De cultuur beslaat dus tbans niet miuder dan ongeveer hectaren en zij zal dit jaar circa 11 millioen gulden opbrengen. Deze gronden worden inwiaaelbonw geé'xploiteerd, zoodat thans 5 x of hectaren bij de cultuur betrokken zijn. De beetwortelcultuur blijft voor groote uitbreiding vatbaar. Men meende dat het aantal hectaren, geschikt voor bietencultuur op minstens kon gesteld worden. Is de suikerindustrie van groot belang voor den landbouw, zij is ook van beteekenis voor vele andere beirijven, in de eerste plaats voor het verkeer te water en per spoorweg. De vrachten, met het vervoer van beetwortels verdiend, ziju op een niet gering bedrag te schatten. Daarbij komt nog de aanvoer van de voor de industrie benoodigde steenkolen, welke grootendeels van de Rubrstreek komen, en het vervoer van pulp en scbuimaarde. Aan werkloonen werd iu de gezamenlijke fabieken, naar men opgaf, vijf millioen gulden 'sjaars uitbetaald. Sommige leden achtten de uitkomsten van de protectie der suikerindustrie zoo gunstig, dat zij daarin eene aanmoediging vonden om ook op ander gebied tot protectie te besluiten en bepaaldelijk om tot invoering van graanrecbten over te gaan. Anderen lieten zich over protectie van andere artikelen niet uit, maar bepaalden zich tot de suiker. Betoogd werd, dat, ofschoon de beetwortelsuikerindustrie wellicht zonder eenige bescherming zou kunnen blijven bestaan, indien alle landen hunne premiën afschaften. bet een roekeloos bedrijf zou zijn om de groote belangen, aan instandhouding en ontwikkeling der industrie verbonden, door onttrekking van protectie in gevaar te brengen, zoolang in andere landen de beschenniug blijft bestaan. Naar hun inzien moest het doel der wettelijke regeling van den suikeraccijns zijn zoodanige protectie te blijven verleenen, dat instandhouding en geleidelijke uitbreiding der industrie en der beetwortelcultuur bevorderd werd. Men wees er op hoe de Duitsche wet van 1891 getracht heeft door de vermindering van premiën het gevaar van overproductie tekeeren. maar boe thans een wetsontwerp aanbangig is, waarbij wordt voorgesteld om de uitvoerpremiën weder te verhoogen. Men wil ook thans «rel door contingenteering van de productie der fabrieken onbeperkte uitbreiding der productie tegengaan, maar tevens eene matige uitbreiding, die verband houdt met de toeneming der consuinti e, bevorderen. Het is reeds gebleken dat de Duitsche Begeering naar het inzien van de Commissie uit den Rijksdag, in wier handen het ontwerp is gesteld, in deze richting niet vergenoeg gegaan is; deze Commissie wenscbt toch de door de Begeering voorgestelde contingenteering van 1400 millioen op 1700 millioen kilo suiker te brengen. Indien er overproductie van suiker is, mocht dit overigens te betreuren zijn, maar men diende toch te erkennen. dat de vermeerdering van productie heelt geleid tot aanmerkelijke verlaging der suikerprijzen. Die verlaging komt den consumenten rechtstreeks ten goede, en behoort in rekening te komen tegenover de lasten, welke het verleenen van beschenning niet zich brengt..mocht voortdurende uitbreiding der cultuur zoodanige verlaging der prijzen veroorzaken, dat zij niet meer loonend is, dan zou de kwaal zichzelve genezen, aangezien hiervan noodzakelijk inkrimping der cultuur het j gevolg zou zijn. Ken andere groep leden stelden op den voorgrond, dat protectie i in beginsel afkeuring verdiende en tot ongezonde toestanden aanleiding geeft. Herinnerd werd, hoe de Kamer zich bij destemming over de tnotin-dobnuuas tegen protectie had uitgesproken (Handelingen , blads ), en men betoogde, dat het in beginsel niet aangaat de protectie te veroordeelen en toch bij uitzondering de beetwortelsuikerindustrie en de teelt i van beetwortels te beschermen. Welke nadeelen het verleenen van protectie met zich brengt, wa.- naar het oordeel dezer leden ook ton deze wederom gebleken. De premièn, welke in vele landen van Europa ziju verleend, hebben overal de productie gaandeweg doen toenemen boven de behoeften. Elke Staat beeft zijne industrie kunstmatig gesteund ton einde voor haar een grooter aandeel op de wereldmarkt te veroveren. Iu 1801 heeft Diiitsehland getracht tot vermindering en afschaffing der premièn te geraken, maar bij het thans aanbangige wetsontwerp wordt wederom de tegenovergestelde weg ingeslagen en verhooging der uitvoerpreniiën voorgesteld ten einde de Duitsche industrie in den strijd tegenover de buitenlandsche concurrentie te versterken. Men meende, dat deze verhooging zeer zou zijn te betreuren, omdat het tot stand komen eeuer internationale regeling door verscherping van den concurrentiestrijd wordt bemoeilijkt. Dat er overproductie is, wordt in de toelichting van het Duitsche ontwerp zeer duidelijk aangetoond. Daar wordt becijferd, dat van 1890/1 tot 1894/5 de productie in Europa geklommen is van 3700 tot 4800 millioen kilogram, terwijl de productie van rietsuiker, voor zoover die van beteekenis is vóór de wereldmarkt, in 1890/ millioen, in 1893/ millioen en iu 1894/5 waarschijnlijk 3000 millioen kilogram bedroeg. Terwijl de gemiddelde stijging der wereldproductie sinds 1890 op ongeveer 400 millioen kilogram per jaar is te ramen, wordt aangenomen, dat de jaarlyksche toeneming der consumtie niet booger gesteld kan worden dan 250 a 300 millioen kilogram. De Duitsche Kegeering komt dan ook tot de volgende conclusie:,de buitensporig groote uitbreiding der productie, waartoe de binuenlandsche industrie zich reeds ondanks lage prijzen en geringe protectie gedrongen heeft gezien, kan door enkele verhooging der suikerpremiën slechts toenemen. Dit ongewenschte gevolg zou zich met te meer zekerheid voordoen, omdat er aan den noodigen grond voor uitbreiding der beetwortelcultuur geen gebrek is en de voor stichting of vergrooting van suikerfabrieken noodige kapitalen blijkens de ervaring zonder moeite bij voorbeeld van de machine-fabrikanten verkregen kunnen worden. Schijnt derhalve eene beperking der productie van beetwortels en dus van suiker door middel van wettelijken dwang reeds onder de tegenwoordige omstandigheden wenschelijk, bepaald noodzakelijk zal die zijn bij de voorgenonicn verhooging der uitvoerpremiën." Het Duitsche ontwerp wil daarom door ingewikkelde bepalingen omtrent contingenteering der fabrieken en verhooging van den Betriebssteuer voor de groote fabrieken de productie binnen zekere grenzen houden. Intusschen zal toch de verhooging der uitvoerpremiën verhooging van den uitvoer en dus verlaging van den suikerprijs op de wereldmarkt bevorderen. Ofschoon men gereedelyk erkende, dat het niet mogelijk is thans de protectie op eens af te schaffen, aangezien de suikerindustrie dan de concurrentie tegenover het buitenland niet zou kunnen volhouden, meenden deze leden toch, dat het streven van den wetgever op geleidelijke vermindering der premiën gericht behoort te ziju, ten einde op den duur tot afschaffing en daarmede tot het verkrijgen van een gezonden toestand te komen. Vermindering der premiën zou een einde maken aan de onmatige uitbreiding der beetwortelcultuur, welke naar de meening dezer leden voor den landbouw zelven zeer bedenkelijk was te achten. De overproductie van suiker heeft reeds tot verlaging der prijzen geleid en, indien zij in den laatsten tijd gerezen ziju, dan is dit enkel het gevolg van den opstand op Cuba. Zoodra daar de rust zal zijn hersteld, zullen de prijzen bij het voortbestaan van overproductie weder hunne dalende richting vervolgen. Nu is wel is waar de Nederlandsche productie slechts een gering deel van de wereldproductie en kan dus de Nedcrlaiidsche wetgeving zeker geen beslissenden invloed op den loop der prijzen uitoefenen, maar toch let de eene Staat op hetgeen de andere ter zake van de suikerwetgeving doet. Bovendien. indien de voortgaande verlaging der prijzen eindelijk tot crisissen aanleiding geeft, dan zal Nederland daardoor te zwaarder getroffen worden, naarmate de beetwortelcultuur meer hectaren beslaat. Voorts werd betoogd dat bet belang van den landbouw bij de protectie der suikerindustrie zeer overschat wordt. Al komt die protectie ook aan de landbouwers ten goede, het staat vast, dat slechts een betrekkelijk gering aantal bectaren met beetwortels bezaaid wordt. Bedraagt dit aantal thans ongeveer , ala bouwland wordt een hectareiital van 855<M>0 gebruikt, terwijl het grasland hectaren beslaat. De voorstelling, alsof de landbouw met de beetwortelcultuur staan of'vallen zou, is dus zeer overdreven en tegenover de opgegeven voordeelen behoort in aanmerking te worden genomen het offer, dat van de

4 [ zoo ruim is als in den laateten tijd het geval vu. J5n die ver* mindering zou tegemakkelijkerkannen worden verkregen, wan* aeer de f;il>rij<:iuten er geen belang meer bjj nebben meer dan Oü millioen kilo suiker te produceeren. Dat de voordeden, die de fabrikanten genieten, reedi nn te gering zijn om even hooge prijzen te betalen sla in België. bleek, naar de mcening van eenige leden, uit den toenemenden uitvoer Tan beetwortels uit bet zuiden des landa naar België, welke uitvoer in bet vorige jaar niet minder dan 150 a 180 millioen kilogram bedroeg..men voegde hieraan toe, dat. indien gelijk het voornemen schijnt te zijn in België een invoerrecht van <i francs per 1000 kilogram op de beetwortel! wordt gevestigd, de cultuur in liet zuiden van ons land. bij gebrek aan vraag, wel aanzienlijk zal beperkt moeten worden. Met betrekking tot het voorste] om de aanvankelijk toe te kennen premie gedurende de acht volgende jaren telkens met f te doen dalen, werd door sommige leden verklaard, dat zy met het wetsontwerp niet /.ouden kunnen medegaan, tenzij de bepaling, dat de premie na daling tot 1 '/. millioen op dat cyfer gelixeerd blijft, verviel en daarentegen geleidelijke vermindering tot op nihil voorgeschreven werd. Anderen meenden daarentegen, dat, waar over het eerste jaar de billijkheid van eene zekere protectie wordt erkend, het niet aangaat die in volgende jaren te verminderen, zouder dat blijkt. of veranderde omstandigheden dit toelaten. Naar aanleiding van deze gedachtenwissding werd van verschillende zijden aangevoerd, dat het voor de beslissing der vraag, welke bescherming de suikerindustrie behoeft, vangroot belang ia, den productieprijs der ruwe suiker te kennen. Bij de toelichting van het Dnitsche ontwerp zijn daaromtrent voor Duitscbland mededeelingen verstrekt. De Memorie van Toelichting van het onderhavige wetsontwerp laat daarentegen dit punt geheel in het duister. Met nadruk werd de wenscb geuit, dat de Regeering alsnog gegevens omtrent den productieprijs der suiker en de winsten der fabrieken zou verstrekken..men meende, dat raadpleging van de uitkomsten van het ingevolge de wet van ls»)4 ingesteld onderzoek en van de aanslagen in de bedrijfsbelasting de Begeermg in staat zou stellen over deze belangrijke ponten het noodige licht te verspreiden. Ten slotte werd nog gevraagd: 1". of het niet wenschelijk zou zijn aan de uitkeering deipremie de voorwaarde te verbinden. dat de suiker moet verkregen zijn door verwerking van in Nederland geteelde beetwortels; 2. of niet eene bepaling behoort te worden opgenomen, waarbij uitkeering wordt uitgesloten, wanneer de suikerprijzen hoven een in de wet te bepalen bedrag stijgen; 3". of het niet nuttig ware eene bepaling op te nemen in den geest van ~'2 van het Duitache ontwerp. waarbij de Bondsraad gemachtigd wordt, in afwachting van eene nadere beslissing van den Rijksdag, de premiën te verlagen, zoodra in andere suikerproduceereiide landen de premiën verminderd of afgeschaft worden. Toekenning van deze bevoegdheid zou voor de liegeering een grooten atenn opleveren bij onderhandelingen omtrent vermindering van protectie. b. Vele leden waren van oordeel, dat bij het wetsontwerp niet genoeg rekening ia gebonden niet de belangen van den landbouw. Men kwam met nadruk op tegen de voorgestelde berekening der premie per 100 kilogram naar eene productie van ongeveer 66 millioen kilo witte broodaniker, nagenoeg bet gemiddeld van de productie in de werkjaren en De Minister meent, dat, indien de fabrikanten genoemde hoeveelheid moeten uitslaan om het maximum der premie te ontvangen, er voor de fabrikanten een niet geringe prikkel zal b «taan om on ruime schaal met de landbouwers te contracteeren. [utuaachen is sedert )5 de teelt van beetwortels belangrijk uitgebreid, in 1895/96 zal de productie, in plaats van 0i> millioen. ongeveer90millioen kilo suiker en in 1880,97, gerekend naar den uit/aai der beetwortels, zeker 100 millioen beloopen. Zelfs in ongunstige omstandigheden zal bij de uitbreiding, die de teelt thans reeds verkregen heeft, het cijfer van 0(5 millioen kilo meteen niet gering bedrag worden overtroffen. De grondslag waarop de.minister zijn voorstel duet rusten, is dus fictief, en het ia duidelijk, dat door aanneming van dat voorstel het doel. dat de wetgever zit b naai 's Ministers verklaring behoort te stellen, namelijk instandhouding der cultuur, geenszins bereikt zou worden. Het gevolg zou integendeel zijn, dat de beetwortelteelt belangrijk zou moeten worden ingekrompen. Waar bij een hectarental van de productie 100 millioen kilo suiker zal bedragen, zou beperking tot66 millioen kilo suiker eene vermindering van het aantal hectaren mei 36 pit. dat. is met 13- il 1 I 00(1 hectaren, nooilig maken. Dit ZOU, gerekend naar eene opbrengt vaii kilo per hectare, bij een bietenprüa van I lo per 1000 kilogram, eene opbrengst van f ;i' 4 a 3' 2 millioen vertegenwoordigen. Ook zou de voorgestelde jaarlijks* hê vermindering der preinie met f o telkens tot verdere inkrimping der cultuur aanleiding geven. aangezien de fabrikanten daardoor genoopt zonden worden telkens lagere prijzen voorde beetwortels (e betalen. Kiuddijk werd aangevoerd dat. terwijl invoering van open en vaste premiën eene zekere stabiliteit zal doen ontstaan en daardoor het oprichten van nieuwe fabrieken in dellen des tands. waar tlie tot nog toe niet bestaan, zou bevorderen. die oprichting weder onmogelijk zal worden. indieu tle nieuwe regeling zoo wordt vastgesteld. dat inkrimping van de cultuur daarvan het gevolg moet zijn. De leden dit.' instandhouding en geleidelijke uitbreiding der beetwortelcnltuur in het belang van tien in zoo benarden toestand verkeerenden landbouw wenschten te bevorderen. achtten reeds om die redenen de voorgestelde regeling niet aanbevelenswaardig. Als tweede grief werd geopperd, dat de Minister volstrekt niet schijnt gezocht te hebben naar middelen om aan de landbouwers het aandeel in de voordeden der protectie te verzekeren diit hun toekomt. Het is bekend, dat de landbouwers thans, ook wegens de groote moeilijkheden aan oprichting van suikerfabrieken op coöperatieven grondslag verhouden, in hooge mate afhankelijk zijn van den machtigen bond der suikerfabrikanten die in staat is een grooteren invloed op de bepaling vau den prijs der beetwortels uit te oefenen. naarmate de landbouw meer door de lage prijzen van andere landbouwproducten gedrukt wordt. Die afhankelijkheid heelt ten gevolge, dat vaak per 1ÓOO kilogram beetwortels niet meer dan f 8,50 a f 9 wordt betaald en dit bedrag werd in verhouding tot de winsten der fabrikanten veel te gering geacht. De btlangrijke uitvoer van beetwortels naar België werd door sommigen hoofdzakelijk toegeschreven aan de willekeurige prijsbepaling door de fabrikanten. Ook werd geklaagd overliet vicieu -e vi orst hottenstelsel, waardoor de fabrikanten de verarmde boeren te eer overhalen om niet de door ben gestelde voorwaarden omtrent den prijs en de wijze van werken genoegt'.; te nemen. Aan de overheerschiug der fabrikanten kunnen tle landbouwers zich moeilijk onttrekken. De voorgestelde regeling zou intusseben de afhankelijkheid tier landbouwers nog vergrooten, want eene beperking van de suikerproductie heeft ten gevolge, dat het aanbod van bietenland in ongunstige verhouding komt tot tle vraag. Vele leden meenden, dat het verzekeren Van een behoorlijk aandeel in tle te verleenen bescherming aan den landbouw bij de wettelijke regeling als hoofdzaak beschouwd moest worden. De verschillende middelen, tot dat einde van de zijde van belanghebbenden aanbevolen, werden uitvoerig besproken. In de eerste plaats kwam ter sprake het adres van het Landbouwconiite. Deze vereeniging wenscht dat in art. i>7 van het ontwerp» uitbreiding tier cultuur als beginsel wordt opgenomen'*. Zij verlangt daarom het maximum der premie te stellen op 37 4 millioen, behoudens jaarlijksche daling met f gedurende 10 jaren, liet bedrag tier premie per 100 kilogram zou aanvankdijk f 3,25 bedragen en jaarlijks dalen met 17', cent. Somruige leden konden zich met deze regeling wel vereenigen. Zij zou blijkens het staatje, in het adres vervat, ten gevolge hébben, dat de fabrikanten, om het maximum der premie te genieten, telken jare eene grootere hoeveelheid beetwortels zoutien moeten verwerken en die vermeerderende vraag naar beetwortels zou op de prijzen een gnnatigen invloed hebben. Op die wijze zou uitbreiding der cultuur in Friesland en Groningen mogelü'k worden, hetgeen zeer wenschelijk werd geacht met het oog op het daar zoo vaak voorkomende gebrek aan werk, terwijl daarentegen naar het voorstel der Regeering tle teelt in tlie provinciën onmogelijk zou worden. Andere leden konden zich hiermede niet vereenigen. Gewezen werd op het feit dat, naar bet adres, de uitbreiding dar cultuur iu tle eerste jaren al zeer gering zou zijn. Om inderdaad uitbreiding «Ier cultuur te verzekeren, achtten zij het beter tle premie op een vast bedrag per 100 kilo te bepalen, zouder maximum. Van andere zijde werd, op tle reeds in 5* 3 vermelde gronden, betoogd, dat dein het adres gewensehte uitbreiding der cultuur wegens de bestaande overproductie van suiker geenszins aanbevelenswaardig is. Men meende bovendien, dat de hier bedoelde regeling de landbouwers geenszins minder afhankelijk zou maken

5 van de fabrikanten. Waar de tot dusver verkregen uitbreiding der cultuur iiiiu die afhankelijkheid geen einde beefl gemaakt, mi bet tegendeel evenmin te verwachten van eeue toekomstige uit breiding. In de tweede plaats beveelt bet Landbonwcomité de instelling van eene Staatscommissie aan, irelke bemiddelend zon optreden bij de vaststelling der eonditiën van paebt van bietenland en den kooj) van bieten. Enkele leden konden neb met dit denk" beeld wel vereenigen en zouden gaarne vernemen, of naar de nieening der Regeering op deze of dergelijke wijze niet iets gedaan kon worden ten einde de belangen der landbouwers te bevorderen. Anderen meenden, dat toepassing van dit denkbeeld geen practische resultaten zou opleveren en dat bovendien bemoeiing niet de overeenkomsten tussehen fabrikanten en landbonwen niet op den weg van den Staat ligt. Voorts werd de aandacht gevestigd op de vonrdeeien. voor de landbouwers voortvloeiende uit de zoogenot-inde participatiecontracten. Gewezen werd op de contracten voor de levering van beetwortels, die sedert twee jaren gesloten worden door den heer.1. F. VI.KKKI:, te Oud-Oastcl, directeur van twee suikerfabrieken, waarbij voor de prijsbepaling der bieten zoowel met het suikergehalte als met de marktprijzen der suikerrekening wordt gehouden en bovendien aan de leveranciers der wortels een aandeel in de zuivere winst van liet bedrijf wordt afgestaan. Dergelijke contracten schijnen ook door de fabriek te Halfweg te worden gesloten. Dat langs dezen weg gunstige resultaten bedongen worden, bleek wel uit het feit, dat door den heer VLKKKK voor de campagne 1895/90' op bedoelde voorwaarden werd overeengekomen voor 717 hectaren en voor de aanstaande campagne voor niet minder dan 1950 hectaren. Het participatie-contract geeft niet enkel een aandeel in de winst, maar het prikkelt de landbouwers tot bet telen \au beetwortels van de beste qualiteit, hetgeen niet enkel hun, maar ook den fabrikant ten goede komt..men achtte het een groot voordeel van het stelsel, dat het samenwerking tussehen de leveranciers en de fabrikanten en ook tussehen de leveranciers onderling bevordert. Omtrent de vraag, of dit stelsel door den wetgever kan worden voorgeschreven, werd verschillend gedacht. Enkele leden beantwoordden de vraag in toestemmenden tin. Met instemming werd door hen gewezen op een artikel voorkomende in het Laudbouwweekblad van 15 Februari jl. waarin aanbevolen wordtin art. t<7 van het wetsontwerp te bepalen, dat de premie alleen wordt uitgekeerd aan die fabrieken, welke in participatiewerken met hare leveranciers van beetwortelen en wel volgens de regelen, daarvoor door Ons te bepalen en vast te stellen bij maatregel van algemeen bestuur". Men meende dat, waar premiën worden toegekend aan de industrie, de wetgever ook bevoegd is aan de uitkeering der premiën <le voorwaarden te verbinden die hem wenscheljjk voorkomen. Andere leden achtten het echter niet doenlijk aan de Begeering de bepaling der voorwaarden van participatie-contracten op te dragen. Naar men meende blijkt ook uit het aangehaald artikel duidelijk, dat de toepassing van het denkbeeld tot zeer groote moeilijkheden aanleiding zou geven. [lfl. 8.] 35 raing der fabrikanten aan de landbouwers ten goede komt. Men wees in verband hiermede ook op het Duitsche wetsontwerp. In de Memorie van Toelichting van dat ontwerp wordt over uitbetaling van de premiën aan de landbouwers met geen woord gesproken. Men schijnt daar te uieeneii dat hef vanzelf spreekt, dat de premiën aan de fabrikanten moeten worden uitgekeerd. Op de tegenwerping, dat vergelijking metduitachlandten deze niet opgaat, omdat in Duitsehland de meeste fabrieken behooren aan grootgrondbezitters. die ook bietenverbouwers zijn, werd geantwoord, dat de meeste Duit-elie fabrieken daarentegeu in het bezit zijn van naamlooze vennootschappen. Blijkens de toelichting van het Duitsche ontwerp zijn van de 326 fabrieken, ilie van 5(10(101» tot kilo suiker produeeeren, slechts l"il in bet bezit van bijzondere personen, terwijl slechts enkele van de grootere fabrieken aan bijzondere personen toebehooren. In eene der afdeelingen werd nog een nieuw stelsel aanbevolen om den landbouw tegenover de fabrikanten te steunen. Dit denkbeeld berustte op den grondslag, dat de positie der land* bouwers versterkt wordt, naarmate de fabrikanten door de regeling der premie genoopt worden eene grootere hoeveelheid beetwortels te verwerken. Alen wensch te daarom, het maximum der premie op een va-t bedrag bepalende, de uitkeering van de premie per 1<»0 kilogram afhankelijk te stellen van de oitbrei* ding der cultuur. Men kan bijv. het maximum der premie bepalen op f en de volle uitkeering van dat bedrag afhankelijk stellen van eene jaarlijksche toeneming dersuikerproductie niet 5 niillioen kilo. Het bedrag der premie per 100 kilogram ion dan zijn als volgt: in 1896/7 f 2,50 by eene productie van 100 millioen kilo witte brooilmiikcr. in , i id. id in > oy 110» id. i.l in * id. id in 1000,1 2, w id. id in , n id. id. in , n id. id. in 1903/ in 19ol 5 1,78 in 1905/0' 1, id. id. 140» id. id. 145 n id. id. D' premie zou vervolyens op een bedrag van f 1.72 bepaald kunnen blijven. Bedraagt de productie minder, dan voor ieder.jaar hierboven is aangegeven, dan zal minder dan het vermeld bedrag per 100 kilo en dus ook minder dan het maximum van 2'/» millioen aan de fabrikanten worden uitbetaald. Wordt e^u hooger bedrag geproduceerd dan aangegeven is, dan zal de premie per 100 kuo eveneens dalen, omdat niet meer dan f2'... millioen wordt uitgekeerd. Om de productie niet binnen te nauwe grenzen te beperken, zou bepaald kunnen worden, dat meerdere productie dan bet vermeld aantal ki!o"s in een bepaald jaar kan strekken tot aanvulling van mindere productie in een volgend jaar. Dit denkbeeld verdiende naar de meening van de leden, die het verdedigden. de voorkeur boven bet denkbeeld van het landbonwcomité. omdat daardoor ruimere uitbreiding der cultuur wordt verzekerd. Vergeleken met het voorstel der Regeering, is het minder VOOrdeeng voor de schatkist, daar de Kegeem g het maximum der premie aanvankehjk f lager stelt en dat maximum in elk der volgende acht jaren met tlooooo wil verminderen. Berekend was, dat de accijns in 1905 volgens het aanbevolen stelsel f 1090Ó0P0 en volgens het voorstel der Verder weid in aansluiting aan een artikel in de. liilillsrlie < 'mi rit ii f" door enkele leden aanbevolen om een deel der premie rechtstreeks aan den leverancier uit te keeren. Bedraagt de Regeering f zou opbrengen, indien het maximum premie f 3,5o per L00 kilogram, dan zon bijv. f 1,50 aan dfu der premie wordt uitgekeerd. Maar daartegenover stond, dat fabrikant en f 2 aan den verbouwer der bieten uitbetaald kunnen worden. Zij achtten dit zeer goed mogelijk, omdat nagegaan het voorstel der Regeering eene inkrimping zou veroorzaken, die tot groot nadeel van den landbouw zijn zou. kan worden hoeveel Buiker elke 1000 kilogram bietenop- Vele leden waren van nieening, dat van de zijde van belang- levert. Dit denkbeeld vond weinig bijval. De voorgestelde verdeding hcbhenden geen doeltreffende voorstellen gedaan zijn om den werd volkomen willekeurig geacht. Trouwens verzet ten landbouw een /adier aandeel inde voordeden der bescherming te bet Landbonwcomité en de Vereeniging van landbouwers, verzekeren en dat het ook niet wel mogelijk is bjj de wet de onderlinge die bieten verbouwen, te does. zich geenszins tegen uitbetaling verhouding tussehen Umdbouwers en fabrikanten te regelen. der premie aan de fabrikanten en in het adres van aatstgenoemde De landbouwers zouden met eigen inspanning door onderlinge vereeniging wordt uitdrukkelijk erkend, dat de bescher* samenwerking moeten trachten behoorujke prijzen voor de beetwortela te verkrijgen. Overigens meende men, dat de klachten der Umdbouwers over de betaling der bieten overdreven zijn. Men betwijfelde, of de fabrikanten den prijs der beetwortels wel kunnen drukken, waar de bieten goedkoop per schip, ook naar het buiten- Land, vervoerd kunnen worden. Op den duur zou, naar men meende, de prijs der beetwortels zich regelen naar hetgeen de fabrikanten uit den verkoop der suiker en de hun toegekende premiën ontvangen. Daarbij komt. dat de aanneming van het wetsontwerp voor de industrie eene zekere mate van zekerheid zal geven, zoodat oprichting van fabrieken op coöperatieven grondslag zal worden vergemakkelijkt. Kapitaal is tegenwoordig tegen geringe rente te verkrijgen en de machinefabrikanten zijn niet alleen

6 30 risi. 8.] in het buitenland, maai ook hier te lande genegen op voordeelige en gemakkelijke voorwaarden de noodige machines te leveren, Ter verdediging van het wetsontwerp werd verder aangeroerd, dat. al wordt de premie per lou kilogram berekend naar eene productie van 66 millioen kilo suiker, daaruil nog geenszins zon volgen, dat de fabrikanten gouden trachten de productie tot dat bedrag te beperken. aangezien hun belang in den regel door eene ruime productie gediend aal /ijn. Men achtte net waarschijnlijk, dat hij aanneming van het wetsontwerp «Ie productie wel op 10<) millioen kilo gehandhaafd zou blijven. sommige leden betwijfelden intusschen. of hel toch wel juist was gezien de premie per 100 kilo te berekenen naar eene suikerproductie van 00 millioen kilo, waar het dan toch vaststond, dat de productie tegenwoordig aanmerkelijk meer bedraagt. Huns inziens verdiende het de voorkeur een hooger cijfer als grondllag aan te nemen, met evenredige daling van liet bedrag der premie per 100 kilo. Bepalingen omtrent den accyns oj> de suiker. 5. PerUtgiug HM den suiheranijiis. Zeer vele ledeu waren van gevoelen, dat bij deze nieuwe regeling tot verlaging vanden accijns behoort te worden overgegaan. Het had bevreemding gewekt, dat de Minister in de Memorie van Toelichting van de uit een sociaal en economisch oogpunt zoo belangrijke vraag, ot het niet wenscbelyk is den accijns af te schaffen of te verlagen, niets anders zegt dan dat de opbrengst van den suikeraccijns voor de schatkist dringend noodig en daarom de tijd tot verlaging dezer belasting nog niet gekomen is". Deze ongemotiveerde verklaring werd te minder afdoende geacht, waar zy betreft eene nieuwe regeling, welke, al blijft het bedrag van den accyns per 100 kilogram onveranderd, de opbrengst der belasting met een aanmerkelijk. telken jareklimmend bedrag zal doen stijgen. Dat deze vermeerdering voor de schatkist.dringend noodig" zou zijn, is eene meening, die scherp afsteekt by de rooskleurige mededeelingen, weike de Minister onlangs bij de behandeling van het wetsontwerp tot herziening van het Personeel heeft gedaan {Handelingen 18' , bladz. 924, 928 en 939). Afschaffing of althans verlaging van den accijns werd vooral gewenscht, omdat men meende te mogen aannemen, dat suiker een belaugryk voedingsmiddel is. De ervaring heeft geleerd, dat de suiker van groote waarde is voor het herstel van verbruikte spierkracht. Meu wees verder op het in de door den heer Birail in de algemeene vergadering van de Nederlanlandsche Afdeeliug der Nederlandsch-Indische Maatschappij van Nijverheid en Landbouw gehouden lezing aangehaalde opstel van CHAÜVUU in de Complex rendiis de f Académie des Seieneet (18 Januari 1896, bladz. tio.) Door verlaging van den accijns. welke de hoofdfactor van den marktprijs vormt, zal de suiker meer binnenliet bereik van de mingegoeden worden gebracht. Wordt daarentegen de voorgestelde regeling aangenomen, dan zal de opbrengst van den accijns steeds stijgen en het hoe langer zoo moeilijker worden van deze belasting op een nuttig voedingsmiddel af te komen. Ook meenden eenige leden, dat de verlaging van den accijns van groot belang was voor de vervaardiging van vruchtengeleien, jams en biscuits. Thans wordt uitoefening van deze industrie hier te lande zeer bemoeilijkt door den hoogen accijns. en eene groote hoeveelheid vruchten wordt dientengevolge naar het buitenland gezonden ter bewerking in buitenlandsehe fabrieken. Andere leden meenden, dat voor de vervaardiging van vruchtengeleien en jams rietsuiker noodig is. Dat de consumtie in ons land vatbaar is voor aanmerkelijke vermeerdering, is niet twijfelachtig. \ olgens LieMd MomaUberichl ir. 6 van 22 Februari jl. bedroeg bet verbruik hier te lande per hoofd over 189L92 11,92, over 1S ,39, over 1893( en over ,20 kilo. Men wenachte tegen deze cyf'ers te waarschuwen. De opgave van LICHT omtrent het werkjaar 1894/95 strookt geenszins met de uitkomst, die men verkrijgt, indien men samentelt de opbrengst van den accyns iu 1895 ad f , de accijn-winsten uit overponden verkregen door de fabrikanten ad f en door de raffinadeurs ad f Het totaal bedraagt f Deelt men dit bedrag door f 0,27, dan verkrijgt men als totaal der binneulandsche consumtie een bedras van kilo en dus van ongeveer 10 kilo per hoofd. Aangezien de aanslag en de overponden gezamenlijk in bet jaar 1804/05 ongeveer 71 millioen kilo bedroegen, zoo zou hieruit tevens volgen, dat een bedrag van niet minder dan bijna 25 millioen kilo suiker werd uitgevoerd. De berekening is intusschen niet zuiver, reeds omdat byeengevoegd zyn de opbrengst van den accijns over het kalenderjaar 1895 en de overponden o\ er een ander tijdstip, namelijk het werkjaar l 0. 1!''."."). De jaarlüksche toeneming der consumtie werd door een ander lid berekend in den laagten tijd ongeveer kilo per jaar te bedragen Hij wtu tot die uitkomst gekomen door vergelijking van de jaren J887/88 tol 1800/91 eenengda met de jaren 1891/92 tot 1894/95 anderzijds. Voor de. eerste groep vond hnalstotsalopbrengsl ran den accijns (dat is de opbreugst in de jaren 1888, 1889 en t- <le halve opbrengst van de jaren 1887 en 1891) een bedrag van f S en als totale geldswaarde der verkregen overponden f , te samen f of gemiddeld per jaar f Voor de tweede groep bedroeg de accijnsopbrengst f en de geldswaarde der overponden f , te zamen f , of gemiddeld per jaar f Het verschil tusschen de eindcijfers der beide groepen wijst op eene gemiddelde vermeerdering der consumtie met eeue aoeünswaarde van f per jaar, rertegenwoordigende eene hoeveelheid van kilo suiker. Brengt men hierbij iu rekening de toeneming der bevolking, dan kan worden aangenomen, dat de consumtie iu 1888/89 8,49 en in S.S'.i kilo per hoofd bedroeg. Buiten deze berekening zijn gebleven de overponden der raffinadeurs, waarvan het bedrag eerst bekend is geworden ten gevolge van het onderzoek, krachtens de wet van 1894 ingesteld, en de sinokkelsuiker. Ook is niet in aanmerking genomen de te lage veraecynzing van basterdsuiker, die, naar beweerd wordt, het gevolg is van de onjuiste berekening van het gehalte. Van verschillende zijden werd verzocht dat de Minister bij de Memorie van Antwoord betreffende het bpdrag der jaarlijksche consumtie en de toeneming daarvan in de laatste jaren, aan de Kamer de gegevens zou verstrekken, waarover hij kan beschikken. Dal intusschen de consumtie voor groote toeneming vatbaar is, staat ook zonder kennis der juiste cijfers wel vast. Volgens de opgaven van LICHT bedroeg over 1894/95 de consumtie iu Denemarken 20.60, in Zwitserland 20,26, in Noerd-Amerika 28,10, en in Engeland niet minder dan 39,10 kilo per hoofd. Met betrekking tot Engeland werd herinnerd aan het artikel van dr. PliUl in Dr Eroimmisl van Mei 1893 en de beschouwingen, naar aanleiding van dat artikel opgenomen in het Voorloopig Verslag omtrent de wet van 11 Januari In Engeland vermeerderde intusschen gelijk door den Minister PIKRSON in zijne Memorie van Antwoord werd aangetoond,het verbruik in lange na niet in verhouding der verlaging van de belasting". Verscheidene leden meenden dan ook, dat, wil men vermeerdering der consumtie inderdaad bevorderen. verlaging van den accijns met een eenigsrins aanmerkelijk bedrag noodig is. Daarbij werd opgemerkt, dat bij zulk eene verlaging het toenemend verbruik weder ten deele vergoedt wat de schatkist door verlaging van de belasting per 100 kilo derft. Sommige leden wenachten eene verlaging van den accijns tot f20 per 100 kilo. Daardoor zou de schatkist, naar men meende, in vergelijking met de tegenwoordige opbrengst, zeker geen verlies lijden. aangezien de onttrekking van overponden aan den accijns door de nieuwe regeling zal vervallen en tevens op vermeerdering der eonsumtie moest gerekend worden. Het is waar, dat het toenemend verbruik geen invloed zal hebben op den eigenlijken prijs der suiker, maar toch zal het. wordt tot zoodanige verlaging besloten, ook in andere landen niet onopgemerkt blijven. dat Nederland heeft ongebonden te behooren tot de natiën die de suiker het zwaarst belasten. Andere leden opperden het denkbeeld om het bedrag van den accijns jaarlijks of' om een bepaald aantal jaren bij de wet vast te stellen, op zoodanige wijze. dat niet meer dan het thans gegarandeerd bedrag van f per.jaar ten bate van het Bijk zou komen. Het secres van de consumtie zou dan telkens tot verlaging van het aceijnsbedrag per 100 kilogram medewerken. Men stelde zich de zaak aldus voor: De opbreugst van den accijns bedroeg in 1895 f \ oegt men daarbij de aeeijn.-waarde van de in bel werkjaar 1894/5 verkregen overponden van de suikerfabrikanten ad en die van de overponden der raffinadeurs ad dan komt men tot het bedrag van.....f %. Voor het volgende jaar moet de accijns opbrengen 8 ( benevens wegens premie aan de Buikerfabrikanten en aan de raffinadeurs...., f

7 liljlagci). [Ml. 8.J Tweede Kamer. 87 Eet verschil tusseben f' en f bedraagt f of meer dan '.> pet. van eentgenoemd bedrag. De aeejjni ion dut voor het volgend jaar met 9 pet. kunnen worden verminderd. Neemt men daarbij in aanmerking de vermeerdering van opbrengst wegens toeneming rui verbruik ten gevolge van den aanwas der befolking en ten gevolge VÜII de fce vertraehten rermindering der inikerprüieni dan ion de accijns TOOI liet volgende jaar, naar men meende. ionder bezwaar op 22 of 2-5 cent per kilo gesteld kunnen worden. Eenige leden wenscliten den aseqni op het gedistilleerd met t' ö te verboogen. Dit kon, huns inziens, te minder bezwaar opleveren, waar de prijs van de jenever, ten gevolge van de daling der graanprijzen, met f ö per hectoliter verlaagd is. De uit die verhoogiiig voortvloeiende bate kon dan dienen tot verlaj^inpr of. indien de stand van de lïijk-niiddelen het toelaat, tot afschatling van den suikeraccijns. Tegen deie rerhooging van den accijns op het gedistilleerd werd aangeroerd, dat het bedenkelijk zou zijn de inkomsten dei Iiijks voor een nopr grooter deel dan thans reeds het geval de lieetwortelsuikerfalirikanten blootstaan aan kennisneming van is, afhankelijk te stellen van de opbrengst van den accijns. fabrieksgeheimen door de met het toezicht belaste ambtenaren ' en zou de toepassing van het stelsel alzoo aanleiding kunnen geven tot misbruiken. 6. Df rii/fiiiiiilriijrii. Hij de bespreking van deinhetwetsontwerp opgenomen regeling ten aanzien van de raffinaderijen Andere leden meenden echter, dat voor het verklappen van fabrieksgeheimen en het plegen van oneerlijke handelingen door kwam in verband met de tot de Kamer gerichte adressen van de toezicht houdende ambtenaren niet gevreesd behoefde te soikerraffinadenrs, die verklaren door verschillende bepalingen worden. van het ontwerp zeer ontstemd" te zijn en van de makelaars in suiker te Amsterdam, de wenschelijkheid van het heften van Eindelijk werd door enkele leden betoogd, dat de nieuwe een invoerrecht op ruwe en geraffineerde suiker ter sprake. regeling in zooverre ongunstig afstak bij de bestaande, dat Heffing van invoerrecht van ruwe suiker werd vry algemeen niet wenschelijk geacht. Zy zou weinig beteekenen, aangezien voortaan het bedrag der uitkeering niet zou af hankelijk zijn van de inachtneming der beste wijze van werken. Thans verkrijgt hier te hinde meer geraffineerde suiker wordt voortgebracht dan die raffinaderij de meeste overponden, die zich de meeste inspanning verbruikt en dus meer uit- dan ingevoerd wordt. De van ruwe getroost om uit de ruwe suiker eene zoo groot moge- ~uiker geheven invoerrechten zouden toch bij uitvoer in gerafiineerden lijke hoeveelheid geraffineerde suiker te verkrijgen. Dientenge- toestand weder moeten worden teruggegeven. volge heeft de zeer goed ingerichte Wester-suikerraffinaderij te De in genoemde adressen aanbevolen heffing van een invoer- Amsterdam het grootste gedeelte van de accijnswinst genoten. recht van geraffineerde suiker ad f 2,50 per 100 kilo tot f 5 te vermeerderen, indien de Duitsche premiën naar het aanhangige wetsontwerp worden verhoogd, vond bij enkele leden iustemniing. Zij wenscliten op die wijze deu toenenienden invoer van Duitsche suiker, die tengevolge van de door Duitschland verleende uitvoerpreiniën goedkooper is dan de Nederlandsche. te keeren en achtten het verkeerd dat hier te lande van ingevoerde suiker geen surtaxe wordt geheven, zooals in andere landen wèl geschiedt en ook ten onzent met betrekking tot andere aan accijns onderworpen waren, als bier. azijn en gedistilleerd het geval is. Anderen konden zich hiermede niet vereenigen. De meening Averd geuit, dat de Duitsche geraffineerde suiker bijna evengoed, is als die, welke hier te lande door de adresseerende raffinadcurs wordt vervaardigd. Dezen zouden echter zeer goed in staat zuil de suiker ook goedkooper te leveren, indien /-ö slechts verbetering brachten in hunne wijze van werken, die acditerlijk werd genoemd. In de tweede plaats werd aangevoerd, dat het invoer-, recht den prüs van geraffineerde suiker zou doen stijgen. en, ' daar het artikel reeds zwaar belast is, zou de accijns dan naar evenredigheid verminderd moeten worden. De schatkist zou op die wnze echter niet gebaat worden door de vermeerdering van verbruik. welke anders van verlaging van den accijns het gevolg zou zijn. Het invoerrecht zou bovendien weinig opbrengen, daar het juist bestemd ia de vreemde suiker uit het land te houden. De invoering vftn het invoerrecht zou dus. nederkomen op een nieuw geschenk aan de binneulaudsche, nijverheid ten koste van de schatkist eu tot nadeel voor de con- j snmenten. Enkele leden gaven iutusschen toe, dat Nederland in het niet heften van surtaxe afwijkt van de suikerwetgevingen van andere landen en zouden het op prijs stellen, indien de Minister bij de.memorie van Antwoord wilde uiteenzetten, welke resi^üaienhet heften van invoerrechten op geraffineerde suiker in net "oiilteitthnd heeft opgeleverd. Ook hield men /.ieli aanbe- i volen voor mededeelingen omtrent den toestand van deze industrie in het buitenland. In de Memorie van Antwoord betreffende de wet van 11 Januari 1894 verklaarde de toenmalige Minister, dat van kunstmatige toevoeging van glucose aan hier te lande ingevoerde basterd niet gebleken was. In het adres der suikerraffiuadeurs wordt daarentegen wederom beweerd dat zoodanige toevoeging plaats heeft ten einde de polarisatie te verminderen. Adressanten wenschen daarom voor ingevoerde basterd eene zoodanige ininimum-polarisatie vastgesteld te zien.als door liet Kijkslaboratorium bij vergelijking ran de minste qoaliteit «Ier tegenwoordig aangevoerde basterd niet de polarisatiè'n ran ruwe rietsuiker en niet die van normale basterd uit het genoemde tijdperk (het eerste halve jaar na de invoering der wet van lssi) root dete beide laatste soorten zal worden bevonden". I >e wettelijke bepalingen /.ouden dan zeggen adressanten niet meerde verwerking van rietsuiker in Nederland onmogelijk maken. Welk verband er kan bestaan tussehen de verwerking van rietsuiker en den invoer van vervalschte basterd, begreep men niet. (iaarnezouden sommige leden omtrent de beweringen der raffinadenra, en be- 1 paaldelijk omtrentde mag, of thans van kunstmatige toevoeging vuti glucose iets gebleken is, het gevoelen der Regeeriu^ verneineii. Enkele leden waren van meening, «lat de invoering van het voorgestelde stelsel voor de raffinaderijen /eer bezwarend zou zijn. De vrije uitoefening van het bedrijf zou daardoor ten zeerste worden belemmerd. Voorts zullen de raffinadeurs meer nog dan Door de nieuwe regeling zou de prikkel om de fabricage te verbeteren en daarvoor kostbare inrichtingen te maken vervallen en de minder goed werkende fabrieken een onbillijk groot sandeel van de premie ontvangen. Daarom werd de wensch geuit, dat bij voortduring zou worden nagegaan, hoeveel overponden elke der raffinaderijen naar de thans bestaande regeling maakt en dat de verdeeiing der open premie zou geschieden naar evenredigheid van de hoeveelheid overponden, door iedere fabriek verkregen. Andere leden waren van meening. dat het rekenen naar overponden niet de voorgestelde regeling kwalijk vereenigbaar is. Zij zagen ook geene reden om de Westersuikerraffiuaderij, die ten gevolge van de Steften's-iiiethode tot ontsuikering van melasse in gunstigen toestand verkeert. boven de andere zwakkere fabrieken te begunstigen. Hiertegen werd weder opgemerkt dat de voorgestelde wijze van verdeeiing er die fabrieken van/elf toe zou brengen betere procédés in te voeren. Artikelen. Art. 1. Blijkens de Memorie van Toelichting valt vaste massa" buiten de belasting. Gevraagd werd. of dit niet bedenkelijk is. waar hier te lande een uitstekend fabrikaat van vaste ïuassé wordt vervaardigd, «lat gemakkelijk tot poeder kan gemaakt worden. Sommige leden betreurden, dat het steuel van sacchariinetrie in :i van dit artikel gehandhaafd wordt. niettegenstaande de Minister op bladz. 5 der Memorie van Toelichting de gebreken van dit stelsel erkent. De vrees werd geuit, dat ten gevolge van deze bepaling weder bedekte premiën gegeven lollen worden. Nu zegt de Minister wel, dat de gehaltebepaling in het nieuwe stelsel eene zeer ondergeschikte rol zal vervullen, maar deze verklaring werd niet duidelijk geacht en men zou die, ook in verband met art. 67 SS 5 en 6, gaarne nader toegelicht zien. Ook werd gevraagd, waarom eene bepaling als die. vervat in art. 4 der wet van 20 Juli zooals die in 1886 gewijzigd werd, niet in dit ontwerp is opgenomen. Hij de bespreking van het artikel kwam ook de invoer van saeenarine ter sprake. Invoer op groote schaal van dit artikel, dat 300 maal zoeter is dan suiker en gemakkelijk is binnen te smokkelen, zou, indien het gebruikt wordt ter vervanging van suiker, de opbrengst van den suikeraccijns aanmerkelijk doen dalen. In de Memorie van Antwoord betreffende de wet van 1894 werden omtrent dit punt eenige mededeeliugeu gedaan. Gaarne zou men omtrent den invoer en het gebruik van saccharine nadere inlichtingen ontvangen. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen

8 3h [111. s, Art. 2. Sommige leden meenden dal eene juiste omschrijving > van hetgeen melaew en afgewerkte melasse i>. in de wet niel mocht ontbreken. Zie ook art Arl. 6. Aangezien bet zeer mogelijk u, dat lichtere verpakkingen worden uitgevonden dan de taant gebruikelijke. meenden tommige leden, dat ook de administratie bevoegd moet worden verklaard het werkelijk netto gewicht der suiker te doen bepalen. Arl. 8. Benige leden meenden, dat voor,coli-" gelezen moet worden acollo", meervoud.colli". Arl. 9. De meening werd geuit, dat de gelijkstelling van particuliere entrepot* met het publiek entrepot aan de industrie zeer ten goede sou komen, indien krachtens wettelijk voorschrift of bij ministerieele circulaire aan de ambtenaren werd opgedragen van den opslag van partijen suiker ceelen of bewijzen af te geven ten behoeve van fabrikanten, die zulke partijen willen beleenen. Zulke ceelen konden, naar men meende, op de volgende wijze worden ingericht: Bewijt firn opuag MM ruwe beetttorulniiker..op den is door de ondergeteekenden... konnniezen bij 's Wijks belastingen te, opgeslagen in het particulier entrepot van ruwe suiker van.. te, gelegen te, wijk... n..., eene hoeveelheid van zakken ruwe beetwortelsuiker. waarvan het gehalte nog niet bekend is, wegende bruto... en netto gemerkt.de uitslag dezer partij kan niet geschieden, tenzij dit bewijs ten kantore van den ontvanger der belastingen te is ingeleverd.'' Thans geschiedt beleening alleen op ceelen. afgegeven door de Veemen te Amsterdam en te Wotterdam. Gaarne zou men omtrent dit punt 's Ministers meening vernemen. Eenige leden betwijfelden echter, of een voorschrift tot afgifte van de bedoelde bewijzen in eene belastingwet wel op zijne plaats zou zijn. Enkele leden merkten op, dat de hier voorgeschreven inrichting der particuliere entrepots voor de fabrikanten hoogere kosten zou medebrengen. Deze en andere uit het wetsontwerp voortvloeiende kosten behoorden huns inziens bij de beoordeeling van liet bedrag der voorgestelde preraiën in aanmerking te komen. Art. 16. De vraag werd gesteld of het niet wenscheli.ik is onder il nevens.ingangen" ook.vensters" te vermelden. Verder wenschte men in 2 voorgeschreven te zien dat eene seketsteekening van eene bepaalde schaal, bijv. I op 100, moet worden overgelegd. De opmerking werd gemaakt dat in!; 1 onder a de komma's achter.dag" en.plaats"' konden vervallen en in 2 de kommapunt achter.bestemming" door eene komma behoort vervangen te worden. Arl. 17 Sommige leden meenden dat het voor de juiste toepassing van het voorgesteldestelselwenscliclijkistebepalen.dat elke nieuwe fabriek op zich zelve moet staan, afgescheiden van andere gebouwen. Volgens het artikel moet enkel het bouwplan goedgekeurd worden. maar niet de plaats waar de fabriek gevestigd zal worden. Ook meende men. dat in de wet behoort uit te komen, dat hier niet bedoeld is de technische inrichting der fabriek, maar alleen wat noodig is ter behoorlijke verzekering van de inning van den accijns. Volgens sommigen giug de geheele bepaling te ver. Men wees ook op de moeilijkheden, die ontstaan kunnen, waar ten aanzien van de oprichting van nieuwe fabrieken niet alleen deze wet, maar ook de Hinderwet en de Veiligheidswet toepassing moeten erlangen. Zulke moeilijkheden zullen zich bepaaldelijk voordoen, wanneer verschil van gevoelen rijst tnsschen den Minister van Financiën en dien van Waterstaat. Handel en Nijverheid. Hoe zal in zoodanig geval eene beslissing verkregen worden? Arl. 19. Sommige leden meenden, dat voor veranderingen 's Ministers goedkeuring moet worden voorbehouden. Anders zal art. 17 gemakkelijk ontdoken kunnen worden door bij de oprichting van eene iabriek aan de voorwaarden van de administratie te voldoen, maar later de inrichting in strijd met die voorwaarden te veranderen. Arl. 20. Gevraagd irerd, of onder de uitdrukking.een weg" ook een waterweg begrepen is. Arl. 24. Sommige leden meenden, dat voor het vertrek der ambtenaven ook een minimum-hoogte dient bepaald te worden. Verder werd herinnerd, dat, toen vroeger ter betere verzekering an de heffing het aanbrengen van nieuwe aftappiugskrauen werd voorgeschreven, het Wijk de kosten voor zijne rekening heelt genomen. Gevraagd werd of het niet billijk 11 dat ook thans de te maken kosten voor het verblijf der konnniezen. als het kantoor verplaatst moet worden, door het Wijk gedragen worden. Arl. 27. Aangezien de te stellen zekerheid zeer hoog zal kunnen zijn wegens den grooten omvang der zaak en wegens de mogelijkheid, dat de fabrikant een zeer groot bedrag aan accijns aan het Wijk schuldig kan worden, achtten sommige leden het wenschelijk dat in de wet eenige voorschriften gegeven werden omtrent de wijze, waarop Keierheid gesteld kan worden. Thans hangt ten deze alles af van de uiteenloopende inzichten der ontvangers, die voor het verkrijgen van voldoende zekerheid aansprakelijk zijn. Dientengevolge wordt het stellen van zekerbeid voor de fabrikanten somtijds zeer bezwarend gemaakt. (lok werd gevraagd of niet voorziening behoort getroffen te worden voor het geval, dat bij rechterlijke uitspraak de voortzetting van het bedrijf eener gefailleerde fabriek aan den curator wordt opgedragen in het belang der crediteuren. Men wenschte dat den Minister voor zoodanig geval de bevoegdheid gegeven werd den termijn van eene maand te verlengen. Arl. 28. Enkele leden achtten het beter de verzegeling of afsluiting afhankelijk te stellen van eene beslissing van den Miuister zelveu. Arl. 29 $ 2. De termijn van acht dagen werd zeer kort geacht. Het is voor den fabrikant niet gemakkelijk, zelfs niet altijd mogelijk vooruit te bepalen, op welken dag begonnen zal kunnen worden. Arl. 80. Waarom wordt dit voorschrift beperkt tot het turbineeren van stroop? Men achtte het wenschelijk de woorden.van stroop" uit het artikel te doen vervallen. Immers van veel meer belang dan het turbineeren van stroop is het turbineeren van de masse cuite". Arl /«w/e lid. Indien men het wel begreep, is dit voorschrift enkel noodig. indien de suiker niet reeds vooraf gewogen is, en tot zoodanige voorafgaande w-eging zal wellicht bij veranderde inrichting der fabrieken wel gelegenheid bestaan. Daarom gaf men in overweging achter het woord.suiker" in te voegen :.alvorens gewogen te zijn"' of iets dergelijks. Arl. 35, tweed* Uil. Sommige leden meenden dat ter voorkoming van fraude verzegeling der uitgangen noodig is. Arl. 39. tweede lid. Sommige leden achtten deze bepaling te streng: zjj wezen op art. 59, tweede lid. waar ten aanzien van het gewicht van uit raffinaderijen uitgeslagen suiker eerst bij een verschil van meer dan 2 pet. overtreding wordt aangenomen. Men wenschte in art. 39 dezelfde grens te zien va.-tgesteld. Arl 42. Gevraagd werd. of den fabrikant geene gelegenheid behoort te worden gelaten om te bewijzen, dat de overschrijding van den termijn niet aan zijne schuld te wijten is. Arl. 45. J; 3. In het boelaten van eene speling van 3 pet. zagen sommige leden eene bedekte protectie. Dat voor zulk verschil geene boete bdoopen wordt, kon men desnoods begriipen, maar men meende dat voor de ontbrekende hoeveelheid althans accijns moet worden betaald. Anders zou hier eene geniakkelijke gelegenheid gegeven worden om drie percent der aanwezige hoeveelheid aan den accijns te onttrekken. Andere leden meenden daarentegen, dat de voorgestelde bepaling billijk was, aangezien het verschil het gevolg kan zijn. van fahrieksverlies. Arl. 4G. Gevraagd werd, waarom hier art. 28 niet toepasselijk wordt verklaard.

9 [ ] Bepalingen omtrent den accijns op de imker. Art. 58. In art 34 wordt gezegd : uitslag van ruwe suiker uit de fabriek Ine/I jilimh" enz. Hier leest men: uitslag van geraffineerde' suiker en baaterd uit de raffinaderij kau ge$ef/iêden, \ enz. Men TXOegi welke reden bestond. voor dit verscliil van redactie Art. 02, 8. Gerraagd werd, waarom wordt voorgesteld voor baaterd eene grootere sjn-liny toe te laten dan voor andere suiker. Voorts werd ook tegen deze bepaling de bedenking geopperd, medegedeeld bij art. 45 ;5..lil. 05. Gerraagd werd wat in dit artikel bedoeld is met raffineeren ". Doelt de uitdrukking uitsluitend op Int rafhneeren, zooals bet in oiiderwetsche raffinaderijen geschiedt, dan bad men tegen het artikel geen bezwaar. Maar wel zou liet artikel, naar men meende. tot moeilijkheden aanleiding geven. indien onder.raffineeren" begrepen zijn alle procédés om suiker wit te maken, zooals bijv. liet système de lavage. Denkelijk zullen er langzamerhand allerlei tusschenstelsels in toepassing komen. In Kosendaal is reeds eene raffinaderij. die zulk een tusschenstelsel in toepassing brengt. Op nadere inlichting werd aangedrongen. Arl. 67. Sommige leden achtten de regeling der premie, die over iedere 101) kilo geproduceerde suiker gelijkelijk zal worden uitgekeerd, niet zonder bedenking, in zooverre de groote en krachtige fabrieken in de gelegenheid rollen zn'n hare productie zeer hoog op te voeren en daardoor de premieën voor de andere fabrieken in die mate te doen dalen, dat zij tot stilstand zouden kunnen gedwongen worden. Men achtte dit zeer ten nadeele van den landbouw, die zoodoende in nog afhankelijker positie tegenover de alsdan overblijvende fabrieken zou worden gebracht. Deze leden zouden eene regeling wenschen. waarbij eene onderlinge contingenteeriug der fabrieken werd verkregen. 1. Zal de afschrijving ook gegeven worden over ingeslar gen, niet in de fabriek vervaardigde suiker? Dit is niet duidelijk. Volgens art. 7(5 8 2 a wordt ook ingeslagen suiker op de rekening gebracht. Het kan echter niet de bedoeling zijn daarvoor premie te verleenen. Men kan ook buitenlandsche suiker inslaan. S 2. Ook bij de bespreking van dit artikel werd met nadruk opgekomen tegen den onjuisten grondslag, waarop de bepaling der premie per 100 kilogram rust. Waar de productie reêda 90 si 100 inillioen kilo bedraagt, kan een bedrag van 06 millioen Onmogelijk als uitgangspunt dienen, en hoe ook de premie geregeld wordt, men wenschte in elk geval, dat die regeling niet werd opgebouwd op hetgeen men een valsehen grondslag noemde. S 4. De Minister licht niet toe. waarom de premie voor fabrikanten, die witte suiker maken. verminderd moet worden met 25 pet. Vele leden meenden dat dit cijfer volkomen willekenrig is. In de practn'k zou echter de bepaling gelijk staan niet een verbod om witte suiker in fabrieken te vervaardigen. Voor zoodanig verbod bestond, naar de meening dezer leden. geen reden. en men achtte het geenszins wenschelijk op deze wijze de invoering van een verbeterd en goedkoop procédé tegen te houden. Zulk eene bescherming van de raffinadeurs tegenover de.suikerfabrikanten scheen geenszins in overeenstemming met het algemeen belang. Andere leden achtten daarentegen op de door den Minister aangevoerde gronden de vermindering billijk. Omtrent de bepaling der vermindering op 25 pet. werd nadere inlichting verzocht. 5; 5. Indien de fabrikant-raffinadeur de ruwe suiker, die hij maakt, uitslaat, daarna weder inslaat en wit maakt, zal hij zoowel de afschrijving krachtens A als die krachtens 11 voor dezelfde suiker genieten. Is dit niet in strijd met de bedoeling van 4? 6. Wordt niet door deze wijze van berekening eene bedekte protectie ingevoerd 'i vermengd word! met die over 1897? ^8 geef! bevoegdheid tol roorloopige afschrijving. Indien zulk eene afschrijving geschiedt in December 1896, zal de acc.i.iii-rekcning over 1806 gedrukt worden en dan zullen de fabrikanten verantwoordelijk kunnen worden voor eene mindere Opbrengst, die geen verband houdt met de campagne 1895/6, met bet oog waarop de wet van lx'.'l eene minimum-opbrengst vaststelde. Art. 68. Zullen kantoren ook geacht worden tot de fabrieken te behooren P Sommige leden meenden, dat de ambtenaren daar geen toezicht hebben te honden. Ail. 7<>. S 1- Eenige leden meenden, dat uit de wet behoort te blijken, dat de ambtenaren niet alleen bevoegd, maar ook verplicht zijn tot bet verrichten van de hier genoemde werkzaamheden. In de bepaling wordt gesproken van het wegen van stroopen. Dit scheen minder juist, aangezien het niet gebruikelijk i- stroopen te wegen. Iu plaats van.wegen" zal wel,opnemen" of eene dergelijke uitdrukking gebezigd moeten worden. Aii. 72. In plaats van bij deze wet" behoorde naardemeening van sommigen gelezen te worden.bij of krachtens deze wet. Daarbij werd gewezen op het bepaalde in art. 26. Ail. 74. S 8. Eenige leden meenden dat eene speling van een half ten honderd wel wat gering was. Ail. 80, 'S. Enkele leden protesteerden tegen de hier opgelegde verplichting tot het afleggen van een eed of belofte. Men betoogde dal gezorgd moest worden voor benoeming van personen van kennis en karakter en dat van zoodanige personen geen eed of belofte behoeft gevergd te worden. Men wist wel, dat de Minister bij gelegenheid van de behandeling van eene dergelijke bepaling had gezegd, dat het eed-vraagstuk niet incidenteel kon behandeld worden, maar deze verklaring scheen weinig afdoende. De zaak kon toch moeilijk anders dan ineidenteel, bij elk bijzonder geval, beslist worden. Arl. 8:5. Sommige leden erkenden. dat het bezwaarlijk is de regeling voor de hier bedoelde teruggaaf van accijns in de wet ücrre op te nemen, maar zij wenschten toch gaarne ingelicht te worden omtrent de regeling van die teruggave en omtrent den omvang van de restitutiën. die in de laatste jaren verleend zijn. Men betwijfelde of de thans geldende tarieven wel juist zijn en of zij niet aanleiding geven tot bedekte bescherming van fabrikanten van chocolade en gecondenseerde melk. Ook wenschte men te weten. welke deskundigen over de hier bedoelde regeling gehoord worden. In art. 6 der wet van 25 Mei 1880 {Staalsblêd o'. 98) wordt ook gewag gemaakt van confituren. Men vroeg, waarom de/e vermelding in art. 8:5 is weggelaten. Arl. 84. In overweging werd gegeven aan het artikel toe te voegen de woorden. of verloren zijn gegaan". Art. 85, S l«de uitdrukking -in de daartoe leidende gevallen" werd zeer onduidelijk geacht. Alen verzocht, dat zij door eene meer duidelijke omschrijving zou worden vervangen. Verder werd gevraagd, of niet in deze bepaling ook melding gemaakt dient te worden van maatschappen. Arl. 87. Door sommige leden werd de wenseh geuit, dat hier ook art. 180 der wet van 1822 toepasselijk zou worden verklaard. Anderen meenden, dat dit niet voldoende zou zijn. aangezien art. liso alleen spreekt van raffinaderijen. Beetwortelsuikerfabrieken bestonden in 1822 nog niet. Art. 80. Omtrent de hier bedoelde regeling werden dezelfde inlichtingen verzocht als bij art. 83 zijn vernield. Men meende te weten, dat de thans seldende bepalingen niet juist zijn en dat omtrent de vaststelling daarvan geene deskundigen zijn gehoord. t; 7. Behoort niet niet het oog op de voor 1896 gegarandeerde opbrengst van den accijns eene overgangsbepaling gemaakt te worden, waardoor voorkomen wordt, dat de rekening over 1890 Art. 90. Gevraagd werd of omtrent de in dit ontwerp voorkomende strafbepalingen «Ie Minister van.justitie is geraadpleegd. Men merkte op, dat het vaststellen van een minimum

10 40 [121. NJ voor ojt te leggen atrall'en niet overeenkomt met liet stelsel van h ;t Strafwetboek. Deze afwjjking werd intnssehen door sommigen goedgekeurd. omdat liet hier geene eigenlijke itraffen, maar veeleer dwangmiddelen geldt. De in S 4 van art. 90 gestelde boete werd door eenige leien eene te geringe straf geacht Men wensehte neren* <1 boete eene gevangenisstraf bedreigd te zien. liet geldt bier gerallen, waarbij aan vergissingen niet valt te denken. Daarentegen aehtten sommige leien de in & 8 bedreigde straf te streng, (Schending van zegels kan o>k sonder boot opzet geschieden..men wenaohte daarom bet minimum liier weg te laten..lil. 94. ii. behoort niet geregeld te worden, hoe de ontzegeling der verzegelde werktuigen cal plaats bebben P Art. 96, S _. o. Hier is eene schrijffout ingeslopen. Voor wordt geleverd" zal gelezen moeten worden :,heeft geleverd". Art. 97. Volgens art. 102 zal hij het hevelen van eene staking der werkzaamheden in eene raffinaderij tot opneming van den voorraad aan den raffinadeur vergoeding worden gegeven. De Memorie van Toelichting zegt. dat zoodanige vergoeding voor beetwortelsuikerfabrikanten niet te pas zal komen, omdat de wet in werking zal komen op een tijd, dat in de tahrieken niet gewerkt wordt. Eenige leden achtten dit niet juist, aangezien in de maand Augustus nog wel vierde producten geturbineerd worden. Zij weuschten daarom ook aan de fabrikanten aanspraak op vergoeding toe te kennen. Art Naar de meening ran sommige leden behoort de wet eerst mot 1 Januari 1897 in werking te treden. Inwerkingtreding niet 1 September 18'.)ij werd door hen onbillijk geacht, omdat de contracten voir de aanstaande campagne reeds alle zijn afgesloten en daarbij op de nieuwe regeling niet gerekend kou worden. Hierbij moest in het oog gehouden worden, dat de preinié'n naar het wetsontwerp gebaseerd zijn op eene produc tie van "ili inillioen kilo suiker, terwijl nu reeds vaststaat dat de prodoctie in het volgende werkjaar minstens 100 millioeu kilo zal b'dragen. Naar aanleiding hiervan werd door anderen opgemerkt dat gecontracteerd is voor f lo per 1000 kilo beetwortels, maar met bijvoeging, dat de prijs bij wij/.iging der tariefwetgeving f '. zou bedragen i waarop weder werd geantwoord, dat men op die bj)toeging later overal is t :ruggekomen. Gaarne zag men toegelicht, waarom art. 01 met den laatsten Augustus in werking moet komen. Aldus vastgesteld 14 April RINK. I'IJNACKER HORDIJK. DE BOER. TYDEMAX. ZIJP.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD

SOCIAAL-ECONOMISCHE ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PREVENTIEFONDS UITGAVE VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60, 's-gravenhage SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD ADVIES INZAKE WIJZIGING

Nadere informatie

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage, RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet#

SJb Mei Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# 162 30. SJb Mei 8. 19 Maart 1938,Nr.1295,Afd.H.0. Wijziging en aanvulling der hooger-onaerwijswet# De Berste Af deeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van Uwe Excellentie te brengen

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

^ &^ee ^ Qylpmnei mi Q/Sén=^ ^eneiaa/.

^ &^ee ^ Qylpmnei mi Q/Sén=^ ^eneiaa/. i^/cx^^/ rc'^'^l-. COPIJ. a^ ^ &^ee ^ Qylpmnei mi Q/Sén=^ ^eneiaa/. De ondergeteekenden, meelfabrikanten te Roermond, nemen eerbiediglijk de vrijheid UEdelmogenden kennis te geven, dat hunne industrie,

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE HET MUNTWEZEN IN SURINAME DOOR C. R. WEIJTINGH Kort na het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 werd den Gouverneur bij Verordening van 18 Augustus

Nadere informatie

Is levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar?

Is levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar? Is levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar? EBKE UITEENZETTING TEN DIENSTE YAN HEN DIB ZICH DOOR DE GOEDKOOPE AANBIEDINGEN YAN AsSESSlIENT- OF OMSLAGYERZEKBiUNGJIAATSCHAPPIJEN AANGETROKKEN

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening grensregeling Citeertitel: Landsverordening grensregeling Vindplaats : AB 1990 no. GT 23 Wijzigingen: Geen Artikel 1 1. Grensregeling wordt onderscheiden in: a. de geïsoleerde

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt er over dat de Belastingdienst executoriaal beslag heeft gelegd op onroerende zaken van haar ondanks het feit dat er - in verband met de door de Belastingdienst gestelde

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der

Nadere informatie

Vast-stelling begrooting openbaar lichaam,,de Wieringermeer" voor 1938. Wijziging begrooting Zuiderzeefonds voor 1936.

Vast-stelling begrooting openbaar lichaam,,de Wieringermeer voor 1938. Wijziging begrooting Zuiderzeefonds voor 1936. 6 301.5. Vast-stelling begrooting openbaar lichaam,,de Wieringermeer" voor 1938. Wijziging begrooting Zuiderzeefonds voor 1936. 301. 5. BIJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING. Nota betreffende de financiering

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met de invoering van herziening bij aanslagbelastingen (Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst) VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 15 637 Casinospelen Nr. 2 Het vroegere stuk is gedrukt in de zitting 1978-1979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de heer Voorzitter

Nadere informatie

Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001

Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001 Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2000,

Nadere informatie

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS * - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN,

DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN, No. 5345. DE HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN, Gezien het beroepschrift in cassatie van Y te W tegen de uitspraak van den Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Arnhem van 5 Februari 1932 in zake zijn

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl -

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl - Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust in spreektaal mogen schrijven, gebruiken ze

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal.

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal. ^, Aan de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Den len Maart jl. werden door Zijne Excellentie den Minister van Justitie bij Uwe Vergadering ingediend wetsontwerpen, betreffende de inrichting en het rechtsgebied

Nadere informatie

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 7 de maart 2012 no. 12/1758, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling. DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA Artikel 1. Werkingssfeer 1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen Visa2china en opdrachtgevers. 2. Visa2china is bevoegd om bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor

instellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor 27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 676322/676783 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Tools Vakantiedagen

Tools Vakantiedagen Tools 3.14.01.08 Art. 634 1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP ALGEMENE VOORWAARDEN RAYMAKERSVDBRUGGEN ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP 1. Gelding algemene voorwaarden 1.1 Deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190

Rapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190 Rapport Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012 Rapportnummer: 2012/190 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK hem in het kader van zijn eigen bijdrage Zorg met Verblijf lange

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 Rapport Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst niet de hem bekende inkomensgegevens over het jaar 2005 heeft gebruikt als basis voor het bepalen

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 638925/646554 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat)

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.5040 (157.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 934 Bepalingen met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van grensoverschrijdende overmakingen (Wet grensoverschrijdende betaaldiensten)

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen.

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen. Algemene voorwaarden Artikel 1 Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen tussen OAMKB Gooi-, Eem- & Flevoland BV, gevestigd te Hilversum, nader aan te duiden

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 02.05.2001 COM(2001) 238 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) hem voor het ondernemersexamen taxivervoer

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 521 Introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken met het oog op compensatie

Nadere informatie

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246

Rapport. Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246 Rapport Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246 2 Klacht Op 2 mei 2002 heeft de Nationale ombudsman besloten een onderzoek uit eigen beweging in te stellen naar een gedraging van het Centrum voor

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 352 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

10/01/2012 ESMA/2011/188

10/01/2012 ESMA/2011/188 Richtsnoeren en aanbevelingen Samenwerking, met inbegrip van delegatie, tussen de ESMA, de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten krachtens Verordening (EU) nr. 513/2011 inzake ratingbureaus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B vs C te D Zaak : Hulpmiddelenzorg, wijziging prothesemaker Zaaknummer : ANO07.369 Zittingsdatum : 21 november 2007 1/6 BINDEND ADVIES Zaak: ANO07.369 (Hulpmiddelenzorg,

Nadere informatie

de aanvraag aan SIDN tot het uitvoeren van een bepaalde transactie met betrekking tot een domeinnaam;

de aanvraag aan SIDN tot het uitvoeren van een bepaalde transactie met betrekking tot een domeinnaam; Artikel 1 Begripsbepalingen Aanvraag: Beheerder: Betrokkene: Registrar: Domeinnaam: Domeinnaamaanvrager: Domeinnaamhouder: SIDN: Register: Verwerking: Verantwoordelijke: Wbp-regeling: de aanvraag aan SIDN

Nadere informatie

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt. R e g i s t r a t i e k a m e r Minister van Justitie..'s-Gravenhage, 30 april 1999.. Onderwerp Wijziging van het Wetboek van Strafvordering Bij brief met bijlage van 9 maart 1999 (uw kenmerk: 750136/99/6)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD. N l *%*& 'S ^0^^ 's-graat5nhage.ä.do.c.emb.er ÎÇ2 2. Zij ne...excellent ie...d. .Ond.er.wi ja, uns..t«n...en We t en schappen

ONDERWIJSRAAD. N l *%*& 'S ^0^^ 's-graat5nhage.ä.do.c.emb.er ÎÇ2 2. Zij ne...excellent ie...d. .Ond.er.wi ja, uns..t«n...en We t en schappen ONDERWIJSRAAD. N l *%*& 'S ^0^^ 's-graat5nhage.ä.do.c.emb.er ÎÇ2 2 Bericht op ^jjnnj^n van ƒ ^^^éitgelieve bij het antwoord VC 'T^^ *&r^ dagteekeninsr dagteekening 6 ö en nummer van dit schrijven te vermelden.

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108181/3/V4. Datum uitspraak: 9 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen

Nadere informatie

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie